Handboek Tweede Fase
2012-2013
Indien daartoe aanleiding is, kan het bevoegd gezag het examenreglement tussentijds wijzigen Indien daartoe aanleiding is, kan het bevoegd gezag tussentijds wijzigingen in het Handboek aanbrengen De locatiedirecteur beslist in alle gevallen waarin niet is voorzien.
2
Dr. Nassau College Assen
Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. De Tweede Fase 3. Begripsbepaling 4. De jaarplanning 5. Taken en verantwoordelijkheden 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8 5.9 5.10 5.11 5.12
locatiedirecteur afdelingsmanager coördinator leerlingenzaken mentor knapzakcoördinator/ coördinator maatschappelijke stage profielwerkstukcoördinator decaan olc-medewerker vakdocent Tweede Fase coördinator dyslexie begeleider vmbo-instroom begeleider instroom externe leerlingen vwo-4
6. Regels en procedures 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 6.7 6.8 6.9 6.10 6.11 6.12 6.13 6.14 6.15 6.16
Inleiding De informatielijnen De website Mentoraat Decanaat MAS Het extra vak Het profielwerkstuk Topsportregeling Het OLC Protocol 18+ Het dyslexiebeleid Bewaren en inzage CE-examens Meldkamer Huiswerkuren Steunlessen
7. Reglementen 7.1 7.2
Het ordereglement e e Het Toetsreglement (1 en 2 fase)
8. Toelating, bevordering, doorstroom/instroom/vrijstelling 8.1 8.2 8.2.1 8.2.2 8.2.3 8.3 8.3.1 8.3.2 8.3.3 8.3.4 8.4
Toelating Bevordering Bevorderingsnormen van vwo-4 naar vwo-5 Bevorderingsnormen van vwo-5 naar vwo-6 Bevorderingsnormen van havo-4 naar havo-5 Doorstroom Doorstroom van vmbo-t naar havo- 4 Begeleiding vmbo-instroom leerlingen Begeleiding instroom externe leerlingen in vwo-4 Doorstroom van havo-5 naar vwo-5: aanmeldingstraject Instroom
Handboek Tweede Fase 8.4.1 8.4.2 8.4.3 8.5 8.5.1 8.5.2 8.5.3 8.5.4 8.5.5 8.5.6 8.5.7 8.5.8
Instromers van vwo-4 naar havo-4 Instromers van vwo-5 naar havo-5 Tussentijds wisselen van profiel/vak(ken) Vrijstellingen Uitgangspunt Niet geslaagden havo-5 Niet geslaagden vwo-6 Instromers Havo-5 vanuit Vwo-5 Instromers havo-4 vanuit vwo-4 Instromers vwo-5 vanuit havo-5 Zittenblijvers. Vrijstellingenbeleid CKV
9. Het Examen: algemeen 9.1 9.2 9.2.1 9.2.2 9.2.3 9.2.4 9.2.5 9.3 9.3.1 9.3.2 9.3.3 9.4
Het examen Het examendossier Handelingsdelen Profielwerkstuk Praktische opdrachten MAS LOB Het eindcijfer Cijfer Schoolexamen Het combinatiecijfer Het Eindcijfer per vak Uitslagregeling
10. Het Examenreglement (CE en SE) 10.1 . 10.2. 10.3. 10.4. 10.4.1 10.4.2 10.4.3 10.4.4 10.4.5 10.4.6 10.4.7 10.4.8 10.4.9 10.4.10 10.4.11 10.5. 10.5.1 10.5.2 10.6. 10.7. 10.8. 10.8.1 10.8.2 10.8.3 10.9. 10.10. 10.11. 10.12. 10.13.
Algemeen Begripsbepalingen Het examen Schoolexamen Algemeen Tijden van het schoolexamen De toetsen Het profielwerkstuk Praktische opdracht Beoordeling Mededeling cijfers Beroepen tegen cijfers Herkansing Afsluiting schoolexamen Overige bepalingen Centraal examen Algemeen Gang van zaken tijdens het centraal examen Afwijking wijze van examineren Absentie Uitslag Eindcijfer eindexamen Vaststelling uitslag Herkansing Diploma en cijferlijst Onregelmatigheden Geheimhouding Spreiding examen Slotbepalingen
3
4
Dr. Nassau College Assen
11 Het toetsbeleid 2e fase 11.1 11.2 11.3 11.4 11.5 11.5.1 11.5.2 11.5.3
Examendossiertoetsen Rapporttoetsen PO's en practica Cito-toetsen Mondelingen Literatuur Spreekvaardigheid MVT Discussievaardigheid 11.6 Handelingsdelen 11.6.1 Handelingsdelen CKV 11.7 De toetsweken 11.7.1 De procedure 11.8 Tussentijds toetsen 11.9 Het inhalen van toetsen 11.10 Herkansingen 11.11 De vangnetconstructie 11.12 Dyslexiebeleid 11.13 Niet gemaakt werk 11.13.1 Praktische opdrachten 11.13.2 Het profielwerkstuk 11.13.3 Examendossiertoetsen 11.13.4 Rapporttoetsen 11.14 Afronden of afkappen
Handboek Tweede Fase
1.
5
Inleiding Beste leerling, Dit jaar ga je onderwijs volgen in de Tweede Fase. Bij de voorlichting en het keuzeproces in het derde leerjaar heb je al veel informatie ontvangen over de vakken. Maar niet alleen veel vakken zijn nieuw. Ook de organisatie en de regels in de Tweede Fase zijn soms wat anders dan je de eerste drie jaren gewend was. De belangrijkste verandering is wel dat je vanaf de eerste dag in het vierde leerjaar gaat werken aan je eindexamen. En omdat het onderwijs in de Tweede Fase zich richt op dat eindexamen, is onze organisatie anders, zijn er andere regels en verantwoordelijkheden, en kent de begeleiding ook een andere opzet. Om je een zo goed mogelijk beeld te geven van alles wat er in deze 2 (havo) of 3 (vwo) leerjaren van belang is, hebben we dit Handboek samengesteld. Voor een goede organisatie en duidelijke communicatie is het nodig dat iedereen binnen de school die op de een of andere wijze met de Tweede Fase te maken heeft, over dezelfde informatie beschikt. En jij als leerling bent uiteraard de belangrijkste persoon in dit geheel. Het doel van dit Handboek is dan ook om een ieder de noodzakelijke informatie te verstrekken. Het is een handleiding voor allen die in de Tweede Fase bij het leerproces en de organisatie zijn betrokken: directie, afdelingsmanagers, coördinatoren leerlingenzaken, mentoren, docenten, medewerkers met speciale taken, de administratie en natuurlijk de leerlingen. In dit Handboek is geprobeerd de belangrijkste regels en bestaande afspraken bij elkaar te brengen. We hebben de informatie zo kort en helder mogelijk neergezet. Voor een uitgebreidere informatie verwijzen we ook naar de website, waar je via downloads extra informatie of de totale tekst van een document kunt inzien. Wijzigingen en/of aanpassingen in de regels en afspraken zullen voornamelijk via je schoolmail, de website, de digitale mededelingenborden en/of klassikaal uitgereikte informatie bekend worden gemaakt. Het is dus van belang dat je al deze communicatiekanalen goed in de gaten houdt. Dit Handboek is niet alleen voor jou, maar ook voor je ouders een handleiding voor de gang van zaken in de komende jaren. Wees er zuinig op, het wordt alleen in het vierde jaar verstrekt. Voor de komende jaren wensen we je heel veel succes in de Tweede Fase.
Assen, oktober 2012 Het locatiemanagement gymnasium/atheneum/havo
6
2.
Dr. Nassau College Assen
De Tweede Fase Welkom in de Tweede Fase. Je hebt de overstap gemaakt van het derde naar het vierde leerjaar, van de Eerste Fase naar de Tweede Fase. Het lijkt maar een kleine stap, maar je zult gaan ervaren dat het best wel een grote stap in je schoolcarrière is. Het derde jaar sloot je af met een belangrijke beslissing: welk profiel en welke vakken kies ik? Eigenlijk was je toen bezig met een belangrijke keuze voor je toekomst. Nu moet blijken of je de juiste keuze hebt gemaakt, of de vakken bij jouw interesse en intelligentie passen. Samen met je klasgenoten volg je de komende twee of drie jaren een aantal algemene, voor iedereen verplichte vakken zoals Nederlands en Engels. Maar je hebt je ook al een beetje afgescheiden van een deel van je klasgenoten in de derde door je profielkeuze. De komende jaren ben je een CM-/EM-NG- of NTleerling. Je zit niet meer altijd in dezelfde klas, je krijgt les van leraren die je de afgelopen jaren nog niet eerder zag. Maar ook het mentoraat is net wat anders van opzet, je krijgt toetsweken, sommige toetsen tellen nu al mee voor het eindexamen, je moet meer plannen en regelen, kortom: er komt in het begin heel wat op je af. En het belangrijkste verschil met de afgelopen jaren….. je start het traject op weg naar het eindexamen! Op weg naar het WO of het HBO. Om je daar zo goed mogelijk op voor te bereiden, leren we je de komende jaren zelfstandiger te werken, meer verantwoordelijkheid te dragen voor je eigen leerproces, goed te plannen. Natuurlijk gaat dat niet vanzelf. Je mentor helpt je hierbij, de leraren laten je langzaam wennen aan steeds meer verantwoordelijkheid, grotere hoeveelheden stof en andere werkvormen. De coördinatoren leerlingenzaken wijzen je op de keuzes die je op bepaalde momenten in het jaar moet maken. In het begin zal de organisatie best ingewikkeld overkomen. Gaandeweg het jaar wordt het steeds duidelijker wat je rechten en plichten zijn. De periodes van lessen en de afsluitende toetsweken worden vertrouwd, de uurtjes zelfstandig werken in het olc worden goed benut, je weet hoe je moet intekenen voor een herkansing van een toets en je went aan de andere manier van lesgeven en het hogere tempo. Zeker voor havo-4 leerlingen is het van belang om dit jaar goed te benutten, want het jaar daarop is meteen al het eindexamenjaar. Vwo-4 leerlingen hebben nog een jaar langer voordat het eindexamenjaar begint, maar ook zij hebben een belangrijk jaar voor de boeg. Het is dus zaak om vanaf het begin goed op te letten, regelmatig te werken en te leren om efficiënt te plannen. Alleen een eindsprint aan het eind van het schooljaar is in de Tweede Fase niet voldoende meer om de eindstreep te halen. Laat zien dat je wilt werken, zoek de mensen die je begeleiden op als je vragen hebt. Als je dat doet, en je wordt aan het eind van dit jaar bevorderd, zul je zien dat je een belangrijke stap genomen hebt op weg naar je diploma. Namens alle medewerkers in de Tweede Fase: veel succes!
Handboek Tweede Fase
3.
7
Begripsbepaling Om misverstanden te voorkomen en duidelijkheid te scheppen bij iedereen die bij de Tweede Fase en het examen betrokken is, is het belangrijk dat we weten wat er met de verschillende termen bedoeld wordt. Daarom omschrijven we hieronder de binnen onze school gebruikte begrippen. De belangrijkste documenten zijn: examenreglement
document met de formele regels van het examen.
PTA
programma van toetsing en afsluiting: overzicht van de te maken onderdelen van het schoolexamen per vak
examendossier
een overzicht van alle cijfermatige en niet-cijfermatige resultaten van je schoolexamen.
Overige begrippen: afronden van cijfers
afronding op één decimaal: ‘. ,45 ‘ of hoger, wordt ‘. ,5 ’ ; ‘. ,449’ of lager, wordt ‘. ,4 ’ afronding op een heel cijfer: bij ‘ . ,50 ’ of hoger naar boven; bij ‘ . ,49 ’ of lager naar beneden.
afvinken
= voldaan aan de verplichting; sommige (onderdelen van) schoolexamenvakken worden niet afgesloten met een cijfer, maar worden afgevinkt; indien het resultaat het toelaat, wordt de beoordeling ‘naar behoren’ (v) of ‘goed’ (g) gegeven
antwoordmodel
opsomming van goede, minder goede of foute antwoorden bij open vragen als richtlijn voor de beoordelaar; dit model is een onderdeel van het correctievoorschrift.
beoordelingscriteria
kenmerken waarop de prestaties van een kandidaat worden beoordeeld.
beoordelingsinstructie
algemene richtlijnen voor beoordelaars over de wijze waarop prestaties van de kandidaat beoordeeld moeten worden.
CE = centraal examen
het gedeelte van het examen dat als zodanig in het examenprogramma is aangeduid; het wordt gekenmerkt door landelijke standaardisering van opgaven, afnamecondities en beoordeling.
CvE
College voor Examens: een door het ministerie van Onderwijs ingestelde commissie die verantwoordelijk is voor de centrale examens in het voortgezet onderwijs.
8
Dr. Nassau College Assen Eindtermen
omschreven kwaliteiten die een overzicht geven van kennis, inzicht, vaardigheden waarover de kandidaat na afronding van een opleiding dient te beschikken.
handelingsdeel
handelingsopdracht voor de leerling waarbij het niveau van presteren telt, maar ook het opdoen van ervaring; de opdracht wordt niet becijferd, maar afgevinkt. Het handelingsdeel is een examenonderdeel en weegt mee in de beoordeling en/of afronding van een vak(onderdeel)
praktische opdracht
praktijkopdracht, waarbij het gaat om het aanleren van vaardigheden en/of het vervaardigen van een product.
profielen
er zijn vier profielen: CM, EM, NG, NT ; de leerling kiest één profiel. Elk profiel bestaat uit een verplicht aantal examenvakken.
SE=schoolexamen
het deel van het examen dat als zodanig in het examenprogramma is opgenomen; de invulling en de vaststelling van de onderdelen van het schoolexamen behoren tot de verantwoordelijkheid van de school.
studieschema
een schematisch overzicht van de lesstof gedurende een bepaalde periode, verdeeld over de lessen en met vermelding van toetsmomenten en andere afspraken omtrent ‘schoolwerk ‘.
profielwerkstuk
door leerlingen te maken werkstuk, dat vanuit een te kiezen examenvak een bepaald onderwerp behandelt.
ED-toets
een geheel van schriftelijk of mondeling te maken (open) vragen en opdrachten, dat aan een cijfermatige beoordeling is onderworpen, meetelt voor het examen, en als zodanig is vermeld in het PTA;
vrijstelling
De mogelijkheid om voor een bepaald vakonderdeel niet meer aan de verplichting te hoeven voldoen
lob
loopbaanoriëntatie; de leerling besteedt een aantal verplichte uren om gericht initiatief te ontwikkelen op weg naar een juiste keuze voor een profiel en een vervolgopleiding.
kernvakken
Nederlands, wiskunde en Engels worden tot de kernvakken gerekend; deze vakken worden met een aparte (extra) status in de slaag-/zakregeling opgenomen
Handboek Tweede Fase
4. De jaarplanning (onder voorbehoud) Begin
Begindatum Ma 3 sept Di 4 sept Woe 5 sept Woe 5 sept Woe 5 sept Vrij 7 sept Ma 10 sept Do 13 sept Di 25 sept Do 27 sept Di 2 okt Di 2 okt Do 4 okt Ma 8 okt Di 9 okt Woe 10 okt Do 11 okt Di 16 okt Di 16 okt Woe 17 okt Ma 22 okt Di 30 okt
Begin
Di 30 okt Vrij 9 nov Ma 19 nov Di 20 nov Vrij 23 nov Di 27 nov Di 27 nov Woe 28 nov Do 29 nov Vrij 30 nov Woe 5 dec Di 11 dec Do 13 dec Vrij 14 dec Di 18 dec Vrij 21 dec Ma 24 dec Di 8 jan Di 15 jan Vrij 18 jan Ma 28 jan Woe 30 jan Vrij 1 febr Ma 4 febr Di 5 febr Do 7 febr Vrij 8 febr Begindatum Di 12 febr
Einddatum (=t/m) Vrij 16 nov
Vrij 7 sept
Vrij 14 sept
Vrij 12 okt
Vrij 26 okt
Vrij 16 nov Vrij 25 jan
Vrij 21 dec
Vrij 4 jan
Vrij 25 jan Vrij 5 april
Vrij 1 maart
Einddatum (=t/m)
Activiteit Periode 1 Introductiedag Start lessen Werkmiddag PWS H5 ExcursiemLimburg Gym 4 Werkmiddag PWS H5 Deadline inschrijven herkansingen H5/V5/V6 Fotograaf Voorlichting RUG V6 8.10 uur herkansingen H5/V5/V6 V6 SE toets Frans leesvaardigheid 14.15 – 16.45 uur Voorlichting Hanzehogeschool V4/V5/V6/H5 Kennismakingsavond H4 EM/CM en G4 Kennismakingsavond H4 NG/NT Kennismakingsavond A4 Kennismakingsavond A5 Excursie Rotterdam V6 ec/gs Voorlichting TU Delft V4/V5/V6 Kennismakingsavond H5 Kennismakingsavond A6/G6 en G5 Herfstvakantie H5 SE toets Frans leesvaardigheid 14.15 – 16.45 uur Reparatiemiddag PWS H5 Toetsweek 1 Periode 2 Voorlichting Van Hall Larenstein 14.00 uur inhaalmoment toetsen PO Biologie H5 Mondelinge presentaties muziek H5/A6/G6 14.00 uur Deadline inschrijven herkansingen H5/V6 e Rapportage 1 periode Studievoorlichting door oud-docenten 8.10 uur herkansingen H5/V6 Voorlichting aanmelding en studiefinanciering V6 e Ouderspreekavond 2 fase Excursie Rome G5/G6 Voorlichting aanmelding en studiefinanciering H5 8.30 – 15.00 uur kerstactiviteiten Kerstvakantie Voorlichting Universiteit Wageningen V4/V5/V6 PWS presentaties V6 Toetsweek 2 Periode 3 OPEN HUIS Leerlingen vrij 14.00 uur inhaalmoment toetsen H5 MVT (spreekvaardigheid) HanzeXperience H4 Beroepenvoorlichting Deadline inschrijven herkansingen H5/A6/G6 Activiteit Voorlichting Universiteit Twente V4/V5/V6
9
10
Dr. Nassau College Assen
Woe 13 febr Woe 13 febr Woe 13 febr Do 14 febr Ma 18 febr Di 26 febr Di 12 maart Di 12 maart Woe 13 maart Do 14 maart Vrij 15 maart Di 19 maart Do 28 maart Vrij 29 maart Ma 8 april Di 9 april Di 9 april Vrij 12 april Di 16 april Do 18 april Vrij 19 april Do 25 april Do 25 april Do 25 april
Vrij 1 maart Vrij 22 febr
Ma 8 april Ma 1 april Vrij 5 juli Woe 8 mei
Vrij 26 april Vrij 26 april Ma 29 april Do 9 mei Ma 13 mei Ma 20 mei Di 4 juni Do 6 juni Vrij 7 juni Do 13 juni Do 13 juni Vrij 14 juni Ma 17 juni Ma 17 juni Ma 24 juni Ma 24 juni Woe 26 juni Woe 26 juni Woe 26 juni Woe 26 juni Vrij 28 juni Ma 1 juli Di 2 juli Do 4 juli Vrij 5 juli
Vrij 3 mei Vrij 10 mei Woe 29 mei
Vrij 21 juni Vrij 21 juni
Di 25 juni
8.10 uur herkansingen H5/V6 e Rapportage 2 periode V6 MVT (spreekvaardigheid) PWS presentatie H5 (DATUM GEWIJZIGD) VOORJAARSVAKANTIE Ouderspreekvaond 2e fase Voorlichting HIT Examen praktijkdiploma boekhouden H5/A6/G6 Tentamendag muziek H5 Tentamendag muziek V6 Examenconcert H5/A6/G6 Voorlichting econ. Studies Hanzehogeschool Toetsweek 3 GOEDE VRIJDAG EN TWEEDE PAASDAG Periode 4 Voorlichting studies zorgsector Examentrainingen H5/A6/G6 14.00 uur inhaalmoment toetsen Deadline inschrijven herkansingen Rapportage 3e periode 8.10 uur herkansingen H5/A6/G6 e Ouderspreekavond 2 fase Deadline LOB V6/H5 Uitreiking SE-resultaten en examenvoorlichting V6/H5 en groepfoto’s maken Uiterlijk 12.00 uur inleveren getekende kopie SEresultaten H5/V6 Eindexamengala MEIVAKANTIE HEMELVAARTSDAG + VRIJE DAG Centraal Schriftelijk Examen TWEEDE PINKSTERDAG Muziektentamen H4 Muziektentamen A5/G5 Concert voorexamen klassen H4/A5/G5 Deadline LOB Bekendmaking uitslag CEI Toetsweek 4 Deadline handelingsdelen CEII Deadline inschrijven herkansingen afgesloten vakken Excursie Rotterdam V5 met ak/ec 8.10 uur herkansingen afgesloten vakken Voorbereidingslessen excursies PWS presentatie A5/G5 Bekendmaking uitslag CEII TT: LEERLINGEN VRIJ Diploma uitreiking V6 Diploma uitreiking H5 e Rapportage 4 periode START ZOMERVAKANTIE
Aan deze jaarplanning kunnen geen rechten worden ontleend
Handboek Tweede Fase
11
5. Taken en verantwoordelijkheden 5.1
locatiedirecteur is verantwoordelijk voor de totale gang van zaken houdt toezicht op de organisatie en de uitvoering van de Tweede Fase en het examen o de locatiedirecteur mandateert de afdelingsmanager m.b.t. de verantwoordelijkheid voor de organisatorische en beleidsmatige uitvoering van de afdeling
5.2.
afdelingsmanager
5.3.
coördinator leerlingenzaken
5.4.
een afdeling bestaat uit de leerlingen uit de betreffende afdeling, het docententeam dat bij deze afdeling hoort, de coördinator leerlingenzaken van deze afdeling en de afdelingsmanager die leidinggevende is van deze docenten de afdelingsmanager is eindverantwoordelijke voor de leerlingbegeleiding, de organisatie en het onderwijsbeleid van de afdeling de afdelingsmanager is samen met de coördinator leerlingenzaken verantwoordelijk voor het verstrekken van de juiste informatie aan leerlingen en ouders de afdelingsmanager is door de locatiedirecteur gemandateerd m.b.t. de uitvoering en verantwoordelijkheid van het examen
de coördinator is samen met de afdelingsmanager verantwoordelijk voor het verstrekken van de juiste informatie aan leerlingen en ouders de coördinator begeleidt docenten en mentoren bij de uitvoering van hun taken de coördinator is verantwoordelijk voor de leerlingbegeleiding de coördinator is verantwoordelijk voor de organisatie en de praktische zaken rondom de leerlingbegeleiding
mentor
zorgt voor een goede introductie van de leerling in de groep en de Tweede Fase bestudeert in de eerste week/weken de informatie over de leerling in het leerling-dossier volgt nauwgezet de onderwijsresultaten van de leerlingen volgt nauwgezet het functioneren en welbevinden van de leerlingen begeleidt de leerling bij de loopbaanoriëntatie voert hiertoe frequent overleg met de leerlingen, de coördinator leerlingenzaken, de vakdocenten en andere betrokkenen in de organisatie informeert ouders over resultaten, functioneren, verwachtingen /mogelijkheden van de leerling bespreekt adviezen van het docententeam met ouders en leerling
12 5.5.
5.6.
5.7.
Dr. Nassau College Assen coördinator maatschappelijke stage
coördineert alle zaken die te maken hebben met de uren die de leerlingen verplicht zijn te besteden aan de maatschappelijke stage
coördineert alle zaken rondom het maken en afronden van het profielwerkstuk
coördineert alle zaken die te maken hebben met profielkeuze, vakkenwissel en loopbaanoriëntatie de decaan houdt in de Tweede Fase samen met de mentor toezicht op het LOB-dossier van de leerling
profielwerkstukcoördinator
decaan
5.8.
5.9.
olc-medewerker
is verantwoordelijk voor de gang van zaken in het Open Leer Centrum
is verantwoordelijk voor het doceren van de lesstof zoals die vermeld staat in de verplichte examenstof van zijn/haar vak begeleidt de leerlingen bij het voorbereiden op hun toetsen en het eindexamen is verantwoordelijk voor de becijfering van de toetsen en het invoeren van de cijfers in het cijfersysteem van de school (SOM)
vakdocent Tweede Fase
5.10.
coördinator dyslexie
5.11.
is verantwoordelijk voor de screening van leerlingen met (vermoedelijke) dyslexie in de Tweede Fase; coördineert de regelingen en afspraken die met de leerlingen met dyslexie gemaakt worden; voorziet de docenten en medewerkers van informatie en tips over het omgaan met dyslectische leerlingen
begeleider vmbo-instroom in havo-4 en externe leerlingen in ath/gym-4
begeleidt de leerlingen die vanuit een externe locatie instromen en informeert en adviseert de afdelingsmanager en coördinator leerlingenzaken over hun resultaten
Handboek Tweede Fase
6.
13
Regels en Procedures
6.1. Inleiding Het is heel belangrijk dat iedereen op de hoogte is van de gang van zaken in de Tweede Fase. Daarom willen wij graag zeker zijn dat de communicatie tussen ons en de leerlingen zo goed mogelijk verloopt. Bij het verspreiden van schriftelijke informatie, zeker als dit ook voor ouders van belang is, is het niet altijd duidelijk of iedereen de informatie ontvangen heeft. Vandaar dat wij steeds vaker zullen vragen om te ondertekenen voor ontvangst. Ook wanneer wij afspraken maken met leerlingen en/of ouders, zullen wij die afspraken op schrift zetten en de betrokkenen laten ondertekenen voor akkoord of gezien. De procedures waarop wij onze regels en afspraken baseren, zullen zoveel mogelijk via de website na te lezen zijn, of zijn op te vragen bij de locatieadministratie.
6.2
De informatielijnen Via verschillende kanalen worden de leerlingen geïnformeerd over de belangrijkste zaken in de Tweede Fase
Dit Handboek Tweede Fase is voor jou de eerste, belangrijke bron van informatie. Dit Handboek kun je ook terugvinden op de website van het Dr. Nassau College. Voor uitwerkingen en extra toelichting op een aantal onderdelen, verwijzen we naar de website. Via de rubriek “downloads’, kunnen eventuele meer uitgewerkte informatiebrochures nagelezen worden. Op de beeldschermen die op verschillende plekken in de school hangen, vind je actuele informatie over roosters, deadlines, wijzigingen, oproepen, enz. Ook zullen wij steeds vaker informatie doorgeven via je schoolmail. De coördinator leerlingenzaken komt regelmatig in de klas om nog extra op een aantal zaken te wijzen, om nog iets uit te delen, of eventueel een nadere toelichting te geven. Ook de mentor zal regelmatig noodzakelijke informatie doorgeven. De docenten zullen informatie doorgeven, als het gaat om afspraken voor hun vak.
Wij vinden dat we onze leerlingen op deze manier genoeg mogelijkheden bieden om de informatie die van belang is, te ontvangen. Daarnaast gaan we ervan uit dat elke leerling zelf ook actief is en de juiste mensen opzoekt als er vragen zijn, of als iets niet duidelijk is. 6.3
De website
Voor een aantal uitgebreide documenten die wij aan leerlingen verstrekken, alsmede enkele meer uitgewerkte beleidszaken verwijzen we naar de website (onder ‘downloads). Tevens is een aantal beleidsdocumenten indien gewenst ook bij het secretariaat op te vragen. 6.4
Mentoraat
In de Tweede Fase krijgen de havo-4 leerlingen en de vwo-4 leerlingen een mentor toegewezen die mentor is van de hele stamklas waarin de leerling zit. De mentor is de persoonlijke coach van de leerling. Het is over het algemeen de bedoeling dat de mentor tot aan het eindexamen dezelfde leerlingen houdt. Een uitzondering maken we bij het doubleren in het vierde leerjaar. In principe krijgt de leerling dan een nieuwe mentor toegewezen. In elk leerjaar heeft de leerling ook een mentoruur op het rooster staan. Dit mentoruur is bedoeld voor individuele gesprekken, groepsgesprekken en andere mentoraatactiviteiten. Voor de leerlingen is dit een verplicht uur.
14 6.5
Dr. Nassau College Assen Decanaat
In de tweede fase is het belangrijk dat de leerlingen zich optimaal inzetten voor het behalen van hun diploma havo of vwo. Daarnaast is het erg belangrijk dat de leerlingen vooruit kijken naar wat ze na hun middelbare school gaan doen. In nauwe samenwerking met de mentoren proberen de decanen de leerlingen te stimuleren om zich zo goed mogelijk te oriënteren en keuzes te maken. De decanen gebruiken hiervoor een web-based LOB-methode genaamd Keuzeweb, ze organiseren voorlichtingsbijeenkomsten en voeren eventueel individuele gesprekken. LOB, Loopbaan Oriëntatie en Begeleiding, is geen vrijblijvende bezigheid. Er wordt van de leerlingen verwacht dat zij elk jaar het vereiste aantal uren maken door de opdrachten op keuzeweb te maken en zelfstandig activiteiten te ontplooien. Verlof voor het bezoeken van Open Dagen en Meeloopdagen Leerlingen van havo-4 en vwo-5 kunnen verlof aanvragen voor het bezoeken van Open Dagen van Hboinstellingen en Universiteiten. Leerlingen van havo-5 en vwo-6 kunnen verlof aanvragen voor het bezoeken van zowel Open Dagen als Meeloopdagen. Procedure
6.6
Toetsen en andere belangrijke vakafspraken gaan altijd voor het vrijvragen; indien nodig overlegt de leerling met de coördinator leerlingenzaken over het aanvragen van verlof.
De leerling vult bij het decanaat een formulier in om vrij te vragen; de aanvraag moet een week van tevoren bij het decanaat ingeleverd worden. Het decanaat geeft aan de meldkamer door welke lessen de leerling zal gaan missen.
De leerling moet binnen een week na het bezoeken van de Open Dag / Meeloopdag een verslagformulier op het Keuzeweb ingevuld hebben
Heeft een leerling na twee weken nog geen verslag ingeleverd, dan wordt de leerling alsnog absent gemeld en vervalt het recht om lessen te verzuimen voor het bezoeken van Open Dagen / Meeloopdagen; de mentor wordt op de hoogte gesteld.
Maatschappelijke stage Binnen de totale, wettelijk verplichte studielast voor Tweede Fase leerlingen is het voor alle leerlingen verplicht om een aantal uren maatschappelijke stage (MAS) te vervullen. Het gaat hier om uren in het kader van (een aantal) sociale, maatschappelijke taken. Dus geen betaalde, commerciële taken. De uren die worden ingevuld zijn dus niet vrijblijvend en moeten dan ook volgens de exameneisen afgerond zijn, wil een leerling aan het eind het diploma in ontvangst mogen nemen. Voor alle regels, eisen en mogelijkheden ontvangen de leerlingen aan het begin van het vierde leerjaar alle informatie.
6.7 Het extra vak Tijdens het keuzeproces in het derde leerjaar krijgen we regelmatig te maken met leerlingen die aangeven een extra vak te willen kiezen. Het kiezen van een extra vak heeft echter een aantal consequenties voor zowel de leerling als de schoolorganisatie. Vandaar dat we graag vooraf de leerling en ouder(s) een helder inzicht willen geven in deze consequenties, zodat een afgewogen keuze gemaakt kan worden. De procedure is als volgt: 1. Bij de keuze van een extra vak moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan: - De leerling moet de relevantie van de keuze goed kunnen aangeven
Handboek Tweede Fase -
-
2. 3. 4. 5.
15
De coördinator leerlingenzaken moet de relevantie ook inzien ( in havo-4 al kiezen voor een taal, omdat je misschien naar het vwo wil, is nog niet direct relevant. Zeker niet als de leerling niet overduidelijk de capaciteit heeft om een vak erbij te doen, zonder dat dit ten koste gaat van andere vakken) De leerling moet een goed beargumenteerde motivatie kunnen geven (bijvoorbeeld het belang voor een vervolgopleiding) De leerling moet de capaciteit hebben om naast de verplichte hoeveelheid vakken nog een extra vak aan te kunnen (het mag dus niet ten koste gaan van de andere vakken) De docent van het extra vak moet een duidelijk positief advies geven In de overgangsvergadering (of eventueel eerder) moet de vergadering toestemming geven voor het kiezen van een extra vak. In het protocol voor deze bespreking moet aangegeven worden of en zo ja welk(e) vak(ken) meer gewicht hebben in de besluitvorming Het besluit van de overgangsvergadering is bindend. De beslissing van de vergadering wordt door de coördinator leerlingenzaken aan de leerling en de ouders voorgelegd en de consequenties worden besproken. Indien de leerling en de ouder(s) besluiten om het extra vak te kiezen, worden de consequenties en de afspraken in een contract vastgelegd en door de ouders ondertekend. (zie de brief ‘extra vak’) Indien een leerling besluit het extra vak te laten vallen (voordat het examen begint), dan gelden hiervoor de volgende regels: De leerling en ouders hebben hiertoe in goed overleg met de mentor, de decaan en de coördinator leerlingenzaken besloten De leerling mag alleen het gekozen extra vak laten vallen (dit heeft geen roosterconsequenties) Bij de rapportbesprekingen kan de keuze van het extra vak aan de orde gesteld worden, indien de cijfers van dit vak en/of de andere vakken hiertoe aanleiding geven; de vergadering kan op grond van de bespreking adviseren om het extra vak te laten vallen
6.8 Het profielwerkstuk Een van de eisen voor het verkrijgen van een diploma is het maken van een profielwerkstuk. Met het profielwerkstuk laat een leerling zien wat hij geleerd heeft aan onderzoeksvaardigheden binnen het gekozen vakkenpakket. Hoe is de procedure en aan welke eisen moet worden voldaan? A. Een profielwerkstuk moet betrekking hebben op een van de examenvakken, waarbij het vak een minimale studielast van 320 (havo) of 440 uur (vwo) uur heeft; maatschappijleer, ANW, KCV, LO en CKV zijn dus uitgesloten. Een leerling hoeft niet voor een profielvak te kiezen. Nederlands, Engels, een andere taal, een vak uit het vrije keuzedeel mag dus ook! Ieder lid van het groepje moet wel het gekozen vak in zijn/haar pakket hebben! B. Het werken aan een profielwerkstuk doe je niet alleen. In principe werken de leerlingen samen in een groepje van twee of drie personen. Mochten er gegronde redenen zijn om niet in een drietal te willen werken, dan moet dat bij de coördinator pws gemeld worden. De samenstelling van het groepje is niet klas gebonden. C. Het cijfer voor het profielwerkstuk heeft betrekking op de volgende onderdelen: - Het onderzoeksverslag (inclusief een eventueel practicum) - De beschrijving van het proces - De presentatie D. Het profielwerkstuk wordt becijferd en dit cijfer vormt een onderdeel van het combinatiecijfer (samen met maatschappijleer) E. We hebben richtlijnen vastgesteld die voor elk vak gelden. Daarnaast heeft de vakgroep van het gekozen vak specifieke eisen voor het beoordelingsmodel en de inhoud. De definitieve begeleider overhandigt de leerling een overzicht van de algemene en specifieke eisen en regels. Algemene richtlijnen: 1. De leerling ontvangt een planning waar hij zich samen met de docent gedurende het proces van onderzoek en verslaglegging aan moet houden. 2. De puntenverdeling tussen verslag, proces en presentatie is: 60% - 20% - 20% 3. Een aantal eisen ten aanzien van de verslaglegging is voor elk vak hetzelfde; denk hierbij o.a. aan het formuleren van de onderzoeksvragen, de bronvermelding, vormeisen. 4. De begeleider zal via een bepaald programma bepalen of er sprake is van plagiaat bij het gebruik van hulpbronnen (internet). Planning: A. De planning voor de havo- en vwo-afdeling start aan het eind van het vierde leerjaar. De leerlingen vormen tweetallen of drietallen; De leerlingen bedenken welk vak ze kiezen voor het profielwerkstuk; welk onderwerp en wat ze willen gaan onderzoeken.
16
Dr. Nassau College Assen De namen van de groepsleden en het vak worden op het keuzeformulier ingevuld en bij de receptie ingeleverd. Voor havo geldt: In de eerste lesweek na de zomervakantie wordt een hele middag ingepland waarin de leerlingen starten met het profielwerkstuk; de begeleider wordt toegewezen en in deze week moeten de onderzoeksvraag (hoofdvraag) en de deelvragen op papier staan. Voor vwo geldt: zo snel mogelijk aan het begin van vwo-5 wordt gestart met het toekennen van een begeleider. In de jaarplanning staan de data van de eindpresentaties.
Mw. A. Dijkstra, coördinator PWS (
[email protected]; (kantoor tegenover lokaal 103) Mw. P. Muntz, organisatie PWS (
[email protected]; (administratie)
6.9
Topsport op het Dr. Nassau College Het Dr. Nassau College, sector gym/ath/ havo, is een TopSportvriendelijke school. Wij bieden de mogelijkheid om TopSport en school met elkaar te combineren. Door een intensieve begeleiding van een enthousiaste SportStudieMentor en een gedreven leerling is het mogelijk om als TopSporter verder te groeien, naar misschien wel de TOP! Wanneer kom je in aanmerking voor een TopSport regeling?
er moet minimaal op regionaal selectieniveau worden gesport als de leerling door tijdgebrek door het vele sporten in de knel komt met het schoolwerk het moet duidelijk zijn dat de leerling als sporter met een traject bezig is dat voorbereidt op een sportcarrière.
De faciliteiten zijn onder te brengen in 2 categorieën: a. de algemene regelingen; deze afspraken gelden voor iedere topsporter. Te denken valt aan aanpassingen in het rooster i.v.m. trainingstijden, vrije uren rondom belangrijke wedstrijden, aanpassingen in het toetsrooster. Deze faciliteiten worden voor een korte of langere periode vastgelegd. b. de individuele regelingen; deze afspraken worden op maat gemaakt voor elke leerling afzonderlijk. Te denken valt aan vrijstelling voor bepaalde lessen of vrijstelling voor bepaalde onderdelen van een vak. Hoe meld je je aan voor een TopSport regeling? 1) De leerling neemt contact op met de coördinator leerlingenzaken of mentor; zij zullen doorverwijzen naar de TopSportCoördinator. Deze geeft informatie. 2) de TopSportCoördinator maakt een afspraak voor een intake gesprek. 3) tijdens het gesprek krijgt de leerling informatie en worden de eventuele problemen besproken 4) vervolgens wordt er een voorstel gemaakt dat moet worden goedgekeurd door de coördinator leerlingenzaken 5) dan wordt de leerling aan de SportStudieMentor toegewezen en worden er afspraken gemaakt, een studieplan opgesteld en wordt er regelmatig geëvalueerd TopSportCoördinator: TopSportMentor:
6.10
mw. L. Winkelman de heer J. Meijeriing
OLC Het Open Leer Centrum is een stilteruimte, je werkt daar zelfstandig en individueel. Ook in een nis op de derde verdieping kan je, in overleg,
Handboek Tweede Fase
17
individueel aan het werk. We vinden het belangrijk dat je direct bij de start van de Tweede Fase leert om je tijd op school effectief te benutten. Dat betekent ook dat je de eventuele tussenuren, lesuren die uitvallen, alsook eerste uren die je vrij hebt, kunt gebruiken om te werken en te leren in het OLC. Besteed je de tijd hier op school goed, zowel in de les, als de tijd tussen de lessen, dan hoef je thuis minder aandacht aan je schoolwerk te besteden. Wij hebben regels opgesteld voor het gebruik van het OLC en de verplichtingen die je hebt. Als leerling in havo-4, vwo-4 of vwo-5 ben je in ieder geval verplicht om 2 lesuren per week in het OLC te werken. De leerlingen in vwo-6 en havo-5 werken verplicht 1 uur per week in het OLC. Deze uren worden geregistreerd en beschouwen wij als een onderdeel van je studielast. 6.11 Protocol 18+ leerling Met het bereiken van de meerderjarigheid van leerlingen kan de relatie tussen de school en de leerling/ouder(s) veranderen. De leerling is vanaf dat moment - wettelijk gezien - (ook) zelf verantwoordelijk. Daarom is het noodzakelijk om afspraken te maken over waar en bij wie de verantwoordelijkheid wordt gelegd. Het Dr. Nassau College heeft het volgende uitgangspunt: Elke leerling die op het Dr. Nassau College onderwijs volgt, heeft zich te gedragen volgens de regels die door de school zijn vastgelegd. Als een leerling zich niet aan deze regels houdt, zal er contact opgenomen worden met de ouder(s).Dit geldt zowel voor de leerling die nog geen 18 jaar is, als de 18+ leerling. De school houdt zich, ook bij 18+ leerlingen, aan de kaders van de Leerplicht en past – indien nodig – het daarbij door ons vastgesteld sanctiebeleid toe. Elke leerling die de leeftijd van 18 jaar bereikt, ondertekent een verklaring waarin hij/zij aangeeft Akkoord te gaan met dit algemene uitgangspunt Niet akkoord te gaan met dit algemene uitgangspunt en zelf de verantwoordelijkheid op zich wil nemen Indien de leerling zelf de verantwoordelijkheid wil nemen, wordt verwezen naar de regels voor de eigen verantwoordelijkheid 18+ leerling, zoals verwoord in het Handboek Tweede Fase. De leerling wordt verzocht kennis te nemen van deze regels. Vervolgens wordt een verklaring opgesteld die door de leerling en de ouder(s) wordt ondertekend. Verklaring eigen verantwoordelijkheid 18+ leerling De eigen verantwoordelijkheid van de leerling geldt voor de volgende zaken: 1. De leerling houdt zich aan de algemene schoolregels 2. De school stuurt de uitnodigingen en rapportages alleen nog maar naar de leerling 3. Bij de voortgang van de studie houdt de school de beslissingen van de leerling aan 4. De leerling zorgt zelf voor berichten van absentie, ziekte en verlof 5. Bij ongeoorloofd gedrag wordt alleen maar met de leerling zelf gesproken 6. De leerling komt zelf op het docentenspreekuur 7. Alleen de leerling heeft inzage in SOM 8. De school informeert de ouders in ieder geval - Bij ernstige incidenten waarbij de leerling is betrokken - Bij langdurige absentie en/of ziektemeldingen - Indien de leerling ernstig tekort schiet in het nemen van zijn/haar verantwoordelijkheid De verklaring wordt opgesteld voor de resterende schoolperiode zo lang de leerling op het Dr. Nassau College verblijft. 6.12
Het dyslexiebeleid Op dit moment wordt gewerkt aan het aanpassen van het dyslexiebeleid voor de locatie Quintus. Ook wordt hier het dyscalculiebeleid opgenomen, zodra de landelijke richtlijnen hiervoor bekend zijn. Via de mail zal iedereen op de hoogte gebracht worden, zodra dit reglement opgenomen wordt in dit Handboek en op de site.
6.13
Bewaren en inzage eindexamens Indien een examenkandidaat inzage wenst in een of meerdere gemaakte examens (CE), wordt aan de kandidaat het volgende voorgelegd: e e Ten tijde van de inzage is het cijfer al vastgesteld door de 1 en 2 corrector en als zodanig onherroepelijk
18
6.14
Dr. Nassau College Assen Onder ‘inzage’ verstaan wij ‘het kijken naar’; dit betekent dat de docent, dan wel een door de directeur aangestelde functionaris, niet verplicht is om uitleg te geven over het gecorrigeerde werk Ter ‘inzage’ betekent dat een kandidaat niet behoeft te zien hoeveel punten hij voor de antwoorden heeft gescoord en dat de docent ook niet verplicht is dat aan de kandidaat mee te delen bij inzage Tijdens het inzien van het gemaakte werk is altijd de examensecretaris aanwezig, dan wel een door de directeur aan te wijzen functionaris; de betreffende examendocent hoeft niet noodzakelijk aanwezig te zijn. De meldkamer Algemeen Leerlingen die ziek zijn moeten ’s ochtends tussen 07.50 uur en 08.15 uur telefonisch worden ziek gemeld door een van de ouders op nummer: 0592-333135 (meldkamer Quintus). Bij de ziekmelding moet ook worden vermeld of de leerling die dag toetsen (alles waar de leerling een cijfer voor zou ontvangen) gaat missen. Wanneer de leerling weer beter is moet er bij de meldkamer het formulier “brief na ziekte”, ingevuld door de ouders, worden ingeleverd. Ziek tijdens de toetsweek: Leerlingen die ziek zijn tijdens de toetsweek moeten elke dag telefonisch worden ziek gemeld door een van hun ouders. Tevens moet de leerling de eerstvolgende dag dat hij of zij weer beter is het formulier “brief na ziekte”, ingevuld door de ouders, inleveren bij de meldkamer.
6.15
Het huiswerkplein e
e
Dagelijks kan er tijdens het 8 en 9 uur huiswerk gemaakt worden in lokaal 109 onder toezicht van een onderwijsassistent. Leerlingen die graag op school verder willen werken aan hun huiswerk kunnen terecht in dit lokaal. Daarnaast komt het voor dat een docent een leerling naar het huiswerkuur stuurt. Een docent kan dit doen, vanwege het feit dat een leerling het huiswerk niet af heeft of geen boeken bij zich heeft. In dit geval is het volgen van het huiswerkuur verplicht. Aangezien een leerling op een dag maximaal twee huiswerkuren kan maken, kan het voorkomen dat een leerling ook op een andere dag terug moet komen. Is een leerling écht verhinderd om die dag het huiswerkuur te bezoeken (bijv. afspraak orthodontist), dan maakt de docent een afspraak voor een andere dag. Wordt een leerling meerdere keren naar het huiswerkuur gestuurd, dan neemt de mentor contact met de ouder(s).
6.16
De steunlessen In de tweede fase worden dit cursusjaar steunlessen verzorgd door de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde. De leerlingen die hiervoor in aanmerking komen, worden door de vakdocent aangemeld. Het gaat hierbij om leerlingen die problemen hebben met het begrijpen van de leerstof en/of de vakvaardigheden. Maar ook om leerlingen die hiaten hebben in de leerstofkennis van het vak of die een duwtje in de rug nodig hebben om weer zelfstandig verder te kunnen met de leerstof van het vak.
Handboek Tweede Fase
19
7. Reglementen e
e
7.1. Het toetsreglement (1 en 2 fase) 1. Inleiding 2. Algemene regels voor de toetsing - 2.1 Aankondiging en planning - 2.2 Inhoud - 2.3 Afname - 2.4 Absentie - 2.5 Beoordeling en afhandeling - 2.6 Onregelmatigheden - 2.7 Bezwaar en beroep - 2.8 Overmacht 3. Soorten toetsing - 3.1 Rapporttoetsen / voortgangstoetsen - 3.2 SO’s - 3.3 Eindexamentoetsen - 3.4 Praktische opdrachten - 3.5 Mondelinge toetsen - 3.6 Luistertoetsen - 3.7 Spreekvaardigheidtoetsen - 3.8 Oefentoetsen / diagnostische toetsen - 3.9 IJktoetsen / entreetoetsen - 3.10 Handelingsdelen / Beoordeling 4. Extra faciliteiten - 4.1 Dyslexie - 4.2 Clusterleerlingen - 4.3 Allochtone leerlingen - 4.4 Faciliteiten op speciaal verzoek 5. Digitale toetsing 1. Inleiding Toetsen nemen in het leren bij alle vakken een belangrijke plaats in. Ze maken inzichtelijk of je voldoende kennis en vaardigheden voor een vak hebt opgedaan. Toetsen geven je een beoordeling, toetsen laten je zien op welk niveau je staat, toetsen stellen je vorderingen vast en met toetsen sluit je een bepaald onderdeel af. De uitslag van een toets geeft je ook informatie over de juistheid van de leerstrategie die je gekozen hebt. En voor docenten is de uitslag van een toets een aanwijzing voor de effectiviteit van de gekozen instructie en werkvormen. Toetsing is dus geen doel op zich, maar een middel voor leerlingen om te testen of je op de goede weg bent naar het vereiste en gewenste einddoel. Op basis van de resultaten van (een reeks van) toetsen worden beslissingen genomen over de overgang naar een volgend leerjaar, doorstroom naar een ander niveau of het behalen van een diploma. Voor leraren, leerlingen en ouders zijn goede afspraken over de toetsen en het afnemen van toetsen dus van groot belang. Het moet voor iedereen helder zijn wat je rechten en je plichten zijn. De visie op toetsing en de regels rondom de toetsing worden daarom vastgelegd in een toetsreglement dat helder is voor alle betrokkenen in het onderwijsproces van de Eerste en Tweede Fase. Noten vooraf 1. Dit toetsreglement wordt aan het eind van elk schooljaar geëvalueerd en eventueel bijgesteld. 2. Voor toetsen die vallen onder het Schoolexamen (ED-toetsen) verwijzen we ook naar het Handboek Tweede Fase (hoofdstuk 10 en 11). 3. Een aantal algemene regels rondom de toetsing in de Tweede Fase (tussentoetsen en toetsweken) wordt beschreven in het Handboek Tweede Fase (hoofdstuk 10 en 11) 4. Alle regels rondom het Centraal Eindexamen worden vermeld in het Handboek Tweede Fase (Hoofdstuk 10) en de brochure ‘CE-bulletin’ 5. De directeur beslist in alle gevallen waarin niet is voorzien. 6. Dit Toetsreglement wordt ook apart gepubliceerd op de website. 2. Algemene regels voor de toetsing
20
Dr. Nassau College Assen
2.1 Aankondiging en planning In het studieschema, toetsplan en/of PTA is aangegeven welke toetsen worden afgenomen, wat de (globale) inhoud is, en welke weging de toets heeft. Dit geldt niet noodzakelijkerwijs voor SO’s - De definitieve stof voor een toets is uiterlijk een week van te voren bekend. - Een SO wordt minimaal drie dagen van tevoren opgegeven. - De leerling is op de hoogte van de criteria voor de beoordeling. - De leerling is op de hoogte van de eventueel te gebruiken hulpmiddelen. - De stof voor een toets is uiterlijk tijdens de op een na laatste les voor de toets(week) behandeld. - De leerling is op de hoogte van de regels rondom inleverdata van werkstukken en verslagen. - De leerling is op de hoogte van de consequenties bij het overschrijden van de deadline. - De leerling weet hoe lang er aan een toets gewerkt mag worden. - Als er een inhoudelijk verband is tussen toetsen, moeten voorgaande toetsen bekend gemaakt en besproken zijn voordat een volgende toets wordt afgenomen. - Hoeveelheid toetsen per dag en per week: e 1 fase -
3 proefwerken per normale lesweek 1 proefwerk per normale lesdag 2 so’s per normale lesdag 1 proefwerk en 1 so per normale lesdag 2 proefwerken per dag tijdens een toetsweek of toetsdag Geen twee toetsen en/of so’s voor de talen op één dag e
2 fase Voor de regels rondom de toetsweken en de tussentoetsen buiten de toetsweek om, verwijzen we naar het Handboek Tweede Fase, hoofdstuk 10 en 11. 2.2 Inhoud De inhoud, het niveau en de wijze van toetsen zijn een afspiegeling van de behandelde lesstof en lesmethode. - Een toets dient er verzorgd uit te zien wat betreft taalgebruik en opmaak. - De toetsen worden bij voorkeur gemaakt in lettertype Arial 12. - De vraagstelling moet begrijpelijk zijn voor de leerlingen voor wie de toets bedoeld is. - De toets moet binnen de gestelde tijd voor de gemiddelde leerling te maken zijn. -
2.3 Afname Een toets kan worden afgenomen door de betreffende docent of door een surveillant. De surveillant is op de hoogte van de afspraken over de afname van de toets en de toegestane hulpmiddelen. - De docent of surveillant zorgt voor een goede orde en neemt eventueel maatregelen om die orde te bevorderen. - De leerling is zelf verantwoordelijk voor het inleveren van het gemaakte werk. - De docent zorgt voor een zorgvuldige afname en inname van de toets. - De docent is op tijd aanwezig en zorgt ervoor dat de leerlingen de toegestane tijd ook volledig kan benutten. - De leerling mag alleen hulpmiddelen lenen van een andere leerling als de surveillant daarvoor toestemming heeft gegeven. - De leerling mag tijdens het maken van een toets geen rekenmachine van een medeleerling lenen. - De docent of surveillant doet geen nadere mededeling of uitspraak over de inhoud van de toets en de vraagstelling. - De docent of surveillant zorgt ervoor dat mobiele telefoons niet aanwezig zijn; de mobiele telefoons liggen in de kluis of worden in de tas opgeborgen. -
2.4 Absentie -
-
Algemeen Bij ziekte of verhindering wordt bij het (telefonisch) afmelden ook altijd doorgegeven dat de leerling een toets niet kan maken. Een leerling die van tevoren weet dat hij niet bij de toets aanwezig kan zijn, overhandigt minimaal 10 dagen van tevoren een schriftelijke verklaring met de reden van de absentie aan de coördinator leerlingenzaken. Indien er sprake is van toegestane absentie overlegt de leerling met de vakdocent over hoe te handelen.
Handboek Tweede Fase -
21
Indien nodig, kan de coördinator leerlingenzaken een schriftelijke verklaring van de ouders verlangen waarin de reden van de absentie wordt omschreven. Ben een leerling zonder officiële afmelding afwezig is, dan bepaalt de vakdocent samen met de coördinator leerlingenzaken wat er verder gebeurt. In het cijferregistratiesysteem (SOM) vermeldt de docent door middel van een * dat de leerling een toets of opdracht (nog) niet heeft gemaakt of afgerond. Afhankelijk van de afspraken, wordt (op enig moment in het cursusjaar) het * alsnog door een cijfer vervangen, of wordt besloten om geen cijfer in te vullen.
-
De leerling die te laat arriveert bij de afname van een toets, krijgt niet de gelegenheid om langer door te werken.
-
Een leerling die langer dan 15 minuten te laat arriveert, wordt niet meer tot de toets toegelaten.
-
Toetsweken De leerlingen zijn 5 minuten voor aanvang van de toets bij het lokaal aanwezig. Komt een leerling te laat, dan mag hij tot 15 minuten na het begin van een toets nog naar binnen. Hij krijgt echter geen extra tijd. Als een leerling niet bij een toets aanwezig kan zijn, moet dit vooraf schriftelijk door de ouders worden gemeld. Onverwachte afwezigheid op de dag zelf moet vooraf telefonisch worden gemeld en later door de ouders schriftelijk worden bevestigd. In het briefje moet de reden van de afwezigheid staan.
2.5 Beoordeling en afhandeling Beoordeling van de toetsen gebeurt aan de hand van beoordelingsnormen die bekend zijn gemaakt bij de leerlingen. - De toetsen worden binnen 14 dagen door de docent nagekeken. - Voor het nakijken van bv. een verslag of praktische opdracht geeft de vakgroep eventueel een andere termijn aan. - Iedere leerling heeft het recht op bespreking van de gemaakte toets. - De docent deelt aan het begin van elk cursusjaar aan de leerlingen mee wat de regels van de vakgroep zijn ten aanzien van het wel of niet meegeven van toetsen. - Gemaakt werk wordt aan de leerling meegegeven. Indien hiervoor binnen de vakgroep zwaarwegende bezwaren bestaan, kan hiervan, met medeweten van de coördinator leerlingenzaken, worden afgeweken. De gemaakte ED-toetsen worden niet meegegeven. - De docent deelt aan het begin van elk cursusjaar aan de leerlingen mee wat de regels van de vakgroep zijn ten aanzien van het wel of niet meegeven van gemaakt werk. - De vakgroepen geven per leerjaar de resultaten van hun toetsen door aan de coördinator leerlingenzaken. De coördinator leerlingenzaken communiceert hierover met de vakgroepen. - Indien een toets door 50% of meer leerlingen per leerjaar onvoldoende is gemaakt, maakt de docent/vakgroep hiervan melding bij de coördinator leerlingenzaken. Na overleg met betrokkenen beslist de betreffende coördinator leerlingenzaken over eventuele vervolgstappen. - De docent verwerkt de resultaten binnen 14 dagen in het centrale cijferregistratiesysteem. -
2.6 Onregelmatigheden -
-
-
Wanneer de docent of surveillant fraude constateert tijdens de toets, meldt hij dit aan de leerling en hij noteert op het werk van de leerling op welk moment de fraude is geconstateerd. De leerling blijft deelnemen aan de toets. De docent rapporteert de fraude direct na de afname aan de coördinator leerlingenzaken en de betreffende vakdocent. De coördinator beslist, alle partijen gehoord hebbende, over de vervolgstappen en/of strafmaat. Fraude die pas na de afname geconstateerd wordt (tijdens het corrigeren bv.), dient direct gemeld te worden aan de coördinator leerlingenzaken; De coördinator beslist, alle partijen gehoord hebbende, over de vervolgstappen en/of strafmaat. Indien een toets van een groep leerlingen is zoekgeraakt, krijgen de leerlingen de gelegenheid de toets over te doen, als er sprake is van nalatigheid van de docent en/of de organisatie. Indien een toets, verslag of opdracht van een leerling en/of enkele leerlingen is zoekgeraakt, wordt in overleg met de docent en de coördinator besloten of en zo ja wanneer de toets, verslag of opdracht over gedaan mag worden.
2.7 Bezwaar en beroep Als de leerling het niet eens is met de beoordeling, meldt hij dit bij de leraar. Als de leerling en de docent er niet samen uitkomen, dan meldt de leerling dit bij de coördinator leerlingenzaken. - De coördinator leerlingenzaken overlegt met de betrokken docent en leerling(en) en neemt een besluit. -
22 -
Dr. Nassau College Assen Dit besluit wordt schriftelijk vastgelegd. Tegen het door de coördinator leerlingenzaken genomen besluit kan door de ouders van de leerling(en) schriftelijk beroep worden aangetekend bij de afdelingsmanager.
2.8 Overmacht Er is sprake van overmacht als een docent, vakgroep, of coördinator leerlingenzaken kan aantonen dat om praktische reden moet worden afgeweken van het toetsreglement. De beslissing over de geldigheid van de reden wordt genomen door de coördinator(en) leerlingenzaken in overleg met de afdelingsmanager(s). 3. Soorten toetsing Voor een uitgebreide toelichting op een aantal specifieke toetsen in de Tweede Fase verwijzen we naar het Handboek Tweede Fase, hoofdstuk 10 en 11.
-
-
-
3.1 Rapporttoets Rapporttoetsen zijn toetsen die uitsluitend meetellen voor de overgang naar een hoger leerjaar. Rapporttoetsen worden opgenomen in het studieschema van het vak. Rapporttoetsen worden afgenomen volgens een vooraf bij de leerlingen bekend toetsrooster (klas 3 en hoger). Rapporttoetsen worden afgenomen op verschillende momenten in de vakles(sen), dan wel in de zogenaamde toetsweken. In de Tweede Fase geldt dat een rapporttoets niet kan worden herkanst. De cijfers van de rapporttoetsen worden opgenomen in het gewogen gemiddelde van het cijfer per vak. Het gemiddelde van alle cijfers op de rapporttoetsen bepaalt het (on)afgeronde eindcijfer. 3.2 SO’s Schriftelijke overhoringen zijn toetsen over een beperkt deel van de leerstof. Schriftelijke overhoringen zijn vaak bedoeld om de vordering van de (individuele) leerling te bepalen. Schriftelijke overhoringen moeten altijd (uiterlijk drie dagen van tevoren) aangekondigd worden. Schriftelijke overhoringen hoeven niet noodzakelijkerwijs in een studieschema of toetsplan opgenomen te worden. 3.3 Eindexamentoetsen De toetsen die meetellen voor het eindexamen noemen we ExamenDossier (ED)-toetsen. Deze toetsen worden vermeld in het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA). ED-toetsen worden in principe afgenomen tijdens de toetsweken en kunnen herkanst worden, tenzij anders vermeld. De resultaten van de ED-toetsen worden in een apart overzicht op het eduweb en bij de rapportages vermeld. 3.4 Praktische opdrachten De praktische opdrachten worden in het studieschema/toetsschema en/of PTA vermeld. De vakgroep/vakdocent houdt met de planning, indien mogelijk, zoveel mogelijk rekening met de belasting in verband met andere toetsen en opdrachten. De docent geeft via het studieschema/toetsschema en/of tijdens de lessen duidelijk aan wat de richtlijnen en afspraken zijn omtrent inhoud en inleverdata. De vakgroep/vakdocent geeft bij het verstrekken van praktische opdrachten ook de consequenties en maatregelen aan bij het overschrijden van de deadline. Het niet nakomen van gemaakte afspraken voor de praktische opdracht heeft dezelfde consequenties als het missen van een toets. Tenzij dit in het examenreglement en Handboek anders vermeld staat. De leerling overhandigt het gemaakte werk persoonlijk aan de betreffende vakdocent. Het is ook mogelijk om het gemaakte werk via de mail te versturen, als daar met de docent duidelijke afspraken over zijn gemaakt.
3.5 Mondelinge toetsen Voor de regelgeving rondom de mondelinge toetsing in de Tweede Fase verwijzen we naar het Handboek Tweede Fase. Hoofdstuk 10 en 11. - Mondelinge toetsen en presentaties worden ter plekke beoordeeld. -
3.6
Luistertoetsen
Handboek Tweede Fase -
-
23
Voor de regelgeving rondom de luistertoetsen in de Tweede Fase verwijzen we naar het Handboek Tweede Fase, hoofdstuk 10 en 11.. Een luistertoets zal over het algemeen een gemeenschappelijke toets zijn die op een bepaald moment voor alle leerlingen van een jaargroep wordt afgenomen. Leerlingen die te laat komen voor een luistertoets worden niet meer toegelaten tot de toets.
3.7 Spreekvaardigheidtoetsen Zie voor de regels rondom de spreekvaardigheid Nederlands en de Moderne Vreemde Talen in de Tweede Fase het Handboek Tweede Fase, hoofdstuk 10 en 11.
3.8 Oefentoetsen / diagnostische toetsen Oefentoetsen of diagnostische toetsen worden uitsluitend afgenomen om de vorderingen van de leerlingen vast te stellen op een bepaald leerstofonderdeel. - De uitkomst wordt door de vakgroep en/of docent gebruikt om eventueel de instructie, leerstrategie en toetsing aan te passen. - Resultaten van deze toetsen worden niet meegeteld voor de overgang. - De docent kan een oefentoets of diagnostische toets op ieder door de docent gewenst moment afnemen. -
-
3.9 IJktoetsen / entreetoetsen Een ijktoets of entreetoets heeft als doel om vast te stellen of leerlingen het vereiste niveau van een bepaald leerjaar hebben (bereikt). Een ijktoets of entreetoets wordt aan het begin of eind van een leerjaar afgenomen. Een ijktoets of entreetoets is een gemeenschappelijke toets. De vakgroep geeft aan of het cijfer voor een ijktoets of entreetoets meetelt voor de overgang. Het resultaat van een ijktoets of entreetoets kan ook leiden tot verwijzing naar de steunles voor het betreffende vak.
3.10 Handelingsdelen / Beoordeling Een handelingsdeel is een onderdeel in de Tweede fase dat niet met een cijfer wordt beoordeeld, maar wel als voldoende of goed moet worden afgetekend. - We spreken van een beoordeling als een leerling een bepaalde prestatie of handeling heeft verricht. - Een beoordeling kan betrekking hebben op een verslag, een werkstuk, een presentatie, een gesprek. - Naast vakinhoud, kunnen ook vaardigheden en proces worden beoordeeld. -
4. Extra faciliteiten 4.1 Dyslexie Algemeen Om in aanmerking te komen voor extra faciliteiten moet de leerling over een officiële dyslexieverklaring beschikken. Eerste Fase De leerling wordt opgeroepen voor een gesprek met de Remedial Teacher coördinator Op grond van de dyslexieverklaring wordt een handelingsplan opgesteld met aandacht voor de extra faciliteiten. - In klas 1 en 2 krijgt de leerling 15’ extra tijd; de docent regelt een ruimte voor de leerling om na de officiële tijd extra door te kunnen werken. - In klas 3 wordt voor de leerlingen met extra tijd tijdens de toetsweken/dagen een apart lokaal geregeld. -
-
-
Tweede Fase In de eerste weken van het vierde leerjaar vwo en havo hebben de dyslectische leerlingen een gesprek met de coördinator dyslexie. Daarna wordt een lijst opgesteld met de namen van de leerlingen met dyslexie en de voor hen gewenste voorzieningen. In de toetsweken maken deze leerlingen hun toetsen in een apart lokaal (310). Extra tijd en/of vergrotingen en/of andere voorzieningen worden centraal geregeld. In overleg met de coördinator leerlingenzaken kan de leerling eventueel gewijzigde tijden afspreken. Voor de tussentoetsen regelt de leerling eventueel aangepaste tijden met de vakdocent. Ook voor het Centraal Examen kan de leerling in overleg aanspraak maken op extra tijd en eventueel extra voorzieningen. 4.2
Clusterleerlingen
24
Dr. Nassau College Assen Algemeen We spreken hier over leerlingen die in het bezit zijn van een officiële verklaring en waarvoor de school ook rugzakgelden ontvangt in het kader van een persoonsgebonden budget.
Eerste en Tweede Fase Indien nodig kan een leerling gebruik maken van extra faciliteiten. De faciliteiten kunnen per leerling verschillen. In overleg met de zorgmentor en de zorgcoördinator wordt bepaald van welke extra faciliteiten de leerling bij de toetsing en het eindexamen gebruik mag maken. - De extra faciliteiten worden door de coördinator leerlingenzaken doorgegeven aan de administratie. -
4.3
-
-
Allochtone leerlingen en taalzwakke leerlingen
Algemeen We spreken hier over a. leerlingen die minder dan 5 jaar in Nederland woonachtig zijn b. leerlingen die door ons gediagnosticeerd zijn als taalzwak c. leerlingen waarvan wij constateren dat zij een taalachterstand hebben Eerste Fase Leerlingen kunnen in overleg met de mentor en/of de coördinator leerlingenzaken in aanmerking komen voor extra tijd bij het maken van de toetsen
Tweede Fase Leerlingen kunnen in overleg met de mentor en/of de coördinator leerlingenzaken in aanmerking komen voor extra tijd bij het maken van de toetsen - Voor het Centraal Examen kunnen de leerlingen die minder dan 5 jaar woonachtig zijn in Nederland aanspraak maken op extra tijd en eventueel extra voorzieningen. -
-
-
4.4 Faciliteiten op speciaal verzoek Indien nodig kan een leerling in overleg met de mentor en/of zorgcoördinator en de coördinator leerlingenzaken voor extra faciliteiten in aanmerking komen. De overeengekomen extra faciliteiten worden altijd voor een bepaalde periode (niet langer dan1 jaar) vastgelegd, geëvalueerd en eventueel voor een volgende periode bijgesteld. De regelgeving omtrent extra faciliteiten is vastgelegd in het document Extra Faciliteiten. De school biedt onder bepaalde omstandigheden de mogelijkheid aan om (buiten de vastgestelde afspraken in het handelingsplan) digitaal te toetsen. Het gaat hierbij voornamelijk om leerlingen met een lichamelijke of geestelijke beperking die van tijdelijke aard is. De coördinator leerlingenzaken overlegt hierover met de mentor en/of zorgcoördinator en legt de afspraken in een tijdelijk handelingsplan vast. De regelgeving omtrent het digitaal afnemen van toetsen is vastgelegd in het document Extra Faciliteiten.
5. Digitale toetsing -
Voor de vakspecifieke digitale toetsing stelt de vakgroep de regels vast.
7.2 Het ordereglement Op dit moment wordt gewerkt aan het aanpassen van het ordereglement voor de locatie Quintus. Via de mail zal iedereen op de hoogte gebracht worden, zodra dit reglement opgenomen wordt in dit Handboek en op de site.
Handboek Tweede Fase
25
8. Toelating, bevordering, doorstroom/instroom/vrijstellingen 8.1
Toelating
In principe zijn alle leerlingen toelaatbaar die binnen onze school een overgangsbewijs hebben van het derde naar het vierde leerjaar. Voor leerlingen die vanuit een andere vestiging van het Dr. Nassau College willen instromen, of vanuit een andere school, is een protocol met toelatingscriteria en regels rondom de te volgen procedure vastgesteld.
8.2
Bevordering
8.2.1
Bevorderingsnormen van gym/ath-4 naar gym/ath-5
Algemene richtlijnen: a.
bij het vaststellen van de bevorderingsnormen wordt de grote lijn van de slaag-zakregeling van het eindexamen aangehouden, waarbij ook de mogelijkheid tot het slagen via een herkansing en/of eventuele compensatie wordt meegenomen. Een cijfer van een 3.0 of lager op de cijferlijst betekent dat de leerling niet zondermeer bevorderd kan worden De cijfers voor de vakken die meetellen in het combinatiecijfer worden voor het bepalen van de overgang niet als combinatiecijfer meegenomen, maar als apart cijfer. Het eindcijfer voor een vak wordt als onafgerond cijfer op het rapport vermeld. Bij het bepalen van het gemiddelde van alle vakken worden alleen de onafgeronde eindcijfers van de cijfervakken meegenomen. Voor het vaststellen van het aantal onvoldoendes (zie Bevorderen, Niet bevorderen en Bespreken), worden de onafgeronde cijfers (beneden de 6.0) volgens de examennorm afgerond. De vakken ckv en lo krijgen als eindcijfer een symbool (o, v of g) Een bespreking kan resulteren in een bevordering, een afwijzing, een geclausuleerde bevordering, bevorderen met het opleggen van een taak, of een (advies voor) gerichte bevordering naar een lager niveau (in dit geval havo-4) In de overgangsvergadering wordt vastgesteld of een leerling wel of niet bevorderd is. De uitkomst van deze vergadering is bindend.
b. c. d. e. f. g. h.
i.
1. Bevorderen Een leerling is bevorderd als hij: geen onvoldoendes heeft, of niet meer dan 2 onvoldoendes heeft, bestaande uit: - 1 onvoldoende : (1 x 5), of (1 x 4), - 2 onvoldoendes : (2 x 5), of (1 x 5 en 1 x 4), waarvan maximaal 1 x 5 in de kernvakken Nederlands, wiskunde en Engels gemiddeld een 6.0 van de onafgeronde eindcijfers van alle cijfervakken, Bovendien moeten alle handelingsdelen van de afsluitende en niet-afsluitende vakken naar behoren zijn afgerond ten tijde van de overgangsvergadering. -
2. Niet bevorderen Een leerling is niet bevorderd als hij: 4 of meer onvoldoendes heeft 3. Bespreken -
3 onvoldoendes Leerlingen met een cijfersamenstelling die niet in de eerste twee categorieën valt Leerlingen die een of meerdere handelingsdelen niet naar behoren hebben afgerond Leerlingen die een 3.0 of lager hebben voor een vak
26 8.2.2
Dr. Nassau College Assen Bevorderingsnormen van gym/ath-5 naar gym/ath-6
Algemene richtlijnen: a.
bij het vaststellen van de bevorderingsnormen wordt de grote lijn van de slaag-zakregeling van het eindexamen aangehouden, waarbij ook de mogelijkheid tot het slagen via een herkansing en/of eventuele compensatie wordt meegenomen. Een cijfer van een 3.0 of lager op de cijferlijst betekent dat de leerling niet zondermeer bevorderd kan worden De cijfers voor de vakken die meetellen in het combinatiecijfer worden voor het bepalen van de overgang niet als combinatiecijfer meegenomen, maar als apart cijfer. Het eindcijfer voor een vak wordt als onafgerond cijfer op het rapport vermeld. Bij het bepalen van het gemiddelde van alle vakken worden alleen de onafgeronde eindcijfers van de cijfervakken meegenomen. Voor het vaststellen van het aantal onvoldoendes (zie Bevorderen, Niet bevorderen en Bespreken), worden de onafgeronde cijfers (beneden de 6.0) volgens de examennorm afgerond. De vakken ckv en lo krijgen als eindcijfer een symbool (o, v of g) Een bespreking kan resulteren in een bevordering, een afwijzing, een geclausuleerde bevordering, bevorderen met het opleggen van een taak, of een (advies voor) gerichte bevordering naar een lager niveau (in dit geval havo-5) In de overgangsvergadering wordt vastgesteld of een leerling wel of niet bevorderd is. De uitkomst van deze vergadering is bindend.
b. c. d. e. f. g. h.
i.
1. Bevorderen Een leerling is bevorderd als hij: geen onvoldoendes heeft, of niet meer dan 2 onvoldoendes heeft, bestaande uit: - 1 onvoldoende : (1 x 5), of (1 x 4), - 2 onvoldoendes : (2 x 5), of (1 x 5 en 1 x 4), waarvan maximaal 1 x 5 in de kernvakken Nederlands, wiskunde en Engels gemiddeld een 6.0 van de onafgeronde eindcijfers van alle cijfervakken, Bovendien moeten alle handelingsdelen van de afsluitende en niet-afsluitende vakken naar behoren zijn afgerond ten tijde van de overgangsvergadering. -
2. Niet bevorderen Een leerling is niet bevorderd als hij: 4 of meer onvoldoendes heeft 3. Bespreken -
8.2.3
3 onvoldoendes Leerlingen met een cijfersamenstelling die niet in de eerste twee categorieën valt Leerlingen die een of meerdere handelingsdelen niet naar behoren hebben afgerond Leerlingen die een 3.0 of lager hebben voor een vak
Bevorderingsnormen van havo-4 naar havo-5
Algemene richtlijnen: a.
b. c. d.
bij het vaststellen van de bevorderingsnormen wordt de grote lijn van de slaag-zakregeling van het eindexamen aangehouden, waarbij ook de mogelijkheid tot het slagen via een herkansing en/of eventuele compensatie wordt meegenomen. Een cijfer van een 3.0 of lager op de cijferlijst betekent dat de leerling niet zondermeer bevorderd kan worden De cijfers voor de vakken die meetellen in het combinatiecijfer worden voor het bepalen van de overgang niet als combinatiecijfer meegenomen, maar als apart cijfer. Het eindcijfer voor een vak wordt als onafgerond cijfer op het rapport vermeld.
Handboek Tweede Fase e.
27
Bij het bepalen van het gemiddelde van alle vakken worden alleen de onafgeronde eindcijfers van de cijfervakken meegenomen. Voor het vaststellen van het aantal onvoldoendes (zie Bevorderen, Niet bevorderen en Bespreken), worden de onafgeronde cijfers (beneden de 6.0) volgens de examennorm afgerond. De vakken ckv en lo krijgen als eindcijfer een symbool (o, v of g) Een bespreking kan resulteren in een bevordering, een afwijzing, een geclausuleerde bevordering, of een bevorderen met het opleggen van een taak. In de overgangsvergadering wordt vastgesteld of een leerling wel of niet bevorderd is. De uitkomst van deze vergadering is bindend.
f. g. h. i.
1. Bevorderen Een leerling is bevorderd als hij: -
geen onvoldoendes heeft, of niet meer dan 2 (afgeronde)onvoldoendes heeft, bestaande uit: - 1 onvoldoende : (1 x 5), of (1 x 4), - 2 onvoldoendes : (2 x 5), of (1 x 5 en 1 x 4), waarvan maximaal 1 x 5 in de kernvakken Nederlands, wiskunde en Engels gemiddeld een 6.0 van de onafgeronde eindcijfers van alle cijfervakken,
Bovendien moeten alle handelingsdelen van de afsluitende en niet-afsluitende vakken naar behoren zijn afgerond ten tijde van de overgangsvergadering. 2. Niet bevorderen Een leerling is niet bevorderd als hij: 4 of meer onvoldoendes heeft 3. Bespreken 8.3
3 onvoldoendes Leerlingen met een cijfersamenstelling die niet in de eerste twee categorieën valt Leerlingen die een of meerdere handelingsdelen niet naar behoren hebben afgerond Leerlingen die een 3.0 of lager hebben voor een vak Doorstroom
8.3.1 Doorstroom van vmbo-t naar havo- 4 Het decanaat en de coördinatoren leerlingenzaken van de afleverende school en de ontvangende school regelen de informatieve (LOB) en organisatorische zaken die met de overstap van vmbo-4 naar havo-4 te maken hebben. In een verplicht regionaal convenant hebben wij de algemene voorwaarden voor de doorstroom van deze leerlingen vastgelegd. Dit convenant is terug te vinden op de site.
8.3.2 Begeleiding vmbo-instroom leerlingen In de Tweede Fase is één docent aangesteld om de leerlingen die vanuit het vmbo zijn ingestroomd in havo-4 te begeleiden. Deze instroombegeleider voert gesprekken met de leerlingen en heeft daarnaast regelmatig contact met de coördinator leerlingenzaken en de afdelingsmanager. 8.3.3
Begeleiding instroom externe leerlingen in vwo-4 In de Tweede Fase is één docent aangesteld om de leerlingen die vanuit een externe locatie of andere school zijn ingestroomd in ath/gym te begeleiden. Deze instroombegeleider voert gesprekken met de leerlingen en heeft daarnaast regelmatig contact met de coördinator leerlingenzaken en de afdelingsmanager.
28 8.3.4
Dr. Nassau College Assen Doorstroom van havo-5 naar ath-5: aanmeldingstraject
De havo-5 leerling meldt zich aan bij decaan. Deze houdt een motivatiegesprek met de leerling en noteert de motivatie. Vervolgens maakt de decaan een inventarisatie van belangstellende havo-5 leerlingen en nodigt hij/zij deze leerlingen uit voor een voorlichting. Leerlingen van een andere school die belangstelling hebben getoond worden hiervoor schriftelijk uitgenodigd. De havo-5 leerling neemt ten slotte naar behoefte contact op met de decaan voor een vervolggesprek. Aanmelding voor 1 mei. De aanmeldingstermijn sluit uiterlijk 1 week na de uitslagdatum CE. De aanmeldingsformulieren worden verzameld door de decaan. Naast het aanmeldingsformulier dienen de gegadigden in overleg met de decaan een profielkeuze formulier in te vullen. De decaan vraagt via een speciaal daarvoor ontwikkeld formulier advies van de havo-5 vakdocenten van de betreffende leerling. Het advies heeft betrekking op het perspectief van de havoleerling in ath-5. De decaan verzamelt deze adviezen. De adviezen worden de eerste keer gegeven op basis van de SE-cijfers. Na het centraal Examen wordt aan de docenten nogmaals een advies gevraagd, nu op basis van alle (SE en CE) cijfers. Toelaatbaarheid van de havoleerling wordt vervolgens vastgesteld in een overleg tussen de coördinatoren leerlingenzaken en afdelingsmanagers van zowel de havo- als de atheneumafdeling. Toelating of afwijzing gebeurt op deze manier zorgvuldig en de uitkomst is dan ook bindend. Criteria: a. Diploma havo b. Positief meerderheidsadvies door de geraadpleegde vakdocenten (5 van de 7 vakken) c. Maximaal 1 onvoldoende (1 x 5; gem. 6 of hoger) in toekomstige profielvakken. d. Een leerling die havo-4 gedoubleerd heeft, dan wel in havo-5 is gezakt, dan wel een deficiëntie in het profielpakket heeft, is niet zondermeer toelaatbaar. e. Leerlingen kunnen als regel alleen doorstromen naar het gelijknamige profiel op het atheneum. Iedere toelaatbare havoleerling wordt opnieuw uitgenodigd voor een gesprek met de decaan en/of de coördinator leerlingenzaken om het definitieve vakkenpakket vast te leggen. Toegelaten havoleerlingen ontvangen na de uitslag CE een uitnodiging van de coördinator leerlingenzaken vwo voor een kennismakingsgesprek. In dit gesprek worden o.a. ook eventuele vrijstellingen en deficiënties en de daarbij behorende aanvullende taken/toetsen met de leerling besproken. 8.4
Instroom
8.4.1
Instromers van gym/ath-4 naar havo-4 Procedure: Leerling geeft te kennen aan de mentor en/of coördinator leerlingenzaken (vermoedelijk) de bevordering naar gym/ath- 5 niet te halen en te kiezen voor plaatsing in havo- 4 Leerling maakt een afspraak met de decaan voor een gesprek om de consequenties van een overstap te bespreken. Leerling ontvangt informatie van de decaan over de te maken keuzes. Leerling krijgt een keuzeformulier mee naar huis en leerling en ouders maken zo spoedig mogelijk middels dit formulier een definitieve keuze bekend. Leerling maakt een afspraak met de betreffende coördinator leerlingenzaken voor een gesprek. Indien de overgangsvergadering gym/ath-4 een positief advies geeft, volgt er een gerichte bevordering naar havo-4
8.4.2
Instromers van gym/ath-5 naar havo-5 Procedure: De leerling meldt zich bij de decaan voor een gesprek over het profiel in havo-5; de decaan raadpleegt de vakdocent(en) bij eventuele
Handboek Tweede Fase
8.4.3
29
deficiëntie en vraagt tevens een eerste vakadvies voor een dergelijke overstap De instromer maakt vervolgens een afspraak met de betreffende coördinator leerlingenzaken voor een gesprek. In dat gesprek worden de vrijstellingen besproken alsmede de eventuele aansluitproblemen. Indien de overgangsvergadering gym/ath-5 een positief advies geeft, volgt er een gerichte bevordering naar havo-5
Tussentijds wisselen van profiel/vak(ken) Algemeen: In de Tweede Fase is het wisselen van profiel gedurende het cursusjaar e niet toegestaan. Het voorlichting – en keuzetraject in de 3 klassen is zo zorgvuldig en uitgebreid dat een leerling een gefundeerde keuze heeft kunnen maken. Daarnaast moet er bij een tussentijdse wissel een (grote) achterstand bij meerdere vakken weggewerkt worden. In de Tweede Fase is het wisselen van een enkel (keuze) vak bij hoge uitzondering toegestaan. De wijziging is in principe alleen mogelijk in de eerste periode van het cursusjaar. Ook hier gaan we ervan uit dat het e voorlichtings – en keuzetraject in de 3 klassen zo zorgvuldig en uitgebreid is dat een leerling een gefundeerde keuze heeft kunnen maken. Daarnaast moet er bij een tussentijdse wissel een (grote) achterstand bij het nieuwe vak weggewerkt worden. Procedure bij vakwissel: De leerling gaat naar het decanaat en geeft aan wat de bedoeling is (na van tevoren met ouders, mentor en eventueel de coördinator leerlingenzaken gesproken te hebben) Het decanaat doet een voorlopige inventarisatie van de mogelijkheden (o.a. wordt de afleverende en de ontvangende vakdocent geraadpleegd) Het decanaat overlegt met de coördinator leerlingenzaken en dan volgt een definitieve toestemming door de coördinator Het decanaat stelt alle betrokkenen op de hoogte en regelt verder het administratieve gedeelte van de wijziging
8.5 Vrijstellingen
Op dit moment wordt gewerkt aan een nieuw overzicht van de vrijstellingen per vak en de consequenties voor de toetsing bij instromen, doorstromen en het overdoen van het examenjaar. Zodra dit overzicht klaar is, zal dit in het Handboek opgenomen worden en volgt hierover een mededeling via de mail en de site. De hieronder vermelde regels blijven van kracht. 8.5.1
Uitgangspunt:
Zittenblijvers doen in principe alles over.
Waar mogelijk wordt gestreefd naar generale maatregelen. Indien dit onmogelijk is, kiezen we vervolgens voor een ‘op maat benadering’ voor de betreffende leerling. Vakken die voor havo-5 en vwo-6 verplicht op de tabel staan worden door alle leerlingen gevolgd, tenzij anders vermeld. Dit geldt ook voor ingestroomde vwo-5 kandidaten in havo-5.
8.5.2 Niet geslaagden havo-5 Uitgangspunt is dat de leerling dient te voldoen aan de vereiste studielast.
30
Dr. Nassau College Assen
Voor de eindexamenvakken doet de kandidaat alle EDverplichtingen van het eindexamenjaar over. Het profielwerkstuk kan, indien de kandidaat dat wenst, overgedaan worden. Praktische opdrachten worden opnieuw uitgevoerd. LOB en MAS: afgerond = afgerond.
Tabelvakken met een lesverplichting en vrijstellingen: 1. LO.: wel lessen; geen dossieronderdelen overdoen (indien het vak met een V of G is afgerond) 2. Ne: Is het mondeling examenonderdeel Literatuur niet met een voldoende afgesloten, dan geen vrijstelling voor dit onderdeel (dus 4 nieuwe romans op niveau lezen, de lessen volgen en opnieuw een mondeling doen) 3. Frans/Duits: keuze om spreekvaardigheid over te doen; het laatste cijfer telt 4. En/Fa/Du: Is het mondeling examenonderdeel Literatuur niet met een voldoende afgesloten, dan geen vrijstelling voor dit onderdeel 8.5.3 Niet geslaagden ath/gym-6 Uitgangspunt is dat de leerling dient te voldoen aan de vereiste studielast.
Voor de eindexamenvakken doet de kandidaat alle EDverplichtingen van het eindexamenjaar over. Het profielwerkstuk kan, indien de kandidaat dat wenst, overgedaan worden. Praktische opdrachten worden opnieuw uitgevoerd. LOB en MAS: afgerond = afgerond.
Tabelvakken met een lesverplichting en vrijstellingen: 1. LO.: wel lessen; geen dossier-onderdelen overdoen (indien het vak met een V of G is afgerond) 2. MVT: keuze om spreekvaardigheid over te doen; het laatste cijfer telt 3. Indien de kandidaat het vak Literatuur als apart vak heeft afgesloten, heeft de kandidaat de keuze om het mondeling literatuur over te doen. 4. Indien Literatuur een onderdeel is van het vak Nederlands, en het mondeling examenonderdeel Literatuur is niet met een voldoende afgesloten, dan geen vrijstelling voor dit onderdeel (dus 4 nieuwe romans op niveau lezen, de lessen volgen en opnieuw een mondeling doen) 5. En/Fa/Du: Is het mondeling examenonderdeel Literatuur niet met een voldoende afgesloten, dan geen vrijstelling voor dit onderdeel
8.5.4 Instromers Havo-5 vanuit Vwo-5 Afgerond Examendossier/geen lesverplichting meer: 1. Ckv 2. Maatschappijleer Tabelvakken met een lesverplichting en vrijstellingen: 1. LO.: wel lessen; de “rollen” mogen als enige blijven staan.
Handboek Tweede Fase 8.5.5
31
Instromers havo-4 vanuit ath/gym-4:
Gerichte afstromers (=leerling bevorderd naar vwo-5, doch keuze voor havo-4) hebben voor het in vwo-4 afgesloten vak maatschappijleer geen lesverplichting. Voor het vak LO geldt wel een lesverplichting; de “rollen” mogen als enige blijven staan.
8.5.6
Instromers ath/gym-5 vanuit havo-5:
1. Kandidaten krijgen een vrijstelling voor het vak anw, ckv en maatschappijleer 2. Tabelvakken met een lesverplichting en vrijstellingen: L.o.: wel lessen; geen dossieronderdelen overdoen e
Kandidaten dienen in vwo-5 een 2 moderne vreemde taal op te nemen. Begin vwo-5 wordt een diagnostische toets voor Frans of Duits afgenomen.
-
-
-
Vrijstelling tweede moderne vreemde taal (ath/gym) Een leerling die na het behalen van het havodiploma in een NT-profiel of een NG-profiel doorstroomt naar de ath/gym-opleiding (in een NT- en/of /NG-profiel) kan ontheffing worden verleend voor het volgen van de tweede moderne (vreemde) taal. Voorwaarden: De leerling en/of de ouders, dan wel de mentor en/of coördinator leerlingenzaken, vraagt/vragen de mogelijkheid tot ontheffing aan Er volgt een gesprek met de leerling/ouders en mentor/coördinator leerlingenzaken waarin de argumenten voor een aanvraag worden besproken De coördinator leerlingenzaken bespreekt de aanvraag met de afdelingsmanager havo en de afdelingsmanager beslist over het verlenen van de ontheffing Bij een akkoord volgt een gesprek met de decaan De decaan bespreekt met de leerling welk vak wordt gekozen ter vere vanging van de 2 moderne vreemde taal. 8.5.7
Zittenblijvers
Zittenblijvers doen alles over. 8.5.8
Vrijstellingenbeleid CKV
Zittenblijvers ath/gym-4 / havo-4: Leerlingen die in vwo-4/ havo-4 zijn blijven zitten, moeten de lessen CKV gewoon bijwonen in het nieuwe jaar, maar mogen de ingeleverde verslagen voor culturele activiteiten meenemen. Zij hoeven dus niet opnieuw 4 of 5 dure voorstellingen te bezoeken. Verder doen zij gewoon mee aan alle andere activiteiten die bij het vak CKV horen zoals hoorcolleges, toetsen, excursies, voorstellingen, opdrachten uit werkboeken en praktische opdrachten
9. Het Examen
32
9.1.
Dr. Nassau College Assen
Het examen Het examen voor vwo en havo bestaat uit een Schoolexamen en een Centraal Examen. De volgende vakken bevatten uitsluitend een Schoolexamen: Maatschappijleer; Lichamelijke Opvoeding (LO); Culturele en Kunstzinnige Vorming (CKV); Algemene Natuurwetenschappen (ANW); Literatuur; Natuur, Leven en Technologie (NLT); Klassieke Culturele Vorming (KCV); Bewegen, Sport en Maatschappij (BSM); Wiskunde-D, Onderzoek en Ontwerpen (O&O) en Spaans. Voor de vakken Nederlands en Engels uit het gemeenschappelijk deel, de vakken uit het profieldeel en bijna alle keuze-examenvakken (uit het profielkeuzedeel en het keuze-examenvak), is er zowel een Schoolexamen als een Centraal Examen. Het Schoolexamen omvat tenminste die exameneenheden, die niet in het Centraal Examen worden getoetst.
9.2.
Het examendossier Het Schoolexamen wordt vastgelegd in het zogenaamde examendossier. Het examendossier bevat op dit moment tenminste de volgende onderdelen: het PTA een cijfermatig overzicht van de behaalde resultaten het profielwerkstuk met vermelding van de titel + vak(ken) + cijfer LO, CKV en MAS met vermelding van ‘voldoende’ of ‘goed’ Het LOB-dossier De bedoeling van het examendossier is dat het inzicht geeft in alle activiteiten van de leerling in het kader van het examen. Scholen mogen zelf de vorm en omvang van het examendossier bepalen. Het examendossier bestaat in ieder geval uit de cijfermatige weergave van de examenonderdelen. Deze cijfers zijn voor leerlingen toegankelijk in een digitaal systeem op de site. De activiteiten in het kader van LOB en MAS worden door de betreffende coördinatoren geregistreerd en bijgehouden. Het examendossier wordt gespreid opgebouwd over het vierde en vijfde leerjaar voor de havo en over het vierde, vijfde en zesde leerjaar voor het vwo. De school heeft geen wettelijke verplichting om het gemaakte schoolexamenwerk voor een bepaalde termijn te bewaren.
9.2.1. Handelingsdeel
het handelingsdeel is een opdracht waarvan door de examinator wordt vastgesteld of deze ‘naar behoren’ of ‘goed’ is uitgevoerd; de handelingsdelen worden dus niet met een cijfer beoordeeld; de handelingsdelen die meetellen voor het eindexamen worden vermeld in het PTA een handelingsdeel bestaat uit verschillende vakspecifieke delen; schriftelijke reflectie op de uitvoering van de opdracht door kandidaat kan een onderdeel van de opdracht zijn;
Handboek Tweede Fase
33
9.2.2. Profielwerkstuk
het profielwerkstuk behandelt een thema van een of twee grote (profiel)vakken of een vakoverstijgende thematiek; beoordeling van proces en product door een à twee docenten aan de hand van criteria die vooraf aan de kandidaat bekend zijn gemaakt; het profielwerkstuk is een onderdeel van het Schoolexamen het cijfer voor het profielwerkstuk telt mee binnen het combinatiecijfer
9.2.3 De praktische opdrachten De meeste vakken kennen praktische werkvormen en daarmee samenhangend ook praktische opdrachten als toetsen. Deze praktijkopdrachten zijn onderdeel van het onderwijsprogramma van het betreffende vak en dus vakspecifiek. De opdrachten variëren van een practicum bij natuurkunde, scheikunde of biologie tot het voeren van een gesprek, het maken van een schriftelijk werkstuk, verrichten van metingen of het maken van een verslag. De beoordeling betreft zowel het proces als het product. De praktische opdrachten moeten expliciet in het PTA worden opgenomen, indien zij een onderdeel vormen van het examendossier.
9.2.4.
MAS
Voor de Maatschappelijke Stage geldt dat deze uren beschouwd worden als handelingsdeel Iedere leerling besteedt 50 uren aan deze maatschappelijke stage; 30 uren zijn een verplichte exameneis en 20 uren zijn eigen schooluren De MAS-coördinator vermeldt de procedure en de criteria waaraan de leerling moet hebben voldaan.
9.2.5. LOB
9.3.
Voor de LOB-uren geldt dat ze worden beschouwd als handelingsdeel e Ze omvatten 90 (havo) resp. 120 (vwo) studielasturen over het 4 e e e e en 5 jaar (havo) resp. 4 , 5 en 6 jaar (vwo) Het decanaat vermeldt de procedure en de criteria waaraan de leerling moet hebben voldaan.
Het eindcijfer Het eindcijfer voor het examen komt als volgt tot stand:
9.3.1
Cijfer Schoolexamen
alle vakken tellen mee in de slaag-/zakregeling de vakken ckv en lo uit het gemeenschappelijke deel worden niet met een cijfer afgesloten, maar beoordeeld met ‘voldoende’ of ‘goed’ het profielwerkstuk wordt beoordeeld met een cijfer en opgenomen in het combinatiecijfer een vak dat alleen een schoolexamen kent, krijgt een cijfer dat is afgerond op een heel getal (5,49 = 5 ; 5,50 = 6)
34
Dr. Nassau College Assen
een vak dat ook nog een centraal examen kent, krijgt een SEcijfer dat afgerond is op één decimaal het cijfer voor het schoolexamen is samengesteld uit de cijfers en beoordelingen voor de SE-toetsen en praktische opdrachten de handelingsdelen per vak dienen ‘naar behoren’ te zijn afgerond in het Programma van Toetsing en Afsluiting legt de school de weging van de verschillende SE-onderdelen per vak vast In het schooljaar 2012-2013 wordt in het kader van de pilot rekenen een toets afgenomen; leerlingen uit havo-4 en atheneum-5 kunnen het behaalde cijfer, indien voldoende, meenemen naar het examenjaar 2013-2014. 9.3.2 Het combinatiecijfer
De cijfers voor de becijferde kleine examenvakken worden rekenkundig gemiddeld in het zogeheten combinatiecijfer Elk van deze cijfers telt even zwaar mee Verplichte onderdelen van het combinatiecijfer zijn: maatschappijleer, algemene natuurwetenschappen en het profielwerkstuk. Literatuur (alleen vwo-6) en KCV (vwo) zijn op onze school ook onderdeel van het combinatiecijfer Voor het berekenen van het combinatiecijfer worden de op de cijferlijst vermelde cijfers (bestaande uit de afgeronde eindcijfers) gemiddeld
9.3.3 Het eindcijfer per vak
voor vakken met een centraal examen en een schoolexamen is het eindcijfer het (afgeronde) gemiddelde van het SE- en het CEcijfer (die elk op 1 decimaal nauwkeurig zijn afgerond) voor vakken met alleen een schoolexamen is het eindcijfer het (afgeronde) cijfer van het SE
Een havoleerling heeft acht cijfers die meewegen in de slaag/zakregeling: Nederlands, Engels, vier profielvakken, een vak in het keuzedeel en een combinatiecijfer. In het examenjaar 2013-2014 komt hier ook het cijfer voor Rekenen bij. Een vwo-leerling heeft negen cijfers die meewegen in de slaag/zakregeling: Nederlands, Engels, een tweede moderne vreemde taal, vier profielvakken, een vak in het keuzedeel en het combinatiecijfer. In het examenjaar 2013-2014 komt hier ook het cijfer voor Rekenen bij.
Handboek Tweede Fase
9.4.
35
Uitslagregeling Voor zowel vwo als havo geldt de volgende slaag-/zak regeling: Een examenkandidaat is geslaagd als: a. b. c. d.
e.
e.
Alle eindcijfers 6 of hoger zijn òf er 1 x 5 is behaald en voor de overige vakken een 6 of hoger òf er 1 x 4 of 2 x 5 of 1 x 5 en 1 x 4 is behaald en voor de overige vakken een 6 of hoger, waarbij het gemiddelde tenminste 6.0 is. Er hooguit 1x een 5.0 als eindcijfer voor Nederlands, Engels of wiskunde is behaald en voor de andere twee vakken als eindcijfer een 6.0 of hoger; een leerling die geen wiskunde in het vakkenpakket heeft, mag hooguit 1x een 5.0 als eindcijfer voor Nederlands of Engels halen en voor het andere vak een eindcijfer 6.0 of hoger het rekenkundig gemiddelde van zijn bij het centraal examen behaalde cijfers ten minste 5.5 is. Het cijfer voor een CE is altijd afgerond op 1 decimaal ( alleen bij enkele kleine vakken bestaat het CE uit twee examenonderdelen en die worden eerst op twee decimalen en na verwerking weer op 1 decimaal afgerond). Een gemiddeld voldoende voor het CE is een zes (5,5 mag naar boven worden afgerond) daarnaast moeten CKV en LO zijn beoordeeld als “voldoende” of “goed”.
Een eindcijfer van een 3.0 of lager op de cijferlijst betekent dat de leerling niet geslaagd is. Dit geldt ook voor de verschillende onderdelen die meewegen in het combinatiecijfer. Voor alle duidelijkheid: als een van de onderdelen van het combinatiecijfer een drie of lager is, is de leerling niet geslaagd, zelfs als het gemiddelde (oftewel: het combinatiecijfer) een zes of hoger is. Met ingang van het eindexamenjaar 2013-2014 wordt de slaag-/zakregeling naast de hierboven beschreven regeling als volgt aangescherpt: het eindcijfer voor de rekentoets moet minimaal een 5 zijn Met ingang van het eindexamenjaar 2014-2015 wordt de slaag-/zakregeling naast de hierboven beschreven regeling als volgt aangescherpt: het eindcijfer voor de rekentoets moet minimaal een 5 zijn
Met ingang van het eindexamenjaar 2015-2016 wordt de slaag-/zakregeling naast de hierboven beschreven regeling als volgt aangescherpt: de rekentoets wordt onderdeel van de kernvakkenregel: de leerling mag niet meer dan één onvoldoende (minimaal een 5) als eindcijfer voor Nederlands, Engels, wiskunde en rekenen hebben. Leerlingen zonder wiskunde mogen slechts één vijf hebben voor Nederlands, Engels en de rekentoets
36
Dr. Nassau College Assen
10.Examenreglement 2012-2013 Het Examenreglement van het Dr. Nassau College is vastgesteld door het bevoegd gezag. In het examenreglement staan de belangrijkste regels die bij het examen gelden. Het gaat om regels waaraan de school zich moet houden, regels waar leerkrachten zich aan moeten houden, maar ook regels die voor de leerlingen gelden.
INHOUD EXAMENREGLEMENT 10.1 . 10.2. 10.3. 10.4. 10.4.1 10.4.2 10.4.3 10.4.4 10.4.5 10.4.6 10.4.7 10.4.8 10.4.9 10.4.10 10.4.11 10.5. 10.5.1 10.5.2 10.6. 10.7. 10.8. 10.8.1 10.8.2 10.8.3 10.9. 10.10. 10.11. 10.12. 10.13.
Algemeen Begripsbepalingen Het examen Schoolexamen Algemeen Tijden van het schoolexamen De toetsen Het profielwerkstuk Praktische opdracht Beoordeling Mededeling cijfers Beroepen tegen cijfers Herkansing Afsluiting schoolexamen Overige bepalingen Centraal examen Algemeen Gang van zaken tijdens het centraal examen Afwijking wijze van examineren Absentie Uitslag Eindcijfer eindexamen Vaststelling uitslag Herkansing Diploma en cijferlijst Onregelmatigheden Geheimhouding Spreiding examen Slotbepalingen
Handboek Tweede Fase
37
10.1. Algemeen 10.1.1. Het examenreglement wordt vastgesteld door het bevoegd gezag en ter instemming voorgelegd aan de medezeggenschapsraad. 10.1.2 Indien daartoe aanleiding is kan het bevoegd gezag het reglement tussentijds wijzigen. 10.1.3 Het eindexamen is geregeld in het Eindexamenbesluit vwo-havo-vmbo. 10.1.4 Het examenreglement is noodzakelijk volgens artikel 31 van bovengenoemd besluit. Het Eindexamenbesluit is te vinden op www.examenblad.nl 10.1.5 Het examenreglement wordt voor 1 oktober aan de inspectie toegezonden 10.1.6 Het examenreglement wordt voor 1 oktober aan de kandidaten verstrekt (digitaal)
10.2. Begripsbepalingen 10.2.1 Bevoegd gezag:
het bestuur van de Stichting voor Openbaar Voortgezet Onderwijs Noord- en Midden-Drenthe. 10.2.2 Kandidaat: een ieder die door het bevoegd gezag tot het eindexamen wordt toegelaten. Daar waar 'hij' staat, dient ook 'zij' te worden gelezen. 10.2.3 Examen: hiermee wordt zowel het schoolexamen als het centraal examen bedoeld. 10.2.4 Locatiedirecteur: degene die door het bestuur via mandaat aangewezen is om het examen af te laten nemen en die verantwoordelijk is voor alle aangelegenheden die het examen betreffen. 10.2.5 Examencommissie De examencommissie bestaat uit de locatiedirecteur en de algemeen secretaris. De locatiedirecteur wijst één van de afdelingsmanagers aan als algemeen secretaris van het examen. Deze secretaris regelt samen met de locatiedirecteur en het afdelingsmanagement alle aangelegenheden die het examen betreffen. 10.2.6 Examinator: degene die belast is met het afnemen van het examen. 10.2.7 Toetsen: alle door de kandidaat af te leggen onderdelen van het examen. 10.2.8 Examendossier: omvat alle onderdelen van het schoolexamen, zoals dit vanaf het vierde leerjaar van de opleiding ath/gym/havo wordt opgebouwd, ook van die vakken die niet centraal worden geëxamineerd. 10.2.9 Programma van toetsing en afsluiting: hierin is opgenomen een omschrijving van de inhoud van de toetsen, van de wijze waarop getoetst wordt, wanneer de toets wordt afgenomen, alsmede de weging en de mogelijkheid tot herkansing. 10.2.10 Commissie van beroep: door het bevoegd gezag van de school ingestelde commissie die beroepszaken tussen kandidaat en locatiedirecteur behandelt. 10.2.11 Handboek: beschrijving van het ath/gym/havo examen zoals dat door de school is vorm gegeven; het dient als handleiding en instructie voor betrokkenen.
10.3. Het examen 10.3.1 10.3.2 10.3.3 10.3.4
Het bevoegd gezag stelt de leerlingen van gymnasium-6, ath-6 en havo-5 in de gelegenheid ter afsluiting van de opleiding een examen af te leggen. Het examen bestaat uit een schoolexamen en voor zover dat in het examenprogramma bepaald is, een centraal examen. Jaarlijks wordt een Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA) opgesteld dat voor 1 oktober (digitaal) aan de kandidaten wordt verstrekt. De locatiedirecteur en de examinatoren nemen onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag het examen af.
38
Dr. Nassau College Assen 10.3.4.
De locatiedirecteur wijst één van de afdelingsmanagers aan als algemeen secretaris van het examen. Deze secretaris regelt samen met de locatiedirecteur en het afdelingsmanagement alle aangelegenheden die het examen betreffen.
10.4. Het schoolexamen 10.4.1 Algemeen 10.4.1.1
10.4.1.2
Het schoolexamen kan bestaan uit de volgende toetsen: a. mondelinge toetsen b. schriftelijke toetsen met gesloten en/ of open vragen c. werkstukken d. praktijk- en practicumopdrachten e. handelingsdelen Het schoolexamen wordt gehouden overeenkomstig het voor ieder vak geldend programma van toetsing en afsluiting.
10.4.2 Tijden van het schoolexamen. 10.4.2.1 10.4.2.2 10.4.2.3
10.4.2.4
10.4.2.5
10.4.2.6 10.4.2.7
`
Het schoolexamen begint na afsluiting van de basisvorming in het vierde leerjaar van de opleiding ath/gym/havo met de opbouw van het examendossier. Het schoolexamenresultaat wordt tenminste één week voor de aanvang van het centraal examen vastgesteld. Het in 10.4.2.2 gestelde geldt eveneens indien een kandidaat het centraal examen zal afleggen in de 2e periode, doordat hij niet in staat geweest is het schoolexamen, om een geldige reden, tijdig voor het centraal examen af te ronden. Indien een kandidaat om een geldige reden, dit ter beoordeling van de locatiedirecteur, is verhinderd het schoolexamen tijdig af te ronden en hij het schriftelijk examen zal afleggen ten overstaan van de staatsexamencommissie, moet het schoolonderzoek tenminste 4 weken voor de aanvang van dit examen zijn afgesloten. De kandidaten ontvangen voor 1 oktober in het vierde leerjaar het examenreglement met het bijbehorende programma van toetsing en afsluiting (PTA), waarin vermeld staat: a. een overzicht van de toetsen van het schoolexamen, waarbij is aangegeven welke toetsen voor herkansing in aanmerking komen b. een planning van de toetsen c. een omschrijving van de te toetsen leerstof d. een omschrijving van de wijze van toetsing e. de wijze waarop het eindcijfer schoolexamen wordt berekend f. de duur van de toetsen Tenminste 14 dagen voor de aanvang van elke toets ontvangen de kandidaten mededeling van: a. de datum waarop de toetsen worden afgenomen b. de plaats waar de toetsen worden afgenomen c. het tijdstip waarop de toetsen worden afgenomen
10.4.3 De toetsen 10.4.3.1
10.4.3.2 10.4.3.3 10.4.3.4 10.4.3.5
De vakgroepen dienen voor 1 oktober van het schooljaar waarin met het schoolexamen wordt begonnen, bij de locatiedirecteur een overzicht in van de bij de verschillende toetsen te bevragen leerstof (PTA en studieschema). De locatiedirecteur zorgt ervoor dat deze overzichten voor de aanvang van het schoolexamen aan de kandidaten wordt verstrekt. De opgaven voor de toetsen en de daarbij behorende normen worden door de vakgroepen vastgesteld. Mondelinge toetsen worden afgenomen door de leraarexaminator. Mondelinge toetsen worden via opnameapparatuur vastgelegd. Zo nodig kan de locatiedirecteur een bijzitter aanwijzen, die een protocol maakt van de toets. Het cijfer wordt door de leraarexaminator vastgesteld. Indien een bijzitter aanwezig is, kan deze ook een cijfer voorstellen. De leraarexaminator stelt evenwel uiteindelijk het cijfer vast.
Handboek Tweede Fase 10.4.3.6
10.4.3.7 10.4.3.8
39
Opgaven, normen, de opnamen van de mondelinge toetsen, eventueel de gemaakte protocollen, alsmede de cijfers worden zo spoedig mogelijk bij de locatiedirecteur ingeleverd. Het onderwerp voor een praktische opdracht wordt vastgesteld in overleg met de leraarexaminator. De criteria aan de hand waarvan de beoordeling van werkstukken, praktijkopdrachten, praktische opdrachten en handelingsdelen plaats vindt, worden tijdens de lessen schriftelijk aan de kandidaat bekend gemaakt.
10.4.4 Het profielwerkstuk 10.4.4.1 10.4.4.2
10.4.4.3
10.4.4.4
10.4.4.5 10.4.4.6
10.4.4.7
Kandidaten maken in het vijfde(havo) respectievelijk vijfde of zesde (ath/gym) leerjaar een profielwerkstuk. Het onderwerp van het profielwerkstuk heeft in ieder geval betrekking op één examenvak van de kandidaat van tenminste 320 uur (havo) of 440 uur (ath/gym), maar kan ook betrekking hebben op twee examenvakken. De kandidaten werken in tweetallen of drietallen aan een profielwerkstuk. Indien daartoe redenen aanwezig zijn kan de locatiedirecteur toestemming geven hiervan af te wijken. Voor het maken van het profielwerkstuk worden kandidaten door één of twee docenten begeleid. Het onderwerp, alsmede de verdere uitwerking, wordt vastgesteld in samenspraak met de begeleidende docent(en) op basis van een stappenplan met tijdpad.. Het profielwerkstuk wordt beoordeeld met een cijfer dat opgenomen wordt in het combinatiecijfer. De beoordeling vindt plaats door de begeleidende docent(en) aan de hand van een beoordelingsmodel. Dit beoordelingsmodel en alle overige eisen, waaraan het profielwerkstuk moet voldoen, worden tijdig aan de kandidaten bekend gemaakt. Het profielwerkstuk dient uiterlijk een week voor de algemene presentatieavond definitief becijferd te zijn.
10.4.5 De praktische opdracht 10.4.5.1
10.4.5.2
10.4.5.3
10.4.5.4 10.4.5.5
Aan de kandidaten wordt duidelijk schriftelijk medegedeeld wanneer een begin dient te worden gemaakt met de Praktische Opdracht, wanneer een tussentijdse evaluatie plaatsvindt en wat de uiterste datum is waarop de Praktische Opdracht dient te zijn afgerond. Aan de kandidaten wordt duidelijk schriftelijk medegedeeld aan welke criteria, zowel inhoudelijk als m.b.t. de vormgeving, de verslaggeving en de inleverdatum dient te worden voldoen. Indien op de einddatum de praktische opdracht niet aan de gestelde criteria voldoet dan wel niet (naar behoren) is afgerond, wordt aan de kandidaat /de kandidaten nog een uiterste termijn van 14 kalenderdagen geboden waarin de praktische opdracht alsnog aan deze criteria dient te voldoen. Het op de einddatum niet voldoen aan de gestelde criteria is van invloed op de eindbeoordeling. In het geval van volledig in gebreke blijven wordt het cijfer 1.0 toegekend. Praktische Opdrachten moeten beoordeeld worden aan de hand van het beoordelingsformulier. De inhoud van dit beoordelingsformulier dient bij de kandidaten bekend te zijn.
10.4.6 Beoordeling 10.4.6.1 10.4.6.2
Voor de beoordeling van de toetsen van het schoolexamen gebruikt de examinator de cijfers 1 t/m 10 met de daartussen liggende cijfers met één decimaal. Een handelingsopdracht wordt niet met een cijfer beoordeeld, maar met de beoordeling 'naar behoren' of 'naar genoegen'. Indien naar het oordeel van de leraarexaminator deze opdracht niet met een 'naar behoren' of 'naar genoegen'
40
Dr. Nassau College Assen beoordeeld kan worden, wordt de kandidaat in de gelegenheid gesteld alsnog binnen de in punt 1.4.5.3 gestelde termijn één van deze beoordelingen te scoren. De gehele cijfers voor het schoolexamen hebben de volgende betekenis: 1 = zeer slecht 6 = voldoende 2 = slecht 7 = ruim voldoende 3 = zeer onvoldoende 8 = goed 4 = onvoldoende 9 = zeer goed 5 = bijna voldoende 10 = uitmuntend 10.4.6.3
10.4.6.4
Uit de beoordeling van alle toetsen in een vak leidt de examinator het eindcijfer voor het schoolexamen af. Hiervoor worden de cijfers 1 t/m 10 en de daartussen liggende cijfers met één decimaal gebruikt. Het eindcijfer voor het schoolexamen is het gewogen gemiddelde van de beoordelingen die voor de toetsen van het schoolexamen aan de kandidaat zijn gegeven. Dit gemiddelde wordt afgerond op 1 decimaal. Indien een kandidaat in een (onderdeel van een) vak door twee of meer leraren is geëxamineerd bepalen deze leraren in onderling overleg het cijfer voor het schoolexamen. Komen zij niet tot overeenstemming dan wordt het cijfer bepaald op het rekenkundig gemiddelde van de beoordelingen door ieder van hen.
10.4.7 Mededelingen cijfers 10.4.7.1
10.4.7.2 10.4.7.3
10.4.7.4
10.4.7.5
Het cijfer van iedere toets wordt zo spoedig mogelijk aan de kandidaat bekend gemaakt. De kandidaten hebben het recht het door hen gemaakte werk in te zien. Het eindcijfer voor het schoolexamen wordt voor de aanvang van het centraal examen aan de kandidaat meegedeeld. Schriftelijke rapportering aan de kandidaten en hun ouders betreffende de beoordelingen van het schoolexamen geschiedt periodiek op door de locatiedirecteur vast te stellen momenten en in elk geval in de laatste week voor de aanvang van het centraal examen, waarbij dan tevens de eindcijfers voor het schoolexamen worden gerapporteerd. De definitieve eindcijferlijst van het Schoolexamen is het startbewijs voor deelname aan het Centraal Eindexamen. Deze cijferlijst dient daarom ondertekend te worden door ouders en/of leerling. Een kandidaat heeft te allen tijde inzicht in zijn resultaten via zijn persoonlijke overzicht op de site. Indien de kandidaat twijfelt aan de juistheid van deze digitale weergave, kan hij zich wenden tot de coördinator leerlingenzaken.
10.4.8 Beroepen tegen cijfers 10.4.8.1
10.4.8.2
10.4.8.3 10.4.8.4
Indien getwijfeld wordt aan de juistheid van een cijfer voor een onderdeel van het schoolexamen, kan de kandidaat binnen 5 dagen na het bekend worden van het cijfer een verzoek tot herziening van het cijfer indienen. Dit verzoek dient mede ondertekend te zijn door zijn ouders. Indien getwijfeld wordt aan de juistheid van de berekening van het eindcijfer van het schoolexamen kan de kandidaat binnen 5 dagen na het bekend worden van dit cijfer een verzoek tot herziening van het eindcijfer indienen. Dit verzoek dient mede ondertekend te zijn door zijn ouders. De in 10.4.8.1 en 10.4.8.2 genoemde verzoeken dienen schriftelijk ingediend te worden bij de locatiedirecteur. Binnen 10 dagen na ontvangst van een verzoek om herziening van het cijfer beslist de locatiedirecteur over het verzoek. in geval het een verzoek betreft conform 10.4.8.1 treedt een collega-vakdocent op als adviseur van de locatiedirecteur.
10.4.9 Herkansing 10.4.9.1
Elke kandidaat heeft het recht om uit elk voorexamenjaar (ath/gym-4,5, havo-4) twee toetsen van het schoolexamen te herkansen. Eén toets betreft een her-
Handboek Tweede Fase
10.4.9.2
10.4.9.3 10.4.9.4
10.4.9.5 10.4.9.6
10.4.9.7 10.4.9.8
10.4.9.9 10.4.9.10 10.4.9.11 10.4.9.12 10.4.9.13
10.4.9.14
10.4.10
41
kansing voor een afgesloten vak; deze toets wordt na toetsweek 4 afgenomen (voor de zomervakantie). De andere toets betreft een herkansing van een niet afgesloten vak en deze herkansing vindt plaats uiterlijk vier weken na de start van het volgend cursusjaar. In het examenjaar (ath/gym-6 en havo-5) heeft de kandidaat het recht om na elke toetsweek een herkansing te benutten. In het PTA is door de vakgroepen aangegeven welke toetsen voor herkansing in aanmerking komen. Een kandidaat kan bij een herkansing alleen het SE-cijfer verbeteren. Het inhalen van een gemiste toets wordt – ook bij formeel afmelden - gezien als een herkansing. Dit betekent dat de kandidaat door het inhalen van een toets (ED-toets en/of voortgangstoets) het recht op een herkansing verliest. Heeft een leerling meerdere toetsen gemist, dan besluit de locatiedirecteur over de te volgen procedure. Kan een leerling door ziekte of andere overmacht een toets niet maken, dan moet dit telefonisch of schriftelijk voor of op de dag van de toets (voor de aanvang van de toets) gemeld worden aan de locatiedirecteur (via de meldkamer). Zodra de leerling weer op school komt, dient hij een verklaring ondertekend door zijn ouders (of door hemzelf, als hij een 18+ contract heeft) in te leveren bij de locatiedirecteur. Indien een dergelijke verklaring achterwege blijft, vervalt het recht op inhalen. Een kandidaat die in gebreke blijft de genoemde verklaring in te leveren, wordt geacht niet reglementair afwezig geweest te zijn. In bijzondere gevallen kan een kandidaat in de gelegenheid worden gesteld een toets van het schoolexamen in te halen met behoud van het recht op herkansing Over verzoeken op grond van art. 10.4.9.8 beslist de locatiedirecteur. In geval van herkansing geldt het hoogst behaalde cijfer. Herkansing van praktische opdrachten is niet toegestaan. Gemiste herkansingen kunnen in principe niet worden ingehaald, tenzij de locatiedirecteur anders beslist Indien een opdracht van het handelingsdeel niet naar behoren is afgerond, volgt in overleg met de leraarexaminator een bijstellingstraject volgens de richtlijnen die in het Handboek (hoofdstuk11) en in het PTA zijn gesteld. Alle leerlingen tekenen zich bij hun coördinator leerlingenzaken en/of via een computerprogramma op school in voor een herkansing. Na de deadline (via de verschillende informatiekanalen zichtbaar) is het niet meer mogelijk om in te tekenen. Het recht op een herkansing is dan vervallen.
Afsluiting schoolexamen 10.4.10.1
10.4.10.2
10.4.10.3
10.4.10.4 10.4.10.5
10.4.10.6
Het schoolexamen kan pas dan worden afgesloten indien alle toetsen zijn afgelegd. Alle toetsen van het schoolexamen dienen daarom uiterlijk twee weken voor de aanvang van het centraal examen te zijn afgelegd. Indien het schoolexamen niet is afgesloten kan een kandidaat niet deelnemen aan het centraal examen. De locatiedirecteur stelt de kandidaat en de ouders hiervan schriftelijk op de hoogte. Indien het vak lichamelijke opvoeding, en/of het vak culturele en kunstzinnige vorming beoordeeld zijn met een onvoldoende, behoudt de kandidaat het recht deel te nemen aan het centraal examen. Dit ondanks het feit dat de kandidaat bij voorbaat niet is geslaagd. De artikelen 10.4.10.1, 10.4.10.2 en 10.4.10.3 gelden niet voor die kandidaat op wie artikel 10.12 van toepassing is. Een 'besluit tot uitsluiting van verdere deelneming aan het schoolexamen en of centraal examen’ wordt, nadat de betrokken kandidaat is gehoord, genomen door de locatiedirecteur. Indien om een of andere reden de kandidaat wordt uitgesloten van het schoolexamen c.q. het centraal examen, heeft hij het recht zich te wenden tot de commissie van beroep.
10.4.11 Overige bepalingen 10.4.11.1
De resultaten van het schoolexamen behaald in het vierde leerjaar havo, het vierde leerjaar ath/gym of het vijfde leerjaar ath/gym, komen te vervallen als de kandidaat niet wordt bevorderd, met dien verstande dat voor een aantal onder-
42
Dr. Nassau College Assen
10.4.11.2
10.4.11.3
10.5
delen van het schoolexamen vrijstelling kan worden verleend. Deze vrijstellingenregeling is nader uitgewerkt in het Handboek (Hoofdstuk 8) De resultaten van het schoolexamen, behaald in het laatste leerjaar, komen te vervallen, als de kandidaat niet slaagt voor het examen, met dien verstande dat voor een aantal onderdelen van het schoolexamen vrijstelling kan worden verleend. Deze vrijstellingenregeling is nader uitgewerkt in het Handboek (Hoofdstuk 8) Voor de kandidaat die tot het voorlaatste of laatste leerjaar wordt toegelaten, en daarbij een of meerdere ED-toetsen uit een voorgaand jaar of jaren mist, stelt de locatiedirecteur een regeling vast, in overleg met de betrokken docent(en) en de kandidaat.
Centraal Examen
10.5.1 Algemeen 10.5.1.1 10.5.1.2
10.5.1.3
Het centraal examen wordt afgenomen conform het Eindexamenbesluit vwo-havo-vmbo Tenminste 14 dagen voor de aanvang van het centraal examen (voor de meivakantie) krijgen de kandidaten informatie over de gang van zaken rondom het centraal examen en ontvangen zij hiervan een schriftelijk overzicht (CEbrochure) Tenminste 14 dagen voor de aanvang van het centraal examen ontvangen de kandidaten het rooster van het centraal examen. In dit rooster staat in elk geval vermeld: a. de datum waarop de toetsen worden afgenomen b. het tijdstip waarop de toetsen worden afgenomen c. de duur van de toetsen d. de plaats waar de toetsen worden afgenomen
10.5.2 Gang van zaken tijdens het centraal examen 10.5.2.1
10.5.2.2 10.5.2.3 10.5.2.4 10.5.2.5 10.5.2.6
10.5.2.7
10.5.2.8 10.5.2.9 10.5.2.10 10.5.2.11 10.5.2.12
De kandidaten maken het schriftelijk werk onder toezicht van door de locatiedirecteur aangewezen toezichthouders. In elk lokaal zijn minimaal twee toezichthouders aanwezig. Per 25 kandidaten is tenminste één toezichthouder aanwezig. Tijdens een toets van het centraal examen worden aan de kandidaten geen mededelingen van welke aard ook, aangaande de opgaven gedaan. Een overzicht van hulpmiddelen waarvan het gebruik door het CvE is toegestaan, zal tijdig aan de leerlingen worden uitgereikt (CE-brochure) Mobiele telefoons, tassen, jassen e.d. mogen niet naar het examenlokaal worden meegenomen. Het examenwerk mag niet met potlood worden gemaakt. Er mag geen correctielak worden gebruikt. Indien het werk toch (gedeeltelijk) met potlood is gemaakt, wordt het werk direct na het beëindigen van de zitting gekopieerd; het origineel wordt in de kluis bewaard en de corrector ontvangt een kopie. Het werk wordt gemaakt op papier, gewaarmerkt en verstrekt door de school. Ook het kladpapier wordt door de school gewaarmerkt en verstrekt. Kandidaten mogen geen papier meenemen naar het examenlokaal. De kandidaat vermeldt zijn examennummer, zijn naam, de naam van de betrokken examinator en het vak. Zonder toestemming van een toezichthouder mag een kandidaat zich gedurende een toets van het examen niet verwijderen uit het examenlokaal. Tijdens het uitdelen van de opgaven dient er volkomen rust in het lokaal te heersen. Gedurende een uur volgende op het tijdstip van opening van de envelop is het een kandidaat niet toegestaan te vertrekken. De aan de kandidaten voorgelegde opgaven voor een toets van het centraal examen blijven in het examenlokaal tot het einde van die toets. Een kandidaat die het gemaakte werk eerder dan het sluitingstijdstip inlevert, laat de opgaven op zijn tafel liggen.
Handboek Tweede Fase 10.5.2.13 10.5.2.14 10.5.2.15 10.5.2.16
10.6
Vanaf een kwartier voor het einde van een toets van het examen mogen de kandidaten het examenlokaal niet verlaten. Aan het einde van een zitting blijven de kandidaten zitten totdat een toezichthouder het sein geeft om te vertrekken. Het is de kandidaten verboden enig papier dat op het examen betrekking heeft op een andere plaats dan op de hun toegewezen tafel te leggen. Het gemaakte en ingeleverde examenwerk behoudt zijn rechtsgeldigheid.
Afwijking wijze van examineren 10.6.1
De locatiedirecteur kan toestaan dat een lichamelijk of geestelijk gehandicapte kandidaat het examen geheel of gedeeltelijk aflegt op een wijze die is aangepast aan de mogelijkheden van die kandidaat. In dat geval bepaalt de locatiedirecteur de wijze waarop het examen zal worden afgelegd. Hij doet hiervan zo spoedig mogelijk mededeling aan de inspectie. Het bevoegd gezag kan in verband met onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal afwijken van de voorschriften, ten aanzien van een kandidaat die met inbegrip van het schooljaar waarin hij examen aflegt, ten hoogste zes jaren onderwijs in Nederland heeft gevolgd en voor wie het Nederlands niet de moedertaal is. De afwijking kan gelden voor het vak Nederlandse taal en letterkunde, het vak Nederlandse taal of enig vak waarbij het gebruik van de Nederlandse taal van overwegende betekenis is. Voor zover wordt afgeweken van de voorschriften wordt deze afwijking medegedeeld aan de inspectie. De afwijking kan voor zover dit het centraal examen betreft slechts bestaan uit een verlenging van de duur van de toets van het centraal examen met ten hoogste 30 minuten en het verlenen van toestemming tot het gebruik van een verklarend woordenboek der Nederlandse taal. Voor dyslectische leerlingen kan de locatiedirecteur (op grond van artikel 55 van het Examenbesluit) bepalen op welke afwijkende wijze het schoolexamen afgelegd mag worden bij de vakken waarvoor dat nodig is. Voor afwijkingen van het centraal examen is een dyslexieverklaring door een deskundige nodig. Daarmee kan de duur van de toetsen waarvoor dat nodig is, met ten hoogste 30 minuten verlengd worden. Andere aanpassingen kunnen alleen worden toegestaan voor zover daarvoor door een deskundige een voorstel is gedaan.
10.6.2
10.6.3
10.6.4
10.7
43
Absentie 10.7.1 10.7.2
10.7.3
10.7.4
10.7.5
10.7.6
10.7.7
a.
Indien een kandidaat deelneemt aan een toets van het examen behoudt het resultaat dat de examinator voor die toets vaststelt zijn geldigheid. Indien een kandidaat zonder geldige reden te laat bij een examentoets verschijnt, kan hij uiterlijk tot een half uur na het begintijdstip van de toets tot het examenlokaal worden toegelaten. Hij levert zijn werk in op het tijdstip dat voor de andere kandidaten geldt. Als een kandidaat door ziekte of door een andere vorm van overmacht niet in staat is een examentoets bij te wonen, moet dit schriftelijk voor of telefonisch op de dag van de toets voor de aanvang van de toets gemeld worden aan de locatiedirecteur. Indien een kandidaat op grond van niet reglementaire afwezigheid een examentoets niet heeft afgelegd neemt de locatiedirecteur maatregelen overeenkomstig het gestelde in art. 10.10. Voor een (op reglementaire wijze) gemiste toets of toetsen van het Centraal Examen wordt de kandidaat in het tweede tijdvak de gelegenheid gegeven het centraal examen alsnog (op ten hoogste twee toetsen) te voltooien. Indien een kandidaat in het tweede tijdvak evenzeer verhinderd is, of wanneer hij het centraal examen in het tweede tijdvak niet kan voltooien, wordt hij in de gelegenheid gesteld in het derde tijdvak ten overstaan van de staatsexamencommissie zijn eindexamen te voltooien. De kandidaat meldt zich zo spoedig mogelijk door tussenkomst van de locatiedirecteur aan bij de voorzitter van de desbetreffende staatsexamencommissie. In dat geval deelt de locatiedirecteur aan de commissie mede welke cijfers de kandidaat voor het schoolexamen en het eventueel reeds afgelegde gedeelte van het centraal examen heeft behaald,
44
Dr. Nassau College Assen b.
c.
10.7.8
10.8
(wanneer dat zich voordoet) dat ten behoeve van de kandidaat op grond van artikel 10.6.2 toestemming is verleend dat met betrekking tot het vak Nederlandse taal en letterkunde dan wel tot het vak Nederlandse taal of tot enig vak waarbij het gebruik van de Nederlandse taal van overwegende betekenis is, wordt afgeweken van de voorschriften gegeven bij of krachtens dit besluit; dat ten behoeve van de gehandicapte kandidaat op grond van artikel 10.6.1. toestemming is verleend dat hij het centraal examen geheel of gedeeltelijk aflegt op een wijze die is aangepast aan zijn mogelijkheden. Na afloop van het derde tijdvak deelt de staatscommissie het resultaat mede aan de locatiedirecteur.
Uitslag
10.8.1 Eindcijfer eindexamen 10.8.1.1 10.8.1.2
10.8.1.3 10.8.1.4 10.8.1.5 10.8.1.6 10.8.1.7 10.8.1.8 10.8.1.9 10.8.1.10
10.8.1.11
Alle examenvakken tellen mee in de slaag-/zakregeling de vakken Ckv en Lo uit het gemeenschappelijke deel worden niet met een cijfer afgesloten, maar beoordeeld met 'voldoende' of 'goed'; dit geldt ook voor de beoordeling van de maatschappelijke stage Het profielwerkstuk wordt beoordeeld met een cijfer en telt mee in het Combinatiecijfer Een vak dat alleen een schoolexamen kent, krijgt een cijfer dat is afgerond op een heel getal (5,49 = 5 ; 5,50 = 6) Een vak dat ook nog een centraal examen kent, krijgt een SE-cijfer dat afgerond is op één decimaal het cijfer voor het schoolexamen is samengesteld uit de cijfers en beoordelingen voor de toetsen en praktische opdrachten de handelingsdelen per vak dienen 'naar behoren' te zijn afgerond in het Programma van Toetsing en Afsluiting legt de school de weging van de verschillende onderdelen per vak vast Het eindcijfer voor alle vakken van het eindexamen wordt uitgedrukt in een geheel cijfer uit de reeks 1 tot en met 10. voor vakken met een centraal examen en een schoolexamen is het eindcijfer het (afgeronde) gemiddelde van het SE- en het CE-cijfer (die elk op 1 decimaal nauwkeurig zijn afgerond) voor vakken met alleen een schoolexamen is het eindcijfer het (afgeronde) cijfer van het SE
10.8.2 Vaststelling uitslag 10.8.2.1 10.8.2.2
10.8.2.3
10.8.2.4
De locatiedirecteur en de secretaris van het eindexamen stellen de uitslag vast met inachtneming van het bepaalde in 10.2.4. De locatiedirecteur en de secretaris van het eindexamen stellen uit alle eindcijfers van de vakken waarin de kandidaat examen heeft afgelegd een lijst op, zodanig dat de op deze lijst vermelde vakken een eindexamen vormen als bedoeld in de artikelen 11 tot en met 29 van het Eindexamenbesluit vwo-havovmbo, dat voldoet aan het bepaalde in 10.8.2.4 Indien dat nodig is om de kandidaat te laten slagen betrekken de locatiedirecteur en de secretaris van het eindexamen een of meer eindcijfers van de vakken niet bij de bepaling van de uitslag. Indien een "extra" vak buiten beschouwing moet worden gelaten om de kandidaat te kunnen laten slagen, maakt deze, indien hij op meerdere manieren kan slagen, zelf een keuze aan de hand van een voorstel van de school. Een examenkandidaat is geslaagd als: a. b. c. d.
Alle eindcijfers 6 of hoger zijn òf er 1 x 5 is behaald en voor de overige vakken een 6 of hoger òf er 1 x 4 of 2 x 5 of 1 x 5 en 1 x 4 is behaald en voor de overige vakken een 6 of hoger, waarbij het gemiddelde tenminste 6.0 is. Een leerling mag hooguit 1x een 5.0 als eindcijfer voor Nederlands, Engels of wiskunde halen en voor de andere twee vakken als eindcijfer een
Handboek Tweede Fase
e.
e.
45
6.0 of hoger; een leerling die geen wiskunde in het vakkenpakket heeft, mag hooguit 1x een 5.0 als eindcijfer voor Nederlands of Engels halen en voor het andere vak een eindcijfer 6.0 of hoger als het rekenkundig gemiddelde van zijn bij het centraal examen behaalde cijfers ten minste 5.5 is. Het cijfer voor een CE is altijd afgerond op 1 decimaal ( alleen bij enkele kleine vakken bestaat het CE uit twee examenonderdelen en die worden eerst op twee decimalen en na verwerking weer op 1 decimaal afgerond). Een gemiddeld voldoende voor het CE is een zes (5,5 mag naar boven worden afgerond) daarnaast moeten CKV, LO en de Maatschappelijke Stage (MAS) zijn beoordeeld als “voldoende” of “goed”.
Een eindcijfer van een 3.0 of lager op de cijferlijst betekent dat de leerling niet geslaagd is. Dit geldt ook voor de verschillende onderdelen die meewegen in het combinatiecijfer. Voor alle duidelijkheid: als een van de onderdelen van het combinatiecijfer een drie of lager is, is de leerling niet geslaagd, zelfs als het gemiddelde (oftewel: het combinatiecijfer) een zes of hoger is. Met ingang van het eindexamenjaar 2013-2014 wordt de slaag-/zakregeling naast de hierboven beschreven regeling als volgt aangescherpt: het eindcijfer voor de rekentoets moet minimaal een 5.0 zijn Met ingang van het eindexamenjaar 2014-2015 wordt de slaag-/zakregeling naast de hierboven beschreven regeling als volgt aangescherpt: het eindcijfer voor de rekentoets moet minimaal een 5.0 zijn Met ingang van het eindexamenjaar 2015-2016 wordt de slaag-/zakregeling naast de hierboven beschreven regeling als volgt aangescherpt: de rekentoets wordt onderdeel van de kernvakkenregel: de leerling mag niet meer dan één onvoldoende (minimaal een 5.0) als eindcijfer voor Nederlands, Engels, wiskunde en rekenen hebben. Leerlingen zonder wiskunde mogen slechts één vijf hebben voor Nederlands, Engels en de rekentoets
10.8.2.5
Zodra de uitslag volgens 10.8.2.4 is vastgesteld, deelt de locatiedirecteur deze tezamen met de eindcijfers aan iedere kandidaat mede. Hij maakt daarbij melding van het bepaalde in art. 10.8.3.
10.8.3 Herkansing 10.8.3.1
10.8.3.2 10.8.3.3
10.8.3.4
10.9
Een kandidaat heeft het recht in het tweede tijdvak deel te nemen aan de herkansing van het centraal examen in één vak dat deel uitmaakt van het centraal schriftelijk examen en bij de bepaling van de uitslag is betrokken. Het hoogste van de cijfers behaald bij de herkansing en bij het eerder afgelegde centraal examen geldt als definitief cijfer voor het centraal examen. De kandidaat doet een schriftelijk verzoek tot herkansing aan de locatiedirecteur. Het schriftelijk verzoek dient uiterlijk 1 dag na de officiële uitslag ingeleverd te zijn. Door het vragen van een herkansing wordt de uitslag een voorlopige. De kandidaten die herkansing vragen, leveren de cijferlijst in bij de locatiedirecteur.
Diploma en cijferlijst 10.9.1
10.9.2
De locatiedirecteur reikt aan elke kandidaat die eindexamen heeft afgelegd een lijst uit waarop zijn vermeld: de cijfers voor het schoolexamen, de cijfers voor het centraal examen, de eindcijfers voor de examenvakken, alsmede de uitslag van het eindexamen. Tevens wordt van lichamelijke opvoeding, culturele en kunstzinnige vorming, de maatschappelijke stage en het profielwerkstuk de beoordeling vermeld. De locatiedirecteur reikt aan elke voor het eindexamen geslaagde kandidaat een diploma uit, waarop alle vakken zijn vermeld die bij de bepaling van de uitslag zijn betrokken. Duplicaten van diploma's worden niet uitgereikt.
46
Dr. Nassau College Assen 10.9.3
10.9.4
Indien een kandidaat examen heeft afgelegd in meer dan het voorgeschreven aantal vakken worden de eindcijfers van de vakken die niet bij de bepaling van de uitslag zijn betrokken vermeld op de cijferlijst, tenzij de kandidaat daartegen bezwaar heeft. Indien het examen wordt afgelegd in twee profielen, ontvangt de kandidaat twee cijferlijsten en één diploma waarop beide profielen vermeld staan.
10.10. Onregelmatigheden 10.10.1
10.10.2
10.10.3
10.10.4 10.10.5
10.10.6
Indien een kandidaat zich onttrekt aan (een onderdeel van) het centraal examen of schoolexamen, c.q. in strijd handelt (of heeft gehandeld) met het examenreglement, c.q. zich schuldig maakt (of zich schuldig heeft gemaakt) aan bedrog of enige andere onregelmatigheid, kan de locatiedirecteur maatregelen treffen. Onder "het zich onttrekken aan" wordt mede verstaan het zonder geldige redenen niet aanwezig zijn bij een toets, het niet tijdig inleveren van het (de) voorgeschreven werkstuk(ken), het zich onttrekken aan de werkstukbegeleiding, kortom iedere afwijking van de in dit reglement of in de leerstofomschrijving vastgestelde regels. De maatregelen die al dan niet in combinatie met elkaar genomen kunnen worden, kunnen zijn: a. het toekennen van het cijfer 1 voor een toets; b. het ontzeggen van verdere deelneming aan het examen; c. het ongeldig verklaren van de reeds afgenomen toetsen van het examen; d. het bepalen dat het diploma en de cijferlijst slechts kunnen worden uitgereikt na een hernieuwd examen in door de locatiedirecteur aan te wijzen onderdelen. Indien het hernieuwd examen betrekking heeft op een of meer onderdelen van het centraal examen legt de kandidaat dat examen af in het volgend tijdvak van het centraal examen, dan wel ten overstaan van de staatsexamencommissie. Indien de onregelmatigheid pas na afloop van het schoolexamen wordt ontdekt kan de locatiedirecteur het schoolexamen ongeldig verklaren, wat tevens ontzegging van deelneming aan het centraal examen inhoudt, ofwel bepalen dat het schoolexamen slechts geldig is na een hernieuwd schoolexamen in de door de locatiedirecteur aan te wijzen onderdelen en op de door hen te bepalen wijze. De kandidaat kan tegen een beslissing van de locatiedirecteur in beroep gaan bij de door het bevoegd gezag in te stellen commissie van beroep. De commissie van beroep bestaat uit: - een voorzitter, zijnde de voorzitter van het College van Bestuur - een door de subgeleding ouders van de medezeggenschapsraad voorgedragen ouder - een door het bevoegd gezag aangewezen docent, niet betrokken zijnde bij het onderwijs in de locatie, waarvoor het beroep geldt Leden van de commissie mogen geen betrokkene zijn in het conflict. Indien er sprake is van betrokkenheid van de voorzitter van het College van Bestuur bij het conflict treedt een ander niet betrokken lid van het centraal management team (CMT) in zijn plaats. Voor het geval dat de onder b en c genoemde leden van de commissie betrokkene kunnen zijn in het conflict wordt door het bevoegd gezag voor hen een plaatsvervanger benoemd. Het bevoegd gezag benoemt de in 10.10.5 onder b en c genoemde leden en hun plaatsvervangers jaarlijks voor 1 oktober voor een termijn van 1 jaar. Deze termijn kan telkens met 1 jaar worden verlengd. Het beroep moet binnen een termijn van 5 schooldagen door de kandidaat en/of zijn ouders schriftelijk worden ingediend bij de commissie van beroep. Het adres van de commissie van beroep is: Commissie van beroep Examen vwo/havo, p/a Dr. Nassau College Postbus 186 9400 AD Assen.
10.10.7 De voorzitter roept de commissie zo spoedig mogelijk bijeen, rekening houdend
Handboek Tweede Fase
47
met de in 10.10.5 en 10.10.6 gestelde termijnen. De commissie stelt een onderzoek in, hoort partijen en beslist binnen twee schoolweken over het beroep, tenzij de termijn met redenen omkleed heeft verlengd met ten hoogste twee weken. Indien het een beroep betreft ingevolge 10.10.2. wordt voor zover mogelijk de procedure ingekort, opdat de kandidaat alsnog kan deelnemen aan het Centraal Examen. 10.10.8
10.10.9
De commissie stelt bij haar beslissing zo nodig vast op welke wijze de kandidaat alsnog in de gelegenheid zal worden gesteld het eindexamen geheel of gedeeltelijk af te leggen onverminderd het bepaalde in 1.10.2d. De commissie deelt haar beslissing binnen de in 10.10.7.b. genoemde termijn schriftelijk mede aan de kandidaat, de voorzitter van de examencommissie en de inspectie. Alvorens een beslissing ingevolge 10.10.2 of 10.10.3 wordt genomen, hoort de locatiedirecteur de kandidaat. De kandidaat kan zich door een door hem aan te wijzen meerderjarige laten bijstaan. De locatiedirecteur deelt zijn beslissing mede aan de kandidaat, zo mogelijk mondeling en in ieder geval schriftelijk. In de schriftelijke mededeling wordt tevens gewezen op het bepaalde in 10.10.5
10.11. Geheimhouding Een ieder die betrokken is bij de uitvoering van dit besluit en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding daarvan, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak bij de uitvoering van dit besluit de noodzaak tot bekendmaking voortvloeit.
10.12. Spreiding examen Het bevoegd gezag kan, de inspectie gehoord, toestaan dat ten aanzien van kandidaten die in de examenjaren langdurig ziek zijn en ten aanzien van kandidaten die lange tijd niet in staat zijn geweest onderwijs te volgen, het eindexamen gespreid over meer dan één schooljaar wordt afgenomen. 10.13.
Slotbepalingen 10.13.1
10.13.2 10.13.3 10.13.4
10.13.5
10.13.6
Van de schriftelijke toetsen van het centraal examen worden het gemaakte werk en de opgaven 6 maanden na de laatste dag van het examen op school bewaard, ter inzage voor belanghebbenden (Eindexamenbesluit Artikel 57). In het Handboek Tweede Fase (Hoofdstuk 6.13) wordt omschreven wat de school verstaat onder ‘inzage’ en ‘belanghebbende’ en wordt de procedure en de consequenties van het inzien beschreven. Daarna wordt het werk vernietigd. In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de locatiedirecteur, partijen gehoord. Waar in dit reglement gelezen wordt: de ouders, kan onder bepaalde omstandigheden ook gelezen worden: de verzorgers of voogden. Waar sprake is van (mede) ondertekening door de ouders van de kandidaat geldt dit voor leerlingen, die de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt. Meerderjarigen (18 jaar en ouder) hebben in dezen (indien zij dit middels een 18+ contract hebben aangegeven) zelf tekenbevoegdheid. De locatiedirecteur behoudt zich het recht voor de ouders van meerderjarigen over alle examenzaken inlichtingen te verschaffen, tenzij de meerderjarige schriftelijk kenbaar maakt dat hij dit niet wenst. Uitwerking van een deel van de artikelen is terug te vinden in het Handboek.
______________________________________________________________ Het examenreglement Vwo/Havo is door het bevoegd gezag van het Dr. Nassau College vastgesteld. Assen, september 2012
48
Dr. Nassau College Assen
11. Het toetsbeleid 2e fase 11.1
ED-toetsen
11.2.
Rapporttoetsen
11.3.
De PO’s en practica worden in het PTA vermeld indien zij een onderdeel vormen van het Examendossier. PO’s en practica kunnen niet worden herkanst. De docent geeft via het studieschema en/of tijdens de lessen duidelijk aan wat de richtlijnen en afspraken zijn omtrent inhoud en inleverdata. Het niet nakomen van gemaakte afspraken voor ED-practica heeft dezelfde consequenties als het missen van een ED-toets.
Cito-toetsen
11.5.
Als een rapporttoets ook meetelt voor het Examendossier, wordt deze toets opgenomen in het PTA. Indien de rapporttoets uitsluitend meetelt voor de overgang naar een hoger leerjaar, wordt de toets opgenomen in het studieschema van het vak. Beide varianten van de rapporttoets worden in principe afgenomen tijdens de toetsweken en volgens het rooster voor tussentijds toetsen, tenzij anders vermeld. Een rapporttoets kan niet worden herkanst.
PO’s en Practica
11.4.
De toetsen die meetellen voor het eindexamen noemen we Examen Dossier (ED)-toetsen. Deze toetsen worden vermeld in het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA). ED-toetsen worden in principe afgenomen tijdens de toetsweken en kunnen herkanst worden, tenzij anders vermeld.
Mondelingen
De data van de Cito-toetsen worden in de Jaarplanning vastgelegd De leerlingen ontvangen ruimschoots op tijd een overzicht van de data en tijden Een leerling mag een Cito-toets herkansen, indien het cijfer lager is dan 5.5; deze herkansing valt niet onder de algemene herkansingsregels. Het inhaal/herkansingsmoment wordt centraal vastgelegd en ruimschoots op tijd aan de leerlingen meegedeeld Leerlingen dienen 10 minuten voor de aanvang van de Cito-toets bij het lokaal aanwezig te zijn. Te laat komen betekent automatisch inhalen tijdens het vastgelegde inhaal/herkansingsmoment. En dat houdt tevens in dat deze Cito-toets niet meer herkanst kan worden.
Handboek Tweede Fase
49
11.5.1. Literatuur
Leerlingen zijn 2 weken voor de afname van het mondeling literatuur op de hoogte van de indeling en tijden. Leerlingen zijn op de hoogte van de regels en afspraken rondom het mondeling literatuur Leerlingen zijn 5 minuten voor aanvang van het mondeling aanwezig. Elke leerling is 1 lesuur voorafgaand aan het mondeling vrij om zich voor te bereiden. Voor het lesuur/de lesuren na het mondeling geldt weer de gewone lesverplichting. Leerlingen die in gebreke blijven bij het afronden van hun leesdossier bij literatuur, mogen in de eerste ronde geen mondeling doen; zij worden automatisch verwezen naar de herkansingsronde. Dat betekent dat zij geen ander vak in die periode kunnen herkansen. Leerlingen die zonder geldige reden en/of afzegging afwezig zijn, worden automatisch verwezen naar de herkansingsronde. Dat betekent dat zij geen ander vak in die periode kunnen herkansen.
11.5.2. Spreekvaardigheid MVT
Leerlingen zijn 2 weken voor de afname van de spreekvaardigheid op de hoogte van de indeling en tijden. Leerlingen zijn op de hoogte van de regels en afspraken rondom het mondeling spreekvaardigheid. Leerlingen zijn 5 minuten voor aanvang van het mondeling aanwezig. Elke leerling is 1 lesuur voorafgaand aan het mondeling vrij om zich voor te bereiden. Voor het lesuur/de lesuren na het mondeling geldt weer de gewone lesverplichting. Leerlingen die zonder geldige reden en/of afzegging afwezig zijn, worden door de docent gemeld bij de coördinator leerlingenzaken; de coördinator beslist over de consequenties voor inhalen en/of herkansen.
11.5.3. Discussievaardigheid
11.6.
Leerlingen zijn 2 weken voor de afname van de discussies op de hoogte van de indeling en tijden. Leerlingen zijn op de hoogte van de regels en afspraken rondom het afnemen van de discussies Leerlingen zijn 5 minuten voor aanvang van de discussie aanwezig. Elke leerling is 1 lesuur voorafgaand aan de discussie vrij om zich voor te bereiden. Voor het lesuur/de lesuren na de discussie geldt weer de gewone lesverplichting. Leerlingen die in gebreke blijven bij het afronden van hun documentatiemap, mogen wel aan de discussie deelnemen, maar zij verliezen hierbij het recht op een herkansing voor een ander vak. Leerlingen die zonder geldige reden en/of afzegging afwezig zijn, mogen op een later tijdstip wel aan de discussie deelnemen, maar zij verliezen hierbij het recht op een herkansing voor een ander vak.
Handelingsdelen
Een handelingsdeel wordt niet met een cijfer beoordeeld. Een handelingsdeel dat meetelt voor het eindexamen dient ‘voldoende’ of ‘goed’ te worden afgerond.
50
Dr. Nassau College Assen
Van een handelingsdeel dat meetelt voor de overgang, worden de consequenties van het onvoldoende afronden in de bevorderingsnormen vermeld.
Indien een leerling de handelingsdelen niet (op tijd) ingeleverd heeft, werkt de leerling elke dag (na de niet gehaalde deadline) na afloop van de lessen (tot uiterlijk 16.30 uur) aan het afronden van de handelingsdelen ckv.
11.6.1. Handelingsdelen CKV
11.7
De toetsweken Dit zijn de weken die een afsluiting vormen van een periode. In deze weken worden gemeenschappelijke toetsen afgenomen. In de jaarplanning voor de leerjaren vwo-4, havo-4 en vwo-5 worden vier toetsweken opgenomen. De leerjaren vwo-6 en havo-5 kennen drie toetsweken. In deze toetsweken is ruimte voor grotere schriftelijke toetsen (ED-toetsen en rapporttoetsen) en eventueel vakspecifieke praktische toetsen en mondelingen. In het PTA is opgenomen in welke toetsweek een ED-toets wordt afgenomen. Deze weken dienen mede om leerlingen kennis te laten maken met de gang van zaken en de sfeer tijdens het examen. Tijdens de toetsweken vervallen de lessen voor de betreffende leerlingen. Door het vervallen van de lessen worden zij in de gelegenheid gesteld de toetsen voor te bereiden. In deze lesvrije perioden is het mogelijk dat leerlingen meer dan één toets per dag afleggen (tot een maximum van drie per dag). De maximale belasting is mede afhankelijk van de aard van de af te leggen toetsen. Indien het roostertechnisch mogelijk is, kan een toetsweek ook beperkt zijn tot een periode van enkele dagen. Ook verlenging van de toetsweek is mogelijk, indien de hoeveelheid toetsen dat noodzakelijk maakt.
11.7.1 De procedure
Uiterlijk 2 weken voor de toetsweek verschijnt een concept rooster op de site met daarop vermeld de dag, het tijdstip en de duur van de toetsen. o In overleg met de leerlingenraad en de coördinatoren leerlingenzaken kan het conceptrooster nog aangepast worden. o Uiterlijk één week van tevoren verschijnt het definitieve rooster op de site. De leerlingen zijn 5 minuten voor aanvang van de toets bij het lokaal aanwezig. De leerling levert het gemaakte werk, bijlage(s), opgave(s) en geleend materiaal persoonlijk in bij de surveillant. De leerling gaat na afloop van de toets direct naar beneden. Tijdens pauzes mag er niet gepauzeerd en/of gestudeerd worden in de studienissen. Tijdens de afname van de toets zijn mobiele telefoons in het lokaal niet toegestaan. Komt een leerling te laat, dan mag hij tot 15 minuten na het begin van een toets nog naar binnen. Hij krijgt echter geen extra tijd. Als een leerling niet bij een toets aanwezig kan zijn, moet dit vooraf schriftelijk door de ouders worden gemeld. Onverwachte afwezigheid op de dag zelf moet vooraf telefonisch worden gemeld en later door de ouders schriftelijk worden bevestigd. In het briefje moet wel de reden van de afwezigheid staan.
Handboek Tweede Fase
11.8
51
Alleen wanneer de leerling de juiste procedure heeft gevolgd en er een geldige reden is voor de afwezigheid, mag de toets worden ingehaald. Zie voor de regelgeving rondom absentie ook de Schoolgids
Tussentijds toetsen Uit pedagogisch-didactisch oogpunt vinden we het uitermate belangrijk dat (in ieder geval) de leerlingen (uit de voorexamenklassen) regelmatig worden getoetst. Daarom worden er ook toetsen buiten de toetsweek om afgenomen. Deze tussentoetsen kunnen diverse vormen hebben: een diagnostische toets, een vaardigheidstoets of een rapporttoets. Over het algemeen zal de diagnostische toets niet met een cijfer gewaardeerd worden. Diagnostische toets: wordt uitsluitend afgenomen om de vorderingen van de leerlingen vast te stellen op een bepaald leerstofonderdeel Rapporttoets: inhoud is gerelateerd aan de leerstof en het studieschema en heeft betrekking op een groter deel van de leerstof. Gedurende de periode worden de tussentoetsen in een periode toetsrooster geplaatst, dat wordt beheerd door de roostermaker. Het rooster wordt op de site geplaatst en een week van tevoren worden de exacte data, tijden en lokalen bekend gemaakt. Een aangemelde toets gaat voor een SO. Elk vak geeft in principe 1 x per periode een tussentoets. Het missen en inhalen van een tussentijdse toets heeft geen consequenties voor de reguliere herkansing
11.9
Het inhalen van toetsen De regelgeving omtrent absentie en het inhalen van toetsen tijdens de toetsweek is als volgt: De leerling wordt ruim voor het begin van de toets telefonisch afgemeld (dit geldt voor elke toets); De coördinator leerlingenzaken ontvangt voor elke gemiste toets zo spoedig mogelijk een schriftelijke verklaring; Alleen indien aan beide bovengenoemde voorwaarden is voldaan, heeft de leerling het recht om de toets(en) in te halen; Indien een leerling één toets gemist heeft, wordt deze toets tijdens de herkansingsronde ingehaald als het een ED-toets betreft, of op het inhaalmoment als het een rapporttoets betreft; in beide gevallen vervalt het recht op een herkansing; In bijzondere gevallen heeft de coördinator leerlingenzaken het recht om anders te beslissen. Indien een leerling meerdere toetsen heeft gemist, wordt één toets tijdens de herkansing ingehaald (een ED-toets); de overige toets(en) worden in overleg met de vakdocent(en) zo spoedig mogelijk ingehaald; hiermee vervalt het recht op een herkansing. In bijzondere gevallen heeft de coördinator leerlingenzaken het recht om anders te beslissen. Elke leerling heeft het recht om één gemiste tussentoets (geen EDtoets) uit de periode in te halen, zonder dat hiermee het recht op een herkansing vervalt. Uiteraard indien de leerling alle regels zoals hierboven beschreven in acht heeft genomen. Voor het inhalen van gemiste rapporttoetsen is er regelmatig een inhaalmoment. De docent overlegt hierover met de leerling en verwijst de leerling naar dit inhaalmoment. Het inhalen van een gemiste ED-toets gebeurt op een gemeenschappelijk inhaalmoment
52
Dr. Nassau College Assen
11.10 Herkansingen De regelgeving omtrent de herkansing is als volgt:
Elke kandidaat heeft het recht om in elk voorexamenjaar (havo-4; vwo4; vwo-5) twee toetsen van het schoolexamen te herkansen. Eén toets betreft een herkansing voor een afgesloten vak; deze toets wordt na toetsweek 4 afgenomen (voor de zomervakantie). De andere toets betreft een herkansing van een niet afgesloten vak en deze herkansing vindt plaats uiterlijk vier weken na de start van het volgend cursusjaar. In het examenjaar (havo-5 en vwo-6) heeft de kandidaat het recht om na elke toetsweek een herkansing te benutten. In het PTA is door de vakgroepen aangegeven welke toetsen voor herkansing in aanmerking komen. Een kandidaat kan bij een herkansing alleen het ED-cijfer verbeteren.
Indien een toets met zowel een rapportcijfer als een ED-cijfer wordt beoordeeld, kan alleen het ED-cijfer in de herkansing verbeterd worden. Alleen toetsen die meetellen voor het examen (ED-toetsen) komen in aanmerking voor een herkansing. Alle ED-toetsen die herkanst mogen worden, worden opgenomen in het PTA De herkansingen worden afgenomen op een door de coördinatoren leerlingenzaken vastgestelde datum. De inschrijvingsdatum en tijden worden door de coördinatoren leerlingenzaken meegedeeld op de bekende mededelingenborden. Ook zijn deze data te lezen op een overzicht met belangrijke data; dit overzicht staat in dit Handboek. De leerling schrijft zich in via de coördinator leerlingenzaken en/of een computerprogramma. Bij overschrijding van de deadline voor intekening vervalt het recht op een herkansing. (Een) gemiste toets(en) in de toetsweek wordt/worden in overleg met de coördinator leerlingenzaken ingehaald. Voor de examenklassen geldt: Dat een kandidaat door het inhalen van een toets of toetsen het recht op een herkansing verliest. Tenzij door de coördinator leerlingenzaken anders wordt beslist. Voor de voorexamenklassen geldt: Dat een kandidaat die in het lopende cursusjaar in 2 toetsweken toetsen mist (ED-toetsen en/of rapporttoetsen), daarmee het recht op een herkansing van een toets voor een afgesloten vak verliest. Indien een kandidaat in 3 of 4 toetsweken toetsen mist (ED-toetsen en/of rapporttoetsen), daarmee ook het recht op een herkansing voor een toets van een niet-afgesloten vak verliest. Tenzij door de coördinator leerlingenzaken anders wordt beslist. In geval van ziekte tijdens de herkansing vervalt de mogelijkheid om alsnog een herkansing te maken, tenzij de coördinator leerlingenzaken anders beslist. Het hoogst behaalde resultaat telt. In alle gevallen waarin de regelgeving omtrent herkansen en inhalen niet voorziet, beslist de coördinator leerlingenzaken, na overleg met de afdelingsmanager.
11.11 De vangnetconstructie In bijzondere gevallen kan de coördinator leerlingenzaken besluiten dat een leerling een gemiste herkansing alsnog mag maken. De belangrijkste overweging om dit toe te staan, is dat er een reële mogelijkheid zou bestaan dat een leerling uiteindelijk niet bevorderd kan worden vanwege deze gemiste kans. In dat geval kan de leerling aan het eind van de cur-
Handboek Tweede Fase
53
sus alsnog de gelegenheid worden geboden om de toets te herkansen. De procedure is dan als volgt: - De leerling vraagt aan de coördinator leerlingenzaken of hij van de vangnetconstructie gebruik mag maken - De coördinator leerlingenzaken vraagt de ouders om een medische verklaring en/of een duidelijke schriftelijke toelichting van de absentie - De coördinator leerlingenzaken beoordeelt of de aanvraag, gezien de kansen van de leerling voor bevordering, reëel is. - De coördinator leerlingenzaken besluit op basis van deze gegevens of de leerling alsnog een toets mag herkansen.
11.12
Dyslexiebeleid
In de eerste weken van het vierde leerjaar vwo en havo hebben de dyslectische leerlingen een gesprek met de coördinator dyslexie. Daarna wordt een lijst opgesteld met de namen van de leerlingen met dyslexie en de voor hen gewenste voorzieningen. In de toetsweken maken deze leerlingen hun toetsen in een apart lokaal. Extra tijd en/of andere voorzieningen worden centraal geregeld. De leerlingen leveren hun toets persoonlijk in bij de surveillant. In overleg met de coördinator leerlingenzaken kan de leerling eventueel afwijken van de gemaakte afspraken. Voor de tussentoetsen regelt de leerling eventueel aangepaste tijden met de vakdocent. Ook voor het Centraal Examen kan de leerling in overleg aanspraak maken op extra tijd en eventueel extra voorzieningen. Leerlingen die om andere redenen extra tijd nodig hebben, worden in overleg met de coördinator leerlingenzaken ook in het aparte lokaal geplaatst.
11.13
Niet gemaakt werk
11.13.1 Praktische opdrachten
Indien op de einddatum de praktische opdracht niet aan de gestelde criteria voldoet dan wel niet (naar behoren) is afgerond, wordt aan de kandidaat /de kandidaten nog een uiterste termijn van 14 kalenderdagen geboden waarin de praktische opdracht alsnog aan deze criteria dient te voldoen. Het op de einddatum niet voldoen aan de gestelde criteria is van invloed op de eindbeoordeling.
In het geval van volledig in gebreke blijven wordt het cijfer 1.0 toegekend.
11.13.2 Het profielwerkstuk
Indien de definitieve versie van het profielwerkstuk na de uiterste inleverdatum nog niet acceptabel wordt bevonden, volgt er een beoordeling die kan bestaan uit: A. het niet vaststellen van een cijfer, of B. het toekennen van het cijfer 3.0.
54
Dr. Nassau College Assen
Hierna wordt aan de leerling nog een uiterste termijn van 14 kalenderdagen aangeboden waarin het profielwerkstuk alsnog aan de criteria dient te voldoen. Als na deze reparatieweken opnieuw moet worden vastgesteld dat niet aan de criteria is voldaan, blijft het cijfer 3.0 staan, dan wel wordt het profielwerkstuk opnieuw niet becijferd. In het eerste geval (cijfer 3.0) kan de leerling wel examen doen, maar is het bij voorbaat niet mogelijk om te slagen. In het tweede geval (geen cijfer) is het niet mogelijk de leerling aan te melden voor het Centraal Examen wegens het ontbreken van een cijfer, dus een onvolledige lijst. De beoordeling die na de reparatietijd wordt gegeven, kan maximaal het cijfer 5.5 bedragen. De beoordeling die plaatsvindt na de reparatieweken wordt altijd voorgelegd aan de voorzitter van de examencommissie. Indien de voorzitter dit wenselijk acht, kan hij aan een andere docent dan de profielwerkstukbegeleider om een second opinion vragen.
11.13.3 Examendossiertoetsen ED-toetsen zijn onderdeel van het schoolexamen en vallen derhalve onder het regiem van het Examenreglement. Het schoolexamen kan slechts worden afgesloten als alle ED-toetsen zijn gemaakt. Indien er aan het eind van het examenjaar cijfers ontbreken vanwege het niet maken van een ED-toets of het afronden van examenonderdelen, is er sprake van een onvolledige examenlijst en kan de kandidaat niet deelnemen aan het centraal examen. In de voorexamenklassen H4, V4 en V5 betekent het niet maken van een ED-toets geen cijfer en dus een onvolledige rapportlijst. De leerling is dan automatisch een bespreekgeval.
11.13.4 Rapporttoetsen Als de leerling een rapporttoets niet maakt (al of niet zonder vooraf een geldige reden te vermelden), vermeldt de docent door middel van een * In het cijferregistratiesysteem (SOM) dat de leerling een toets of opdracht (nog) niet heeft gemaakt of afgerond. Afhankelijk van de afspraken, wordt (op enig moment in het cursusjaar) het * alsnog door een cijfer vervangen, of wordt besloten om geen cijfer in te vullen.
11.14
Afronden of afkappen
Standaard wordt het cijferprogramma in SOM ingesteld op afkappen. Conform ons beleid aangaande afkappen/afronden heeft een docent de pedagogische vrijheid bij de overgang een eindcijfer af te ronden. Voor het examen gelden de verplichte regels. Zie hiervoor het Examenreglement.