Trefwoorden: businessplan, financiering, ratioanalyse
HET BUSINESSPLAN Schrijven van de financiële paragraaf De financiële paragraaf is een kritiek onderdeel van het businessplan. Het betreft de cijfermatige uitwerking, de levensvatbaarheid, van het idee, met als doel financiering te verkrijgen. De financiële paragraaf dient voort te borduren op het marketingplan, waarbij verborgen inconsistenties in de financiële overzichten dienen te worden voorkomen. Dit artikel geeft een handvat voor het opstellen van de financiële paragraaf en richt zich met name op de manager/projectleider die een investeringsvoorstel wil onderbouwen met financiële cijfers.
Samenvatting Een goed onderbouwd businessplan maken is niet eenvoudig. Om interne of externe financiering te verkrijgen dient het plan consistent te zijn. En met name in het financiële gedeelte wil dit nog wel eens problemen opleveren. Dit artikel gaat in op de consistentie van de financiële paragraaf van een businessplan en geeft handvatten voor het opstellen ervan, de strategische analyse en de ratio- en kasstroomanalyse.
48
In het algemeen omvat een businessplan de kritische succesfactoren, een externe analyse (opportunities & threats), een interne analyse (strengths & weaknesses) en een financiële paragraaf, waarbij de financiële paragraaf de volgende onderdelen omvat: ■ Het investerings- en financieringsplan resulterend in de openingsbalans. ■ Geprognosticeerde financiële overzichten: • winst-en-verliesrekeningen; • kasstroomoverzichten; • eindejaarsbalansen. ■ Optioneel: scenario’s, break-evenanalyse. Het businessplan wordt beoordeeld door de bank (bij externe financiering) of door de leiding van de organisatie (bij interne financiering) op de volgende onderdelen:
MANAGEMENT TOOLS NUMMER 1, 2004
1. De kwaliteit van het management. 2. De industrie. 3. De winstgevendheid. 4. De solvabiliteit. 5. De gestelde zekerheden (in het geval van externe financiering).
Analyses De volgende analyses worden gebruikt om de levensvatbaarheid van het plan en de consistentie van de financiële overzichten te beoordelen: ■ strategische analyse (een kwalitatieve analyse van de industrie); ■ ratio- en kasstroomanalyse (een kwantitatieve analyse van de winstgevendheid en solvabiliteit). Met behulp van deze analyses kan de lezer zich een oordeel vormen over de industrie, de winstgevendheid en de solvabiliteit. Hoewel de kwaliteit van het management (punt 1) van bijzonder belang is, valt het buiten het bestek van dit artikel. Ook het managen van kredietrisico door vermogensverschaffers (punt 5), waar het stellen van zekerheden als onderdeel van beschouwd mag worden, wordt in dit artikel buiten beschouwing gelaten. In de volgende paragrafen wordt achtereenvolgens de strategische en de ratio- en kasstroomanalyse besproken. Strategische analyse Hoewel de strategische keuzes geen onderdeel vormen van de financiële paragraaf, vormt het input voor de ratio- en kasstroomanalyse. De financiële paragraaf dient een gekwantificeerd vervolg van de gekozen strategie te zijn. De strategische analyse omvat de volgende elementen. ■ Een beschrijving van de concurrentie en het inschatten van de algehele winstgevendheid van de industrie. Hoe liggen de kansen binnen de industrie? Een veelgebruikte methode om de concurrentie binnen een bepaalde industrie te omschrijven is de methode van Porter. De volgende vijf concurrentiekrachten beschrijven de (toekomstige) winstgevendheid van een industrie: 1. De huidige concurrentie. 2. De onderhandelingskracht van leveranciers. 3. De onderhandelingskracht van klanten. 4. Toetreding van nieuwe concurrenten. 5. Bedreiging door substituten.
■ Een beoordeling van de gekozen strategie binnen de industrie en de daaraan gerelateerde kritische succesfactoren. In het marketingplan wordt beschreven welke strategie er wordt gevoerd. De twee hoofdstrategieën: kostleiderschap en differentiatie. Uit het businessplan moet het volgende kunnen worden opgemaakt: 1. Wat zijn de kritische succesfactoren om succesvol te zijn? De kritische succesfactoren geven aan wat de onderneming moet doen om op termijn een bovengemiddeld rendement te halen. 2. Welke risico’s moeten het hoofd geboden worden (business risks)? De lezer moet aan de hand van de industrieanalyse en strategische analyse een ‘kwalitatief’ oordeel kunnen vormen over de winstgevendheid van het plan. De ratio- en kasstroomanalyse zijn een ‘kwantitatief’ vervolg, waarbij de beoordeling van de winstgevendheid en solvabiliteit centraal staan. Ratio- en kasstroomanalyse Binnen financiële analyses wordt veel gebruikgemaakt van ratio’s. Met behulp van ratioanalyse kan de winstgevendheid en de solvabiliteit van een bestaande onderneming worden geanalyseerd. Dit kan zowel in de tijd, als in vergelijking met concurrenten. Ook de geprognosticeerde overzichten in het businessplan kunnen worden onderworpen aan een ratioanalyse. Zo kunnen verborgen (over-optimistische) aannames aan het licht worden gebracht. Rentabiliteit Eigen Vermogen (REV) vormt het uitgangspunt van de ratioanalyse. REV wordt berekend als winst / eigen vermogen. De winstgevendheid in een bepaald jaar kan worden vergeleken met voorgaande jaren en met concurrenten, dan wel het industriege-
Aspecten gerelateerd aan het verkrijgen van externe financiering blijven buiten beschouwing van dit artikel. Enige kennis van basisboekhouden wordt als bekend verondersteld. Voor een introductie van het lezen van financiële verslagen is het artikel ‘Het gebruik van de jaarrekening’ van Wim Kappelle beschikbaar in de Management Tools Base. www.managementtools-online.nl
49
HET BUSINESSPLAN ??????????????????????????
middelde. REV kan worden vergeleken met het vereiste rendement op eigen vermogen, ook wel hurdle rate of equity cost of capital genoemd.
Voorbeeld Een redelijke rendementseis eigen vermogen voor een bedrijf als Heijmans NV is 12,5%. De winst over het jaar 2002 van Heijmans bedraagt 87,8 miljoen. Het gemiddeld eigen vermogen 356,7 miljoen. De REV is derhalve 24,6%, hetgeen ruim hoger is dan het vereiste rendement van 12,5%. (Dit voorbeeld is gebaseerd op gerapporteerde cijfers)
Voorbeeld: Heijmans N.V.
verkorte balans (x1000) vaste activa vlottende activa
dec 2002 368.663 1.004.792
dec 2001 272.656 817.654
dec 2000 139.069 488.639
totaal activa
1.373.455
1.090.310
627.708
dec 2002 428.399 945.056
dec 2001 284.995 805.315
dec 2000 177.200 450.508
1.373.455
1.090.310
627.708
gemiddelden over het jaar (x1000) totaal activa eigen vermogen
2002 1.231.883 356.697
2001 859.009 231.098
winst-en-verliesrekening (x1000) opbrengsten bedrijfslasten
2002 2.415.456 -2.293.608
2001 2.288.165 -2.187.421
bedrijfsresultaat resultaat deelnemingen financiële baten en lasten
121.848 12.195 -12.651
100.744 11.457 -9.853
resultaat uit gewone bedrijfsvoering belastingen
121.392 -33.507
102.348 -31.876
87.885
70.472
eigen vermogen vreemd vermogen totaal passiva
nettowinst REV nettowinstmarge omloopsnelheid activa hefboomwerking
2002 87.885 / 356.697 87.885 / 2.415.456 2.415.456 / 1.231.883 1.231.883 / 356.697
= 24,6% = 3,6% = 1,96 = 3,45
2001 70.472 / 231.098 70.472 / 2.288.165 2.288.165 / 859.009 859.009 / 231.098
controle: REV
3,6% x 1,96 x 3,45
= 24,6%
3,1% x 2,66 x 3,72 = 30,5%
= 30,5% = 3,1% = 2,66 = 3,72
De winst als percentage van omzet is toegenomen van 3,1% naar 3,6%. Toch is de rentabiliteit (REV) in 2002 afgenomen ten opzichte van 2001. Dit voorbeeld laat zien dat winstgevendheid ook afhangt van de omloopsnelheid activa en de hefboomwerking.
50
MANAGEMENT TOOLS NUMMER 1, 2004
Door REV te ontleden kan inzicht worden verkregen in de ‘winst-drivers’ van een businessplan. Winstgevendheid van een onderneming is de vermenigvuldiging van performance op de volgende drie vlakken: a. Operationeel management: de nettowinstmarge (= winst / omzet). De nettowinstmarge betrekt de cijfers uit de winst-en-verliesrekening: nettowinst als percentage van de omzet, hetgeen de operationele performance weergeeft. b. Investeringsmanagement: de omloopsnelheid activa (= omzet / activa). De omloopsnelheid activa betreft de efficiëntie van de ingezette middelen. Het geeft aan hoeveel omzet er per eenheid activa wordt gegenereerd. Hiermee wordt een link gelegd tussen de winst-en-verliesrekening en de debetzijde van de balans (de activa). c. Financieringsbeleid: hefboomwerking (= activa / eigen vermogen). De hefboomwerking legt een link tussen de activa en de financieringswijze (de passiva) hiervan. De speelruimte is hier echter beperkt. In het geval van interne financiering zal de opsteller van een businessplan zich dienen te houden aan het financieringsbeleid van de onderneming. In het geval van externe financiering zal men rekening moeten houden met met de belangen van de bank. De relatie tussen de performance van operatiën, investeringen en financiering en REV is als volgt: REV = winst / eigen vermogen = (a) nettowinstmarge x (b) omloopsnelheid activa x (c) hefboomwerking De winstgevendheid kan worden verbeterd door meer baten, minder kosten (a), maar ook door efficiënter voorraadbeheer, versneld innen van debiteuren, vertraagd betalen van crediteuren enzovoort (b). Het resultaat wordt versterkt door eigen vermogen in te ruilen voor vreemd vermogen (c). Het laatste verhoogt wel het risicoprofiel van de onderneming. Ratio’s zijn afhankelijk van de industrie waarin de onderneming actief is. De omloopsnelheid activa van het Heijmans NV in bovenstaand voorbeeld kan dus niet op zichzelf worden beoordeeld. Bij ratioanalyse worden de ratio’s daarom vergeleken over de jaren heen, als met peers, indien voorhanden, dan wel branchegegevens.
Voor branchegegevens zie de website van de Kamer van Koophandel: www.kvk.nl, branche-organisaties en de uitgave ‘Rabobank Cijfers & Trends’ op de website van de Rabobank: www.rabobank.nl).
Bij de berekening van de ratio’s zijn tot nu toe geaggregeerde cijfers gebruikt: totaal activa, nettowinst, totaal opbrengsten en het eigen vermogen. Afhankelijk van de beschikbaarheid van detailinformatie kunnen specifiekere ratio’s worden berekend. Zonder uitputtend te zijn volgen hier enige gangbare ratio’s. Voor het operationeel management: ■ brutowinstmarge: brutowinst / omzet ■ overhead: overheadkosten / omzet ■ ebitda marge: winst voor interest-, belastinglasten en afschrijvingen / omzet ■ operationele marge: nettowinst + interestlasten (na belasting) / omzet Voor het investeringsmanagement: ■ management van werkkapitaal (= vlottende activa – vlottende passiva) • omloopsnelheid werkkapitaal: omzet / werkkapitaal • omloopsnelheid debiteuren: omzet / debiteuren • omloopsnelheid voorraad: kostprijs verkopen / voorraad • omloopsnelheid crediteuren: kostprijs verkopen / crediteuren ■ management van vaste activa • omloopsnelheid vaste activa: omzet / vaste activa • omloopsnelheid materiële vaste activa: omzet / materiële vaste activa: Als er industriespecifieke ratio’s zijn, dan kunt u deze uiteraard meenemen. Bijvoorbeeld: beladingsgraad (luchtvaart), belminuten per abonnee (telecom) enzovoort.
51
HET BUSINESSPLAN ??????????????????????????
Opstellen van prognoses met behulp van ratio’s Hoe kunnen deze ratio’s worden gebruikt voor het opstellen van de geprognosticeerde winst-en-verliesrekeningen, kasstroomoverzichten en balansen? Een beperkt aantal gegevens is voldoende om consistent samenhangende financiële overzichten te prognosticeren: 1. Prognose omzet en omzetgroei. 2. Prognose brutomarge, overhead, operationele marge. 3. Interestlasten. 4. Omloopsnelheid werkkapitaal, vaste activa. 5. Financieringsverhouding. Prognose omzet en omzetgroei Het marketingplan dient aanknopingspunten te bieden om het aantal nieuwe klanten, de uitstroom van klanten en de gemiddelde opbrengst (per klant, per vierkante meter enzovoort) uit te rekenen. Omzet is (in dit artikel) het uitgangspunt van de geprognosticeerde winst-en-verliesrekeningen, kasstroomoverzichten en balansen. Prognose brutomarge, overhead, operationele marge Op basis van de schattingen en aannames bij (1) en (2) kunnen de geprognosticeerde winst-en-verliesrekeningen - op de interestlasten na - worden berekend. Let op: het kan zijn dat het project niet (volledig) hoeft bij te dragen aan dekking voor de overhead. U zou dan bepaalde vaste kosten buiten beschouwing kunnen laten. Interestlasten De interestlasten (na belasting) gelden als percentage van het rentedragende vreemd vermogen. Interestlasten hangen samen met de hoogte van het vreemd vermogen, in plaats van met de opbrengsten. Omloopsnelheid werkkapitaal, vaste activa Wat is gebruikelijk in de branche? Houd rekening met aanloopproblemen, leereffecten, schaalvoordelen, herinvesteringen en de gebruikte afschrijvingsmethode. Op basis van de informatie op basis van bovenstaande punten kunnen we de debetzijde van de toekomstige balansen invullen. Het totaal van de activa bepaalt de benodigde financiering in de komende jaren. 52
Voorbeeld Stel dat het in de branche gebruikelijk is om op rekening te verkopen. Het businessplan voorziet slechts in contante verkopen. Door het ontbreken van debiteuren zal de omloopsnelheid werkkapitaal hoger zijn.
Financieringsverhouding Gegeven een vaste verhouding tussen eigen en vreemd vermogen kan de creditzijde van de geprognosticeerde balansen worden ingevuld. De ontbrekende post op de winst-en-verliesrekeningen, de interestlasten, kan nu worden uitgerekend.
Tip Ter controle kunt u de REV over de komende jaren uitrekenen. Een rentabiliteit onder de vereiste hurdle is wellicht niet levensvatbaar. Een rentabiliteit fors boven de hurdle zal kritische vragen oproepen.
Ratio’s voor het beoordelen van het businessplan Het volgende voorbeeld laat zien hoe ratio’s kunnen worden gebruikt bij het beoordelen van een businessplan. Als de opsteller van het businessplan geen inzicht geeft in de opbouw van REV en geen balansen heeft geprognosticeerd, zal degene die het plan beoordeelt, deze zelf construeren. In dit voorbeeld is getracht de omvang van de financiële overzichten zo beperkt mogelijk te houden. Wanneer de prognoses in de vorm van opbrengsten, kosten en kasstromen zijn, zal de beoordeler zelf geprognosticeerde balansen moeten opmaken. Het voorbeeld voorziet in een investering van € 700.000, gefinancierd door € 250.000 eigen vermogen en € 450.000 vreemd vermogen. De geprognosticeerde winst-en-verliesrekeningen en kasstroomoverzichten zijn gegeven:
MANAGEMENT TOOLS NUMMER 1, 2004
winst-en-verliesrekening verkopen … ebitda afschrijvingen ebit interestlasten vennootschapsbelasting winst
2004 283.2
2005 355.6
2006 444.5
2007 502.7
2008 557.7
2009 611.9
2010 659.4
2011 704.7
2012 739.2
2013 760.7
102.4 -145.0 -42.6 -45.0 0 -87.6
135.9 -195.6 -59.7 -63.2 0 -122.9
171.4 -254.9 -83.5 -58.2 0 -141.7
198.0 -269.7 -71.7 -49.2 0 -120.9
225.5 -278.7 -53.2 -39.2 0 -92.4
255.2 -286.8 -31.6 -28.6 0 -60.2
283.9 -217.8 66.1 -17.4 0 48.7
312.7 -170.8 141.9 -10.4 0 131.5
337.5 -125.3 212.2 -5.9 0 206.3
356.8 -118.6 238.2 -3.6 0 234.6
kasstroomoverzicht ebitda investeringen vaste activa vrije kasstroom (voor interest)
102.4 -428.8 -326.4
135.9 -117.7 18.2
171.4 -114.9 56.5
198.0 -113.7 84.3
225.5 -114.3 111.2
255.2 -112.5 142.7
283.9 -108.4 175.5
312.7 -100.2 212.5
337.5 -90.4 247.1
356.8 -79.5 277.3
De vrije kasstroom (voor interestbetalingen) geeft de In het businessplan is op basis van bovenstaande vrije financieringsbehoefte in volgende jaren. Uit de overzichkasstromen de waarde van de investering bepaald: ten blijkt dat er in het eerste jaar een tweede investering waardering Volgens het businessplan (€ 428.800) zal worden discontovoet 14% wordt een waarde gemaakt. In de jaren erna netto contante waarde vrije kasstromen € 233.000 gecreëerd van € 282.000. zijn de operationele kasstroeindwaarde (kasstromen na 2014): 277,3 maal 10 € 2.773.000 Dat is de waarde van het men dekkend voor herincontante waarde van eindwaarde: 2.773 / (1,14)^10 € 748.000 project(€ 532.000), minus vesteringen. Winst wordt er vreemd vermogen € 450.000 de initiële investering pas in 2010 verwacht. De marktwaarde eigen vermogen € 532.000 (€ 250.000). waarde van het project Gegeven de waardering, wordt bepaald door de vrije kunnen we met ratioanalykasstromen (voor interestbetalingen) contant te maken se onderliggende aannames zichtbaar maken. Teneinde tegen de gewogen gemiddelde vermogenskostenvoet. In de haalbaarheid van het businessplan beter te kunnen dit geval is het gewogen gemiddelde van de interestlasten beoordelen, leiden we uit de bovenstaande gegevens de en de rendementseis op het eigen vermogen 14 procent. toekomstige balansen af: balans werkkapitaal per 1/1 vaste activa per 1/1 totaal activa
2004 -25.0 725.0 700.0
2005 -25.0 1008.8 983.8
2006 -25.0 930.9 905.9
2007 -25.0 790.9 765.9
2008 -25.0 634.9 609.9
2009 -25.0 470.5 445.5
2010 -25.0 296.2 271.2
2011 -25.0 186.8 161.8
2012 -25.0 116.2 91.2
2013 -25.0 81.3 56.3
vreemd vermogen per 1/1 eigen vermogen per 1/1 totaal passiva
450.0 250.0 700.0
632.4 351.4 983.8
582.4 323.5 905.9
492.4 273.5 765.9
392.1 217.8 609.9
286.4 159.1 445.5
174.3 96.9 271.2
104.0 57.8 161.8
58.6 32.6 91.2
36.2 20.1 56.3
-30.9% 0.4 2.8 -35.0%
-34.6% 0.4 2.8 -35.0%
-31.9% 0.5 2.8 -43.8%
-24.1% 0.7 2.8 -44.2%
-16.6% 0.9 2.8 -42.4%
-9.8% 1.4 2.8 -37.9%
7.4% 2.4 2.8 50.2%
18.7% 4.4 2.8 227.6%
nettowinstmarge omloopsnelheid activa hefboomwerking REV
27.9% 30.8% 8.1 13.5 2.8 2.8 633.5% 1166.7%
53
HET BUSINESSPLAN ??????????????????????????
Opmerkingen bij het herleiden van de balansen 1. De beginbalans per 2004 is gegeven in het businessplan. Het investerings- en financieringsplan tezamen vormen de openingsbalans. Het werkkapitaal omvat kortlopende activa (de liquide middelen, voorraden, debiteuren enzovoort) en de kortlopende passiva (crediteuren, te betalen salarissen enzovoort). In dit geval zijn de kortlopende passiva groter dan de kortlopende activa. 2. Het kasstroomoverzicht bevat geen investeringen in werkkapitaal. Een impliciete aanname in dit businessplan is dat de diverse kortlopende activa en passiva niet ‘meegroeien’ met de omzet. Het werkkapitaal blijft dus over de jaren gelijk. 3. De vaste activa zijn berekend door de initiële investering (€ 725.000) te verhogen met verdere investeringen (zie kasstroomoverzicht) minus de afschrijvingen (zie winst-en-verliesrekening). 4. De financieringsverhouding is constant verondersteld: de verhouding tussen eigen en vreemd vermogen in de openingsbalans blijft in de jaren daarna gelijk. Uit de ratio’s is het volgende af te leiden. 1. Het verloop van de nettowinstmarge laat een continue verbetering zien; het hangt van de industrie af of een nettowinstmarge van ruim 30 procent reëel is. 2. Het verloop van de omloopsnelheid activa laat een zeer ruime verbetering zien. Waarschijnlijk heeft de opsteller van het businessplan de herinvesteringen onderschat. Het is aannemelijker dat een omloopsnelheid na vier jaar door leereffecten en schaalvoordelen een normaal niveau bereikt. 3. Het continue verloop van de hefboomwerking is conform de aanname van een constante financieringsverhouding. 4. Het verloop van REV laat zien dat in de laatste jaren de aanloopverliezen worden gecompenseerd. Daarbij wordt in de waardeberekening aangenomen dat de irreële rentabiliteit van het jaar 2013 zich voortzet in de jaren erna. Conclusie: Het opstellen van de balans en het afleiden van de verschillende ratio’s geven een beter inzicht in de componenten van de begrote winstgevendheid. Wanneer de geprognosticeerde financiële overzichten 54
zonder gebruik van ratio’s zijn opgesteld, kunnen er impliciete aannames in zijn verwerkt die niet realistisch zijn.
Samenvattend Bij het opstellen van de geprognosticeerde financiële overzichten is het belangrijk stil te staan bij een aantal zaken. De kritische succesfactoren geven aan waarom het plan een bovengemiddeld rendement oplevert. Dit hoort in lijn te zijn met de gekozen strategie binnen de industrie. Bij het opstellen van de geprognosticeerde financiële overzichten is het van belang rekening te houden met branchespecifieke gegevens. Salariskosten per medewerker, het gemiddeld aantal opstaande dagen van facturen, de omloopsnelheid van voorraden enzovoort dient in overeenstemming te zijn met ervaringsgegevens dan wel industriegemiddelden. Afwijkingen hierop dienen te worden verklaard. Wanneer de financiële overzichten opgesteld worden met behulp van ratio’s, komt dit de consistentie ten goede.
MANAGEMENT TOOLS NUMMER 1, 2004
Referenties Voor meer informatie over het analyseren van financiële stukken, zie: Palepu, Bernard & Healy, Business analysis and valuation, ISBN 0-538-84332-2. Voor branchegegevens, zie de Kamer van Koophandel: www.kvk.nl, en ook de uitgave ‘Rabobank Cijfers & Trends’, www.rabobank.nl Meer informatie over het gebruik van ratio’s: www.investopedia.com/university/ratios/ Een handboek voor het schrijven van een businessplan is te downloaden op: www.newventure.nl/begeleiding/handboek.
Verdieping in de Management Tools Base
■ ‘Het gebruik van de jaarrekening’, W.G.J. Kappelle, 2003. ■ ‘Het opstellen van een ondernemingsplan’, M.A.M. Wollaert, 2001.
Joost Impink Joost Impink is docent financial accounting aan de Universiteit Nyenrode. E-mail:
[email protected]. 55