Ministerie van Veiligheid en Justitie
Projectpla n HARVEST: Human activity recognition in video streams van reactief naar proactief cameratoezicht Versie 3.1
Datum Status
29 april 2014 Definitief
Toepassing Wob: e = persoonsgegeven Çartikel 10 lid 1 onder d en lid 2 onder e Wob) ~ia =vertrouwelijke bedrijfs- of financiële gegevens artikel 10 lid 1 onder c Wob) = opsporings- en vervolgingsbelangen (artikel 10 lid 2 onder c Wob)
Projectplan
1
20 februari 2014
Colofon Afzendgegevens
NCTV Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 El-i Den Haag www.nctv.nI
Contactpersoon District Koninklijke Marechaussee Schiphol Ministerie van Defensie Postbus 7577 1118 ZH, Schiphol Projectna a m
HARVEST
-
Human activity recognition in video streams
-
Auteurs District Koninklijke Marechaussee Schiphol Ministerie van Defensie Postbus 7577 1118 ZH, Schiphol
Qubit Visual Intelligence (QVI) B.V. Postbus 18622 2502 EP, Den Haag
TNO Postbus 96864 2509 JG, Den Haag
Pagina 3 van 33
ProjectpEan
[
20 februari 2014
Inhoud
Colofon 3 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8 1.9
Projectdefinitie 6 Aanleiding 6 Probleemstelling 8 Doelstelling 9 Resultaten en tussenresultaten 10 Afbakening 11 Effecten van het project 11 Gebruikers 12 Randvoorwaarden 12 Relatie met andere projecten 13
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.5.1 2.5.2 2.5.3 2.6
Projectaanpak 15 Aanpak 15 Fasering 15 Interne en externe afhankelijkheden 19 Mijlpalen 19 Projectorganisatie 20 Organisatieschema 20 Rollen en verantwoordeujkheden 20 Overlegvormen en frequentie 22 Financiën 23
3
Planning 24
4
Communicatie 25
S 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7
Projectbeheersing 27 Beheersing bestaansrecht 27 Geldbeheersing 27 Organisatïebeheersing 27 Tijdbeheersing 28 Informatiebeheersing 28 Kwaliteitsbeheersing 28 Wijzigingenbeheer 28
6
Risicoanalyse 31
7
Relevante track record 33
Pagina S van 33
Projectplan
20 februari 2014
Projectclefinitie
1.1
Aanleiding
Camerabeelden leveren een groeiende bijdrage aan de veiligheid in Nederland. De Koninklijke Marechaussee (KMar), politie, gemeenten en beheerders van kritieke infrastructuur ondervinden echter een stortvloed aan beelden, zowel in live toezichtruimtes, als in opsporing. Bovendien is er een toenemende druk op de kosten (manuren, opslag, netwerkcapaciteit) van het uitkijken en doorzoeken van deze beelden. Het tijdig vinden van relevante informatie in deze beelden wordt hierdoor steeds moeilijker waardoor de effectiviteit van toezichthouders verminderd. Tegelijkertijd is de wens van de Nederlandse overheid en maatschappij om steeds meer zaken te kunnen aanpakken en bij die zaken zo veel mogelijk naar de “voorkant” van een incident te komen. Dat wil zeggen van opsporing naar heterdaad, en van heterdaad naar preventie. Met HARVEST (Human Activity Recognition in VidEo STreams) gaat cameratoezicht van reactief naar proactief. In dit kader is het van belang om te kijken naar het gedrag dat voorafgaat en gerelateerd is aan een bepaald incident, dit wordt aangeduid met de term afwijkend gedrag, Met afwijkend gedrag wordt dus niet uitsluitend het incident zelf bedoeld maar juist het gedrag dat hieraan vooraf gaat. Er zijn echter verschillende factoren die cameraobservanten belemmeren in proactief cameratoezicht en opsporing: • Naast het feit dat slechts een deel van de camera’s daadwerkelijk live wordt uitgekeken komt uit onderzoek naar voren dat observanten 1 tot maximaal 4 camera’s effectief kunnen monitoren’, Vanuit kostenoverwegingen (personeelskosten cameraobservanten) ligt het aantal camera’s dat observanten in de praktijk behoren te monitoren veel hoger. Daardoor neemt de effectiviteit van cameratoezicht enorm af. Na 20 tot 40 minuten van actief monitoren van beelden treedt ‘video-blindheid’ op, waarbij de detectiepercentages drastisch verminderen2. • Een cameraobservant kan persoonlijke vooroordelen hebben op basis waarvan hij of zij personen als verdacht ziet3. • In een evaluatie van cameratoezicht in Rotterdam is naar voren gekomen dat slechts 4O°/o van de geregistreerde incidenten door cameraobservanten zelf worden opgemerkt4. Zowel de overheid als de particuliere beveiligingsbranche investeert fors in toezicht en opsporing. Het gevolg is een toename in camera’s en cameratoezichtcentrales. De hoeveelheid beeldmateriaal zal hierdoor exponentieel toenemen de komende jaren. Op luchthaven Schiphol zijn inmiddels al meer dan 3000 camera’s in gebruik door verschillende partijen. De Gemeenschappelijke Meldkamer Infrastructuur
1 Wallace, E., Diffley, c., & Aldridge, 3. (1997). Ergonomic Design considerations for Public Area CCTV Safety and Security Applications, International Ergonomics Association Congress, July 1999 2 Troscianko, T., Holmes, A., Stiliman, 3. (2004). What Happens Next? The Predictability of Natural Behaviour Viewed Through Cclv Cameras. Perception, vol. 33, pp. 87-101. 3 Norris, C., Armstrong, G. (1999). The Maximum Surveillance Society: The Rise of cclv. London, Berg. 4 Schijndel, A. van., Schreijenberg, A., Homburg, G.HJ., Dekkers, S. (2010). Evaluatie cameratoezicht gemeente Rotterdam. Regioplan Beleidsonderzoek Pagina 6 van 33
Projectplan
[
20 februari 2014
(GMI) op Schiphol zorgt dat diverse partijen, waaronder de KMar, Douane en Amsterdam Airport Schiphol (AAS), gezamenlijk gebruik kunnen maken van de aanwezige camera’s5. Op Schiphol is de KMar belast met het handhaven van de openbare orde en veiligheid en bestrijden van terrorisme en criminaliteit. Dit is een complexe taak gezien de continue dreiging van terrorisme en criminaliteit in de vorm van diefstal, mensen- en drugshandel op luchthavens.
Het Ministerie van BZK heeft in het kader van het programma “Veiligheid door innovatie” in december 2010 een roadmap voor beeldtechnologie in het veiligheidsdomein opgesteld6. In het rapport wordt gesteld dat het indammen van de groei van beeldmateriaal geen optie is. De enige manier om werkelijk vooruitgang te boeken is door beter te worden in het vinden van relevante beelden in de totale beeldenstroom. Om dit te realiseren werken de KMar (opdrachtgever), Qubit Visual Intelligence (QVI) BV. (opdrachtnemer) en TNO (technologie partner) samen aan het doorontwikkelen van software die geautomatiseerd relevante afwijkende gedragingen kan herkennen in camerabeelden. Verwacht wordt dat deze software zal gaan leiden tot verhoogde efficiëntie en effectiviteit zowel voor proactief cameratoezicht als opsporing. Het project levert een live, real-time prototype2 op die geautomatiseerd specifieke afwijkende gedragingen (zie §2.2) kan herkennen in beelden afkomstig van camera’s op Schiphol. Het prototype alerteert automatisch de cameraobservant en/of andere veiligheidsfunctionarissen. Hierdoor wordt de ‘pakkans’ en de mogelijkheid tot proactieve interventie vergroot. Dit prototype komt ten behoeve van de KMar. Eindgebruikers en stakeholders worden geïnformeerd over de resultaten, lessons-learned en toekomst van de gedragscamera. Dat gebeurt in een afsluitende workshop, waarbij veiligheidspartners beschikking krijgen over het eindrapport en de mogelijkheid hebben om een live demonstratie bij te wonen. De ontwikkeling van intelligente videoanalyse technologie is vanaf 2010 in een stroomversnelling geraakt doordat TNO een onderzoekbeurs van 2,2 miljoen dollar heeft gewonnen bij DARPA8 (VS) in het Mind’s Eye programma9’10. TNO heeft bij
5 Stoffels, S, http://nos.nl/artikel/229041-cameras-waardevol-op-schiphol.html, NOS Flight, S., Hulshof, P. (2010). Roadmap beeldtechnologie veiligheidsdomein, DSP-groep
6
Een technologie prototype is een prototype, ontwikkeld met het primaire doel om een voorgestelde methode te presenteren. Het is geen volwassen software met uitontwikkelde gebruikersinterface, handleiding en installatiemogelijkheid. Het Technology Readiness Level (TRL) niveau van dit type prototype ligt tussen de 5 en 6. Meer informatie over de verschillende TRL-niveaus kan gevonden worden op: http://www.aco.osd.mil/chieftechnolooist/publications/docsrrRA2ollodf DARPA: The Defense Advanced Research Projects Agency was established in 1958 to prevent strategic surprise from negatively impacting U.S. national security and create strategic surprise for U.S. adversaries by maintaining the technological superiority of the U.S. military., httn: //www .da ma. mil/ The Mind’s Eye program seeks to develop the capability for visual intelligence by automating the ability to learn generally applicable and generative representations of action between objects in a scene directly from visual inputs, and then reason over those learned representations,”, htto://www.darpa.mil/Our Work/120/Programs/Minds Eye.asox 10 ~ News: “Milïtary contracts for visual intel system”, http://www.uoi.com/Business News/Securitv-Industrv/201 1/01/05/Militarv-contracts-forvisua l-ïntel-svstem/UPI-65861294229967/ Pagina 7 van 33
Projectplan
1
20 februar 2014
herhaling de beste resultaten behaald in vergelijking met diverse wereldwijde topspelers op dit gebied Deze technologie is zeer nuttig voor deze kennisbehoefte. Eerdere projecten (zie §1.9 en hoofdstuk 7) baseerden zich slechts op een deel van de kennis die we nu tezamen hebben. Het unieke van dit project is dat we dankzij het Mind’s Eye programma van DARPA en het onderzoek in de vraaggestuurde programma’s Veilige Maatschappij en Security and Safety nu voor het eerst zicht hebben op een coherente oplossing voor beschreven problematiek. Voor dit project zijn relevante stakeholders van KMar, politie, Schiphol en CMI vroegtijdig betrokken. In dit project wordt toegewerkt naar een oplossing op maat voor de KMar. Daarnaast bieden de resultaten van het project de basis voor een brede toepassing van de technologie binnen het veiligheidsdomein (zie §1.7). Mogelijke toekomstige eindgebruikers, waaronder verschillende eenheden van de KMar, de nationale politie, Douane, Ministerie van Defensie, AIVD en AAS worden uitgenodigd om zitting te nemen in de klankbordgroep (zie §2.5.1). De huidige in de markt beschikbare videoanalyse software kan personen en voertuigen in beelden detecteren en relatief eenvoudige acties zoals: persoon passeert lijn, en persoon komt gebied binnen. Enkele buitenlandse partijen beweren incidenten zoals vechten te kunnen detecteren, dit gebeurt dan veelal op basis van ‘optical Aow’ of ‘anomaly detection’, wat beiden aantoonbaar veel valse alarmen oplevert. De voorgestelde oplossing analyseert individuele gedragingen en de interactie tussen personen. Dit gaat duidelijk een enorme stap verder dan de in de markt beschikbare software en is essentieel voor een succesvolle oplossing voor de beschreven problematiek. QVI en TNO hebben de afgelopen jaren veel relevante kennis opgebouwd over afwijkend gedrag en het detecteren van specifieke gedragingen. Het is een logische stap deze kennis toe te passen op de context van de KMar en de haalbaarheid van het geautomatiseerd herkennen van afwijkende gedragingen in het domein van cameratoezicht, handhaving en opsporing te onderzoeken en demonstreren.
Probleemstelling In de vorige paragraaf is reeds geconstateerd dat de hoeveelheid te bekijken beeldmateriaal snel toeneemt, er druk staat op het aantal beschikbare medewerkers, de mens na verloop van tijd matig presteert als het gaat om het signaleren van incidenten en de wens bestaat om incidenten vroegtijdig te detecteren, liefst al voordat ze gebeuren. Dit zet een zodanige druk op de organisaties die zich bezighouden met cameratoezicht en opsporing, dat er een sterke behoefte ontstaat om een helpende hand te krijgen van automatisering, dus automatische detectie van relevante gebeurtenissen (afwijkende gedragingen en incidenten). Het geautomatiseerd herkennen van relevant afwijkend gedrag is lastig omdat: • menselijk gedrag zeer variabel is; • het zich afspeelt te midden van normaal gedrag; • omstandigheden als omgeving, weer, drukte, dreigingsniveau van invloed zijn op de detectie; • het detecteren van een enkele gedraging vaak onvoldoende is om te kunnen herleiden naar een incident;
___________
Pagina 8 van 33
Projeetpian
1
20 februari 2014
de context er toe doet. Als nu niet in deze innovatiebehoefte wordt voorzien dan zal het steeds moeilijker worden om relevante beelden in de totale beeldenstroom te vinden en zal de nagestreefde verhoging van de productiviteit van de organisaties die betrokken zijn bij cameratoezicht, handhaving en opsporing onder druk komen te staan. In de context van kritieke infrastructuur, zoals Schiphol, leidt uitstel van dit project tot lange (en toenemende) reactietijden bij crisissituaties en incidenten, terwijl de luchthaven een flinke groei aan passagiers voorziet. Schiphol is in 2013 uitgeroepen tot de beste en veiligste luchthaven van Europa en heeft de ambitie om dat te blijven. Proactief cameratoezicht levert een bijdrage aan verbeterde safety en security op Schiphol.
1.3
Doelstelling De doelstelling van dit project is: Op geautomatiseerde wijze gedrag herkennen in camerabeelden: o in real-time, met maximaal drie seconden vertraging; o proactief in plaats van reactief, focus of afwijkende gedragingen die plaatsvinden véér escalaties of incidenten; o met minimaal 75°k detectiekans voor afwijkende gedragingen die duidelijk waarneembaar zijn (voorbeelden zijn: agressie, opwachten, koffer achterlaten, etc.), dit wil zeggen drie kwart van de gevallen wordt gedetecteerd; o met minimaal 50°/o detectiekans voor afwijkende gedragingen die impliciet waarneembaar zijn (voorbeelden zijn: shouldering, ronselen, etc.), dit wil zeggen de helft van de gevallen wordt gedetecteerd; o met maximaal 1 onterecht alarm per camera per minuut, dit wil zeggen dat een operator maximaal eens per minuut een onterechte detectie moet falsificeren door deze enkele seconden te bekijken en daarna af te sluiten; met maximaal 1 onterecht alarm per minuut is de verwachting dat de operator zijn/haar taak nog effectief zal kunnen uitvoeren. Een realistische business case om het prototype inpasbaar te maken op de Schiphol GMI infrastructuur.
*
Het is de gezamenlijke verantwoordelijkheid van de KMar, QVI en TNO om de eisen en omstandigheden aan het prototype zodanig te kiezen dat deze voldoende meerwaarde biedt om het projectdoel te realiseren, maar wel past binnen de kaders van tijd en geld. Het resultaat van het project zal de KMar in staat moeten stellen de voordelen, de risico’s en de ïnvesteringen voor implementatie van het geautomatiseerd herkennen van afwijkend gedrag te kwantificeren en een besluit te nemen over de benodigde vervolgstappen. Daartoe voeren we een uitgebreide validatie uit, op basis van vooraf geselecteerde representatieve camerabeelden afkomstig van Schiphol. Achtergrond informatie: Deze doelstellingen zijn erg ambitieus, omdat Schiphol een drukke omgeving is met veel bezoekers en reizigers, met veel activiteit, verschillende doelgroepen en een verscheidenheid aan culturen en vele diverse gedragingen. Die veelheid en diversiteit aan gedrag, en mensen die vaak maar half in beeld zijn in verband met de drukte, maakt een accurate herkenning van gedrag een technische uitdaging. De grootste uïtdaging komt voort uit het feit dat het interessante gedrag maar heel weinig voorkomt; het overgrote deel van het gedrag is volkomen normaal en heeft niets te maken met incidenten of ongewenste situaties. Het is zoeken naar de speld in de hooiberg zonder daarbij teveel onterechte alarmen te genereren. In het vraaggestuurd programma is een inschatting gemaakt van de technische implementeerbaarheid van elke van de 196 gedragingen die daar als afwijkend werden beschouwd in het kader van terrorisme indicatoren in het openbaar vervoer Pagina 9 van 33
Projectp~an
20 februari 2014
(CTOV ‘09). Ondertussen is de technologie een stuk verder ontwikkeld, met name door de DARPA en HTSM programma’s. Er zijn diverse beproevingen gedaan, zoals op het Utrechtse winkelcentrum Kanaleneiland in 2013. Dit heeft nog niet geresulteerd in een product, maar gezien de positieve resultaten met een aantal bouwstenen van gedragsherkenning op het Kanaleneiland, wordt verwacht dat de technologie, na verder ontwikkeling, goed op Schiphol kan presteren, waarde omstandigheden lastig zijn. Zoals in de bovenstaande doelstelling is genoemd zijn er bepaalde gedragingen die goed detecteerbaar zijn en veel voorkomen en andere gedragingen, die slechts ten dele en/of indirect detecteerbaar zijn en minder voorkomen, maar een veel hogere impact hebben. In de selectie van gedragingen stellen we daarom een mix voor van de twee categorieën van gedragingen. Omdat Schiphol een omgeving is waar nog geen beproevingen zijn uitgevoerd, zullen we de daadwerkelijke haalbaarheid van elke geselecteerde gedraging vaststellen binnen dit project, alsmede de impact voor de KMar en Schiphol. We streven naar een goede balans van de haalbaarheid en het belang voor de werkprocessen van de KMar en de veiligheid op Schiphol.
1.4
Resultaten en tussenresultaten Het project wordt fasegewijs uitgevoerd en levert per fase de volgende resultaten op: Fase 1 • Rapportage van de geselecteerde incidenten en bijbehorende afwijkende gedragingen. • High level design (globaal ontwerp) prototype • Beschrijving van de business-architectuur (hoe past prototype, zoals beschreven in het high level design, in de bedrijfsvoering van de KMar en in de toekomst voor de gehele veiligheidsmarkt in Nederland) en hoe kan worden voldaan aan de relevante wet- en regelgeving. Fase 1 zal worden afgesloten met een go/no go beslissing. Fase 2 • Rapportage over het ontwerp van het prototype. Dit ontwerp zal ook een inschatting bevatten van de verwachte nauwkeurigheid van de automatische gedragsherkenning en de validiteit van de geselecteerde afwijkende gedragingen. • Rapportage over systeem architectuur • Fase 2 zal worden afgesloten met een go/no go beslissing, gebaseerd op een gedetailleerd ontwerp voor de demonstraties. Fase 3 • Een prototype waarmee de haalbaarheid van het geautomatiseerd herkennen van afwijkend gedrag bij cameratoezïcht (live alarmering bij afwijkend gedrag) kan worden aangetoond en die zodanig goed presteert dat te verwachten is dat het bij invoering tot meer heterdaadkracht en betere opsporingscijfers tegen lagere kosten leidt. Het prototype produceert automatische annotaties van gedetecteerde gedragingen, die worden gevisualiseerd in het camerabeeld. De bepaling van wat voldoende goed is, wordt door de stuurgroep vastgesteld in fase 1. Daarnaast zal een business case worden opgeleverd voor invoering van de technologie binnen de KMar op Schiphol. Hierbij worden in ieder geval de volgende zaken beschouwd: relevante wet- en regelgeving (onder ander op het gebied van privacywetgeving); interoperabiliteit met relevante andere (bestaande) systemen; werkprocesses; user interfaces; -
-
Pagina 10 van 33
Projectplan 1 20 februari 2014
-
cameradekking; kosten voor de KMar; besparingen in tijd, geld of capaciteit die met implementatie worden behaald.
Per fase wordt beoordeeld wat de inpasbaarheid is op Schiphol.
1.5
Afbakening De functionele prototypen, zoals omschreven in de vorige paragraaf, zijn geen uitontwikkelde softwaretoepassingen. Het resultaat van het project is een prototype, met een TRL-niveau’2 van 6: ‘prototype demonstration in a relevant environment’. De doorontwikkeling naar een volwassen product gaat na dit project plaatsvinden, maar het prototype blijft beschikbaar voor de KMar (zie §1.6).
1.6
Effecten van het project De resultaten van het project kunnen gebruikt worden als basis om een alerteringssysteem voor toezichtruimtes en een intelligente zoekmachine voor opsporingsdoeleinden te kunnen doorontwikkelen tot product geschikt voor implementatie. Het TRL niveau van 6 is een grote stap voorwaarts en een enorme uitdaging, rekening houdend met de complexe omgeving van Schiphol. Op Schiphol is er een continue dreiging van terrorisme en criminaliteit, daarnaast is het altijd druk, er verkeren mensen uit de hele wereld, er is veel activiteit, en de prevalentie van incidenten is laag tussen vele mensen die normaal gedrag vertonen. Dat maakt een adequate herkenning van gedrag een zeer uitdagende doelstelling. Er is internationaal geen enkel bedrijf of kennispartner die een werkend prototype heeft kunnen laten zien in deze uiterst complexe omgeving. Voorgaande onderzoeken in Nederland, de EU of elders, heeft nimmer geresulteerd in een real-time prototype, laat staan een live demonstratie op een luchthaven. De belangrijkste voordelen voor de KMar zijn te vinden in de verhoogde efficiëntie en effectiviteit zowel voor proactief cameratoezicht als opsporing. De KMar kan op Schiphol gebruikmaken van de resultaten van dit project. Het prototype wordt voor gebruik gratis ter beschikking gesteld aan de KMar en zal op 5 PC’s geïnstalleerd worden. De resultaten zijn daarnaast relevant voor verschillende andere partijen binnen het veiligheidsdomein (zie § 1.7) en dienen als basis voor bredere toepassing van de technologie. TNO heeft met QVJ een TP overeenkomst afgesloten voor het gebruik van de beschreven technologie in het onderhavige project en in toekomstige producten die door QVI op de markt gebracht zullen gaan worden. QVI zal bij gebleken succes van de pilot bij de KMar op Schiphol, de software verder uitontwikkelen tot meerdere marktproducten. Deze zullen specifiek op de verschillende PMC’s (product-markt-combinaties) worden toegesneden. Zo zal door QVI geïnvesteerd worden in producten voor de overheidsmarkt, meer specifiek voor de Nederlandse openbare orde en veiligheidsmarkt, dïe breed aangeboden gaan worden. Gelet op de bij wet vastgelegde positie van TNO (publieke instantie) zal QVI conform de Europese regelgeving een zogenoemde marktconforme vergoeding betalen voor het intellectuele eigendom van TNO waarop zij een exclusief gebruiksrecht heeft verworven. QVI zal deze vergoeding naast de andere investeringen en ontwikkelingskosten als component meenemen in haar prijsvoering naar de markt. Echter in samenspraak met TNO zal QVI voor wat betreft de IP-component in de prijsvoering voor de Nederlandse overheidsmarkt het percentage in de ontwikkelingskosten wat betaald is door de Nederlandse overheid in de vorm van subsidies of specifieke bijdragen aan TNO, naar rato niet doorberekenen in de verkoopprijs. QVT zal in voorkomend geval dan ook een lagere vergoeding voor het exclusieve gebruiksrecht afdragen aan TNO. Hierdoor ontvangt niet alleen de KMar en forse korting maar de gehele Nederlandse overheidsmarkt. Pagina 11 van 33
Projectplan
1
20 rebruari 2014
De afspraken hierover zijn in de planning als een tussenproduct opgenomen. De invoering van de beschreven technologie heeft invloed op~ en is afhankelijk van wet~ en regelgeving, werkprocessen, (dynamiek van) camerastandpunten en samenwerking met andere relevante systemen. Deze integratie valt buiten het onderzoek van dit huidige project, maar het project houdt hier wel op proactieve wijze rekening mee door aan te geven door wie en op welke wijze deze punten geadresseerd dienen te worden. De KMar organiseert tussentijds overleg met de system integrators (Bosch, Siemens, Genetec). Werkprocessen worden beïnvloed doordat men straks op allerleï andere wijzen door de informatie heen kan stappen. Dit zal ook weer zijn invloed hebben op de gebruikersomgeving, waarbij het nuttiger en makkelijker zal blijken te zijn om context van informatie direct mee te presenteren: andere beelden, kaarten, GIS informatie en causaliteits- en predictorketens van gedrag. Ook de opleiding en training van toezichthouders zal een extra positieve impuls krijgen door de specifieke inzichten die dit project gaat opleveren op het gebied van afwijkend gedrag op Schiphol. Het is al aangetoond dat kennis van afwijkend gedrag gebruikt kan worden in de Spottersopleiding en in virtual reality trainingssimulaties. Dit is mogelijk voor reguliere opsporing & handhaving, maar ook voor bewaken & beveiligen, voor evenementenveiligheid en voor het afwenden van terroristische dreigingen. Specifiek de experimenteeromgeving Bewaken & Beveiligen kan gebruik maken van de detectie van afwijkend gedrag in de bouwsteen Intelligente Dreig ingsdetectie. —
—
Relevant actueel beleid betreft o.a. de aanpak tegen (woning)overvallen, tegen drugscriminaliteit en overlast, tegen voetbalvandalisme, tegen jeugdcriminaliteit, tegen koperdiefstal, bewaken en beveiligen en in het algemeen de bescherming van kritieke infrastructuur en terrorïsmebestrijding. Andere relevante beleidskaders zijn: meer blauw op straat! blauw meer op straat, en informatie gestuurd optreden en versterken heterdaadkracht. De Roadmap Beeldtechnologie Veiligheidsdomein (MinBZK / DSP Groep, 2010) noemt drie mijlpalen voor 2015, waarbij het reconstrueren van incidenten en het filteren van relevante beelden specifiek op deze behoeftestelling betrekking hebben.
1.7
Gebruikers Naast de KMar zijn de resultaten van dit project relevant voor andere partijen binnen de publieke en private veiligheid, bijvoorbeeld: politie, Douane, gemeenten, particuliere beveiligingsorganisaties, videosurveillance systeemintegrators, beheerders van kritieke infrastructuur, inlichtingen, en veiligheidsdiensten. Naast de vele contacten met de nationale politie is er interesse getoond vanuit verschillende eenheden van de KMar, zoals de Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten (BSB) en het Expertisecentrum Identiteitsfraude en Documenten (ECID). Mogelijke toekomstige eindgebruikers zullen worden uitgenodigd zitting te nemen in de klankbordgroep.
1.8
Randvoorwaarden De relevante randvoorwaarden voor het welslagen van dit project zijn: De KMar levert relevante camerabeelden van voldoende kwaliteit afkomstig van het publieke domein op Schiphol. Tussen de KMar en TNO is reeds een geheimhoudingsverklaring ondertekend waarin het gebruik van camerabeelden afkomstig van de KMar op Schiphol is vastgelegd. Het juridisch aspect is voldoende afgedekt omdat voor het bewaren van camerabeelden door TNO het volgende geldt:Er is geen vaste wettelijke termijn voor het bewaren van beelden ten behoeve van onderzoeksdoeleinden. Daarom zullen we voor het project Harvest, in een aparte geheimhoudingsverklaring met TNO, afspreken dat de Pagina 12 van 33
Projeetpian
1
20 februar~ 2014
camerabeelden alleen mogen worden gebruikt voor de onderzoeksdoeleinden zoals beschreven in het projectplan Harvest. Dat de bewaartermijn van de camerabeelden tot aan het eind van het project Harvest geldt en dat daarna de beelden worden vernietigd. In het project zal geen gebruik worden gemaakt van persoonsgegevens en ook niet van het koppelen van beelden met personen. *
1.9
De criteria waaraan de camerabeelden dienen te voldoen worden gezamenlijk vastgesteld tijdens de eerste fase van het project (zie §2.2).
•
Beschikbaarheid van middelen en steun van de subsidieverstrekker (NCTV) en de opdrachtgever (KMar) richting opdrachtnemer (QVI).
•
Actieve rol betrokken partijen gedurende het hele project in het ondersteunen van het project (beschikbaarheid van kennis, kunde en middelen).
Relatie met andere projecten In dit project wordt gebruik gemaakt van achtergrondkennis die in voorgaande, zie hoofdstuk 7, en lopende projecten en programma’s bij TNO is en wordt ontwikkeld. Eerder uitgevoerde projecten baseerden zich slechts op een deel van de kennis die nu voor het eerst tezamen gebruikt gaat worden, TNO heeft aanpalende onderzoeksprojecten in uitvoering en in uitvoering gehad waarvan de technologie en kennis deels gebruikt kan worden binnen dit project. Zoals eerder vermeld wordt in dit project gebruikgemaakt van kennis die is opgebouwd binnen het TNO vraaggestuurde programma’s Veilige Maatschappij en Security and Safety. Binnen dit programma is in de context van het huidige voorstel gekeken naar terrorisme en zakkenrollen, nog niet naar andere incidenten. Het onderzoek was gebaseerd op interviews en literatuurstudie, niet op videobeelden en geautomatiseerde gedragsherkenning. In vraaggestuurde programma’s wordt fundamentele kennis opgebouwd —en mag- niet over worden gegaan tot het maken van prototypes met specifieke bedrijven. Daar zijn andere financieringsvormen voor, Dit NCTV project is precies de volgende stap na een vraaggestuurd programma vanuit het perspectief van maturiteit van kennis en technologie. Zoals beschreven in paragraaf 1.6, heeft TNO met QVI een IP overeenkomst afgesloten voor het gebruik van de beschreven technologie in het onderhavige project en in toekomstige producten die door QVI op de markt gebracht zullen gaan worden. Ook heeft dit project relaties met verschillende andere projecten die gericht zijn op ‘real time intelligence’ en ‘video content analyse’ bij verschillende veiligheidspartners, bijvoorbeeld geluidsdetectie (Vaudeo-project), beeldanalyse voor opsporing van kinderporno (VizXview) en volautomatisch samenvatten van beelden (AVACS). Het unieke van dit project is dat gekeken wordt naar het geautomatiseerd herkennen van (afwijkende) gedragingen die gekoppeld zijn aan bepaalde incidenten in videobeelden. Het innovatieve aspect van dit project is dat kennis over afwijkend gedrag (SDR, spottersopleiding en het vraaggestuurde programma) wordt gecombineerd met internationale state-of-the-art gedragsherkenning technologie (zie prestaties in DARPA programma) om in real-time gedragingen te detecteren in de moeilijkst denkbare en qua veiligheid meest belangrijke omgeving, namelijk een van de grootste luchthavens van Europa, Schiphol. Dat is nog geen enkel bedrijf in de wereld eerder gelukt. Er zijn grote uitdagingen op het gebied van kennis en technologie om dit te realiseren: de technologie moet afwijkend gedrag gaan herkennen (tot nu toe is de technologie louter in staat om expliciete gedragingen te herkennen), de technologie moet in real-time gedrag herkennen (tot nu toe kan de technologie alleen terugkijken), en de technologie moet werken in een drukke omgeving waar altijd activiteit is (tot nu toe werkt de technologie alleen in rustigere omgevingen). Dit project is innovatief en kan een internationale Pagrna 13 van 33
Projeetpian 1 20 februari 2014
doorbraak betekenen voor effectiever en proactief toezicht op de veiligheid en welzijn van de passagiers.
Pagina 14 van 33
Projectplan
1
20 februari 2014
Projectaanpak Aanpak Voor projectmanagement wordt de Prince2 methodiek gehanteerd. De kern van de methodiek is dat: • De zakelijke rechtvaardiging regelmatig (en in ieder geval na elke fase) getoetst wordt. • Er duidelijk gedefinieerde rollen en verantwoordelijkheden zijn. • Uitzonderingen de basis zijn om te managen. Om efficiënt en effectief gebruik te maken van managementaandacht worden verantwoordelijkheden gedelegeerd met de bijbehorende speelruimte. • Er wordt gewerkt volgens een productgerichte aanpak.
Live demonstrator Selectie van gedragingen en camera s (WP1.1)
Annotatie en validatie (WP2.1)
.
Functioneel ontwerp (WP1.2)
1 1
1 i
Gedragscamera
Cehruiksscenario’s
real-time demonstrator
en
(WP3.1
interface
:
—
t ‘t
1
ml
‘t
(wP2.2)
& WP3.2)
1 1
1
-o
1 tol
Architectuur (WPZ.3) KMar Schiphol Werkomgeving, processen en systeem (WP1.3)
.1ri.~ dJüi2;IL.a
N
1
—
Fasering Het project zal bestaan uit drie fasen, waarbij de totale doorlooptijd 14 maanden betreft. De KMar is verantwoordelijk voor de opgeleverde werkpakketten in de verschillende fases richting de NCTV. De stuurgroep beslist uiteindelijk of elk werkpakket naar behoren is uitgevoerd bij de genoemde faseovergangen in het project. Fase 1: (3 maanden) WP 1.1: Selectie van incidenten en gedragingen In dit werkpakket wordt vastgesteld welke incidenten een prioriteit zijn voor KMar en welke daarbij horende afwijkende gedragingen voldoende voorspellend zijn. Zoals eerder gemeld, wordt hierbij gebruik gemaakt van de generieke kennis en inzichten die het vraaggestuurde programma, de spottersopleiding en SDR hebben opgeleverd over het definiëren en spotten van afwijkend gedrag in de brede zin. In dit project worden uit de generieke afwijkende gedragingen een aantal specifieke Pagina 15 van 33
Projectp an
20 februar 2014
gedragingen geselecteerd, die voor de veiligheid op Schiphol en de KMar in het bijzonder, van belang zijn. Deze specifieke gedragingen worden afgestemd op waar de KMar het meeste winst mee kan behalen in proactief toezicht. In voorbereidingen op dit project, hebben QVI en TNO het Schiphol-GMI overleg (juli ‘13) en de KMar-CTR overleg (november’13) bezocht. Ook is de lijst van 196 afwijkende gedragingen, een resultaat uit het NCTV cTov programma (‘09), beoordeeld op relevantie door KMar en op technische haalbaarheid door TNO (november ‘13). De voorbereidin en hebben eleid tot een shortlist van interessante incidenten:
Hier dient een selectie uit gemaakt te worden, en een decompositie naar waarneembare afwijkende gedragingen in de videobeelden. Binnen het project zal dus gekeken worden naar afwijkende gedragingen die aan de bovenstaande incidenten vooraf gaan. Het detecteren van bijvoorbeeld het moment dat een portemonnee wordt gerold uit iemands zak is vrijwel onmogelijk, omdat dit visueel (bijna) niet te onderkennen is vanuit het videobeeld, en daarom zal de technologie dit gedrag niet kunnen herkennen met redelijke precisie. Mede daarom wordt binnen dit project ekeken naar afwi kend edra dat aan zulke incidenten vooraf aat.
Om een project succesvol te maken en een prototype op te leveren dat meerwaarde heeft voor de KMar, dient een goede balans gevonden te worden tussen mogelijke afwijkende gedragingen en wat realistisch is om te herkennen met technologie. Daarom is het voor het project essentieel dat een videoanalyse specialist en gedragswetenschapper helpen bij het maken van de afweging welke gedragingen onderdeel moeten worden van het prototype. Een videoanalyse specialist en een gedragswetenschapper gaan daarom een week meekijken met de KMar op Schiphol. Daarnaast zal reeds aanwezig relevant beeldmateriaal van bepaalde incidenten worden geanalyseerd. De incidenten en gedragingen worden gepresenteerd in een workshop, waarin een selectie wordt gemaakt in samenspraak met eindgebruikers, gedragswetenschappers en videoanalyse specialisten. Hierbij worden de operationele wensen en technische mogelijkheden (zie ook WP 1.3) gecombineerd. WP 1.2: High level design Op basis van de geselecteerde incidenten en gedragingen wordt een globaal ontwerp gemaakt van het prototype. Het ontwerp omvat de functionele componenten, zoals het volgen van personen, bewegingskenmerken van het gedrag, representatie van het gedrag, patroonherkenning, en visualisatie van gedetecteerde gedragingen. Het ontwerp brengt de functionele componenten samen die nodig zijn voor het specifieke prototype en de geselecteerde gedragingen. Het ontwerp definieert de process en data flow en de interfaces tussen de functionele componenten. WP 1.3: Werkprocessen KMar Er zal in de praktijk geïnventariseerd worden wat er nodig is om het ontwerp van de software optimaal te kunnen laten aansluiten bij de gebruikseisen. Dit zal resulteren in een beschrijving van de relevante businessarchitectuur en zal antwoord geven op de vraag welke bedrijfsprocessen van de KMar de software ondersteunt, wat de onderlinge relaties zijn en welke functionele eisen gesteld worden aan het prototype. In hoofdlijnen zal de technologie ondersteuning bieden aan de KMar operators en RTIC door een detectie van gedrag genereren. De Marechaussees zullen het afwijkende gedrag valideren en moeten beslissen over de eventuele prioritering en opvolging. Pagina 16 van 33
Projectplan
[
20 februari 2014
Tevens wordt in dit werkpakket de relevante wet- en regelgeving onderzocht en wordt geborgd dat het “high level design” en de ontwikkeling van de architectuur voldoen aan deze wet- en regelgeving. Onderdeel hiervan is dat privacy verhogende maatregelen (PET, Privacy Enhanced Technology) in een vroeg stadium worden gedefinieerd. Ook tijdens de overige fasen zal continu getoetst worden aan de randvoorwaarden volgend uit wet- en regelgeving met in het bijzonder aandacht voor de privacy aspecten hiervan (privacy by design). Fase 2: (5 maanden) WP2.I: Videobeelden annoteren en afwijkende gedragingen val!deren Een verzameling van representatieve videobeelden moet worden verzameld, geselecteerd en geannoteerd. De vïdeobeelden zullen worden geannoteerd aan de hand van de hiervoor opgestelde lijst van afwijkende gedragingen. De validiteit van de afwijkende gedragingen moet vervolgens getoetst worden door het analyseren van videobeelden waarop (de aanloop naar) het betreffende incident te zien is. Hierbij wordt op basis van videobeelden onderzocht of de afwijkende gedragingen ook echt voldoende voorspellend en onderscheïdend zijn voor de incidenten. De KMar is verantwoordelijk voor het aanleveren van geschikt videomateriaal. Een groot aantal videobeelden van elk van de te herkennen afwijkende gedragingen is essentieel voor een succesvolle geautomatiseerde gedragsherkenning. Daarnaast is de kwaliteit van de annotatie van groot belang. WP2.2: Demonstratie design Een gedetailleerd ontwerp wordt gemaakt voor het prototype en de in fase 3 uit te voeren demonstraties. Relevante gebruiksscenario’s worden beschreven, inclusief hoe het prototype voor die scenario’s van meerwaarde zal zijn. De visualisatie van de gedetecteerde gedragingen en de presentatie van de alarmen aan de gebruikers worden ook vastgelegd in dit werkpakket. WP2.3: Architectuur Om te borgen dat het te ontwikkelen systeem straks van meerwaarde is voor de KMar en ander veiligheidspartijen en naadloos aansluit op de KMar werkprocessen is het belangrijk dat er architectuurkaders worden gedefinieerd. Dit is benodigd om WP3.3 (beschrijving van een realistische business case voor de invoering van de technologie in samenwerking met system integrator) te kunnen starten. De toegevoegde waarde van het definiëren van architectuur is: Krijgen van inzicht in samenhang. In de architectuur wordt inzichtelijk gemaakt uit welke componenten de verschillende onderdelen van de informatievoorziening rondom cameratoezicht zijn opgebouwd, waarom die componenten er zijn en welke uitgangspunten en spelregels er gelden voor de doorontwikkeling van die componenten. Creëren van flexibiliteit. De architectuur wordt zodanig opgebouwd dat er voldoende flexibiliteit is om toekomstige veranderingen op te vangen. Het is bijvoorbeeld belangrijk de verschillende onderdelen dusdanig te moduleren dat een andere video-standaard niet leidt tot het herbouwen van de applicatie. • Borgen van integratie en standaardisatie. Door architectuur wordt geborgd dat zoveel mogelijk van bestaande standaarden rondom data (video input formats, database output formats) en processing (distributed computing gebruik makend van camera processing standaards) worden toegepast. • Beheersen van risico’s. Door architectuur worden alle componenten in beeld gebracht waardoor risico’s toegekend kunnen worden aan componenten. Dit maakt beslissingen op componentniveau mogelijk i.p.v. alleen over het totaal. • Beheersing van kosten. Gefundeerde keuzes maken m.b.t. ICT voorzieningen kan alleen als inzichtelijk wordt gemaakt uit welke componenten de voorziening is opgebouwd, hoe deze samenhangen en wat de impact van wijzigingen is. Pagina 17 van 33
Projeetpian [ 20 februari 2014
In dit werkpakket zal de volgende relevante (domein videobewaking) architectuur worden gedefinieerd: Information systems architecture. De ICT systemen in de keten van videobewaking worden in kaart gebracht met onderscheid tussen data en applicaties. Voor zowel de data als de applicaties wordt onderscheid gemaakt tussen drie niveaus: 1. Componenten die betekenisvol zijn voor de gebruiker, 2. de logische componenten en 3. de fysieke componenten. Deze informatiearchitectuur geeft inzicht in de samenhang tussen de componenten, de onderlinge afhankelijkheden en gegevensstromen. Technology architecture. De technische architectuur beschrijft de fysieke aspecten, de technische infrastructuur (hardware componenten en netwerken). WP 2.4: Overeenkomst inzake terugverdienen investeringen
In dit werkpakket worden door de KMar de afspraken geformaliseerd over de korting voor de Rijksoverheid op de afname van het in dit project opgeleverde producten en hiervan afgeleide (na het beëindigen van het project verder ontwikkelde) marktproducten. De afspraken worden conform paragraaf 1.6 van dit projectplan vastgelegd in een uitgewerkte overeenkomst.
Fase 3: (6 maanden) WP 3.1: Ontwikkelen prototype Er zullen twee prototypes ontwikkeld worden: Demo validatie. In deze validatie zal een collectie video’s worden opgenomen. Op deze video’s wordt de eerste versie van het prototype toegepast, om de geselecteerde gedragingen in terug te zoeken. Met deze zoekresultaten worden de prestaties vastgesteld. Deze validatie wordt gebruikt als feedback voor verdere verbetering voor de demonstratie van de live gedragsherkenning. Demo live pedraasherkenning, In deze demonstratie zullen camerabeelden live worden geanalyseerd en de geselecteerde gedragingen worden in real-time gedetecteerd. Op basis van een interesse profiel van de cameraobservant zal bij gedetecteerde gedragingen een alarm worden gegeneerd. WP 3.2: Implementatie prototype Beoogd wordt de voorgestelde ontwikkeling te implementeren in de bestaande video management structuur van de Gemeenschappelijke Meldkamer Infrastructuur (GMI) zoals die op Schiphol is geïmplementeerd. Beelden uit de GMI zullen in realtime worden geanalyseerd middels het voorgestelde prototype. In dit werkpakket wordt het prototype geïmplementeerd, dit wil zeggen het ontwikkelen van de software die de videobeelden inleest, analyseert, en geselecteerde gedragingen detecteert. De implementatie van het prototype zal plaatsvinden in een iteratieve ontwikkelcyclus, “build a little, test a little”. In feite is het een continue afwisseling van korte ontwikkel- en testfasen tussen de KMar en het projectteam. Het prototype zal op 5 PC’s operationeel blijven bij de KMar na afloop van het project. De KMar heeft toegezegd om na het project bij te dragen aan verdere integratie in hun werkprocessen. In de uitgangspunten daarvan is bepaald dat de technische kwaliteit van de toegepaste camera’s, het netwerk en de opslag van data aan hoge eisen moet voldoen. Als gevolg hiervan is onder andere besloten dat: Het netwerk in staat moet zijn non blocking camera signalen te kunnen transporteren. • De minimale beeldresolutie 4 CIF of equivalent dient te bedragen. • De presentatie van live beelden en de opslag daarvan geschiedt op basis daarvan met 25 frames per seconde. Verder zijn aan deze eisen nog voorwaarden toegevoegd mbt de beschikbaarheid. Pagina 18 van 33
Projeetpian 1 20 februari 2014
Ontwikkelingen zoals in dit project bedoeld zullen geschieden op basis van de hiervoor genoemde uitgangspunten. WP 3.3: Beschrijven business case Een voorstel wordt gemaakt voor een realistische business case voor de doorontwikkeling van de technologie tot een toepasbaar product. Hierbij wordt gekeken naar de kosten voor de KMar en de besparingen in tijd, geld en/of capaciteit die met implementatie worden behaald. Daarnaast wordt de architectuur, zoals ontwikkeld in WP 2.3, wordt gereviewed en vervolmaakt op basis van de ervaringen bij het ontwikkelen van het prototype (WP 3.1 en WP 3.2). Tijdens de ontwikkeling van het prototype is een continu toetsing met de randvoorwaarden volgend uit wet- en regelgeving, met in het bijzonder aandacht voor de privacy aspecten hiervan (privacy by design). Ook deze bevindingen zullen worden opgenomen in de definitieve architectuur. Uiteindelijk wordt in dit werkpakket gedefinieerd wat moet gebeuren om de architectuur, zoals initieel beschreven in WP2.3 en vervolmaakt in deze fase, te realiseren en hoe dat uitgevoerd gaat worden. De uiteindelijk gewenste functionaliteit zal beschreven worden en worden opgedeeld in zo klein mogelijke eenheden die wel afzonderlijk bruikbaar zijn. Deze functionaliteiten zullen worden geprioriteerd m.b.v. de MoSCoW (must-have, should have, could have, would have) methodiek. Het resultaat zal een roadmap voor de doorontwikkeling zijn met een gedetailleerd plan voor de eerste fase, na dit project, waarin de “must-have” functionaliteit is opgenomen. Daarnaast zal worden geschetst welke mogelijkheden er zijn om dit prototype voor andere delen van de KMar door te ontwikkelen. WP 3.4: Einddemonstratie en disseminatie De eindgebruikers en stakeholders worden geïnformeerd over de resultaten, lessons-learned en toekomst van de gedragscamera. Dat gebeurt in een afsluitende workshop, waarbij veiligheidspartners beschikking krijgen over een eindrapport en de mogelijkheid om een presentatie bij te wonen. In de demonstratie zullen camerabeelden live worden geanalyseerd en de geselecteerde gedragingen worden in real-time gedetecteerd.
2.3
Interne en externe afhankelijkheden Het beschikbaar hebben en goed kunnen leveren van relevant beeldmateriaal, dat voldoet aan de in fase 1 gestelde criteria, is een belangrijkste afhankelijkheid voor het welslagen van het project, naast het beschikbaar hebben en houden van de relevante projectdeelnemers binnen de KMar (i.v.m. de lopende reorganisaties). De stuurgroep zal er op toezien dat met deze afhankelijkheden rekening wordt gehouden en tijdig wordt bijgestuurd. Zie verder ook paragraaf 1.8 en 1.9.
2.4
Mijlpalen Mijlpaal la: Vaststelling dat de door de KMar aangegeven gedraging met kans op succes door de beschikbare software te detecteren valt. Afsluiting werkpakket 1.1 go/no-go naar vervolg fase 1 Mijlpaal ib: Definitie demonstratie. Deze mijlpaal sluit fase 1 af, en zal als go/no go beslissing voor fase 2 dienen. Mijlpaal 2: Critical design review. Deze mijlpaal sluit fase 2 af, en zal als go/no go moment beslissing voor fase 3 dienen. Pagina 19 van 33
Projectplan
1
20 februari 2014
Mijlpaal 3: Het beschrijven/evalueren van het onderzoek met daarin de bevindingen van de 3 fasen.
2.5
Projectorganisatie
2.5.1
Organisatieschema Subsidie verstrekker: NCTV Opdrachtgever: KMar(
)
Opdrachtnemer/projectteam Het project wordt uitgevoerd door een projectteam bestaande uit werknemers van de KMar en van QVI en TNO. Vanuit de KMar komt het projectmanagement. QVI en TNO leveren de technologische en gedragswetenschappelijke ondersteuning. Stuurgroep De stuurgroep bestaat uit vertegenwoordigers van: • Koninklijke Marechaussee, District Schiphol; • Projectmanager (KMar); • Notulist (KMar). • QVI_ (adviserende rol bij de besluitvorming van de Stuurgroep); TNO (adviserende rol bij de besluitvorming van de Stuurgroep); • Agendalid Amsterdam Airport Schiphol (AAS); zal met 2 personen vertegenwoordigd zijn. • Agendalid subsidieverstrekker (NCrV); Bij aanvang van het project zal de stuurgroep definitief worden samengesteld. Nadere bepaling: De voorzitter beslist, gehoord hebbende de leden van de stuurgroep.
Klankbordg roep De klankbordgroep zal naar verwachting bestaan uit vertegenwoordigers van: • Verschillende eenheden van de KMar, zoals de Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten (BSB) • Nationale politie (o.a. Programma Sensing). • Douane • Ministerie van Defensie • AND Bij aanvang van het project zal de klankbordgroep definitief worden samengesteld.
2.5.2
Rollen en verantwoordelijkheden Subsidieverstrekker (NCTV) De subsidieverstrekker wordt geadviseerd door de stuurgroep en is betrokken bij go/ no go momenten. Daarnaast ligt bij de subsidievertrekker het besluit om het resterende budget vrij te geven. Stuurgroep De stuurgroep heeft een controlerende en besluitvormende taak. Minimaal vier bijeenkomsten van de stuurgroep zijn voorzien; bij aanvang, bij het bereiken van de mijlpalen (tevens go/no go voor projectfasen) en bij het afsluiten van het project. Bij afwijkingen van het onderhavige projectplan besluit de stuurgroep over de door de uitvoerend projectleider peadviseerde acties. De opdrachtgever is als Pagina 20 van 33
Projectplan
1
20 februari 2014
voorzitter van de stuurgroep eindverantwoordelijk voor de besluiten van de stuurgroep. Een belangrijke taak van de stuurgroep bestaat ook uit het bijdragen aan de realiseerbaarheid van het project. AAS wordt betrokken ten behoeve van implementatie op Schiphol. Klankborgroep De klankbordgroep zal periodiek bij elkaar komen ( 6-wekelijks of 2 maandelijks) en ook de beschikking krijgen over de projectinformatie en de verslagen van de projectgroep en stuurgroep. Voorzitter ( , KMar) De voorzitter van de stuurgroep is verantwoordelijk voor: • eindverantwoordelijk voor het project; • het waarborgen dat het project waarde toevoegt; • het beoordelen van het project in relatie tot de doelstellingen, afwegen van de eisen van business, gebruikers en leveranciers; • het doen besluiten binnen de verantwoordelijkheden van de leden van de stuurgroep. De voorzitter is ook de contactpersoon van het project voor de subsidievertrekker. Projectmanager ( , KMar) De Projectmanager vorm de dagelijkse spil tussen het projectteam en de stuurgroep en is verantwoordelijk voor: • het toezien op het tijdig opleveren van de afgesproken resultaten per fase; • het tijdig afstemmen met de voorzitter over eventuele geconstateerde afwijkingen in het project en in overleg met hem/haar nemen van passende maatregelen; • in overleg met de voorzitter bepalen van datum en agenda van bijeenkomsten van de stuurgroep. Bij de uitvoering van het project kan de projectsecretaris/projectmanager zich laten bijstaan en adviseren door de leden van de stuurgroep. Projectteam (KMar, QVI, TNO) Het projectteam bestaat uit: • projectarchitect; lead wetenschapper; • gedrags- en technische wetenschappers; • software engineers; • cameratoezicht operators. Leden (vanuit kMar/TNO/AAS/NTCV) De leden van de stuurgroep zijn verantwoordelijk voor: • het beschikbaar maken van eenduidige gebruikerseisen en —wensen; • het waarborgen dat de resultaten aansluiten op de gebruikerseisen en wensen; • het waarborgen dat het project de door de gebruikersorganisatie verwachte toegevoegde waarde(n) leveren; • het beschikbaar stellen en leveren menskracht, goederen en/of diensten voor het project; • het beoordelen van de haalbaarheid om de resultaten op tijd en binnen budget op te leveren; • deelname aan de stuurgroep bijeenkomsten bij aanvang, het bereiken van de mijlpalen en bij het afsluiten. Projectsecretaris ( , KMar) De projectsecretaris is verantwoordelijk voor: • notuleren van vergaderingen; • beveiligingsfunctionaris met betrekking tot rubriceren van projectresultaten en geheimhouding van de beelden. Pagina 21 van 33
Projeetptan 1 20 februari 2014
2.5.3
Overlegvormen en frequentie De volgende overlegvormen zijn voorzien: • 1 tot 2 keer per jaar overleg met subsidieverstrekker. • Klankbordgroep: 6 wekelijks c.q. 2 maandelijks. • Stuurgroep: bij start project en bij elke mijlpaal binnen elke fase alsmede de afsluiting van het project, zie paragraaf 2,5.2. • Minimaal 1 regulier overleg per week tussen projectmanager en het projectteam, of naar reële behoefte.
Pagina 22 van 33
Projectplan 1 20 Febwari 2014
Financiën rtarlefTNO2Ol4 CA unior Intelligent Imaging fl8 Medio, Intelligent Imaging X Medio, Human Behaviour NO Medio, Networked Organisations eE Senior Intelligent Imaging
W
tten Fase 1. 1.1 Selectie incidenten en gedrag ngen 1.2 High-level design 1.3 Werkpwcessen Kmar
incl.BTW
Uurtarief QV12014
TNO Uren Kosten NA NS NC NO eE n btw
(lvi Uren Kosten sen or nc .btw
Kmar Uren In-kind
Totaal Kosten mci. btw
Fase 2 2.1 Afwijkende gedragingen 2.2 Demonstrator desIgn 2.3 Ardiltectuur Fase 3
3.1 3.2 3.3 3.4
Ontwikkelen demonstrato, Implementatle demonstrator Besdirijvlng irnplementatietrajed Einddemonstratle en dissemlnatle € fl6.685
Pa
en behouden demo elf kheld om te schuiven met medewerkers binnen de totale omvo,3 von de ro ec Osen.
Pagina 23 van 33
Projectplan
1
20 februari 2014
Plannin GANTT chart van project: 1 1 1.1 12 1.3 2 2.1 2.2 2.3 3 3.1 3.2 3.2 3.3
Fasel Selectie incidenten en gedragingen Hi h level desi n Werkprocessen Kmar Fase2 Videobeelden annoteren Desi n demonstratie Architectuur Fase3 Ontwikkelen demonstrator Implernentatie demonstrator Beschrivin im lementatie Einddemonstratie en disseminatie
2
3
4
5
6
7
S
9
10 fl 12 13 14
_______________________
_______________________
De totale projectduur is 14 maanden, waarbij maand ‘1’ de start van het project aangeeft.
Aangezien de Nuclear Security Summit (NSS) eind maart plaatsvindt en de nodige capaciteit van de KMar vraagt wordt zo snel mogelijk na akkoord NCTV begonnen de verwachtin is mei’14 be onnen.
Pagina 24 van 33
Projectplan
3
1
20 februari 2014
Communicatie
De in- en externe communicatie over het project is een bevoegdheid van de voorzitter van de stuurgroep. Tijdens de eerste bijeenkomst van de stuurgroep zal worden afgestemd op welke momenten er over de inhoud en voortgang van het project kan worden gecommuniceerd. Vooralsnog is er geen aanleiding om het project als “vertrouwelijk” te bestempelen en kan er ook tussentijds over voortgang en resultaten worden gecommuniceerd waarin duidelijk zal worden meegenomen dat het project mogelijk is gemaakt door financiering vanuit het programma Veilig voor Innovatie van het Ministerie van Veiligheid en Justitie / NCTV. Op de rubricering van (tussen)resultaten en geheimhouding van beelden wordt toegezien door de projectsecretaris in zijn rol van beveiligingsfunctionaris (zie 2.5.2). In het communicatieplan wordt ook aandacht geschonken aan de mogelijke negatieve spin off in de media, iets waarde KMar op Schiphol veel ervaring mee heeft. De communicatie met Stakeholders zal voornamelijk via de Klankbordgroep plaatsvinden. Deze zullen tijdens het project kunnen meedenken, ook over hoe het resultaat het beste kan worden neergezet zodat er zo breed mogelijk gebruik van kan worden gemaakt door de Stakeholders. Tijdens Airpol en Frontex-sessies kunnen de resultaten ook nog worden gedeeld met internationale veiligheidspartners.
Pagina 25 van 33
Projectplan
20 februari 201.4
4
Projectbeheersing
4.1.
Beheersing bestaansrecht Het project wordt van fase tot fase gepland, bewaakt en beheerst. Het project is in overzienbare fases opgeknipt, die eerst worden afgesloten door middel van een go/no go moment alvorens de volgende fase kan beginnen. Aan het einde van een fase wordt de status van het project beoordeeld, waarna er de mogelijkheid is tot doorgaan, bijsturing of stopzetten. Bij het afsluiten wordt een document met de resultaten van de afgesloten fase opgeleverd. Dat kan dan vergeleken worden met de uitgangspunten (zoals deze golden aan het begin van de fase) en getoetst worden aan de projectdoelstelling. Dit geeft de mogelijkheid tot bijsturing.
4.2
Geidbeheersing De projectmanager is verantwoordelijk voor de budgetbewaking van de per fase begrote financiën binnen de projectafspraken. Hij zal maandelijks een highlight verslag opmaken en aan de stuurgroep voorleggen met daarin tevens de financiële verantwoording (begroting, realisatie en forecast). De projectteamleden van QVI en TNO rapporteren daartoe wekelijks op voortgang in uren/budget. Het projectplan voorziet in de basis voor budgetbeheersing door de scherpe fasering met go/no go momenten. De ontvangen subsidie zal op een daartoe bestemde rekening bij de KMar worden gestort. Vervolgens zal na een positieve beoordeling van de go/no go momenten de betaling aan de opdrachtnemer QVI worden uitgekeerd. Indien niet aan de geoffreerde diensten binnen het gestelde budget door QVI en TNO kan worden voldaan melden zij zich terstond bij de projectmanager die de voorzitter van de stuurgroep direct kennis geeft. Hij neemt hierover direct met het NCTV contact op. Eventuele overschrijdingen zullen niet door de NCrV worden bekostigd.
4.3
Organisatiebeheersing De projectorganisatie bestaat uit een duidelijke rolverdeling tussen opdrachtgever (KMar) en opdrachtnemer (QVI). In het uitvoerende projectteam zijn heldere afspraken gemaakt tussen QVI als opdrachtnemer en TNO als partner in het project. Door deze organisatie is de besluitvorming, en dus ook de eventuele wijze van escalatie, op de verschillende niveaus eenduidig belegt. De stuurgroep, zoals omschreven in paragraaf 5.2.2, is het platform waarde verschillende partijen samenkomen voor besluitvorming en het geven van commitment voor alle zaken die het project betreffen. De opdrachtgever zorgt ervoor dat het project zijn waarde oplevert en moet daarbij evenwicht zien te realiseren tussen de belangen van de klant, de gebruikers en de leveranciers. De senior gebruiker (KMar) is er voor verantwoordelijk, dat de eisen en wensen volledig en nauwkeurig worden opgesteld, dat wat wordt geproduceerd geschikt is voor het doel en dat de oplossing voorziet in de behoeften van de gebruikers binnen het kader van de Business Case. De senior gebruiker heeft de bevoegdheid voor de invulling van het project mensen en middelen beschikbaar te stellen vanuit de gebruikersorganisatie. De senior Leveranciers (QVI, TNO) vertegenwoordigen de belangen van diegenen, die de eïgenlijke project resultaten produceren. De Senior Leverancier bewaakt ook de realiseerbaarheid van de op te leveren producten. De stuurgroep heeft de verantwoordelijkheid het werk van het projectteam inhoudelijk te toetsen. De stuurgroep heeft de dagelijkse verantwoordelijkheid gedelegeerd aan een afzonderlijke projectborgingsfunctie. Deze functie is belegd bij de projectmanager. De projectmanager zal fungeren als de spil tussenstuurgroep en projectteam. Hier vindt de primaire bewaking van het project plaats. De Pagina 27 van 33
Projectp~an
20 rebruar~ 2014
projectmanager draagt verder zorg dat de reguliere bijeenkomsten van de stuurgroep plaatsvinden, hij zorgt dat externe projectteamleden zo nodig aan de juiste organisatieonderdelen en contactpersonen gekoppeld worden voor zover zij niet tot de interne projectgroepsleden behoren, bereidt in overleg met financiën en de budgethouder de betalingen uit het subsidiebudget voor en zorgt dat er bij geconstateerde afwijkingen in de projectdoelstellingen tijdig wordt geëscaleerd naar de stuurgroep. Per werkpakket zal een projectgroep geformeerd worden bestaande uit medewerkers van de betrokken organisaties.
4.4
Tijdbeheersing Het project kent een duidelijke fasering die bewaakt wordt door de projectmanager. De projectmanager is bevoegd om in overleg met de stuurgroep af te wïjken van de tussentijdse planning zo mogelijk zonder af te wijken van de geplande einddatum. Indien ook dat het geval is wordt door de voorzitter van de stuurgroep de NCTV geïnformeerd. NCTV moet in dat geval schriftelijk toestemming verlenen voor het uitstel,
4.5
Informatiebeheersing Onderscheiden wordt een managementdossier, een kwaliteitsdossier en een dossier voor project specifieke informatie. Het managementdossier bevat het projectplan, planningen, stuurgroep- en projectteam verslagen, voortgangsrapporten, afwijkingsrapporten en het projecteinderapport. Het kwaliteitsdossier bevat een aandachtspunten logboek, het risico logboek en wijzigingsverzoeken. Het dossier voor project specifieke informatie bevat de business producten, zijnde de project deliverables. Aan configuratiebeheer wordt, onder meer, als volgt inhoud gegeven. Registreren van alle specialistische, management- en kwaliteitsproducten. • Bijhouden van de status en versie van de producten. Regelmatig controleren van administratieve gegevens met de werkelijkheid. *
*
4.6
Kwaliteitsbeheersing De projectmanager is verantwoordelijk voor het op tijd opleveren van de tussentijdse resultaten per fase en het uiteindelijk eindresultaat. Gedurende de uitvoering van het project ziet de stuurgroep toe op de kwaliteit van de deelresultaten en het eindresultaat. Als er grote wijzigingen in het project plaatsvinden, met name in scope of resultaten, dan moet de NCTV geïnformeerd worden en hier schriftelijk toestemming voor verlenen.
4.7
Wijzigingenbeheer _________________________________________ Een issue is iedere relevante en niet-geplande gebeurtenis die plaatsvindt en de aandacht van het management vereist. PRINCE2 onderscheidt een drietal issues: Wijzigingsverzoek: een voorstel om een baseline van een product, proces of toestand te wijzigen. Afwijking van specificatie: een product dat niet voldoet of klaarblijkelijk niet zal voldoen aan de overeengekomen specificaties. Probleem of zorg: ieder ander issue dat door de Projectmanager moet worden opgelost of geëscaleerd. Indien corrigerende maatregelen nodig zijn die impact op tijd, geld en/of kwaliteit zullen hebben zal dit ter besluitvorming worden voorgelegd aan de wijzigingsautoritieït in de vorm van een wijzigingsverzoek of afwijkingsrapport. In dit project is deze autoriteit belegd bij de stuurgroep.
___________
Pagina 28 van 33
Projeetpian 1 20 februari 2014
Pagina 29 van 33
Projectplan
1
20 februari 2014
Risicoanalyse
Risico Van de geselecteerde incidenten blijkt geen breakdown te maken in voorspellende en onderscheidende afwijkende gedragingen.
Eigenaar Stuurgroep
Kans Laag
Impact Hoog
(Mitigerende) maatregel - KMar, gedragsexperts, videoanalyse specialisten vroegtijdig bij het project betrekken. - Indien het onmogelijk blijkt om een breakdown te maken van de gekozen incidenten dan ‘no go’. - Videoanalyse specialisten vroegtijdig betrekken en KMar instrueren over de eisen aan het beeldmateriaal.
Beeldmateriaal geleverd door de KMar voldoet niet aan de kwaliteit die nodig is voor videoanalyse. Beeldmateriaal van relevante afwijkende gedragingen blijken onvoldoende voorhanden bij de KMar.
KMar
Laag
Hoog
KMar
Laag
Hoog
Geselecteerde afwijkende gedragingen blijken niet waarneembaar door videoanalyse technologie. Gedragsherkenning werkt in een gecontroleerde omgeving goed, maar niet real-time en in een real-life omgeving. De technieken blijken niet implementeerbaar tot een functioneel prototype geschikt voor live cameratoezicht.
QVI/TNO
Laag
Hoog
- ‘no go’, of andere gedragingen kiezen.
QVI/TNO
Middel
Hoog
- Vroeg in het project ook testen op real-life beelden - Indien onmogelijk ‘no go’
QVI/TNO
Laag
Middel
Momentum voor verdere doorontwikkeling wordt verloren na afloop van het project.
Stuurgroep
Laag
Middel
KMar kan zich
Stuurgroep
Middel
Middel
- Afstemmen welke toepassing wel mogelijk is (bijvoorbeeld opsporing). In dit geval zal toestemming worden gevraagd aan de NCTV. - Indien geen toepassing ‘no go’ - Gezamenlijk met relevante partijen wordt een beschrijving van een realistische business case opgesteld om het traject na het project te beschrijven. - In fase 3 van het project wordt een live prototype geïmplementeerd bij de KMar, wat de stap naar doorontwikkeling minimaliseert. - De gezamenlijk te maken
- relevant beeldmateriaal opnemen op Schiphol door toepassen van ‘red teaming’ - opvragen van beeldmateriaal op Schiphol bij GMI-partners.
Pagina 31 van 33
Projectpian
1
20 februari 2014
onvoldoende voorbereiden op de komst van deze nieuwe technologie
Gebruikerseisen op te stellen in fase 1 leiden tot een ontwerp dat duurder is dan begroot en/of meer tijd kost dan begroot. Beschikbaarheid personeel zowel eigen personeel van de KMar tijdens de P455 als personeel van partners (AAS, )IVC, vtspN, etc
Stuurgroep
Laag
Middel
Stuurgroep
Laag
Medium
beschrijving van een realistische business case geeft op integrale wijze aan wat de ontvangende organisaties moeten doen om (optimaal) gebruik te maken van de projectresultaten - Doorlooptijd vergroten - Zo mogelijk Budget vergroten vanuit eigen of externe/alternatieve middelen - Eisen aanpassen -
Beschikbaarheid borgen
Pagina 32 van 33
Projectplan
6
1
20 februari 2014
Relevante track record
•
• • •
*
• • • • • • •
/ TNO: cORTEx, automatisch herkennen van een set van 48 gedragingen. Politie / KMar / NS / civ Utrecht / TNO: Vraag-gestuurd Programma Afwijkend Gedrag, definitie van afwijkend gedrag, behavioural profiling. KMar/ politie / NFI / Topsector HTSM / bedrijven / TNO: Passieve Sensoren, alternatieve camerastandpunten, behavioural profiling. KMar / politie / TNO: Experimenteeromgeving Bewaken & Beveiligen, bouwsteen Intelligente Dreigingsdetectie. Politie / TNO: Efficiënt zoeken in digitale beelden. KMar / Schiphol / TNO: Volgen en terugvinden van personen op Schiphol (roadmap). civ Utrecht / NS! TNO: Slim Toezicht. \/STEP / Politie R’dam: Eye Observe / TNO: virtuele trainingstool die gebruik maakt van afwijkend gedrag. ADO Den Haag / AVEQ / TNO: Op Goed Gehoor, richtinghoren t.b.v. handhaving en opsporing ongewenste spreekkoren. Politie / Microflown / Adimec: Vaudeo, richtinghoren t.b.v. opsporing & handhaving. EU FP7 ARENA (politie! TNO / Europese partners): afwijkend gedrag op parkeerplaatsen langs snelwegen. EU FP7 TACTICS (KMar / politie! TNO / Europese partners): afwijkend gedrag i.h.k.v. contra-terrorisme op een stedelijke omgeving. EU FP7 ADABTS (Schiphol / ADO Den Haag / UvA / TNO! Europese partners): waarnemen incidenten in video en audio. DARPA
Pagina 33 van 33