30/10 2014 10:22 FAX
k o r t geding
vonnis RECHTBANK DEN HAAG Team handel
Vonnis in kort geding van 30 oktober 2014 in de zaak met zaaknummer / rolnummer: C/09/469648 / KG ZA 14-840 de vennootschap naar buitenlands recht SAMSUNG ELECTRONICS CO. LTD., gevestigd te Suwon-si, Gyeonggl-do, Zuid-Korea, eiseres, advocaten: mr. B.J. Berghuis van Woortman en mr. ir. R.C. Laddé te Amsterdam, tegen 1.
de besloten vennootschap raet beperkte aansprakelijkheid DARK STONE B.V., gevestigd te Laren, 2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid MAXPERIAN N L B.V., gevestigd te Amersfoort, 3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid A1INTERFLOWB.V., gevestigd te Duiven, gedaagden, advocaat: mr. D. Knottenbelt te Rotterdam, en in de zaak met zaaknummer / robummer: C/09/469652 / KG ZA 14-842 van de vennootschap naar buitenlands recht SAMSUNG ELECTRONICS CO. LTD., gevestigd te Suwon-si, Gyeonggi-do, Zuid-Korea, eiseres, advocaten: mr. B.J. Berghuis van Woortman en mr. ir. R.C. Laddé te Amsterdam, tegen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid D I G I T A L REVOLUTION B.V., gevestigd te Amsterdam, gedaagde, advocaat: mr. D. Knottenbelt te Rotterdam. Partijen zullen hiema ook Samsung, Darkstone, Maxperian, A l en DR genoemd worden. Voor gedaagden is de zaak inhoudelijk behandeld door mr. Th.C.J.A. van Engelen en mr. F.B. Melis, beide advocaat te Utrecht.
laoooi/ooig^g
k o r t geding
30/10 2014 10:23 FAX
il0002/001g^P
C/09/469648 / KG ZA 14-840 en C/09/469652 / KG ZA 14-842 30 oktober 2014
1.
De procedure
in zaak 14-840 1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit: - de dagvaarding van 16 juli 2014; - de akte houdende overlegging producties van Samsung van 5 augustus 2014, met producties 1-25 en een kostenspecificatie; - de conclusie van antwoord en akte houdende overlegging producties van gedaagden van 16 september 2014, met producties 1-28; - de akte houdende overlegging reactieve producties van Samsung van 23 september 2014, met producties 26,27 en 28; - de akte houdende overlegging aanvullende producties van gedaagden van 30 september 2014, met producties 29,30 en 31; - de (aanvullende) kostenspecificaties van beide zijden, ontvangen op 3 en 6 oktober 2014; - de mondelinge behandeling, gehouden op 7 oktober 2014 gezamenlijk met de mondelinge behandeling in zaak 14-842, ter gelegenheid waarvan de raadslieden pleitnota's hebben overgelegd.
1.2.
Vonnis is nader bepaald op heden.
in de zaak 14-842 1.3.
Het verloop van de procedure blijkt uit: - de dagvaarding van 16 juli 2014; - de akte houdende overlegging producties van Samsung van 5 augustus 2014, met producties 1-15 en een kostenspecificatie; - de conclusie van antwoord en akte houdende overlegging producties van gedaagden van 16 september 2014, met producties 1-28; - de akte houdende overlegging reactieve producties van Samsung van 23 september 2014, met producties 16,17 en 18; - de akte houdende overlegging aanvullende producties van gedaagden van 30 september 2014, met producties 29,30 en 31; - de (aanvullende) kostenspecificaties van beide zijden, ontvangen op 3 en 6 oktober 2014; - de mondelinge behandeling, gehouden op 7 oktober 2014 gezamenlijk raet de mondeUnge behandeling in zaak 14-840, ter gelegenheid waarvan de raadslieden pleitnota's hebben overgelegd.
1.4.
Vonnis is nader bepaald op heden.
2.
De feiten
2.1. Samsung is een wereldwijd actieve ondememing die onder meer printers en printercartridges ontwerpt, produceert en verhandelt.
2
k o r t geding
30/10 2014 10:23 FAX
Eioooa/ooig^O
C/09/469648 / KG ZA 14-840 en C/09/469652 / KG ZA 14-842 30 oktober 2014
3
2.2. Samsung is houdster van het Europese octrooi EP 2 397 914 B l (hierna ook: EP 914 ofhet octrooi) voor een 'developing device and image forming apparatus' (ontwikkeitoestel en beeldvormend apparaat). Het octrooi is verleend op een aanvrage van 24 juli 2008, met een beroep op de prioriteitsdocumenten KR 20070091999 (prioriteitsdatum 11 september 2007) en KR 20080018969 (prioriteitsdatum 29 februari 2008). Het octrooi is met ingang van 4 juni 2014 van kracht üi onder meer Nederland en België. 2.3. EP 914 is een afsplitsing van het Europese octrooi EP 2 235 701 (hiema: EP 701), dat weer een afsplitsing is van EP 2 037 327 (hiema: EP 327). EP 701 en EP 327 hebben een 'developing device, image forming apparatus and use of the developing device\ respectievelijk een ' image forming apparatus and the use of a developing device' als onderwerp. Daamaast behoort EP 2 256 559 (hiema: EP 559) tot deze octrooifamilie. EP 559 is, tiet als EP 701, een afsplitsing van EP 327. Samsung is rechthebbende op al deze octrooien. 2.4. EP 914 heeft 13 conclusies, waarvan in dit kort geding conclusies 1 tot en met 5, 7 en 9 worden ingeroepen. Conclusie 1 - in de in dit kort geding door beide zijden gehanteerde onderverdeling - luidt in de authentieke Engelse tekst als volgt. 1.
A developing device usable with an image fomiing apparatus (1) comprising a photoconductive medium (40), the developing device (100) comprising;
2.
a driving force reception unit (160) disposed at one side ofa front end of the developing device (100) to receive a driving force from the image forming apparatus (1); and
3.
a power reception unit (170) disposed at an other side of the front end of the developing device (100) to receive an electric power from the image forming apparatus (1);
4.
a memory unit (180) comprising a plurality of terminals (18 la-d), 4.1
wherein the plurality of terminals (181 a-d), are externally exposed through, and disposed at a rear end ofthe developing device (100) with respect to a direction of mounting the developing device (100) into the image forming apparatus (1) and are connectable through contacting with terminal contact points (13) formed at a main body cover of the image forming apparatus (1);
4.2
wherein the plurality of terminals (181 a-d) are disposed closer to the power reception unit (170) than the driving force reception unit (160); and
4.3
wherein a developing roller (140) is disposed at the front end ofthe developing device (100) and is adapted to supply developer to the photoconductive medium (40) provided in the image forming apparatus (1), •
4.4
wherein afirsttenninal (181 a) for data communication is disposed farther from the driving force reception unit (160) than at least one ofthe other terminals (181), and
4.5
a second tenninal (181b) operable to provide grounding of the memory unit (180) without a fiinction of transceiving certain information or signals is disposed closer to the driving force reception unit (160) than thefirsttenninal (181a).
kort geding
30/10 2014 10:23 FAX
ElOOO4/OOlg^0
C/09/469648 / KG ZA 14-840 en C/09/469652 / KG ZA 14-842 30 oktober 2014
4
De tekst van de overige ingeroepen conclusies luidt als volgt: 2.
The developing device (100) according to claim 1, whereinthepluralityofterminals(181 a-d)of the memory unit (180) are positioned to one side of a middle of a width of a surface perpendicular to the direction of mounting of the developing device (100).
3.
The developing device (100) according to claim 1, wherein the plurality of terminals (181) comprise: a third tenninal (181 c) to provide power to the memoiy unit (180) and a fourth terminal (18Id) to provide clock signals to the memoty unit (180) disposed between the first terminal (181a) and the second terminal (I8lb) sequentially.
4.
The developing device (100) according to claim 1, wherein the plurality of terminals (181) comprise: a third terminal (18Id) to provide clock signals to the memoty unit (180) disposed between the first terminal (181a) and the second terminal (181b).
5.
The developing device (lOO) according to claim 2, wherein the terminals (181) comprise: afirstterminal (181a) for data communication and a second terminal (181d) to provide clock signals to the memory unit (180), thefirstterminal (181a) disposed relatively closer to the power reception unit (170) and the second terminal (18Id) disposed relatively closer to the driving force reception unit (160).
7.
The developing device (100) according to any one of claims 1 to 6 wherein the developing device is adapted to receive pressing members formed on an inner surface ofa main body cover of the image forming apparatus to prevent movement of the developing device.
9.
The developing device (100) according to any one of claims 1 to 8 wherein the developing device further comprises handles (112) mounted to both sides of the rear end of the developing device (100) for mounting or separating the developing device (100),
2,5. luidt:
De - niet bestreden - Nederlandse vertaling van conclusies I tot en met 5,7 en 9
I.
Ontwikkeitoestel ten gebruike bij een beeldvormend apparaat (l) dat van een fotogeleidend medium is voorzien, welk ontwikkeitoestel (100) omvat: een aan één zijde van een vooreinde van het ontwikkeitoestel (100) aangebrachte aandrijfkrachtopname-eenheid (160) voor het opnemen van een aandrijlkracht uit het beeldvomiende apparaat (1); en een aan de andere zijde van het vooreinde van het ontwikkeitoestel aangebrachte vermogensopname-eenheid (170) voor het opnemen van een elektrisch vermogen uit het beeldvormende apparaat (1); een geheugeneenheid (180), omvattend een aantal aansluitelementen (181a-d), -
waarbij de aansluitelementen (181 a-d) uitwendig toegankelijk zijn via en aangebracht zijn aan een achtereinde van het ontwikkeitoestel (100) ten opzichte van een montagerichting van het ontwikkeitoestel (100) in het beeldvormende apparaat (1) en welke aansiuitbaar zijn via contact met contact-aansluitelementen (13) op een hoofhuisdeksel [bedoeld zal zijn: hoofdhuisdeksel, Vzr.] van de beeldvormende inrichting (1);
k o r t geding
3 0 / 1 0 2014 1 0 : 2 4 FAX
iiooos/ooig^g
C/09/469648 / KG ZA 14-840 en C/09/469652 / KG ZA 14-842 30 oktober 2014
5
waarbij het aantal aansluitelementen (181 a-d) van de geheugeneenheid (180) dichter bij de vermogensopname-eenheid (170) is aangebracht dan bij de aandrijfkrachtopnameeenheid (160); en waarbij een ontwikkelrol (140) aan het vooreinde van de ontwikkelinrichting is geplaatst die is ingericht voor het aan het in de beeldvormende inrichting geplaatste fotogeleidende medium toevoeren van ontwikkelaar, waarbij een eerste aansluitelement (181a) voor communicatie van gegevens verder van de aandrijfkrachtopname-eenheid (160) is geplaatst dan tenminste één van de andere aansluitelementen (181) en een tweede aansluitelement (181b) voor het aarden van de geheugeneenheid (180) zonderfimctievoor het ontvangen of verzenden van bepaalde informatie of signalen dichter bij de aandrijfkracht-ontvangsteenheid (160) is geplaatst dan het eerste aansluitelement (18la). 2.
Ontwikkeitoestel (100) volgens conclusie 1, waarbij het aantal aansluitelementen (181 a-d) van de geheugeneenheid (180) zijn gepositioneerd aan één zijde van het midden van een breedte van een vlak dat zich loodrecht op de plaatsingsrichting van het ontwikkeitoestel (100) uitstrekt.
3.
Ontwikkeitoestel (100) volgens conclusie l , waarbij het aantal aansluitelementen (181) omvat: een derde aansluitelement (181c) voor het verschaffen van vermogen aan de geheugeneenheid (180) en een vierde aansluitelement (181d) voor het verschaffen van kloksignalen aan de geheugeneenheid (180), die zïjn sequentieel zijn aangebracht tussen het eerste aansluitelement (181a) en het tweede aansluitelement (181b).
4.
Ontwikkeitoestel (100) volgens conclusie l , waarbij het aantal aansluitelementen (181) omvat: een derde aansluitelement (I8l d) voor het verschaffen van kloksignalen aan de geheugeneenheid (180), welk aansluitelement is geplaatst tussen het eerste aansluitelement en het tweede aansluitelement,
5.
Ontwikkeitoestel (100) volgens conclusie 2, waarbij het aantal aansluitelementen (181) omvat: een eerste aansluitelement (18Ia) en gegevenscommunicatie en een tweede aansluitelement (18ld) voorhet verschaffen van kloksignalen aan de geheugeneenheid (181), waarijij het eerste aansluitelement (181 a) dichter bij de vennogensopname-eenheid (170) is geplaatst en het tweede aansluitelement dichter bij de aandrijfkrachtopname-eenheid (160) is geplaatst.
7,
Ontwikkeitoestel (100) volgens één van de conclusies 1-6, waarbij het ontwikkeitoestel is ingericht voor het opnemen van drukelementen op cen binnenvlak van een hoofdhuisdeksel van de beeldvormende inrichting voor het voorkomen van beweging van het ontwikkeitoestel.
9.
Ontwikkeitoestel (100) volgens één van de conclusies 1-8, waarbij het ontwikkeitoestel voorts aan beide zijden van het achtereinde van het ontwikkeitoestel (110) geplaatste handgrepen (112) omvat voor het plaatsen of verwijderen van het ontwikkeitoestel (100),
2.6,
De beschrijving van EP 914 omvat onder meer de volgende paragrafen: BACKGROUND OF THE [NVENTION I. Field of the Invention
k o r t geding
30/10 2014 10:24 FAX
Eioooe/ooig^g
C/09/469648 / KG ZA 14-840 en C/09/469652 / KG ZA 14-842 30 oktober 2014
6
[0001] The present general inventive concept relates to an image forming apparatus, and more particularly to a developing device vvith a memory unit, and an image forming apparatus having the same. 2. Description of the Related Art [...] [0006] The developing device is equipped with a memory unit for storing a variety of information on the operation thereof The infonnation stored in the memory unit may include a residual quantity of developer and a remaining life span of component parts. [0007] The memory unit includes terminals at one side thereof while the main body ofthe image forming apparatus includes terminals conresponding to the terminals of the memory unit. Upon mounting ofthe developing device to the image forming apparatus, the memory unit terminals are electrically connected with the image forming apparatus terminals. In a state where the developing device is thus electrically connected to the main body ofthe image forming apparatus, the image forming apparatus recognizes the information stored in the memory unit. and displays the information for the user or performs any necessary operations using the informadon and transmits the operation result to the memory unit, thereby updating the information in the memoiy unit. [0008] In order for favorable data communication between the developing device and the main body ofthe image forming apparatus, the memory unit should not be damaged and needs to be mounted at an appropriate position for a stable electric connection with the main body. [0009] For example. ifthe memory unit is disposed around a fixing device whlch generates a lot of heat, the memory unit would be damaged by thc heat, Ifthefixingdevice is disposed around the photoconductive medium or developing rollers, the terminals of the memory unit would be easily contaminated by deveiopers scattering aboutfromthe photoconductive medium or the developing rollers. This will deteriorate the connection between the memory unit and the image forming apparatus. Furthermore, if the memory unit is disposed at a position such as an upper or lower surface ofthe developing device often interfered with by other component parts in the image forming apparatus when the developing device is mounted, the memory unh terminals are apt to be damaged during mounting of the developing device, [...] [0011] Moreover, when the memory unit is disposed at a position subject to vibration generated from the developing device ln operation, the electric connection between the memory unit and the image forming apparatus becomes unstable due to the vibration transmitted to the memory unit, [0012] US 2005/0078978, JP2003/195723, US 2007/0189781 disclose cartridges incorporating memory unit. SUMIVIARY OF THE INVENTION [0013] The present general inventive concept provides a developing device to prevent damage ofa memory unit and poor connection between terminals of the memory unit and a main body ofan image forming apparatus, by improving a mounting position ofthe memory unit, and an image forming apparatus having the same. [0014] According to the present invention there is provided a developing device and an image forming apparatus as set forth in the appended claims. Other features of the invention will be apparent from the dependent claims, and the description which follows. [.,.]
3 0 / 1 0 2014
kort geding
1 0 : 2 4 FAX
El0007/001g^g
C/09/469648 / KG ZA 14-840 en C/09/469652 / KG ZA 14-842 30 oktober 2014
7
DETAILED DESCRIPTION OF THE PREFERRED EMBODIMENTS
[...] [0055] As iUustrated in FIG. 5, more speeifically, the terminals 181 ofthe memory unit 180 include first through fourth terminals 181 a, 181b, iSlcand 181d arranged in the width direction Wof the developing device IOOK. [0056] Thefirstterminal 181a is a data communication terminal for information exchange with a control unit (not illustrated) provided at the main body 10 of the image forming apparatus. The control unit (not illustrated) ofthe image forming apparatus reads necessary information from the memory unit 180 or stores new information in the memory unit 180 through the first tenninal 181 a. [0057] The second terminal 181 b is a grounding terminal to ground the memoty unit 180. The third tenninal 18 Ic is a power terminal to apply the electric power to the memory unit 180. The fouith terminal I81d is a clock terminal to transmit clock signals fo the memory unit 180. [0058] For example, among the four terminals 181 a, 181 b, 181c and 181d, the first tenninal 181a is disposed farlhest firom the driving force reception unit 160 ofthe developing device IOOK. As illustrated in FIG. 4, when the driving force reception unit 160 is on the right of the developing device IOOK, the first tenninal 18 la is at a leftmost position among the four terminals. [0059] The reason of disposing the first terminal 181 a as far as possibie from the driving force reception unit 160 is to restrain a data transmission error caused by the vibration from the driving force reception unit 160. [0060] Among the four terminals 181a, 181b, 181c and I81d, the second tenninal 181 b, for example may be at a closest position to the driving force reception unit 160. That is, when the driving force reception unit 160 is ontherightof the developing device IOOK as illustrated in FIG. 4, the second terminal 181 b is at arightmostposition among the four terminals. [0061] TTie second tenninal I81b, which is the grounding terminal, contacts the terminal contact point 13 of the main body cover 11 without a fUnction of transceiving certain information or signals. Therefore, although the second terminal 181 b is most affected by the vibration since being disposed close to the driving force reception unit 160, a chance of an operational error by the poor connection would be reduced.
2.7.
EP 914 omvat onder meer de volgende figuren: FIQ. 2
@]0008/001g^|3
k o r t geding
30/10 2014 10:25 FAX
C/09/469648 / KG ZA 14-840 en C/09/469652 / KG ZA 14-842 30 oktober 2014
8
R6.3 FIO.S
2.8. Gedaagden zijn actief op de Nederlandse en Belgische markt voor printers en tonercartridges. Zij exploiteren daartoe verschillende op Nederland en/of België gerichte internetwinkels waar naast cartridges die door Samsung zijn geproduceerd, ook cartridges worden aangeboden en verhandeld die door derden zijn geproduceerd, maar die wel geschikt zijn voor gebmik in printers van Samsung. Darkstone handelt via een website onder de domeinnaam toner.nl. Maxperian beheert een website onder de domeinnamen sneltoner.nl, sneltoner.be en sneltoner.com. A l exploiteert een webwinkel onder de domeinnaam tonershop.nl en tonershop.be. DR is actief op een website onder de domeinnamen 123inkt.nl, 123inkt.be, 123inkt.comentoner.be. 2.9. Samsung heeft bij dagvaardingen van 14 november 2013 bodemprocedures bij deze rechtbank aanhangig gemaakt tegen onder meer Digital Revolution en Maxperian. In die zaken heeft Samsung zich op het standpunt gesteld dat Digital Revolution en Maxperian inbreuk hebben gemaakt op onder meer de octrooien EP 1 975 744 (hiema: EP 744) en EP 2 357 537 (hierna: EP 537) van Samsung door de verhandeling van cartridges. De typen cartridges die onderwerp zijn van die bodemprocedures verschillen van de typen cartridges die onderwerp zijn van de onderhavige kort geding procedure. Er is nog geen einduitspraak gedaan in deze bodemprocedures. 2.10. Bij dagvaardingen van 15 november 2013 heeft Samsung een tweede bodemprocedure bij deze rechtbank aanhangig gemaakt tegen onder meer Digital Revolution en Maxperian. In die zaken heeft Samsung zich op het standpunt gesteld dat Digital Revolution en Maxperian inbreuk hebben gemaakt op de octrooien BP 327, EP 559 en EP 701 door de verhandeling van dezelfde typen cartridges die onderwerp zijn van de onderhavige procedure. Er is nog geen einduitspraak gedaan in deze procedures. 2.11. Daamaast heeft Samsung bij dagvaardingen van 26 november 2013 een kort geding aanhangig gemaakt tegen onder meer Digital Revolution en Maxperian. Ook in die zaken heeft Samsung zich op het standpunt gesteld dat Digital Revolution en Maxperian inbreuk hebben gemaakt op onder meer de octrooien EP 744 en EP 537 door de verhandeling van cartridges. De typen cartridges die onderwerp waren van die procedure verschillen van de typen cartridges die onderwerp zijn van de onderhavige procedure. Bij vonnissen van 9 januari 2014 heeft de rechter inbreuken op EP 537 verboden en de op EP 744 gebaseerde vorderingen afgewezen. Bij arrest van 27 mei 2014 heeft het hof Den Haag dit vonnis bekrachtigd.
3 0 / 1 0 2014
Eiooog/ooig^g
k o r t geding
1 0 : 2 5 FAX
C/09/469648 / KG ZA 14-840 en C/09/469652 / KG ZA 14-842 30 oktober 2014
3.
9
Het geschil
in beide zaken 3.1. Samsung vordert - samengevat - dat de voorzieningenrechter m beide zaken bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, gedaagden beveelt de inbreuk op de Nederlandse en buitenlandse delen van EP 914 te staken en gestaakt te houden, opgave te doen, door een onafhankelijke registeraccountant geaccordeerd, van het aantal verkochte en in voorraad gehouden inbreukmakende producten, de daarmee behaalde omz&t en winst, en van professionele afnemers en toeleveranciers, alsmede hen beveelt tot het uitvoeren van een rectificatie, een recall en de vemietiging van inbreukmakende producten, een en ander op straffe van een dwangsom, met veroordeling van gedaagden in de overeenkomstig artikel I019h van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hiema: Rv) te begroten proceskosten. 3.2. Aan haar vorderingen legt Samsung ten grondslag dat een aantal van de door gedaagden verhandelde cartridges die geschikt zijn voor printers van Samsung onder de beschermingsomvang van de conclusies 1-5,7 en 9 van EP 914 vallen. In onderstaande tabel is weergeven welke cartridges de verschillende gedaagden volgens Samsung verhandelen (venneld zijn typenummers die zowel door Samsung als door gedaagden worden gehanteerd).
CLT-K4092S, CLT-Y4092S, CLT-M4092S en CLT-C4092S CLT-K4072S, CLT-Y4072S, CLT-M4072S en CLT-C4072S CLT-K406S, CLT-Y406S, CLT-M406S en CLT-C406S MLT-DIIÖL
Darkstone
Maxperian
Al
DR
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
3.3. Gedaagden voeren gemotiveerd verweer. Zij betogen dat EP 914 nietig is omdat sprake is van toegevoegde materie en dubbele octrooiering en omdat de geoctrooieerde materie niet nieuw en niet inventief is. Daamaast stellen ze dat hun producten niet onder de beschermingsomvang van EP 914 vallen. Ook betwisten zij dat Samsung (voldoende) spoedeisend belang heeft bij haar nevenvorderingen. 3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hiema, voor zover van belang, nader ingegaan.
4.
De beoordeUng
bevoegdheid 4.1. De Nederiandse rechter is krachtens artikel 2 van de EEX-Verordening (verordening EG/44/2001, hiema: EEX-Vo) bevoegd tot kennisneming van de vorderingen van Samsung aangezien gedaagden in Nederiand gevestigd zijn. De Nederiandse rechter kan
30/10 2014 10:26 FAX
k o r t geding
C/09/469648 / KG ZA 14-840 en C/09/469652 / K G ZA 14-842 30 oktober 2014
iOOlO/OOlg^O
10
ook kennisnemen van het nietigheidsverweer dat gedaagden hebben opgeworpen tegen de buitenlandse delen van het octrooi omdat in dit kort geding geen definitieve beslissing zal worden gegeven over de geldigheid van het octrooi, maar een inschatting zal worden gemaakt hoe de ingevolge artikel 22 lid 4 EEX-Vo exclusief bevoegde rechter daarover zal oordelen (HvJ EU 12 juli 2012, C-616/10, ECLI:EU:C:2012:445, Solvcty-Honeywell en hof Den Haag 20 mei 2014, ECLI:NL:GHDHA:2014:1727,^;)p/e-5'a/M5««g). 4.2. De relatieve bevoegdheid van de voorzieningenrechter van de Haagse rechtbank volgt uit artikel 80 lid 2 Rijksoctrooiwet 1995. geen inventiviteit 4.3. De vorderhigen zullen worden afgewezen omdat er een gerede kans bestaat dat het octrooi zal worden herroepen of vemietigd vanwege een gebrek aan inventiviteit. Dat zal hiema worden toegelicht aan de hand van de zogehetenproblem-and-solution-approac/i. 4.4. Naar voorlopig oordeel kunnen de hierna afgebeelde cartridges van Samsung die bestemd zijn voor Samsung-printers met typenummers ML-1630 en ML-1631 (hiema: de Samsung-cartridges) worden aangemerkt als de meest nabije stand van de techniek.
Niet in geschil is dat deze Samsung-cartridges openbaar zijn gebruikt voorafgaand aan de tweede prioriteitsdatum van EP 914 en dat die cartridges daarmee behoren tot de relevante stand van de techniek omdat het beroep op de eerste prioriteitsdatum niet geldig is. Tussen partijen staat ook vast dat de Samsung-cartridges vele kenmerken bezitten van de in conclusie 1 van EP 914 geclaimde cartridge, waaronder de geclaimde positionering van de aandrijfkrachtopname-eenheid, vermogensopname-eenheid en geheugeneenheid ten opzichte van elkaar (conclusie-elementen 2,3,4.1 en 4.2). 4.5. De verschillen tussen de Samsung-printers en de in conclusie 1 van EP 914 geclaimde cartridge vallen uiteen in twee sets keimierken- De eerste set betreft de volgorde van de aansluitpunten van de geheugeneenheid. Bij de Samsung-cartridges is de volgorde: i) aarde, ii) klok, iii) data en iv) voedingspanning, waarbij het laatstgenoemde element het dichtst bij de aandrijfkrachtopname-eenheid ligt. Dat betekent dat de volgorde niet voldoet aan conclusie-element 4.5, dat vereist dat het aansluit-element voor de aarde dichter bij de
30/10 2014 10:26 FAX
kort geding
C/09/469648 / KG ZA 14-840 en C/09/469652 / KG ZA 14-842 30 oktober 2014
ElOOll/OOlg^O
11
aandrijfkrachtopname-eenheid is geplaatst dan het aansluit-element voor de communicatie van gegevens. De tweede set betreft het kenmerk dat de geclaimde cartridge bruikbaar is in een bepaald type printer, te weten een printer met eenft)togeleidendmedium (laatste onderdeel van conclusie-element 1), en het daarmee samenhangende kenmerk dat 'een ontwikkelrol (140) aan het vooreinde van de ontwikkelinrichting is geplaatst die is ingericht voor het aan het in de beeldvormende inrichting geplaatste fotogeleidende medium toevoeren van ontwikkelaar' (conclusie-element 4.3). 4.6. Het betoog van Samsung dat vanwege de tweede set verschillen 'de problematiek van EP 914 niet aan de orde is' in de Samsung-cartridges en dat die cartridges daarom geen geschikt uitgangspunt voor de beoordeling van de inventiviteit van EP 914, kan naar voorlopig oordeel niet slagen. Voorshands is voldoende aannemelyk dat de in het octrooischrift genoemde problemen, zoals (i) de beschadiging van de geheugeneenheid door hitte of contact met de printer en (ii) een slechte verbinding tussen de aansluitpunten van de geheugeneenheid en de printer door vibraties of vervuiling met toner, ook kunnen optreden in cartridges met een fotogeleidend medium, zoals de Samsung-cartridges. Dat wordt onderstreept door het feit dat het octrooischrift in paragraaf [0012] cartridges die de tweede set kenmerken evenmin bevatten, zoals de in de Amerikaanse octrooiaanvrage US 2005/00789978 geopenbaarde cartridge, bespreken als 'related arf . Bovendien bevestigen de meetresultaten die Samsung in het geding heeft gebracht (productie 16 in zaak 14-840, productie 26 in zaak 14-842), dat ook bij een cartridge zonder de tweede set maatregelen het genoemde vibratieprobleem zich voordoet. Dat dit probleem zich in dat type cartridge mogelijk in mindere mate voordoet, impliceert naar voorlopig oordeel niet dat die cartridges buiten beschouwing moeten worden gelaten. 4.7. Naar voorlopig oordeel moet de inventiviteit van de hiervoor genoemde twee sets verschillen afzonderlijk worden beoordeeld, omdat er geen synergetisch effect bestaat tussen die twee sets kenmerken (vgl. EPO, Case Law, I D 9.2.2, Partial problems en EPO, Guidelmes for examination, G V I I 7, Combination vs. Juxtqposition or aggregation). Gedaagden hebben namelijk benadmkt dat de plaatsing van het fotogeleidend medium in de printer (conclusie-element 1) en de daarmee samenhangende plaatsing van de ontwikkelrol aan de voorzijde van de cartridge (conclusie-element 4.3) niet relevant zijn voor het probleem dat de eerste set kenmerken volgens het octrooischrift zou oplossen, te weten het voorkomen dat er fouten in de communicatie met de geheugeneenheid optreden ten gevolge van trillingen van de aandrijfkrachtopname-eenheid (paragraaf [0059]). Samsung zelfheeft uitgebreid betoogd dat de tweede set kenmerken het bedoelde verbindingsprobleem verergert (pleitnota, paragrafen 2.19-2.33). Gelet daarop kan voorshands niet worden aangenomen dat de tweede set kenmerken bijdraagt aan de oplossing van dat probleem. 4.8. Wat betreft de inventiviteit van de eerste set verschillen is, zoals hiervoor is geconstateerd, het probleem dat die set kenmerken volgens het octrooischrift zou oplossen: het verminderen van fouten in de communicatie met de geheugeneenheid ten gevolge van trillingen van de aandrijfkrachtopname-eenheid. Voorshands moet worden aangenomen dat de gemiddelde vakman die dat probleem wil oplossen, uitgaande van de geheugeneenheid van de Samsung-cartridges, op de tweede prioriteitsdatum zou zijn uitgekomen op de in conclusie 1 geclaimde volgorde van de aansluitelementen, Samsung heeft namelijk zelf aangevoerd dat de gemiddelde vakman op basis van zijn algemene vakkennis weet dat hoe verder een punt is verwijderd van de bron van de trilling, hoe minder trilling er op dat punt zal optreden (pleitnota Samsung, paragraaf 2.32). Daarvan uitgaande moet worden
k o r t geding
30/10 2014 10:27 FAX
C/09/469648 / KG ZA 14-840 en C/09/469652 / KG ZA 14-842 30 oktober 2014
ia0012/001g,;,|]|
12
aangenomen dat de gemiddelde vakman zonder inventieve denkarbeid de positionering van de aansluitpunten van de Samsung-cartridges zodanig zou wijzigen dat voor de communicatie gebruik wordt gemaakt van het verst van de aandrijfkrachtopnamen-eenheid gelegen aansluitpunt, althans van een aansluitpunt dat verder van de aandrijfkrachtopnameeenheid is gelegen dan het aansluitpunt voor de aarde, die - volgens Samsung - niet is vereist voor die communicatie (pleitnota Samsung, paragraaf 3.41). 4.9. De tweede set kenmerken maakt de geclaimde cartridge naar voorlopig oordeel evenmin inventief. Volgens Samsung zijn de voordelen van deze maatregelen (i) dat de cartridge goedkoper is omdat het fotogeleidend medium niet telkens hoeft te worden vervangen wanneer de toner op is, en (ii) dat de kwaliteit van de afdrukken wordt verbeterd omdat het fotogeleidend medium stevig in de printer is verankerd. Het octrooischrift noemt deze voordelen echter niet (hoewel het octrooischrift in paragraaf [0012] afbakent van cartridges die deze kenmerken evenmin bevatten, zoals de in de Amerikaanse octrooiaanvrage US 2005/00789978 geopenbaarde cartridge). Voor zover dat niet al meebrengt dat de genoemde voordelen buiten beschouwing moeten worden gelaten bij de beoordeling van de inventiviteit, is voorshands voldoende aannemelijk dat de gemiddelde vakman die, uitgaande van de Samsung-cartridges, denkt over aanpassmgen die de Samsung-cartridges goedkoper kunnen maken, zou uitkomen bij de tweede set kenmerken. Gedaagden hebben namelijk onweersproken aangevoerd dat op de tweede prioriteitsdatum cartridges met en zonder de betreffende kenmerken algemeen bekende varianten waren. 4.10. Om de hiervoor genoemde redenen bestaat een gerede kans dat conclusie l van EP 914 niet inventief zal worden geacht in een bodem- of oppositieprocedure. Ook kan niet worden uitgegaan van de geldigheid van de door Samsung ingeroepen onderconclusies. Gedaagden hebben namelyk gemotiveerd en onbestreden gesteld dat ook de onderconclusies niet inventief zijn. proceskosten 4.11. Samsung zal in beide procedures als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de volgens artikel 10l9h Rv te begroten proceskosten. Die kosten zullen overeenkomstig de onbestreden opgave van gedaagden worden begroot op € 78.401,00 in totaal voor de beide procedures. Aan iedere procedure zal de helft van dat bedrag worden toegerekend. 5.
De besUssing
De voorzieningenrechter in zaak 14-840 5.1,
wijst de vorderingen af;
5.2, veroordeelt Samsung in de proceskosten, aan de zijde van Darkstone, A l en Maxperian begroot op 6 39.200,50; 5.3,
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
k o r t geding
30/10 2014 10:27 FAX
C/09/469648 / KG ZA 14-840 en C/09/469652 / KG ZA 14-842 30 oktober 2014
in zaak 14-842 5.4.
wijst de vorderingen af;
5.5. veroordeelt Samsung in de proceskosten, aan de zijde van DR begroot op 639.200,50; 5.6.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar by voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.H. Blok en in het openbaar uitgesproken op 30 oktober 2014 in tegenwoordigheid van de griffier mr. R.P. SouUié,
1210013/OOlg^O
13