Het Ingenieursblad Maandblad van de Koninklijke Vlaamse Ingenieursvereniging Ingenieurshuis, Desguinlei 214, B-2018 Antwerpen www.hetingenieursblad.be Afgiftekantoor Gent X Erkenningsnummer P508727 Toelating gesloten verpakking nr. 3/176 BELGIË-BELGIQUE P.B. GENT X B 727
Medische technologie
Nr. 5, mei 2008
Rekrutering sdossier ERVAREN IN GENIEURS!
Lichaamseigen eiwitten als nieuwe therapie Geluidsdiagnose van mechanische kunsthartkleppen Samenwonen met je arts Actieve veiligheid door Audi dynamic steering
We’d be even stronger with you. And vice versa. They say great minds think alike.
So imagine the power of 20 000 people around the world all thinking together. In over 120 countries, Bekaert devotes our combined brainpower to solving huge challenges in advanced metal transformation and advanced materials and coatings. Because, like everything we do, we believe that innovation is something that’s done better together.
But just because you’re part of a big team doesn’t mean you can’t also achieve some incredible things of your own.
Segment Manager Building Products
You are responsible for the organization
If you’re looking for a real opportunity to
and supervision of the Mechanical Lab,
grow a segment internationally, our team
which employs about 20 people, in terms
could use your market knowledge and
of resources (people, competencies and
ability to build key relationships. The ide-
equipment), way of working and results
al candidate will have a Master’s degree
(safety, quality, operational excellence). You
in civil engineering, and several years’
will closely cooperate with your colleagues
experience in developing new markets.
of the research and development center in China. You have a Masters’ degree or a
Global Spare Parts Manager Ingelmunster You develop a strong customer relation-
responsibility, and you’ll soon find yourself
ship and you coordinate, train and coach
leaving your personal mark on your work.
the spare parts team worldwide to im-
And of course, as a leading multinational
prove customer satisfaction. You have a
with annual sales of over € 3 billion, your
Master’s degree and 5 years’ experience
performance will be well rewarded.
in a technical/commercial environment. Experience in spare parts business or after sales services is an asset.
So if your engineering, physics or chemistry studies have inspired you to devote your career to ideas that can change know somewhere where your drive and individuality will fit right in. Don’t you think we’re better together?
Deerlijk
Zwevegem
We are quick to give talented people
thousands of lives around the world, we
Mechanical Lab Manager
Interested? Go to www.bekaert.jobs and apply online or call 056 76 61 02
PhD in Mechanical Engineering, preferably with knowledge of material science.
VOORWOORD
Nieuwe kansen
D
e omgeving waarin de K VIV functioneert, verandert grondig. De schoolverenigingen krijgen nieuwe uitdagingen vanuit de universiteiten en faculteiten. De onderwijshervorming verandert het landschap van de opleidingen en daardoor ook het profiel van onze nieuwe kandidaat-leden. We moeten al die omwentelingen aangrijpen als nieuwe kansen... Kansen om de K VIV een nieuw gezicht te geven. We moeten onze identiteit versterken in het vooruitzicht van toekomstige samenwerking met andere groepen en organisaties. Tijdens de voorbije maanden is er door een ruime groep vrijwilligers intensief gewerkt om een nieuw ‘masterplan’ vorm te geven. U heeft in de laatste edities van Het Ingenieursblad kunnen lezen over deze acties. Op de Algemene Vergadering van 29 mei wordt dit een belangrijk agendapunt. Een aantal veranderingen zijn ondertussen al organisch aan het groeien : Het sterker opnemen van onze maatschappelijke rol, het promoten van ingenieursopleiding, het aanbieden van vernieuwende netwerk-opportuniteiten, etc.. De jaarthema’s vormen jaar na jaar een groeiend succes. Er worden aantrekkelijke evenementen opgezet die honderden leden samenbrengen. De werf van het windmolenpark in Oostende, een VIP bezoek aan het autosalon, een pianorecital in het concertgebouw van Brugge, enz... Dit zijn maar enkele recente voorbeelden. Welke vereniging kan zo’n netwerking platform gratis aan zijn leden bieden ? De K VIV organiseert bouwwerf-bezoeken voor leerlingen van de zesde klas van basisscholen. En we ondertekenen eerstdaags een contract met de Vlaamse regering om het ingenieursberoep te gaan promoten in het zesde leerjaar van het middelbaar onderwijs, een omvangrijk engagement waar een voltijds medewerker in de K VIV staf drie jaar voltijds zal aan werken. Het succes van deze evenementen versterkt het beeld van de K VIV naar de buitenwereld en maakt weer andere bedrijven en organisaties geïnteresseerd om met ons samen te werken. Een sneeuwbaleffect dus...!
Het succes van onze evenementen versterkt het beeld van de K VIV en maakt weer andere bedrijven en organisaties geïnteresseerd.
Deze nieuwe dynamiek werkt ook motiverend voor de vele honderden leden-vrijwilligers. De werking van de Ingenieursvereniging kan niet zonder hen! Elk met zijn eigen sterktes, interesses en passies. Het is als een schaakspel waar ook elk schaakstuk zijn eigen sterktes heeft en op het juiste moment moet ingezet worden om te bouwen aan de toekomst. En in het schaken geldt ook : de aanval is de beste verdediging! We mogen ons niet krampachtig aan het verleden vastklampen, maar moeten integendeel de wijzigende condities rondom ons gebruiken om nieuwe successen op te bouwen. Dit is een oproep aan iedereen die van dicht of van verre bij K VIV betrokken is. ir. Peter Erauw Secretaris-Generaal K VIV ■
5/2008 Het Ingenieursblad
|1
Wees baas over je eigen leven.
Flexibel contract
Contract op projectbasis
Vast contract
Je wil je talenten als ingenieur of technisch specialist (in elektriciteit, elek tromechanica,...) beter ontplooien in al even diverse sectoren zoals chemie, bouw, voeding, textiel, grafische of automobiele industrie of nog een andere sector ? Wil je routine in je carrière, wel uitgekozen projecten of heb je eerder een zelfstandig profiel ? Manpower Professional biedt je een ongekende flexibiliteit. Dankzij hun feilloze marktkennis selecteren onze business consultants die job waarin je jezelf kan ontplooien en tegelijk ook het evenwicht terugvindt tussen je werk en je privéleven.
www.you-only-live-once.be
Professional VU : Manpower Belgium NV, P. Lacroix, Louizalaan 523, B-1050 Brussel ı BE 412 695 309 VG 361/BUOP_B-AA05.040_W.RS.009
Het Ingenieursblad Het Ingenieursblad is het maandblad van de Koninklijke Vlaamse Ingenieursvereniging - K VIV, de enige overkoepelende beroepsvereniging voor burgerlijk en bio-ingenieurs in Vlaanderen. De K VIV vzw werd opgericht in 1928 en telt 10.000 individuele leden.
Zetel en algemeen secretariaat K VIV, Ingenieurshuis, Desguinlei 214, B-2018 Antwerpen tel.: 03 260 08 40 (algemeen), fax: 03 216 06 89 e-mail:
[email protected] website: www.kviv.be Vaste redactie Karolien VAN WIELE, projectcoördinator publicaties Luce CALLENS, secretariaat tel. rechtstreeks: 03 260 08 57, fax: 03 216 06 89 e-mail:
[email protected] website: www.hetingenieursblad.be Verantwoordelijke uitgever Roger MEULEMANS algemeen directeur a.i., hoofdredacteur Redactieraad Voorzitter: prof. dr. ir. Jos Vander Sloten Leden: dr. ir. Jean-Marie Aerts, ir. Roger Meulemans, ir. Philippe Delforge, ir. Johan Goossens, ir. Clement Noë, dr. ir. Peter Schelkens, dr. ir. Jan Schrooten, ir. Werner Vancayseele, prof. dr. ir. Erick Vandamme, dr. ir. Leo Van de Loock, prof. dr. ir. Rik Van de Walle, Karolien Van Wiele, prof. dr. ir. Herman Van Langenhove, ir. Guido Wouters Columnisten ir. Carmen Cordier, prof. dr. ir. Bart De Moor, ir. Joachim Coens, prof. dr. ir. Willy Verstraete Reclameregie DECOM NV Stationsstraat 108, 2800 Mechelen tel.: 015 652 845, fax: 015 652 851 e-mail:
[email protected] -
[email protected] [email protected] website: www.decom.be Abonnementen Leden van K VIV en het Technologisch Instituut-K VIV ontvangen Het Ingenieursblad uit hoofde van hun lidmaatschap. Voor niet-leden kost een jaarabonnement € 56 (binnenland) en € 80 (buitenland) voor 2008. Studentenabonnement € 14 (academiejaar september t/m juni) (studentenlidkaart voorleggen). Abonnementen schriftelijk aan te vragen bij de K VIV, Dienst Publicaties (zie adres hierboven). controle
verdeling aangesloten leden
INHOUD J
A A R G A N G
7 7 ,
N R
.
5 ,
M E I
2 0 0 8
39
51
Medische technologie 18
Lichaamseigen eiwitten ir. J. Vandecasteele
Geluidsdiagnose van mechanische kunsthartkleppen
28
ir. K. Defever en ir. N. Famaey
39
Samenwonen met je arts ir. E. Parton en ir. B. Gyselinckx
Rekruteringsdossier “Ervaren ingenieurs” 42
Carrièreplanning voor de ingenieur ir. L. Bongaerts
47
Vrouw & ingenieur: Op weg naar de top? K. Verheecke
51
Consultancy opdrachten voor de senior-ingenieur ir. L. Kennis
54
Actieve veiligheid door Audi dynamic steering ir. M. Lannoij, ir. J. Schuller, ir. M. Sagefka, ir. W. Dick, ir. R. Schwartz, ir. M. Meys
K VIV-Direct 70 71 80 81
• Jaarlijkse Algemene Vergadering van K VIV • Actief • Agenda Geledingen K VIV • Agenda TI
2006
Oplage en verspreiding Het Ingenieursblad verschijnt 9 maal per jaar, maandelijks behalve in juli, augustus en december. Het wordt gratis verstuurd aan de 10.000 K VIVLeden, alsook aan honderden bedrijven, instellingen, overheden en andere externe abonnees. Gemiddelde oplage: 10.050 ex. (CIM gecontroleerd) Prepress en druk DECOM NV Stationsstraat 108, 2800 Mechelen
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt d.m.v. druk, fotokopie, internet of welke ander vorm dan ok zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Verantwoordelijkheid voor de inhoud van de artikels en de column berust bij de auteurs.
Column 84 67
Carmen Cordier: Derde industriële revolutie Jan Lagast: Wint u graag van of met collega’s?
Rubrieken 4 10 12 68 83 79
Actueel Scoop Mozaïek Ir.-aanbod Agenda extern Adverteerders
Surf ook eens naar www.hetingenieursblad.be Met dank aan onze hoofdsponsors
5/2008 Het Ingenieursblad
|3
ACTUEEL Agfa-Gevaert en VITO bundelen krachten voor productie van waterstof Combineer Agfa-Gevaert’s ervaring met het coaten van films met VITO’s kennis van membraantechnologie en je krijgt als resultaat een membraan met tot nu toe onvoorstelbare mogelijkheden. Een eerste toepassing is elektrolyse, een proces dat wordt gebruikt voor de productie van waterstof. Maar dit is slechts het begin van een rist toekomstige toepassingen. Of beter gezegd: toepassingen van de toekomst!
Nieuw procedé voor waterstofproductie Waterstof wordt al jaren beschouwd als een potentiële energiedrager en als een opslag-medium voor energie. Deze zogenaamde waterstofeconomie komt een stuk dichterbij onder invloed van de stijgende prijzen voor aardgas, en de nood om duurzame energie op te slaan op de plaatsen waar deze wordt opgewekt en niet (meteen) wordt verbruikt. Vandaag wordt waterstofgas reeds op grote schaal industrieel toegepast in de elektriciteitsproductie, in de voedingsindustrie
en in de metaalnijverheid. Klassiek wordt waterstofgas geproduceerd uit aardolieproducten. Elektrolyse van water – met waterstof- en zuurstof-gas als eindproducten – is een alternatieve, schone en duurzame technologie, die waterstof van een hogere zuiverheid oplevert. De relatief hoge energiebehoefte (en dus de hoge kost) van dit elektrolyseproces belemmerde tot nu toe de doorbraak van deze technologie voor de grootschalige productie van waterstof.
Zirfon® Perl, separator met toekomst
© Agfa-Gevaert
VITO en Agfa-Gevaert hebben het afgelopen jaar samen een nieuw elektrolysemembraan (separator) ontwikkeld en productierijp gemaakt. Deze separator is uiterst geschikt voor het elektrolyseproces bij de productie van waterstofgas. Het membraan, dat de naam Zirfon® Perl kreeg, is sterker en energie-efficiënter dan de momenteel op de markt beschikbare alternatieven. Een bijkomend maar niet onbelangrijk voordeel is dat het membraan asbestvrij is. Het gebruik van de Zirfon® Perl separatormembranen leidt tot een verbetering van het elektrolytische productieproces van waterstofgas. Dit proces wordt nog aantrekkelijker door de stijgende petroleum- en energieprijzen. Helemaal interessant wordt het wanneer de benodigde stroom voor het elektrolyseproces uit hernieuwbare bronnen wordt betrokken. Qua duurzaamheid kunnen petroleumderivaten hier niet tegenop.
4 | Het Ingenieursblad
5/2008
Strategische samenwerking Agfa-Gevaert en VITO De Zirfon® Perl separatormembranen zijn het eerste resultaat van een brede strategische samenwerking tussen Agfa-Gevaert en VITO. De samenwerking speelt ten volle de complementariteit uit van enerzijds de jarenlange ervaring die AgfaGevaert heeft op het vlak van industriële coatingprocessen en productontwikkeling, en anderzijds van de uitgebreide kennis van VITO op het vlak van polymeermembranen en hun verschillende toepassingen. De partners zullen in de toekomst verder samenwerken om deze ontwikkelingen ook te richten naar andere groeimarkten. Naast de toepassingen voor waterstofproductie, zullen ook membranen voor waterzuivering (bioreactoren), bio-ethanolproductie, en andere toepassingen worden ontwikkeld. VITO (Vlaamse instelling voor technologisch onderzoek) is een Europees, onafhankelijk onderzoeks- en adviescentrum, dat duurzame technologieën ontwikkelt op het vlak van energie, leefmilieu, materialen en aardobservatie. VITO levert intelligente en kwalitatieve oplossingen, waar grote en kleine bedrijven concurrentieel voordeel uit halen, en objectief onderzoek, studies en adviezen, die industrie en overheden in staat stellen hun toekomstbeleid te bepalen. De Agfa-Gevaert Groep is actief in de imaging- en informatietechnologie. Agfa ontwikkelt, produceert en verkoopt analoge en digitale systemen voor de drukindustrie (Agfa Graphics), de zorgsector (Agfa HealthCare) en specifieke industriële toepassingen (Agfa Materials). Meer info: VITO NV: Gert De Vos, Projectverantwoordelijke Business & marktstrategie, + 32 14 33 55 52,
[email protected] Agfa-Gevaert: Jo Vander Aa, New Business Marketing & Application, Agfa Materials, + 32 3 444 37 85,
[email protected]
Simplicity is making technology easy to use Als wereldwijd marktleider op het gebied van verlichting stimuleert Philips de overschakeling naar energiezuinige oplossingen. In totaal 19 procent van alle elektriciteit wereldwijd wordt verbruikt door verlichting. De toepassing van energiezuinige verlichting kan daardoor het energieverbruik, en daarmee de schadelijke CO2-uitstoot, over de hele wereld aanzienlijk verlagen. Philips Lighting in Turnhout is de nummer 1 in verlichtingstechnologie en productie van hogedrukgasontladingslampen. Verlichting van wegen, gebouwen, winkels en sportvelden wordt alvast jouw speelterrein. Denk maar aan Living Colors-sfeerverlichting en xenon autokoplampen. Of misschien ben je meer gebeten door digitale projectietoepassingen zoals beamers, video en projectietelevisie? Philips Turnhout zoekt (m/v):
Elektrisch Hoofdconstructeur
(ref. 49665)
In onze fabrieken te Turnhout lopen continu meerdere automatiseringsprojecten onder leiding van onze projectteams. Als elektrisch hoofdconstructeur maak je deel uit van zulke projectteams en ben je eindverantwoordelijke voor het tot stand brengen van het besturingsgedeelte van een of meerdere machines. Dit betekent dat je in eerste instantie het concept voor een machine bedenkt. De implementatie doe je eventueel (deels) zelf of laat je uitvoeren door resources en/of partners binnen of buiten Philips. Projecten zijn multidisciplinair van aard. Je werkt dus in teams bestaande uit zowel mechanische als procesontwikkelaars. Daarnaast heb je ook vaak contacten met collega's van onderhoud, productie en leveranciers. Sommige projecten spelen zich af binnen een internationale context en vereisen mogelijk het maken van enkele korte reizen per jaar.
Projectleider/Black belt
(ref. 51421)
Gedurende een tweetal jaar waarin je binnen Philips Lighting Turnhout opgeleid wordt tot Black belt krijg je de mogelijkheid om ondergedompeld te worden in onze organisatie. Tijdens deze periode zal je verschillende baanbrekende projecten kunnen leiden van A tot Z en mee je stempel kunnen drukken op het beleid. Projectleiders die zich toeleggen op continue verbeterprojecten, de Green belts, neem je mee onder de arm en coach je bij hun opdrachten. Persoonlijke coaching en een goed opgezet management developmentprogramma zullen je mee door deze opleiding begeleiden. Als Black belt leer je heel wat bij rond Process & Improvement management, Problem Solving en Leadership. Dat stelt je in staat om nadien te kunnen doorgroeien naar andere key-posities binnen het bedrijf. Interesse? Stuur je cv naar
[email protected] of Philips Innovative Applications, Steenweg op Gierle 417, 2300 Turnhout. De beschrijvingen van onze vacatures vind je op www.philips.be/jobs
“Innovation for Sustainable Pro Officiële opening Concertgebouw Brugge – 23 april
O
nze structurele partner van het K VIV – Jaarthema 2008 “Klimaat schept kansen”, VITO, organiseerde van 22 tot 25 april het internationale congres “Innovation for Sustainable Production” in Brugge. De belangstellenden van het K VIV – Jaarthema 2008 werden daarom uitgenodigd om de officiële opening bij te wonen op 23 april in het Concertgebouw in Brugge. VITO organiseerde deze internationale conferentie om de innovatie in duurzame procesmethoden onder de aandacht te brengen. Naast de deelnemers van K VIV waren er ook delegaties van enkele belangrijke Vlaamse bedrijven als Umicore en Janssen Pharmaceutica en federaties als essenscia. De eerste i-SUP editie kon rekenen op 510 deelnemers van over de hele wereld. Tekst: ir. Hans Romaen, directeur TI en Toon de Bruyn, projectassistent Foto’s: Stefan Dewickere
Meer dan 600 deelnemers maken hun opwachting in de ontvangsthal voor de openingsavond.
5/2008
stuursleden die
be kele K VIV- en TIden zich ook en smaken. vin be en gd di no ner laten Onder de 120 ge voorafgaand di
Een zicht op de goed gevulde concertzaal in het prachtige Brugse Concertgebouw.
12 | Het Ingenieursblad
Het internationale karakter van het co deelnemers ui
het
Van links naar rechts ziet u de deelnemers aan het panelgesprek: Marc Van Sande, Chief Technology Officer van Umicore, Jan Liessens, Vice President Global Environment, Health and Safety van Janssen Pharmaceutica en Kurt Vandenberghe, Deputy Head of Private Office van Europees Commissaris Janez Potoçnik.
SCOOP
Sterke penetratie en hoge signaal/ruisverhouding nodig Drie antennes volstonden om mobiele tv via DVB-H aan te bieden in de Gentse binnenstad en omliggende wijken. De technische test leverde veel waardevolle informatie op over de technische haalbaarheid van DVB-H in Vlaanderen. De eis voor voldoende signaalsterkte binnenhuis is meestal haalbaar maar ook duur. Bovendien is in sommige omstandigheden een hoge signaal/ruisverhouding noodzakelijk, wat de kostprijs van de infrastructuur nog eens opdrijft. Een extrapolatie leert dat er in elk geval meer dan vijfhonderd antennes nodig zijn om heel Vlaanderen binnenhuis te bedienen.
T
wee jaar geleden bestond DVB-H alleen nog maar als een specificatie op papier. De haalbaarheid van het systeem, zowel technisch als economisch, moest nog aan de praktijk getoetst worden. Daarom heeft het MADUF-team in Gent een proefopstelling gebouwd, bestaande uit drie antennes op gebouwen in de Keizer Karelstraat, op de Ledegancksite en in de Groendreef. De antennes staan op ongeveer 60 meter hoogte en hebben een effectief zendvermogen (ERP) van 6 kW, 7,5 kW en 2,8 kW. Het gaat om een Single Frequency Network (SFN) op 602 MHz met een bandbreedte van 8 MHz.
Performantie meten met praktijktests Het onderzoeksteam deed een hele reeks metingen met behulp van een wagen met
van mobiele tv lichtjes verbeterd dankzij de praktijktest, dat is misschien toch veelbelovend.
Iets anders dan tv op een klein schermpje
op het netwerk) en 16-QAM (10 Mbit/s en geschikt voor ruwweg 30 tv-zenders).
externe antenne en spectrum analyser om het signaal van 602 MHz te filteren. De onderzoekers hebben voor elke zender het resulterende elektrische veld gemeten, tot in de uithoeken van Gent. Op die manier bakenden ze de verwachte zone af voor goede ontvangst binnenhuis. Bovendien bepaalden ze het signaalverlies van buiten naar binnen voor honderd referentiegebouwen. Zoals verwacht gaven rijwoningen een groter verlies dan alleenstaande villa’s omdat ze minder bestraalde zijden hebben. De technische performantie werd uiteindelijk gemeten met tests in praktijksituaties: stilstaand in een gebouw, wandelend, in de trein en op de bus en in de wagen aan 20, 70 en 120 km/u. Het team voerde die tests uit voor 14 verschillende settings met uiteenlopende modulatieschema’s zoals QPSK (een schema dat maximaal ongeveer 10 tv-zenders toelaat
tiewerk.” Er ligt een heel spectrum aan beschikbare frequenties open, zeker na het stopzetten van de analoge uitzendingen via zendmasten. De Vleeschouwer: “Hier ligt een enorm terrein voor nieuwe toepassingen. Denk bijvoorbeeld aan een cultuuraanbod
Erg gevoelig voor de signaal/ruisverhouding Per setting en scenario noteerden de onderzoekers de ontvangstkwaliteit langs het uitgestippelde traject. Een van de belangrijkste conclusies was dat het systeem bij moeilijke ontvangstomstandigheden erg gevoelig is voor de signaal/ruisverhouding. Bij ontvangst in een snelle wagen of in de trein was de vereiste C/(N+I) groter dan 15 dB, een stuk hoger dan de gebruikelijke waarden in de bestaande digitale of analoge transmissies. Op basis van die metingen berekenden de onderzoekers de nodige infrastructuur voor een volledige DVB-H-dekking in Vlaanderen voor goede ontvangst binnenhuis. In de praktijk komen twee alternatieven in aanmerking. De eerste mogelijkheid maakt gebruik van de bestaande infrastructuur van de VRT, dat zijn een reeks grote en middelgrote masten. In dat scenario zouden er 653 antennes moeten geïnstalleerd worden. De tweede mogelijkheid is optimistischer en voorziet het gebruik van nieuwe platforms op hoge gebouwen. In dat geval zouden er toch nog 563 antennes nodig zijn om DVB-H goed te doen werken.
dat moeilijker te verzoenen is met een louter commerciële aanpak. Er moet dus ruimte zijn voor maatschappelijke experimenten.” ir. Didier Wijnants, Forte ■
De aarzeling is vermoedelijk ook te wijten aan het te schrale aanbod. Potentiele kijkers verwachten iets anders dan traditionele tv op een klein schermpje. Ze verwachten vooral aangepaste presentaties voor de mobiele kijker. Speciaal verknipte soapseries (zogenaamde ‘mobisodes’) of een aangepast en geïndividualiseerd nieuwsaanbod kunnen een antwoord zijn. “De marktspelers zullen nog heel creatief moeten zijn om hun mobiele tv-diensten aantrekkelijk te maken,” zegt IBBT Program Manager André De Vleeschouwer. Het MADUF-project onderzocht de leefbaarheid van commerciële mobiele tv via DVB-H, maar De Vleeschouwer wijst ook op de bredere context. “Digitale technologieën zoals DVB-H kunnen ook maatschappelijke noden dienen,” zegt hij, “denk maar aan verkeersinformatie of brandweer- en poli-
De VRT installeerde in Gent drie antennes als testnetwerk voor DVB-H.
5/2008 Het Ingenieursblad
| 11
S COOP DVB-H voor mobiele tv komt aarzelend van de grond Mobiele televisie via Digital Video Broadcasting Handheld (DVB-H) is technisch haalbaar maar of het in Vlaanderen straks ook commerciële realiteit wordt is nog onzeker. Aanbieders zullen hun programma’s nog creatief moeten aanpassen om hun diensten aantrekkelijk en relevant te maken. Dat is een van de conclusies van het onderzoeksproject MADUF dat in maart 2008 werd afgerond. Het geïntegreerde project duurde ruim twee jaar en onderzocht technische, juridische en economische aspecten. Het onderzoeksteam bouwde in Gent een testinstallatie en peilde tegelijk naar de interesse voor mobiele televisie bij het grote publiek.
M
ADUF staat voor ‘Maximizing DVB Usage in Flanders’ en is een onderzoeksproject van IBBT in samenwerking met VRT, Telenet, Belgacom/Proximus, Siemens Nokia Networks, Option en Scientific Atlanta. Doelstelling: de mogelijkheden onderzoeken van Digital Video Broadcasting Handheld (DVB-H) voor het aanbieden van mobiele tv op draagbare zaktoestelletjes. DVB-H is een variant van DVB-T (de standaard voor ‘gewone’ digitale televisie) en is in verschillende Europese landen aan een prille opmars bezig, vooral in Italië en Finland.
Een praktijktest van een scenario: de kaart geeft de technische performantie weer van het Gentse DVB-H-netwerk voor een wagen die 20 km/u rijdt.
Fikse investering in hoogkwalitatieve zendapparatuur Om de technische haalbaarheid te testen installeerde de VRT in de Gentse binnenstad drie antennes voor DVB-H. Onder leiding van doctor ir. Wout Joseph (Universiteit Gent) deed het onderzoeksteam metingen en tests om het zendvermogen en de kwaliteit van het signaal te bepalen voor een goede ontvangst binnenhuis. Daaruit bleek onder meer dat de toepassing een zeer goede signaal/ruisverhouding vereist. Bovendien moeten er meer dan vijfhonderd antennes gebouwd worden om een volledige dekking in Vlaanderen te bereiken. Dat betekent alvast een fikse investering in hoogkwalitatieve zendapparatuur. Wout Joseph spreekt van zo’n 80 miljoen euro investeringskapitaal, nog een erg voorlopige schatting.
10 | Het Ingenieursblad
5/2008
IBBT: Innovatie in ICT stimuleren IBBT is een onafhankelijke onderzoeksinstelling die in opdracht van de Vlaamse overheid innovatie binnen ICT stimuleert. Het IBBT-team biedt bedrijven en organisaties actieve ondersteuning bij onderzoek en ontwikkeling en brengt daarvoor uiteenlopende bedrijven, overheden en non-profit-organisaties samen rond onderzoeksprojecten. Bij elk van die projecten komen zowel technische als niet-technische aspecten aan bod. IBBT brengt meer dan 600 onderzoekers uit verschillende Vlaamse universiteiten en kenniscentra samen. Het geeft de voorkeur aan onderzoek dat inspeelt op actuele maatschappelijke en economische thema’s in domeinen zoals eHealth, eGovernment, Nieuwe Media, Mobiliteit en Logistiek. www.ibbt.be
Proefpersonen vinden de meerwaarde klein Een hoge investeringskost moet terugverdiend worden. Het onderzoek leert dat de consument maximaal 10 euro per maand wil betalen voor mobiele televisie met een aantrekkelijk aanbod. En hij wil er geen apart toestel voor kopen, het moet kunnen op de gsm, de iPod of de PDA. Doctor Lieven De Marez (Universiteit Gent) schat het marktpotentieel op ongeveer 20 % van de consumentenpopulatie op korte termijn. Dat cijfer is gebaseerd op inschattingen van experts en op enquêtes bij een groot publiek en bij de dertig proefpersonen die het Gentse netwerk getest hebben. De proefpersonen gebruiken de mobiele tv vooral als verstrooiing op dode momenten van de dag, bijvoorbeeld bij het wachten op bus of trein. Maar ze vinden de meerwaarde eerder klein en ze zitten er niet op te wachten. Anderzijds is hun houding ten opzichte
Explore the future from pole position
Flanders’ DRIVE, het innovatieplatform voor de Vlaamse voertuigindustrie, gevestigd in Lommel, wil de volgende jaren verder uitgroeien tot een internationaal erkend onderzoeks- en competentiecentrum voor de sector. Hiervoor zullen de overheid en het bedrijfsleven een gezamenlijke inspanning leveren. Flanders’ DRIVE zal competentie opbouwen in vier focusdomeinen: “manufacturing”, “light weight materials”, “active safety” en “clean power trains”. Innovatie door samenwerking staat hierbij centraal. Om deze groei en dynamiek verder te versterken, is Flanders’ DRIVE op zoek, naar m/v:
ONDERZOEKSINGENIEURS Active Safety / Systeemintegratie Je voert, in nauwe samenwerking met je collega-onderzoekers, klantgericht onderzoek uit voor de brede applicatie van Vehicle Dynamics in het domein van Active Safety -productontwikkelingen voor voertuigen. Je expertiseopbouw en -toepassing heeft betrekking op alle facetten van specificatie, integratie en implementatie van mechatronische systemen voor en in voertuigen. Je vertaalt de opgebouwde competentie in relevante input voor het kennisbeheersysteem. Je bent doctor of burgerlijk ingenieur in de werktuigkunde of mechatronica (optie voertuigtechnieken) met bij voorkeur enige onderzoekservaring in/voor de industrie. Je beschikt over een stevige theoretische kennis van voertuigdynamica, ervaring met een dSpace-omgeving en Matlab/Simulink is een troef. Je hebt een analytisch vermogen en kan zelfstandig en nauwkeurig werken, maar bent ook een dynamische teamplayer.
Active Safety / Automotive architecture Je voert klantgericht onderzoek uit voor de brede applicatie van Vehicle Dynamics in het domein van Active Safety-productontwikkelingen voor voertuigen. Je bent verantwoordelijk voor het opstellen van het systeem- en architectuurdesign van de voertuigapplicaties. Je vertaalt de opgebouwde competentie in relevante input voor het kennisbeheersysteem. Je werkt nauw samen met je collega-onderzoekers en/of de onderzoekers in de industrie. Je bent doctor of burgerlijk ingenieur in de werktuigkunde of mechatronica (optie voertuigtechnieken) en hebt minimaal 2 jaar relevante onderzoekservaring in het gevraagde expertisedomein. Je beschikt over een stevige kennis van voertuigdynamica; ervaring met een dSpace-omgeving en Matlab/ Simulink is een troef. Je hebt een analytisch vermogen en kan zelfstandig en nauwkeurig werken. Je bent een dynamische teamplayer.
Light Weight Materials / Verbindings – en assemblagetechnieken Je voert toepassingsgericht onderzoek uit naar verbindings- en assemblagetechnieken in het domein van Light Weight Materials voor voertuigen. Je draagt je steentje bij tot de wetenschappelijke output en publicatie van de onderzoeksresultaten. Je vertaalt de opgebouwde competentie in relevante input voor het kennisbeheersysteem. Je werkt nauw samen met je collega-onderzoekers binnen Flanders’ DRIVE én/of de onderzoekers in de industrie die bij de verschillende projecten betrokken zijn. Je bent burgerlijk of industrieel ingenieur en hebt minimaal 5 jaar relevante onderzoekservaring in het gevraagde expertisedomein. Ervaring met innovatieprojecten in/voor de industrie is een must, specifieke ervaring in de voertuigindustrie is een troef. Je bent een doorzetter, weet van aanpakken en je bent flexibel. Je bent een dynamische teamplayer.
Voor meer info, surf naar www.flandersdrive.be Flanders’ DRIVE biedt: • Je krijgt de gelegenheid om mee gestalte te geven aan een jong, dynamisch bedrijf, waar individuele inbreng sterk gewaardeerd wordt. • Je komt terecht in een boeiende sector en krijgt de kans om toonaangevend onderzoek voor de sector uit te voeren en dit in een high-techomgeving. • Je ontvangt een competitief salarispakket, aangevuld met extralegale voordelen.
GEDREVEN om de voertuigindustrie een extra injectie te geven? Stuur snel je sollicitatie en cv naar Renilde Craps, Directeur Flanders’ DRIVE, Oude Diestersebaan 133, 3920 Lommel. Mailen kan naar
[email protected]
ACTUEEL
Elektronische identiteitskaart mag geen flop worden! In een recent rapport van onderzoeksbureau Forrester staat te lezen dat de elektronische identiteitskaart (eID) in België geen succes zal worden. Dit verontrustende resultaat bevestigt het standpunt van Agoria: de overheid moet het gebruik van de elektronische identiteitskaart dringend gaan promoten. Zo moet een heuse eID-roadshow worden opgezet.
V
oor onderzoeksbureau Forrester Research is het duidelijk: de elektronische identiteitskaart slaat niet aan. Volgens vakblad IT Professional heeft de privésector er geen belangstelling voor. FedICT, de federale overheidsdienst die de eID op de rails moet zetten, antwoordt daarop dat er momenteel nochtans zo’n 300 toepassingen met de eID bestaan: belastingaangiften invullen, zich identificeren via het internet... Het is mooi dat er toepassingen zijn. Maar het zou nog beter zijn als ze ook gebruikt werden, vindt Agoria, de federatie van de technologische industrie. Agoria en Forrester Research zitten op een lijn.
Weinig overtuigde gebruikers Agoria heeft bij zijn leden onlangs een enquête gehouden over het gebruik van de eID. De resultaten spreken voor zich.
Van de 200 respondenten gebruikt slechts 13% de elektronische identiteitskaart voor professionele doeleinden. En slechts 10% biedt commerciële partners eID-gebaseerde diensten aan! Meer dan de helft van de respondenten (58%) mag de eID dan wel kennen, het schoentje knelt bij de werking: hoe moeten de kaartlezer en de software worden geïnstalleerd, en hoe moet de kaart worden gebruikt? Deze vragen leggen meteen de vinger op de wond: het zijn twee van de drie grootste hinderpalen voor het gebruik van de eID.
Met de eID naar de mensen Als het de overheid menens is om het gebruik van de elektronische identiteitskaart voor economische toepassingen te promoten, moet ze een grootscheepse informatiecampagne bij alle potentiële gebruikers voeren.
Er is een roadshow nodig om de bevolking te sensibiliseren voor de eID. Bij de gemeentediensten, in bibliotheken, bioscoopcomplexen, winkelcentra... moeten demonstraties worden gehouden. Ook jongeren op school moeten worden gesensibiliseerd want met de eID kunnen ze bijv. chatten op beveiligde sites. En daarnaast moeten traditionele mediacampagnes worden gevoerd.
Andere technologieën komen op De eID moet zoveel mogelijk worden gebruikt. En dat is nog lang niet het geval, stelt Agoria vast. De overheid moet dringend aan de slag want er is niet alleen de eID. Er zijn nl. andere identificatie-instrumenten op de markt waarmee de gebruikers beter overweg kunnen en die ze ook al gebruiken (bankkaarten, Visa-kaart, Certipost, Isabel, wachtwoorden...). De kans bestaat dan ook dat deze concurrenten het voor altijd halen van de eID in de wereld van elektronische authentificatie. Bijkomende inlichtingen: Jean-François Bodarwé, Adviseur Departement Communicatie, 02 706 80 05,
[email protected], www.agoria.be
Nieuwe inzichten in de fixatie van heupprothesen Nieuwe inzichten in de fixatie van heupprothesen kunnen in de toekomst leiden tot de ontwikkeling van gecementeerde heupprothesen die minder snel loskomen. Dr. Thierry Scheerlinck van de dienst Orthopedie van het UZ Brussel heeft er zijn doctoraat aan gewijd. Dankzij een multidisciplinaire aanpak en een nauwe samenwerking tussen orthopedische chirurgen, radiologen en ingenieurs zijn er nieuwe inzichten in de fixatie van heupprothesen. Heupprothesen worden vaak gebruikt om een beschadigd heupgewricht te vervangen. Hierbij wordt de prothese frequent aan het bot gefixeerd door middel van botcement, een methylmethacrylaat polymeer.
I
n samenwerking met de dienst radiologie van het UZ Brussel en de dienst toegepaste wetenschappen (ETRO) van de Vrije Universiteit Brussel, werd een meetinstrument ontwikkeld om de relatie tussen bot, cement en de heupsteel (deel van de prothese die in de mergholte van het dijbeen wordt geplaatst) te onderzoeken. Hierbij kon, met behulp van een CT scanner, de 3D structuur van de bot-cement-steel composiet in vitro opgemeten worden met een millimetrische nauwkeurigheid.
8 | Het Ingenieursblad
5/2008
Deze techniek werd gebruikt om de relatie te onderzoeken tussen de kwaliteit van de cementmantel en de afmetingen van de rasp (Instrument waarmee het beenmerg uit het dijbeen wordt gehaald om plaats te maken voor het implantaat en de cement) en die van het definitief implantaat. In samenwerking met de dienst orthopedische research van de Radboud Universiteit van Nijmegen werden deze gegevens gebruikt om de mechanische gevolgen hiervan te onderzoeken. Uit dit onder-
zoek bleek dat grotere heupstelen mechanisch stabieler zijn dan kleinere exemplaren, maar dat de cementmantel meer defecten vertoont. Door deze defecten in de cementmantel, kunnen toxische slijtageproducten het bot gemakkelijker bereiken. Dit kan tot botafbraak leiden en het loskomen van de prothese bevorderen. Welk het beste compromis is tussen de verhoogde mechanische stabiliteit van een massiever implantaat enerzijds, en het beperken van het aantal defecten in de cementmantel anderzijds, is nog niet helemaal duidelijk. Dit onderzoek vormt de doctoraatsthesis van dr. Thierry Scheerlink (dienst orthopedie, UZ Brussel). De doctoraatsthesis heeft als titel: “cement fixation of femoral hip arthroplasty implants”. Meer informatie: Dr. Thierry Scheerlinck, Dienst orthopedie en traumatologie, UZ Brussel, 02 477 65 47,
[email protected]
ACTUEEL
Beroepen in Europa “Beroepen spelen een steeds belangrijkere rol in onderzoek naar de arbeidsmarkt, zowel nationaal als internationaal. Bovendien worden werknemers, ook ingenieurs, hoe langer hoe mobieler. Internationale ervaring wordt almaar belangrijker. Het is daarom nuttig en nodig om over informatie te beschikken over wat een bepaald beroep in andere landen inhoudt.
Daarvoor moet informatie over beroepen tussen landen natuurlijk wel vergelijkbaar zijn. Net omdat vergelijkbare informatie over beroepen nog grotendeels ontbreekt, werd het Euroccupations project opgestart (www.euroccupations.org). In dit project ontwikkelen tien onderzoeksinstellingen een beroependatabase waarin informatie wordt opgenomen over 1,500 beroepen in 8 Europese landen (België, Frankrijk, Duitsland, Italië, Nederland, Polen, Spanje, Groot-Brittannië). Voor een selectie van 160 beroepen bevat de database onder andere ook taakbeschrijvingen, competenties, vereiste scholing, certificaten en ‘on-thejob-training’. In deze selectie zitten ook een aantal ‘ingenieursberoepen’:
• Bouwkundig ingenieur • Automechanieker • Technicus burgerlijk ingenieur • Meteoroloog • Elektrisch ingenieur • Werktuigbouwkundige • Landbouwkundig adviseur • Voedingsmiddelentechnoloog De onderzoekers willen met dit onderzoek zowel de kennis aanspreken van mensen die deze beroepen kennen, maar niet uitoefenen, als van mensen die deze beroepen zelf uitoefenen. Bent u bereid om een korte vragenlijst in te vullen (maximaal een kwartiertje voor een beroep) en oefent u één van bovenstaande beroepen uit, dan zou-
Poolse universiteit eert Prof. dr. ir. Erick Vandamme
Op 11 juni wordt aan Prof. dr. ir. Erick Vandamme de titel toegekend van “Doctor honoris causa“ aan de Technical University of Lodz, Polen, in het domein van de Biochemische en Microbiële Technologie. Erick Vandamme is bio-ingenieur in de chemie en bioprocestechnologie (UGent 1967), doctor in de toegepaste biologische wetenschappen (UGent 1972), en geaggregeerde voor het Hoger Onderwijs (UGent 1976). Hij ontving verschillende wetenschappelijke onderscheidingen, o.a. Elected Fellow of the American Academy of Microbiology (1999)
en Fellow of the Society for Industrial Microbiology (2005, VSA), alsook de Waksman Outstanding Educator Award (2007, VSA). Hij zetelt verder in de redactieraden van 8 internationale wetenschappelijke tijdschriften en diverse nationale, waaronder ook Het Ingenieursblad. Hij is tevens bestuurslid van diverse werkgroepen van de Koninklijke Vlaamse Ingenieursvereniging (K VIV) en was voorzitter van het KVIV-TI-Genootschap Biotechnologie van 1987 tot 1996. Prof.dr.ir. Erick Vandamme is gewoon hoogleraar aan de Universiteit Gent (UGent) en verbonden aan de vakgroep Biochemische en Microbiële Technologie, Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen, waar hij de leiding heeft over het Laboratorium voor Industriële Microbiologie en Biokatalyse, waar onderzoek wordt verricht op het gebied van de industriële biotechnologie, biokatalyse en nieuwe fermentatieprocessen.
den wij u willen vragen om een mailtje te sturen naar Yves De Weerdt (yves.
[email protected]), de Belgische coördinator van dit project aan de KUL. Hij zal u dan een rechtstreekse link naar de enquête doorsturen. Oefent u geen van deze beroepen uit, maar meent u wel de inhoud er-van te kunnen beoordelen? Registreer u dan op de website van het project (www. euroccupations.org). Verdere instructies worden dan vanzelf doorgestuurd. Meer informatie: Yves De Weerdt, Onderzoeksdocent Arbeid & Organisatie, Hoger Instituut voor de Arbeid, Faculteit Economie en Bedrijfskunde,
[email protected]
C o re s D eve l o p m e n t n v i s e e n j o n g ontwikkelingsbedrijf in volle expansie gefocust op het ontwikkelen van residentiële, KMO- en retailprojecten. Om actief mee te werken aan dezegroei zijn wij momenteel op zoeknaar:
ERVAREN PROJECTMANAGER/ONTWIKKELAAR (m/v) Functie-inhoud - Verantwoordelijk voor het aanstellen van stabiliteitsingenieur, veiligheidscoördinator, coördinatie van terreinonderzoeken, opvolgen en bijsturen van architect en ingenieur bij opmaak aanbestedingsdossier en de aanbesteding van het project in algemene aanneming. - Controle van budget/planning/timing/kwaliteit/voorbereiding en uitvoering van het bouwproject, dit zowel voor architecten, ingenieurs als aannemers - Dossierbeheer bouwproject - Nazorg en klantentevredenheid Profiel - U bent burgerlijk of industrieel ingenieur bouwkunde - Minimaal 5 jaar werkervaring binnen de projectontwikkeling en/of het bouwmanagement. - Vaardigheden: communicatief, commercieel, flexibel, sterke onderhandelingscapaciteiten en een zeer uitgebreide technische kennis - Zin voor humor Aanbod - Aantrekkelijk salaris, aangevuld met extralegale voordelen - Firmawagen - Boeiende werksfeer Contact - Cores Development t.a.v. Peter Leyssens - Beukenlaan 10b - 2020Antwerpen -
[email protected] of 03/820 82 82 Company backed by funds under management by Rockspring Property Investment Managers Ltd
5/2008 Het Ingenieursblad
|7
ACTUEEL
Dag van de Biotechnologie op 21 juni Vlaamse biotechnologie in de kijker – Vlaamse biotechsector opent zijn deuren
D
e impact van biotechnologie op ons leven neemt elke dag toe. Zo zijn heel wat van onze geneesmiddelen biotechproducten, maakt biotechnologie een heel precieze diagnose van ziektes mogelijk en kunnen we gewassen maken die beter bestand zijn tegen droogte,... Maar de Vlaamse biotechsector werkt ook aan antwoorden op de uitdagingen van de toekomst. Er wacht ons een hele waaier aan nieuwe toepassingen. Deze nieuwe en bestaande toepassingen willen we tonen aan een groot publiek op zaterdag 21 juni tijdens de Dag van de Biotechnologie. Alle belangrijke Gentse biotechspelers openen hun deuren en de Belgische beursgenoteerde biotechspelers stellen zich voor aan geïnteresseerde beleggers. Het evenement zal geopend worden in aanwezigheid van Vlaams minister van Economie, Ondernemen, Wetenschap, Innovatie en Buitenlandse Handel, Patricia Ceysens.
Biotechnologie: buitengewoon alledaags
schermen van de biotechwereld. Waar het congres zich vooral richt op de particuliere belegger, zal de opendeurdag een groot publiek op een interactieve manier laten kennis maken met de wereld van de biotechnologie. Wetenschappers uit de belangrijkste academische en industriële biotechspelers van het Gentse Technologiepark ontvangen de bezoekers met open armen. Via experimenten, rondleidingen, demonstraties en andere activiteiten brengen ze biotechnologie, haar toepassingen en haar belang voor onze gezondheidszorg, economie en ecologie bevattelijk over. Biotechnologie is een zeer actueel thema. De innovatieve bedrijven en het academisch onderzoek in België leveren vandaag al veel essentiële biotechproducten. Ze werken ook aan oplossingen voor de uitdagingen van morgen, zoals de betaalbaarheid van de gezondheidszorg, de groeiende vraag naar voedingsproducten, de slinkende energievoorraad en het broeikaseffect.
wetenschappers jong en oud in deze biotechverhalen in. Bezoekers krijgen rondleidingen in labo’s en serres, kunnen proefjes doen en komen in direct contact met de wetenschappers achter de verhalen. Speciaal voor de kinderen (6-14 jaar) is er een labo ingericht waar ze zelf even wetenschapper kunnen zijn. En voor de jongsten (3-6 jaar) is er een kleurwedstrijd. De dag van de Biotechnologie is een initiatief van VIB, GIMV en Biotech Fonds Vlaanderen. Wil je meer informatie over dit evenement, neem dan contact op met Sooike Stoops (wetenschapscommunicator VIB), 09 244 66 11 of
[email protected]. Op 5 mei werd de website www.buitengewoonalledaags.be gelanceerd waarop alle informatie over het evenement te vinden is. Je kan er terecht voor inhoudelijke en praktische informatie over deze dag.
Ervaar het zelf op de Dag van de Biotechnologie
De Dag van de Biotechnologie biedt het publiek een unieke blik achter de Op zaterdag 21 juni wijden enthousiaste
Veehouderijsector krijgt ook zijn autocontrolegids De verschillende autocontrolegidsen die worden opgesteld door de landbouw- en voedingssectoren zelf en die door het FAVV worden aangemoedigd en goedgekeurd, gelden als echte handboeken op het gebied van hygiëne, traceerbaarheid en goede productiepraktijken. De “Sectorgids voor de dierlijke primaire productie” wordt thans toegevoegd aan de reeds lange lijst van 19 gidsen die het FAVV tot nu toe heeft goedgekeurd (slagerijen, horeca, grootkeukens, enz.).
D
it werk, dat werd opgesteld door de leden van CODIPLAN, nl. de Boerenbond, het ABS en het FWA samen, bevat een
6 | Het Ingenieursblad
5/2008
schat aan informatie en verschaft zo de landbouwsector inzicht in wat men moet doen om in orde te zijn met de regelgeving op het gebied van voedselveiligheid en traceerbaarheid. Alle aspecten van de veehouderij (dierengezondheid, dierenwelzijn, geneesmiddelen,...) en alle betreffende diersoorten (run-
deren, varkens, konijnen, pluimvee, struisvogels,…) komen in het werk aan bod. De gids rolt weldra van de persen. Het FAVV is blij met de publicatie van dit nieuwe werk dat bijdraagt tot een betere voedselveiligheid. Meer info: www.favv.be
Production – i-SUP2008”
van het congres vertaalt zich in een veelvoud aan nationaliteiten, waaronder nemers uit de USA, Japan, Zuid-Afrika en Puerto Rico.
Gedelegeerd bestuurder van VITO Dirk Fransaer verwelkomt de deelnemers op de openingsavond van i-SUP2008. VITO zal deze internationale conferentie voortaan om de twee jaar organiseren.
Raf Suys, kabinetschef van Vlaams ministerpresident Kris Peeters, vervangt de ministerpresident die onverwachts verhinderd was, en houdt de openingstoespraak.
i-SUP2008: Innovation for Sustainable Production
t
Bruno De Keyzer (uiterst rechts) modereert het debat over Sustainable Production.
:
Omstreeks 21:30u is het tijd voor het culturele gedeelte van de avond: de deelnemers kunnen genieten van een pianorecital gebracht door Liebrecht Vanbeckevoort, de Belgische finalist van de Koningin Elisabethwedstrijd 2007.
i-SUP2008 is een internationale conferentie in Brugge over innovatie in duurzame procesmethoden. VITO organiseerde de conferentie met de medewerking van enkele belangrijke Vlaamse bedrijven (Umicore, Janssen Pharmaceutica) en federaties (essenscia), en met medewerking van de OVAM, Dell, de KVIV en Igopost. Deze eerste editie van i-SUP2008 kan rekenen op 510 deelnemers, uit Europa, maar er zijn ook delegaties uit Puerto Rico, USA, Canada, Japan en Zuid-Afrika. In de openingstoespraak had Raf Suys, kabinetschef van Vlaams minister-president Kris Peeters, gewezen op de rol die hij VIA (Vlaanderen in actie) ziet spelen om Vlaanderen op te stuwen tot één van de - zoniet dé - belangrijkste regio in Europa. In zijn toespraak had Dirk Fransaer, gedelegeerd bestuurder van VITO, net zijn visie op de toekomst van de productieprocessen aangegeven. Na de huidige nadruk op ‘innovatie’ verwacht hij een verschuiving naar ‘integratie’, waarbij er een geïntegreerde visie zal ontstaan op het productieproces teneinde dit beter te laten aansluiten op een duurzame productievisie. Ten slotte zullen we komen tot echt duurzame processen, die volgens zijn visie het best worden gerealiseerd door een ‘REAP’-methodologie (REgistration and Acceptance of Production methods), analoog aan REACH. Waar hij deze visie voor 2025 vooropstelde, blijkt nu dat de Europese Commissie reeds volgende maand hierover wetgevende initiatieven wenst te nemen.
of 5/2008 Het Ingenieursblad
| 13
www.sirris.be •
[email protected]
K VIV - Jaarthema Bouw 2007
Werf je mee? 12-jarigen bezoeken Vlaamse bouwprojecten K VIV-pilootproject in de 5 Vlaamse provincies
O
p vrijdagnamiddag 25 april 2008 bezochten meer dan 200 leerlingen uit het zesde leerjaar, samen met ingenieurs en architecten, een bouwwerf in hun provincie. Ministers van de Vlaamse Regering Patricia Ceysens en Marino Keulen, samen met andere prominenten, vergezelden hen. De bezoeken verliepen simultaan in de vijf Vlaamse provincies. Bussen van De Lijn brachten de leerlingen naar een bouwwerf in dezelfde provincie. Het werd een leuk en voor de leerlingen op maat gemaakt bezoek. Ze kregen uitvoerig de kans om te praten met ingenieurs en anderen die op de werf werken. Met dit pilootproject wil de K VIV de bouwsector en haar loopbaanmogelijkheden bij jongeren promoten. Het is een actie die voortvloeit uit het K VIV-Jaarthema 2007 “Boeiend bouwen voor morgen”. Door kinderen al op jonge leeftijd in contact te brengen met de bouwwereld van vandaag ontstaat er een positief referentiekader. De gekozen werven zijn projecten waarbij de leerlingen zich gemakkelijk iets kunnen voorstellen: windmolens, een brug, een brandweerkazerne, een kantoorgebouw en een museum. Zo Iedere leerling kreeg van het TI en de zien ze de toegeK VIV een rolmeter als aandenken aan voegde waarde van de dag en ze hadden ook een brief mee voor hun ouders. ‘bouwen’ voor het maatschappelijk en economisch leven in de praktijk. Door het bezoek net voor de ‘Open Wervendag’ van de Confederatie Bouw te plannen, rekende de K VIV er ook op dat de leerlingen zondag 27 april met hun gezin aan de Open Wervendag zouden deelnemen. Op de volgende pagina’s vindt u de fotoreportage.
Sinds 2003 brengen de Koninklijke Vlaamse Ingenieursvereniging en het Technologisch Instituut jaarlijks een technologisch onderwerp of sector op de voorgrond. In 2007 was de bouwsector aan de orde. Met de slogan “Boeiend bouwen voor morgen” werden er 14 activiteiten georganiseerd met 100 bedrijven en organisaties als partners, 75 uiteenzettingen en 3500 deelnemers. Op 13 december werden de conclusies van de jaarwerking geformuleerd in het standpunt “Mensen bouwen voor mensen”. Eén van de conclusies legt het accent op de promotie van de bouwsector bij jongeren: door hen meer en beter te tonen wat de bouwsector betekent voor de maatschappij, door hen te tonen welke beroepen er in de bouwsector uitgeoefend worden, zullen jongeren later bij de keuze van een eigen beroep of studie beter geïnformeerd zijn en een positief beeld hebben van de mogelijkheden in die sector. Tekst: ir. Hans Romaen, directeur Technologisch Instituut, Nancy Cantens, projectcoördinator en Toon de Bruyn, projectassistent Foto’s: Stefan Dewickere (Oostende – Antwerpen), Thomas De Boever (Gent), Hans Romaen (Leuven), Inge Bats (Hasselt) ■
In Hasselt was TVL van de partij.
Na afloop van het bezoek boden de aannemers een drankje aan.
Om de veiligheid van de leerlingen te verzekeren, was er op iedere werf voldoende veiligheidsmateriaal aanwezig.
5/2008 Het Ingenieursblad
| 15
K VIV - Jaarthema Bouw 2007
Vlaams-Brabant naar de Museumsite De leerlingen van de 6de klas van de Gemeentelijke Basisschool Leefdaal & de Gemeenteschool Bertem bezochten in het gezelschap van Vlaams minister Patricia Ceysens, K VIV-stuurgroepbegeleider ir. Sven Dumortier en medewerkers van aannemer CEI De Meyer de Museumsite in Leuven.
Antwerpen naar de centrale brandweerkazerne Voor de leerlingen van de 6de klas van de Vrije Gesubsidieerde Basisschool uit Hemiksem was het bezoek voorzien in het gezelschap van Vlaams minister Dirk Van Mechelen die op het laatste moment verhinderd was. K VIV-stuurgroepbegeleider ir. Ludo Moons en medewerkers van aannemer Interbuild stelden het project van de centrale brandweerkazerne in Antwerpen voor. De leerlingen kregen van de brandweer ook te horen hoe deze kazerne gebruikt zal worden.
Oost-Vlaanderen naar de Skaldenbrug De leerlingen van de 6de klas van de Gesubsidieerde Basisschool Sint-Paulus uit Drongen-Luchteren bezochten samen met burgemeester van Gent Daniël Termont, K VIV-stuurgroepbegeleider ir. Etienne Hemerijckx en medewerkers van aannemer Stadsbader Flamand de Skaldenbrug op de ring rond Gent.
Limburg naar het kantoorgebouw Hollandsch Huys De leerlingen van de 6de klas van de Vrije Lagere School Mozaïek uit Hasselt bezochten in het gezelschap van Vlaams minister Marino Keulen, K VIVstuurgroepbegeleider ir. Rob Lenaers en medewerkers van aannemer Houben Bouw en Interieur het kantoorgebouw Hollandsch Huys in Hasselt.
West-Vlaanderen naar de funderingen van de Oostendse windmolens De leerlingen van de 6de klas van het OnzeLieve-Vrouwecollege uit Oostende bezochten met hoofdprojectleider Alex Vandemeulebroecke van aannemer MBG en de K VIV de funderingen van de windmolens op de Thorntonbank in Oostende.
Werf je mee was een organisatie van ir. Hans Romaen, directeur, Nancy Cantens, projectcoördinator m.m.v. Christine Mortelmans, Toon de Bruyn en Geert Romaen voor de coördinatie ter plaatse Technologisch Instituut vzw tel.: 03-260 08 60 - fax: 03-216 06 89 - e-mail:
[email protected] Meer foto’s zijn te vinden op www.ti.kviv.be/openwerven-12jaar
16 | Het Ingenieursblad
5/2008
K VIV - Jaarthema Bouw 2007
Met de medewerking van De Lijn stond in voor het vervoer van de leerlingen.
De tweede editie van de Open Wervendag op zondag 27 april was een voltreffer: in België bezochten meer dan 55.000 belangstellenden de meer dan 130 werven die voor het grote publiek uitzonderlijk waren opengesteld. Met de Open Wervendag wil de Confederatie Bouw het imago van de bouw verbeteren en ook de aandacht vestigen op de enorme tewerkstellingsmogelijkheden die de sector biedt. Meer informatie is te vinden op www.openwervendag.be
Infarcten, en hartinfarcten in het bijzonder, zijn de grootste oorzaak van sterfgevallen in de westerse wereld, en de derde oorzaak in ontwikkelingslanden [1]. De ontwikkeling van nieuwe, effectievere therapieën werd tot voor kort gehinderd door een aantal gaten in onze kennis van de bloedvaten. De resultaten van dit onderzoek suggereren dat een bepaalde familie van eiwitten in ons lichaam – de fibroblast groeifactoren – ons een belangrijke nieuwe weg kunnen doen in slaan in het zoeken naar betere therapieën om deze patiënten te behandelen. Jeroen Vandecasteele Laureaat K VIV-Ingenieursprijzen
Lichaamseigen eiwitten
S
inds een aantal jaren is de discussie over gezonde voeding brandend actueel. Films als ‘Supersize me’, cholesterol verlagende drankjes en margarines (al dan niet inderdaad werkzaam) die in de supermarkt te verkrijgen zijn en de populariteit van light-producten zijn hiervan duidelijke voorbeelden. Het is inderdaad zo dat in het na-oorlogse tijdperk onze levensstandaard sterk is toegenomen, en dat dit een aantal nieuwe gezondheidsproblemen met zich mee heeft gebracht. Hart- en vaatziekten zijn belangrijke gevolgen van onze nieuwe levens- en voedingsgewoonten, en er wordt dan ook intensief wetenschappelijk onderzoek naar verricht. Teveel ‘slechte’ cholesterol in onze voeding zorgt ervoor dat onze aders als het ware dichtslibben. Als een bloedvat zo nauw wordt dat het geen bloed meer kan door-
18 | Het Ingenieursblad
5/2008
laten, wordt het weefsel dat normaal via dat vat van bloed (en dus van zuurstof en voedingstoffen) voorzien wordt, afgesneden van de stoffen die broodnodig zijn voor het overleven van dat weefsel en spreekt men van een infarct. Een mogelijke therapie voor de behandeling van patiënten met een hartinfarct zou kunnen zijn dat men de vorming van nieuwe bloedvaten stimuleert die het oude, verstopte bloedvat kunnen vervangen en zo toch nog het weefsel in kwestie van zuurstof en voedingsstoffen kunnen voorzien. Dit zou, bijvoorbeeld in het geval van hartinfarcten, de schade aan het hart als gevolg van lokaal zuurstofgebrek door de afgesneden bloedtoevoer kunnen beperken. Echter, ondanks het feit dat onze kennis over de vorming van bloedvaten – de wetenschappelijke term hiervoor is angiogenese
n als nieuwe therapie – al zeer groot is, bevindt deze therapie zich nog steeds in de eerste experimentele fases, en is veel bijkomend onderzoek nodig.
Angiogenese of bloedvatvorming Bloedvaten bevinden zich in bijna alle delen van ons lichaam en voeden daar de cellen met voedingsstoffen en zuurstof. Het is daarom geen verrassing dat angiogenese – of de vorming van nieuwe vaten uit reeds bestaande bloedvaten – een belangrijke rol speelt zowel tijdens de embryonale ontwikkeling als in pathologische omstandigheden en onderwerp is van intensief wetenschappelijk onderzoek wereldwijd [2]. Deze
studies hebben ertoe geleid dat het aantal gekende moleculen met angiogene eigenschappen (stoffen die ons lichaam aanmaakt om vorming van bloedvaten te stimuleren) sterk is toegenomen. De volgende stap, waarin nieuw gevormde bloedvaten moeten onderhouden en gestabiliseerd worden, begrijpen wetenschappers echter minder goed en krijgt tegenwoordig meer aandacht. Bijvoorbeeld, pro-angiogene therapie waarin bloedvatgroei gestimuleerd wordt in ‘ischemische’ ziektes (ziektes waarin bepaalde weefsels een te lage zuurstoftoevoer krijgen) zoals hartinfarcten, gaf niet de verwachte resultaten omdat de nieuwgevormde bloedvaten lekten en onstabiel waren. Angiogenese komt normaal enkel voor in het ontwikkelende embryo en kort na de geboorte. In gezonde,
5/2008 Het Ingenieursblad
| 19
Lichaamseigen eiwitten
Besluit Nieuwe therapieën ter behandeling van patiënten met een infarct waarbij vorming van nieuwe bloedvaten gestimuleerd wordt bleken tot nu toe niet succesvol omdat de nieuw gevormde bloedvaten onstabiel waren en desintegreerden. In dit werk werd aangetoond dat FGF/FGFR signaaloverdracht een belangrijke rol speelt in het behoud van integriteit van bloedvaten door ervoor te zorgen dat twee molecules gevormd worden die verantwoordelijk zijn voor het versterken van aanhechting van endotheelcellen aan elkaar (namelijk PTPRB en PTPRμ). Een mogelijk nieuwe en succesvolle therapie bij de behandeling van infarctpatiënten zou er bijgevolg dus uit kunnen bestaan angiogenese te stimuleren en lage dosissen FGFs toe te dienen. Dit zou als gevolg hebben dat de nieuwe bloedvaten intact blijven en functioneel worden, en bloedtoevoer naar de beschadigde weefsels hersteld wordt. In het vervolg van het onderzoek zal men dus nagaan of het toedienen van basale FGF-dosissen inderdaad een stabiliserend effect heeft (wat zeer waarschijnlijk is), alsook welke dosissen optimaal zijn (omdat te hoge dosissen een omgekeerd effect kunnen hebben). Hiertoe lenen vooral hogere gewervelden zoals de muis en de rat zich uitstekend als proefdier. In de laatste klinische testfasen kan men dan het potentieel bij de mens onderzoeken. De bekomen resultaten zijn hoopgevend; het is echter duidelijk dat nog veel bijkomend onderzoek verricht moet worden om het potentieel van zulke pro-angiogene therapieën te verkennen.
TALENT
voor een schone samenleving
Referenties [1] The World Health Report 2004 - Changing History. (2004). World Health Organization, 120-4. ISBN 92-4-156265-X. [2] Carmeliet, P. (2000). Mechanisms of angiogenesis and arteriogenesis. Nature Medicine 6, 389-395. [3] Dejana, E. (2004). Endothelial cell-cell junctions: happy together. Nat Rev Mol Cell Biol 5, 261-70. [4] M. Murakami & M. Simons, Darthmouth, USA, persoonlijke communicatie, onder revisie voor Nature [5] Bono, F, De Smet, F et al., onder revisie voor Nature Dankwoord Heel veel dank ben ik verschuldigd aan mijn beide promotoren: prof. dr. Monica Autiero aan het Centrum voor Transgene Technologie en Gentherapie aan de faculteit Geneeskunde, alsook aan prof. dr. ir. Eddy Decuypere aan de afdeling Dier-Voeding-Kwaliteit aan de faculteit Bio-ingenieurswetenschappen. Ook prof. dr. Peter Carmeliet, hoofd van het Centrum voor Transgene Technologie en Gentherapie, wil ik bedanken om mij de kans te geven in zijn laboratorium mijn eindwerk te mogen afleggen. Het enthousiasme en geduld van ir. Frederik De Smet, mijn dagelijkse begeleider, zijn een onaflatende stimulus geweest om te blijven doorwerken, ook wanneer tegenslagen succes tijdelijk overtroffen. Hartelijk bedankt! De auteur Jeroen VANDECASTEELE (° 1983) studeerde in 2007 af aan de Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen aan de Katholieke Universiteit van Leuven als bio-ingenieur in de Cel- en Genbiotechnologie met als minor-optie Bionanotechnologie. Zijn eindwerk dat hij maakte aan het Centrum voor Transgene Technologie en Gentherapie aan de KULeuven, onder leiding van de gerenomeerde wetenschapper prof. Peter Carmeliet, droeg de titel “FGF/ FGFR signaling maintains vessel integrity by regulating phosphatase expression”. Op dit moment reist hij rond door Zuid-Amerika, maar in 2009 zal hij, ■ als alles goed gaat, een doctoraat starten.
BURGERLIJK INGENIEUR Functie: • definiëren, opstarten en uitvoeren van studies om tot optimale verwerkingsscenario’s, technieken en installaties te komen • uitwerking van verwerkingsscenario’s voor specifieke afvalloten • opstarten van projecten die leiden tot (ver)nieuw(d)e installaties. Profiel: • burgerlijk ingenieur chemische technieken of gelijkaardig (bv. milieutechniek) • min. 5 jaar praktijkervaring in de chemische, farmaceutische, milieu- of aanverwante sector • polyvalente technische kennis • projectbeheer en managementtechnieken • kennis van thermische processen en waterzuivering is meegenomen • resultaatgericht • ondernemend organisatietalent • beschikken over leidinggevende capaciteiten i.f.v. doorgroeimogelijkheden • goede communicator, zowel mondeling als schriftelijk • goede kennis van technisch Engels en Frans • MS Office.
VEILIGHEIDSMANAGER Functie: • uitvoeren, begeleiden en/of verifiëren van veiligheidsanalyses voor nieuwe installaties of wijzigingen aan bestaande installaties • opvolgen van de veiligheidsaspecten bij projecten • opstellen van vergunningsdossiers voor nieuwe installaties met inbegrip van het maken en/of begeleiden van het milieueffectrapport (MER) • meewerken aan de verdere ontwikkeling van het geïntegreerd zorgsysteem veiligheid, kwaliteit en milieu • meewerken aan de implementatie van het veiligheidsbeleid. Profiel: • burgerlijk ingenieur met een aanvullende veiligheidsopleiding niveau 1 • ten minste 3 jaar recente ervaring met de leiding van een operationele entiteit in een industriële omgeving • sterk ontwikkeld vermogen tot leidinggeven • een flexibele teamspeler zijn • enkele jaren ervaring in de nucleaire sector of op een veiligheidsdienst strekt tot aanbeveling • gedreven kunnen inspelen op de behoeften van zowel binnen als buiten de afdeling • zowel mondeling als schriftelijk vlot kunnen communiceren met diverse doelgroepen • naast het Nederlands als bedrijfstaal is een actieve kennis van het Frans en het Engels wenselijk. Meer weten over Belgoprocess? Surf naar www.belgoprocess.be. Bekijk zeker onze bedrijfsfilm.
BELGOPROCESS is als hoogtechnologische onderneming gespecialiseerd in de verwerking van radioactief afval en de ontmanteling van inactieve nucleaire installaties. Een professionele en verantwoorde aanpak naar veiligheid, ecologie en sociale omgeving staan centraal in onze missie. Momenteel zoeken wij volgende m/v:
26 | Het Ingenieursblad
5/2008
BELGOPROCESS biedt je: • een uitdagende werkomgeving • een belangrijke maatschappelijk relevante opdracht • een competitief salaris • ruimte voor creativiteit en initiatief • doorgedreven opleidingen. Wil je samen met ons de uitdaging aangaan? Stuur dan meteen je sollicitatie en uitgebreid cv naar Ment Associates, t.a.v. Sofie Claes, Grote steenweg 651, 2600 Berchem of naar
[email protected].
Lichaamseigen eiwitten van het zebravisembryo aanvankelijk normaal gevormd werden, maar daarna desintegreerden door het verlies van cel-cel contacten tussen de endotheelcellen (figuur 3). Zoals eerder vermeld interageren deze fosfatases met VE-cadherine; blokkering van deze fosfatases zou dus kunnen leiden tot een verhoogde fosforylatie van VE-cadherine, wat een verklaring kan zijn voor het waargenomen fenotype (zie kaderstuk 1). Dit fenotype was vergelijkbaar met het fenotype dat geobserveerd werd in een van de twee hogerop vermelde studies waarin FGF/FGFR signalen geblokkeerd werden met een klein synthetisch molecule. De overeenkomst van deze drie fenotypes was een belangrijke eerste stap naar het vinden van een verklaring voor de rol van FGFs in bloedvatintegriteit.
Fluorescent assisted cell sorting of FACS In fluorescent assisted cell sorting of FACS kan men fluorescente cellen isoleren uit een mengsel van zowel niet-fluorescente als fluorescente cellen. In dit onderzoek werden embryo’s van de transgene Fli-lijn met fluorescente cellen in de bloedvaten, zodanig behandeld dat ze volledig uiteen vielen tot losse cellen. Vervolgens werden de cellen van dit mengsel gesorteerd in het FACS-apparaat, dat fluorescente cellen detecteert met een laser en ze in een elektrisch veld scheidt van de niet-fluorescerente cellen.
Een functioneel verband tussen FGFs, fosfatases en bloedvatintegriteit? geen normale FGF/FGFR signaaltransductie kon plaats vinden. Ook op het RNA van deze vissen werd een qRTPCR detectiereactie uitgevoerd. Beide methodes toonden overtuigend aan dat blokkering van FGF/FGFR signalen leidt tot een vermindering van de hoeveelheid PTPRB en PTPRμ (figuur 5). Deze afname in fosfatasehoeveelheid is een robuuste verklaring voor de toename in fosforylatie van VE-cadherine en het verlies van intactheid van bloedvaten, en dus voor de rol van FGF/FGFR signaaloverdracht in het behoud van bloedvatintegriteit. Immers, uit de resultaten volgt dat een continue FGF/FGFR signaaloverdracht essentieel is bij het onderhouden van stabiliteit en intactheid van onze bloedvaten.
Figuur 4: In vissen waarin een transgen tot expressie gebracht wordt door een heat-shock wordt FGF/FGFR signaaloverdracht geblokkeerd. In de linkse figuur wordt de normale structuur van een FGFR weergegeven. De middelste figuur toont schematisch de receptor waarin het intracellulaire deel vervangen werd door een fluorescent eiwit. De foto rechts toont een embryo na een heat-shock: fluorescentie is sterk merkbaar, wat wil zeggen dat de nieuwe receptor zeer sterk tot expressie komt.
Invloed van heatshock op hoeveelheid PRPRB
0,38 0,25
Invloed van heatshock op hoeveelheid PTPRμ
Kopijen per 1000 kopijen van een referentiegen
Invloed van chemische FGFR inhibitie op fosfatasehoeveelheid
Kopijen per 1000 kopijen van een referentiegen
Omdat het nu duidelijk was dat de fosfatases met een expressiepatroon specifiek in de bloedvaten ook een invloed hadden op de intactheid van bloedvaten, net zoals FGFRs, was de volgende logische stap na te gaan of FGF/FGFR signalen een invloed hadden op de hoeveelheid fosfatases in de cel. Immers, zoals geponeerd in het begin van dit artikel, was het reeds duidelijk dat blokkering van FGF/FGFR signalen leidde tot een toegenomen fosforylatie van het adhesiemolecule VE-cadherine (zie ook kaderstuk 1) en kan dit het gevolg zijn van een afname in fosfatase-hoeveelheden in de cel. Om dit mogelijke verband na te gaan, moest FGF/FGFR signaaltransductie conditioneel geblokkeerd worden. De handigste manier daartoe is ervoor zorgen dat de FGF receptoren geen signaal meer kunnen doorgeven naar de binnenkant van de cel. Daartoe werd op twee manieren deze signaaloverdracht geblokkeerd: in de eerste methode werd in het extracellulaire milieu deze overdracht voorkomen door gebruik te maken van een klein synthetisch molecule dat de receptoren blokkeert; in een tweede methode werd aan de binnenkant van de cel voorkomen dat het signaal kon worden verder gezet als een FGF aan zijn receptor bond. De eerste methode behelsde dat zebravis embryo’s uit de transgene Fli-lijn (kaderstuk 2) behandeld werden met het receptor-inhiberende molecule, waarna de fluorescente cellen uit deze embryo’s werden geïsoleerd (kaderstuk 4) en een qRT-PCR detectie reactie werd uitgevoerd. In de tweede methode werd gebruikt gemaakt van een andere transgene zebravislijn. Op een ingenieuze manier werd in deze vissen een nieuw gen ingebouwd waarin het deel van de FGFRs dat zich aan de binnenkant van de cel bevindt (en dus verantwoordelijk is voor het doorgeven van signalen van de buitenkant naar de binnenkant van de cel), vervangen was door een hetzelfde gen dat in de Fli-lijn verantwoordelijk is voor fluorescentie van de bloedvaten en deze receptor dus geen signalen kon overbrengen. Dit gebeurde echter op een zodanige manier dat dit gen enkel tot expressie kwam indien de vissen eerst enkele minuten op een hogere temperatuur werden geplaatst (in het Engels wordt dit een heat-shock genoemd). Heat-shocken van deze transgene vissen leidde tot een overexpressie van deze veranderde receptor (figuur 4), waardoor alle FGFs als het ware ‘gevangen’ werden en
0,21 0,12
Figuur 5: Blokkering van FGF/FGFR signaaloverdracht leidt tot een vermindering van de fosfatasehoeveelheid. Links boven: de resultaten van chemische blokkering van de FGFRs. Op de X-as wordt de toenemende concentratie aan inhiberende stof weergegeven. Er is een duidelijke afname aan het aantal RNA kopijen van zowel PTPRB als PTPRμ, wat erop wijst dat de hoeveelheid van beide eiwitten sterk afneemt als FGFRs chemisch geblokkeerd worden. Rechtsboven en onderaan: overexpressie van een receptor die de FGF/FGFR signalen blokkeert (‘heatshock’), leidt tot een afname van de hoeveelheid fosfatase in vergelijking met gewone vissen.
5/2008 Het Ingenieursblad
| 25
Lichaamseigen eiwitten
Morfolino-techniek in genetische studies bij zebravissen Het centrale dogma van de biologie stelt dat DNA (een gen) wordt gekopieerd in RNA in de celkern, en dat dit RNA buiten de kern wordt vertaald naar een functioneel eiwit. Uitschakelen van een gen om de functie ervan na te gaan kan dus in feite op drie niveau’s: het DNA-, RNA- of eiwitniveau. In zebravissen is de snelste en gemakkelijkste manier om genetische studies uit te voeren genen uit te schakelen op het RNA-niveau. Hiertoe injecteert men in embryo’s die nog uit een enkele cel bestaan, een morfolino-oplossing. Morfolino’s zijn synthetische molecules die sterk gelijken op RNA, welke kunnen binden aan het RNA van het doelwitgen. Op die manier kan dit RNA-molecule niet meer vertaald worden in zijn eiwit, waardoor dit laatste niet meer voorkomt in de cel en de functie van het gen dat hiervoor codeert, nagegaan kan worden.
Figuur 2: Expressieniveaus van fosfatases en FGFRs in endotheelcellen van de zebravis: Grote onderlinge verschillen zijn zichtbaar tussen de expressieniveaus van de verschillende genen. Het is echter duidelijk dat elk van deze genen inderdaad tot expressie komt in de bloedvaten van de zebravis.
weefsels. FGFR3 toont slechts zwakke vasculaire expressie. De resultaten van dit experiment gaven dus een duidelijk bewijs dat enkele FGFRs en fosfatases inderdaad vasculair specifieke expressie vertoonden en dus betrokken konden zijn bij de regulatie van bloedvatintegriteit. Als bewijs voor de endotheel-specifieke expressie van zowel FGFRs als PTPRμ en PTPRB werd een tweede experiment uitgevoerd dat, tot zover onze kennis reikt, nooit eerder gedaan werd. Hierin werden fluorescente cellen uit de zebravissen geïsoleerd (kaderstukken 2 & 3). Uit deze cellen konden we het RNA isoleren. Zoals hogerop vermeld is aanwezigheid van RNA in een cel bewijs voor expressie van het gen. Op het geïsoleerde RNA voerden we een detectiereactie uit die ons toeliet genexpressie aan te tonen, alsook de relatieve verschillen in expressie (niet alle genen komen even sterk tot expressie) te vergelijken (wetenschappers noemen deze reactie kwantitatieve real-time PCR of qRT-PCR). In figuur 2 wordt weergegeven dat inderdaad alle FGFRs en fosfatases tot expressie komen in de endotheelcellen van de zebravis, en dat de expressieniveaus sterk verschillend tussen de verschillende genen.
Figuur 3: Detailopname van zebravis embryo’s waarin al dan niet gen-manipulatie plaatsvond: Linksboven een niet behandeld embryo met een normale bloedvatstructuur. Rechtsboven een embryo dat behandeld werd met een molecule dat FGFRs blokkeert, waarin de bloedvaten duidelijk desintegreren. Links- en rechtsonder embryo’s waarin respectievelijk de PTPRB en PTPRμ genen werden uitgeschakeld. De pijlen in de onderste figuren duiden aan waar celcontacten verloren gaan en bloedvaten desintegreren.
Hebben fosfatases en FGFs een invloed op stabiliteit en integriteit van bloedvaten? Om de functie van een gen na te gaan bestaan er twee soorten genetische studies: forward en reverse genetics. De eerste techniek houdt in dat er willekeurige mutaties worden aangebracht in het DNA door gebruik van mutagene stoffen (stoffen die mutaties in het DNA veroorzaken), te kijken naar het effect, en achteraf in het DNA gaan opsporen welke genen gemuteerd zijn. Reverse genetics zijn veel kleinschaliger en specifieker. In deze methode wordt één specifiek gen uitgeschakeld en dan gekeken naar het effect hiervan. Om de functie van de genoemde fosfatases te onderzoeken werd de morfolino-knock down methode gebruikt (kaderstuk 3). Zoals verwacht hadden enkel PTPRB en PTPRμ een invloed specifiek op bloedvatintegriteit (figuur 3): immers, PTPRJ en PTPN11 vertoonden ook expressie in andere weefsels, en het uitschakelen van deze genen had dus ook daar een effect – dit effect was zelfs zo sterk dat de rol van deze genen in bloedvatvorming niet duidelijk onderzocht kon worden. Knock down van PTPRB en PTPN11 resulteerde in een fenotype (fenotype is de wetenschappelijke term voor het uiterlijk van een organisme) waarin de bloedvaten
Figuur 1: Expressiepatronen van FGFRs en fosfatases in zebravisembryo’s: De pijlen duiden aan waar de kleurreactie plaatsvond en waar bijgevolg de respectievelijke genen tot expressie komen. Zowel FGFR1,2 en 4 als PTPRμ en PTPRB vertonen een duidelijk vasculairspecifiek expressiepatroon, FGFR3 in mindere mate.
24 | Het Ingenieursblad
5/2008
Lichaamseigen eiwitten van FGFs en hun receptoren zou dus een veelbelovende therapie kunnen zijn bij behandeling van kankerpatiënten: een tumor is immers afhankelijk van bloedtoevoer om te kunnen groeien en zorgt er daarom zelf voor dat er bloedvaten in de tumor groeien. Als de bloedtoevoer naar het gezwel wordt afgesneden, zou de tumor dus niet meer kunnen groeien of zichzelf uitzaaien (ook gekend als metastase). Een van deze studies toonde ook aan dat VE-cadherine gefosforyleerd werd na blokkering van FGF/FGFR signalen (zie kaderstuk 1). Uitgangspunt van het thesisonderzoek was dan ook dat deze fosforylatie na FGF/FGFR blokkering de oorzaak was van het stabiliteits- en integriteitsverlies van bloedvaten. Het doel van deze thesis was een verklaring vinden voor de rol van FGF/FGFR signalen in het behoud van bloedvatintegriteit. De toegenomen fosforylatie van het cel-adhesie molecule VE-cadherine kan twee oorzaken hebben: ofwel zijn er meer moleculen aanwezig die een fosfaatgroep aan VE-cadherine kunnen toevoegen (dit zijn eiwitten die men kinases noemt), ofwel zijn er minder moleculen die eigenlijk voortdurend fosfaatgroepen van het molecule afhalen (deze eiwitten noemt met fosfatases). Er is van een aantal fosfatases en ook van een kinase geweten dat ze interageren met VE-cadherine: beide types van moleculen waren dus mogelijke kandidaten als verantwoordelijke voor de fosforylatie. De kandidaat fosfatases waren PTPRμ, PTPRJ, PTPRB en PTPN11; het kinase droeg de naam Src-kinase; het is de fosfatasepiste die in deze thesis onderzocht werd. Om te onderzoeken of er een verband was, en wat het verband dan zou zijn, tussen deze molecules en de FGFs, werd er gebruikt van de zebravis als modelorganisme (zie kaderstuk 2). Verschillende stappen waren nodig om het verband te kunnen aantonen: • Eerst moest worden aangetoond dat FGFRs voorkomen in het bloedvatenstelsel – en meer precies de endotheelcellen - van de zebravis; indien dit niet het geval was konden zij niet verantwoordelijk zijn voor het geobserveerde integriteitsverlies van bloedvaten • Vervolgens moest ook van de fosfatases aangetoond worden dat ze voorkomen in de endotheelcellen van de zebravis • De derde stap in het onderzoek was nagaan of de vier fosfatases inderdaad een invloed hebben op bloedvatintegriteit • En tenslotte moest aangetoond worden dat FGF/FGFR signalen een invloed hebben op de hoeveelheid aan fosfatase- of kinasemoleculen
Expressiepatroon van FGF- receptoren en fosfatases Om te onderzoeken waar in de zebravis een bepaald gen tot expressie komt – niet alle genen staan immers ‘aan’ in elke cel, ze kunnen ‘aan’ staan in bepaalde weefsels en ‘af’ in andere – werd een techniek gebruikt die gebaseerd is op wat men noemt het centrale dogma van de (moleculaire) biologie. Dit stelt dat een eiwit gevormd wordt in twee grote stappen: eerst wordt het DNA van het gen dat codeert voor het eiwit, in de kern gekopieerd naar RNA. In een tweede stap wordt dit RNA uit de kern getransporteerd en in het cytoplasma (dit is het deel van de cel dat buiten de kern maar binnen het cel-
membraan ligt) vertaald naar een eiwit. Dus, in het geval van de FGFRs en de fosfatases, moet in elke cel waar deze eiwitten voorkomen, ook RNA voorkomen waarvan ze vertaald worden. Op deze RNA aanwezigheid is de techniek gebaseerd die we in situ hybridisatie (ISH), of hybridisatie ter plekke, noemen. Deze techniek houdt in dat men in het laboratorium een synthetisch stukje RNA maakt dat kan binden aan het RNA molecule afkomstig van een bepaald gen. Deze synthetische moleculen zijn zo gemaakt dat, als men deze binding laat gebeuren in embryo’s die gefixeerd werden op een vast tijdstip in hun ontwikkeling, ze een kleurreactie kunnen katalyseren. Dus, waar een gen tot expressie komt, is RNA aanwezig, waaraan het synthetisch molecule bindt, wat men kan waarnemen door een verkleuring na een speciale reactie. Het is duidelijk uit figuur 1 met name FGFR1, FGFR2, FGFR4, PTPRμ en PTPRB vasculaire expressie vertonen. PTPRJ en PTPN11 vertoonden ook vasculaire expressie, maar deze was niet specifiek en kwam ook voor in andere
Gebruik van de zebravis als modelorganisme voor onderzoek naar bloedvaten De zebravis (Danio rerio), een tropische zoetwatervis, bezit een unieke combinatie van kenmerken die hem bijzonder geschikt maken voor experimentele en genetische analyses van de ontwikkeling van gewervelde dieren. Volwassen zebravissen zijn maar enkele centimeters lang, zodat men relatief goedkoop grote aantallen kan houden in het laboratorium. Ze bereiken seksuele volwassenheid binnen de 3 maanden en een koppel vissen kan per week honderden nakomelingen genereren. Dit, samen met snelle ontwikkeling van de embryo’s die plaatsvindt buiten het moederdier, laat ons toe op korte tijd gemakkelijk de ontwikkeling te bestuderen en statistisch betrouwbare resultaten te bekomen. Verschillende transgene zebravislijnen zijn ontwikkeld in de laatste jaren die genetische studies vergemakkelijken. In dit onderzoek werd gebruik gemaakt van de Fli-lijn: dit zijn transgene zebravissen die in de bloedvatcellen een eiwit aanmaken dat fluoresceert als er laserlicht van de gepaste golflengte op de vis gericht wordt. Indien nu een bepaald gen of eiwit geblokkeerd wordt in deze embryo’s of volwassen vissen, kan worden nagegaan of dit een invloed heeft op bloedvatvorming door het embryo of de vis simpelweg door een lasermicroscoop te leggen en te kijken naar mogelijke defecten in het bloedvatenstelsel. Een voorbeeld van een transgeen Fli-embryo is weergegeven in onderstaande figuur.
Deze figuur toont een zebravisembryo van de transgene Flilijn. De belangrijkste soorten bloedvaten worden aangeduid: intersegmentale bloedvaten (ISV), het dorsale longitudinale anastomerend vat (DLAV), de dorsale aorta (DA), het posterieure cardinale vat (PCV) en de vasculaire plexus (VP).
5/2008 Het Ingenieursblad
| 23
WE WANT YOU TO BE PART OF OUR SUCCESS STORY! VASCO is the number one supplier of strong authentication and e-signature solutions and services. VASCO has established itself as the world’s leading software company specializing in Internet Security, with a customer base of over 7.000 companies and organizations in more than 110 countries, including over 950 international financial institutions. VASCO’s prime markets are the financial sector, enterprise security, e-commerce and e-government. VASCO is continuously investing in its most important asset: PEOPLE !
DIGIPASS BY VASCO WE
AUTHEN
For its Head Quarters in Brussels (Wemmel) and other locations, VASCO has currently openings in:
s DEVELOPMENT s TESTING QUALITY ASSURANCE s SALES PRE SALES s PRODUCT MANAGEMENT
s SUPPORT s TRAINING s OPERATIONAL MARKETING s COMMUNICATIONS 02
YOUR PROFILE: s &LUENT