Inspectierichtlijn 2016 Uitvoering controles artikel 24 Drinkwaterwet Versie 4.3
Datum Status
1 maart 2016 Definitief
Definitief | Inspectierichtlijn 2016 | 1 maart 2016
Colofon Versie Contactpersoon
1 maart 2016 H.R. de Vries Inspectie Leefomgeving en Transport Wonen, Water en Producten Drinkwater en Legionella Postbus 16191 2500 BD Den Haag
Auteurs
R. Hundersmarck (Dunea) J. bij de Leij (Vitens) K.H. Poortema (Kiwa) J. Rouleaux (WML) J. Bosch (Brabant Water) L.H. Treur (Waternet) T. de Veer (PWN) H.R. de Vries (ILT)
DISCLAIMER: Dit document is eigendom van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). Dit document beoogt juiste en actuele inhoudelijke informatie te geven betreffende de uitvoering van de controletaak ex artikel 24 Drinkwaterwet. ILT kan geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid aanvaarden voor schade op welke manier dan ook ontstaan door gebruik, onvolledigheid of onjuistheid van de in dit document verstrekte informatie. ILT aanvaardt evenmin verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid voor schade, van welke aard dan ook, die verband houdt met risico’s verbonden aan het elektronisch verzenden van het document. Aan de informatie kunnen geen rechten worden ontleend. Wijzigingen en typefouten worden voorbehouden. ILT spant zich in om de informatie zo volledig en nauwkeurig mogelijk te laten zijn. Zonder vooraankondiging kunnen wijzigingen worden doorgevoerd. Daarom is de meest recent versie op www.ilent.nl leidend.
Pagina 2 van 44
Definitief | Inspectierichtlijn 2016 | 1 maart 2016
Inhoud
1
Inleiding ........................................................................................................... 5
1.1
Drinkwaterwet .................................................................................................................... 5
1.2
Controle in het kader van artikel 24 Drinkwaterwet ................................................................. 5
2
Verplichtingen voor eigenaren en exploitanten van drinkwaterinstallaties .................. 7
3
Uitwerking controletaak ...................................................................................... 9
3.1
Inhoud van de controletaak .................................................................................................. 9
3.2
Integratie uitvoering artikel 24.1 en 24.2 Dww -taken ........................................................... 10
3.3
Frequentie van de controles (risicoklassen) .......................................................................... 10
4
Controleprotocollen .......................................................................................... 11
4.1
Algemeen / uitgangspunten ................................................................................................ 11
4.2
Controleprotocol STANDAARD A en B (standaardcontrole) ...................................................... 12
4.3
Controleprotocol EXTRA: legionellapreventie......................................................................... 16
4.4
Standaard- en EXTRA (legionellapreventie) in één. ................................................................ 19
5
Uitvoering controles ......................................................................................... 20
5.1
Controle-matrices Standaard en Extra (legionellapreventie) ................................................... 20
5.2
Doelgroeprapportages ....................................................................................................... 20
5.3
Jaarrapportages ................................................................................................................ 20
5.4
Controle fysische- en elektrochemische technieken ............................................................... 21
5.5
Melden tekortkomingen “sterk verhoogd risico” bij controles ex artikel 24 Dwb ......................... 23
5.6
Brieven aan de eigenaar/exploitant ..................................................................................... 23
6
BIJLAGEN ....................................................................................................... 25
6.1
Begrippenlijst ................................................................................................................... 25
6.2
Overzicht van de normstelling voor de verplichtingen voor eigenaren/exploitanten .................... 27
6.3
Doelgroepen bij legionellapreventie. .................................................................................... 29
6.4
Voorbeeld controlematrices Standaard en Extra (Legionellapreventie) ..................................... 31
6.5
Formulier voor de doelgroeprapportage ............................................................................... 37
6.6
Formulier jaarrapportage ................................................................................................... 38
6.7
Benodigde gegevens voor een melding aan de ILT ................................................................ 39
6.8
Modeltekstblokken voor brieven aan de eigenaar / exploitant ................................................. 40
Tekst controleprotocol STANDAARD ................................................................................................... 40 Tekst controleprotocol EXTRA ........................................................................................................... 43
Pagina 3 van 44
Definitief | Inspectierichtlijn 2016 | 1 maart 2016
Voorwoord
Het ministerie van Infrastructuur en Milieu staat, in nauwe samenwerking met de drinkwaterbedrijven, borg voor goed en gezond drinkwater. De Inspectie Leefomgeving en Transport handhaaft de wetgeving op het gebied van drinkwater. Drinkwater kan in drinkwaterinstallaties vervuild raken als gevolg van slecht(e) aanleg, gebruik, reparatie of beheer van die installatie. Door terugstroming kan dat water het distributienet vervuilen en daarmee een risico vormen voor gebruikers van andere drinkwaterinstallaties. Ook kan het vervuilde drinkwater een gevaar vormen voor de gezondheid van gebruikers van de installatie zelf. Op grond van artikel 24 van de Drinkwaterwet controleren de drinkwaterbedrijven de op het leidingnet van het drinkwaterbedrijf aangesloten woningen, collectieve watervoorzieningen, collectieve leidingnetten en overige waterleidinginstallaties. Vanaf 1 januari 2005 werken de drinkwaterbedrijven en de Inspectie Leefomgeving en Transport samen bij de uitvoering van de controles van drinkwaterinstallaties. Sedert 2009 wordt voor het onderdeel legionellapreventie samengewerkt op basis van de “Interventiestrategie legionellapreventie in leidingwater”. De uitvoering van de controletaak, de onderlinge afstemming en de spelregels voor overdracht zijn beschreven in de “Inspectierichtlijn 2015”. Dit is een actualisatie van de “Inspectierichtlijn 2012” vanwege wijziging van wet- en regelgeving en aanpassingen in het controleprotocol. De Inspectierichtlijn is een uniforme basis voor het uitvoeren van de controletaak door de 10 drinkwaterbedrijven en met deze actualisatie is opnieuw een stap gezet in de verdere professionalisering. Op deze manier kan worden gewerkt aan veilige drinkwaterinstallaties in Nederland en een goed beheer van legionellapreventie bij de prioritaire instellingen.
Pagina 4 van 44
Definitief | Inspectierichtlijn 2016 | 1 maart 2016
1
Inleiding
1.1
Drinkwaterwet
De bescherming van het drinkwater is per 1 juli 2011 geregeld in de Drinkwaterwet (Dww) het daarop gebaseerde Drinkwaterbesluit (Dwb) en de Drinkwaterregeling (Dwr). Het onderwerp van deze wet is gelijk gebleven aan dat van de Waterleidingwet van vóór 1 juli 2011 namelijk: water dat is bestemd, of mede is bestemd, om te drinken, te koken, voedsel te bereiden dan wel bestemd, of mede bestemd, is voor andere doeleinden, zoals persoonlijke hygiëne, en dat via leidingen aan derden ter beschikking wordt gesteld. In de Dww wordt dit aangeduid met drinkwater. Hiermee wordt onderstreept dat het gaat om wettelijke bepalingen die de volksgezondheidsaspecten van water bestemd voor menselijke consumptie regelen. De wet voert op dit punt de Richtlijn 98/83/EG van de Raad van de Europese Unie uit betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water. De doelstelling van de Dww is de bevordering van de volksgezondheid door de voorziening van drinkwater aan alle gebruikers op een maatschappelijk verantwoorde wijze te waarborgen.
1.2
Controle in het kader van artikel 24 Drinkwaterwet
Controle door het drinkwaterbedrijf
Op grond van artikel 24 van de Dww controleren de drinkwaterbedrijven de op het leidingnet van het drinkwaterbedrijf aangesloten woninginstallaties, collectieve watervoorzieningen, collectieve leidingnetten en overige installaties (hierna te noemen: installaties). Voor aangesloten collectieve watervoorzieningen en collectieve leidingnetten (hierna te noemen: collectieve installaties) richt de controle zich daarnaast ook op de bescherming van derden aan de tappunten. Een deel van de aangesloten collectieve installaties wordt bovendien tevens met het oog op legionellapreventie gecontroleerd (dit deel hierna te noemen: prioritaire installaties). De controletaak omvat in principe controle op naar schatting circa 7,5 miljoen installaties. Om de controletaak uitvoerbaar te maken zijn de aangesloten installaties ingedeeld in risicoklassen, waarbij de hoogste klasse regelmatig (1 x per 3 jaar) en de laagste klasse niet wordt gecontroleerd. Omdat nagenoeg alle woninginstallaties en ook veel collectieve installaties in de laagste risicoklassen vallen, resulteert dit erin dat de drinkwaterbedrijven samen periodiek circa 360.000 installaties controleren. Voortgaande uitvoering van de controletaak en verrijking van klantgegevens met gegevens uit andere datasystemen (bijvoorbeeld Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG)) zal de kwaliteit en actualiteit van de data over installaties vergroten en daarmee ook de nauwkeurigheid van laatstgenoemd getal. Gevaar voor verontreiniging
De Dww wijst in artikel 24 de eigenaar van het drinkwaterbedrijf aan als controleur van de aangesloten installaties op “gevaar voor verontreiniging”. Hiermee wordt bedoeld: iedere negatieve invloed van de installatie op de kwaliteit van het drinkwater. Het kan hierbij dus gaan om verkeerd materiaalgebruik, onvoldoende doorstroming, kruisverbindingen, waardoor water van slechte kwaliteit in contact kan komen met drinkwater, of groei van bacteriën.
Pagina 5 van 44
Definitief | Inspectierichtlijn 2016 | 1 maart 2016
Een verontreiniging in een installatie kan de tappunten bereiken waardoor mogelijk ook derden (anderen dan de eigenaar van de installatie, verbruikers) daaraan worden blootgesteld. De verontreiniging kan ook via terugstroming in het openbare net terecht komen en via dit net andere aangesloten installaties en verbruikers bereiken. Om die risico’s te beheersen is de eigenaar van het drinkwaterbedrijf verplicht om: o Alle aangesloten installaties te controleren op gevaar voor verontreiniging van het drinkwater in het leidingnet van zijn bedrijf (terugstroming in openbaar net), zie artikel 24, lid 1 van de Dww; o De aangesloten collectieve installaties daarnaast ook te controleren op gevaar van verontreiniging van het aan consumenten of andere afnemers ter beschikking gestelde drinkwater (“aan de tap”), zie artikel 24, lid 2 van de Dww; o Een beperkt deel van de aangesloten collectieve installaties (de prioritaire installaties) tevens te controleren op de verplichtingen in het kader van legionellapreventie, zoals verwoord in hoofdstuk 4 van het Dwb (artikel 35 t/m 44) in samenhang met de Regeling legionella preventie (Rlp). De voorliggende Inspectierichtlijn gaat uit van een geïntegreerde uitvoering van de taken genoemd in artikel 24, lid 1 en lid 2 van de Dww. De richtlijn bevat twee controleprotocollen: o Protocol (Standaard), dit wordt gehanteerd bij alle installaties; o Protocol (Extra) is een aanvulling op Standaard en wordt specifiek gehanteerd voor prioritaire installaties. Deze protocollen beschrijven stapsgewijs de controleactiviteiten van de drinkwaterbedrijven. Aangetroffen ernstige gebreken kunnen een reden zijn om tot afkoppeling over te gaan en/of de basis zijn van een handhavingactie door de Inspectie Leefomgeving en Transport. De richtlijn start in hoofdstuk 2 met een nadere uitwerking van de wettelijke verplichtingen van eigenaren/exploitanten van installaties. In hoofdstuk 3 is de controletaak uitgewerkt. In hoofdstuk 4 zijn de controleprotocollen stapsgewijs beschreven. In hoofdstuk 5 is de uitvoering van de controles beschreven. In hoofdstuk 6 zijn de bijlagen opgenomen. In deze richtlijn worden begrippen gebruikt die enige toelichting behoeven. In bijlage 6.1 is een begrippenlijst opgenomen. Belangrijke documenten zijn de meest recente versies van onderstaande wet- en regelgeving en richtlijnen: o Drinkwaterwet; o Drinkwaterbesluit; o Drinkwaterregeling; o De Regeling Legionellapreventie; o De Regeling materialen en chemicaliën drink- en warm tapwatervoorziening; o Model-Aansluitvoorwaarden Drinkwater (VEWIN, hierna te noemen Aansluitvoorwaarden); o Model-Algemene Voorwaarden Drinkwater (VEWIN, hierna te noemen Leveringsvoorwaarden); o Waterwerkbladen + aanvullingen (www.infodwi.nl); o NEN 1006, inclusief wijzigingsbladen ; o Achtergrondinformatie bij wetgeving over legionellapreventie door ILT(hoofdstuk 4 Dwb).
Bestuursrechtelijke en strafrechtelijke handhaving door de Inspectie Leefomgeving en Transport
De Inspectie Leefomgeving en Transport draagt zorg voor de handhaving (sancties). De interventies die de Inspectie Leefomgeving en Transport hanteert bij de handhaving zijn opgenomen in het “ILT Interventiekader” van 7 mei 2013. Dit is een aparte uitgave van de Inspectie Leefomgeving en Transport.
Pagina 6 van 44
Definitief | Inspectierichtlijn 2016 | 1 maart 2016
2
Verplichtingen voor eigenaren en exploitanten van drinkwaterinstallaties
In artikel 26, 30 en 31 van de Dww worden eigenaren/exploitanten van installaties verplicht ervoor zorg te dragen dat de installatie geen gevaar voor verontreiniging oplevert. Om dat gevaar zoveel mogelijk te voorkomen, moet de installatie blijvend voldoen aan de technische eisen zoals genoemd in NEN 1006 en de nadere invulling daarvan in de Waterwerkbladen en in het Bouwbesluit. De eigenaar/exploitant van de installatie moet in sommige gevallen beheersmaatregelen uitvoeren. In het Model Aansluitvoorwaarden Drinkwater is ook een aantal eisen en verplichtingen opgenomen. De algemene zorgplicht van artikel 26, 30 en 31 geldt voor alle installaties en naast in voornoemde NEN 1006 is die zorgplicht onder meer voor beheer nader uitgewerkt in Waterwerkblad 1.4G. De eigenaar moet zorg dragen voor goed beheer. Hieronder wordt verstaan: het controleren, onderhouden van de drinkwaterinstallatie en het documenteren van relevante gegevens met als doel het goed en veilig functioneren van de drinkwaterinstallatie te waarborgen. Artikel 36 Dwb bevat de verplichting voor prioritaire installaties om te zorgen dat het drinkwater minder dan 100 kolonie vormende eenheden legionellabacteriën per liter bevat. In hoofdstuk 4 Dwb en de Rlp zijn bijzondere verplichtingen opgenomen zoals het opstellen van een risicoanalyse en een beheerplan voor de drinkwaterinstallatie en accreditatie van degene die de monsterneming en -analyse doet. Voor aanvullende verplichtingen met betrekking tot beheer is onderscheid naar doelgroepen van belang. De drinkwaterregelgeving onderscheidt in dit kader vier doelgroepen namelijk woninginstallaties, collectieve watervoorzieningen, collectieve leidingnetten en overige installaties (geen woninginstallaties en geen collectieve installaties, bijvoorbeeld eenmansbedrijven). Bij aanvullende verplichtingen voor collectieve installaties wordt onderscheid gemaakt naar grootte van de levering en naar installaties die wel en die niet extra verplichtingen hebben in het kader van legionellapreventie of ten aanzien van meetprogramma’s. Deze aanvullende verplichtingen zijn vertaald naar beheerpakketten. Deze beheerpakketten zijn nader uitgewerkt in Waterwerkblad 1.4G, artikel 16. Figuur 1 geeft een schematisch overzicht van de verplichtingen die eigenaren/exploitanten hebben ten aanzien van de aangesloten installaties. In bijlage 6.2 zijn de verplichtingen nader uitgewerkt. Alle eigenaren/exploitanten van aangesloten installaties zijn verplicht om medewerking te verlenen aan de controles van de drinkwaterbedrijven (art. 24.4 Dww).
Pagina 7 van 44
Definitief | Inspectierichtlijn 2016 | 1 maart 2016
NEN1006, Waterwerkbladen,
Alle aangesloten installaties (niet paalkampeerterreinen)
Aansluit- en Leveringsvoorwaarden, Bouwbesluit,
Wijk* warm tapwater Dwb 27 Dwr 15
Collectieve Installaties Dww:1
Levering < 10 m3/dag Dwr 10.2 Levering ≥ 10 m3/dag Dwr 10.2
Dww 21.1,21.3-5,22,23,25,26 Dwb 12-14,19-24,25.1,26,27, 31, 35**,44 Dwr 10.2,20
Dww 21.1,21.3-5,22,23,25,26 Dwb 12-14, 19-24, 25.1, 26, 27, 31, 35**, 44
Dwr 9, 10.1,
11, 13, 14.4, 15, 20, Bijl3IIIg
Dww 21.1,21.3-5,22,23,25,26
Collectieve watervoorziening Dww 1
Dwb 12-14,19-24,25.1, 26-31, 35 **,44.
Dwr 9,10, 11, 13,
14, 20, Bijl3 III div.***
Paalkampeerterrein Dwb:32****
Collectief leidingnet Dww 1
Dww: 24-4, 26 of 30 of 31
Distributie < 100 m3 dw/d
Distributie ≥ 100 m3 dw/d
Huishoudwater****
Dww 25.2 Dwb 32 Dww: 27-30 Dwb 12, 13.1, 14, 19 (matr.),
Distributie < 1000 m3 dw/d of < 5000 pers/d Dwb 33.1 Distributie ≥ 1000 m3 dw/d of ≥ 5000 pers/d Dwb 33.1/2
21-25, 33, 34, 35 **, 44 Dwr 9, 10.2, 20 Dww: 27-30 Dwb 12, 13.1, 14, 19, 21-25, 26.1, 33, 34, 35 **, 44 Dwr 9,10, 11, 13, 14 20, Bijl 3IIIf Dww: 27-30 Dwb 12, 13.1, 14, 19, 21-25, 26.1, 26.4, 26.5, 33, 34, 35**,44 Dwr 9,10 ,11,13, 14 20, Bijl3 IIIf Dwb 1, Dww 21.1, 31(niet 26, 30)
*Warm tapwater inst. worden als normale aansluitingen beschouwd en periodiek bezocht
Dwb 2-5, Dwr 3
** Legionellapreventie prioritaire installaties Als aerosolvormende tappunten voorkomen gelden bij de volgende categorieën collectieve installaties (Dwb:35) de extra verplichtingen uit Dwb: 36 t/m 44:-Ziekenhuizen - Zorginstellingen -Gebouwen met logiesfunctie - Asielzoekerscentra - Geb. met celfunctie - Badinrichtingen -Kampeerterreinen -Jachthavens -Truckstops ***Afhankelijk van doelgroep **** Valt niet onder de controletaak drinkwaterbedrijven -de Regeling materialen en chemicaliën drink- en warmtapwatervoorziening is op alle installaties van toepassing behalve op Paalkampeerterreinen en voor Huishoudwater.
Figuur 1. Overzicht van verplichtingen waaraan eigenaren/exploitanten van aangesloten installaties moeten voldoen.
Pagina 8 van 44
Definitief | Inspectierichtlijn 2016 | 1 maart 2016
3
Uitwerking controletaak
3.1 De o o o
Inhoud van de controletaak
in het Dww omschreven controletaak kan aangrijpen op drie punten: De kwaliteit van het drinkwater; De kwaliteit van de installatie; De kwaliteit van het beheer. De manier waarop de eigenaar omgaat met de installatie.
Controle op de kwaliteit van het drinkwater, bij eigenaren/exploitanten met een meetverplichting (zie Dwb artikel 13, 31, 33 en de Dwr), richt zich op controle van de aanwezigheid en uitvoering van het betreffende meetprogramma en op het juist handelen bij eventuele overschrijdingen. De controletaak richt zich daarmee dus NIET op het controleren of het drinkwater voldoet aan de parameterwaarden, op grond van artikel 13 van het Dwb. De controle van de kwaliteit van de installatie bestaat uit een steekproefsgewijze visuele controle van de installatie op het voldoen aan NEN 1006 en de Waterwerkbladen en, als beheerpakketten verplicht zijn, op de controle van documenten. Bij voorkeur wordt de controle uitgevoerd in aanwezigheid van met de verantwoordelijke persoon van de instelling. Het controleren op beheer dient twee doelen. Het eerste doel is het bevorderen van goed beheer. Het tweede doel is het vereenvoudigen van de controletaak. Immers, als een eigenaar/exploitant goed beheert, dan is goede informatie beschikbaar voor de controle door het drinkwaterbedrijf. Belangrijke elementen in de controle zijn: o Toetsen op de aanwezigheid van bijgewerkte informatie; o Een juiste beveiliging; o Bewijs van uitvoering van beheer. In de praktijk betekent dit dat tijdens de visuele controle de controleur onderzoekt of de eventuele risico’s bekend zijn en of er beheer wordt uitgevoerd. De controles hebben betrekking op zeer veel installaties, die qua ouderdom grote verschillen vertonen. De regelgeving, waaronder de NEN 1006 en de daarvan afgeleide Waterwerkbladen, wordt voortdurend aangepast aan de nieuwste inzichten. In redelijkheid kan niet verlangd worden dat iedere wijziging c.q. verbetering in de regelgeving direct leidt tot aanpassing van installaties. Daarom wordt de volgende gedragsregel gehanteerd bij de controles: o Hanteer de regelgeving ten tijde van de aanleg van de installatie, maar hanteer voor relevante volksgezondheidsaspecten altijd de nieuwste inzichten voor alle installaties; o Bij wijziging van de installatie geldt voor het gewijzigde deel de regelgeving die van toepassing was ten tijde van de wijziging; o Bij uitbreiding van de installatie geldt voor het nieuwe deel de regelgeving die van toepassing was ten tijde van de uitbreiding. Jaarlijks wordt een voorstel voor het controleprogramma opgesteld door een werkgroep en afgestemd in het Platform Controle en Handhaving (PCH). In dit controleprogramma is aangegeven welke doelgroepen in een bepaalde periode van het jaar worden gecontroleerd.
Pagina 9 van 44
Definitief | Inspectierichtlijn 2016 | 1 maart 2016
3.2
Integratie uitvoering artikel 24.1 en 24.2 Dww -taken
Drinkwaterbedrijven zijn verplicht om alle aangesloten installaties te controleren op gevaar voor verontreiniging van het openbare net (artikel 24.1 Dww) en van het aan derden ter beschikking gestelde drinkwater (artikel 24.2 Dww). Dit houdt in dat de drinkwaterinstallatie op locatie en met een zekere frequentie moet worden gecontroleerd. Integratie van de uitvoering van beide taken heeft voordelen namelijk: o Efficiëntere uitvoering; o Het gaat bij beide taken om dezelfde eigenaar/exploitant en installatie en de klant zou een aparte benadering, door dezelfde instantie, niet begrijpen; o Kennis voor de uitvoering van de 24.2-taak is aanwezig bij de uitvoerders van de 24.1-taak; o Het 24.2-klantensegment valt geheel binnen het 24.1-klantensegment; o De 24.1-klanten zijn bekend bij het drinkwaterbedrijf. Bij de uitvoering van de 24.2-taak kan gebruik gemaakt worden van deze informatie.
3.3
Frequentie van de controles (risicoklassen)
De frequentie waarmee drinkwaterbedrijven installaties controleren, is afhankelijk van de risicoklasse die aan de installatie is toegekend. Controlefrequenties van bestaande installaties zijn per risicoklasse vermeld in tabel 1. Voor nieuwbouw in de risicoklassen 2 t/m 5 geldt de afspraak om binnen zes maanden na ingebruikname de eerste controle uit te voeren, omdat ervan wordt uitgegaan dat dan alle toestellen zijn geplaatst en dat er gegevens van beheer beschikbaar zijn. Tabel 1. Controlefrequentie per risicoklasse Risicoklasse
1
2
3
4
5
Controle frequentie
-
Steekproefs gewijs
1 x per 9 jaar 1 x per 6 jaar 1 x per 3 jaar
De risicoklasse wordt bepaald door maximaal vijf parameters, te weten: de vloeistofklasse waarmee het drinkwater in de installatie in aanraking kan komen, de grootte van de aangesloten installatie, risico’s van een verbinding met andere waternetten, risico na wijzigingen en de kwetsbaarheid van de verbruiker. Het gaat daarbij dus niet alleen om de kans op verontreiniging, maar in sommige gevallen ook om het mogelijke effect. Grotere kwetsbaarheid kan leiden tot een hogere risicoklasse. Als kwetsbare verbruikers zijn aangemerkt: zij die in aanraking kunnen komen met de installaties van de legionelladoelgroepen die zijn opgenomen in artikel 35 Dwb. De risicoklasse-indeling van een installatie is daarmee een afspiegeling van de mate van het gezondheidsrisico voor derden, zowel via de tap (artikel 24.2 Dww) als teruggeleverd via het distributienet (artikel 24.1 Dww). De risicoklasse-indeling is beschreven in de Vewin-publicatie: “Richtlijn voor de indeling in risicoklassen van drinkwaterinstallaties die aangesloten zijn op het drinkwaternet” (17 februari 2014).
Pagina 10 van 44
Definitief | Inspectierichtlijn 2016 | 1 maart 2016
4
Controleprotocollen
4.1
Algemeen / uitgangspunten
Zoals in de inleiding staat vermeld, worden twee controleprotocollen onderscheiden: o Het eerste protocol (Standaard) wordt gevolgd bij de controles van alle installaties; o Het tweede protocol (Extra) is opgesteld voor de controle op de regels inzake legionellapreventie, bij de in de wet aangewezen instellingen, nader aangeduid als “prioritaire installaties”. Dit protocol vormt een aanvulling op de controles bij Standaard. Beide volgende paragrafen beschrijven stapsgewijze de controleprotocollen, ondersteund door schematische weergave in respectievelijk figuur 2, 3 en 4. De nummering in de teksten in beide paragrafen correspondeert met de nummering in deze figuren. In de controleprotocollen worden acties afhankelijk gemaakt van een inschatting van het risico. Hierbij zijn de termen “beperkt”, “verhoogd” en “sterk verhoogd” risico gehanteerd. Deze termen zijn in bijlage 6.1 gedefinieerd. De volgende uitgangspunten zijn gehanteerd bij het formuleren van de controleprotocollen: o Een geïntegreerde uitvoering van de 24.1 en 24.2-taak; o Een nieuwe installatie voldoet aan NEN 1006 en de Waterwerkbladen, meest recente uitgave (zie voor Waterwerkbladen: www.infodwi.nl); o Wijzigingen worden uitgevoerd volgens NEN 1006 en de Waterwerkbladen, recentste uitgave; o Hanteer bij bestaande installaties de regelgeving ten tijde van de aanleg, maar beoordeel relevante volksgezondheidsaspecten volgens de nieuwste inzichten (in de praktijk geldt dit met name voor legionellapreventie); o Frequentie van de controles op basis van de inspectierichtlijn hoofdstuk 3.3; o De basiscontrole omvat een visuele controle bij die bedrijven waar de beheerpakketten (zie hoofdstuk 2) geen rol spelen. Deze visuele controle is met name gericht op aanwezigheid en functioneren van beveiligingen. Voor de bedrijven/instellingen waarvoor één of meer van de beheerpakketten wel relevant is, wordt een audit uitgevoerd. Hierbij richt de controleur zich op de controle van de documenten. Indien nodig wordt een visuele steekproef genomen van onderdelen van de installatie. Over de bevindingen wordt gerapporteerd; o Uitgangspunt is dat in principe de exploitant1 van de installatie wordt aangesproken op kwaliteit en beheer van de installatie en dat deze, indien nodig, de eigenaar informeert; o Tijdens de controle wordt de eigenaar/exploitant voorgelicht over zijn verantwoordelijkheden en de gevolgen van het niet nakomen van afspraken/aanwijzingen. Er kan daarbij worden verwezen naar diverse sites met informatie en naar adviesbureaus en installateurs die de eigenaar kunnen ondersteunen bij het verhelpen van eventuele gebreken; o De termijnen voor het opheffen van de aangetroffen gebreken zijn in principe zo kort mogelijk gesteld, rekening houdend met de haalbaarheid; o Handhaving door de Inspectie Leefomgeving en Transport vindt plaats conform het ILT brede interventiekader. o De voorwaarden van het ministerie van Infrastructuur en Milieu met betrekking tot het plaatsen van alternatieve technieken voor legionellapreventie. o De terminologie rond controles is als volgt: Basiscontrole: dit is het eerste bezoek. Worden tijdens dit bezoek gebreken geconstateerd, dan wordt een hersteltermijn meegedeeld en een (1e) hercontrole aangekondigd;
1
In dit geval is de exploitant degene die het contract bij het drinkwaterbedrijf heeft.
Pagina 11 van 44
Definitief | Inspectierichtlijn 2016 | 1 maart 2016
1e hercontrole: het tweede bezoek, waarbij de controleur bepaalt of de gebreken zijn verholpen of niet. Zijn ze niet (allemaal) verholpen, dan wordt opnieuw een hersteltermijn meegedeeld en een (2e) hercontrole aangekondigd; 2e hercontrole: het derde bezoek, waarbij de controleur bepaalt of de (alle) gebreken alsnog zijn verholpen of niet. Niet in alle gevallen zal het tot een (tweede ) hercontrole komen; in bepaalde gevallen zullen Inspectie Leefomgeving en Transport en/of drinkwaterbedrijf het herstel van gebreken al na de basiscontrole of 1e hercontrole afdwingen (zie controleprotocollen).
o
4.2 1. 2. 3.
4. 5.
6. 7.
8. 9.
10. 11. 12. 13. 14.
2
Controleprotocol STANDAARD A en B2 (standaardcontrole) De selectie vindt plaats op basis van de termijnen die volgen uit de indeling in risicoklassen. De eigenaar/exploitant wordt schriftelijk geïnformeerd over de uit te voeren basiscontrole (brief A). De basiscontrole op installatie en/of beheer wordt uitgevoerd. Bij installaties zonder beheerpakket in de vorm van een visuele controle en bij installaties met beheerpakket in de vorm van een audit (controle op documenten en visuele steekproef op de installatie). Geconstateerd wordt of er wel of geen gebreken zijn. Ten aanzien van installatie/beheer worden op het eerste gezicht geen gebreken geconstateerd. Het is niet waarschijnlijk dat de installatie/het beheer risico voor het net of voor het gebruik door derden oplevert. De eigenaar/exploitant ontvangt een brief (brief B) waaruit blijkt dat, voor zover de beoordeling heeft plaatsgevonden, er geen reden is om aan te nemen dat de installatie niet voldoet aan NEN 1006 en/of Waterwerkbladen en/of Aansluitvoorwaarden (de eigenaar/exploitant blijft verantwoordelijk). De installatie/het beheer voldoet niet aan de NEN 1006 en/of Waterwerkbladen en/of Aansluitvoorwaarden. Het betreft gebreken die geen gevaar voor de menselijke gezondheid opleveren en dan ook slechts een beperkt risico opleveren voor het net of gebruik door consumenten of andere afnemers. De eigenaar/exploitant ontvangt een brief (brief C) waaruit blijkt dat de installatie niet voldoet aan NEN 1006 en/of Waterwerkbladen en/of Aansluitvoorwaarden en wordt verzocht er voor zorg te dragen dat dit in orde gemaakt wordt. Er wordt geen termijn gegeven, maar wel gecommuniceerd dat de controle periodiek is. Het betreft gebreken die een verhoogd of sterk verhoogd risico op gevaar voor gebruik door derden opleveren. Het betreft een verhoogd risico. De eigenaar/exploitant ontvangt een brief (brief D) waaruit blijkt dat de installatie niet voldoet aan NEN 1006 en/of Waterwerkbladen en/of Aansluitvoorwaarden en wordt verzocht er voor zorg te dragen dat dit binnen twee maanden in orde gemaakt wordt en na uitvoering hiervan melding te maken bij het drinkwaterbedrijf bijvoorbeeld door middel van een meegestuurde gereedmeldingskaart. Het betreft een sterk verhoogd risico. De eigenaar/exploitant wordt ter plekke gesommeerd de benodigde aanpassing(en) binnen 1 maand uit te voeren; dit wordt in een brief (brief E) bevestigd. Eigenaar/exploitant meldt dat gebrek(en) is/zijn verholpen, bijvoorbeeld door insturen van de gereedmeldingskaart eventueel ondersteund met een foto van de herstelde situatie. De 1e hercontrole wordt uitgevoerd. Het drinkwaterbedrijf bepaalt of een hercontrole wordt uitgevoerd of dat genoegen wordt genomen met de melding van de aanpassing. Als wordt besloten geen hercontrole uit te voeren ontvangt de eigenaar/exploitant een brief (brief F) waaruit blijkt dat, op grond van de door hem gemelde aanpassingen, er geen reden is om aan te nemen dat de installatie niet voldoet aan NEN 1006 en/of Waterwerkbladen en/of Aansluitvoorwaarden (de eigenaar/exploitant blijft verantwoordelijk).
Schema B is het vervolg van schema A. Samen vormen ze het controleprotocol STANDAARD.
Pagina 12 van 44
Definitief | Inspectierichtlijn 2016 | 1 maart 2016
15. Geconstateerd wordt of er wel of geen gebreken zijn. 16. Het drinkwaterbedrijf besluit de 1e hercontrole uit te voeren. 17. Als bij de 1e hercontrole blijkt dat de installatie/het beheer geen gebreken vertoont, ontvangt de eigenaar/exploitant een brief (brief G) waaruit blijkt dat, voor zover de beoordeling heeft plaatsgevonden, er geen reden is om aan te nemen dat de installatie niet voldoet aan NEN 1006 en/of Waterwerkbladen en/of Aansluitvoorwaarden (eigenaar/exploitant blijft verantwoordelijk). 18. Geconstateerd wordt of er wel of geen gebreken zijn. 19. Als bij de 1e hercontrole blijkt dat de installatie/het beheer geen gebreken vertoont, ontvangt de eigenaar/exploitant een brief (brief H) waaruit blijkt dat, voor zover de beoordeling heeft plaatsgevonden, er geen reden is om aan te nemen dat de installatie niet voldoet aan NEN 1006 en/of Waterwerkbladen en/of Aansluitvoorwaarden (eigenaar/exploitant blijft verantwoordelijk). 20. Als bij de 1e hercontrole blijkt dat de installatie/het beheer (nog) gebreken vertoont, ontvangt de eigenaar/exploitant een brief (brief I) waaruit blijkt dat de installatie nog steeds niet voldoet aan NEN 1006 en/of Waterwerkbladen en/of Aansluitvoorwaarden. De eigenaar/exploitant wordt verzocht er voor zorg te dragen dat dit binnen één maand in orde gemaakt wordt en na uitvoering hiervan melding te maken bij het drinkwaterbedrijf, bijvoorbeeld door middel van een meegestuurde gereedmeldingskaart. 21. Eigenaar/exploitant meldt dat gebrek(en) is/zijn verholpen, bijvoorbeeld door insturen van de gereedmeldingskaart. 22. De 2e hercontrole wordt uitgevoerd. 23. Geconstateerd wordt of er wel of geen gebreken zijn. 24. Als bij de 2e hercontrole blijkt dat de installatie/het beheer geen gebreken vertoont, ontvangt de eigenaar/exploitant een brief (brief J) waaruit blijkt dat, voor zover de beoordeling heeft plaatsgevonden, er geen reden is om aan te nemen dat de installatie niet voldoet aan NEN 1006 en/of Waterwerkbladen en/of Aansluitvoorwaarden (eigenaar/exploitant blijft verantwoordelijk). De kosten van beide hercontroles kunnen worden doorberekend. 25. Als bij 2e hercontrole blijkt dat de installatie/het beheer (nog) gebreken vertoont, treden het drinkwaterbedrijf en de Inspectie Leefomgeving en Transport in overleg over een passend vervolg en wordt de eigenaar/exploitant schriftelijk geïnformeerd over de uitkomst van dat overleg (brief K). De kosten van beide hercontroles kunnen worden doorberekend. 26. Als bij de 1e hercontrole blijkt dat de installatie/het beheer (nog) gebreken vertoont, bepaalt het drinkwaterbedrijf of de installatie “verantwoord afkoppelbaar” is. 29. Is de installatie niet “verantwoord afkoppelbaar”, dan ontvangt de eigenaar/exploitant een brief (brief M) waaruit blijkt dat de installatie en/of het beheer nog steeds gebreken vertoont, dat hiermee niet aan NEN 1006 en/of Waterwerkbladen en/of Aansluitvoorwaarden wordt voldaan en dat Inspectie Leefomgeving en Transport de behandeling overneemt. 30. Is de installatie “verantwoord afkoppelbaar”, dan wordt de Inspectie Leefomgeving en Transport hierover geïnformeerd, wordt de installatie losgekoppeld en wordt één en ander schriftelijk aan de eigenaar/exploitant bevestigd (brief N), waarbij wordt aangegeven op welke wijze heraansluiting kan plaatsvinden. De kosten van de hercontrole en af-/heraansluiten kunnen worden doorberekend. 31. Terugkoppeling door de ILT naar het drinkwaterbedrijf over de afronding van het dossier. In bepaalde gevallen is het mogelijk om (gedocumenteerd) af te wijken van de termijnen, genoemd in punt 9, 10 en 20.
Pagina 13 van 44
Definitief | Inspectierichtlijn 2016 | 1 maart 2016
Controleprotocol STANDAARD A
1. Start Selectie
2. Brief A aan eigenaar/ exploitant
3. Uitvoeren basiscontrole
Installatie/ beheer: gebreken geconstateerd ?
4.
nee
5. Brief B aan eigenaar / exploitant
ja
6. Beperkt risico?
ja
7. Brief C aan eigenaar / exploitant
nee
8.
Verhoogd/ sterk verhoogd risico ?
verhoogd
9. Brief D aan eigenaar / exploitant
Sterk verhoogd
10. Eigenaar/ exploitant sommeren Brief E naar eigenaar / exploitant
11. Melding aan drinkwaterbedrijf
13. Hercontrole?
12. 1 e Hercontrole
nee
14. Brief F aan eigenaar / exploitant
ja
15.
Installatie / beheer gebreken geconstateerd ?
16. 1 e Hercontrole ja
nee
A
B
C
D
Figuur 2. Schematische weergave controleprotocol Standaard A.
Pagina 14 van 44
Definitief | Inspectierichtlijn 2016 | 1 maart 2016
Controleprotocol STANDAARD B
A
B
C
Installatie/ beheer: 18. gebreken geconstateerd ?
D
Nee
19. Brief H aan eigenaar
17. Brief G aan eigenaar Ja
20. Brief I aan eigenaar
21. Gereedmelding aan drinkwaterbedrijf
22. 2e Hercontrole
Installatie/ beheer: gebreken geconstateerd ?
23.
Ja
Nee Installatie "afkoppelbaar" ? 26.
Nee
24. - Brief J aan eigenaar - Kosten hercontroles evt. doorberekenen
25. - Overleg drinkwaterbedrijf en Inspectie Leefomgeving en Transport over vervolg - Brief K aan eigenaar - Kosten hercontroles evt. doorberekenen 29. - Brief M aan eigenaar - Overdracht aan Inspectie Leefomgeving en Transport
Ja
30. - Installatie loskoppelen - Melden aan Inspectie Leefomgeving en Transport - Brief N naar eigenaar - Kosten hercontrole en af/heraansluiten evt. doorberekenen
31. Terugkoppeling Inspectie Leefomgeving en Transport naar drinkwaterbedrijf
Administratief afhandelen
STOP
Figuur 3. Schematische weergave controleprotocol Standaard B.
Pagina 15 van 44
Definitief | Inspectierichtlijn 2016 | 1 maart 2016
4.3
Controleprotocol EXTRA: legionellapreventie.
1. De selectie vindt plaats op basis van de termijnen die volgen uit de indeling in risicoklassen en de met de Inspectie Leefomgeving en Transport overeengekomen jaarplanning voor prioritaire installaties. 2. De eigenaar/exploitant wordt schriftelijk geïnformeerd over de uit te voeren basiscontrole legionellapreventie (brief O). 3. De basiscontrole legionellapreventie op installatie en/of beheer wordt uitgevoerd in de vorm van een audit (controle op documenten en visuele steekproef op de installatie). 4. Geconstateerd wordt of er wel of geen gebreken zijn. 5. Ten aanzien van installatie / beheer worden op het eerste gezicht geen gebreken geconstateerd. Het is niet waarschijnlijk dat de installatie/het beheer risico voor het gebruik door derden oplevert. De eigenaar/exploitant ontvangt een brief (brief P) waaruit blijkt dat, voor zover de beoordeling heeft plaatsgevonden, er geen reden is om aan te nemen dat de installatie niet voldoet aan de wettelijke eisen met betrekking tot legionellapreventie (de eigenaar/exploitant blijft verantwoordelijk). 6. De installatie / het beheer voldoet niet aan de wettelijke eisen met betrekking tot legionellapreventie. 7. Het betreft gebreken die geen gevaar voor de menselijke gezondheid opleveren en dan ook een beperkt risico opleveren voor gebruik door derden. De eigenaar/exploitant ontvangt een brief (brief Q) waaruit blijkt dat de installatie niet voldoet aan de wettelijke eisen met betrekking tot legionellapreventie en wordt verzocht er voor zorg te dragen dat dit in orde wordt gemaakt. Er wordt geen termijn gegeven, maar wel gecommuniceerd dat de controle periodiek is. 8. Het betreft gebreken die een verhoogd of sterk verhoogd risico op gevaar voor gebruik door consumenten of andere afnemers. 9. Het betreft een verhoogd risico. De eigenaar/exploitant ontvangt een brief (brief R) waaruit blijkt dat de installatie niet voldoet aan de wettelijke eisen met betrekking tot legionellapreventie en wordt verzocht er voor zorg te dragen dat dit binnen 8 weken in orde gemaakt wordt. 10. In de praktijk blijkt dat er dossiers “sterk verhoogd risico” worden overgedragen waarvoor geldt dat de eigenaar/exploitant de tekortkomingen op korte termijn kan oplossen en waarbij geen sprake is van onwil. Deze gevallen komen in aanmerking voor een uitzondering op de regel dat “sterk verhoogd” direct wordt overgedragen naar de Inspectie Leefomgeving en Transport. Uitzonderingsgronden ter beoordeling van de controleur zijn: a. De eigenaar/exploitant wil naleven. Oorzaak van “sterk verhoogd risico”ligt (deels) buiten de verantwoordelijkheid of macht van de eigenaar/exploitant. b. De conclusie van de audit op basis van controlematrix is “sterk verhoogd risico”, maar er zijn verzachtende omstandigheden op basis waarvan de eigenaar/exploitant 2 weken krijgt om de overtreding te doen beëindigen. c. Verzachtende omstandigheden zijn bijvoorbeeld: Items uit de controlematrix zijn voor een deel een tekortkoming (geen logboek is “sterk verhoogd”, maar als enkele bladen ontbreken in het logboek is dit wel sterk verhoogd, maar kan een verzachtende omstandigheid aanwezig zijn). Beheersmaatregelen worden uitgevoerd conform beheerplan, maar in RA/BP zijn zaken niet volledig opgenomen door adviseur. d. De overtreding is binnen 2 weken te beëindigen. e. Bij twijfel neemt de controleur contact op met de contactpersoon van de ILT. 11. Als een uitzonderingsgrond van toepassing is wordt brief S verzonden. De eigenaar/exploitant krijgt 2 weken de tijd om de overtreding te beëindigen. 12. Het drinkwaterbedrijf voert de eerste hercontrole uit. De termijn voor hercontrole na “verhoogd risico” is 8 weken en als een uitzonderingsgrond van toepassing is 2 weken (het verschil in termijnen geeft deels de ernst aan). 13. Geconstateerd wordt of er wel of geen gebreken zijn. 14. Als bij de 1e hercontrole blijkt dat de installatie/het beheer geen gebreken vertoont, ontvangt de eigenaar/exploitant een brief (brief T) waaruit blijkt dat, voor zover de beoordeling heeft plaatsgevonden, er geen reden is om aan te nemen dat de installatie niet voldoet aan de wettelijke eisen met betrekking tot legionellapreventie (eigenaar/exploitant blijft verantwoordelijk).
Pagina 16 van 44
Definitief | Inspectierichtlijn 2016 | 1 maart 2016
15. Als er bij de basiscontrole legionellapreventie sprake is van een sterk verhoogd risico wordt het dossier direct aan de Inspectie Leefomgeving en Transport ter handhaving overgedragen aan de hand van een meldformulier. De eigenaar/exploitant ontvangt een brief (brief U) waaruit blijkt dat de installatie/het beheer gebreken vertoont, dat hiermee niet aan de wettelijke eisen met betrekking tot legionellapreventie wordt voldaan en de Inspectie Leefomgeving en Transport de behandeling overneemt. 16. Als bij 1e hercontrole blijkt dat de installatie/het beheer (nog) gebreken met verhoogd risico vertoont, wordt het dossier direct aan de Inspectie Leefomgeving en Transport ter handhaving overgedragen aan de hand van een meldformulier. De eigenaar/exploitant ontvangt een brief (brief V) waaruit blijkt dat de installatie/het beheer gebreken vertoont, dat hiermee niet aan de wettelijke eisen met betrekking tot legionellapreventie wordt voldaan en de Inspectie Leefomgeving en Transport de behandeling overneemt. De brief U geldt voor zowel overdrachten uit de categorie “sterk verhoogd risico” die na toepassing van een uitzonderingsgrond niet akkoord zijn als de zaken die “verhoogd risico” scoorden en na de 1e hercontrole niet akkoord is. 17. Terugkoppeling door de Inspectie Leefomgeving en Transport naar het drinkwaterbedrijf over de afronding van het dossier. In verband met de mogelijkheid om handhavend op te kunnen treden door de Inspectie Leefomgeving en Transport mag de termijn, genoemd in punt 9, niet worden overschreden.
Pagina 17 van 44
Definitief | Inspectierichtlijn 2016 | 1 maart 2016
Controleprotocol EXTRA (legionellapreventie prioritair)
1. Start Selectie
2. Brief O aan eigenaar
3. Uitvoeren basiscontrole legionellapreventie
Installatie/ beheer: 4. gebreken geconstateerd ?
nee
5. Brief P aan eigenaar
ja
7. Brief Q aan eigenaar
ja
6. Beperkt risico ?
nee
8.
Verhoogd/ sterk verhoogd risico ?
verhoogd
9. Brief R aan eigenaar
sterk verhoogd 12. 1e Hercontrole 10. Uitzondering op basis afspraak ILT / DWB
ja
11. Brief S
Installatie/ beheer 13. gebreken geconstateerd ?
Nee
Nee
14. Brief T aan eigenaar
ja 15.
16.
- Brief U aan eigenaar
- Brief V aan eigenaar
- Overdracht ILT i.v.m. handhaving
- Overdracht ILT i.v.m. handhaving
17. Terugkoppeling ILT naar drinkwaterbedrijf
Administratief afhandelen
STOP
Figuur 4. Schematische weergave controleprotocol EXTRA (legionellapreventie prioritair).
Pagina 18 van 44
Definitief | Inspectierichtlijn 2016 | 1 maart 2016
4.4
Standaard- en EXTRA (legionellapreventie) in één.
In de praktijk combineren de drinkwaterbedrijven bij prioritaire installaties de standaardcontrole van de drinkwaterinstallatie met de controle op de naleving van de regels voor legionellapreventie (zie par. 3.2). Mocht in de afhandeling van de controle overdracht van het dossier naar de Inspectie Leefomgeving en Transport aan de orde zijn, dan worden ook andere eventueel nog lopende zaken mee overgedragen. Dat houdt in dat de ILT dan handhaaft op de tekortkomingen uit zowel het Standaard als het EXTRA protocol. Dit vanwege de eenduidigheid richting eigenaar/exploitant. In die gevallen ondersteunt vanaf dat moment het drinkwaterbedrijf de Inspectie Leefomgeving en Transport bij de technische afhandeling, bij de inhoud van correspondentie en bij eventuele bezoeken aan eigenaren/exploitanten van de betreffende installaties. Als een eigenaar/exploitant bij herhaling weigert om de tekortkomingen bij een Standaardcontrole op te heffen, kan het drinkwaterbedrijf conform stap 25 uit het protocol Standaard in overleg treden met de ILT over de vervolgaanpak. Deze situaties komen echter sporadisch voor, doch een aanpak bij hardnekkige gevallen moet voorhanden zijn. Bij geconstateerde ernstige overtredingen kan het drinkwaterbedrijf de eigenaar afsluiten van het openbare net.
Pagina 19 van 44
Definitief | Inspectierichtlijn 2016 | 1 maart 2016
5
Uitvoering controles
Bij de uitvoering van de controles is het van belang om zoveel mogelijk een standaardwerkwijze te volgen en interpretatieverschillen tot een minimum te beperken. Hierdoor wordt de inspanning van de controleurs beperkt en worden eventuele discussies met de klant zoveel mogelijk voorkomen. Ook vormt het de basis voor gelijke aanpak van vergelijkbare gebreken, inclusief eventuele overdracht aan de Inspectie Leefomgeving en Transport, en voor eenduidige rapportages over de controletaak. Om de werkwijze te standaardiseren zijn diverse formulieren ontworpen. In de navolgende paragrafen zullen ze kort worden behandeld, onder verwijzing naar de betreffende bijlagen.
5.1
Controle-matrices Standaard en Extra (legionellapreventie)
In hoofdstuk 4 zijn de controleprotocollen voor respectievelijk Standaard en Extra (legionellapreventie) uitgeschreven. Daarin is onderscheid gemaakt naar vier beoordelingscategorieën, respectievelijk: geen gebreken, beperkt risico, verhoogd risico en sterk verhoogd risico. Essentieel voor het uitvoeren van de controletaak en voor het kunnen aanspreken op c.q. afdwingen van eventueel noodzakelijke verbeteracties, is een eenduidige beoordeling van de installatie: welke aspecten van de installatie worden beoordeeld en hoe wordt de beoordelingscategorie bepaald. In bijlage 6.4 zijn twee matrices opgenomen waarin beoordelingsaspecten en -categorieën tegen elkaar zijn uitgezet en per cel is aangeven wanneer een (sub)aspect in een bepaalde categorie “scoort”. De matrix ”Standaard” wordt bij alle installaties ingevuld; de matrix “Extra” daarnaast ook voor installaties in de legionelladoelgroepen (zie bijlage 6.3) De resultaten van de beoordeling van een installatie worden op de controlematrix c.q. de controlematrices omcirkeld en vormen input voor het afhandelen conform de controleprotocollen in hoofdstuk 4. De ingevulde controlematrices “Extra” vormen tevens de basis voor het invullen van de clusterrapportage-formulieren (zie bijlage 6.5).
5.2
Doelgroeprapportages
In het kader van de Interventiestrategie Legionellapreventie en de daaruit voortvloeiende clusterbenadering van prioritaire installaties is een clusterrapportageformulier ontwikkeld. Afgesproken is dat de drinkwaterbedrijven het formulier gebruiken om per cluster de resultaten van de controles aan de Inspectie Leefomgeving en Transport te melden. Zie bijlage 6.5. Basis voor het invullen van dit formulier vormen de ingevulde controlematrices “Extra” van de installaties uit het betreffende cluster prioritaire installaties (zie ook bijlage 6.3). Een cluster is een verzameling doelgroepen die in een bepaalde periode in het jaar worden gecontroleerd. Per doelgroep wordt jaarlijks een doelgroeprapportage opgesteld, bestaande uit de gezamenlijke resultaten van de drinkwaterbedrijven in het rapportagejaar, aangevuld met de trendgegevens uit de jaren daarvoor, vanaf 2009.
5.3
Jaarrapportages
De drinkwaterbedrijven leveren jaarlijks de gegevens aan van alle controles die op grond van artikel 24 Drinkwaterwet worden uitgevoerd. Om die afzonderlijke rapportages per drinkwaterbedrijf snel en eenduidig te kunnen samenvoegen is een formulier ontwikkeld. Zie bijlage 6.6.
Pagina 20 van 44
Definitief | Inspectierichtlijn 2016 | 1 maart 2016
5.4
Controle fysische- en elektrochemische technieken
In artikel 44 van het Drinkwaterbesluit wordt de volgorde van beheersmaatregelen beschreven. Deze bepaling is nieuw en legt de zogeheten “Ladder van VROM” vast. Bij toepassing van fysische technieken of elektrochemisch beheer is de eigenaar/exploitant verantwoordelijk voor het in acht nemen van de voorwaarden en voorschriften die aangeleverd zijn door de leverancier, die gecertificeerd is op basis van BRL K14010-1/2. Deze paragraaf is een handvat voor de controleur/inspecteur van de drinkwaterbedrijven en de ILT voor de beoordeling of een geplaatste alternatieve techniek voldoet aan de wettelijke verplichtingen. Wordt hier niet aan voldaan dan zal de overtreding opgeheven moeten worden. Is dit niet mogelijk dan mag van de toegepaste techniek geen gebruik gemaakt worden en dient de apparatuur uit de drinkwaterinstallatie verwijderd te worden. De Inspectie Leefomgeving en Transport handhaaft de overgedragen dossiers. De beheersvormen Thermisch, fysisch of fotochemisch beheer zijn technieken waarbij geen desinfectiemiddelen aan het water worden toegevoegd. Hieronder valt micro- en ultrafiltratie (point-of-use, point-of-entry), pasteurisatie, ultraviolet licht, Advanced Oxidation Technology (AOT). Bij Micro- en ultrafiltratie is sprake van filtering door een membraam. Bij pasteurisatie is sprake van verhitting van leidingwater tenminste 5 minuten op een temperatuur van minimaal 70 °C. Ultraviolet licht. Bij AOT wordt gebruik gemaakt van UV-licht in combinatie met titanium. Bij elektrochemisch beheer wordt een biocide aan het water toegevoegd. Hieronder valt koper/zilver-ionisatie en anodische oxidatie. Bij koper/zilver-ionisatie worden de koper- en zilverionen aan het water toegevoegd. Bij anodische oxidatie is sprake van het omzetten van in het water aanwezige stoffen in oxiderende en/of desinfecterende stoffen. Dit kan zonder dosering van keukenzout of met dosering van keukenzout en elektrodiafragmalyse. Drinkwaterbesluit In de wijziging van het Drinkwaterbesluit wordt vastgelegd dat per 1 juli 2014 het fysisch, fotochemisch en elektrochemisch beheer BRL K14010 gecertificeerd dienen te zijn. De technieken die vóór deze datum zijn geplaatst en op het moment van plaatsing nog niet gecertificeerd waren, moeten voorzien zijn van een ondertekende verklaring van de BRL K 14010 gecertificeerde leverancier (leveranciersverklaring). Dit mag indien het beheer uiterlijk op 3 september 2013 werd toegepast. In de leveranciersverklaring dient aangegeven te zijn dat het beheer gelijk is aan het gecertificeerde beheer. Aan de leveranciersverklaring zijn verder geen nadere voorschriften gesteld. Wettelijke grondslag hiervan is artikel 44 Drinkwaterbesluit. Stroomschema Het stroomschema op de volgende pagina geeft de wettelijke verplichtingen aan wanneer gebruik wordt gemaakt van een alternatieve techniek. De grondslag ligt in artikel 43 Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Wgb) en artikel 33, 35 en 44 Drinkwaterbesluit. Indien van meerdere beheerstechnieken in de drinkwaterinstallatie gebruik wordt gemaakt, dient voor alle afzonderlijke technieken het onderstaande stroomschema doorlopen te worden. Ook wanneer aangegeven wordt dat de techniek niet dient ter bestrijding van legionellapreventie, maar alleen aanwezig is voor de verbetering van de drinkwaterkwaliteit.
Pagina 21 van 44
Definitief | Inspectierichtlijn 2016 | 1 maart 2016
Bij aanwezigheid van een alternatieve techniek moet het stroomschema doorlopen worden. Zodra een afwijking van het stroomschema geconstateerd wordt, zal de locatie overgedragen worden aan de ILT en treedt de ILT handhavend op. De overtreding moet ongedaan gemaakt worden of de techniek moet uit de drinkwaterinstallatie verwijderd worden.
Pagina 22 van 44
Definitief | Inspectierichtlijn 2016 | 1 maart 2016
Toelichting bij het stroomschema * BRL K14010-certificaat vereist vanaf de datum dat deze door KIWA is verleend. Voor het moment van certificering moet de leveranciersverklaring aanwezig zijn. ** wekelijks spoelen kan achterwege blijven indien het water uit de betreffende tappunten wordt behandeld middels fysisch beheer waarbij de volgende voorschriften in acht worden genomen: 1. bij aanvang van het beheer is een reiniging en desinfectie uitgevoerd van de gehele aangesloten installatie; 2. de overbruggingsleiding dient gesloten en verzegeld te zijn, middels een afsluiter met aftapmogelijkheid of een daaraan gelijkwaardige methode; 3. het warm tapwater, gemeten op het einde van de retourleiding en eventuele deelringen gemeten op het verste punt, heeft een temperatuur van 50 °C of meer; 4. de in artikel 36 van het Drinkwaterbesluit genoemde maximaal toelaatbare hoeveelheid kolonie vormende eenheden legionellabacteriën niet wordt overschreden; 5. het beheer ononderbroken overeenkomstig BRL K14010-1 functioneert; en 6. tappunten van leidingen die langer dan een week niet gebruikt zijn voorafgaande aan ingebruikname worden gespoeld. Bij het spoelen wordt water getapt tot 10 seconden nadat een stabiele temperatuur is bereikt. *** in NEN 1006, artikel 4.4 onder h (van toepassing o.b.v. Bouwbesluit 2012):
De temperatuur aan het mengtoestel of aan het tappunt in een woninginstallatie zonder circulatie moet bij gebruik conform de ontwerpcondities ten minste 55 °C zijn; De temperatuur aan het mengtoestel of aan het tappunt in een woninginstallatie met circulatie en in een collectief leidingnet moet bij gebruik conform de ontwerpcondities ten minste 60 °C; Bij warmtapwatervoorzieningen en warmtapwaterinstallaties met circulatie moet de temperatuur van het water in de retourleiding(en) bij gebruik conform de ontwerpcondities ten minste 60 °C zijn.
Brieven van leveranciers waarin aangegeven wordt dat het ministerie van I&M toestemming heeft verleend voor het verlagen van de temperatuur zijn géén brieven met een toestemming voor een temperatuurverlaging. De gemeente kan alleen de gelijkwaardigheidsverklaring afgeven voor de verlaging van de temperatuur. In het geval dat bij een inspectie door de ILT waarbij een Bifipro koper-zilver ionisatie wordt aangetroffen en er sprake is van een afwijkend beheer zal de ILT het bevoegd gezag Bouwbesluit (lees: de gemeente) verzoeken per omgaande een uitspraak te doen over de gelijkwaardigheid. 5.5
Melden tekortkomingen “sterk verhoogd risico” bij controles ex artikel 24 Dwb
Om informatie voor de handhaving te verkrijgen bij overdracht van dossiers van het drinkwaterbedrijf naar de Inspectie Leefomgeving en Transport is een overdrachtsinstructie opgesteld. Zie bijlage 6.7. De ILT hanteert voor deze werkstroom het uniforme werkproces “melden”. Het drinkwaterbedrijf stuurt via het daarvoor beschikbare meldingenformulier het handhavingsverzoek naar de ILT. Na binnenkomst van de melding bij de ILT wordt een toezichtactie ingepland, waarbij de ILT bestuursrechtelijk- en/of strafrechtelijk kan handhaven. 5.6
Brieven aan de eigenaar/exploitant
De ingevulde controlematrices vormen input voor het afhandelen conform de controleprotocollen in hoofdstuk 4. In diverse stappen in de protocollen is sprake van het sturen van brieven aan de eigenaar/exploitant over constateringen, gewenste acties, vervolgstappen of afsluiten van de controle.
Pagina 23 van 44
Definitief | Inspectierichtlijn 2016 | 1 maart 2016
Om dergelijke correspondentie zoveel mogelijk te uniformeren ten aanzien van op te nemen kernpassages, zijn voor de respectievelijke brieven A t/m V voorbeelden beschreven. Zie bijlage 6.8.
Pagina 24 van 44
Definitief | Inspectierichtlijn 2016 | 1 maart 2016
6
BIJLAGEN
6.1
Begrippenlijst
Aërosol Uiterst fijne nevel van vaste of vloeibare deeltjes in de atmosfeer of in een ander gas met afmetingen van 1 micrometer tot 10 micrometer. Beheer Preventief- en correctief onderhoud door controles en, eventueel, bijstellende maatregelen. Beheer met betrekking tot legionellapreventie o Chemisch beheer: wijze van legionellapreventie, gebaseerd op het toevoegen van biociden aan drinkwater; o Elektrochemisch beheer:wijze van legionellapreventie, gebaseerd op het gebruik van elektroden om daardoor biociden in het drinkwater te vormen dan wel daaraan toe te voegen; o Fotochemisch beheer:wijze van legionellapreventie, gebaseerd op het gebruik van ultraviolet licht in combinatie met titaniumoxide om daardoor biociden in het drinkwater te vormen dan wel daaraan toe te voegen; o Fysisch beheer:wijze van legionellapreventie, gebaseerd op het gebruik van filters, pasteurisatie of door lagedruk-lampen opgewekt ultraviolet licht; o Thermisch beheer:wijze van legionellapreventie, gebaseerd op beheersing van de temperatuur van het drinkwater of het warm tapwater. Controles o Periodieke controle:een installatie, ingedeeld in de risicoklassen 3-5, zal periodiek bezocht worden door een controleur van het drinkwaterbedrijf. De maximale periode tussen twee periodieke controles hangt af van de indeling in risicoklasse; o Basiscontrole: dit is de eerste fase van de controle vanaf aankondiging tot aan de eerste hercontrole door de controleur van het drinkwaterbedrijf; o Hercontrole: onder de hercontrole wordt verstaan een extra controle, noodzakelijk omdat geconstateerde gebreken van de installatie of het beheer daarvan leiden tot verhoogd of sterk verhoogd risico. Eigenaar De juridisch eigenaar van een installatie, zoals vastgelegd in het Kadaster. Exploitant De gebruiker van een installatie. Ook wel huurder of beheerder genoemd. Installaties/leidingnet o Woninginstallatie:leidingen, fittingen en toestellen, aangesloten op het distributienet van een drinkwaterbedrijf of van een collectieve watervoorziening of van een collectief leidingnet en deel uitmakend van een woning; o Collectieve installatie:collectieve watervoorziening of collectief leidingnet. Collectief leidingnet Leidingen, fittingen en toestellen, tijdelijk, doch anders dan ten behoeve van bevoorrading, of permanent aangesloten op het distributienet van een drinkwaterbedrijf of van een collectieve watervoorziening, met behulp waarvan drinkwater aan derden ter beschikking wordt gesteld. Voorbeelden: o Het leidingnet van een appartementengebouw (flatgebouw) vanaf het leveringspunt tot de woninginstallatie; o Het leidingnet in kantoren, scholen, ziekenhuizen, hotels, etcetera; o Het leidingnet op kampeerterreinen etcetera;
Pagina 25 van 44
Definitief | Inspectierichtlijn 2016 | 1 maart 2016
o
Het leidingnet op en in industriële complexen, voor zover dit drinkwater bestemd is om te drinken, te koken, voedsel te bereiden of voor andere huishoudelijke doeleinden.
Collectieve watervoorziening o Landgebonden voorziening, niet zijnde een drinkwaterbedrijf, voor de winning of behandeling van water, dat met behulp van een leiding of distributienet als drinkwater ter beschikking wordt gesteld; Voorbeelden: o Eigen winning en/of ter beschikking stelling van drinkwater op een kampeerterrein; o Het opwarmen van door een drinkwaterbedrijf ter beschikking gesteld drinkwater, dat na die behandeling als warm tapwater ter beschikking wordt gesteld door een energiebedrijf; o Bereiding van warm tapwater in eigen beheer ten behoeve van meer dan één woning of meer dan één bedrijf; o Het opvoeren van de druk wordt niet als een behandeling beschouwd. o Voorziening voor de winning, behandeling of distributie van water dat als drinkwater ter beschikking wordt gesteld die aanwezig is op een mijnbouwinstallatie als bedoeld in artikel 1, onderdeel o, van de Mijnbouwwet, gelegen binnen het Nederlands territoir of het Nederlands deel van het continentale plat. Prioritaire installatie: Een collectieve watervoorziening of collectief leidingnet in een gebouw of instelling met een functie zoals omschreven in artikel 35 van het Drinkwaterbesluit. Collectieve waterinstallaties van prioritaire instellingen. De reikwijdte van de prioritaire instellingen is omschreven in artikel 35 Drinkwaterbesluit. Productcertificatie Borging van de kwaliteit van het eindproduct, de installatie, door toetsing van het eindproduct zelf aan vooraf vastgestelde criteria, bijvoorbeeld normen. Procescertificatie Borging van de kwaliteit van het eindproduct, de installatie, door toetsing van de beheerprocessen. Risico’s voor de volksgezondheid: o Beperkt risico:het betreft een risico waarbij contact wordt mogelijk geacht met vloeistof t/m vloeistofklasse 2 (vloeistofklasse 1 is drinkwater) en/of er ten aanzien van verplichtingen in het kader van legionellapreventie details ontbreken of incidenteel niet zijn uitgevoerd, gemeld of aan eisen voldoen. o Verhoogd risico:er wordt gesproken van verhoogd risico als contact met vloeistof van vloeistofklasse 3 mogelijk geacht wordt en/of er ten aanzien van verplichtingen in het kader van legionellapreventie documenten onvolledig of verouderd zijn of maatregelen/acties/meldingen deels niet zijn uitgevoerd/gedaan. o Sterk verhoogd risico:er wordt gesproken van een sterk verhoogd risico als contact met vloeistof van vloeistofklassen 4 of 5 mogelijk geacht wordt en/of er ten aanzien van verplichtingen in het kader van legionellapreventie documenten ontbreken of maatregelen/acties/meldingen niet zijn uitgevoerd/gedaan. Zie voor de exacte invulling van de risico’s de controlematrices in bijlage 6.4.
Pagina 26 van 44
Definitief | Inspectierichtlijn 2016 | 1 maart 2016
6.2
Overzicht van de normstelling voor de verplichtingen voor eigenaren/exploitanten
NEN 1006/Waterwerkbladen Deze voorschriften gelden voor alle installaties, zowel woninginstallaties, collectieve installaties als alle overige installaties die niet als woninginstallatie of collectieve installatie worden aangemerkt. De toepassing van deze voorschriften is terug te leiden naar Woningwet/Bouwbesluit (voor installaties die onderdeel zijn van gebouw), Drinkwaterwet/Drinkwaterbesluit (voor installaties die geen onderdeel zijn van gebouw) en de Aansluit- en leveringsvoorwaarden (voor installaties aangesloten op het net van een drinkwaterbedrijf). Aansluit- en leveringsvoorwaarden van het drinkwaterbedrijf Deze voorschriften gelden voor alle installaties, tenzij er geen aansluiting is op het distributienet van het drinkwaterbedrijf. De voorschriften maken onderdeel uit van de privaatrechtelijke overeenkomst tot levering van drinkwater tussen drinkwaterbedrijf en verbruiker. Omdat de aansluit- en leveringsvoorwaarden per drinkwaterbedrijf kunnen verschillen, wordt hier vanwege de eenvoud, uitgegaan van de door Vewin opgestelde Modellen voor aansluit- en leveringsvoorwaarden. Hieronder volgen de voor de controle meest relevante voorwaarden. Model-Aansluitvoorwaarden (Model Aansluitvoorwaarden Drinkwater) 1.3.2: recht drinkwaterbedrijf om levering te beëindigen, onder meer als controle niet kan worden uitgevoerd; 5.1.2: installaties moeten voldoen aan NEN 1006 en Waterwerkbladen; 5.3 : beheer van installaties; 6.1.1: drinkwaterbedrijf is bevoegd installatie te controleren; 6.1.4: drinkwaterbedrijf kan voor controle kosten in rekening brengen. Model-Leveringsvoorwaarden (Model Algemene Voorwaarden Drinkwater) 5.1: installatie moet voldoen aan aansluitvoorwaarden; 5.4: bevoegdheid drinkwaterbedrijf om installatie te onderzoeken; plicht eigenaar tot eventueel herstel; 9.1a: bevoegdheid drinkwaterbedrijf levering te onderbreken als installatie niet voldoet aan aansluitvoorwaarden; 19.2: verplichting aanvrager/verbruiker tot medewerking bij onder andere controle op de naleving van de voorwaarden, onder meer door het drinkwaterbedrijf toegang tot het perceel te verlenen, mede ten behoeve van de uitvoering van een van overheidswege op het bedrijf rustende verplichting; 19.4: indien aanvrager of verbruiker geen eigenaar is van het perceel staat hij ervoor in dat eigenaar akkoord gaat met alle handelingen noodzakelijk voor onder meer de levering. NB: de Aansluit- en leveringsvoorwaarden leggen verplichtingen op aan de verbruiker, terwijl de Drinkwaterwet/Drinkwaterbesluit zich richt op de eigenaar/exploitant van de installatie. Drinkwaterwet Artikel 21 Zorgplicht voor de kwaliteit van het drinkwater. Melding aan de toezicht houder bij normoverschrijding (betreft geen legionella) Artikel 22 Onderzoeksverplichting Artikel 24 Controleverplichting voor drinkwaterbedrijven Artikel 25 en 26 Verplichtingen voor collectieve watervoorzieningen Artikel 27 t/m 30 Verplichtingen voor collectieve leidingnetten Artikel 31 Verplichtingen voor woninginstallaties en overige installaties. Drinkwaterbesluit Artikel 12 Zorgplicht voor deugdelijk drinkwater met verwijzing naar artikel 21 Dww
Pagina 27 van 44
Definitief | Inspectierichtlijn 2016 | 1 maart 2016
Artikel 13 Kwaliteitseisen voor levering op het leverings-/tappunt. Met tabellen in bijlage A Artikel 14 Monsterneming en analyse Artikel 19 Zorgplicht ten aanzien van gebuikte materialen en chemicaliën Artikel 21 Aanleg conform NEN en herstel distributienet Artikel 22 Onderzoek en herstelmaatregelen bij niet voldoen aan kwaliteitseisen Artikel 23 Informeren toezichthouder indien sprake is van artikel 22 Dwb Artikel 24 en 25 Informeren consumenten indien niet voldaan wordt aan artikel 21 Dww Artikel 26 Bewaren en bekendmaken gegevens Artikel 27 Grondstof voor- en borging van warm tapwater Artikel 32 Verwijzing naar verplichtingen voor paalkampeerterreinen Artikel 35 Reikwijdte van installaties waarvoor specifieke verplichtingen gelden ten aanzien van Legionellapreventie Artikel 36 Kwaliteitseis legionellabacteriën Artikel 37 Legionella-risicoanalyse Artikel 38 Legionella-beheerplan Artikel 39 Terinzagelegging en wijziging van legionella-beheerplan Artikel 40 Uitvoeren van maatregelen uit beheerplan en bijhouden logboek Artikel 41 Informeren van inspecteur bij overschrijdingen en nemen van maatregelen Artikel 42 en 43 Wijze en frequentie van monstername Artikel 44 Volgorde van de te nemen beheersmaatregelen Drinkwaterregeling Artikel 9 Eisen aan degene die monstername en analyse doet (inclusief bijlage 2) Artikel 10 Meetprogramma en meetfrequentie (inclusief bijlage 3) Artikel 11 Plaats en tijdstip monstername en bewaring (inclusief bijlage 3) Artikel 12 Meting hoeveelheid en druk Artikel 13 Analysemethoden en prestatiekenmerken (inclusief bijlage 4) Artikel 14 Verstrekking kwaliteitsgegevens Artikel 15 Wijkwarmtapwatervoorzieningen Regeling Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6 Artikel 7 Artikel 8
legionellapreventie Onderzoek legionella door drinkwaterbedrijf (inclusief Bijlage 1) Aanwijzing soorten legionella Legionella-risicoanalyse (inclusief bijlage 2) Eisen aan degene die monstername en analyse doet Eisen aan de wijze van monstername en analyse Bepaling van het aantal meetpunten (inclusief bijlage 3)
De Regeling materialen en chemicaliën drink- en warm tapwatervoorziening Artikel 6-11 Onderzoek en eisen aan materialen en chemicaliën Artikel 12-17 Erkende kwaliteitsverklaring Artikel 18 Biociden Artikel 19 Tijdelijke kwaliteitsverklaring
Pagina 28 van 44
Definitief | Inspectierichtlijn 2016 | 1 maart 2016
6.3
Doelgroepen bij legionellapreventie.
Hoofdgroep
Omschrijving
SBI code
Kwetsbaarheid gebruikers3
Ziekenhuizen; Instellingen als bedoeld in artikel 1.2, onderdeel 1 van uitvoeringsbesluit WTZi (instellingen voor medisch specialistische zorg) Dwb; art. 35, lid 1 onder a
a.
Ziekenhuizen waar transplantaties worden uitgevoerd
86101
Hoog
b.
Ziekenhuizen waar patiënten liggen met chronische
86101
Hoog
longaandoeningen (COPD) c.
Ziekenhuizen met een afdeling hematologie of oncologie
86101
Hoog
d.
Ziekenhuizen waar patiënten met immuunstoornissen
86101
Hoog
verblijven e.
Algemene ziekenhuizen
86102
Hoog
f.
Categorale ziekenhuizen
86103
Hoog
Zorginstellingen die behoren
g.
Revalidatiecentra met overnachting
861031
Middelmatig
tot een bij ministeriële regeling
h.
Oncologische en radiotherapeutische instituten
862214
Middelmatig
aangewezen categorie.
i.
Verpleeghuizen
8710
Middelmatig
Dwb: art. 35, lid 1 onder b;
j.
Instellingen voor verstandelijk gehandicapten en
872001
Middelmatig
Regeling legionellapreventie, artikel 2
psychiatrische cliënten k.
Instellingen voor niet-verstandelijk gehandicapten
873011
Middelmatig
l.
Verzorgingshuizen
87302
Middelmatig
m.
Herstellingsoorden
879022
Middelmatig
n.
Geestelijke gezondheids- en verslavingszorg met
86104
Middelmatig
879021
Middelmatig
overnachting bestemd voor dak- en thuislozen of verslaafden o.
Maatschappelijke opvang voor volwassenen met verblijfsaccommodatie bestemd voor dak- en thuislozen of verslaafden
Logiesverblijven;
p.
Hotels, motels, hotel-restaurants
55101
Middelmatig
Samenhangend geheel van
q.
Pensions
55102
Middelmatig
gebouwen of gedeelte daarvan
r.
Conferentieoorden
55102
Middelmatig
met logiesfunctie cf art. 1.1,
s.
Bungalowparken
55201
Middelmatig
derde lid van Bouwbesluit 2003.
t.
Kamphuizen
55202
Middelmatig
Dwb; art. 35, lid 1 onder c 1o
u.
Jeugdherbergen
55202
Middelmatig
Logiesverblijven;
v.
Bed & Breakfast
55102
Middelmatig
Gebouwen met woonfunctie cf
w.
Vrienden op de fiets
55102
Middelmatig
x.
Asielzoekerscentra
879022
Middelmatig
Celcomplexen;
y.
TBS – klinieken, Forensisch Psychiatrische Centrums
84232
Middelmatig
Gebouwen met celfunctie cf art.
z.
Gevangenissen / huizen van bewaring
84232
Middelmatig
1.1, derde lid Bouwbesluit
aa.
Penitentiaire inrichtingen
84232
Middelmatig
2003.
bb. Inrichtingen voor justitiële jeugdbescherming
84232
Middelmatig
Dwb; art. 35, lid 1 onder e
cc.
84232
Middelmatig
84232
Middelmatig
art. 1.1, derde lid van Bouwbesluit 2003, waar bedrijfsmatig nachtverblijf wordt verleend aan meer dan 5 personen. Dwb; art. 35, lid 1 onder c 2o Asielzoekerscentra; Opvangcentrum art. 1 Wet coa. Dwb; art. 35, lid 1 onder d
Inrichtingen voor insluiting van drugskoeriers
dd. Cellen bij politie / Koninklijke Marechaussee 3
Bij hoge kwetsbaarheid van gebruikers legionellapreventie toepassen ongeacht wel of geen aërosolvormende tappunten. Bij middelmatige kwetsbaarheid legionellapreventie toepassen bij aërosolvorming. Als de kwetsbaarheid van gebruikers laag is, geen legionellapreventie toepassen op dit moment.
Pagina 29 van 44
Definitief | Inspectierichtlijn 2016 | 1 maart 2016
Badinrichtingen;
ee.
Zwembaden
Badinrichtingen cf art. 1 van de
ff.
Sauna’s
93111
Middelmatig
9604
Whvbz
Middelmatig
gg. Badhuizen
9604
Middelmatig
Dwb; art. 35, lid 1 onder f
hh. Massagesalons
9604
Middelmatig
Campings;
ii. Kampeerterreinen en voorzieningen voor recreatief verblijf
5530
Middelmatig
Terreinen bestemd voor
jj.
Kampeerboerderijen, SVR-campings, VeKaBo-campings
55202
Middelmatig
recreatief nachtverblijf.
kk.
Campererven
55202
Middelmatig
ll.
Jachthavens
93291
Middelmatig
Dwb; art. 35, lid 1 onder g
Jachthavens; Haven voor het afgemeerd houden van pleziervaartuigen. Dwb; art. 35, lid 1 onder h Truckstops, benzinestations,
mm. Wegrestaurants
Middelmatig
wegrestaurants met
nn. Benzinestations / truckstops
Middelmatig
douchefaciliteiten Dwb; art. 35, lid 1 onder i
Voor een nadere uitleg van de reikwijdte van artikel 35 Drinkwaterbesluit is een notitie “Inspectiestandpunten Legionellapreventie” opgesteld (zie www.infodwi.nl).
Pagina 30 van 44
Definitief | Inspectierichtlijn 2016 | 1 maart 2016
6.4
Voorbeeld controlematrices Standaard en Extra (Legionellapreventie)
In dit hoofdstuk is een voorbeeld gegeven van de matrices die moeten worden ingevuld na elke controle. Op pagina 31 betreft het de algemene gegevens. Het betreft algemene gegevens van de drinkwaterinstallatie, zoals de gegevens van de eigenaar, de instelling, etcetera. Vervolgens zijn voorbeelden gegeven van de twee controle-matrices voor het algemene deel van de controle (standaard, pakketten Algemeen, A, B en D; deel 1 van 2 (op 1 pagina)) en voor het bijzondere deel van de controle dat ziet op legionellapreventie (EXTRA, pakket C, deel 2 van 2 (op 2 pagina’s). In de praktijk is het formulier weergegeven op twee A4 formulieren. Vanwege de lay out van dit rapport, is het formulier voor de controle over vier pagina’s afgebeeld. In de praktijk bezit de controleur dus een document met twee bladzijdes. Geadviseerd wordt altijd dat document te gebruiken.
Beoordeling van de installatie, de inventarisatie en het beheer deel 1/2
Controle Matrix Standaard Versie: 01032016
Het resultaat van de controle mag niet afwijken van de inhoud van deze matrix Algemeen Bij melden aan Inspectie Leefomgeving en Transport, deze matrix ingevuld bijvoegen Beheerpakket A Beheerpakket Bedrijfsnaam gebruiker: D Straat : Nr:
Postcode :
Plaats: Contactpersoon:
Functie:
Telefoonnummer:
Fax :
e-mail: SBI–code:
SBI omschrijving:
Beheerverplichting:
J/N
Mobiel nr. controleur
06-
(1
Risicoklasse 1 2 3 4 5 Beheerpakket: A C D
(1
(1
Naam controleur:
Drinkwaterbedrijf:
Datum controle:
Datum vorige controle:
Adviesbureau RA/BP:
Uitzondering stap 10 protocol EXTRA toegepast: J / N (1
Opmaakdatum RA/BP:
Alternatieve techniek aanwezig: J/N
(1
Pagina 31 van 44
Definitief | Inspectierichtlijn 2016 | 1 maart 2016
Beoordeling aspecten
Waterkwaliteit (WK) Let extra op bij:
- Wetgeving - Norm - Werkbladen
NEN1006: 1.4.1, 2.1.2, 3.1.4, 3.1.8; WB 1.4G: 10.2,
Koudwaterringleidingen (KWR) Aangesloten toestellen + benodigde beveiligingen (TB) Drinkwaterreservoirs (RES)
Beperkt risico(5 Van toepassing als een onderstaand item: niet in beeld is gebracht niet is uitgevoerd / aangepast niet voldoet aan de eisen(2 geldt: Omcirkel nr, indien risico 1) 2) 3) 4)
Ongewenste opwarming Onvoldoende verversing Onvoldoende beheer Onjuist ingeregeld
1)
Toestelbeveiliging(en) t/m vloeistofkl.2 ontbreken Geen / onjuiste controle toestelbeveiliging(en) t/m vloeistofkl.3
Materialen (M)
Beheerpakket A (BPA)
Eindoordeel:
OK (1 (2
BR
NEN1006: 3.8 WB 1.4G: 4
2)
WB 3.8
NEN1006: 4.1 WB 1.4G: 8, 17
NEN1006: 4.3.2, 4.3.4c
1) 2) 1) 2)
WB 1.4G: 6, 17
Toestelbeveiliging(en) vloeistofkl.3 1) ontbreken Geen / onjuiste controle toestelbeveiliging(en) vloeistofkl.4 / 5;
Toestelbeveiliging(en) vloeistofkl.4 / 5 ontbreken
Geen onderhoud volgens WB 1) 1.4G 2) Toevoer reservoir, kans op waterslag
Er wordt niet voldaan aan WB 4.1 Meetprog. ontbreekt volgens WB 1.4G
1) 2)
Overloop fout Beluchting fout
Geen controle lage 1) drukbeveiliging Schakelvaten voldoen niet aan hygiëne eisen, waardoor stilstaand water achterblijft
Lage drukbeveiliging werkt niet /ontbreekt
1)
Kunststof leidingen aanwezig in mogelijk verontreinigde grond
1)
Electro chemische, of chemische techniek(en) aanwezig tbv behandeling water voor consumptief gebruik. Melden aan Inspectie (4 leefomgeving en Transport Bij fysisch beheer geen certificaat of leveranciersverklaring
2)
Onjuiste temperaturen Onjuist ingeregeld Onvoldoende onderhoud / beheer
WB 2.2, 3.5.1
1)
Loden leidingen aanwezig
1)
Gegalvaniseerde / verzinkt stalen leidingen aanwezig
WB 1.4G
1)
Tekeningen of schema’s onvolledig Geen controle op voldoende doorstroming / verversing van essentiële leidingdelen Controlelijst onvoldoende bijgehouden
1)
Lijst toestellen + beveiligingen, onvolledig Onvoldoende controle toestelbeveiligingen Logboek onvoldoende bijgehouden
2)
2) 3)
1)
WB 1.4G
2)
Meetprogramma(‘s) Drinkwaterregeling, onvolledig toegepast en/of uitgevoerd. Geen actie op afwijking bij resultaten bemonstering.
2)
Beperkt risico: J / N
(1
Verhoogd risico: J / N
(1
Sterk verhoogd risico: J / N (1
SVR
Omcirkel juiste situatie Eisen, zie Waterwerkbladen
(3
1)
1) 2) 3)
NEN 1006: 4.4
(1,3
VR
Omcirkel nr, indien risico
3, 5.1
3)
Beheerpakket D of Waterbehandeli ng (BPD)
Van toepassing als een onderstaand item: geldt:
WB 2.5: 5; WB 3.1:
WB 4.3
Componenten warmwaterbereiding + distributie (CWB)
Van toepassing als een onderstaand item: niet in beeld is gebracht niet is uitgevoerd / aangepast niet voldoet aan de eisen(2 geldt: Omcirkel nr, indien risico
Sterk verhoogd risico(5
10.3, 17
WB 4.1: 2-4, 7
Drukverhoging installatie (HYD)
Verhoogd risico(5
(4 (5
Alleen bij “niet-prioritaire” instellingen Consequenties risico’s, zie procedure “Standaard”
Het hoogste aanwezige risico bepaalt eindoordeel
Pagina 32 van 44
Definitief | Inspectierichtlijn 2016 | 1 maart 2016
Beoordeling van de inventarisatie, de installatie en het beheer deel 2/2
Controle Matrix Extra Versie: 01032016
-
Beheerpakket C
Beoordeling aspecten
Het resultaat van de controle mag niet afwijken van de inhoud van deze matrix Bij melden aan Inspectie Leefomgeving en Transport, deze matrix ingevuld bijvoegen
Beperkt risico(6
- Wet-
Van toepassing als een item:
geving niet in beeld is gebracht
niet is uitgevoerd / aangepast - Norm niet voldoet aan de eisen(2 geldt:
Verhoogd risico(6 Van toepassing als een onderstaand item: niet in beeld is gebracht niet is uitgevoerd / aangepast niet voldoet aan de eisen(2 geldt:
Van toepassing als een onderstaand item: geldt:
Omcirkel nr, indien risico
Omcirkel nr, indien risico
Omcirkel nr, indien risico
Werk-
Sterk verhoogd risico(6
bladen Risicoanalyse (RA)
Warmwater bereiding / leidingnet Circulatie systemen / deelringen Lengte mengwaterleidingen Temperatuur tappunten Aerosolvormende tappunten Hotspots, ongewenst opwarming Onvoldoende verversing Dode leidingdelen Brandslanghaspels verzegeling + EA Tappunten inventarisatielijst (meetfreq.) 11) Niet gecertificeerd adviesbureau heeft RA opgesteld na 1 juli 2011 12) Risicoanalyse is niet actueel
1) 2)
Risicoanalyse afwezig 5 of meer “Verhoogd Risico” items aanwezig
BRL 6010
1) 2) 3) 4) 5) 6) 7) 8) 9) 10)
Dwb: 40.1,
1) 2)
Dode leidingdelen Brandslanghaspels verzegeling + EA
1)
2 “Verhoogd Risico” items aanwezig
1)
Overzicht verantwoordelijkheden / bevoegdheden Wekelijks spoelen Controle temperaturen (≤25oC/ ≥60oC) Jaarlijkse controle verzegelingen Halfjaarlijks bemonstering(4 Controle keerkleppen conform WB 1.4G (tbv segmenteren, brandslanghaspels) (7 Niet gecertificeerd adviesbureau heeft BP opgesteld na 1 juli 2011 Beheersplan is niet actueel
1) 2)
Beheerplan afwezig 3 of meer “Verhoogd Risico” items aanwezig
Overzicht verantwoordelijkheden / bevoegdheden Controle temperaturen (≥50o C.) Jaarlijkse controle verzegelingen Halfjaarlijkse bemonstering Controle keerkleppen conform WB 1.4G Aanvullend monsterprogramma (tabel IIId Drinkwaterregeling)
1) 2)
Beheerplan afwezig BRL certificaat en/of leveranciersverklaring afwezig 3 of meer "Verhoogd Risico" items aanwezig Onderhoudsbypass open, niet bij service, of geen verzegeling in gesloten toestand. Beheersconcept techniek niet geïmplementeerd
1)
BRL certificaat en/of leveranciersverklaring afwezig
1)
Beheer niet uitgevoerd of geen opvolging vervangingstermijn
1)
1) Overzicht verantwoordelijkheden / 2) bevoegdheden Controle temperaturen (≤25oC/≥60o C)
Beheerplan afwezig BRL certificaat en/of leveranciersverklaring afwezig Onderbouwing ontbreekt 3 of meer "Verhoogd Risico" items aanwezig Beheersconcept techniek niet geïmplementeerd
Dwb: 37
1)
Rlp: 5 en bijlage 2,
Beheerplan Eenmalige Technische Maatregelen Beheerplan (BPT) Thermisch beheer
Tekeningen/ schematisch overzicht/ beschrijving van drinkwater en warm water installatie
BRL 6010
Dwb: 38,
1)
BRL 6010
2)
Jaarlijks onderhoud warmwater bereiding / leidingnet Jaarlijks kalibratie temperatuuropnemers
2) 3) 4) 5) 6) 7) 8)
Beheerplan (BPF) Fysisch beheer
Dwb: 38, 44 Dwr: 10 Dwr, bijl.3, tabel IIId, BRL14010-1
Fysisch beheer (Point of Use) Beheerplan (BPE) Elektrochemisch beheer
1) 2) 3) 4)
Jaarlijks onderhoud warmwater bereiding / leidingnet Jaarlijks kalibratie temperatuuropnemers Nulmeting niet uitgevoerd Na falen niet gedesinfecteerd en/of geen nulmeting
BRL 14010-
1) 2) 3) 4) 5) 6)
3) 4) 5)
1 Dwb:38, 44
1)
Dwr : 10 Rlp: 9 Dwr, bijl.3, tabel IIId,
2) 3)
Jaarlijks onderhoud warmwater bereiding / leidingnet Jaarlijks kalibratie temperatuuropnemers Niet gemeld aan ILT
2) 3) 4) 5)
BRL 140102
6) 7)
(8
Jaarlijkse controle verzegelingen Halfjaarlijkse bemonstering Controle keerkleppen conform WB 1.4G(7 Aanvullend monsterprogramma (tabel IIId Drinkwaterregeling) Wekelijks spoelen / verversen(8
3) 4) 5)
Pagina 33 van 44
Definitief | Inspectierichtlijn 2016 | 1 maart 2016
Beheerplan (BPC) Chemisch beheer
1)
Dwb:38, 44
(4 (5
Dwr : 10 Rlp: 9
Logboek (LB)
Dwb: 40.2,
1)
40.3
2)
Bemonsterin g en Analyse (BA)
M o n s
Besmettinge n (BES)
t
Bij aanwezigheid, melden aan Inspectie leefomgeving en Transport
Jaarlijks onderhoud 1) warmwater bereiding / leidingnet niet uitgevoerd Geen kalibratie temperatuuropnemers 2)
1) Controle van keerkleppen niet 2) uitgevoerd (tbv segmenteren, brandslanghaspels) 3)
1) 2) 3)
Aantal genomen monsters te laag(4 1) Monsterneming op niet kritische plaats 2) Geen geaccrediteerde monsterneming en./of analyse
Dwb: 43 Rlp: 6, 7, 8+ bijlage 1
(7
Controle verzegelingen niet uitgevoerd
4) 5)
1)
Dwb: 41.3
2)
Logboek afwezig Spoelen niet uitgevoerd Temperaturen niet gemeten Geen actie op afwijking temp. Geen actie bij afwijking beveiliging
Geen monster(s) genomen Over periode tot één jaar terug, te lage monstername-frequentie toegepast(4 Over periode tot één jaar terug, één of meerdere besmettingen niet gemeld Geen herstelmaatregelen
e r s
Eindoordeel:
OK
BR
(1 (3
VR
Beperkt risico: J / N
(1
Verhoogd risico: J / N
(1
Sterk verhoogd risico: J / N
(1
SVR
Opmerkingen voor ILT
Omschrijving:
(1 (2
Omcirkel juiste situatie Eisen, zie Waterwerkbladen
(3 (4
Het hoogste aanwezige risico bepaalt eindoordeel Kan geen afwijkende afspraak met Inspectie Leefomgeving en Transport overleggen
(5
Installatie wel op thermisch beheer controleren Consequenties risico’s, zie procedure “Extra” EA’s in verband met legionellapreventie (8 Er gelden uitzonderingen voor spoelen&watertemperatuur bij bepaalde leveranciers, waaronder op basis van een gelijkwaardigheidsverklaring (6 (7
Pagina 34 van 44
Definitief | Inspectierichtlijn 2016 | 1 maart 2016
Pagina 35 van 44
Definitief | Inspectierichtlijn 2016 | 1 maart 2016
Pagina 36 van 44
Definitief | Inspectierichtlijn 2016 | 1 maart 2016
6.5
Formulier voor de doelgroeprapportage
Pagina 37 van 44
Definitief | Inspectierichtlijn 2016 | 1 maart 2016
6.6
Formulier jaarrapportage
Pagina 38 van 44
Definitief | Inspectierichtlijn 2016 | 1 maart 2016
6.7
Benodigde gegevens voor een melding aan de ILT
In de Inspectierichtlijn zijn kaders opgenomen voor het uitvoeren van de controles ex artikel 24 Dwb. Als het resultaat van een controle een “sterk verhoogd risico” inhoudt voor de groei van legionellabacteriën, dan wordt het dossier van de betreffende instelling overdragen aan de Inspectie Leefomgeving en Transport voor handhaving. In de nieuwe werkwijze van de ILT heet dit het melden van een collectieve installatie. Naar aanleiding van de melding start de ILT met toezicht. Wilt u een melding doen? Dan gaat u als volgt te werk (de nummers in de tekst corresponderen met de nummer is de afbeeldingen; de afbeeldingen geven detailinformatie die niet in deze richtlijn zijn opgenomen. De drinkwaterbedrijven beschikken over een instructie waarin de gehele werkwijze is opgenomen). Ga naar www.ilent.nl en klik op de contactpagina (1). Hier heeft u de mogelijk om een melding in te dienen (2). Kies rubriek Legionella en soort Controle collectieve Installatie (3) en druk op verder (4). Geef aan of het een nieuwe melding (overdracht) of een vervolgmelding (opsturen van aanvullende gegevens) betreft (5). Vul uw e-mailadres in (6), druk op verzenden (7). U ontvangt een e-mail met een instructie hoe verder te handelen. Open de e-mail die u heeft ontvangen en klik op de link in dit bericht (8) en open het pdfmeldformulier (9). Vul het formulier volledig in (10); vul bij punt 1 de naam in van het drinkwaterbedrijf waarvoor u werkt en uw contactgegevens, bij punt 2 vult u de gegevens van de locatie van overdracht toe, de soort locatie en het clusternummer en geef bij punt 3 aan welke bijlagen u toevoegt. Alle vragen moeten worden beantwoord, anders wordt het formulier niet in behandeling genomen. Sla het ingevulde formulier op, en geef het een voor u herkenbare naam (11). Kies 'e-mail beantwoorden' (reply), zodat automatisch het juiste adres wordt gekozen en het nummer van de melding zichtbaar is. Voeg het ingevulde en opgeslagen formulier als bijlage bij (12). Een aanvullende tekst van u is niet nodig. Kies verzenden (13). Als u deze stappen volgt, dan heeft u het meldformulier correct ingediend.
Pagina 39 van 44
Definitief | Inspectierichtlijn 2016 | 1 maart 2016
6.8
Modeltekstblokken voor brieven aan de eigenaar / exploitant
Stap
Brief
Tekst controleprotocol STANDAARD
Aanbevolen boodschap in brief
2
A
De eigenaar/exploitant wordt schriftelijk geïnformeerd over de uit te voeren basiscontrole (brief A).
Brief 1 → aankondiging bezoek 1: 1. Wie zijn wij; 2. Waarom komen we deze controle / inspectie uitvoeren; 3. Hoe kan de klant zich voorbereiden op deze controle, verwijzen naar diverse websites / bijlage, etc.; 4. Wat is het vervolg, gevolg (afhankelijk van uitkomst); 5. Wanneer wordt de controle uitgevoerd; 6. Tot wie kan klant zich wenden bij vragen;
5
B
Ten aanzien van installatie / beheer worden op het eerste gezicht geen gebreken geconstateerd. Het is niet waarschijnlijk dat de installatie / het beheer risico voor het net of voor het gebruik door derden oplevert. De eigenaar/exploitant ontvangt een brief (brief B) waaruit blijkt dat, voor zover de beoordeling heeft plaatsgevonden, er geen reden is om aan te nemen dat de installatie niet voldoet aan NEN 1006 en/of Waterwerkbladen en/of Aansluitvoorwaarden (de eigenaar/exploitant blijft verantwoordelijk).
Na bezoek 1 → Brief 2 → rapportage geen gebreken: 1. Refereren aan 1ste bezoek; 2. Opsommen waarnemingen; 3. Melding volgende controle over 3,6,9, jaar; 4. Deze brief ontslaat u niet van uw zorgplicht; 5. Tot wie kan klant zich wenden bij vragen; 6. Verwijzing naar de diverse websites;
7
C
Het betreft gebreken die geen gevaar voor de menselijke gezondheid opleveren en dan ook slechts een beperkt risico opleveren voor het net of gebruik door consumenten of andere afnemers. De eigenaar/exploitant ontvangt een brief (brief C) waaruit blijkt dat de installatie niet voldoet aan NEN 1006 en/of Waterwerkbladen en/of Aansluitvoorwaarden en wordt verzocht er voor zorg te dragen dat dit in orde gemaakt wordt. Er wordt geen termijn gegeven, maar wel gecommuniceerd dat de controle periodiek is.
Na bezoek 1 → Brief 2 → rapportage beperkt risico aanwezig: 1. Refereren aan 1ste bezoek; 2. Opsommen waarnemingen beperkte risico’s; 3. Constatering* en gevolg**; 4. Melding volgende controle over 3,6,9, jaar; 5. Deze brief ontslaat u niet van uw zorgplicht ; 6. Tot wie kan klant zich wenden bij vragen; 7. Verwijzen naar de diverse websites;
9
D
Het betreft een verhoogd risico. De eigenaar/exploitant ontvangt een brief (brief D) waaruit blijkt dat de installatie niet voldoet aan NEN 1006 en/of Waterwerkbladen en/of Aansluitvoorwaarden en wordt verzocht er voor zorg te dragen dat dit binnen 2 maanden in orde gemaakt wordt en na uitvoering hiervan melding te maken bij het waterleidingbedrijf bijvoorbeeld d.m.v. een meegestuurde gereedmeldingskaart.
Na bezoek 1 → Brief 2 → rapportage verhoogd risico aanwezig: 1. Refereren aan 1ste bezoek; 2. Opsommen waarnemingen verhoogde en/of beperkte risico’s; 3. Constatering* en gevolg**; 4. Termijn voor opheffen gebreken; 5. Consequenties*** bij niet opheffen gebreken; 6. Datum hercontrole, of vraag om gereedmelding; 7. Tot wie kan klant zich wenden bij vragen; 8. Verwijzen naar de diverse websites;
10
E
De eigenaar/exploitant wordt ter plekke gesommeerd de benodigde aanpassing(en) binnen 1 maand uit te voeren; dit wordt in een brief (brief E) bevestigd. Sterk verhoogd risico aanwezig.
Na bezoek 1 → Brief 2 → rapportage sterk verhoogd risico aanwezig: 1. Refereren aan 1ste bezoek; 2. Opsommen waarnemingen sterk verhoogde en/of verhoogde en/of beperkte risico’s; 3. Constatering* en gevolg**; 4. Termijn voor opheffen gebreken; 5. Consequenties*** bij niet opheffen gebreken; 6. Datum hercontrole; 7. Tot wie kan klant zich wenden bij vragen; 8. Verwijzen naar de diverse websites;
Pagina 40 van 44
Definitief | Inspectierichtlijn 2016 | 1 maart 2016
14
F
Als wordt besloten geen hercontrole uit te voeren ontvangt de eigenaar/exploitant een brief (brief F) waaruit blijkt dat, op grond van de door hem gemelde aanpassingen, er geen reden is om aan te nemen dat de installatie niet voldoet aan NEN 1006 en/of Waterwerkbladen en/of Aansluitvoorwaarden (de eigenaar/exploitant blijft verantwoordelijk). Verhoogd risico afgedaan.
Na bezoek 1 → Brief 3 → rapportage verhoogd risico afgedaan: 1. Refereren aan 1ste bezoek en 2de brief; 2. Opsommen waarnemingen verhoogde en/of beperkte risico’s; 3. Constatering* en gevolg**; 4. Risico afgedaan; 5. Melding volgende controle over 3/6, jaar; 6. Deze brief ontslaat u niet van uw zorgplicht; 7. Tot wie kan klant zich wenden bij vragen; 8. Verwijzen naar de diverse websites;
17
G
Als bij de 1e hercontrole blijkt dat de installatie / het beheer geen gebreken vertoont ontvangt de eigenaar/exploitant een brief (brief G) waaruit blijkt dat, voorzover de beoordeling heeft plaatsgevonden, er geen reden is om aan te nemen dat de installatie niet voldoet aan NEN 1006 en/of Waterwerkbladen en/of Aansluitvoorwaarden (eigenaar/exploitant blijft verantwoordelijk). Sterk verhoogd risico afgedaan.
Na bezoek 2 → Brief 3 → rapportage sterk verhoogd risico afgedaan: 1. Refereren aan 1ste + 2de bezoek en 2de brief; 2. Opsommen waarnemingen verhoogde en/of beperkte risico’s; 3. Constatering* en gevolg**; 4. Risico afgedaan; 5. Melding volgende controle over 3/6 jaar; 6. Deze brief ontslaat u niet van uw zorgplicht; 7. Tot wie kan klant zich wenden bij vragen; 8. Verwijzen naar de diverse websites;
19
H
Als bij de 1e hercontrole blijkt dat de installatie / het beheer geen gebreken vertoont ontvangt de eigenaar/exploitant een brief (brief H) waaruit blijkt dat, voorzover de beoordeling heeft plaatsgevonden, er geen reden is om aan te nemen dat de installatie niet voldoet aan NEN 1006 en/of Waterwerkbladen en/of Aansluitvoorwaarden (eigenaar/exploitant blijft verantwoordelijk). Verhoogd risico afgedaan.
Na bezoek 2 → Brief 3 → rapportage verhoogd risico afgedaan: 1. Refereren aan 1ste + 2de bezoek en 2de brief; 2. Opsommen waarnemingen verhoogde en/of beperkte risico’s; 3. Constatering* en gevolg**; 4. Risico afgedaan; 5. Deze brief ontslaat u niet van uw zorgplicht; 6. Tot wie kan klant zich wenden bij vragen; 7. Verwijzen naar de diverse websites;
20
I
Als bij 1e hercontrole blijkt dat de installatie / het beheer (nog) gebreken vertoont ontvangt de eigenaar/exploitant een brief (brief I) waaruit blijkt dat de installatie nog steeds niet voldoet aan NEN 1006 en/of Waterwerkbladen en/of Aansluitvoorwaarden en wordt verzocht er voor zorg te dragen dat dit binnen 1 maand in orde gemaakt wordt en na uitvoering hiervan melding te maken bij het drinkwaterbedrijf, bijvoorbeeld d.m.v. een meegestuurde gereedmeldingskaart. Verhoogd risico aanwezig.
Na bezoek 2 → Brief 3 → rapportage verhoogd risico aanwezig: 1. Refereren aan 1ste + 2de bezoek 2de brief; 2. Opsommen waarnemingen verhoogde en/of beperkte risico’s 3. Constatering* en gevolg** 4. Termijn voor opheffen gebreken; 5. Consequenties*** bij niet opheffen gebreken; 6. Datum hercontrole; 7. Tot wie kan klant zich wenden bij vragen; 8. Verwijzen naar de diverse websites;
24
J
Als bij de 2e hercontrole blijkt dat de installatie / het beheer geen gebreken vertoont ontvangt de eigenaar/exploitant een brief (brief J) waaruit blijkt dat, voorzover de beoordeling heeft plaatsgevonden, er geen reden is om aan te nemen dat de installatie niet voldoet aan NEN 1006 en/of Waterwerkbladen en/of Aansluitvoorwaarden (eigenaar/exploitant blijft verantwoordelijk). De kosten van beide hercontroles kunnen worden doorberekend. Verhoogd risico afegdaan.
Na bezoek 3 → Brief 4 → rapportage verhoogd risico afgedaan: 1. Refereren aan 1ste + 2de + 3de bezoek en 2de + 3de brief; 2. Opsommen waarnemingen verhoogde en/of beperkte risico’s; 3. Constatering* en gevolg** 4. Risico afgedaan; 5. Melding volgende controle over 3/6, jaar; 6. Deze brief ontslaat u niet van uw zorgplicht; 7. Evt. kosten in rekening brengen; 8. Tot wie kan klant zich wenden bij vragen; 9. Verwijzen naar de diverse websites;
Pagina 41 van 44
Definitief | Inspectierichtlijn 2016 | 1 maart 2016
25
K
Als bij 2e hercontrole blijkt dat de installatie / het beheer (nog) gebreken vertoont, treden drinkwaterbedrijf en Inspectie Leefomgeving en Transport in overleg over een passend vervolg en wordt de eigenaar/exploitant schriftelijk geïnformeerd over de uitkomst van dat overleg (brief K). De kosten van beide hercontroles kunnen worden doorberekend. Verhoogd risico aanwezig.
Brief L is niet meer van toepassing**** 29 M Als de installatie niet verantwoord ‘verantwoord afkoppelbaar” is, wordt het dossier aan Inspectie Leefomgeving en Transport ter handhaving overgedragen aan de hand van een overdrachtsformulier. De eigenaar/exploitant ontvangt een brief (brief M) waaruit blijkt dat de installatie / het beheer nog steeds gebreken vertoont, dat hiermee niet aan NEN 1006 en/of Waterwerkbladen en/of Aansluitvoorwaarden wordt voldaan en Inspectie Leefomgeving en Transport de behandeling overneemt. De kosten van beide hercontroles kunnen worden doorberekend. Sterk verhoogd risico aanwezig. 30 N Is de installatie “verantwoord afkoppelbaar” wordt dit ter informatie aan de Inspectie Leefomgeving en Transport gemeld, wordt de installatie losgekoppeld en wordt een en ander schriftelijk aan de eigenaar/exploitant bevestigd (brief N), waarbij wordt aangegeven op welke wijze heraansluiting kan plaatsvinden. De kosten van de hercontrole en af-/heraansluiten kunnen worden doorberekend. Sterk verhoogd risico aanwezig.
Na bezoek 3 → Brief 4 → rapportage verhoogd risico aanwezig: 1. Refereren aan 1ste + 2de + 3de bezoek en 2de + 3de brief; 2. Opsommen waarnemingen verhoogde en/of beperkte risico’s; 3. Constatering* en gevolg** 4. Afsluitprocedure opstarten en informeren Inspectie Leefomgeving en Transport 5. Deze brief ontslaat u niet van uw zorgplicht; 6. Evt kosten in rekening brengen; 7. Tot wie kan klant zich wenden bij vragen; 8. Verwijzen naar de diverse websites;
Na bezoek 2 → Brief 3 → rapportage sterk verhoogd risico aanwezig: 1. Refereren aan 1ste + 2de bezoek en 2de + 3de brief; 2. Opsommen waarnemingen;sterk verhoogde en/of verhoogde en/of beperkte risico’s; 3. Constatering* en gevolg** 4. Overdracht dossier Inspectie Leefomgeving en Transport ter handhaving 5. Deze brief ontslaat u niet van uw zorgplicht; 6. Evt. kosten in rekening brengen; 7. Tot wie kan klant zich wenden bij vragen; 8. Verwijzen naar de diverse websites; Na bezoek 2 → Brief 3 → rapportage sterk verhoogd risico aanwezig: 1. Refereren aan 1ste + 2de bezoek en 2de + 3de brief; 2. Opsommen waarnemingen sterk verhoogde en/of verhoogde en/of beperkte risico’s; 3. Constatering* en gevolg** 4. Afsluit procedure opstarten en informeren Inspectie Leefomgeving en Transport 5. Deze brief ontslaat u niet van uw zorgplicht; 6. Evt. kosten in rekening brengen; 7. Tot wie kan klant zich wenden bij vragen; 8. Verwijzen naar de diverse websites;
Opmerkingen:
*) Opsomming gebreken met aantekening: openstaand of gereed **) Afhankelijk van het risico kan het gevolg o.a. zijn: ● kwaliteitachteruitgang ● gevaar voor de volksgezondheid ***) Afhankelijk van het gebrek, kan de consequentie zijn bij niet tijdig opheffen: ● handhaving ILT ● afsluiten ● kosten (herinspectie / afsluiten) ****) Brief L is niet meer van toepassingen Briefkleuren geven status / risico aan, gelijke kleuren betekent gelijksoortige brief.
Brief soort:
Aankondigingsbrief
Inhoud:
Wie, wat, waar, waarom,waneer, hoe
Brief letter:
A
Eind rapportage brief Geen of beperkt risico
Rapportage brief
B+C
D+I+K
Verhoogd risico aanwezig
Eind rapportage brief Verhoogd risico afgedaan F+H+J
Rapportage brief Sterk verhoogd risico aanwezig E+M+N
Eind rapportage brief Sterk verhoogd risico afgedaan G
Pagina 42 van 44
Definitief | Inspectierichtlijn 2016 | 1 maart 2016
Aanbevolen boodschap in brief
Stap
Brief
2
O
5
P
Ten aanzien van installatie / beheer worden op het eerste gezicht geen gebreken geconstateerd. Het is niet waarschijnlijk dat de installatie / het beheer risico voor het gebruik door derden oplevert. De eigenaar/exploitant ontvangt een brief (brief P) waaruit blijkt dat, voor zover de beoordeling heeft plaatsgevonden, er geen reden is om aan te nemen dat de installatie niet voldoet aan de wettelijke eisen m.b.t. legionellapreventie (de eigenaar/exploitant blijft verantwoordelijk).
Na bezoek 1 → Brief 2 → rapportage geen gebreken: 1. Refereren aan 1ste bezoek en 1ste brief; 2. Opsommen waarnemingen; 3. Constatering*; 4. Melding volgende controle over 3,6, jaar; 5. Deze brief ontslaat u niet van uw zorgplicht; 6. Tot wie kan klant zich wenden bij vragen; 7. Verwijzing naar de diverse websites;
7
Q
Het betreft gebreken die geen gevaar voor de menselijke gezondheid opleveren en dan ook een beperkt risico opleveren voor gebruik door derden. De eigenaar/exploitant ontvangt een brief (brief Q) waaruit blijkt dat de installatie niet voldoet aan de wettelijke eisen m.b.t. legionellapreventie en wordt verzocht er voor zorg te dragen dat dit in orde gemaakt wordt. Er wordt geen termijn gegeven, maar wel gecommuniceerd dat de controle periodiek is.
Na bezoek 1 → Brief 2 → rapportage beperkt risico aanwezig: 1. Refereren aan 1ste bezoek en 1ste brief; 2. Opsommen waarnemingen beperkte risico’s 3. Constatering* en gevolg**; 4. Melding volgende controle over 3,6, jaar; 5. Deze brief ontslaat u niet van uw zorgplicht ; 6. Tot wie kan klant zich wenden bij vragen; 7. Verwijzen naar de diverse websites;
9
R
Het betreft een verhoogd risico. De eigenaar/exploitant ontvangt een brief (brief R) waaruit blijkt dat de installatie niet voldoet aan de wettelijke eisen m.b.t. legionellapreventie en wordt verzocht er voor zorg te dragen dat dit binnen 2 maanden in orde gemaakt wordt.
Na bezoek 1 → Brief 2 → rapportage verhoogd risico aanwezig: 1. Refereren aan 1ste bezoek en 1ste brief; 2. Opsommen waarnemingen verhoogde en/of beperkte risico’s; 3. Constatering* en gevolg**; 4. Termijn voor opheffen gebreken; 5. Consequenties*** bij niet opheffen gebreken; 6. Datum hercontrole, of vraag om gereedmelding; 7. Deze brief ontslaat u niet van uw zorgplicht; 8. Tot wie kan klant zich wenden bij vragen; 9. Verwijzen naar de diverse websites;
11
S
Als bij de controle blijkt dat een uitzonderingsgrond
Na bezoek 1 → Brief 2 → rapportage sterk verhoogd
aanwezig is om het dossier niet direct over te dragen bij
risico aanwezig met uitzonderingsgrond. 1. Refereren aan 1e bezoek 2. Opsommen waarnemingen sterk verhoogde en/of verhoogde en/of beperkte risico’s 3. Constatering * en **; 4. **** Het drinkwaterbedrijf heeft tijdens de controle een sterk verhoogde afwijking(en) geconstateerd. Gezien de aard en omvang van de geconstateerde afwijking krijgt u 2 weken de tijd om de overtreding te beëindigen. Als de tekortkomingen niet voor de afgesproken datum zijn hersteld zal het dossier voor handhaving worden overgedragen aan de Inspectie Leefomgeving en Transport die bestuursrechtelijk en/of strafrechtelijk tegen u op zal treden. 5. Geeft voorbeeldtekst voor brief V 6. Overdracht dossier Inspectie Leefomgeving en Transport ter handhaving na termijn van 2 weken 7. Deze brief ontslaat u niet van de zorgplicht.
Tekst controleprotocol EXTRA De eigenaar/exploitant wordt schriftelijk geïnformeerd over de uit te voeren basiscontrole legionellapreventie (brief O).
sterk verhoogd risico, krijgt de eigenaar/exploitant een termijn van 2 weken om de overtreding te beëindigen. Zie toelichting bij controleprotocol (hoofdstuk 4.3 stap 10).
Brief 1 → aankondiging bezoek 1: 1. Wie zijn wij; 2. Waarom komen we deze controle / inspectie uitvoeren; 3. Hoe kan de klant zich voorbereiden op deze controle, verwijzen naar diverse websites / bijlage, etc.; 4. Wat is het vervolg, gevolg (afhankelijk van uitkomst); 5. Wanneer wordt de controle uitgevoerd; 6. Tot wie kan klant zich wenden bij vragen;
Pagina 43 van 44
Definitief | Inspectierichtlijn 2016 | 1 maart 2016
14
T
Als bij de 1e hercontrole blijkt dat de installatie / het beheer geen gebreken vertoont ontvangt de eigenaar/exploitant een brief (brief T) waaruit blijkt dat, voorzover de beoordeling heeft plaatsgevonden, er geen reden is om aan te nemen dat de installatie niet voldoet aan de wettelijke eisen m.b.t. legionellapreventie (eigenaar/exploitant blijft verantwoordelijk). Sterk verhoogd c.q. verhoogd risico afgedaan.
Na bezoek 2 → Brief 3 → rapportage (sterk) verhoogd risico afgedaan: 1. Refereren aan 1ste + 2de bezoek en 1ste + 2de brief; 2. Opsommen waarnemingen verhoogde en/of beperkte risico’s; 3. Constatering* en gevolg**; 4. (Sterk) verhoogd risico afgedaan; 5. Deze brief ontslaat u niet van uw zorgplicht; 6. Tot wie kan klant zich wenden bij vragen; 7. Verwijzen naar de diverse websites;
15
U
Als er bij de basiscontrole legionellapreventie sprake is van een sterk verhoogd risico wordt het dossier aan Inspectie Leefomgeving en Transport ter handhaving direct overgedragen aan de hand van een overdrachtsformulier. De eigenaar/exploitant ontvangt een brief (brief U) waaruit blijkt dat de installatie / het beheer gebreken vertoont, dat hiermee niet aan de wettelijke eisen m.b.t. legionellapreventie wordt voldaan en Inspectie Leefomgeving en Transport de behandeling overneemt.
Na bezoek 1 → Brief 2 → rapportage sterk verhoogd risico aanwezig: 1. Refereren aan 1ste bezoek; 2. Opsommen waarnemingen sterk verhoogde en/of verhoogde en/of beperkte risico’s; 3. Constatering* en gevolg**; 4. Overdracht dossier, Inspectie Leefomgeving en Transport ter handhaving; 5. Deze brief ontslaat u niet van uw zorgplicht; 6. Tot wie kan klant zich wenden bij vragen; 7. Verwijzen naar de diverse websites;
16
V
Als bij 1e hercontrole blijkt dat de installatie / het beheer (nog) gebreken met verhoogd risico vertoont wordt het dossier aan Inspectie Leefomgeving en Transport ter handhaving direct overgedragen aan de hand van een overdrachtsformulier. De eigenaar/exploitant ontvangt een brief (brief V) waaruit blijkt dat de installatie/ het beheer gebreken vertoont, dat hiermee niet aan de wettelijke eisen m.b.t. legionellapreventie wordt voldaan en Inspectie Leefomgeving en Transport de behandeling overneemt. Verhoogd risico aanwezig.
Na bezoek 2 → Brief 3 → rapportage verhoogd risico aanwezig: 1. Refereren aan 1ste + 2de bezoek en 1ste + 2de brief; 2. Opsommen waarnemingen verhoogde en/of beperkte risico’s; 3. Constatering* en gevolg**; 4. Overdracht dossier Inspectie Leefomgeving en Transport, ter handhaving; 5. Deze brief ontslaat u niet van uw zorgplicht; 6. Tot wie kan klant zich wenden bij vragen; 7. Verwijzen naar de diverse websites;
Opmerkingen:
*) Opsomming gebreken met aantekening: openstaand of gereed **) Afhankelijk van het risico kan het gevolg o.a. zijn: ● kwaliteitachteruitgang ● gevaar voor de volksgezondheid ***) Afhankelijk van het gebrek, kan de consequentie zijn bij niet tijdig opheffen: ● handhaving ILT ● afsluiten ● kosten (herinspectie / afsluiten) Briefkleuren geven status / risico aan, gelijke kleuren betekent gelijksoortige brief.
Brief soort:
Aankondigingsbrief
Inhoud:
Wie, wat, waar, waarom,waneer, hoe
Brief letter:
O
Eind rapportage brief Geen of beperkt risico
Rapportage brief
P+Q
R
Verhoogd risico aanwezig
Eind rapportage brief Verhoogd risico afgedaan T+V
Rapportage brief Sterk verhoogd risico aanwezig S+U
Pagina 44 van 44