Hartfalenpacemaker Cardiale Resynchronisatie Therapie (CRT)
Inhoudsopgave 1. Inleiding
1
2. Vooronderzoek
1
3. Werking van de CRT
1
4. Wat kunt u verwachten na implantatie?
2
5. Implantatie
3
6. Opnameverloop:
4
7. Aandachtspunten thuis
5
8. Complicaties - risico’s
5
9. Elektrische apparatuur en de CRT
7
10. Periodieke controle
8
11. Vakantie
8
12. Bewegen en hartfalen
9
13. Wetenschappelijk onderzoek
9
14. Meer informatie
9
1. Inleiding
Uw behandelend arts heeft u verteld dat u in aanmerking komt voor implantatie van een hartfalenpacemaker (CRT). Een andere naam hiervoor is biventriculaire pacemaker. In deze folder leest u welke onderzoeken vooraf plaatsvinden. Ook worden veelgestelde vragen over de CRT en de inbrengprocedure beantwoord. Heeft u na het lezen nog vragen? Stel deze dan gerust aan uw arts of verpleegkundige.
2. Vooronderzoek
Als u mogelijk in aanmerking komt voor ondersteuning van uw hart door een CRT, dan beoordeelt de cardioloog uw conditie, hartfilm en hartecho. Soms is nog aanvullend onderzoek nodig, zoals een hartscan of een fietstest. Ernstig overgewicht en/of bijkomende ziekten spelen ook een rol in de beslissing van de cardioloog. Daarnaast wordt er rekening gehouden met uw eigen wensen. Uit onderzoek blijkt dat een gedeelte van de hartfalenpatiënten baat heeft bij een CRT.
3. Werking van de CRT
Door een hartinfarct, een hartspierziekte (cardiomyopathie) of een aangeboren hartafwijking verandert de hartspier van structuur en vorm. Door beschadiging of verwijding van het hart kan een storing in de elektrische geleiding ontstaan. Het gevolg daarvan is dat de stroomprikkels trager en langs andere wegen over het hart lopen. Dit heeft invloed op het samentrekken van het hart. De linker- en de rechter hartkamerwanden trekken dan veel minder gelijktijdig samen. De cardioloog ziet dat op de hartecho als een abnormale beweging waarbij de wanden van het hart niet gelijktijdig samentrekken. Het bloed wordt door deze abnormale beweging met minder kracht het lichaam ingepompt. Daarbij kan ook een van de hartkleppen minder goed sluiten. De CRT is een pacemaker. Een pacemaker is een apparaat dat het hart elektrisch stimuleert. In dit apparaat zit een batterij en micro-elektronica die uw hartritme waarnemen, ofwel monitoren, en tijdig de juiste prikkels kan afgeven om het hart te stimuleren. De pacemaker is met speciale draden, de elektroden, via de bloedvaten met het hart verbonden. Omdat de samenwerking van de rechter- en linkerhart kamer niet goed verloopt en de linkerkamerwanden niet gelijktijdig samentrekken, worden de pacemakerdraden in de rechter- en op de linkerhart-
1
kamer geplaatst. Zo worden de rechter- en linkerhartkamer op elkaar afgestemd en werken ze beter samen. Vandaar de naam ‘biventriculaire’, ofwel twee kamer, pacemaker.
CRT en ICD Als u ook kans heeft op ernstige ritmestoornissen, kan uw cardioloog u adviseren om gelijktijdig met de CRT een ICD (implanteerbare cardioverter defibrillator) te implanteren. De ICD kan bij hartritmestoornissen ingrijpen en de stoornis beëindigen. De CRT en ICD worden in hetzelfde pacemakerkastje ingebouwd, waardoor deze wat groter is dan wanneer u alleen een CRT krijgt. U leest hier meer over in een aparte folder ‘ICD implantatie’.
4. Wat kunt u verwachten na implantatie?
Het effect verschilt van patiënt tot patiënt en is vooraf niet precies te voorspellen. Zeven van de tien patiënten merken verbetering van hun hartfalenklachten na de implantatie. Ze voelen zich minder moe, hebben meer energie en zijn minder kortademig. Ook als u weinig verschil merkt, dan zorgt de pacemaker er toch voor dat de hartkamers beter samenwerken. Daardoor heeft uw hart een stabielere pompkracht.
2
Voorbeelden uit de praktijk: ‘Ik ben beduidend meer uren per dag actief’. ‘Het gevoel van kortademigheid is minder en mijn nachtrust is verbeterd’. ‘Een gevoel van wind in de rug ontstond kort na mijn implantatie.’ ‘Ik heb amper verschil gemerkt, ben hooguit iets fitter’. ‘Ik kan met minder plastabletten toe en ben al lange tijd niet opgenomen’.
------
De verbetering kan direct na de implantatie merkbaar zijn, maar ook pas na enkele maanden. Voelt u verbetering? Bouw uw spierconditie dan rustig op, vermijd piekbelastingen en wissel activiteit en rust af. Blijf de gegeven leefregels volgen, zoals: verse en gezonde voeding, zoutbeperking, weinig alcoholgebruik en niet roken. Medicijnen Door de verbeterde pompkracht kan het zijn dat u minder plastabletten nodig heeft of meer bètablokkers kunt verdragen. Het hartfalenteam informeert u hierover. Hartritmestoornissen De pacemaker heeft een geheugen waarmee hartritmestoornissen kunnen worden uitgelezen. Heeft u (recent) last van hartritmestoornissen gehad? Meld dit bij de hartstimulatiespecialist of de hartfalenverpleegkundige. Heeft u hartritmestoornissen bij de combinatie CRT-ICD? Lees dan meer informatie u in de ICD folder: ‘Wat te doen bij ritmestoornissen?’ De cardioloog kan de behandeling dan aanpassen.
5. Implantatie
De pacemaker wordt aan de linkerzijde onder het sleutelbeen geplaatst. Daarvoor wordt een snede van zeven centimeter gemaakt. Een pacemakerimplantatie gebeurt meestal onder plaatselijke verdoving en in enkele gevallen onder algehele anesthesie. De cardioloog bespreekt met u wat het beste voor u is. Voor de pacemaker wordt een holte gemaakt onder de huid of onder de borstspier. Via een ader onder het sleutelbeen worden drie elektroden naar het hart. Eén draad ligt in de rechterboezem, de tweede in de rechterhartkamer en de derde draad wordt door een hartader boven op de linkerkamer geplaatst. De elektroden worden
3
aangesloten op de pacemaker, en de wond wordt weer gesloten. De pacemaker is afhankelijk van uw lichaamsbouw uitwendig zichtbaar als een lichte verhoging van de huid. De tijdsduur van de procedure ligt tussen de twee en vier uur.
6. Opnameverloop:
U kunt zich op de afgesproken dag en tijd melden op de verpleegafdeling die u doorgekregen heeft. Wat neemt u mee voor de opname: alle medicijnen die u gebruikt; patiëntenpaspoort van het Radboudumc; bedkleding en pantoffels/slippers; toiletartikelen. Draagt u een kunstgebit? Dan kunt uw deze inhouden tijdens de ingreep. Dit geldt niet als de implantatie onder algehele anesthesie plaats vindt.
• • • •
Als de ingreep ’s ochtends plaatsvindt dan moet u vanaf 24.00 uur nuchter blijven. ‘Nuchter zijn’ betekent dat u niets mag eten en drinken voor de operatie. Uw medicijnen kunt u met water innemen. Als u ’s morgens uw ingreep heeft, neem dan uw plastabletten, furosemide of bumetanide, na de procedure in. Als u in de middag uw ingreep heeft, kunt u ’s ochtends een licht ontbijt gebruiken. Op de dag van uw opname krijgt u een opnamegesprek met een verpleegkunde en/of zaalarts, waarin u informatie krijgt over de opname en de afdeling Cardiologie. De verpleegkundige brengt u daarna naar uw kamer. De verpleegkundigen van de afdeling informeren u verder over de CRT implantatie. Blijft u nog met vragen zitten? Dan kunt u een afspraak maken met de hartstimulatiespecialist. De verpleegkundige brengt bij u een infuus in voor bloedafname, antibiotica en pijnstilling. Daarna gaat u in uw bed naar de Hartkatheterisatiekamer. Daar stapt u over op een behandeltafel. U krijgt hier een korte uitleg over wat er precies gaat gebeuren. Nadat een steriel laken over u gelegd is, krijgt u de plaatselijke verdoving. Tijdens de implantatie kunt u gewoon praten en aangeven hoe u zich
4
voelt. Na de ingreep komt u terug op de verpleegafdeling met als advies een uur bedrust te houden. Dag na de implantatie Meestal kunt u de dag na implantatie naar huis. Voordat u naar huis gaat controleert de hartstimulatieverpleegkundige uw pacemaker. Ter controle van uw hart en longen maakt de afdeling Radiologie een röntgenfoto. Daarna ontvangt u de pacemakerpas en de vervolgafspraken. Na tien dagen krijgt u een wondcontrole op de poli. Na twee maanden is de pacemakercontrole in de polikliniek. Voor de controle bij uw behandelend cardioloog krijgt u ook een afspraak.
7. Aandachtspunten thuis
• • • • • • • • • •
Tijdens de eerste dagen na de operatie voelt uw schouder nog pijnlijk aan. U kunt hiervoor de voorgeschreven pijnstillers gebruiken. Zorg dat iemand u met de auto naar huis vervoert. U mag zelf geen vervoermiddel besturen. U kunt wel met een taxi of met het openbaar vervoer naar huis. Zorg dat er thuis iemand bereikbaar is om u te helpen bij eventuele problemen. De elektroden moeten zich in het hart ‘verankeren’, daarom is het raadzaam om uw linkerarm te ontzien. Zorg dat u uw arm niet overstrekt en zorg dat u niet zwaar hoeft te tillen. De elleboog van uw arm aan de implantatiezijde mag de eerste zes weken niet hoger dan uw schouder komen. De pleister kunt u twee dagen (48 uur) verwijderen. U mag de eerste twee dagen na de implantatie niet douchen. Na deze twee dagen kunt u de wond wel afspoelen met water. Gebruik geen zeep op en rondom de wond totdat u op wondcontrole in het ziekenhuis bent geweest. Neem altijd contact op met het ziekenhuis bij verdenking op ontsteking van de wond. Een ontsteking kunt u herkennen aan: toegenomen pijn, opgezette en/of warme huid, rode rand om de plaats van de CRT en eventueel koorts. Vermeld in ieder geval dat u een pacemaker draag, vooral als u een onderzoek of behandeling ondergaat.
5
8. Complicaties - risico’s
Een ingreep brengt altijd een risico met zich mee. Uiteraard probeert de cardioloog om complicaties te voorkomen. Er bestaat een zeer kleine kans op de volgende complicaties:
•
Bloeduitstorting / nabloeding Bij het maken van de ‘pocket’, de ruimte onder de huid voor de pacemaker, kan een bloedvaatje geraakt worden waardoor een bloeduitstorting ontstaat. Deze verdwijnt in de meeste gevallen na enkele dagen. Meestal treedt dit direct op na de ingreep. U krijgt dan een aantal uren een drukverband op de wond. De arts en de verpleegkundige controleren de wond regelmatig.
•
Infectie De behandeling wordt steriel uitgevoerd om een ontsteking te voorkomen. Voor de ingreep krijgt u antibiotica om dit risico nog verder te verkleinen.
•
Klaplong Bij het aanprikken van de ader voor het plaatsen van de elektroden in het hart kan per ongeluk het longvlies worden geraakt. De long valt dan (gedeeltelijk) samen. Dit is een zeldzame complicatie die behandeld kan worden door lucht weg te zuigen zodat de long weer kan ontplooien.
•
Tamponade Tijdens het inbrengen van de elektroden in het hart kan per ongeluk door de hartkamerwand of een hartader worden geprikt. Dit heeft tot gevolg dat er bloed in het hartzakje stroomt. Het hart kan dan minder goed ontplooien en bloed uitpompen. Dit heet tamponade. Dit is een zeer zeldzame complicatie die behandeld kan worden met een punctie om het bloed uit het hartzakje af te zuigen.
•
Middenrif prikkeling De derde draad aan de linkerkant van het hart kan in de buurt van de middenrifzenuw liggen. Een enkele keer komt het voor dat u bij een bepaalde houding (op uw linkerzijde) last krijgt van een licht samentrekkend, irritant gevoel. Dit wordt veroorzaakt door een zenuw die wordt geprikkeld. Om dit te voorkomen, testen we
6
het apparaat tijdens de ingreep en stellen het nauwkeurig af. Komt dit probleem na de ingreep voor? Dan kan de hartstimulatiespecialist dit verhelpen door een andere afstelling te kiezen.
9. Elektrische apparatuur en de CRT
Elektrische of magnetische velden Uw pacemaker is gevoelig voor elektrische of magnetische velden. Meestal wordt de werking van uw pacemaker door deze velden slechts tijdelijk gehinderd. Zodra u afstand van de bron neemt, functioneert de pacemaker weer normaal. U kunt elektrische toestellen, gereedschappen en huishoudelijke- en kantoorapparatuur gewoon blijven gebruiken, zolang deze apparaten in goede staat van onderhoud verkeren en een goede ‘aarding’ hebben. Houd tenminste 30 centimeter afstand tussen uw pacemaker en de volgende bronnen van elektrische of magnetische velden. Stereoluidsprekers die deel uitmaken van grote stereo-installatie. Magnetische staven die worden gebruikt bij luchthavenbeveiliging. Snoerlozen elektrische gereedschappen met batterijvoeding, zoals schroevendraaiers en boormachines.
• • •
De volgende apparaten zijn krachtiger dan de bovenstaande apparaten. Houd daarom minimaal 90 centimeter afstand of blijf er bij uit de buurt. Krachtige magneten, zoals magneten voor industriële toepassingen. Motoren met een zeer hoog vermogen. Zendantennes en hoogspanningskabels. Machines voor industrieel gebruik (krachtstroomgeneratoren). Vermijd ook dat u zich over draaiende elektromotoren (bijvoorbeeld de wisselstroomdynamo van en auto) buigt, omdat deze apparaten vaak magneten bevatten.
• • • •
Medische diagnose- en behandelapparatuur. U kunt niet onderzocht worden in een MRI-scan, deze werkt met een krachtig magneetveld. Een onderzoek met een CT-scan is wel mogelijk. Maak geen ge-
7
bruik van meer weegschalen die het lichaamsvet meten, want daarbij loopt een stroompje door uw lichaam. Vooral bij CRT met ICD kan dit nadelig zijn. Bespreek altijd met uw behandelend arts of andere behandelaar dat u een CRT/ ICD pacemaker heeft. Deze arts kan dan bij een behandeling, operatie of bestraling overleggen met de hartstimulatiespecialist of een beschermende maatregelen nodig zijn. Poortjes voor luchthaven- en diefstalbeveiliging Poortjes voor luchthaven- en diefstalbeveiliging zijn veilig als u er in een normaal tempo doorheen loopt. Blijf nooit lang in de nabijheid van deze poortjes stilstaan. Ook de handbediende detectiestaaf, bij controle in de luchthaven, is veilig als deze met een vloeiende beweging over de CRT/ICD gehaald wordt. Als u uw pacemakerpas aan het beveiligingspersoneel laat zien, zullen ze u handmatig controleren. Mobiele telefoons Voor mobiele telefoons gelden de volgende adviezen: Houd 20 cm afstand tussen de mobiele telefoon en de pacemaker. Houd de telefoon niet in uw zak of tas aan de kant waar de CRT/ICD is ingebracht en draag de mobiele telefoon niet in uw borstzak. Deze voorschriften gelden alleen voor mobiele telefoons en niet voor draadloze huistelefoon.
• •
10. Periodieke controle
Halfjaarlijks controleert de hartstimulatiespecialist uw pacemaker. Tijdens deze controle wordt de kwaliteit van de batterij, de elektroden en de elektronica nagekeken. Het geheugen wordt gecheckt op ritmestoornissen en sommige pacemakers worden ook op signalen van vocht vasthouden en lichamelijke activiteit gecheckt. De hartstimulatiespecialist en de hartfalenspecialist informeren u hierover. De levensduur van de CRT ligt tussen de vijf en zeven jaar, afhankelijk van het verbruik. Vervanging van het pacemakerkastje, waarin de batterij zit, kan meestal in een dagopname. Zolang de draden goed werken, worden deze niet vervangen.
8
11. Vakantie
Als u op vakantie gaat naar het buitenland, kunt u van de hartstimulatiespecialist adressen krijgen van ziekenhuizen die ervaring hebben met de pacemaker van uw merk. Als u vooraf doorgeeft waar u naartoe gaat, sturen wij u de adressen toe. Heeft u vragen over uw hartfalen in combinatie met een (vlieg)vakantie? Overleg dan met de hartfalenverpleegkundige.
12. Bewegen en hartfalen
Om uw conditie te behouden of te verbeteren, raden we aan om minstens vijf dagen per week, verdeeld over de dag, zestig minuten per dag bewegen. Zes weken na de pacemakerimplantatie kunt u geleidelijk uw sportactiviteiten hervatten. Overleg met de hartfalenverpleegkundige of de cardioloog over de sportactiviteit en mijdt daarbij piekbelasting. Bespreek de mogelijkheden van contactsporten, zoals judo, in combinatie met uw CRT/ICD. Als het nodig is, kunt u aangemeld worden voor hartfalenrevalidatie. Hier leert u voor de lange termijn een gezond beweegpatroon aan dat u past.
13. Wetenschappelijk onderzoek
De afdeling Cardiologie is actief in het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek. Deze onderzoeken worden deels uitgevoerd in internationaal verband. Elk onderzoeksprotocol is goedgekeurd door een Medisch Ethische Toetsing Commissie en de Raad van Bestuur van het Radboudumc. U kunt gevraagd worden om aan een onderzoek deel te nemen. Een van de medewerkers van de Research afdeling Cardiologie informeert u dan over het onderzoek. Na de uitleg en bedenktijd beslist u of u wilt deelnemen. Welke beslissing u ook neemt, het heeft geen nadelige gevolgen voor uw behandeling.
14. Meer informatie
Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, of heeft u na uw behandeling nog vragen of problemen? Dan kunt u dit altijd bespreken met uw cardioloog, hartfalenverpleegkundige of hartstimulatieverpleegkundige. U kunt hen bereiken via de polikliniek Cardiologie van maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 16.45 uur via telefoonnummer: 024 - 361 93 50.
9
De patiëntenvereniging ‘STIN’ heeft een Website en geeft een maandblad uit voor ICD/CRT patiënten. Voor meer informatie kunt u ook terecht op de website van de fabrikant van uw pacemaker. www.stin.nl www.medtronic.nl www.sjim.com www.biotronik.com www.heartfailurematters.org www.radboudumc.nl/Zorg/Ziektebeelden/Pages/Hartritmestoornissen.aspx
10
Ruimte voor uw notities
11-2015-6760
Adres Polikliniek Cardiologie Hoofdingang Geert Grooteplein-Zuid 10, route 725, Poliplein C0 6525 GA Nijmegen Contact Polikliniek Cardiologie: 024 - 361 93 50 Algemeen nummer Radboudumc: 024 - 361 11 11 Hartstimulatiespecialist: Bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 08.00 tot 16.45 uur via polikliniek Cardiologie Verpleegafdeling Cardiologie: 024 - 361 89 65 Hartfalenpolikliniek Telefonisch spreekuur van maandag t/m vrijdag 09.00 11.00 uur: 024-3619831
Radboud universitair medisch centrum