STICHTING INFRASTRUCTUUR KWALITEITSBORGING BODEMBEHEER (SIKB)
5
10
Protocol 2010
15
HET NEMEN, VERPAKKEN EN CONSERVEREN VAN GRONDMONSTERS
20
25
30
35
40
45
Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer VKB-protocol 2010 Versie 2.0, 27-9-2001
Het nemen, verpakken en conserveren van grondmonsters Pagina 1 van 8
STICHTING INFRASTRUCTUUR KWALITEITSBORGING BODEMBEHEER (SIKB)
Inhoud 50
1 PLAATS VAN DIT PROTOCOL IN HET KWALITEITSZORGSYSTEEM.....................3 1.1 VKB protocollen voor veldwerk bij milieuhygiënisch bodemonderzoek..............3 1.2 Verwijzing naar andere kwaliteitssysteemdocumenten......................................3 2 DOEL ............................................................................................................................4 3 PRINCIPE......................................................................................................................4
55
4 VERANTWOORDELIJKHEDEN...................................................................................4 5 APPARATUUR EN MATERIAAL ...................................................................................4
60
65
6 WERKWIJZE ................................................................................................................5 6.1 Monsters voor analyse op niet- of matig-vluchtige verbindingen en fysischchemische bodemkenmerken ............................................................................5 6.2 Monsters voor analyse op vluchtige verbindingen ..............................................5 6.3 Monstercodering..................................................................................................6 6.4 Geconditioneerd bewaren en koelen van de monsters ......................................6 6.5 Vastlegging van gegevens ..................................................................................6 7 VERANTWOORDING...................................................................................................7 7.1 NEN-normen .......................................................................................................7 8 EISEN TE STELLEN AAN HET NEMEN, VERPAKKEN EN CONSERVEREN VAN GRONDMONSTERS ....................................................................................................8
Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer VKB-protocol 2010 Versie 2.0, 27-9-2001
Het nemen, verpakken en conserveren van grondmonsters Pagina 2 van 8
STICHTING INFRASTRUCTUUR KWALITEITSBORGING BODEMBEHEER (SIKB)
70
1 Plaats van dit protocol in het kwaliteitszorgsysteem 1.1
75
80
85
90
Het voorliggende protocol 2010 Het nemen, verpakken en conserveren van grondmonsters behoort tot een groep van VKB protocollen die specifiek voor veldwerk bij milieuhygiënisch bodemonderzoek zijn geschreven. In totaal bestaat deze groep uit de volgende protocollen: − − − − − − − − − − − − − −
Het uitvoeren van handboringen Het nemen, verpakken en conserveren van grondmonsters Het plaatsen van een peilbuis Het maken van boorbeschrijvingen Afpompen peilbuizen voor monsterneming grondwater Monsterneming grondwater Bepaling van het elektrisch geleidingsvermogen in grond en/of oppervlakte water Bepaling van de zuurgraad in grond en/of oppervlakte water m.b.v. pH-meter Veldfiltratie grondwater Verpakking en conservering van grondwatermonsters in het veld Inmeten van boorpunten en waterpassen Interne audit en veldinspectie Interne controle profielbeschrijvingen Blanco bemonstering grondwater
1.2 95
100
VKB protocollen voor veldwerk bij milieuhygiënisch bodemonderzoek
Protocol 2009 Protocol 2010 Protocol 2011 Protocol 2012 Protocol 2001 Protocol 2002 Protocol 2003 Protocol 2004 Protocol 2005 Protocol 2006 Protocol 2013 Protocol 2014 Protocol 2015 Protocol 2017
Verwijzing naar andere kwaliteitssysteemdocumenten
Hier kunnen bureaus verwijzen naar hun eigen kwaliteitssysteem, bijvoorbeeld: − veldwerkopdrachten; − kwalificatie personeel; − opleiding; − inkoop en beheer apparatuur en verbruiksmateriaal; − uitbesteden van werkzaamheden; − klachten en ongevallen; − directiebeoordeling; − archivering.
Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer VKB-protocol 2010 Versie 2.0, 27-9-2001
Het nemen, verpakken en conserveren van grondmonsters Pagina 3 van 8
STICHTING INFRASTRUCTUUR KWALITEITSBORGING BODEMBEHEER (SIKB)
105
2 Doel Het verkrijgen van grondmonsters die representatief zijn voor de bemonsterde bodemlaag.
3 Principe 110
De bemonstering van bodems op een uniforme en kwalitatief goede wijze en dusdanig dat het verkregen grondmonster alle voor het onderzoeksdoel van belang zijnde eigenschappen en componenten behoud.
4 Verantwoordelijkheden 115
Hier kunnen bureau’s aangeven welke functionarissen verantwoordelijk zijn voor welke stappen in het protocol.
5 Apparatuur en materiaal1 120
Gebruikt wordt gemaakt van de volgende apparatuur, materialen en hulpmiddelen: − plastic folie − plastic handschoenen; − voor het doel geschikte monstercontainer van minimaal 200 ml; − steekbus.
Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer VKB-protocol 2010 Versie 2.0, 27-9-2001
Het nemen, verpakken en conserveren van grondmonsters Pagina 4 van 8
STICHTING INFRASTRUCTUUR KWALITEITSBORGING BODEMBEHEER (SIKB)
125
130
6 Werkwijze Het nemen van bodemmonsters valt uiteen in 2 methoden: − die voor analyse van niet- tot matig-vluchtige verbindingen en fysisch-chemische bodemkenmerken; − die voor analyse van vluchtige verbindingen. De definitie van vluchtige verbindingen die hier gehanteerd wordt, staat beschreven in de NEN 5742 en NEN 5743.
6.1 135
140
1
Draag bij de monsterneming handschoenen om te voorkomen dat verontreinigde grond in contact komt met de handen.
2
Leg de opgeboorde grond op plastic folie (of gelijkwaardig) conform Protocol 2009 Het uitvoeren van handboringen.
3
Verzamel het monstermateriaal2 altijd zoveel mogelijk uit het midden/de kern van de boor (dit materiaal is het meest representatief voor de bemonsterde bodemlaag) en zorg er voor dat het monster evenredig verdeeld is over het te bemonsteren traject. Neem in geen geval monstermateriaal dat afkomstig is van de bovenste 5 cm van de boor. Dit bestaat vaak uit bodemmateriaal dat vanuit de boorgatwand in het boorgat is gevallen en is dus niet representatief voor de laag waarin je het terugvindt. Het materiaal in de boorpunt is vaak sterk versmeerd, hetgeen identificatie bemoeilijkt.
4
Neem gescheiden monsters per: − grondsoort (gebaseerd op textuur en organische stofgehalte); − verontreinigingsgraad (gebaseerd op zintuiglijke waarnemingen, zijnde geen geurwaarnemingen).
5
Standaard mag niet meer dan 50 cm opgeboord materiaal per monster worden verzameld.
6
Vul iedere monstercontainer3 zo volledig mogelijk, waarbij het materiaal zoveel mogelijk in de originele staat in de container gedaan moet worden.
7
Sluit de container goed af (verwijder eventuele grond van het schroefdraad en de buitenkant van de container).
8
Voor bepaalde fysisch-chemische bodemkenmerken kan het nodig zijn dat de bemonstering op speciale wijze moet plaatsvinden. Voor de beschrijving van deze methoden wordt verwezen naar de beschrijving van de gebruikte apparatuur.
145
150
155
Monsters voor analyse op niet- of matig-vluchtige verbindingen en fysisch-chemische bodemkenmerken
160
6.2 9 165
Monsters voor analyse op vluchtige verbindingen Neem een grondmonster4 dat bestemd is voor de analyse op sterk vluchtige verbindingen (aromaten en chloorhoudende oplosmiddelen) met een steekbus. De steekbus kan alleen worden gebruikt in makkelijk doordringbare gronden, zowel onder als boven het grondwaterniveau, die tevens voldoende cohesief zijn. Boor zonodig eerst met één van de andere boortypes een gat tot aan de voor grondmonstername (met steekbus) gewenste diepte.
Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer VKB-protocol 2010 Versie 2.0, 27-9-2001
Het nemen, verpakken en conserveren van grondmonsters Pagina 5 van 8
STICHTING INFRASTRUCTUUR KWALITEITSBORGING BODEMBEHEER (SIKB)
10 Druk (of sla zonodig met een hamer) de bussen in de grond, waardoor de steekbussen
volledig met grond worden gevuld, zonder dat er sprake is van verdichting/samenpersen van de betreffende grondlaag.
170
11 Trek de bussen met een rustige gelijkmatige beweging uit de grond. Niet rukken of
schokken daar dit een verlies van een deel van het grondmonster tot gevolg kan hebben. 175
12 Indien steekbussen niet helemaal vol zijn, wordt er een nieuw monster gestoken. Eerst
wordt het boorgat dan weer uitgeboord tot een diepte net onder het traject waar de 1e steekbus genomen is of een nieuw boorgat wordt gemaakt tot de gewenste diepte (wanneer de te bemonsteren bodemlaag (zeer) dun is). 13 Plaats direct aan beide zijden van de gevulde steekbus metalen plaatjes en afsluit-
doppen.
180
6.3 185
190
Monstercodering5
Hier kunnen bureau’s de wijze van monstercodering aangeven. Zorg dat van de monsters tenminste de volgende gegevens bekend zijn: − projectcode; − locatie-aanduiding; − boring- en monstercode; − diepte t.o.v. grondoppervlak; − veldwerker(s); − datum; − indien wenselijk gezondheids-/veiligheidsrisico identificatie (bijvoorbeeld waarschuwingsstickers). De gegevens kunnen ook digitaal met behulp van een (veld)computer vastgelegd worden.
195
6.4
Geconditioneerd bewaren en koelen van de monsters 6
14 Zet de monsters die geanalyseerd worden op vluchtige verbindingen (steekbussen),
de rest van de veldwerkdag en het transport in een koelbox met koelelementen of een koelkast. Zorg zo dat de monsters niet opwarmen om vervluchtiging en afbraak tegen te gaan. Vervoer deze monsters zo snel mogelijk na monstername naar het laboratorium dat de analyse uitvoert.
200
7
15 Bewaar alle grondmonsters , die niet op de dag van bemonstering naar het
laboratorium gebracht zijn, in een koelruimte, koelkast of ander koelmiddel met een constante bewaartemperatuur tussen 2 en 5° Celsius.
205
6.5
Vastlegging van gegevens 8
16 Vermeld in het verslag de toegepaste boor- en monsternemingstoestellen, de 210
gegevens van de monsternemingscodering en overige bijzonderheden die waargenomen zijn. 17 Leg afwijken van werkvoorschriften vast met de reden waarom hiervan is afgeweken.
Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer VKB-protocol 2010 Versie 2.0, 27-9-2001
Het nemen, verpakken en conserveren van grondmonsters Pagina 6 van 8
STICHTING INFRASTRUCTUUR KWALITEITSBORGING BODEMBEHEER (SIKB)
7 Verantwoording 215
7.1
NEN-normen
220
Het voorliggende protocol is afgeleid van de volgende normen: Ontwerp NPR 5741 Bodem - Boorsystemen en monsternemingstoestellen voor grond, sediment en grondwater, december 1999; Ontwerp NEN 5742 Bodem - Monsterneming van grond en sediment ten behoeve van de bepaling van metalen, anorganische verbindingen, matigvluchtige organische verbindingen en fysisch chemische bodemkenmerken, maart 2000; NEN 5743 Bodem - Monsterneming van grond en sediment ten behoeve van de bepaling van vluchtige verbindingen, juni 1995;
225
In tabel 1 zijn de betreffende artikelen uit de betreffende normen en richtlijnen vermeld. Tabel 1 NEN-normen verpakken en conserveren in het veld
230
Ontwerp NPR 5741 -
Ontwerp NPR 5472 5.3
NEN 5743 5.3
In het voorliggende VKB protocol zijn aanvullingen en afwijkingen van bovenstaande NENnormen opgenomen. De afwijking is: 1
235
ARTIKEL NUMMER
In afwijking op de NEN 5743 art. 5.3 moeten de grondmonsters, die geanalyseerd worden op vluchtige verbindingen (steekbussen), geconditioneerd bewaard worden in het veld en tijdens transport opdat de monsters niet opwarmen om de vervluchtiging en afbraak wordt tegengaan. Dit bijvoorbeeld in een koelbox met koelelementen of een koelkast.
Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer VKB-protocol 2010 Versie 2.0, 27-9-2001
Het nemen, verpakken en conserveren van grondmonsters Pagina 7 van 8
STICHTING INFRASTRUCTUUR KWALITEITSBORGING BODEMBEHEER (SIKB)
8 Eisen te stellen aan het nemen, verpakken en conserveren van grondmonsters 1
Alle te gebruiken toestellen en hulpmiddelen mogen geen stoffen ab- en adsorberen of de eigenschappen van de te nemen monsters beïnvloeden.
2
Het monstermateriaal moet evenredig verdeeld over het te bemonsteren traject en altijd uit het midden/de kern van de boor verzameld worden (dit materiaal is het meest representatief voor de bemonsterde bodemlaag).
3
Iedere monsterpot moet zo volledig mogelijk worden gevuld, waarbij het materiaal zoveel mogelijk in de originele staat in de monsterpot gedaan moet worden. De monsterpot moet goed afgesloten worden, hiertoe moet zonodig grond van het schroefdraad en de buitenkant van de monsterpot verwijderd worden.
4
Een grondmonster dat bestemd is voor de analyse op sterk vluchtige verbindingen (aromaten en chloorhoudende oplosmiddelen) moet worden genomen met een steekbus. De steekbussen moeten geheel gevuld worden.
5
Op elk monster moet een unieke code worden gezet. Middels deze unieke monsteridentificatie moeten alle veldwerkgegevens eenduidig te herleiden zijn.
6
De grondmonsters die geanalyseerd worden op vluchtige verbindingen (steekbussen), moeten geconditioneerd bewaard worden in het veld en tijdens transport, opdat de monsters niet opwarmen en de vervluchtiging en afbraak wordt tegengaan. Dit bijvoorbeeld in een koelbox met koelelementen of een koelkast.
7
Indien de monsters niet op de dag van bemonstering naar het laboratorium gebracht kunnen worden, moeten de monsters worden overgebracht in een koelruimte, koelkast of ander koelmiddel met een constante bewaartemperatuur tussen 2 en 5° Celsius.
8
Van de uitvoering van het veldwerk moet, reeds op locatie, een volledige registratie worden gedaan van de diverse waarnemingen, handelingen en metingen, tenminste moeten de volgende gegevens te herleiden zijn: • projectcode; • locatie-aanduiding; • boring- en monstercode; • diepte t.o.v. grondoppervlak; • veldwerker(s); • datum; • indien wenselijk gezondheids-/veiligheidsrisico identificatie (bijvoorbeeld waarschuwingsstickers). Indien op een locatie meerdere monsters moeten worden genomen, kan volstaan worden met het eenmalig noteren van de, voor alle monsters geldende gegevens, mits dit eenduidig te herleiden is naar alle betreffende gegevens uit de veldwerkregistratie.
Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer VKB-protocol 2010 Versie 2.0, 27-9-2001
Het nemen, verpakken en conserveren van grondmonsters Pagina 8 van 8