Handreiking voor de praktijk Mr. A.P. Cornelissen en mr. M.I.J. Toonders Den Hollander Advocaten gevestigd in Middelharnis
Totstandkoming van de Handreiking Doel van de Handreiking De paardenhouderij in het bestemmingsplan De omgevingsvergunning voor de paardenhouderij Vragenronde
Samenwerking Sectorraad Paarden (SRP) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) Werkgroep Ruimtelijke Ordening SRP Den Hollander Advocaten
2006: Eerste Handreiking Februari 2009: Handreiking geactualiseerd Sinds 2009 is de wet- en regelgeving ingrijpend veranderd -> derde druk noodzakelijk
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) Jurisprudentie
Het verschaffen van een instrumentarium waarmee het bevoegd gezag bij Rijk, provincie en gemeenten het ruimtelijke beleid voor de paardenhouderij kan vormgeven De Handreiking is een informatiebron voor de paardenhouderij en verschillende partijen die binnen deze sector werkzaam zijn
Algemene regels provincie (artikel 4.1 Wro)
Reactieve aanwijzing (artikel 3.8, 6e lid Wro) Zie bijvoorbeeld uitspraak ABRS Alphen-Chaam, 15 januari 2014: geen springweide buiten het bouwvlak van een paardenfokkerij.
Regeling paardenhouderij in het bestemmingsplan: definities
Alleen in uitzonderingsgevallen een zuiver agrarisch bedrijf: paardenfokkerij, paardenmelkerij, hengstenhouderij en opfok zelf gefokte paarden Meestal mengvormen
Ook geen agrarisch bedrijf: • Opfokken van paarden van derden: zie ABRS 28 december 2011, Amsterdam-Noord, 201012078/1/R1 en ABRS 11 april 2012, gemeente Noordenveld, 201109306/1/A1. • Stallen, trainen en africhten van paarden en pony’s: zie ABRS 29 november 2006, gemeente Oss, 200601403/1. • Weiden van paarden? (ABRS 26 september 2012, gemeente Woudenberg, 201012079/1/R2).
Onderscheid productiegerichte en gebruiksgerichte paardenhouderij Veelal agrarische (hoofd)bestemming met een subbestemming of een nadere aanduiding voor paardenhouderij Aanbeveling voor een ruimere begripsomschrijving. Zo nodig de voorzieningen opsommen (zie bladzijde 14 van de Handreiking).
Regeling paardenhouderij in het bestemmingsplan: bouwregels Regulering goot- of nokhoogte, hoogte bouwwerken, geen gebouwen zijnde, oppervlakte bebouwing Afwijkingsbepalingen (artikel 3.6, 1e lid onder c Wro), bijvoorbeeld voor grotere hoogte Regulering van werken en werkzaamheden, zoals buitenbanen met een stelsel voor omgevingsvergunningen (artikel 3.3 Wro)
Regeling paardenhouderij in het bestemmingsplan: bouwvlak Bouwvlak op de verbeelding Afstandseisen vanwege geurnormen uit de Wet geurhinder en veehouderij Vergroting met behulp van een wijzigingsbevoegdheid (artikel 3.6, 1e lid onder a Wro) N.B.: verruiming oppervlakte vanwege dierenwelzijnsnormen).
Op 1 oktober 2010 Wabo in werking getreden Verschillende activiteiten zijn opgegaan in de omgevingsvergunning -> één vergunningaanvraag voor meerdere activiteiten Het vergunningproces Voor welke activiteiten wordt een vergunning aangevraagd Twee voorbereidingsprocedures: de reguliere procedure en de uitgebreide procedure (artikel 3.7, lid 1 Wabo / artikel 3.10, lid 1 Wabo juncto afdeling 3.4 Awb) Beslistermijn Reguliere procedure: acht weken (artikel 3.9, lid 1 Wabo) Uitgebreide procedure: zesentwintig weken (3:18, lid 1 Awb) Van rechtswege vergunning
De belangrijkste activiteiten voor een paardenhouderij Omgevingsvergunning voor bouwen (artikel 2.1, lid 1
onder a Wabo) Aanvraag wordt getoetst aan het Bouwbesluit 2012, de Bouwverordening, het bestemmingsplan en welstandseisen (artikel 2.10 Wabo -> limitatiefimperatieve stelsel)
Omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden (artikel 2.1, lid 1 onder b Wabo) Een bestemmingsplan kan op grond van artikel 3.3 sub a Wro een vergunningstelsel introduceren voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden, niet zijnde bouwwerken Aanleg rijbaan / springpiste
Omgevingsvergunning voor de activiteit milieu
(artikel 2.1, lid 1 onder e Wabo) dan wel een omgevingsvergunning beperkte milieutoets (artikel 2.1, lid 1 onder i Wabo) Tot 50 paarden: melding in het kader van het Activiteitenbesluit milieubeheer (artikel 1.10 van het Activiteitenbesluit milieubeheer) Tussen 50 en 100 paarden (artikel 2.2a Bor): omgevingsvergunning beperkte milieutoets -> vormvrije MER-beoordeling Meer dan 100 paarden (artikel 2.1, lid 2 Bor -> bijlage I, onder B en C) -> opstellen MER
Natuurbeschermingswetvergunning Natuurbeschermingswet 1998: bescherming van gebieden (Natura 2000-gebieden) Aanhaken bij de aanvraag om omgevingsvergunning -> verklaring van geen bedenkingen vereist (Gedeputeerde Staten) Artikel 19d en artikel 16 Natuurbeschermingswet 1998 Passende beoordeling
Ontheffing Flora- en Faunawet Flora- en Faunawet: bescherming van in het wild voorkomende soorten planten en dieren, maar ook de vaste rust- of verblijfplaatsen Ontheffing speelt hoofdzakelijk een rol in het kader van de onderzoeksverplichtingen voor een bestemmingsplan, het afwijken van het bestemmingsplan of voor de activiteit bouwen
Omgevingsvergunning voor het afwijken van het
bestemmingsplan (artikel 2.1, lid 1 onder c Wabo) Binnenplanse mogelijkheid: artikel 2.12, lid 1 onder a ten eerste Wabo juncto artikel 3.6, lid 1 onder c Wro -> kleine aanpassingen Ruimtelijke relevante voorwaarden die objectief toetsbaar zijn Buitenplanse mogelijkheid: artikel 2.12, lid 1 onder a ten tweede (planologische kruimelgevallen) en ten derde (projectbesluit) Wabo Goede ruimtelijke ordening en ruimtelijke onderbouwing Uitgebreide voorbereidingsprocedure (artikel 3.10, lid 1 onder a Wabo) Verklaring van geen bedenking van de gemeenteraad (artikel 2.27, lid 1 Wabo juncto artikel 6.5, lid 1 Bor) Bijlage IV van de Handreiking Herziening bestemmingsplan Tijdelijke afwijking (artikel 2.12, lid 2 Wabo)
Om welk bedrijfstype of welke combinatie van bedrijfstypen gaat het? Verschillende bedrijfstypen
Welke hoofdactiviteiten worden verricht? Productiegerichte of gebruiksgerichte paardenhouderij
Bedrijfsmatige of semi-bedrijfsmatige activiteit?
Bedrijfsplan -> arbeidsbehoefte, omzet, visie
Zijn de in de aanvraag opgenomen voorziening(en) relevant bij het bedrijfstype?
Schema blz. 23 van de Handreiking Bijlage II van de Handreiking
Wordt bij de vestiging of uitbreiding van de paardenhouderij de overlast geminimaliseerd? Stof, licht, stank en landschappelijke inpassing Regulering van overlast via voorschriften in de omgevingsvergunning, Activiteitenbesluit milieubeheer Regulering door een ontheffing of vergunning op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) -> hobbymatige paardenhouderij Onrechtmatige daad (artikel 6:162 Burgerlijk Wetboek)
Aanbevelingen en suggesties blijven altijd welkom
Den Hollander Advocaten Middelharnis