Handhavingsproject Integrale controles horeca
Februari 2007
Voorwoord Sinds zo’n drie jaar zijn alle bestuurlijke handhavingspartners, zoals gemeenten, provincie, waterschappen en VROM Inspectie druk bezig te voldoen aan criteria betreffende het project Professionalisering van de Handhaving. In de provincie Noord-Brabant is daarbij afgeweken van de landelijke standaard. De handhavingspartners wilden de slag niet alleen aangaan voor de “grijze en blauwe wetgeving” gericht op milieu, afval en water, maar duidelijk ook voor het zogenaamde “rode en groene kleurspoor”, waarbij de rode wetgeving staat voor bouwen en ruimtelijke ordening en het groene kleurspoor voor natuur(beheer). Een uitermate geschikte branche om integrale handhaving toe te passen is de horeca. Bij horeca zijn namelijk diverse onderwerpen van toepassing uit de genoemde kleursporen. Daarbij valt te denken aan milieu-items uit de “grijze wetgeving”, zoals afval(water), geluid en dergelijke. Bij het rode kleurspoor moet gedacht worden aan gebruiksvergunningen (veiligheid) en bouwvergunningen. Daarnaast geldt binnen dit onderwerp overige wetgeving zoals APV (terrasvergunningen, “horeca-huisregels” en exploitatievergunningen) maar ook (inrichtings) eisen drank- en horecawet en speelautomatenvergunningen zijn onderwerp voor handhaving. De integrale handhaving van deze branche kent twee sporen. Enerzijds is de regionale handhaver in 2005 al aangeboden een cursus te volgen tot controleur brandpreventie, gericht op aspecten m.b.t. gebruiksvergunningen en veiligheid. Daarnaast omvat het een handhavingsgedeelte waarbinnen de daadwerkelijke controles worden uitgevoerd en waarbij dit draaiboek de nodige handvatten geeft. Het voordeel hiervan is dat de ondernemer in principe maar één bezoek krijgt, waarbij de van toepassing zijnde wetgeving wordt gecontroleerd. Het Servicepunt Handhaving regio Brabant Zuid-Oost heeft in 2005 hiervoor een draaiboek ontwikkeld. Dit draaiboek is nogmaals tegen het licht gehouden gelet op opgedane ervaringen in onze regio.
Toine Aerts, Coördinator Seph Brabant Noord Arie Peters, projectleider RMB
2
INHOUDSOPGAVE Lijst van afkortingen ..........................................................................................................4 Inleiding.............................................................................................................................4 2.1. Doelstelling ................................................................................................................4 3. Wetgeving .........................................................................................................................4 3.1. Wet milieubeheer .......................................................................................................5 3.2. Besluit horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen milieubeheer...................................5 3.3. Drank- en horecawet (DHW)......................................................................................6 3.4. Besluit eisen inrichtingen Drank- en Horecawet ........................................................6 3.5. Algemene Plaatselijke Verordening ...........................................................................7 3.5.1. Inleiding ..............................................................................................................7 3.5.2. Exploitatievergunning .........................................................................................7 3.5.3. Terrasvergunning................................................................................................7 3.5.4. Precarioverordening ...........................................................................................7 3.6. Woningwet .................................................................................................................8 3.7. Wet op de particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus......................8 3.8. Wet op de kansspelen ...............................................................................................8 3.9. Bouwverordening (gebruiksvergunning) ..................................................................10 3.10. Brandbeveiligingsverordening ..............................................................................11 3.11. Wet BIBOB ...........................................................................................................11 3.12. Drank- en horecabeleid ........................................................................................12 4. Checklisten en toelichting ...............................................................................................12 4.1. Checklist ..................................................................................................................12 4.2. Dossieronderzoek ....................................................................................................13 4.3. Technische controle.................................................................................................13 4.3.1. Voorcontrole .....................................................................................................13 4.3.2. Integrale controle ..............................................................................................13 5. Handhavingscenario .......................................................................................................14 6. Monitoring en evaluatie ...................................................................................................14 7. Bijlagen ...........................................................................................................................14 8. Literatuurlijst....................................................................................................................14 1 2
Bijlagen 1. Projectopzet 2. Checklist inrichtingseisen Drank- en horecawet 3. Voorbeelden speelautomaten 4. Checklist integrale controle 5. Checklist voorcontrole 6. Samenvatting Brabantse handhavingstrategie met schema 7. Lijst categorie I overtredingen 8. Voorbeeld aanwezigheidsvergunning 9. Voorbeeld drank- en horecavergunning 10. Monitoringsformulier
3
1
Lijst van afkortingen
APV
Algemene Politieverordening
B-RHOM
Bestuurlijk Regionaal Handhavingsoverleg Milieu
B&W
College van burgemeester en wethouders
DHW
Drank- en horecawet
GBA
Gemeentelijke basisadministratie
Seph
Servicepunt handhaving
VNG
Vereniging Nederlandse Gemeenten
Wet BIBOB
Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur
Wm
Wet milieubeheer
2
Inleiding
In 2005 heeft de regio Brabant Zuidoost een projectopzet gemaakt voor door de integrale handhaving horeca (bijlage 1). Het project omvatte een gedeelte “kennisoverdracht”, een cursus gericht op de controles van gebruiksvergunningen en daarnaast een uitvoerend gedeelte. In 2005 heeft de kennisoverdracht plaatsgevonden en dit draaiboek geeft handvatten voor het uitvoerende gedeelte.
2.1.
Doelstelling
Om het integrale karakter te waarborgen zijn er enkele doelstellingen vastgesteld. Deze doelstellingen zijn: • Stimuleren integrale handhaving; • Bevorderen efficiënte inzet handhavingscapaciteit; • Kennisoverdracht; • Samenwerking diverse (gemeentelijke) disciplines. Naast deze veelal op de organisaties gerichte doelstellingen kent het project ook de volgende nevendoelstellingen: - regiobreed inzicht verkrijgen in de naleving van de diverse soorten wet- en regelgeving door de horecabranche en het bevorderen van deze naleving; - bewerkstellingen van uniformiteit in de handhaving.
3. Wetgeving Zoals in de inleiding is aangegeven is op de horecabranche een groot aantal soorten wet- en regelgeving van toepassing. Dat wil overigens niet zeggen dat die wetgeving ook op elk bedrijf van toepassing is. Zo hebben bijvoorbeeld niet alle gemeenten een precarioverordening. Gemeenten kennen ook de zogenaamde “natte” en “droge” horeca. Onder “natte” horeca worden cafés en discotheken e.d. begrepen. “Droge” horeca wordt gevormd door shoarmazaken, cafetaria’s e.d. Voor het handhavingsproject zijn de meest voorkomende soorten weten regelgeving die op de horeca van toepassing is, geselecteerd. Hieraan zal tijdens de controles aandacht worden besteed. In onderstaand schema is de te controleren wet- en regelgeving weergegeven alsmede eventuele specifieke onderwerpen daaruit.
4
Horecabedrijf
Wet milieubeheer
Drank- en horecawet
Besluit horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen milieubeheer
Besluit eisen inrichtingen Drank- en horecawet
Wet bibob
Wet op de Kansspelen
Woningwet
Algemene Plaatselijke Verordening
Bouwverordening
Exploitatievergunning
Gebruiksvergunning
Terrasvergunning
Precarioverordening
Wet op de particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus
3.1.
Wet milieubeheer
De Wet milieubeheer is op bepaalde door de mens bedrijfsmatig uitgevoerde activiteiten van toepassing als deze worden uitgevoerd binnen een bepaalde begrenzing. Daarnaast moet de activiteit zijn benoemd in één van de categorieën van de bijlagen van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit wet milieubeheer. Op horeca zijn twee categorieën van toepassing. In categorie 18 zijn benoemd hotels, restaurants, cafés, cafetaria’s, snackbars en discotheken. Wel dient er sprake te zijn van tegen betaling verstrekken van logies, bereiden en verstrekken van spijzen en/of dranken voor gebruik ter plaatse. In categorie 19 zijn onder andere benoemd dansscholen, zwembaden, sportscholen, sporthallen en dergelijke. Op grond van artikel 8.1 Wm en artikel 8.40 van de Wm zijn inrichtingen vergunningplichtig of meldingsplichtig. Toezicht op basis van de Wet milieubeheer wordt in principe uitgevoerd door toezichthoudende ambtenaren die door het bevoegde gezag (B&W) zijn aangewezen.
3.2.
Besluit horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen milieubeheer
Het grootste gedeelte van de horecabedrijven valt onder de werkingssfeer van het Besluit horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen milieubeheer. In het besluit is een aantal voorschriften opgenomen die in principe voor elk horecabedrijf gelden. Daarbij valt te denken aan onderwerpen als geluid, afval, afvalwater, opslag van gas, brandblusmiddelen e.d. Naast de
5
algemene voor elk bedrijf geldend pakket aan voorschriften, biedt het besluit B&W de mogelijkheid voor een individuele inrichting nadere eisen te stellen voor met name genoemde onderwerpen. In de horeca is dat vaak geluidbegrenzing of ontgeuring van bakdampen.
3.3.
Drank- en horecawet (DHW)
Het is verboden zonder een daartoe op grond van artikel 3 DHW strekkende vergunning van burgemeester en wethouders het horecabedrijf of slijterbedrijf uit te oefenen. Geen vergunning wordt verleend voor het uitoefenen van het horecabedrijf of slijterbedrijf anders dan in een inrichting. Voor terrassen wordt in principe slechts een vergunning verleend, indien zij in de onmiddellijke nabijheid van een horecalokaliteit zijn gelegen. In het horecabedrijf hoort een leidinggevende te zijn. Deze persoon wordt ook op de vergunning genoemd. De afwezigheid van de leidinggevende dan wel iemand anders die op de vergunning is genoemd, wordt veelvuldig overtreden. De inrichting zelf dient te voldoen aan bij algemene maatregel van bestuur in het belang van de sociale hygiëne te stellen eisen. Eén van de andere eisen die veelvuldig wordt overtreden is het niet aanwezig zijn van een aanduiding voor leeftijdsgrenzen. In de inrichting moet een afschrift van de vergunning aanwezig zijn. De vergunning bevat ten minste de volgende gegevens: • de natuurlijke of rechtspersoon of -personen aan wie de vergunning is verleend; • de leidinggevenden; • tot welke bedrijfsuitoefening de vergunning strekt; • de plaats waar de inrichting zich bevindt; • de situering en de oppervlakten van de horecalokaliteiten en terrassen; • de voorschriften of beperkingen welke aan de vergunning zijn verbonden. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd aan andere personen dan hen, die wonen in de ruimte, waarin in strijd met deze wet alcoholhoudende drank wordt verstrekt, de toegang tot die ruimte te ontzeggen.
Wanneer drank- en horecavergunning (kort samengevat): • als is voldaan aan de inrichtingseisen; • bij overleggen van verklaring van goed gedrag; • bij overleggen van diploma sociale hygiëne
Toezicht op de DHW en de op grond van die wet verleende vergunningen wordt uitgeoefend door aangewezen ambtenaren van het Staatstoezicht op de volksgezondheid (Voedsel- en warenautoriteit voorheen Drank- en horeca-inspectie). Dit houdt dus in dat burgemeester en wethouders weliswaar de vergunning verlenen, maar NIET zelf het toezicht mogen uitoefenen. Toch gebeurt dat in de praktijk wel o.a. om te bepalen of aan de inrichtingseisen wordt voldaan, teneinde te beoordelen of een vergunning kan worden verleend. Veel gemeenten hebben daarvoor in de APV de mogelijkheid gecreëerd een exploitatievergunning te verlenen. In bijlage 11 is een voorbeeld van een Drank- en horecavergunning opgenomen.
3.4.
Besluit eisen inrichtingen Drank- en Horecawet
In dit besluit zijn de eisen opgenomen waaraan de horeca-inrichting moet voldoen. Daarbij valt te denken aan minimaal één lokaliteit met een minimale oppervlakte van 35 m2, hoogte van 2.40 meter, mechanische ventilatie, water, telefoon, gescheiden toiletten e.d.. Daarnaast is in het besluit geregeld wanneer er sprake is van meer dan één lokaliteit binnen de inrichting. Dit heeft te maken met breedte en hoogte van doorgangen. De lokaliteiten moeten weer op de vergunning o.g.v. artikel 3 DHW zijn vermeld. In bijlage 2 is ter verduidelijking een
6
checklist inrichtingseisen opgenomen. Een deel van deze eisen is opgenomen in de checklist voor de integrale controle.
Berekenen luchtverversingscapaciteit van de mechanische ventilatie-inrichting: 3,8 x 10-3 m3/sec per m2 vloeroppervlakte: Bijvoorbeeld: oppervlakte is 100 m2 : 0,38 m3/sec = 1368 m3/uur
3.5.
Algemene Plaatselijke Verordening
3.5.1. Inleiding De gemeenteraad is bevoegd om regels vast te stellen in een gemeentelijke verordening. Een verordening moet (kan) worden gezien als een gemeentelijke wet. Het kan zijn dat een hogere regeling de gemeente verplicht om op een bepaald gebied een verordening vast te stellen. Op andere gebieden is de gemeente vrij om te bepalen of zij wel of geen verordening vaststelt. De Algemene Plaatselijke Verordening (APV) is met betrekking tot horeca veelal de basis voor gemeentelijk beleid en vergunningen. Daarbij valt te denken aan onderwerpen als openbare orde, veiligheid, gebruik openbare weg, speelautomaten, evenementen, vuurwerk, toezicht op horeca en dergelijke. De APV wordt per gemeente vastgesteld. Veel gemeenten hanteren de Model APV zoals deze is opgesteld door de Vereniging Nederlandse Gemeenten. Sommigen gemeenten hebben de modelverordening naar eigen inzicht aangepast. Tijdens de controles in het kader van dit project kan het derhalve voorkomen dat niet alle onderwerpen die op de checklist staan vermeld, ook daadwerkelijk van toepassing zijn. Daarbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan Precarioverordening en exploitatievergunning.
3.5.2. Exploitatievergunning Een exploitatievergunning horeca is een vergunning die nodig kan zijn om een horecaonderneming te exploiteren. Dit kan per gemeente anders zijn. De exploitatievergunning is gebaseerd op de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) en geeft de spelregels aan om een (horeca-)inrichting te exploiteren. De vergunning is pand- en persoonsgebonden en wordt afgegeven met een bepaalde geldigheidsduur (veelal vijf jaar). Wanneer een horecabedrijf wordt overgenomen, is een nieuwe vergunning nodig. Eén van de onderwerpen die in de vergunning kan zijn opgenomen, is de aanwezigheid van een portier. In de vergunning kan zijn opgenomen dat de portier moet voldoen aan de eisen van de Wet op de particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus (zie paragraaf 3.7). De exploitatievergunning wordt op aanvraag verleend door de burgemeester. Er zijn weigeringsgronden, zoals strijdigheid met bestemmingsplan of openbare ordeproblematiek door de ligging van de inrichting.
3.5.3. Terrasvergunning Op basis van de APV kan het voor de exploitatie van een terras mogelijk zijn dat dat slechts is toegestaan als daarvoor een terrasvergunning is verleend. Sommige gemeenten verlenen een doorlopende terrasvergunning. Die wordt eenmalig aangevraagd en verstrekt. Daarna moet jaarlijks een door de gemeente vastgesteld bedrag worden betaald. Bij het verlenen van de vergunning alsmede later bij het gebruik van het terras zijn onderwerpen als voldoende ruimte (voor voetgangers en rolstoelers), terrasafscheidingen, afmetingen en dergelijke van belang. In de vergunning is ook de termijn opgenomen dat het terras mag worden gebruikt.
3.5.4. Precarioverordening In de eventuele Precarioverordening (niet elke gemeente heeft die vastgesteld) is geregeld voor welke activiteiten of voorwerpen “precariobelasting” moet worden betaald. Er moet dan
7
worden betaald voor het gebruik van gemeentegrond dan wel voor het aanbrengen van materialen boven de gemeentegrond. In de verordening zijn ook per onderwerp de tarieven vastgesteld. De verordening wordt door de gemeenteraad vastgesteld en aansluitend gepubliceerd. Met betrekking tot het project kunnen onderwerpen als reclameaanduidingen (bv. verlichting) of trottoirmeubilair vallen onder de Precarioverordening.
3.6.
Woningwet
Op horeca kan en is vaak ook de Woningwet van toepassing. Ingevolge de Woningwet is bijvoorbeeld het aanbrengen van een toiletgroep of het verwijderen van een constructieve muur vergunningplichtig (licht of regulier vergunningplichtig). In het kader van het project is het verstandig alleen inventariserend de Woningwet tijdens de controle mee te nemen. Daarbij kan de milieutekening een leidraad vormen.
3.7.
Wet op de particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus
De horecabranche maakt steeds vaker gebruik van beveiligingspersoneel aan de toegangsdeur of in het bedrijf zelf. Het gebruik van dit soort personeel is ook aan spelregels gebonden. Zo is het verboden zonder vergunning van Onze Minister door de instandhouding van een beveiligingsorganisatie beveiligingswerkzaamheden te verrichten of aan te bieden. Een vergunning voor een beveiligingsorganisatie kan worden verleend voor bijvoorbeeld een particulier beveiligingsbedrijf, dat daarbij in hoofdzaak gebruik maakt van personen. De vergunning wordt verleend voor een periode van ten hoogste vijf jaren en kan telkens worden verlengd. Een beveiligingsorganisatie stelt geen personen te werk voordat voor hen toestemming is verkregen van de politie. Het beveiligingspersoneel moet in het bezit zijn van een goedgekeurd (model) legitimatiebewijs, dat zij op verzoek moeten kunnen tonen. Het toezicht op het beveiligingspersoneel wordt uitgevoerd door de politie. De exploitant van het horecabedrijf moet de persoonsgegevens ook kunnen overleggen.
Beveiligingspersoneel: alleen inzetten na schriftelijke toestemming plaatselijke politie
3.8.
Wet op de kansspelen
De Wet op de kansspelen is met betrekking tot horeca van toepassing in verband met de aanwezigheid van speelautomaten. Op grond van artikel 30b, eerste lid, van deze wet is een aanwezigheidsvergunning noodzakelijk voor het aanwezig hebben van een of meer speelautomaten. De vergunning wordt verleend door de burgemeester. Voor dit stuk wetgeving zijn de volgende definities van belang. • De Wet op de kansspelen kent een verschil in speelautomaten namelijk een kansspelautomaat en een behendigheidsspel. o Een kansspelautomaat: een speelautomaat, die geen behendigheidsautomaat is. o Een behendigheidsautomaat is een toestel waarvan het spelresultaat uitsluitend kan leiden tot een verlengde speelduur of het recht op gratis spellen en het proces, ook nadat het in werking is gesteld, door de speler kan worden beïnvloed en het geheel of vrijwel
Fotoplay: is ook een behendigheidsautomaat
8
geheel van zijn inzicht en behendigheid bij het gebruik van de daartoe geboden middelen afhangt of en in welke mate de spelduur verlengd of het recht op gratis spelen verkregen wordt. Het verschil kansspel en behendigheidsspel is in de praktijk ook visueel duidelijk gemaakt. Op een kansspelautomaat is altijd een rood identificatieplaatje bevestigd met de tekst "kansspel". Op een behendigheidspel is dit een groen plaatje met de tekst "behendigheidsspel". • De inrichtingen worden verdeeld in laagdrempelige en hoogdrempelige inrichtingen. o Een hoogdrempelige inrichting is een horeca-inrichting waar het café en/of het restaurantbezoek op zichzelf staat en waar geen andere activiteiten plaatsvinden, waaraan een zelfstandige betekenis kan worden toegekend en waarvan de activiteiten in belangrijke mate gericht zijn op personen van 18 jaar en ouder. Voorbeelden zijn een café, discotheek, restaurant. o Een laagdrempelige inrichting is een horeca-inrichting, die geen hoogdrempelige inrichting is, of een inrichting waarin horeca-activiteiten worden verricht en waarvan de ondernemer inschrijfplichtig is en ingeschreven is bij het Bedrijfschap Horeca. Voorbeelden zijn een sporthal, cafetaria, kantine, gemeenschapshuis. In sommigen gemeenten wordt gebruik gemaakt van de omschrijving samengestelde inrichting, waarbij een gedeelte hoog- en een gedeelte van de inrichting laagdrempelig is. Bij gemeentelijke verordening wordt het aantal speelautomaten vastgesteld waarvoor per inrichting vergunning wordt verleend. In een laagdrempelige inrichting kan NOOIT een vergunning worden verleend voor een speelautomaat. In een laagdrempelige inrichting mogen dus alleen behendigheidspellen staan en ook hier is een vergunning voor nodig. Dit geldt dus ook voor de videospelletjes en fotoplay. Verder kan een vergunning slechts worden verleend voor maximaal twee kansspelautomaten (dus ook voor behendigheidsspellen). Bij algemene maatregel van bestuur kunnen categorieën inrichtingen worden aangewezen die als laagdrempelige inrichtingen worden aangemerkt. In bijlage 3 zijn enkele automaten afgebeeld. In bijlage 10 is een voorbeeld van een aanwezigheidsvergunning opgenomen, zoals die door de regiopolitie Brabant Zuidoost, afdeling Bijzondere Wetten E-7, in opdracht van de burgemeester van Eindhoven wordt verleend.
Aanwezigheidsvergunning: wordt verleend door de burgemeester. In sommige gemeenten (bijv. Eindhoven) verleent de politie de vergunning namens de burgemeester. Hierna volgt een schematisch overzicht omtrent het aantal en soort automaten in horecabedrijven.
9
Horeca-inrichting
Laagdrempelig bv. cafetaria
Hoogdrempelig bv. café
Speelautoma(a)t(en) aanwezig?
Speelautoma(a)t(en) aanwezig?
Nee
Ja
Geen verdere stappen
Maximaal twee behendigheidsautomaten en NOOIT een kansspelautomaat
Maximaal twee speelautomaten: bv twee behendigheidsautomaten of twee kansspelautomaten of één speelautomaat en één behendigheidsautomaat
Betreft het behendigheidsspel een fotokast of videospel
Ja
Nee
Ja
Bij 1 of meer kansspelautomaten: altijd een aanwezigheidsvergunning. Dan altijd een aanwezigheidsvergunning (bv. flipperkast).
In sommige gemeenten toegestaan zonder een aanwezigheidsvergunning.
3.9.
Bouwverordening (gebruiksvergunning)
Op grond van artikel 6 van de Bouwverordening is het verboden zonder of in afwijking van een gebruiksvergunning een bouwwerk in gebruik te hebben. De gebruiksvergunning wordt verleend door B&W. Een gebruiksvergunning omvat een reeks van voorwaarden voor het brandveilig gebruik van een bouwwerk. Bovendien is daarin opgenomen het besluit van B&W, waarin toestemming wordt verleend een bouwwerk te gebruiken. Een gebruiksvergunning is (met betrekking tot dit project) nodig als er meer dan 50 personen tegelijk aanwezig (kunnen) zijn of als aan meer dan 10 personen nachtverblijf wordt geboden. Het doel van de gebruiksvergunning is om voor kritische binnenomstandigheden, brandgevaarlijke situaties te vermijden en de kans op brand en op ongevallen bij brand te verkleinen. Een brandveilig bouwwerk moet ook brandveilig worden gebruikt. In de gebruiksvergunning staat precies vermeld hoe het betreffende gebouw brandveilig dient te worden gebruikt.
10
Ook voor bouwwerken waarvoor niet expliciet een gebruiksvergunning nodig is, kan de gemeente voorwaarden stellen voor het brandveilig gebruik. Het vrijhouden van nooduitgangen bijvoorbeeld, is een algemeen geldend voorschrift. Ook in het Bouwbesluit zijn voorschriften genoemd. De vergunningplicht geldt voor de volgende categorieën van bedrijven. - Bedrijven waar meer dan vijftig personen tegelijk aanwezig zullen zijn, anders dan in een één- of meergezinshuis (bijvoorbeeld grote kantoren, winkels, discotheken, horeca-inrichtingen, scholen, etc.); - Bedrijven waar bedrijfsmatig de in de Regeling Bouwbesluit brandveiligheid bedoelde stoffen (zullen) worden opgeslagen (bijvoorbeeld chemische bedrijven, schilderswinkels, etc.); - Bedrijven waar aan meer dan een vastgesteld aantal personen bedrijfsmatig of in het kader van verzorging nachtverblijf zal worden of wordt verschaft (bijvoorbeeld gezondheidszorg gebouwen, hotels, etc.. Soms 4 soms 10 personen.); - Bedrijven waar aan meer dan een vastgesteld aantal kinderen jonger dan twaalf jaar, of aan meer dan een vastgesteld aantal lichamelijk en/of geestelijk gehandicapten dagverblijf zal worden of wordt verschaft (bijvoorbeeld kinderdagverblijven, etc.. Soms 5, soms 10 kinderen); - Bedrijven waar aan meer dan vijf personen woonverblijf zal worden of wordt verschaft, anders dan een huishouden per woning. (bijvoorbeeld kamerverhuurbedrijven); Reclame Zonder vergunning mag op een onroerend goed geen handelsreclame worden gemaakt. Deze reclame moet voldoen aan ‘redelijke eisen van welstand’. Zij mag de verkeersveiligheid niet schaden en ook geen overlast veroorzaken. Als de reclame vormgegeven als zuil, bord of luifel dan is dit een bouwvergunningplichtige activiteit.
3.10. Brandbeveiligingsverordening Zoals hiervoor gesteld, vloeien voor bouwwerken de gebruiksvergunningen voort uit de Bouwverordening. Voor bv. tijdelijke inrichtingen, zoals een feesttent, vloeit een gebruiksvergunning voort uit de Brandbeveiligingsverordening. Ook in deze verordening is vastgelegd waarvoor en wanneer een gebruiksvergunning aangevraagd dient te worden. Voor het onderhavige project zal dit verder niet van toepassing zijn.
3.11. Wet BIBOB In 1996 constateerde de parlementaire enquêtecommissie Van Traa dat de criminele onderwereld bezig was de ‘bovenwereld’ te infiltreren. Figuren met illegaal verdiend geld maakten aanspraak op vergunningen, subsidies en overheidsopdrachten. Hiermee kwam de integriteit van de overheid in het geding. Op 1 juni 2003 is de Wet Bevordering Integriteitsbeoordelingen door het Openbaar Bestuur in werking getreden. Hiermee is voor de overheid een instrument gecreëerd om zich tegen zulke aantastingen te weer te stellen. De essentie van de wet ligt in de weigeringgrond (artikel 3) bij aanvragen van een vergunning. Voor gemeentelijke inrichtingen is dat o.a. van toepassing op de Wet milieubeheer, de Drank- en horecawet en prostitutievergunningen. De Wet BIBOB kan ook worden gehanteerd voor subsidieaanvragen o.a. in de bouwwereld. De wet kent het bestuursorgaan de mogelijkheid toe bij ernstig vermoeden of gevaar van misbruik van de vergunning door aanvragers, om de vergunning te weigeren of bestaande vergunningen in te trekken. Daarbij wordt gesproken over het gebruik van de vergunning tot geldelijke voordelen of het plegen van strafbare feiten. Er moet dus een link zijn. Een uitspraak van de Raad van State, waarbij de Wet BIBOB met succes werd toegepast. Zo is er een uitspraak in een Venlose aangelegenheid om een vergunning op basis van de
11
Drank- en horecawet in te trekken omdat voldoende was aangetoond dat de vergunning zou worden gebruikt voor het plegen van criminele activiteiten (dealen van drugs) en het witwassen van geld. Ook is er een uitspraak dat een vergunning (in dit geval voor een puinbreker) is geweigerd omdat de aanvrager een (aanzienlijk) strafblad had. We vermelden dit omdat het strafblad namelijk niets had te maken met de aangevraagde activiteit. Toch werd de provincie in dit geval in het gelijk gesteld. Weigeren of intrekken van de (bestaande) vergunning gaat trapsgewijs. Het bevoegde gezag is eerst verplicht zelf een onderzoek in te stellen, naar de handel en wandel van de aanvrager/gebruiker. Daarna kan een advies worden aangevraagd bij het landelijke Bureau BIBOB. Daar zijn vastgestelde vragenlijsten voor (voor natuurlijke en rechtspersonen). Vanaf het moment dat een aanvraag om advies weg is, schort dat de wettelijke termijnen voor de vergunningprocedure op. Overigens zijn daar ook weer enkele spelregels aan verbonden. Het Bureau brengt voor haar activiteiten kosten bij het bestuursorgaan in rekening. In de Wet BIBOB is geregeld dat de betrokkene zijn/haar zienswijze kan inbrengen. De Algemene wet bestuursrecht is dus ook van toepassing. In de Wet milieubeheer is een wijziging opgenomen dat niet alleen meer de bekende “milieuelementen” grond tot weigering vormen, maar nu dus ook de Wet BIBOB. Volgens de gemeente Venlo heeft de door hun gewonnen zaak om een vergunning in te trekken duidelijk als spin off gewerkt. In een korte tijd werden enkele aanvragen om vergunning ingetrokken.
3.12. Drank- en horecabeleid Horeca is in zijn algemeenheid een werkterrein waar gemeenten vaak al beleid over heeft vastgesteld. Het kan zijn dat beleid uit het verleden niet altijd overeenstemt met de handhavingsmethoden zoals ze Brabant breed zijn afgesproken. Sommige gemeenten hebben bijvoorbeeld een stappenplan om bij een bepaalde overtreding eerst mondeling te waarschuwen. Dat wordt dan weer gevolgd door een schriftelijke waarschuwing en daarna een tijdelijke sluiting van de inrichting of een deel ervan. Omdat het beleid in de regio divers is, laat het zich niet samenvatten tot een kort hoofdstuk. In elk geval dienen toezichthouders wel op de hoogte te zijn van lokaal beleid. Daar waar handhavingsstappen afwijken van de provinciebrede handhavingstrategie, is het verstandig, dit op het monitoringsformulier te noteren.
4. Checklisten en toelichting 4.1.
Checklist
De basis van de bedrijfsbezoeken is de checklist. Gekozen is voor een checklist voor alle wet- en regelgeving genoemd in hoofdstuk 3. De checklist is echter niet bedoeld om van alle wet- en regelgeving alle onderwerpen te controleren. De belangrijkste onderdelen zijn gekozen. Eventuele constateringen die worden gedaan van zaken / onderwerpen die niet worden genoemd, kunnen bij “opmerkingen” worden geplaatst. Het is dus niet de bedoeling dat tijdens de controle de ogen voor andere zaken worden gesloten. De checklist is als bijlage 4 bijgevoegd. De checklist bestaat uit de volgende onderdelen. • Dossieronderzoek o Milieuvergunningen en/of melding o Drank- en Horecawetvergunning en / of exploitatievergunning o Wet op de kansspelen: speelautomatenvergunning o APV 12
•
4.2.
Terrasvergunning Precarioverordening Horeca huisregels o Woningwet o Gebruiksvergunning en GBA o Wet op de particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus Technische controle o Milieuwetgeving o Drank- en horecawet M.b.t. verleende vergunning M.b.t. een aantal specifieke inrichtingseisen o Speelautomaten o APV Gebruik terras Reclame-uitingen Toepassen huisregels o Gebruiksvergunning en veiligheid o Reclame-uitingen i.h.k. van bouwvergunningplicht o Beveiliging
Dossieronderzoek
Ten einde de controle goed te kunnen uitvoeren moet vooraf worden nagegaan of voor de inrichting één of meerdere vergunningen zijn verleend, meldingen ontvangen en getoetst zijn en of deze bescheiden nog actueel zijn. Voor het onderhavige project zal vanwege het integrale karakter voor het dossieronderzoek meer tijd dan normaal ingeruimd moeten worden. De genoemde bescheiden worden vaak op twee of meer afdelingen verwerkt en gearchiveerd. Geadviseerd wordt, voor zover mogelijk, een integraal dossier aan te leggen, zodat de technische controle makkelijker kan worden uitgevoerd. Niet alle genoemde aspecten zullen in elke gemeente (kunnen) worden gecontroleerd. Zo zijn er gemeenten die geen precarioverordening hebben dan wel die daar geen handhavingsbeleid over hebben opgesteld. Ook de exploitatievergunning is of wordt niet overal gebruikt. Voorts is onderdeel van het dossieronderzoek een controle van het GBA. Het is voor diverse aspecten van belang of het horecapand ook als woning wordt gebruikt.
4.3.
Technische controle
4.3.1. Voorcontrole Voor sommigen gemeenten is het interessant de te controleren inrichtingen ook in de avonduren te inspecteren. Daarbij zijn onderwerpen als klachten, geluidsoverlast, sluitingstijden, aantal bezoekers e.d. de ingang. Onderwerpen als inzet portiers of deurbeleid, naar buiten brengen van glaswerk, aanbrengen van een waarschuwingsbord m.b.t. leeftijd van bezoekers, het hebben van huisregels of terrasgebruik kunnen ook meetellen. Sommige onderwerpen laten zich tijdens een avondcontrole beter controleren dan tijdens een integrale controle overdag. Om die reden is een tweede checklist toegevoegd in bijlage 5. De checklist geeft tevens de mogelijkheid resultaten van een (indicatieve geluidmeting) vast te leggen.
4.3.2. Integrale controle Ook voor de technische controle is de checklist in diverse onderdelen verdeeld ten einde het integrale karakter ook in de praktijk te waarborgen. Het is van belang dat de deelnemers ook kennis dragen van de in de checklist genoemde onderwerpen, tenzij het handelt om inventariserende activiteiten.
13
5. Handhavingscenario Het project is in principe preventief van aard. Daarom wordt met betrekking tot handhaving niet afgeweken van de Brabantse handhavingstrategie. In bijlage 6 is een samenvatting met het schema van de Brabantse handhavingstrategie opgenomen. De strategie biedt de mogelijkheid per project een lijst van categorie I overtredingen op te stellen. In het onderhavige project is van de mogelijkheid gebruik gemaakt. In bijlage 7 is een lijst van categorie I overtredingen opgenomen.
6. Monitoring en evaluatie Het is voor de regio van belang te weten wat het resultaat is als een gemeente de horecabranche conform het draaiboek controleert. Dit om de ervaringen te delen met andere gemeenten die dit nog niet hebben gedaan en om te leren en verbeteringen door te voeren in het draaiboek. Daarom vragen wij dan ook aan de gemeenten die de branche integraal controleert het monitoringsformulier in te vullen en door te sturen aan het Seph regio Brabant Noord. In bijlage 10 is het monitoringsformulier opgenomen.
7. Bijlagen Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6 Bijlage 7 Bijlage 8 Bijlage 9 Bijlage 10
Projectopzet uit het Provinciebrede handhavingsprogramma 2005 Checklist inrichtingseisen Drank- en horecawet voorbeelden speelautomaten Checklist integrale controle Checklist voorcontrole Samenvatting Brabantse handhavingstrategie met schema Lijst categorie I overtredingen Voorbeeld aanwezigheidsvergunning Voorbeeld drank- en horecavergunning Monitoringsformulier
8. Literatuurlijst Voor het opstellen van dit draaiboek is gebruikgemaakt van de ervaringen opgedaan in het horecaproject van de gemeente os en van het draaiboek dat is samengesteld door het Seph regio Brabant Zuid-Oost. Die op haar beurt gebruik gemaakt heeft van informatie van de gemeenten Eindhoven, Bladel, Eersel, Valkenswaard, Veldhoven en Amsterdam. Daarnaast zijn delen van teksten uit de wet- en regelgeving gedownload via www.overheid.nl.
14
Bijlage 1: Projectopzet Integrale handhaving horeca Participanten Gemeenten en Politie
Status Uitvoeringsproject
Reden Meer integraal werken heeft diverse voordelen waaronder het efficiënt kunnen inzetten van de beschikbare handhavingscapaciteit. De horecasector leent zich er goed voor om integraal en in projectvorm gecontroleerd te worden. Om een horecaproject niet alleen meerwaarde voor de handhavingpartners maar ook voor de ondernemers te geven, zullen ten minste de volgende onderwerpen in het project terugkomen: • naleving bepalingen van het Besluit horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen milieubeheer of de vergunning Wet milieubeheer; • gebruik van terras (vanwege het ontbreken van terrasvergunningen alleen inventariserend); • precariorechten op basis van de APV (vanwege het ontbreken van een precarioverordening alleen inventariserend); • inventarisatie gebruiksvergunning op basis van de Bouwverordening; • controle op de naleving van de gebruiksvergunning; • controle vergunning Drank- en horecawet en inrichtingseisen; • controle vergunning op basis van de Wet op de kansspelen en de naleving van de bepalingen op basis van die wet; • controle Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus. Doelstellingen • Stimuleren integrale handhaving • Bevorderen efficiënte inzet handhavingscapaciteit • Samenwerking diverse disciplines Meerwaarde van het project voor de partners Door middel van de opleiding en uitvoering van het project wordt praktische kennis en ervaring op het gebied van integrale handhaving opgedaan. Projectomschrijving Kennisproject integrale handhaving horecagelegenheden.
15
Bijlage 2: Checklist inrichtingseisen Drank- en horecawet Checklist Eisen inrichtingen drank- en horecawet Horecabedrijf Gemeente Datum: Procedurenummer: Gecontroleerd door Adres: Postcode: Plaats: Omschrijving van de lokaliteit(en) in de inrichting Lokaliteit1 1* Lokaliteit 2 Lokaliteit 3 * Aan elkaar grenzende ruimten worden als één lokaliteit beschouwd, indien zij, hetzij verbonden zijn door een permanente wandopening met een hoogte van ten minste 2.20 m van de vloer af gemeten en een breedte van ten minste tweederde van de scheidingswand met een minimum van 2.40 m, hetzij slechts gescheiden door een afscheiding van geringere hoogte dan 1.25 m van de vloer af gemeten.
Omschrijving eisen inrichting HORECABEDRIJF (O: AANKRUISEN ALS HET VAN TOEPASSING IS) Onderwerp
Lokaliteit 1
Hoe groot is de vloeroppervlakte van de lokaliteit? 2 Wat is de hoogte van de lokaliteit (vanaf de vloer gemeten)?
Lokaliteit 2 m
2
m
m
Nee
Ja
Lokaliteit 3 2
m
m
Nee
Ja
Opmerkingen 2
m
Nee
Ja
Is de lokaliteit voorzien van O O O O O O een rechtstreeks met de buitenlucht in verbinding staande, goed werkende mechanische ventilatie3 inrichting met een luchtverversingscapaciteit van -3 3 ten minste 3,8.10 m s per 2 m? Is er een voorziening voor O O O O O O elektriciteit aanwezig zodat op veilige wijze over energie kan worden beschikt? O O O O O O Is er een voorziening aanwezig voor consumptie 4 geschikt drinkwater ? Is er een telefoon voor het O O O O O O publiek aanwezig? Zijn er in of in de onmiddelO O O O O O lijke nabijheid twee volledig van elkaar gescheiden toiletgelegenheden aanwe5 zig? Is elke toiletgelegenheid O O O O O O behoorlijk afsluitbaar Heeft elke toiletgelegenO O O O O O heid één of meer voorzieningen om met stromend drinkwater de handen te wassen? Zijn de toiletpotten en O O O O O O urinoirs voorzien van een 6 waterspoeling Zijn de toiletruimten rechtO O O O O O streeks toegankelijk vanuit 7 de horecagelegenheid? Voldoet de inrichting waarin het horecabedrijf wordt uitgeoefend Nee Ja aan het Besluit eisen inrichtingen Drank- en horecawet? O O Zo nee, wat of welk(e) onderdeel/onderdelen voldoet/voldoen niet aan de eisen:
16
Toelichting checklist Eisen inrichtingen drank- en horecawet Horecabedrijf 1
Lokaliteit Een lokaliteit is een afzonderlijke ruimte in een horecapand dat als zodanig door bezoekers wordt gebruikt. Op de vergunning staat het vaak vermeld als “voorlokaliteit”, “benedenlokaliteit”, “benedenlokaliteit achter” e.d. Bij een cafébedrijf kan aan meerdere lokaliteiten worden gedacht als er bv. sprake is van een café(gedeelte) en een zaal. In dit geval zijn er dus twee lokaliteiten. Beide moeten voldoen aan de inrichtingseisen. Let op de toelichting in de checklist, waarin staat vermeld wanneer er wel of geen sprake is van 2 lokaliteiten.
2
Hoogte De hoogte-eis van een inrichting is vaak onderwerp van ontheffing. Dit is dan op de vergunning weergegeven.
3
Ventilatie-inrichting Dit betreft een lastig te controleren onderwerp. Veelal zijn de motoren van een ventilator op plaatsen gemonteerd waar je niet gemakkelijk bij kunt. Op de motor is vaak een typeplaatje aangebracht waarop het vermogen staat aangegeven. Als dit niet het geval is, dan kan de eigenaar van de inrichting het motorvermogen (al dan niet via de installateur) aangeven. In sommige inrichtingen is weliswaar luchtreinigingsapparatuur aangebracht. Dit betreft veelal een apparaat dat de lucht van de inrichting aanzuigt en dit via een koolstoffilter weer in dezelfde ruimte uitblaast. Hier is dus GEEN sprake van een ventilatiesysteem dat op de buitenlucht is aangesloten.
4
Voorziening drinkwater Met de voorziening voor “voor consumptie geschikt drinkwater” wordt bedoeld of er in een voor het publiek toegankelijke ruimte leidingwater met de kwaliteit drinkwater aanwezig is. In Nederland is het leidingnet sowieso gevuld met drinkwater. Om hieraan te voldoen kan worden volstaan met een kraan in de toiletten.
5
Gescheiden toiletgelegenheid De scheiding betreft een dames- en een herentoilet.
6
Waterspoeling In herentoiletten wordt ook gebruik gemaakt van een verouderd spoelsysteem dat niet door de klant zelf kan worden bediend, maar dat met een bepaalde frequentie de urinoir(s) spoelt. Dit systeem voldoet aan de voorschriften. Het feit dat een klant het niet zelf kan bedienen is geen restrictie.
7
Toiletruimten niet rechtstreeks toegankelijk Ingevolge de inrichtingseisen mag niet rechtstreeks vanuit een lokaliteit in een toiletruimte gekeken kunnen worden. Om die reden moet er derhalve een portaal zijn. Soms wordt dat portaal gevormd door een afzonderlijke hal, waarin de toiletruimten zijn (zie tekening 1 op de volgende pagina). In de praktijk wordt vaak de deur tussen de urinoirs van de heren en het portaal uit het oogpunt van veiligheid (denk bv. ook aan drugs dealen en/of gebruiken) verwijderd. Dit is niet toegestaan (zie tekening 2 op de volgende pagina).
17
In deze situatie dient de centrale hal als portaal naar de toiletten.
Centrale hal
HT DT
HT = herentoilet met urinoir in eerste gedeelte DT = damestoilet. Cafégedeelte
Tekening 1
In deze situatie dient is bij de herentoilet (stippellijn) de tussendeur verwijderd, waardoor je vanuit het café rechtstreeks de urinoirs kunt zien. Dit is niet toegestaan, maar komt wel veel voor.
DT
HT
HT = herentoilet DT = damestoilet. Cafégedeelte
18
Bijlage 3: Voorbeelden kansspelautomaten
Dit betreft een zogenaamde fruitautomaat, die veelal in de horeca te vinden is. De automaat valt onder de kansspelautomaten.
Steeds vaker worden in de horeca ook fotokasten aangetroffen. Deze automaten zijn geen kansspelautomaten.
Een eenarmige bandiet is minder vaak te zien en is kansspelautomaat
Een tafelbiljart valt niet onder de kansspelautomaten, ook niet als in de biljarttafel zelf één of meerdere munten moeten worden gedaan.
De flipperkast is een behendigheidsspel en valt daarom ook onder de speelautomaten.
Een tafelvoetbalspel behoort niet tot de kansspelautomaten. Het feit dat voor het spel moet worden betaald, is niet relevant.
19
Bijlage 4: Checklist integrale controle horeca
CHECKLIST INTEGRALE CONTROLE HORECA1 Naam inrichting Adres inrichting Postcode en woonplaats Contactpersoon Toezichthouder Bezoekdatum 1.
Dossieronderzoek
Wet milieubeheer Is een melding Besluit horeca-, sport en recreatieinrichtingen milieubeheer ingediend? Is het Besluit ozonlaagafbrekende stoffen Wms 2003 van toepassing? Is het Besluit broeikasgassen Wms 2003 van toepassing? Drank- en horecawet Is voor de inrichting een drank- en horecavergunning verleend? Is voor de inrichting een exploitatievergunning verleend? Wet op de kansspelen Wat voor soort inrichting betreft het: laagdrempelig / hoogdrempelig* Is voor de inrichting een speelautomatenvergunning verleend? Aantal vergunde kansspelen: Aantal vergunde behendigheidsspelen: Terrasvergunning Is voor de inrichting een terrasvergunning verleend? Aantal m2 vergund terras: Precarioverordening Is voor de gemeente een precarioverordening vastgesteld? Is voor de inrichting vastgesteld waarvoor precario betaald moet worden? • Terras • Reclameborden • Slibvangput/vetafscheider (inclusief leidingwerk) • Afvalcontainers Gebruiksvergunning Is een gebruiksvergunning benodigd? • meer dan vijftig personen tegelijk aanwezig zullen zijn, anders dan in een één- of meergezinshuis • aan meer dan tien personen bedrijfsmatig of in het kader van verzorging nachtverblijf zal worden verschaft. Is voor de inrichting een gebruiksvergunning verleend?
1
Ja
Nee n.v.t. Datum?
Ja
Nee n.v.t
Datum?
Ja
Nee n.v.t
Datum?
Ja
Nee n.v.t
Datum?
Ja
Nee n.v.t
Datum?
Voor het gebruik van deze checklist dient de toezichthouder over basiskennis te beschikken.
20
* Laagdrempelig
Hoogdrempelig
Een inrichting als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drank- en Horecawet, waarin rechtmatig het horecabedrijf als bedoeld in dat artikellid wordt uitgeoefend, die geen hoogdrempelige inrichting is, of een inrichting waarin horeca-activiteiten worden verricht en waarvan de ondernemer inschrijfplichtig is en ingeschreven is bij het Bedrijfschap Horeca. Laagdrempelige horeca is alles behalve cafés en restaurants. Dus bijvoorbeeld cafetaria’s, ijssalons, lunchrooms, shoarmazaken, bowlingbanen. Een inrichting als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drank- en Horecawet, waarin rechtmatig het horecabedrijf als bedoeld in dat artikellid wordt uitgeoefend: 1°. waar het café en het restaurantbezoek op zichze lf staat en waar geen andere activiteiten plaatsvinden, waaraan een zelfstandige betekenis kan worden toegekend en 2°.waarvan de activiteiten in belangrijke mate geri cht zijn op personen van 18 jaar en ouder. Hoogdrempelig zijn cafés en restaurants.
21
2.
Bedrijfsbezoek
WET MILIEUBEHEER Besluit horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen milieubeheer Meldingssituatie Ja Komt de inrichting overeen met de melding? Zo nee, wat zijn de afwijkingen?
Milieuzorg (bedrijfsvoering) Van het ledigen en reinigen van de vetafscheider en slibvangput wordt een logboek bijgehouden. De volgende documenten of kopieën daarvan, voor zover zij zijn afgegeven, dienen gedurende 5 jaar na dagtekening binnen de inrichting aanwezig te zijn: • resultaten afvalemissiepreventieonderzoek • resultaten onderzoek naar beperken lichthinder • onderhoudscontracten aanwezige installaties • certificaten/bewijzen van: • installatie van • tanks, filters en andere voorzieningen • onderhoud of keuringen van aanwezige voorzieningen/installaties • jaaroverzichten verbruik gas, water en elektriciteit • veiligheidsinformatiebladen van aanwezige gevaarlijke stoffen • afgiftebewijzen van bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen • uittreksel van de inschrijving in het handelsregister Afvalstoffen Afvalstoffen worden van elkaar gescheiden, gescheiden gehouden en gescheiden afgegeven, tenzij dat redelijkerwijs niet kan worden gevergd. Dat geldt in ieder geval voor: a. papier- en kartonafval; b. kunststofafval; c. wit- en bruingoed; d. glasafval; e. groente-, fruit- en tuinafval; f. groenafval; g. houtafval en; h. metaalafval; i. (frituur)vet. Afgifte van afvalstoffen a. papier- en kartonafval; b. kunststofafval; c. wit- en bruingoed; d. glasafval; e. groente-, fruit- en tuinafval; f. groenafval; g. houtafval en; h. metaalafval; i. (frituur)vet. Gebouw Binnen de inrichting zijn voldoende mobiele brandblussers aanwezig.
Ja
Nee
Nee
Artikel 8.40 Wm
n.v.t
vs. 3.2.5 3.3.1
Ja
Nee
n.v.t
vs. 1.3.2
Ontvanger
Ja
Nee
n.v.t
vs. 1.6.8
22
Brandblusmiddelen worden jaarlijks gecontroleerd. Stookinstallatie Aan een stook- of verwarmingsinstallatie en een verbrandingsgasafvoersysteem wordt ten minste eenmaal per jaar onderhoud verricht door een deskundig persoon. (sticker/onderhoudscontract)
Ja
Nee
n.v.t
3.2.2 vs. 3.2.1
Op een stook- of verwarmingsinstallatie met een nominale 3.2.1 belasting van 120 kW op onderwaarde of hoger, wordt ten minste eenmaal in de 2 jaar een beoordeling uitgevoerd op de noodzakelijke afstelling en onderhoud door een deskundig persoon. Buiten de stookruimte waarin een verwarmingsinstallatie staat 1.6.5 opgesteld met een individueel vermogen van meer dan 130 kW is een goed bereikbare brandschakelaar aanwezig. (om installatie stroomloos te maken) en een goed bereikbare afsluiter aanwezig waarmee de brandstof toevoer kan worden afgesloten (in meterkast). Nabij de stookruimte is de plaats van de brandschakelaar en 1.6.5 de afsluiter duidelijk aangegeven. Bij de afsluiter(s) is duidelijk het doel en de wijze van afsluiten aangegeven. Voedselbereiding Ja Nee n.v.t vs. Nabij een frituurtoestel is voor iedere frituurbak een passend 1.6.7 metalen deksel (of branddeken) aanwezig. Nabij de toegangsdeur is een CO2-blusser van ten minste 5 kg 1.6.8 of een poederblusser van ten minste 6 kg of een brandslanghaspel aanwezig. Eisen betreffende afvoerdampen zijn alleen van toepassing indien de inrichting gebruik maakt van een elektrische frituurpan met een inhoud van meer dan 4 liter of kookketels met een gezamenlijke inhoud van meer dan 25 liter. Wasem en dampen die vrijkomen bij het bereiden van voe1.4.2 dingsmiddelen worden afgezogen zonder zich binnen de inrichting te kunnen verspreiden. De afvoerleiding voor dampen is gasdicht uitgevoerd. Dampen die worden afgezogen bij het grillen (geen houts1.4.3 koolgrill), het frituren of bakken in olie of vet worden alvorens zij naar de buitenlucht worden afgevoerd door een verwisselbaar of reinigbaar vetvangend filter geleid. De afgezogen dampen: 1.4.3 • worden ten minste 2 meter boven de hoogste daklijn van de binnen 25 meter van de uitmonding gelegen gebouwen worden afgevoerd; OF • passeren een ontgeuringsinstallatie alvorens zij naar de buitenlucht worden afgevoerd. Afvalwater Ja Nee n.v.t vs. Bedrijfsafvalwater afkomstig uit een ruimte voor het vervaardi1.3.10 gen, bewerken of verwerken van voedingsmiddelen wordt voor vermenging met bedrijfsafvalwater uit andere ruimten door een slibvangput en een vetafscheider geleid. Indien een slibvangput en vetafscheider aanwezig zijn, zijn 3.2.3/ deze te allen tijde bereikbaar. 3.2.4 Bedrijfsafvalwater afkomstig uit een ruimte voor het vervaardi1.3.12 gen, bewerken of verwerken van voedingsmiddelen dat niet door slibvangput en een vetafscheider is geleid wordt voor vermenging met bedrijfsafvalwater uit andere ruimten door een controlevoorziening geleid. De controlevoorziening is goed toegankelijk. Gasflessen Ja Nee n.v.t vs. In de inrichting zijn alleen goedgekeurde gasflessen aanwezig 1.6.2
23
en zijn tegen omvallen beschermd. Staan niet in onmiddellijke nabijheid van brandgevaarlijke stoffen opgesteld. Indien meer dan 115 liter aan gassen in flessen aanwezig is, worden deze gasflessen opgeslagen in een speciaal hiervoor bestemde kast, kluis, opslaggebouw of buitenopslag. Deze gasflessen opslagplaats dient te voldoen aan de CPR 15-1.
1.6.2 1.6.2
24
Drank- en horecawet Vergunningsituatie Ja Nee Komt de inrichting overeen met de verleende drank- en horecawetvergunning? Zo nee, wat zijn de afwijkingen? (Leidinggevenden/bestuurders/omvang c.q. aantal lokaliteiten)
Artikel Artikel 30 DHW
Controlepunt Indien het antwoord gearceerd is, dan is er sprake van een overtreding. Worden alcoholhoudende dranken verstrekt in een andere horecalokaliteit dan vergund (inclusief terras)? Worden alcoholhoudende dranken verstrekt in een horecalokaliteit inclusief terras voor gebruik elders? Vinden andere bedrijfsactiviteiten/kleinhandel plaats in een horecalokaliteit of op een terras? Wordt er vanuit automaten alcohol verstrekt? Worden alcoholhoudende dranken verkocht c.q.verstrekt voor gebruik elders in niet gesloten verpakkingen? Wordt de leeftijdsgrens aangegeven bij de toegang tot de horecalocaliteit aangegeven? < 16 jaar geen verkoop 16 – 18 jaar zwak-alcoholhoudende drank (bier) >18 jaar sterke drank Is een leidinggevende zoals vermeld op de vergunning aanwezig tijdens openingstijden? Is de Drank- en horecawetvergunning binnen de inrichting aanwezig?
Artikel
Ja
Nee
12.1 13.1 14.2 16 17 20.6
24.1 29.2
Besluit eisen inrichtingen Drank- en Horecawet Controlepunt Oppervlakten in de diverse lokaliteiten: (er moet minimaal 1 horecalokaliteit aanwezig zijn met een oppervlakte van 35m2) Plafondhoogte gemeten vanaf de vloer: (Minimaal 2,40 meter)
Artikel 3 3 3 3
Lokaliteit 1: Lokaliteit 2: Lokaliteit 3: Lokaliteit 4:
Lokaliteit 1: Lokaliteit 2: Lokaliteit 3: Lokaliteit 4: Voldoende mechanische ventilatie Lokaliteit 1: op de buitenlucht per lokaliteit. (MiLokaliteit 2: nimaal 3,8x10-3m3/s per m2 vloerLokaliteit 3: oppervlak) Lokaliteit 4: Indien het antwoord gearceerd is, dan is er sprake van een overtreding. Is een telefoon aanwezig ten behoeve van bezoekers? Zijn er 2 van elkaar gescheiden toiletgelegenheden (man/vrouw)? Bevat elke toiletruimte een afsluitbare toiletruimte (man/vrouw)? Bevat elke toiletruimte een aparte handwasgelegenheid (man/vrouw)? Hebben de toiletpotten en urinoirs waterspoeling? Zijn de toiletten voorzien van een voorportaal zodat niet rechtstreeks vanuit de horecalokaliteit in het toilet kan worden gekeken
Ja
Nee
4 4 4 4 5 5 5 5 Artikel 6 7.1 7.2.a 7.2.b 7.3 7.4
25
APV Exploitatievergunning Vergunningsituatie Ja Nee Artikel Komt de inrichting overeen met de verleende exploitatievergunning inVeelal voorschift 1 clusief de aanvraag? van de vergunning. Zo nee, wat zijn de afwijkingen? (o.a. gegevens aanvrager, openingstijden, muziek, bezoekersaantal etc.)
Ja
Nee
n.v.t.
Ja
Nee
n.v.t.
Ja
Nee
n.v.t.
Ja
Nee
Artikel 30c lid 2 sub a 30c lid 2 sub b
Worden de voorschriften van de exploitatievergunning nageleefd? (voorschriften kunnen per exploitatievergunning verschillen)
Terrasvergunning Komen de afmetingen overeen met de aanvraag/vergunning?
Precario Zijn op, boven dan wel onder de openbare weg (gemeentegrond) objecten aanwezig waarvoor geen precario is betaald? Voorbeelden hiervan zijn: • Terras • Reclameborden • Slibvangput/vetafscheider (inclusief leidingwerk) • Afvalcontainers
Wet op de kansspelen Indien het antwoord gearceerd is, dan is er sprake van een overtreding. Is een kansspel aanwezig in een laagdrempelige inrichting? Zijn meer dan 2 kansspelen aanwezig in een hoogdrempelige inrichting? Zijn meer dan 2 behendigheidspelen aanwezig in een laagdrempelige inrichting? Zijn kansspelen / behendigheidsspelen aanwezig zonder vergunning?
30c lid 2 en Speelautomaten verordening 30b
26
Gebruiksvergunning Vergunningsituatie Komt de inrichting overeen met de verleende gebruiksvergunning? Zo nee, wat zijn de afwijkingen?
Ja
Nee
n.v.t.
Zijn er wijzigingen doorgevoerd ten opzichte van de verleende gebruiksvergunning? Administratief Indien het antwoord gearceerd is, dan is er sprake van een overtreding. Ja Nee Is een register aanwezig? De volgende documenten en registraties dienen in het register/logboek aanwezig te zijn. Bewijzen dat de transparanten 1x per jaar worden gecontroleerd. Bewijzen dat de brandblusmiddelen 1x per jaar worden gecontroleerd door een deskundige. Bewijzen dat de kleefmagneten 1x per jaar worden gecontroleerd door een deskundige. Technische controle BUITENTERREIN Ja Nee Worden brandkranen en andere bluswaterwinplaatsen vrijgehouden voor onbelemmerd gebruik UITGANGEN EN VLUCHTWEGEN Ja Nee Uitgangen van vluchtwegen, vluchtroutes, ingangen en doorgangen zijn vrij tot op de openbare weg. De minimale breedte is gelijk aan de uitgang en ze zijn vrijgehouden van obstakels. Een (nood)uitgangsdeur is van binnenuit ogenblikkelijk te openen zonder sleutel of ander los voorwerp. Deuren en luiken die zelfsluitend zijn (met brandwerende functie) zijn niet geopend vastgezet, tenzij voorzien van kleefmagneet/brandmelder. Tegen de vluchtrichting in draaiende deuren, hekken e.d. in de vluchtroute zijn in geopende stand zijn vastgezet. Nb. Bij brand/rookwerende deuren niet toegestaan. Gordijnen in of voor een ingang, doorgang, uitgang en nooduitgang e.d. draaien mee met de deuren en hinderen het openen van deuren niet. VERLICHTING Ja Nee Transparanten zichtbaar Transparanten bevinden zich overeenkomstig de tekening Transparanten zijn verlicht (bij aanwezigheid van personen) BRANDBLUSMIDDELEN Ja Nee Brandblusmiddelen worden ten minste 1 x per jaar gekeurd. Bij inbouw van het blusmiddel is deze aangeven door een pictogram of aanduiding. STOFFERINGEN EN VERSIERINGEN Ja Nee Van verticaal opgehangen textielproducten in vluchtroutes en in ruimten, waar > 50 personen gelijktijdig aanwezig kunnen zijn, bedraagt de navlamduur < 15 seconden en de nagloeiduur < 60 seconden. INSTALLATIES VOOR VERWARMING EN KOOKDOELEINDEN Ja Nee Stookruimte en stooktoestellen worden vrijgehouden van brandbare opslag.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
27
Bijlage 5: Checklist voorcontrole
Checklist Voorcontrole Naam inrichting
:
Adres inrichting
:
Postcode en woonplaats
:
Omschrijving inrichting
:
Gesproken met
:
Gecontroleerd door
:
Gecontroleerd op
:
Klachten 0 Klachten bekend
Ja 0
Nee 0
n.v.t. 0
Indicatieve geluidmeting Ja Nee n.v.t. 0 Is een indicatieve geluidmeting uitgevoerd 0 0 0 0 Waar is de indicatieve meting uitgevoerd: voor-, zij- achtergevel van de woning gelegen aan : …………………………………………………………….. 0 Is het muziekgeluid van DEZE inrichting duidelijk waarneembaar op meetpunt 0 0 0 0 De meting uitgevoerd op een hoogte van 2 meter 0 0 0 meetresultaat: …….. 0 Tijdstip 1e meting: ………….. uur meetresultaat: …….. 0 Tijdstip 2e meting: ………….. uur 0 Tijdstip 3e meting: ……….…. uur meetresultaat: …….. 0 Uiteindelijk geluidsniveau na correctie met +10 dB(A) voor muziekgeluid en – 3 dB(A) voor gevelreflectie: 1e meting: …………dB(A) 2e meting: …………dB(A) 3e meting: …………dB(A) 0 Indicatieve geluidmeting anders uitgevoerd? zo ja, op welke wijze ……………………………………………………………………….. Gedragsregels 0 Ramen gesloten 0 Deuren gesloten 0 Portier duidelijk zichtbaar aanwezig 0 Huis- en gedragsregels duidelijk zichtbaar aanwezig 0 Wordt toegangscontrole uitgevoerd bv. m.b.t. glas en leeftijd
Ja 0 0 0 0 0
Nee 0 0 0 0 0
n.v.t. 0 0 0 0 0
Overige constateringen/advies __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________
28
Bijlage 6: Samenvatting Brabantse handhavingstrategie met schema
SCHEMA HANDHAVINGSTRATEGIE
Bestuursrechtelijk traject
Strafrechtelijk traject
Er wordt een overtreding geconstateerd
Ja Direct toepassen van bestuursdwang − geen begunstigingstermijn − afschrift aan relevante partners
Overtreding met acuut (milieu)gevaar?
−
proces-verbaal en eventueel voorlopige maatregel
−
proces-verbaal (laten) opmaken
Nee
Ja CATEGORIE 1overtreding?
1.
Bestuurlijke waarschuwing − afschrift aan relevante partners − voornemen beschikking bekend maken − termijn zienswijze bekend maken 2. Handhavingsbeschikking − afschrift aan relevante partners
Nee 1. 2.
Brief met hersteltermijn Bestuurlijke waarschuwing, − afschrift aan relevante partners en politie − voornemen beschikking bekend maken − termijn zienswijze bekend maken
3.
Handhavingsbeschikking − afschrift aan relevante partners − bezoek samen met de politie
Ja CATEGORIE 2overtreding?
−
flankerende brief, afschrift flankerende brief aan bevoegd gezag
−
proces-verbaal (laten) opmaken
29
Bijlage 7: Lijst categorie I overtredingen Op basis van de Handhavingstrategie is het mogelijk bepaalde overtredingen als categorie I overtreding aan te wijzen voor de duur van het project. Voor het onderhavige project zijn dat de volgende overtredingen.
Wet milieubeheer Overtreding voorschrift 3.2.3, onder c Besluit horeca-, sport- en recreatieinrichtingen milieubeheer: een vetafscheider waardoor bedrijfsafvalwater wordt geleid wordt zo vaak als voor een goede werking noodzakelijk is, gereinigd. Overtreding voorschrift 3.2.4 van het Besluit horeca-, sport- en recreatieinrichtingen milieubeheer: voorschrift 3.2.3 is van overeenkomstige toepassing op een slibvangput waardoor bedrijfsafvalwater wordt geleid. Overtreding van artikel 18.18 Wet milieubeheer juncto het voorschrift uit de milieuvergunning met dezelfde strekking als de genoemde voorschriften 3.2.3 en 3.2.4. Wet op de kansspelen Overtreding van artikel 30b lid 1 onder b Wet op de kansspelen: het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een of meer speelautomaten aanwezig te hebben op voor het publiek toegankelijke plaatsen. Gebruiksvergunning Gebruik van panden waarbij nooduitgangen onbruikbaar zijn of zijn gemaakt. Drank- en horecawet Overtreding van artikel 3 . Het is verboden zonder daartoe strekkende vergunning van burgemeester en wethouders het horecabedrijf of slijtersbedrijf uit te oefenen.
30
Bijlage 8: Voorbeeld aanwezigheidsvergunning Eindhoven Woensel Zuid Postbus 1535 5602 BM Eindhoven Tel: 040-233… Fax: 040-233… Bezoekadres Subafdeling
Europalaan 3 Eindhoven Bijzondere Wetten E-7 t.a.v.
Behandeld door E-mail Doorkiesnummer Ons kenmerk Uw kenmerk Datum Iaa Onderwerp Bijlagen
040-233…
Speelautomatenvergunning Legesbon
SPEELAUTOMATENVERGUNNING Hierbij deel ik u mede dat ex. artikel 30b van de Wet op de kansspelen en titel V onder a van het Speelautomatenbesluit tot
aan u vergunning is verleend tot het aanwezig hebben van maximaal <een/twee> speelautoma(a)t(en), in de voor het publiek toegankelijke lokaliteit van de inrichting te Eindhoven. Aan deze vergunning zijn de volgende voorwaarden verbonden: 1 2 3 4 5 6
7
De speelautomaat moet voldoen aan de bepalingen gesteld bij of krachtens de Wet op de kansspelen; De speelautomaat moet in eigendom toebehoren aan een exploitatievergunninghouder als bedoeld in artikel 30h van de Wet op de kansspelen; De inzet mag per spel een bedrag van of waarde van € 0,20 niet overschrijden; Alle door of vanwege de hoofdcommissaris van politie gegeven aanwijzingen moeten stipt en onmiddellijk worden opgevolgd; Indien de bovenvermelde voorwaarden niet worden nageleefd kan deze vergunning worden ingetrokken; ڤ Voorschrift te verbinden aan een aanwezigheidsvergunning ten behoeve van een laagdrempelige inrichting: • In de inrichting mogen ten hoogste twee behendigheidsautomaten aanwezig zijn en geen kansspelautomaten; X Voorschrift te verbinden aan een aanwezigheidsvergunning ten behoeve van een hoogdrempelige inrichting: • In de inrichting mogen ten hoogste twee speelautomaten aanwezig zijn, waarbij geen onderscheid gemaakt wordt tussen een kansspel en/of behendigheidsautomaat;
31
Tegen dit besluit kunt u binnen zes weken na de verzenddatum van deze vergunning op grond van de Algemene wet bestuursrecht een bezwaarschrift indienen bij de burgemeester van Eindhoven, Postbus 90150, 5600 RB Eindhoven. Tevens kunnen belanghebbenden voorlopige voorziening vragen bij de sector Bestuursrecht van de rechtbank te ’s-Hertogenbosch. Voor zover voor een zinsnede het navolgende teken X is geplaatst, is deze van toepassing. De Burgemeester van Eindhoven In opdracht, De korpschef van de regiopolitie Brabant Zuidoost, namens deze
32
Bijlage 9: Voorbeeld drank- en horecavergunning gemeente Eindhoven
DRANK- EN HORECAWET Vergunning gemeente: Eindhoven
datum:
kenmerk:
Burgemeester en wethouders van Eindhoven besluiten gelet op artikel 3 van de Drank- en Horecawet om een vergunning te verlenen tot het uitoefenen van een horecabedrijf aan: met als bestuurder: Naam Voornamen Geboortedatum Geboorteplaats
: : : :
in de inrichting gevestigd in het perceel: straatnaam / huisnr. : postcode : <postcode inrichting> plaatsnaam : Eindhoven De vergunning geldt voor de volgende lokaliteit/terrassen: 1. 2. 3. De leidinggevenden zijn: Naam Voornamen Geboortedatum Geboorteplaats
: : : :
Naam Voornamen Geboortedatum Geboorteplaats
: : : :
Hoogachtend, burgemeester en wethouders van Eindhoven, namens hen,
DEZE VERGUNNING DIENT IN DE INRICHTING AANWEZIG TE ZIJN.
33
Bijlage 10: Monitoringsformulier Naam gemeente Aantal controles Aantal hercontroles Aantal 2e hercontroles Contactpersoon Telefoonnummer In onderstaand schema aankruisen welke onderwerpen geconstateerd zijn. Wetgeving
Voorschrift
Schriftelijke waarschuwing
Flankerend beleid
Procesverbaal
Bestuursrecht. handhaving
Overtredingen m.b.t. milieuwetgeving Vergunning/melding dekkend Nadere eisen niet nageleefd Afval onjuist afgevoerd Overlast afval in de omgeving Slib- en/of vetafscheider niet tijdig onderhouden Uitmonding afvoerpijp bakdampen < 2 m boven daklijn Voorschriften blusmiddelen niet nageleefd Koelinstallaties niet tijdig gekeurd Geen logboek bij koelinstallaties Geen brandschakelaar en afsluiter buiten stookruimte Overtredingen m.b.t. Drank- en horecawet (DHW) Vergunning niet dekkend m.b.t. lokaliteiten Exploitatie zonder vergunning DHW Vergunning niet dekkend m.b.t. personen Geen leidinggevende aanwezig tijdens openingstijden Geen mechanische ventilatie op de buitenlucht aanwezig Geen voorportaal bij toiletruimte(n) Overtredingen m.b.t. speelautomatenvergunning Speelautomaten zonder aanwezigheidsvergunning Andere/meer automaten dan op vergunning vermeld Laagdrempelige inrichting met kansspelautoma(a)t(en) Geldigheid vergunning verstreken
34
Overtredingen m.b.t. terrasvergunning Exploitatie terras zonder vergunning Groter terras dan vergund Geen vrije doorgang voor voetgangers Overtredingen / Inventarisatie precario Aanbrengen reclamemateriaal/straatmeubilair zonder toestemming/vergunning Aanbrengen reclamemateriaal aan de gevel zonder toestemming/vergunning Overtredingen m.b.t. huisregels Geen aanduiding m.b.t. huisregels aanwezig Geen aanduiding m.b.t. leeftijd aanwezig Geen/slecht deurbeleid geconstateerd Overtredingen m.b.t. bouwvergunningen Er is gebouwd zonder een daartoe verleende vergunning Overtredingen m.b.t. gebruiksvergunning Vergunning dekkend Te veel bezoekers aanwezig Brand-/rookwerende wanden Brand-/rookwerende deuren Vereiste vluchtwegen niet aanwezig Vereiste vluchtwegen niet vrij toegankelijk/niet gebruiksklaar Deuren voorzien van verkeerd beslag Vluchtwegaanduidingen niet aanwezig/niet functionerend Stooktoestel(len)-/ruimte(n) voldoen niet Versiering voldoet niet Geen ontruimingsplan Overtreding m.b.t. beveiligingspersoneel Personeel aanwezig zonder toestemming politie Personalia beveiligingspersoneel niet aanwezig Avondcontrole (* = doorhalen wat niet van toepassing is) Zijn er avondcontroles uitgevoerd
Ja / Nee / N.V.T.*
Hoeveel inrichtingen zijn er gecontroleerd
……. Stuks
Zijn die controles uitgevoerd in samenwerking met de lokale politie
Ja / Nee / N.V.T.*
Zijn er geluidsmetingen verricht (svp aantal vermelden)
……. Stuks
Heeft het project geleid tot verhoging van de kennis van toezichthouders / inspecteurs
Ja / Nee / Onbekend / Geen mening*
35
36