Nulmeting Wijziging toegangstijden horeca Programmabureau Integrale Veiligheid Noord-Holland Noord Februari 2010
Colofon Uitgave I&O Research BV Van Dedemstraat 6C 1624 NN Hoorn tel. (0229) 282555
Rapportnummer 2010-1682
Datum Februari 2010
Opdrachtgever Programmabureau Integrale Veiligheid Noord-Holland Noord Postbus 21 1800 AA Alkmaar
Auteurs Kim Franx, MSc. Drs. Jaap Bouwmeester
Het overnemen uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron duidelijk wordt vermeld.
Inhoud
blz.
Samenvatting
I
1.
Inleiding
1
1.1 1.2
1 2 2 2 3
2.
Uitgaansgedrag 2.1
2.2
2.3
3.
Achtergrond Het onderzoek 1.2.1. Doel- en vraagstelling 1.2.2. Methoden van onderzoek 1.2.3. Gebiedsindeling
Uitgaan 2.1.1. Tijdstip uitgaan 2.1.2. Tijdstip thuiskomen 2.1.3. Uitgaanslocatie 2.1.4. Beoordeling uitgaansgebied 2.1.5. Verandering uitgaansgedrag 2.1.6. Ervaren gevolgen na het uitgaan Alcoholconsumptie 2.2.1. Voor het uitgaan 2.2.2. Tijdens het uitgaan 2.2.3. Na het uitgaan Overlast
4 4 5 6 7 7 8 9 10 10 12 12 13
Horecaondernemers
15
3.1 3.2 3.3 3.4
15 16 18 18
Huidige toegangs- en sluitingstijden Gevolgen toegangs- en sluitingstijden Maatregelen rond sluitingsuur Ervaren overlast
Bijlage 1: Onderzoeksverantwoording
19
Nulmeting wijziging toegangstijden horeca
Samenvatting
Samenvatting In opdracht van het Programmabureau Integrale Veiligheid Noord-Holland Noord heeft I&O Research een onderzoek uitgevoerd gericht op het inzichtelijk maken van de effecten van het aanpassen van de horeca toegangstijden, per 1 januari 2010 in een deel van de regio. Om een goed beeld van de effecten te krijgen wordt zowel vóór en na de aanpassing van de toegangstijden een meting uitgevoerd. De onderzochte onderwerpen zijn: het uitgaansgedrag (hoe vaak, hoe laat en waar?), de effecten van het uitgaan in de dagen erna, de alcoholconsumptie en de beleving van de veiligheid en de sfeer. Deze nulmeting is uitgevoerd in december 2009, door middel van een online enquête onder de bevolking en een telefonische enquête onder horecaondernemers.
A. Online enquête: enquête: het uitgaanspubliek
Uitgaansgedrag Jongeren gaan vaker uit dan ouderen. Jongeren stappen vooral in het weekeinde en ouderen gaan ook wel door de week naar een horecagelegenheid. De meeste inwoners van noordelijk NoordHolland gaan in hun eigen woonplaats uit. Dit geldt vooral voor de inwoners van steden, zoals Hoorn, Den Helder, Schagen, Enkhuizen en Alkmaar. Inwoners van kleinere plaatsen trekken naar de stad. Populaire steden om uit te gaan zijn Alkmaar, Amsterdam en Schagen.
Tijdstip uitgaan en thuiskomen Jongeren gaan relatief laat naar de uitgaansgelegenheid toe en komen ook later thuis. Een kwart van de jongeren van 16 tot 23 jaar komt pas na middernacht het café of de disco binnen, terwijl vrijwel alle horecabezoekers van 35 jaar en ouder zijn voor 23.00 uur binnen zijn. Opvallend is dat jongeren uit West-Friesland in vergelijking met de jongeren uit de Kop en Noord-Kennemerland later uitgaan en later thuis zijn.
Ervaren gevolgen na het uitgaan Jongeren hebben vaker last van de gevolgen van uitgaan dan ouderen. Degenen die later thuiskomen melden vaker gevolgen van het uitgaan op de dag erna.
Alcoholconsumptie Het indrinken blijkt onder de jeugd een vrij algemeen verschijnsel. Drie op de vier jongeren die uitgaan drinken van tevoren ‘soms, regelmatig of vaak’ alcoholische dranken. Van deze groep heeft ongeveer een derde bij binnenkomst van de uitgaansgelegenheid al meer dan vijf glazen gedronken. In West-Friesland wordt het vaakst en het meest ingedronken. Tijdens het uitgaan wordt meer gedronken dan ervoor. De 35-54 jarigen drinken tijdens het uitgaan het meeste alcohol. Ongeveer één op de zes drinkt na het uitgaan nog alcohol.
Verandering uitgaansgedrag Bij ruim vier op de tien uitgaanders is het uitgaansgedrag afgelopen jaar veranderd. Met name onder jongeren is het uitgaansgedrag anders. De meest genoemde redenen voor de verandering zijn van persoonlijke aard.
I
Nulmeting wijziging toegangstijden horeca
Samenvatting
Overlast Vier op de tien regiobewoners ervaren wel eens overlast van het uitgaanspubliek. De niet uitgaanders krijgen voornamelijk te maken met lawaaioverlast en vernielingen. Ook de uitgaanders ervaren deze vormen van overlast, maar in iets mindere mate. Daarentegen hebben zij meer te maken met intimidatie en geweld. B. Telefonische Telefonische enquête: de horecaondernemers
Toegangstijden en sluitingstijden Voordat de nieuwe maatregel van kracht wordt hanteert een derde van de cafés en discotheken een uiterste toegangstijd. Bijna alle horecaondernemers zijn (zeer) tevreden over de toegangs- en sluitingstijden die in december 2009 van toepassing zijn.
Gevolgen van toegangstijden en sluitingstijden De nieuwe toegangstijden kunnen verschillende gevolgen met zich mee brengen. Voordat de nieuwe maatregel van kracht wordt, is het in de eetcafés en café-restaurants die na middernacht sluiten vooral voor elf uur ‘s avonds druk. De cafés en discotheken hebben het met name druk tussen elf uur ’s avonds en 1 uur ’s nachts. De sfeer ten opzichte van 2008 is volgens de meerderheid gelijk gebleven.
Overlast Verder kunnen veranderingen in uitgaansgedrag als gevolg van nieuwe toegangstijden van invloed zijn op de overlast in en rond horecagelegenheden. In december 2009 hebben ondernemers het meest last van publiek dat zich agressief gedraagt. Rondom de gelegenheden ondervinden ondernemers voornamelijk last van lawaai en uitgaanders die op straat blijven hangen.
II
Nulmeting wijziging toegangstijden horeca
Inleiding
1. Inleiding 1.1 Achtergrond
Het Programmabureau Integrale Veiligheid ondersteunt en stimuleert de samenwerking tussen de 26 gemeenten in de regio Noord-Holland Noord in hun integrale veiligheidsbeleid. Een belangrijk onderdeel van het beleid van de regiogemeenten is het terugdringen van alcoholgerelateerde overlast en het overmatig alcoholgebruik door jongeren. Het vervroegen van de uiterste toegangstijd, is één van de speerpunten van het beleid van de regiogemeenten om overmatig alcoholgebruik onder de jeugd terug te dringen. De negen samenwerkende West-Friese gemeenten in de regio hebben met ingang van 1 januari 2010 de horeca toegangstijden aangepast. De gemeenten Schagen en Heerhugowaard voeren een vergelijkbare maatregel later in 2010 in. De nieuwe regels komen er op neer dat horecagelegenheden na middernacht geen nieuwe bezoekers mogen toelaten. Het beoogde effect van de maatregel is het beïnvloeden van uitgaansgedrag. Wanneer men eerder uitgaat– zo wordt verondersteld – is er minder tijd om in te drinken. De verwachting is dat dit zal leiden tot minder drankinname, een betere gezondheid en betere prestaties in de dagen na het uitgaan. Een lager drankgebruik kan mogelijk leiden tot minder verstoringen van de openbare orde en veiligheid tijdens de uitgaansuren. Ook zijn positieve effecten denkbaar op sociaalmaatschappelijk gebied. Er zijn ook neveneffecten denkbaar. Zo zal de maatregel kunnen leiden tot mogelijke verstoring van de concurrentieverhoudingen. Verder zullen jongeren misschien minder uitgaan of wellicht meer naar aangrenzende plaatsen en regio’s trekken waar ze nog wel later de uitgaansgelegenheden in mogen. Een effect zal ook kunnen zijn dat de uitgaanders rond sluitingstijd meer geconcentreerd de horecagelegenheden verlaten. Dit leidt mogelijk tot cumulatie van problemen maar wellicht ook tot betere beheersbaarheid door de sterke concentratie van uitgaansgerelateerde incidenten in de tijd, waar de politie gerichter de inzet op kan afstemmen. Een ander denkbaar neveneffect is dat jongeren in plaats van voordrinken, na afloop van het uitgaan gaan ‘nadrinken’. De gemeenten in de regio willen graag de effectiviteit van de maatregel monitoren en daarbij ook eventuele neveneffecten in beeld brengen. Om een goed beeld van de effecten te krijgen wordt zowel vóór en na de aanpassing van de toegangstijden een meting uitgevoerd. Dit rapport doet verslag van de resultaten van de nulmeting die is uitgevoerd kort voordat de aanpassing van de toegangstijden van kracht werden.
1
Nulmeting wijziging toegangstijden horeca
Inleiding
1.2 Het onderzoek 1.2.1. Doel- en vraagstelling Het doel van het onderzoek is het bieden van inzicht in effecten van het aanpassen van de toegangstijden van de horeca. De hoofdvraag is als volgt te formuleren:
Wat zijn de effecten van de vervroeging van het uiterste toegangsuur in de horeca tot 24 uur? Bij de beantwoording van deze hoofdvraag worden zowel bedoelde effecten als de eventuele neveneffecten in kaart gebracht. De volgende onderzoeksvragen staan daarbij centraal: 1.
2.
3.
4.
In hoeverre doen zich veranderingen voor in het uitgaansgedrag van uitgaanders in het algemeen en jongeren in het bijzonder? • tijdstip waarop men uitgaat; • tijdstip waarop men weer thuiskomt; Voor zover er sprake is van gedragsverandering, waaraan schrijven uitgaanders (en jongeren in het bijzonder) de gedragsverandering zelf toe? • de gewijzigde toegangstijd; • andere redenen; In hoeverre heeft de eventuele gedragsverandering effect op: • alcoholconsumptie: lagere alcoholconsumptie door jongeren; • gezondheid/ fitheid: betere prestaties in de dagen na het uitgaan; • sociaal maatschappelijk: gezinsleven, meer tijd voor andere activiteiten et cetera; In hoeverre heeft de vervroeging van de uiterste toegangstijden effect op: • openbare orde en veiligheid: aantal incidenten, alcoholgerelateerde incidenten, piekperiodes, etc.; • ruimtelijk uitgaanspatroon: waar gaat men uit; binnen of buiten eigen gemeente/regio?; • economisch: bedrijfsvoering horecaondernemers, veranderingen in concurrentieverhoudingen.
1.2.2. Methoden van onderzoek In dit onderzoek zijn twee onderzoeksmethoden gebruikt: een online enquête onder de bevolking en een telefonische enquête onder horecaondernemers. Online enquête onder bevolking Om de doelgroep te bereiken is gebruik gemaakt van het West-Frieslandpanel en een landelijk panel (Panelclix). Via deze twee panels hebben in totaal 2.207 inwoners van de regio’s WestFriesland, Noord-Kennemerland en de Kop van Noord-Holland de vragenlijst ingevuld. In de respons zijn meer dan driehonderd 16-23 jarige jongeren vertegenwoordigd. Telefonische enquête horecaondernemers De telefonische enquête richtte zich op alle relevante horecaondernemers in de drie noordelijke regio’s van Noord-Holland. Het ging hierbij naast ‘natte’ horeca als café, dancings en discotheken ook om eetcafés en snackbars en shoarmazaken. Restaurants en andere ‘pure’ eetgelegenheden zijn buiten beschouwing gelaten. Aan de enquête hebben 170 horecaondernemers meegewerkt. Een meer uitgebreide onderzoeksverantwoording is terug te vinden in Bijlage 1.
2
Nulmeting wijziging toegangstijden horeca
Inleiding
1.2.3. Gebiedsindeling De nulmeting is in december 2009 uitgevoerd kort voordat de eerste aanpassing van de toegangstijden in West-Friesland op 1 januari 2010 van kracht werd. De éénmeting vindt plaats in december 2010. Op dat moment zijn dan ook de toegangstijden in Schagen en Heerhugowaard al geruime tijd aangepast.1 Om een goed beeld te krijgen van de effecten van de beleidswijziging richt het onderzoek zich zowel op inwoners en ondernemers in zowel gemeenten waar de uiterste toegangstijden zijn vervroegd, als op gemeenten waar in 2010 naar verwachting niets verandert aan de toegangs- en sluitingstijden. Om deze reden hanteren we in het onderzoek onderstaande regionale indeling. Tabel 1.1. Wijziging uiterste toegangstijden horeca per regio/gebied
1
2
1. West-Friesland
Wijzing toegangstijden per 1-1-2010
2. Schagen2
Gefaseerd, per 1 april
3. Overig Kop van Noord-Holland
(nog) geen concrete plannen
4. Heerhugowaard
1 maart 2010
5. Overig Noord-Kennemerland
(nog) geen concrete plannen
Op het moment van schrijven van dit rapport is er ook sprake van dat de gemeente Zijpe zich bij Schagen zal aansluiten. In de rapportage zijn de uitkomsten van Schagen samengenomen met West-Friesland. De reden hiervoor is dat Schagen wat betreft het beleid rond de toegangstijden lange tijd gelijk opgelopen heeft met de regio WestFriesland. De gemeenten worden in het kader van dit onderzoek als het ware als één gebied beschouwd.
3
Nulmeting wijziging toegangstijden horeca
Uitgaansgedrag
2. Uitgaansgedrag Hoe vaak gaan inwoners in de regio uit, waar gaan ze naar toe en hoeveel drinken ze? Dit hoofdstuk beschrijft het uitgaansgedrag van de inwoners van de Kop van Noord-Holland, WestFriesland en Noord-Kennemerland.
2.1 Uitgaan Bijna driekwart van de inwoners van noordelijk Noord-Holland bezoekt wel eens uitgaansgelegenheden, zoals cafés, discotheken of dancings. De frequentie waarmee men uitgaat, varieert sterk en is afhankelijk van de leeftijd. Jongeren gaan veel vaker op stap dan mensen van middelbare leeftijd en senioren. Acht op de tien jongeren van 16 - 23 jaar gaat minimaal één keer per maand uit. Tabel 2.1 Frequentie uitgaan 16-23 jaar
24-34 jaar
35-54 jaar
> 55 jaar
minstens 1 keer per week
29%
11%
8%
3%
totaal 9%
minstens 1 keer per maand
51%
38%
26%
19%
28%
minder dan 1 keer per maand
15%
36%
38%
38%
35%
nooit
6%
15%
28%
40%
28%
Jongeren gaan voornamelijk in het weekeinde uit. Relatief veel 55-plussers bezoeken daarnaast (ook) op doordeweekse dagen uitgaansgelegenheden. Tabel 2.2 Wanneer gaat u doorgaans uit? 16-23 jaar
24-34 jaar
35-54 jaar
> 55 jaar
totaal
in het weekeinde
82%
77%
71%
54%
69%
door de week
2%
2%
3%
5%
3%
in weekend én door de week
17%
22%
26%
41%
28%
Er zijn slechts enkele noemenswaardige verschillen in uitgaansgedrag tussen de deelgebieden. Inwoners van de Noordkop gaan iets minder frequent uit dan inwoners van Noord-Kennemerland en West-Friesland. Verder gaan inwoners van Heerhugowaard iets frequenter uit dan inwoners van de andere gemeenten in Noord-Kennemerland. Dit heeft waarschijnlijk mede te maken met de jongere bevolkingsopbouw van Heerhugowaard. Figuur 2.1 Uitgaansfrequentie naar regio Overig Kop NoordHolland
5%
Westfriesland Schagen
9%
Heerhugowaard
7%
Overig NoordKennemerland
26%
12%
0% minstens 1 keer per week
35%
28%
34%
35%
29%
28%
39%
29%
25%
35%
25%
50%
minstens 1 keer per maand
4
24% 75%
100%
minder dan 1 keer per maand
nooit
Nulmeting wijziging toegangstijden horeca
Uitgaansgedrag
Gemiddeld geven de uitgaanders in de horeca 38 euro per avond uit in uitgaansgelegenheden. De jongste groep besteedt het minst, namelijk gemiddeld 28 euro.
2.1.1. Tijdstip uitgaan Ongeveer de helft van de uitgaanders komen al voor 22.00 uur de uitgaansgelegenheid binnen. Slechts een kleine minderheid gaat pas na twaalven op stap. Tabel 2.3 Tijdstip binnenkomst uitgaansgelegenheid totaal voor 22.00 uur
49%
tussen 22.00 en 23.00 uur
22%
tussen 23.00 en 24.00 uur
11%
na 24.00 uur
7%
sterk wisselend
12%
Bij het lage percentage dat pas na middernacht uitgaat, moet wel bedacht worden dat het gaat om iedereen die (wel eens) uitgaat, ongeacht de frequentie en het soort gelegenheid dat men bezoekt. Iemand die twee keer per jaar een café bezoekt telt dus even zwaar mee als iemand die wekelijks gaat stappen. Het beeld dat bijna iedereen om middernacht al binnen is klopt dan ook zeker in de discotheken, dancings en een aanzienlijk deel van de overige cafés beslist niet. Wanneer we kijken naar het uitgaanspatroon per leeftijdsgroep zien we dat jongeren tot 23 jaar gemiddeld later uitgaan dan de oudere leeftijdsgroepen. Een kwart van de 16-23 jarigen komt pas na middernacht binnen. Dit is ook de groep die het meest frequent uitgaat. Voor de jongeren in West-Friesland en Schagen geldt dat in nog sterkere mate. Ruim een derde van de jongeren gaat pas na middernacht uit. In Noord-Kennemerland gaat één op de acht na twaalven uit en jongeren in de Kop zitten tussen beide andere regio’s in. Figuur 2.2 Tijdstip van binnenkomst in uitgaansgelegenheid naar leeftijd 80%
68%
60% 55%
40% 37% 29%
20%
29%
26%
25%
21% 14%
18% 13% 7% 1%
8% 2% 1%
0% voor 22 uur 16-23 jaar
22 - 23 uur 24-34 jaar
23 - 24 uur 35-54 jaar
5
Na 24 uur
55 jaar en ouder
Nulmeting wijziging toegangstijden horeca
Uitgaansgedrag
2.1.2. Tijdstip thuiskomen De grootste groep uitgaanders komt na het uitgaan pas na middernacht weer thuis. Jongeren zijn gemiddeld aanzienlijk later thuis dan de andere leeftijdscategorieën. Zes op de tien jeugdige stappers zijn pas na drie-en weer thuis, een tijdstip waarop vrijwel alle 55-plussers en ook de meeste 35-54 jarigen al (lang) weer thuis zijn. Een kwart van de jongeren komt na vier uur thuis. Tabel 2.4 Tijdstip thuiskomst na het uitgaan totaal sterk wisselend
9%
voor 24 uur
19%
tussen 0 en 2 uur
36%
tussen 2 en 3 uur
16%
tussen 3 en 4 uur
13%
4 uur of later
7%
Figuur 2.3. 2.3. Tijdstip van thuiskomst na het uitgaan, naar leeftijd
50%
40%
40%
38%
32% 28%
26%
20%
22%22% 18%
22%
18% 11%
10%
0% 5%
3%
10% 1%
2% 0%
0% voor 24 uur
0-2 uur 16-23 jaar
24-34 jaar
2- 3 uur 35-54 jaar
6
3-4 uur 55 jaar en ouder
na 4 uur
Nulmeting wijziging toegangstijden horeca
Uitgaansgedrag
2.1.3. Uitgaanslocatie De meeste inwoners van noordelijk Noord-Holland gaan in hun eigen woonplaats uit. Dit geldt vooral voor de inwoners van steden met uitgebreidere uitgaansmogelijkheden, zoals Den Helder, Alkmaar, Hoorn, Enkhuizen en Schagen. Inwoners van kleinere plaatsen trekken naar de stad. Populaire steden om uit te gaan zijn Alkmaar, Amsterdam, Hoorn en Schagen. Inwoners van Heerhugowaard zijn in sterke mate georiënteerd op Alkmaar. Tabel 2.5 Plaats van uitgaan gaat meestal uit in eigen woonplaats
Top 3 uitgaansplaatsen buiten woonplaats (in % van totale groep uitgaanders)
89%
Alkmaar (2%)- Amsterdam (2%) - Hoorn (1%)
Schagen
75%
Amsterdam (6%) – Den-Helder (6%) - Alkmaar (5%)
Overige kop Noord-Holland
50%
Schagen (21%) - Alkmaar (5%) - Den Helder (4%)
Alkmaar
79%
Amsterdam (9%) - Castricum (2%) - Heerhugowaard (1%)
Heerhugowaard
48%
Alkmaar (29%) - Amsterdam (6%) - Schagen (4%)
Overige Noord-Kennemerland
52%
Alkmaar (22%) - Amsterdam (11%) - Heerhugowaard (4%)
Kop NoordNoord-Holland Den Helder
NoordNoord-Kennemerland
Westfriesland Hoorn
75%
Amsterdam (12%) - Alkmaar (1%) - Medemblik (1%)
Enkhuizen
75%
Amsterdam (11%) - Alkmaar (4%) - Medemblik (2%)
Medemblik
42%
Hoorn (29%) - Amsterdam (8%) - Enkhuizen (2%)
Overige Westfriesland
35%
Hoorn (18%) - Amsterdam (10%) - Enkhuizen (8%)
Totaal
61%
Alkmaar (9%) - Amsterdam (8%) - Hoorn (4%)
2.1.4. Beoordeling uitgaansgebied Uitgaanders beoordelen de meeste aspecten van het door hen meest bezochte uitgaansgebied met een ruime voldoende. Er zijn geen noemenswaardige verschillen tussen de regio’s. Tabel 2.6 Totale beoordeling verschillende aspecten in uitgaansgebied totaal de sfeer
7.2
toegangstijd
7,1
veiligheid
7,0
sluitingstijd
6.9
7
Nulmeting wijziging toegangstijden horeca
Uitgaansgedrag
2.1.5. Verandering uitgaansgedrag Om bij de éénmeting inzicht te kunnen krijgen in een eventueel veranderd uitgaansgedrag is bij de nulmeting ook al de vraag gesteld in hoeverre het gedrag recent veranderd is. Bij ruim vier op de tien is het uitgaansgedrag veranderd het afgelopen jaar. Dit geldt voornamelijk voor de 16-23 jarigen en de 24-34 jarigen. Zij gaan meer of minder uit, bezoeken andere gelegenheden of gaan later of eerder naar huis. Figuur Figuur 2.4 Verandering uitgaansgedrag afgelopen jaar naar leeftijd 60%
16-23 jaar 24-34 jaar
53%
35-54 jaar
36%
> 55 jaar
36%
totaal
43% 0%
25%
50%
75% 100%
De meest voorkomende redenen voor veranderingen in het uitgaan, liggen op het persoonlijke vlak. Zo gaan jongeren die net 16 jaar zijn geworden meer uit. Maar ook bijvoorbeeld door een andere gezinssituatie (samenwonen, kinderen) of financiële situatie gaat men meer of juist minder uit. - “Ik ga meer uit omdat ik 16 ben geworden en daardoor makkelijker in uitgaansgelegenheden kom.” - “Ik hoef niet zo nodig meer in een kroeg te staan.” - “Ik ga nu veel minder uit in verband met het krijgen van een kind.” - “We wonen nu samen en geven een andere invulling aan sociale gezelligheid.” - “Ik verdien meer, dus kan ik meer besteden.” Eén op de tien uitgaanders noemt een reden die te maken heeft met de uitgaanslocaties, de regels of de sfeer: - “Roken is verboden, dus ik kom er minder.” - “Ik wil bij een borreltje een sigaretje roken, dus doe ik dat nu lekker thuis.” - “Er ontstaan vaker vechtpartijen en ruzies, wat de sfeer van het uitgaan beïnvloedt.” Eén op de drie noemt een tijdsgebonden reden. Voorbeelden hiervan zijn: - “Ik ga minder uit dan een jaar terug omdat als een kroeg om 4 uur sluit, en ik dat veel te laat vind.” - “Het uitgaan begint te laat.” - “Eerst indrinken en dan uitgaan.” Inwoners van West-Friesland noemen relatief vaak een persoonlijke reden en inwoners van NoordKennemerland relatief vaak een tijdsgebonden reden. In de Noordkop heeft het veranderde uitgaansgedrag meer dan in de andere regio’s te maken met plaatsgebonden factoren.
8
Nulmeting wijziging toegangstijden horeca
Uitgaansgedrag
2.1.6. Ervaren gevolgen na het uitgaan Uitgaan kan tot gevolg hebben dat men de dag erna vermoeid, minder fit is of minder goed kan presteren. Vermoeidheid komt bij de meeste stappers wel in meerdere of mindere mate voor. Grofweg een derde ervaart wel eens (negatieve) gevolgen op sociale activiteiten of andere bezigheden de volgende dag. Tabel 2.7 Gevolgen een dag na het uitgaan op: weet niet/ geen antwoord 6%
regelmatig/vaak
soms
nooit
deelname aan sociale activiteiten
6%
34%
54%
deelname georganiseerde activiteiten
5%
24%
55%
16%
minder goede prestaties
6%
29%
55%
10%
vermoeidheid of niet helemaal fit zijn
15%
57%
24%
4%
Jongeren komen gemiddeld later thuis en hebben ook in sterkere mate last van gevolgen van het uitgaan. Ruim een derde van de 16-23 jarigen voelt zich op de dag na het uitgaan regelmatig vermoeid of niet helemaal fit. Tabel 2.8 Gevolgen van uitgaan naar leeftijd (percentage ‘regelmatig’ en ‘vaak’) 16-23 jaar
24-34 jaar
35-54 jaar
> 55 jaar
totaal
11%
11%
5%
0%
6%
deelname georganiseerde activiteiten
11%
10%
4%
1%
5%
minder goede prestaties
13%
14%
4%
1%
6%
vermoeidheid of niet helemaal fit zijn
36%
26%
10%
5%
15%
deelname sociale activiteiten
Ruim een derde van de uitgaanders die na 4 uur thuiskomen, voelt zich met enige regelmaat vermoeid of niet helemaal fit. Degenen die voor middernacht thuis zijn, hebben bijna geen last van de nadelige gevolgen van uitgaan. Tabel 2.9 Gevolgen van uitgaan naar thuiskomst (percentage ‘regelmatig’ en ‘vaak’)
voor 24 uur
2%
deelname georganiseerde activiteiten 3%
3%
5%
tussen 0 en 2 uur
3%
3%
4%
10%
tussen 2 en 4 uur
8%
7%
8%
23%
15%
17%
16%
37%
7%
5%
7%
17%
deelname sociale activiteiten
na 4 uur sterk wisselend
9
minder goede prestaties
vermoeidheid of niet helemaal fit zijn
Nulmeting wijziging toegangstijden horeca
Uitgaansgedrag
2.2 Alcoholconsumptie Uitgaan en het gebruik van alcohol zijn nauw aan elkaar verbonden. De wijziging van de toegangstijden zijn bedoeld om het uitgaansgedrag te beïnvloeden en daarmee ook de totale alcoholconsumptie naar beneden te brengen. In deze paragraaf gaan we daarom in op het alcoholgebruik voor, tijdens en na het uitgaan.
2.2.1. Voor het uitgaan Het zogeheten ‘indrinken’ door jongeren wordt alom als een probleem gezien. Het gevolg kan zijn dat jongeren in beschonken toestand het café of de disco binnenkomen en daardoor voor overlast zorgen. Ook kan mede door het indrinken de totale alcoholconsumptie in de loop van de avond erg hoog oplopen, met alle gevolgen van dien. Het indrinken gebeurt deels vanuit ‘zuinigheid’, maar is ook een sociale gebeurtenis3. Het indrinken blijkt onder de jeugd een vrij algemeen verschijnsel. Drie op de vier jongeren die uitgaan drinken van tevoren ‘soms, regelmatig of vaak’ alcoholische dranken, voordat ze een uitgaansgelegenheid bezoeken. Onder regiobewoners van 35 jaar en ouder is het indrinken veel minder gebruikelijk. Figuur 2.4 2.4 Frequentie ‘indrinken’ naar leeftijd > 55 jaar 3%
35-54 jaar
25%
9%
24-34 jaar
60%
25%
27%
16-23 jaar
59%
38%
43%
0% regelmatig tot vaak
25% soms
12%
7%
28%
32%
50%
7%
24%
75%
zelden tot nooit
2%
100%
ik drink nooit
Er bestaat ook een verband tussen het tijdstip waarop men gemiddeld genomen uitgaat en de frequentie van indrinken. Van de uitgaanders die na middernacht het café of de disco binnenkomen, drinkt een meerderheid van te voren één of meer alcoholhoudende dranken. Bezoekers die eerder binnenkomen drinken gemiddeld minder alcohol voor het uitgaan.
3
Bron: www.alcoholinfo.nl
10
Nulmeting wijziging toegangstijden horeca
Uitgaansgedrag
Figuur 2.5 Frequentie indrinken naar tijdstip van uitgaan Na 24 uur
59%
Tussen 23 en 24 uur
35%
tussen 22 en 23 uur
15%
voor 22 uur 6%
20%
47%
23%
50%
zelden tot nooit
4%
5%
61%
25% soms
12% 6%
41%
33%
0% regelmatig tot vaak
24%
10%
75%
100%
drink helemaal nooit
Indrinken gebeurt meestal thuis en in veel mindere mate op straat of in ‘keten of schuren’. Verder drinken jongeren voor het uitgaan vaker in jongerencentra, buurthuizen, sportkantines en in schuren of keten dan ouderen. Tabel 2.10 2.10 Frequentie alcohol drinken naar leeftijd 16-23 jaar
24-34 jaar
35-54 jaar
> 55 jaar
totaal
Thuis
78%
90%
88%
96%
87%
bij vriend(innen) thuis jongerencentrum/buurthuis/ sportkantine keet/schuur
93%
87%
58%
27%
69%
12%
7%
3%
0%
6%
8%
3%
2%
0%
4%
op straat
5%
2%
3%
0%
3%
Hoeveelheid alcohol voor het uitgaan Jongeren drinken veel meer voordat ze op stap gaan dan de andere leeftijdsgroepen. Drie op de tien jongeren van 16 tot 23 jaar hebben op het moment dat ze een uitgaansgelegenheid binnenkomen al meer dan vijf glazen alcoholhoudende consumpties op. Eveneens ruim drie op de tien heeft drie of vier glazen gedronken. Tabel 2.11 2.11 Hoeveelheid alcohol drinken naar leeftijd 16-23 jaar
24-34 jaar
35-54 jaar
> 55 jaar
0-2 glazen
34%
51%
63%
89%
57%
3-4 glazen
35%
36%
26%
9%
28%
5-6 glazen
20%
6%
4%
2%
9%
> 7 glazen
11%
7%
7%
0%
7%
11
totaal
Nulmeting wijziging toegangstijden horeca
Uitgaansgedrag
In West-Friesland en de Kop van Noord-Holland ligt de gemiddelde alcoholconsumptie voorafgaande aan het uitgaan, hoger dan in Noord-Kennemerland. Figuur 2.6 Hoeveelheid indrinken naar regio Heerhugowaard
67%
Overig NoordKennemerland
63%
Overig Kop NoordHolland
52%
Westfriesland Schagen
50%
16%
12% 4%
25%
4% 8%
34%
9% 5%
29%
0%
25%
50%
0-2 glazen
3-4 glazen
14%
8%
75%
5-6 glazen
100%
meer dan 7 glazen
2.2.2. Tijdens het uitgaan Tijdens het uitgaan wordt meer gedronken dan ervoor. Bijna alle uitgaanders drinken tijdens het stappen alcohol en de helft drinkt minimaal vier glazen. De 35-54 jarigen drinken het meest: bijna zes op de tien drinkt minimaal vier glazen alcohol. Tabel 2.12 2.12 Alcoholgebruik tijdens uitgaan naar leeftijd 16-23 jaar
24-34 jaar
35-54 jaar
> 55 jaar
0-2 glazen
13%
12%
14%
31%
19%
3-4 glazen
32%
28%
24%
36%
29%
5-6 glazen
25%
24%
22%
18%
22%
> 7 glazen
29%
34%
37%
11%
27%
1%
2%
3%
4%
3%
geen alcohol
totaal
2.2.3. Na het uitgaan Ongeveer één op de zes regiobewoners drinkt na het uitgaan alcohol. Het percentage ‘nadrinkers’ is in West-Friesland, Schagen en Heerhugowaard lager dan in de andere regio’s. Tabel 2.13 2.13 Alcohol drinken na het uitgaan naar regio nadrinken West-Friesland - Schagen
13%
Heerhugowaard
16%
Kop van Noord-Holland*
19%
Noord-Kennemerland**
19%
totaal * excl. Schagen ** excl. Heerhugowaard
17%
12
Nulmeting wijziging toegangstijden horeca
Uitgaansgedrag
Relatief weinig jongeren van 16-23 jaar drinken na het stappen nog alcohol. Figuur 2.7 Alcohol drinken na het uitgaan, naar leeftijd
16-23 jaar
9%
24-34 jaar
21%
35-54 jaar
17% 19%
> 55 jaar totaal
17% 0%
10%
20%
30%
2.3 Overlast De meerderheid ervaart geen overlast van uitgaanspubliek. Mensen die nooit uitgaan hebben minder last van uitgaanspubliek dan mensen die wel eens uitgaan. Tabel 2.14 2.14 Mate van overlast naar uitgaansfrequentie uitgaanders
niet uitgaanders
vaak
4%
3%
totaal 4%
soms
38%
31%
37%
zelden of nooit
57%
65%
60%
De niet uitgaanders krijgen voornamelijk te maken met lawaaioverlast en vernielingen. Ook de uitgaanders ervaren deze vormen van overlast, maar in iets mindere mate. Zij hebben meer te maken met intimidatie en geweld. Figuur 2.8 Top vijf vormen van ervaren overlast (als percentage van de groep die overlast ervaart)
Uitgaanders 1
Niet uitgaanders
Vernielingen (61%)
2
5
Intimidatie (19%)
3
Geweld (23%)
4
Vernielingen (74%)
2
Intimidatie (31%)
3
Lawaai (91%)
1
Lawaai (74%)
Verkeersoverlast (17%)
4
Verkeersoverlast (22%)
13
5
Geweld/bedreiging (9%)
Nulmeting wijziging toegangstijden horeca
Uitgaansgedrag
Overlast komt vooral voor rond uitgaansgelegenheden, op straat en in de omgeving van de eigen woning. Bij niet-uitgaanders doet de overlast zich in belangrijke mate voor op straat en rond de woning. Tabel 2.15 2.15 Soort overlast uitgaanders
niet uitgaanders
totaal
rond uitgaansgelegenheden
67%
33%
59%
op straat
51%
60%
53%
omgeving van woning
27%
61%
35%
in/rond openbaar vervoer
21%
16%
20%
in uitgaansgelegenheden
35%
-
-
14
Nulmeting wijziging toegangstijden horeca
Horecaondernemers
3. Horecaondernemers Bij deze nulmeting is ook het perspectief van de ondernemers in kaart gebracht. In totaal zijn 170 van de 440 benaderde horecaondernemers telefonisch geënquêteerd. Dat is een respons van bijna 40 procent. De helft van de geënquêteerden bestaat uit cafés en discotheken4. Twee op de tien gelegenheden zijn eetcafés en café-restaurants en drie op de tien gelegenheden zijn snackbars en shoarmazaken. De absolute aantallen zijn terug te vinden in de bijlage. De verdeling over de categorieën komt in de verschillende deelregio’s goed overeen. Dat wil zeggen dat in de gebieden waar per 1 januari 2010 toegangstijden zijn veranderd, hetzelfde type bedrijven is geënquêteerd als in de gebieden waar geen verandering plaatsvindt.
3.1 Huidige toegangs- en sluitingstijden In een derde van de cafés en discotheken wordt al voordat de nieuwe maatregel van kracht wordt, een uiterste toegangstijd gehanteerd5. De uiterste toegangstijd van cafés en discotheken lag in december 2009 bij deze bedrijven meestal tussen twee en vier uur ‘s nachts. Zoals verwacht zijn er geen snackbars of shoarmazaken die een uiterste toegangstijd hanteren. Het is met name de ‘natte’ horeca6 waar een uiterste toegangstijd geldt. Tabel 3.1 Hanteren uiterste toegangstijd naar type gelegenheid (absolute aantallen) tot 24 uur
tussen 0 en 2 uur
tussen 2 en 4 uur
cafés en discotheken
1
19
eetcafés en café-restaurants
5
4
na 4 uur
totaal
30
1
51
6
0
15
Op regionaal niveau zijn er geen noemenswaardige verschillen in het hanteren van een toegangstijd. Na invoering van de nieuwe maatregel vanaf één januari 2010 zullen veel meer uitgaansgelegenheden in West-Friesland, Schagen en Heerhugowaard een uiterste toegangstijd hanteren waardoor dit verschil groter zal worden. De horecazaken die eventueel met de nieuwe toegangstijden te maken krijgen zijn de gelegenheden die na middernacht sluiten. Dit zijn bijna alle cafés en discotheken en meer dan de helft van de eetcafés en café-restaurants. De meeste cafés en discotheken sluiten tussen twee en drie uur ’s nachts. De snackbars en shoarmazaken sluiten in de meeste gevallen al voor middernacht. Tabel 3.2 Sluitingstijd naar type gelegenheid (absolute aantallen)
4 5 6
cafés en discotheken
eetcafés en café-restaurants
snackbars en shoarmazaken
voor middernacht
5
13
40
na middernacht
77
20
9
Hieronder vallen ook vijf amusementshallen. Hiermee wordt een vast tijdstip bedoeld waarop klanten niet meer toegelaten worden in de horecagelegenheid. Met “natte” horeca worden gelegenheden bedoeld waar alcoholhoudende dranken geschonken worden, zoals cafés en discotheken.
15
Nulmeting wijziging toegangstijden horeca
Horecaondernemers
Bijna alle horecagelegenheden zijn tevreden over de toegangs- en sluitingstijden die in december 2009 van toepassing zijn. Er zijn geen noemenswaardige verschillen tussen regio’s. Tabel 3.3 Tevredenheid huidige toegangs- en sluitingstijden (zeer) tevreden
90%
neutraal
3%
(zeer) ontevreden
7%
3.2 Gevolgen toegangs- en sluitingstijden Drukste periode De uitgaansgelegenheden die na middernacht sluiten krijgen het door de nieuwe toegangstijden naar verwachting eerder druk. Wanneer is het druk voordat de nieuwe maatregel is ingevoerd? In de eetcafés en café-restaurants die na twaalf uur ’s nachts sluiten is het vooral voor elf uur ‘s avonds druk. De horecagelegenheden die na middernacht dichtgaan, met name cafés en discotheken hebben het vooral druk tussen elf uur ’s avonds en één uur ‘s nachts7. Er zijn geen noemenswaardige verschillen tussen regio’s. Tabel 3.4 Drukste periode bij horecagelegenheden die na middernacht sluiten cafés en discotheken
eetcafés en café-restaurant
< 21:00
14%
53%
23%
vanaf 21:00 tot 23:00
23%
5%
19%
vanaf 23:00 tot 00:00
26%
21%
25%
vanaf 00:00 tot 01:00
22%
21%
21%
vanaf 01:00 tot 03:00
15%
0%
12%
totaal
Sfeer Een nieuwe toegangstijd kan ook van invloed zijn op de sfeer in de horecazaak. Aan de ondernemers is gevraagd of de sfeer ten opzichte van vorig jaar verminderd, verbeterd of hetzelfde is gebleven. De meerderheid vindt dat de sfeer gelijk is gebleven. Volgens ondernemers die vinden dat de sfeer minder is geworden ligt dit voornamelijk aan het rookbeleid:
“Rookbeleid. Mensen gaan buiten roken.” “Verbod op roken in het café dus mensen gaan buiten roken en komen weer binnen, waardoor de sfeer afneemt.”
7
Omdat de meeste snackbars/shoarmazaken voor middernacht sluiten is deze groep bij deze vraag buiten beschouwing gelaten.
16
Nulmeting wijziging toegangstijden horeca
Horecaondernemers
Onder de ondernemers die vinden dat de sfeer beter is geworden wordt het rookbeleid ook genoemd:
“Nu daarentegen is de sfeer verbeterd omdat er weer gerookt mag worden” “De mensen mogen weer roken binnen” Tabel 3.5 Beoordeling sfeer ten opzichte van vorig jaar naar type gelegenheid totaal sfeer is verbeterd
17%
sfeer is hetzelfde gebleven
69%
sfeer is verminderd
14%
Er zijn geen noemenswaardige verschillen bij de beoordeling van de sfeer tussen regio’s en tussen type gelegenheden.
Omzet Verder kan de nieuwe toegangstijd van invloed zijn op de omzet. Volgens een kleine meerderheid van de horecaondernemers met een café of discotheek is de omzet afgelopen jaar gedaald. Dit komt overeen met het landelijke beeld.8 De omzet van eetcafés en café-restaurants is volgens meer ondernemers daarentegen gestegen dan gedaald. Dit komt niet overeen met de landelijke cijfers.9 Bij de helft van de snackbars en shoarmazaken is de omzet in vergelijking met vorig jaar gelijk gebleven. Het landelijke beeld schetst een andere ontwikkeling. 10 Tabel 3.6 Omzetontwikkeling naar type gelegenheid11 Cafés en discotheken
eetcafé, café-restaurant
snackbar, shoarmazaak
totaal
gestegen
22%
41%
21%
25%
gelijk
25%
26%
50%
33%
gedaald
53%
33%
29%
42%
100%
100%
100%
100%
totaal
Zesenvijftig ondernemers geven een reden voor een dalende omzet. De meest genoemde redenen is het rookverbod. Verder noemen meerdere ondernemers de recessie als reden voor minder omzet. Vijfendertig ondernemers geven een reden voor een stijgende omzet. De meest genoemde reden is aanpassing in de bedrijfsvoering en productaanbod. Het mooie zomerweer is ook een reden voor meer omzet. Verder hebben enkele snackbars juist door de recessie een hogere omzet.
8
9
10
11
De omzet van cafés daalde in het derde kwartaal van 2009 met 4,9 procent in vergelijking met dezelfde periode in 2008 (Bron: CBS) De omzet van restaurants daalde in het derde kwartaal van 2009 met 4,4 procent in vergelijking met dezelfde periode in 2008 (Bron: CBS) De omzet van cafetaria’s steeg in het derde kwartaal met 1,7 procent in vergelijking met dezelfde periode in 2008 (Bron: CBS) 13% van de ondernemers weet niet of de omzet lager, hoger of gelijk gebleven is in vergelijking met 2008. Deze zijn bij deze vraag buiten beschouwing gelaten
17
Nulmeting wijziging toegangstijden horeca
Horecaondernemers
3.3 Maatregelen rond sluitingsuur Horecagelegenheden kunnen verschillende maatregelen treffen om de sluiting soepeler te laten verlopen zoals eerder stoppen met alcohol schenken of de verlichting aanpassen. De vraag is of horecagelegenheden door verplichte sluitingstijden in mindere mate maatregelen treffen voor een soepelere sluiting uit bijvoorbeeld angst voor omzetverlies. In december 2009 stopt de meerderheid van de horecaondernemers voor sluitingstijd met het schenken van alcohol. Gemiddeld kunnen bezoekers 25 minuten voor sluitingstijd geen alcohol meer kopen in de horecagelegenheid. Tabel 3.7 Stopt eerder met schenken totaal altijd
62%
soms
6%
nooit
32%
Verder past drie op de tien horecaondernemers het geluidsvolume aan, en past een kwart voor sluitingstijd de verlichting aan.
3.4 Ervaren overlast In horecagelegenheden Ondernemers ondervinden in hun uitgaansgelegenheden met name overlast van uitgaanders die zich agressief gedragen. Daarnaast heeft een kwart voor de horecaondernemers last van vernielingen/vandalisme en bedreiging/verbaal geweld/intimidatie. Mishandeling komt minder vaak voor. De snackbars en shoarmazaken hebben in vergelijking met ander type uitgaansgelegenheden vaker last van vernielingen en vandalisme. Er zijn geen noemenswaardige verschillen tussen regio’s. Tabel 3.8 Overlast in uitgaansgelegenheid (percentage ‘soms’, ‘regelmatig’ en ‘vaak’) agressief gedrag
29%
vernielingen/vandalisme
27%
bedreiging/verbaal geweld/intimidatie
24%
mishandeling
9%
Rond horecagelegenheden horecagelegenheden Rondom horecagelegenheden ondervinden horecaondernemers de meeste hinder van lawaai en uitgaanders die rond blijven hangen op straat. Ook blijven één op de tien jongeren rond hangen rondom de uitgaansgelegenheden. Tabel 3.9 Overlast rondom uitgaansgelegenheid (percentage ‘soms’, ‘regelmatig’ en ‘vaak’) Lawaai/geschreeuw
45%
rond blijven hangen
34%
vernielingen/vandalisme
33%
agressief gedrag
33%
drank op straat
26%
Er zijn geen noemenswaardige verschillen bij de beoordeling van de sfeer tussen regio’s en tussen type gelegenheden.
18
Nulmeting wijziging toegangstijden horeca
Bijlage
Bijlage 1: Onderzoeksverantwoording Doel De negen samenwerkende gemeenten in de regio West-Friesland hebben besloten met ingang van 1 januari 2010 de horeca-en sluitingstijden aan te passen. De gemeente Schagen en Heerhugowaard overwegen om dit voorbeeld te volgen. Het doel van het onderzoek is het bieden van inzicht in effecten van het aanpassen van de sluitings- en toegangstijden van de horeca. Om een goed beeld te krijgen van de effecten is voordat de nieuwe sluitings- en toegangstijden van kracht worden in december 2009 de eerste meting (nulmeting) uitgevoerd. Methode Om een goed beeld te krijgen van de effecten van de beleidswijziging heeft het onderzoek zich gericht op zowel inwoners en ondernemers van gemeenten waar in 2010 de uiterste toegangstijd wordt vervroegd, als van gemeenten waar niets verandert. In de negen West-Friese gemeenten is de wijziging per 1 januari 2010 ingegaan en in ieder geval Schagen en Heerhugowaard en wellicht nog meer gemeenten volgen later in 2010. Het onderzoek is uitgevoerd door middel van een webenquête en een telefonische enquête. Webenquête inwoners van drie regio’s Om de uitgaanders te bereiken is gebruik gemaakt van een tweetal online panels. Om inwoners van West-Friesland te bereiken is gebruik gemaakt van ons eigen West-Frieslandpanel van I&O Research en voor regio’s Noord-Kennemerland en de Kop van Noord-Holland is gebruik gemaakt van het landelijke panel van Panelclix. Om er voor te zorgen dat voldoende jeugdige uitgaanders aan het onderzoek meedoen is de groep jongeren van 16-23 jaar in de steekproef ‘oversampeld’. Dat wil zeggen dat er relatief veel jongeren in deze leeftijdsgroep zijn benaderd. Hetzelfde geldt voor inwoners van Heerhugowaard. Ook hier zijn extra inwoners benaderd voor deelname aan het onderzoek. Van de totale respons wonen ruim 1.600 personen in een gemeente waar de uiterste toegangstijd in 2010 verandert en ruim 600 in gemeenten waar de situatie blijft zoals deze in 2009 was.
Respons naar regio
Respons naar leeftijdscategorie leeftijdscategorie
respondenten
regio
16-23 jaar 24-34 jaar
322 281
West-Friesland Noord-Kennemerland12
35-54 jaar
829
Kop van Noord-Holland
55 e.o. jaar
771
regio onbekend
Leeftijd onbekend totaal
3
respondenten
totaal
2207
12
19
Waarvan 154 uit Heerhugowaard.
1.422
432 330 23 2.207
Nulmeting wijziging toegangstijden horeca
Bijlage
Om de resultaten representatief te maken voor de totale bevolking van de gehele regio NoordHolland Noord is een weging uitgevoerd. Hiermee zijn oververtegenwoordigingen in de respons gecorrigeerd naar de werkelijke verdeling van de populatie op de kenmerken gemeente, leeftijd en geslacht. Telefonische enquête horecaondernemers Voor de telefonische enquête onder de ondernemers is gebruikt gemaakt van een databestand van de Kamer van Koophandel waarin alle horecaondernemers in de regio’s West-Friesland, NoordKennemerland en de Kop van Noord-Holland zijn opgenomen. Restaurants zonder cafégedeelte zijn buiten de steekproef gehouden, maar alle eetcafés, snackbars, shoarmazaken, cafés, dancings, discotheken en amusementshallen in de drie regio’s zijn benaderd. Dit waren er in totaal 440, waarvan uiteindelijk 170 zijn geënquêteerd (39%). Respons naar type uitgaansgelegenheid
cafés en discotheken eetcafé en caférestaurants snackbars en shoarmazaken Totaal
Gebied waar toegangstijd verandert in 2010: West-Friesland – Schagen Heerhugowaard
Gebied waar toegangstijd niet verandert in 2010: Noord-Kennemerland (excl. Heerhugowaard) Kop van Noord-Holland (excl. Schagen)
totaal
44
42
86
18
16
34
27
23
50
89
81
170
20