Handboek LEC, proces om te komen tot een lokale energie cooperatie. Stappenplan om te komen tot oprichting van een lokale energie coöperatie (LEC).
Inhoud: 1: De voorfase 2: Hoe organiseren? 3: De opstart van de LEC 4: Na oprichting 5: Bezint eer ge begint 6: Drie belangrijke vragen 7: De ICA principes (ICA = International Coöperative Alliance) 8: De grootte 9: De energiemarkt algemeen 10: Onderlinge samenwerking Dit handboek beschrijft het proces om te komen tot een lokale coöperatieve samenwerking op het thema energie. Als bijlagen bij dit handboek kunnen de verschillende product beschrijvingen (zon – wind-‐ reductie) gezien worden. 1: De voorfase: Van idee van een individu tot de eerste groep kartrekkers. -‐ Formeren initiatiefgroep. Om te komen tot een lokale EC wordt een initiatiefgroep samengesteld. Belangrijk is dat deze initiatiefgroep een afspiegeling is van de lokale gemeenschap en bestaat uit burgers en betrokken medewerkers van lokale organisaties, inclusief de gemeente. . Denk voor ondersteuning van de initiatiefgroep aan deelname van: -‐ de lokale gemeente -‐ de scholen -‐ de woonstichting/corporatie -‐ de ondernemersvereniging -‐ de sportvereniging of koepel -‐ de lokale Rabobank -‐ lokale agenda 21 en/of transition-‐towns Voor grotere gemeenten met meerdere kernen is het verstandig de lokale netwerken en wijk-‐ of dorpsdynamiek te volgen. Zo kan het zijn dat er binnen een gemeente verschillende kernen een eigen coöperatie willen. Zie hiervoor ook punt 6: 3 belangrijke vragen en punt 8: de grootte, het werkgebied. Al deze partijen hebben een belang bij het realiseren van betaalbare, eigen (onafhankelijke) en duurzame energie voor haar leden, haar burgers, haar klanten. Het breed gedragen krijgen van je initiatief kan door samenwerking alleen maar in kracht winnen. Zet dan ook breed in. -‐ Initiatiefgroep werkt toe naar een publieksavond. Een lokale energie coöperatie (LEC) moet gedragen worden door de lokale samenleving en er zal veel werk verzet moeten worden om er een succes van te maken. Hiervoor zijn vrijwilligers nodig die zich gaan inzetten.
Het project Energiecoöperaties Het Groene Woud draagt bij aan een mooi en schoon land voor alle inwoners en bezoekers. Europa en de Provincie Noord Brabant maken dit project mogelijk
Handboek LEC, proces om te komen tot een lokale energie cooperatie. Het doel van de publieksavond is dan ook tweeledig. Onderzoeken of lokaal de mensen een LEC zien zitten en vrijwilligers oproepen aan te sluiten bij diverse werkgroepen om te komen tot de op-‐ en inrichting van de coöperatie. -‐ Toewerken naar de publieksavond: De publieksavond is het moment om jullie initiatief kenbaar te maken en om mede kartrekkers te werven. Een goede voorbereiding van deze avond is dan ook belangrijk. Alhoewel er ook voorbeelden zijn van ‘spontane’ publieksavonden zien wij de voorbereiding in deze fase ook als heel belangrijk om alle betrokken te leren kennen, elkaar te vinden in de samenwerking en je verhaal goed scherp te krijgen. Waarom doen jullie dit eigenlijk? Wat wil je bereiken en Hoe doe je dat dan? Een manier van aanpak om toe te werken naar de publieksavond is gebaseerd op de inspirerende aanpak volgens het gedachtegoed van Simon Sinek, the Golden Circle
Klik op de link voor TED-‐TALK van Simon Sinek Maak met elkaar het basisverhaal van jullie initiatief. Verdeel dit onder in Waarom, hoe en wat? -‐ Waarom doen jullie dit? (iedereen kan daaraan zijn persoonlijke inzet motiveren ‘ ik doe mee omdat’). -‐ Hoe denk je het te gaan organiseren? Hoe doen ze dat elders? -‐ Wat is er allemaal mogelijk? Wat gebeurt er al in onze plaats? Wat gebeurt er elders? Er zijn inmiddels meerdere basisverhalen als voorbeeld beschikbaar. Belangrijk is dat iedereen zijn/haar eigen ‘toon’ vindt. -‐ De publieksavond. Op basis van de eigen geformuleerde wens van de initiatiefnemers om te komen tot een LEC om bijvoorbeeld betaalbare, eigen en duurzame energie te willen realiseren gaan jullie 2-‐3 weken voorafgaand aan de avond breed in de lokale pers en via de eigen achterban oproepen om te komen naar de informatieavond. Gebruik
Het project Energiecoöperaties Het Groene Woud draagt bij aan een mooi en schoon land voor alle inwoners en bezoekers. Europa en de Provincie Noord Brabant maken dit project mogelijk
Handboek LEC, proces om te komen tot een lokale energie cooperatie. het basisverhaal wat jullie in de voorbereiding geschreven hebben als basis voor je persberichten, je website, eventuele flyers en andere communicatie. Het voordeel van het basisverhaal komt nu tot uiting. Ieder vertelt hetzelfde verhaal. De ervaring leert dat er tussen de 75 en 150 mensen met uitschieters naar 250-‐300 mensen naar de publieksavond komen en dat zich minimaal 20 (in sommige plaatsen zelfs 50-‐100) vrijwilligers melden die mee willen gaan helpen. Men kan zich die avond opgeven als aspirant-‐lid en als vrijwilliger bij een van de (minimaal) volgende opstartende werkgroepen: -‐ bestuur en financiën -‐ communicatie -‐ energiereductie -‐ energieproductie Wij hebben een draaiboek van publieksavonden voorhanden. -‐ Na de publieksavond. Na een succesvolle publieksavond komen de vrijwilligers die zich willen inzetten samen. Die gaan uiteen in de hiervoor genoemde werkgroepen (en eventueel andere werkgroepen). Iedere werkgroep wijst een voorzitter aan. Deze voorzitter sluit aan bij de initiatiefgroep (soms ook kerngroep genoemd) en samen wordt het plan van aanpak voor de oprichting en inrichting van de LEC gemaakt op basis van de input die de voorbereidende werkgroepen aanleveren. Tussen publieksavond en daadwerkelijke oprichting zit 2-‐6 maanden. Gedurende het proces komen meestal wel de juiste mensen op de juiste plaatsen terecht. Samengevat: -‐ initiatiefgroep formeren -‐ voorbereiden publieksavond -‐ publieksavond -‐ voorbereiden oprichting en inrichting -‐ oprichting -‐ eerste producten worden geleverd Belangrijk: natuurlijke personen trekken de kar, organisaties ondersteunen. Een coöperatie is straks een zelfstandige rechtspersoon met eigen beslissingsbevoegdheid. Het hoogste orgaan binnen de coöperatie is de algemene ledenvergadering. 2: Hoe organiseren? In de voorfase om te komen tot een LEC acteert de initiatiefgroep als een soort bestuur. Die werkt toe naar de publieksavond om het nodige draagvlak de krijgen en straks ook naar de oprichting toe het proces aan te sturen en mensen actief te krijgen in de verschillende werkgroepen. Zoals aangegeven zijn er minimaal 2 proces-‐werkgroepen t.w. 1: bestuur – organisatie – financiën 2: communicatie – public affairs (meedoen) en minimaal 2 project werkgroepen t.w.:
Het project Energiecoöperaties Het Groene Woud draagt bij aan een mooi en schoon land voor alle inwoners en bezoekers. Europa en de Provincie Noord Brabant maken dit project mogelijk
Handboek LEC, proces om te komen tot een lokale energie cooperatie. 1: Energiereductie 2: Energieproductie Er kunnen spontaan meer werkgroepen ontstaan (zie hiervoor ook richtlijnen voor de werkgroepen hieronder) maar ook minder. De initiatiefgroep acteert als een voorlopig bestuur en per werkgroep wordt een voorzitter aangewezen. Die schuift aan bij de initiatiefgroep. Het kan ook zijn dat mensen uit de initiatiefgroep voorzitter/kartrekker worden van de werkgroep. Het organogram ziet er dan ongeveer zo uit.
Organogram+LEC+voorfase+
+ Leden+ werkgroep+
+ Leden+ werkgroep+
+ Klankbord+ groep+ RvA++ +
+ Leden+ werkgroep+
+ Leden+ werkgroep+
Kartrekker+ Werkgroep+ Bestuur+&+ financien+
+ Leden+ werkgroep+
Kartrekker+ Werkgroep+ Communica#e+
Kartrekker+ Werkgroep+ Meedoen++
+ Leden+ werkgroep+
+ Leden+ werkgroep+
+ Leden+ werkgroep+
Kartrekker+ Werkgroep+ Reduc#e+
ini#a#ef groep+++++++
Kartrekker+ Werkgroep+ Produc#e+
+ Leden+ werkgroep+
+ Leden+ werkgroep+
Kartrekker+ Werkgroep+ Op#malisa#e+
+ Leden+ werkgroep+
Strategie?groep+ + Leden+ werkgroep+
De initiatiefgroep vormt samen met de kartrekkers/voorzitters van de werkgroepen de strategiegroep en die samen komen tot het plan van aanpak tot oprichting, inrichting en opstart van de LEC. In sommige plaatsten wordt er in deze fase gekozen voor een klankbordgroep of RvAdvies (mooie namen hiervoor zijn ook Raad van Inspiratie of Alliantie Fabriek) die de strategiegroep gevraagd en ongevraagd van advies dient. 3: De opstart van de LEC: Tijdens de publieksavond wordt de beslissing genomen met de aanwezigen om door te gaan en daarvoor kan men zich melden als
Het project Energiecoöperaties Het Groene Woud draagt bij aan een mooi en schoon land voor alle inwoners en bezoekers. Europa en de Provincie Noord Brabant maken dit project mogelijk
Handboek LEC, proces om te komen tot een lokale energie cooperatie. A: aspirant lid B: vrijwilliger in een van de werkgroepen 14 dagen na de publieksbijeenkomst komen de vrijwilligers samen en dan krijgen ze de volgende richtlijnen mee (pas aan naar wens). Richtlijnen voor de werkgroepen: Algemeen: De initiatiefnemers maken een plan van aanpak of zo je wilt een businessplan voor de oprichting van de LEC. Dit plan zal straks, na goedkeuring door de leden, de basis vormen voor de aanpak de komende jaren. Het algemene Plan van Aanpak wordt opgebouwd uit de diverse sub-‐plannen die door de verschillende werkgroepen worden uitgewerkt en aangeleverd. Binnen 6 maanden wil je waarschijnlijk komen tot de oprichting van de coöperatie en met de eerste ledenaanbiedingen komen. Dit kan van alles zijn van zonnepanelen tot ledverlichting, energielevering en meer. Wat je precies gaat bieden als LEC aan je leden varieert per LEC. In dit deel van het handboek gaan we vooral in op de HOE vraag. Hoe organiseer je het. Opdracht aan de verschillende werkgroepen: Geef vanuit de focus (je thema) van je werkgroep input voor het oprichtingsplan van de coöperatie. Dit door middel van een kort en bondig plan van aanpak per werkgroep. Dit plan van aanpak geeft de kern van wat jullie willen opzetten aan en omvat maximaal 2-‐4 A4-‐tjes. Een uitgebreide(re) uitwerking kan als bijlage worden toegevoegd. Het plan van aanpak van jullie werkgroep bevat ten minste de lijn: Waarom deze werkgroep? Wat willen jullie bereiken? Hoe gaan jullie dat realiseren? Maak je plan zo concreet als mogelijk (SMART = Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden). Denk daarbij aan: -‐ waar staan jullie nu? -‐ wat kunnen jullie zelf? -‐ Wat hebben jullie nodig? -‐ Wat zijn de diensten/producten die je wilt ontwikkelen/inkopen voor de leden? -‐ Wat zijn de kosten en de baten? -‐ Hoe denken jullie dat te organiseren? -‐ Is het ergens anders al gedaan en zo ja hoe? -‐ Wat zijn de risico’s? We werken met projectwerkgroepen en proceswerkgroepen. Je kunt de projectwerkgroepen zien als de werkgroepen die de producten en diensten voor de leden gaan organiseren en de proceswerkgroepen als de werkgroepen die het geheel van organisatie, administratie en besturen organiseren. De projectwerkgroepen volgen de zo genaamde Trias Energetica.
Het project Energiecoöperaties Het Groene Woud draagt bij aan een mooi en schoon land voor alle inwoners en bezoekers. Europa en de Provincie Noord Brabant maken dit project mogelijk
Handboek LEC, proces om te komen tot een lokale energie cooperatie.
Voorlopig hebben we de projectwerkgroepen de volgende werktitels meegegeven (voel je vrij om dit te wijzigen). e Werkgroep Energiereductie (1 aandachtspunt van de Trias Energetica) e Werkgroep Energieproductie (2 aandachtspunt van de Trias Energetica) e Werkgroep Energie-‐inkoop* ( als onderdeel van het 3 aandachtspunt) *Omdat energie-‐inkoop een complex geheel is zal deze taak veelal gelegd worden bij de initiatiefgroep/bestuur. De proces werkgroepen hebben we de volgende werktitels gegeven (voel je vrij om deze te wijzigen) Werkgroep Bestuur, financiën, organisatie. Werkgroep Communicatie Tot de oprichting van de coöperatie zal de initiatiefgroep acteren als een soort bestuur. Iedere werkgroep benoemt een voorzitter. Deze voorzitter zal aanschuiven bij de 2 al geplande initiatiefgroep vergaderingen t.w. e 1 overleg 6 weken na de bijeenkomst van de vrijwilligers e 2 overleg 6 weken later e 3 overleg 2 weken voor definitieve oprichting Samen met de voorzitters van de werkgroepen en de initiatiefgroep zal zo een basisplan van aanpak voor de LEC vormkrijgen en gepresenteerd worden tijdens de oprichtingsvergadering van de coöperatie. Het zou mooi zijn als dan gelijk de eerste diensten/producten aangeboden kunnen worden. Tijdlijn: 14 dagen na publieksavond kennismaken vrijwilligers, start werkgroepen tussentijds werkgroepen maken hun plan van aanpak (Pva) 6 weken later initiatiefgroep heeft overleg met voorzitters van de werkgroepen tussentijds werkgroepen gaan verder met Pva en eerste productaanbod 6 weken later initiatiefgroep heeft overleg met voorzitters van de werkgroepen tussentijds werkgroepen zetten de laatste puntjes op de i 2 weken later oprichting definitief plannen Bijzondere aandachtspunten bij de samenstelling van de werkgroepen: -‐ Grootte Het kan zijn dat er zich (te)veel mensen melden voor een of meerdere werkgroepen. De optimale werkgrootte ligt tussen de 6-‐10 mensen. Het is de kunst om dan met elkaar tot overeenstemming te komen over de samenstelling van de groep. Wat je zeker niet moet doen is teveel mensen in een werkgroep bij elkaar brengen. Dit wordt een Poolse landdag en daarmee haal je alle enthousiasme weg. Bedenk daarom heel goed wat u komt brengen en wat u komt halen als u in een werkgroep stapt en hoe u elkaar kunt aanvullen. Dit zal zeker in het begin even puzzelen zijn. Wellicht komt uw expertise, uw kennis, uw
Het project Energiecoöperaties Het Groene Woud draagt bij aan een mooi en schoon land voor alle inwoners en bezoekers. Europa en de Provincie Noord Brabant maken dit project mogelijk
Handboek LEC, proces om te komen tot een lokale energie cooperatie. ervaring of uw inzet ergens anders veel beter tot zijn recht. Sommige werkgroepen zijn ook weer te splitsen in subwerkgroepen. Als je er maar voor zorgt dat ook deze (sub)groepsgrootte niet boven de 10 mensen uitkomt. -‐ ego’s U krijgt ongetwijfeld ook te maken met mensen waarmee u niet kunt of wilt samenwerken. Dit kan gebeuren. Ben daarover duidelijk en leg onoverkomelijke problemen (als je er zelf niet uitkomt) voor aan de werkgroep voorzitter of de initiatiefgroep. Bedenk wel dat bij de gratie van de onderlinge verschillen er juist mooie dingen kunnen gebeuren. Druk ook niet gelijk je stempel op een groep maar bekijk vooral waar je aanvulling te vinden is. -‐ eigenbelang: De coöperatie is er straks van, voor en door de leden. Heeft u een zakelijk belang bij de coöperatie dan is het belangrijk dat dit belang voor u niet de moverende reden kan en mag zijn om aan te haken. Meld dit ook direct vooraf, het is dan beter u aan te sluiten bij bijvoorbeeld andere ondernemers die ook iets aan willen bieden. In plaatsen waar coöperaties gevormd worden zie je ook ondernemersinitiatieven opbloeien. Natuurlijk zijn er ook ondernemers die als inwoner van de woonplaats heel graag een bijdrage willen leveren aan de coöperatie omdat ze het belang hiervan inzien. Zolang het ledenbelang voorop blijft staan is hun kennis en kunde van grote waarde voor de coöperatie. Ben dus duidelijk naar elkaar. Werkgroep Reductie Energiereductie of energiebesparing is op dit moment misschien wel naast zonnepanelen de belangrijkste en misschien ook wel eenvoudigste manier om resultaat te behalen en tegelijkertijd is energiereductie een veelzijdig en daarmee een complex vraagstuk. Energiereductie is te realiseren op veel terreinen (gebouwen, in huis, mobiliteit, verlichting openbare ruimte, gebruik apparaten etc.) Maak een plan van aanpak/genereer ideeën die uitgewerkt kunnen worden. Denk daarbij aan: Waar zou de coöperatie haar leden het beste mee kunnen ontzorgen? Lopen er al besparingsprogramma’s bij bijvoorbeeld de gemeente of andere organisaties? Welke lokale bedrijven/organisaties zijn al actief met energiereductie? Afhankelijk van jullie enthousiasme, ervaring/expertise op dit terrein zou het goed kunnen zijn dat er meerdere zaken opgepakt worden ( meten, isolatie, ledverlichting, A-‐label witgoed etc). Aan te bevelen is zeker op zoek te gaan naar mogelijkheden om een 0-‐meting te laten doen. Wat is nu precies het energieverbruik, waar gaat dat naar toe en dus ook wat kan je dan doen? Wellicht heeft de gemeente gegevens over het energie verbruik in haar gemeente, anders kun je mogelijk bij Enexis terecht voor www.energieinbeeld.nl. Een abonnement is hierop door de gemeente gratis af te sluiten. Denk aan de grote lijn in het plan van aanpak: Waarom deze werkgroep? Wat willen jullie bereiken? Hoe gaan jullie dat realiseren? Werkgroep Productie Na en naast energiereductie willen we natuurlijk graag zoveel mogelijk energie in de eigen plaats en omgeving zelf gaan produceren. Dit kan door gezamenlijke organisatie van individuele installaties (zon op je eigen dak) tot gezamenlijke organisatie van collectieve installaties (zon, wind, water, biomassa).
Het project Energiecoöperaties Het Groene Woud draagt bij aan een mooi en schoon land voor alle inwoners en bezoekers. Europa en de Provincie Noord Brabant maken dit project mogelijk
Handboek LEC, proces om te komen tot een lokale energie cooperatie. Afhankelijk van ervaring, interesse, expertise van de mensen die zich aangemeld hebben voor deze groep zal deze werkgroep zich mogelijk inrichten in meerdere subwerkgroepen (werkgroep wind, zon, biomassa, bodem). Het makkelijkste om mee te beginnen is het opzetten van een zonnestroom project. Collectieve inkoop, installatie en organisatie van individuele en misschien wel collectieve zonnestroom-‐installaties. LET OP: Het organiseren van een collectieve inkoop actie is niet zo moeilijk. Je selecteert de leveranciers en je doet de leden een aanbod. De interessante vraag is hoe je de coöperatie een meerwaarde geeft. De zonnestroom installaties die je collectief inkoopt zijn de eerste stap om betaalbare, eigen en duurzame energie te organiseren. Ga je dan als coöperatie zelf leveren en zelfs factureren of geef je je leden een keuze van leverancier en sta je er zelf dan buiten. Als je voor deze laatste optie kiest, stel je dan de vraag, wat heeft hier de coöperatie aan? (volgens ons kun je dan misschien wel beter een stichting oprichten). Als je een werkgroep ZON vormt, denk dan verder dan alleen collectieve aankoop voor particulieren die het geld hebben. Bedrijf zoekt buur, de zonnestroommaatschap, huurkoop voor de mensen die het geld niet hebben, Sportvereniging zoekt bedrijf, School zoek bedrijf, PV-‐Privé (zonnepanelen van de zaak), e.d. zijn voorbeelden van extra mogelijkheden. Naast zon zijn er nog andere mogelijkheden. Binnen de werkgroep productie kan opgepakt worden: -
Het in kaart brengen mogelijkheden lokale energie productie. Van wind tot biomassa, aardwarmte e.d.
-
Het onderzoeken van lopende lokale projecten en in kaart brengen wat de coöperatie en haar leden hiermee kunnen doen.
Denk bij het schrijven van het plan van aanpak aan de grote lijn: Waarom deze werkgroep (en eventuele subwerkgroepen)? Wat willen jullie bereiken? Hoe gaan jullie dat realiseren? Denk ook aan de subsidieregelingen als SDE+, speciale regeling voor zonnepanelen (AgentschapNL) en eventuele provinciale, regionale of lokale regelingen. Werkgroep Bestuur, financiën, organisatie: Volgens welke visie, missie en strategie gaat de coöperatie werken en hoe richten jullie het geheel van besturen, uitvoeren en meten (controleren) in? Bestuur: denk aan: Statuten, reglementen (huishoudelijk, bestuur, RvC), ledencertificaten, kapitaalleden, ledenraad (vanaf wanneer?). Financiën: denk aan: Kapitaal in de dode hand (kapitaal dat van de coöperatie is maar niet meer toewijsbaar aan de leden) is een bekend fenomeen binnen coöperaties. Wil je dit of zorg je ervoor dat dit juist zo klein mogelijk blijft en ga je bijvoorbeeld werken met een coöperatie-‐rekening voor de leden waarop de ledencertificaten worden bijgeschreven alsook de rendementen van de coöperatie die met het geld van de ledencertificaten is verdiend? Als de coöperatie naast leden ook klanten gaat krijgen is dit al weer lastiger te organiseren. Ben je automatisch lid als je ook klant wordt? Kortom deze werkgroep focust zich op de strategie en het realiseren van de randvoorwaarden daarvoor.
Het project Energiecoöperaties Het Groene Woud draagt bij aan een mooi en schoon land voor alle inwoners en bezoekers. Europa en de Provincie Noord Brabant maken dit project mogelijk
Handboek LEC, proces om te komen tot een lokale energie cooperatie. Organisatie: Hoe ga je het geheel organiseren. Besturen, uitvoeren en controleren zijn binnen een goede governance (bestuursstructuur) gescheiden taken. Denk daarbij voor het schrijven van het plan van aanpak aan de grote lijn: Waarom deze werkgroep (en subwerkgroepen)? Wat willen jullie bereiken? Hoe gaan jullie dat realiseren? Een handig hulpmiddel bij het realiseren van een goede governance is de Code Wijffels. De commissie Wijffels heeft in opdracht van de goede doelen enige jaren geleden een advies uitgebracht over hoe stichtingen en verenigingen die zich bezig houden met fondsenwerving onder particulieren en bedrijven, het beste kunnen inrichten. Je kunt het advies downloaden via http://www.vfi.nl/20091123150307/website/branche-‐ informatie/code-‐goed-‐bestuur. Samengevat: De Commissie Wijffels geeft de volgende modellen:
Citaat uit de Code Wijffels: Besturen en toezicht houden De wet voorziet zowel voor stichtingen als verenigingen in een bestuur dat, dan wel in een statutaire directie die richting geeft aan de organisatie, zorgt voor de verwerving, besteding en het beheer van de middelen en voor het adequaat functioneren van de organisatie in het algemeen. Het bestuur c.q. de statutaire directie is eindverantwoordelijk voor de organisatie en kan daarop worden aangesproken. Het bestuur bestaat uit personen voor wie het besturen een onbezoldigde nevenfunctie is (bij goededoelenorganisaties ook wel vrijwilligersbestuur genoemd). De statutaire directie bestaat uit personen voor wie het de bezoldigde hoofdfunctie is.
Het project Energiecoöperaties Het Groene Woud draagt bij aan een mooi en schoon land voor alle inwoners en bezoekers. Europa en de Provincie Noord Brabant maken dit project mogelijk
Handboek LEC, proces om te komen tot een lokale energie cooperatie. De wet laat stichtingen en verenigingen vrij om daarnaast een toezichthoudend orgaan in te stellen. Wij spreken in dit advies over raad van toezicht. Daarvoor kan ook raad van commissarissen worden gelezen. Wij schetsen de verschillende verschijningsvormen in vier modellen, die uiteraard een abstractie van de werkelijkheid zijn. In de praktijk komen het zogenaamde bestuursmodel en het raad van toezichtmodel voor. Bij het raad van toezichtmodel (model IV in voorgaande tekening) wordt het wettelijke bestuur meestal ingevuld door een statutaire directie; maar ook een bestuur (bestaande uit personen voor wie dat een nevenfunctie is) komt voor. De raad van toezicht houdt integraal toezicht op het beleid van de statutaire directie c.q. het bestuur en de algemene gang van zaken in de organisatie en adviseert de statutaire directie c.q. bestuur. Hierop is de raad van toezicht aanspreekbaar. Voor de inrichting en het functioneren van de raad van toezicht zoeken stichtingen en verenigingen in de praktijk aansluiting bij de betreffende bepalingen in het vennootschapsrecht. Bij het bestuursmodel wordt het wettelijke bestuur uitgeoefend door een bestuur. Hier zijn verschillende modaliteiten mogelijk (modellen I, II en III in voorgaande tekening). Bij model III heeft het bestuur het gros van zijn taken gedelegeerd aan de titulaire directie. Het bestuur blijft verantwoordelijk en ziet toe op de uitvoering daarvan. Er wordt dan ook nogal eens gesproken van toezichthoudend bestuur. Dit model werkt de facto als het raad van toezichtmodel, met het principiële verschil dat het bestuur volgens de wet bestuurlijk verantwoordelijk en aansprakelijk blijft. Die verantwoordelijkheid van het bestuur is er ook bij model I en II. Hier is het bestuur actiever betrokken bij de organisatie. Grofweg zorgt het in model II voor het beleid en is het bij model I ook op operationeel niveau actief. Bij een vereniging is er daarnaast de algemene ledenvergadering (ALV). Leden kunnen bijvoorbeeld personen zijn die de organisatie als vrijwilliger of donateur ondersteunen of rechts-‐ personen die hun krachten in een vereniging hebben gebundeld. De ALV heeft een aantal wettelijk bepaalde taken en bevoegdheden met een toezichthoudend karakter, zoals het vaststellen van de jaarrekening, het benoemen, schorsen en ontslaan van bestuurders en het besluiten over statuten-‐ wijziging of ontbinding van de vereniging. De taken en bevoegd-‐ heden van de ALV kunnen door de betreffende vereniging worden uitgebreid. Altijd leggen statutaire directie, bestuur en/of raad van toezicht verantwoording af aan de ALV. De ALV hoeft zich over zijn inrichting en functioneren niet te verantwoorden naar anderen binnen of buiten de organisatie. Naast hiervoor genoemde organen kan een organisatie nog andere organen instellen, die veelal ‘commissie’ worden genoemd. Zo zijn er bijvoorbeeld commissies die het bestuur of de raad van toezicht adviseren, die plannen ontwikkelen die ter vaststelling worden voorgelegd of die het functioneren van de organisatie op onderdelen toetsen. Einde citaat: Werken met/aan energie gaat om forse belangen. Het gaat al gauw om veel geld en juist in deze tijd is het belangrijk te laten zien dat je als lokale EC WEL te vertrouwen bent. Het goed organiseren (scheiden van besturen, controleren en uitvoeren) is dan ook een dringend advies van ons. We weten dat dit in het begin lastig is. Je hebt nog al wat posities te vervullen en het kan je ontbreken aan goede vrijwilligers. Houd echter altijd in je statuten en reglementen rekening met een onderverdeling zoals geadviseerd en behoud je dan bijvoorbeeld het recht voor om het in het begin wat ‘soepeler’ op te pakken. Werkgroep Public Affairs/Public Relations of communicatie Deze werkgroep is de spil tussen de leden, de werkgroepen en de lokale samenleving. De werkgroep heeft o.a. als taak:
Het project Energiecoöperaties Het Groene Woud draagt bij aan een mooi en schoon land voor alle inwoners en bezoekers. Europa en de Provincie Noord Brabant maken dit project mogelijk
Handboek LEC, proces om te komen tot een lokale energie cooperatie. Interne communicatie (kartrekkers, leden, bestuur etc.) Externe communicatie (naar de ‘ omgeving’) Denk daarbij aan: -
Stakeholder analyse (wie zouden we allemaal moeten betrekken?)
-
Communicatieplan ledenwerving
- Communicatieplan visie, missie (waaronder ook bewustwording) Denk daarbij aan de grote lijn: Waarom deze werkgroep (en subwerkgroepen)? Wat willen jullie bereiken? Hoe gaan jullie dat realiseren? Energie-‐inkoop: Dit is een complex vraagstuk. Er zijn maar een paar leveranciers in Nederland die ook nog vrijwel allemaal aan de grote 3 (Essent, Eneco, Nuon) gelieerd of verbonden zijn. Er zijn een paar mogelijkheden om te doen: 1: (de moeilijkste) een eigen energiebedrijf beginnen via een eigen leveringsvergunning. Theoretisch kan dit maar het is zeer kennis en kapitaalsintensief. Een regulier energiebedrijf heeft minimaal 40.000 klanten nodig om überhaupt breakeven te kunnen draaien. Via de VEC NB hebben we alle onderliggende informatie beschikbaar. Het gaat ons te ver om die hier te behandelen. Weet wel dat we overleggen met partijen om onder eigen vergunning te kunnen gaan leveren. Dit kan interessant zijn op het moment dat je zelf veel stroom lokaal produceert en die naar je leden wilt leiden bijvoorbeeld. 2: je kunt wederverkoper worden van bijvoorbeeld GreenChoice, Anode, Eneco , Essent, Delta, Sepa Green en nog wat andere kleine aanbieders. Je leden worden dan klant bij deze partijen en de coöperatie krijgt per klant een verkoopvergoeding. De prijs die je je leden moet rekenen zal altijd een van de hoogste in de markt zijn, simpelweg omdat er nu extra partijen iets willen verdienen aan de energielevering. De beste prijs krijgen je leden nog altijd als ze regelmatig (jaarlijks) van energiebedrijf switchen. VEC NB faciliteert de mogelijkheid om dit laatste te kunnen doen als service voor je leden en je lokale EC verdient er ook nog wat aan. Bedenk dat er nog geen (behalve Texel en Ameland) coöperatie in geslaagd is om meer dan 250 leden via een wederverkoop constructie te binden. Op verzoek van de leden van VEC NB kunnen eventueel wel mantelafspraken gemaakt worden met energiebedrijven. Het komende jaar zullen naast de bekende bedrijven nog minimaal 3 nieuwe bedrijven of initiatieven zich melden bij de lokale initiatieven. Zo heeft Essent nu ook een aparte afdeling ingericht en heeft INenergie (o.a. Greenspread) ook een leveringsvergunning verkregen. 3: Switch service: Particulieren: De meest ‘onafhankelijke’ manier om je leden te helpen een beter energiecontract af te sluiten is gebruik maken van de switchservice zoals we die via de VEC Noord Brabant organiseren (vanaf september 2013). Via een zo genaamd I-‐Frame die je kunt ‘laden’ in je lokale website kun je gebruik maken van een collectief partnercontract dat we hebben afgesloten. Via een onder andere door de ACM beoordeelde prijsvergelijker kun je dan heel eenvoudig je leden helpen switchen. Je lokale EC krijgt ook nog provisie per geswitcht lid. (zie voor verdere toelichting hoofdstuk 9).
Het project Energiecoöperaties Het Groene Woud draagt bij aan een mooi en schoon land voor alle inwoners en bezoekers. Europa en de Provincie Noord Brabant maken dit project mogelijk
Handboek LEC, proces om te komen tot een lokale energie cooperatie. 4: Naast de mogelijkheden hiervoor is het zaak per project de beste oplossing te vinden. Het vooraf vastleggen van energieleverancier kan ‘lastig’ zijn. Er komen steeds meer servicebedrijven in uitgebreidere services van bestaande energiebedrijven op de markt. Via de VEC NB doen wij ons best met allen de best mogelijke afspraken te maken (mantelafspraken) teneinde lokaal het beste ons werk te kunnen doen. (zie voor verdere toelichting hoofdstuk 9). Omdat de energiemarkt zeer complex in elkaar steekt, adviseren wij dus in het begin dit vraagstuk in de initiatiefgroep te houden. Oriënteer je eerst heel goed. Je vanuit ‘ongeïnformeerd optimisme’ in het begin al vastleggen kan je later opbreken. 5: Sinds kort (zomer 2014) bestaat er de mogelijkheid aan te sluiten bij DE UNIE: DE Unie is een coöperatief energiebedrijf met eigen leveringsvergunning. Zie voor alle onderliggende informatie www.duurzameenergieunie.nl Samengevat en eindresultaat: -‐ De werkgroepen maken ieder een plan van aanpak. -‐ Deze deelplannen worden onder regie van de initiatiefgroep samengevoegd tot een plan van aanpak van de lokale EC. -‐ Uit de onderlinge samenwerking die ontstaat komen de verschillende personen bovendrijven die de noodzakelijke functies in de coöperatie gaan invullen. Denk aan bestuur, RvC-‐RvT e.d. -‐ De oprichting kan feestelijk gevierd worden. Dit door alle aspirant-‐leden die zich gemeld hebben en alle vrijwilligers bij elkaar te brengen en de oprichting met de notaris erbij te formaliseren. Denk nog aan: - Al op de publieksavond kun je mensen werven die net als de mensen van de werkgroep ZON zonnepanelen op hun dak willen. Ga niet ‘vanachter je bureau’ te werk maar betrek deze mensen in je planvorming. Het helpt je niet alleen, je hebt ook een potentiele afzet waarmee je kunt onderhandelen. - Laat de mensen die op de oprichtingsavond komen direct een automatische incasso tekenen of contact betalen. Boter bij de vis als het ware, naderhand erom komen is altijd moeilijker. 4: Na oprichting, de uitvoering: Alles valt en staat natuurlijk bij het aanbod dat gedaan kan worden aan de leden en hoe dat dit georganiseerd wordt. De coöperatie drijft op inzet van vrijwilligers en dat heeft zijn eigen dynamiek. Vrijwillig maar zeker niet vrijblijvend. De spirit erin blijven houden en de ‘kikkers in de kruiwagen’ zijn wel de uitdagingen. De wetgeving is niet altijd even meewerkend. Belangrijk is dus ook om zowel met het laaghangend fruit te starten als de langere termijn mee te nemen. Verzand niet alleen in ingewikkelde procedures en lastige business cases voor grootschalige productie maar besteed veel aandacht aan energiereductie en productie op en rond de eigen voordeur van de leden. Dit geeft sneller resultaat en is economisch ook realiseerbaar. Energie Café of Energiewerkplaats:
Dat wat goed werkt is maandelijks of 2 maandelijks een energie café organiseren. Laten zien wat je allemaal doet in de verschillende werkgroepen. Je producten en diensten uitleggen, contact maken en houden. Het energie café kan ook een vast moment zijn waarop de verschillende werkgroepen en het bestuur
Het project Energiecoöperaties Het Groene Woud draagt bij aan een mooi en schoon land voor alle inwoners en bezoekers. Europa en de Provincie Noord Brabant maken dit project mogelijk
Handboek LEC, proces om te komen tot een lokale energie cooperatie. samenkomt. Een uur voor het café opengaat bijvoorbeeld. Intern contact houden is belangrijk. Anders gaat iedere werkgroep zijn eigen koers varen. Je kunt er ook een werkplaats van maken. Met elkaar aan de slag. Wat is de actualiteit, hoe spelen we daar op in, in onze woonplaats. 5: Bezint eer ge begint: Energietransitie is een complex en breed vraagstuk. Het organiseren van een collectieve zonnepanelen actie is redelijk eenvoudig maar het organiseren van de eigen energie-‐inkoop en -‐verkoop, het opzetten van brede energiereductie maatregelen en eigen productie is niet zo eenvoudig, zeg maar complex. Vaak wordt gestart vanuit een ongeïnformeerd enthousiasme en optimisme door de vrijwilligers en de zalen zitten al gauw goed vol omdat veel mensen iets willen doen voor betaalbare, eigen en duurzame energie. Maar het gevaar zit erin dat de ambitie verder rijkt dan de mogelijkheden hieraan ook uitvoering te geven. Houd het in het begin vooral eenvoudig. Bouw het stapje voor stapje op. Zorg ervoor dat je geen onhaalbare doelen stelt die je iedere keer moet bijstellen en voorkom (met klem) dat je gaat acteren als een energiebedrijf en winst uit energielevering wilt gebruiken om je coöperatie op te bouwen. De druk om de kosten die je hiervoor moet maken terug te verdienen gaat dan voor het belang van de leden. We zien teveel coöperaties een te hoge overhead creëren voortkomend uit een verregaande ambitie echter zonder voldoende kennis van de materie. De ‘what’s in it for me?’ voor de leden komt dan snel op de achtergrond en daarmee haken ze af. In iedere vrijwilligers organisatie heb je onder de deelnemers de trekkers, de duwers en de volgers. De trekkers, trekken de kar, de duwers helpen daarbij en de volgers consumeren dat wat wordt geboden. De verhouding in procenten van het aantal deelnemers zal ongeveer zijn: - 5% trekkers - 15% duwers - 80% volgers Hoe complexer en ambitieuzer de plannen in het begin zijn hoe meer tijd vooral de trekkers in de coöperatie moeten gaan steken en des te sneller komt de vraag naar beloning of mensen haken af. Ben je hiervan bewust. Samenwerking tussen coöperaties biedt de mogelijkheid om de noodzakelijke professionele taken aan de achterkant samen te regelen. De samenwerking met de gemeente, de ondernemers, de woonstichting en andere lokale stakeholders biedt de mogelijkheid te komen tot projecten die ook professionele inzet mogelijk maken. Ons advies daarbij is om al het voorbereidende werk en het bestuurlijke werk onbezoldigd te houden maar grotere projecten te voorzien van een professionele projectleider. Ook dit kan samen met omliggende coöperaties opgepakt worden. Een coöperatieve vereniging is een lokaal verbindend platform rondom nuttige thema’s als energie. In andere plaatsen worden daarom ook bijvoorbeeld breedband en zorg opgepakt. De bevordering van de sociale cohesie is misschien wel net zo belangrijk als klinkende financiële resultaten. Duurzaam betekent letterlijk langdurig houdbaar en dat is misschien wel de meest moverende reden waarom mensen in economisch lastige tijden zich coöperatief willen inzetten. De vraagstukken waarvoor we de komende jaren staan zijn groot en die lost niemand alleen op. Samenwerken via een lokale coöperatie biedt mensen een perspectief om zelf ook aan de slag te kunnen.
Het project Energiecoöperaties Het Groene Woud draagt bij aan een mooi en schoon land voor alle inwoners en bezoekers. Europa en de Provincie Noord Brabant maken dit project mogelijk
Handboek LEC, proces om te komen tot een lokale energie cooperatie. 6: Drie belangrijke vragen: Ieder potentieel lid van de coöperatie stelt zich de volgende drie vragen: 1: Wat levert het me op en liefst nog op korte termijn? 2: Zijn mijn partners te vertrouwen? 3: Lost het me iets op wat ik alleen niet voor elkaar krijg? Gebruik deze 3 vragen om je aanbod aan de leden te toetsen. Deze 3 vragen komen voort uit de ervaringspraktijk van coöperaties en misschien is het bieden van vertrouwen wel de grootste opgave in een tijd waar dit vertrouwen op vele fronten op de proef is en wordt gesteld. 7: De ICA principes: Coöperatieve waarden, principes en praktijk: De volgende principes komen uit de praktijk van langjarig succesvolle coöperaties en coöperatieve samenwerkingsverbanden. Het is goed deze te kennen en te omarmen om ook lokaal toe te passen. De international Co-‐operative Alliance (ICA) geeft aan dat er zes essentiële waarden zijn in de coöperatieve beweging: zelfhulp (self-‐help) verantwoordelijkheidszin (self-‐responsability) democratie (democracy) gelijkheid (equality) rechtvaardigheid (equity) solidariteit (solidarity) Deze zes waarden vormen de fundamenten van de coöperatieve beweging. Ze maken er de essentie van uit. Daarnaast moeten leden van coöperaties belang hechten aan ethische waarden als eerlijkheid, openheid, transparantie, maatschappelijke verantwoordelijkheid, aandacht en zorg voor anderen. Verder omschrijft ICA zeven coöperatieve principes. Ze zijn een meer concrete invulling en interpretatie van de coöperatieve waarden. Deze principes zijn ontstaan uit een bundeling van goede praktijken doorheen de geschiedenis van de coöperatieve beweging en hebben naast een ideologische component, een achterliggende economische grondslag. De mate waarin coöperaties zich identificeren met het coöperatieve gedachtegoed kan echter verschillen. Als de coöperatieve waarden de fundamenten zijn van het coöperatieve gebouw, dan zijn de coöperatieve principes de dragende structuren. Ook als ze niet allemaal aanwezig zijn, blijft het coöperatief gebouw rechtop staan. Maar hoe meer coöperatieve principes je toepast, hoe sterker het gebouw. 1ste principe: vrijwillige toetreding en open lidmaatschap Coöperaties zijn toegankelijk voor iedereen. Er is geen discriminatie. Engagement is vereist om alle verplichtingen van het lidmaatschap op te willen nemen. 2e principe: Democratisch bestuur door de leden De leden nemen actief deel aan de beleidsbepaling en het beslissingsproces. Er is een systeem van vertegenwoordiging. In primaire coöperaties is er een gelijkheid van stemrechten. Overkoepelende coöperaties kunnen hier van afwijken, maar ook zij worden democratisch georganiseerd. 3e principe: Deelname van de leden aan het economisch proces Leden dragen op een billijke wijze bij tot het kapitaal van hun coöperatie. Het kapitaal wordt democratisch gecontroleerd door de leden. Gewoonlijk is minstens een deel van het kapitaal gemeenschappelijk bezit van de
Het project Energiecoöperaties Het Groene Woud draagt bij aan een mooi en schoon land voor alle inwoners en bezoekers. Europa en de Provincie Noord Brabant maken dit project mogelijk
Handboek LEC, proces om te komen tot een lokale energie cooperatie. coöperatie en ontvangen leden een beperkt rendement. Leden gebruiken overschotten voor een of meerdere van volgende doelstellingen: de ontwikkeling van de coöperatie, het aanleggen van (ten dele ondeelbare) reserves, voordelen voor de leden in verhouding tot hun transacties met de coöperatie, en de ondersteuning van andere activiteiten die de goedkeuring van de leden meedragen. 4e principe: Autonomie en onafhankelijkheid Coöperaties zijn autonome zelfhulporganisaties die gecontroleerd worden door hun leden. Wanneer coöperaties akkoorden sluiten met andere organisaties, inclusief overheden, of kapitaal aantrekken van externe bronnen, dan doen ze dat op een manier die de democratische controle door de leden en de autonomie van de coöperatie waarborgt. 5e principe: Vorming, opleiding en informatie Coöperaties voorzien in onderwijs en vorming voor hun leden, hun verkozen vertegenwoordigers, hun managers en hun werknemers zodat deze op een doeltreffende manier kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van de coöperatie. Ze informeren het ruimere publiek – met in het bijzonder jongeren en opiniemakers – over de aard en de voordelen van de coöperatie. 6e principe: Samenwerking tussen coöperaties Coöperaties bedienen hun leden het meest effectief en versterken de coöperatieve beweging door samenwerking via lokale, nationale, regionale en internationale structuren. 7e principe: Betrokkenheid bij de gemeenschap Coöperaties werken voor de duurzame ontwikkeling van hun gemeenschap via beleidsmaatregelen die goedgekeurd worden door de leden. Uit de publicatie van Vanhove, M., Samen werken aan de toekomst. De kracht van coöperaties. Uitgegeven door Cera, 2003, 77 pagina’s, te bestellen via http://www.cera.be/cera/nl/library/ 8: De grootte, het werkgebied: Vaak wordt de vraag gesteld hoe groot de coöperatie kan zijn, wat het werkgebied is. Die vraag is zowel te beantwoorden als zo groot als je wilt, maar ook, zo klein als mogelijk. Deze verschillende antwoorden zijn als volgt te verklaren en te combineren. Zo groot als je wilt. Als je de er een echt bedrijf van wilt maken met alles er op en eraan dan heb je een relatief groot verzorgingsgebied nodig om uit de kosten te komen. Eco-‐power in België is hier een mooi voorbeeld van. Hun focus ligt enkel op duurzame productie en ze laten zoveel leden toe als ze zelf stroom kunnen leveren met eigen productiemiddelen. Het maakt niet uit waar deze leden wonen, als ze maar in België wonen. Voorbeelden in Nederland zijn, Deltawind, Meerwind, de Windunie of de Windvogel. Allemaal coöperaties rondom windmolens als productiemiddel en leden uit alle ‘wind’-‐streken. De zogenaamde productiemiddel-‐ coöperatie. Voordeel : te runnen als een echt bedrijf. Nadeel : leden binding is minder, opstartkosten zijn hoog. Zo klein als mogelijk: Het werkgebied van een lokale coöperatie (energie, maar ook breedband of zorg) is naar onze ervaring vaak begrensd door de reikwijdte van het lokale sociale netwerk. Vaak is dit ook historisch bepaald. Zo zie je dat in gemeenten met meerdere kernen of per kern eigen coöperaties ontstaan of dat binnen een coöperatie duidelijk rekening gehouden wordt met de ‘ons kent ons’ wens door onderscheid te maken in werkgroepen en ook communicatie uitingen. De 2e voorwaarde die leden van een coöperatie stellen (zie 6) is dat ze vertrouwen moeten hebben in hun partners. Hoe groter de coöperatie des te anoniemer de leden zich voelen en des minder het vertrouwen zal zijn. Hoe dichterbij hoe meer de sociale cohesie het vertrouwen vergroot (gewild en
Het project Energiecoöperaties Het Groene Woud draagt bij aan een mooi en schoon land voor alle inwoners en bezoekers. Europa en de Provincie Noord Brabant maken dit project mogelijk
Handboek LEC, proces om te komen tot een lokale energie cooperatie. ongewild). Ons advies is dan ook te onderzoeken hoe men hier lokaal tegenaan kijkt. In de hoogtij dagen van de Boerenleenbanken waren er 1257 lokale banken. Die zijn in de loop der tijd wel weer gefuseerd met elkaar maar je kunt wel een vergelijking maken. We zien nu in NL vooral op kern-‐ en wijkniveau dat er gestart wordt en men behoorlijk succesvol kan zijn. We zien ook dat provinciale of stedelijke coöperaties het erg moeilijk hebben te groeien. 9: De energiemarkt algemeen: Hier een beknopte beschrijving van de Nederlandse energiemarkt. Dit is puur een snelle wegwijzer, niet geschreven om volledig te willen zijn. Energie (gas en elektriciteit) werd in de 20ste eeuw geleverd door nutsbedrijven. Vanaf 1998 is een aanvang gemaakt met de privatisering en liberalisering van de energiemarkt. De energiemarkt is geliberaliseerd in opdracht van de Europese Unie, de Unie wil 'een vrij verkeer van kapitaal, goederen, diensten en mensen binnen de EU'. Als uiterste datum waarop de liberalisering van de energiemarkt gestalte moeste krijgen, gaf de Europese Unie 1 juli 2007. In Nederland is volledige liberalisering op 1 juli 2004 gerealiseerd. Vanaf 1 juli 2001 konden consumenten al kiezen voor een leverancier van groene stroom, na 1 juli 2004 was iedereen vrij om een leverancier te kiezen voor alle elektriciteit en gas. (bron: Wikipedia). Vanaf de vrijgave van de energiemarkt is de prijs voor de kleinverbruiker (aansluiting tot 3 x 80Amp) vrijwel verdubbeld. Enerzijds door een prijsstijging van de grondstof (KwH, HJ of m3 gas) anderzijds door een stijging van de netwerkkosten en de toegevoegde belastingen. Op dit moment (2014) stabiliseren prijzen zich en is zelfs sprake van een prijsdaling. Historisch gezien had iedere gemeente/provincie wel zijn eigen energiebedrijf. Door fusies en samenvoegingen bleven daar nog een paar grote (Essent, Nuon, Eneco, Delta) van over en anderen werden opgekocht. Zo heeft E-‐ON, wiens eigenaren grote investeringsbedrijven zijn belangen in Zuid-‐Holland verworven en als zodanig ook erg actief in NL en heeft GDF Suez, een van de grotere wereldenergiebedrijven, belangen in Nederland via Sita, Cofely en Electrabel (Belgisch). Sinds de vrijgave van de energiemarkt zijn er daarnaast een paar succesvolle (in klantaantallen maar niet altijd in rentabiliteit) nieuwe energiebedrijven bijgekomen die opgezet zijn door private ondernemers. We noemen hier Oxxio (eerst Durion) dat na wat omzwervingen overgenomen is door Eneco. Green Choice, waarvan de aandeelhouders bestaan uit de Energie Concurrent (70%) en Eneco (30%). Een echt succesvol bedrijf in groeispurt is NLEnergie ook bekend als De Nederlandse Energie Maatschappij. Opgericht door de gebroeders Swinkels is dit een gestage marketing machine die inmiddels een kleine 800.000 klanten heeft weggelokt bij de grote energiebedrijven. NLEnergie heeft geen eigen productie maar heeft DONG (Deens) als sourcing partner. DONG (Deens) is ook zelfstandig actief in Nederland. In reactie op de prijsvechters (Oxxio, NLE) heeft Essent haar eigen prijsvechter opgericht (Energie Direct). Daarnaast zijn er nog een aantal kleine energiebedrijven actief met een leveringsvergunning op de kleinverbruikersmarkt voor elektra en soms ook voor gas (let op dit hoeft niet samen te gaan) zoals SEPA Green, Raedhuys, Qwint, Hezelaer en Anode en er zullen er nog wel meer komen (en gaan) en daarnaast zijn er natuurlijk ook velen met een leveringsvergunning voor warmte. U zult ongetwijfeld benaderd worden door een van deze partijen om via hen een zo genaamde wederverkoopconstructie aan te gaan of een andere manier van samenwerking vinden. Voor een overzicht van alle vergunninghouders in NL zie: Voor Elektra: https://www.acm.nl/nl/onderwerpen/energie/energiebedrijven/vergunninghouders-‐elektriciteit/ Voor gas: https://www.acm.nl/nl/onderwerpen/energie/energiebedrijven/vergunninghouders-‐gas/
Het project Energiecoöperaties Het Groene Woud draagt bij aan een mooi en schoon land voor alle inwoners en bezoekers. Europa en de Provincie Noord Brabant maken dit project mogelijk
Handboek LEC, proces om te komen tot een lokale energie cooperatie. Voor een beschrijving van bijna alle energiebedrijven en hun oorsprong zie: http://www.deenergiegids.nl/marktpartijen/Leveranciers-‐overzicht.aspx Overigens zitten bij het schrijven van dit handboek (juli 2013 – november 2014) nog steeds 70-‐75% van de mensen bij hun historische leverancier (de grote 4) alhoewel ze dan vaak (bijna altijd) de hoogste prijs betalen. Gekscherend worden deze mensen ook wel ‘slapers’ genoemd. Laten we even wat dieper op de energiemarkt ingaan. We onderscheiden producenten van elektra en warmte en distributeurs van gas. De historische nutsbedrijven zijn allen zowel producent van elektra (kolen, biomassa, gas, wind e.a.) en warmte (restwarmte uit productie van elektra en wko). Ze zijn daarnaast retailer (verkoper) van gas. Gas wordt in Nederland vrijwel exclusief ‘verkocht’ door de GasTerra (o.a.Slochteren gas). Sinds kort overigens is ook Gazprom (Rus) actief op de Nederlandse markt, voorlopig alleen nog op de zakelijke markt. Er wordt een klein beetje groen gas (uit vergisting van biomassa) geproduceerd. Als dit groene gas op het netwerk ingevoed moet worden moet het echter eerst gewassen worden om dezelfde kwaliteit als aardgas te verkrijgen. Afvalverwerkingsbedrijven zijn vaak de producenten van groen gas en ook van elektra. Vaak zijn deze afvalverwerkingsbedrijven nog in handen van de overheid (HVC, OMRIN, TWENCE, Attero, ROVA e.d.). Ze gebruiken hun elektraproductie veelal voor hun eigen activiteiten en als ze dit over hebben leveren ze dit aan de markt. Het groene gas volgt dezelfde weg, waarbij ook vaak openbaarvervoer (bussen) rijden op dit gas. De andere vergunninghouders (voor levering gas en elektra) zijn eigenlijk allemaal groothandelaren die hun energie betrekken van de markt. Voor elektra doen ze zaken op de ENDEX – APX (beurs) en gas kopen ze in via een contract met Gasterra rechtstreeks of ze maken gebruik van een ander energiebedrijf om onder hun contract in te kopen (en sinds kort dus ook via Gazprom). Gasprijzen komen tot stand via TTF, de beurs voor gas. Dan zijn er nog veel boeren (tuinders) die met een WKK stroom produceren en deze voor eigen gebruik afnemen maar vooral via de beurs (dagprijzen) terugleveren aan hun energieleverancier. De hoge prijs voor gas (daarmee wordt een WKK gestookt) en de lage KwH prijs op dit moment maakt het exploiteren van een WKK in steeds meer gevallen verlieslatend. Dan zijn er meerdere partijen actief bij het exploiteren van windmolens. Dit zijn o.a. de Windunie (coöperatie van voornamelijk windmolen eigenaren (agrariërs), Coöperaties als De Windvogel – Meewind en Deltawind (coöperatie van particulieren) en kleinere exploitanten die gelijk ook een leveringsvergunning hebben zoals GreenChoice, RaedHuys. Ze bezitten een beperkt aantal windmolens, je kunt bij ze klant worden en het restant (dat wat ze niet zelf produceren) kopen ze op de markt in. Om aan kleinverbruikers te mogen leveren is een vergunning nodig van de ACM (zie hiervoor). Naast levering van energie is er ook nog de noodzaak van distributie van deze energie. Tennet is de landelijke beheerder van het hoogspanningsnetwerk en bedrijven als Enexis, Alliander, Stedin e.a. zijn de regionale netwerkpartijen. Elektra: http://nl.wikipedia.org/wiki/Nederlandse_elektriciteitsmarkt Gas: Voor gas toets via Google in: ‘gasmarkt Nederland ‘. Je vindt dan o.a. een masterscriptie van Dhr. Aalten die je enigszins wegwijs maakt. Gasterra verkoopt het gas en de Gasunie is het landelijk netwerkbedrijf.
Het project Energiecoöperaties Het Groene Woud draagt bij aan een mooi en schoon land voor alle inwoners en bezoekers. Europa en de Provincie Noord Brabant maken dit project mogelijk
Handboek LEC, proces om te komen tot een lokale energie cooperatie. Warmte: http://www.eigenhuis.nl/actueel/nieuws/2013/419781-‐warmtewet-‐akkoord/ (deze link omdat de wet per 1 – 1 – 2014 verandert. Zie voor netwerkbedrijven: http://www.energieleveranciers.nl/netbeheerders/overzicht-‐netbeheerders en http://nl.wikipedia.org/wiki/Netbeheerder Dan de wetgeving: In het algemeen is die te vinden via: Elektriciteitswet : http://wetten.overheid.nl/BWBR0009755/geldigheidsdatum_05-‐08-‐2013 Gaswet : http://wetten.overheid.nl/BWBR0011440/geldigheidsdatum_05-‐08-‐2013 Marktmodel : http://wetten.overheid.nl/BWBR0032887/geldigheidsdatum_16-‐06-‐2013 Warmtewet : http://www.eerstekamer.nl/wetsvoorstel/32839_novelle_warmtewet Wet onafhankelijk netbeheer (splitsingswet): http://nl.wikipedia.org/wiki/Wet_onafhankelijk_netbeheer Aan de linken zie je dat de markt in beweging is. Het Marktmodel past de elektra-‐ en gaswet aan en de link naar de eerste kamer geeft de veranderingen op de warmtewet weer. Dan het fenomeen ETS. Het emissie -‐ handelssysteem voor broeikasgassen in Europa: U gaat lokaal aan de slag met (duurzame) energie en gaat op zoek naar de ‘businesscase’. U verbaast zich dan bijvoorbeeld over het feit dat fossiele brandstoffen nog altijd veel goedkoper zijn dan energie uit duurzame bronnen (wind, biomassa, zon, aarde) en u alleen zaken kunt doen als u gebruik maakt van salderen van zonnestroom op het eigen dak, SDE+ subsidie (later meer) In de basis komt dat doordat we (de politiek – democratie) geen prijs gehangen hebben aan de ‘bijeffecten’ van het gebruik van fossiele brandstoffen. Met andere woorden, het uitstoten van CO2, NOX en andere broeikasgassen (en fijnstof en andere vervuilers) heeft geen of nauwelijks een prijs of u kunt ook stellen dat de kosten die klimaatverandering, milieuvervuiling en andere effecten met zich meebrengen nu afgewenteld worden op de samenleving. Zelfs het opruimen van oude kerncentrales wordt over het algemeen door de belastingbetaler betaald. Vanwege de internationale concurrentiepositie is het tot op heden niet gelukt om mondiale afspraken te maken over het ‘beprijzen’ van broeikasgassen. In Europa is wel het ETS systeem ingesteld. Dit is een CO2 rechtensysteem. Via http://nl.wikipedia.org/wiki/Emissiehandel kunt u precies lezen wat dit inhoudt. Samengevat komt het erop neer dat een x-‐aantal broeikasgasuitstotende industrieën (waaronder de energiebedrijven) CO2 rechten krijgen. De bedoeling was dat deze rechten steeds schaarser zouden worden en door krapte stijgt dan de prijs voor CO2 en dus ook de prijs van fossiele energie naar rato van het ‘vervuilende karakter’. Verbranden van gas geeft minder uitstoot dan het verbranden van steenkool en dit geeft weer minder CO2 uitstoot dan het verbranden van bruinkool. Zo zou er langzaam maar zeker een omslag van zwaar CO2 belastende grondstof voor productie naar duurzamere grondstoffen plaats moeten vinden. Helaas (vanwege o.a. de internationale concurrentie positie) zijn er veel te veel rechten op de markt vrijgegeven (aan de bedrijven gegeven) waardoor de prijs voor CO2 erg laag is en door de verminderde productie door de crises nu zelfs historisch laag, ongeveer € 4,50 per ton (juli 2013). De CO2 prijs zou naar minimaal € 40,-‐-‐ per ton moeten stijgen om echt een omslag teweeg te kunnen brengen. U zult begrijpen dat dit door het ontbreken van internationale afspraken en de opkomst van goedkoop schaliegas op dit moment een vrijwel uitzichtloze hoop is omdat, alweer, de concurrentiepositie van onze industrie in Europa dan ernstig in gevaar komt. Het financiële korte termijn belang wint het van de langere termijn, het belang van onze kinderen.
Het project Energiecoöperaties Het Groene Woud draagt bij aan een mooi en schoon land voor alle inwoners en bezoekers. Europa en de Provincie Noord Brabant maken dit project mogelijk
Handboek LEC, proces om te komen tot een lokale energie cooperatie. We durven dit te stellen omdat steeds duidelijker wordt dat het uitstellen van de beslissing de CO2 (broeikasgas) uitstoot terug te dringen wel eens heel duur kan zijn. Zie bijvoorbeeld een waarschuwing die de Erasmus Universiteit doet uitgaan. http://www.eur.nl/nieuws/detail/article/51578-‐enorme-‐kostenpost-‐door-‐ vrijkomen-‐methaan-‐noordpool/ . Het smelten van de Noordpool en het permafrost (bevroren bodem) kan een snel (2035) negatief gevolg hebben voor onze economie waardoor de ogenschijnlijke economische korte termijn voordeel, letterlijk als sneeuw voor de zon verdampen. Stimuleringsregelingen (subsidie) duurzame energie: Om toch duurzame energie te promoten is dus nog steeds subsidie nodig (zolang CO2 uitstoot geen prijs heeft). Hieronder de diverse nationale regelingen in Nederland: - Salderen achter de meter: http://nl.wikipedia.org/wiki/Salderen - SDE+ regeling: http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/duurzame-‐energie/duurzame-‐energie-‐ stimuleren/subsidieregeling-‐duurzame-‐energie-‐in-‐2012 - BTW terugvraag zonnepanelen. http://www.milieucentraal.nl/btwzonnepanelen - Groene stroom en groen gas, wat koopt u eigenlijk?: We doen ons best het eenvoudig te houden. Elektra: Alle stroom die geproduceerd wordt in Europa wordt op het net ingevoed (als het ware bij elkaar in 1 bak gestopt). Bent u aangesloten op het net (die ene bak) dan krijgt u dus fysiek altijd een mengeling van alle mogelijke productievormen in huis (steenkool, gas, kernenergie, biomassa, wind, zon, aardwarmte e.d.). Er moest dus een systeem bedacht worden om toch tegen u te kunnen zeggen dat voor u alleen groene stroom is ingekocht of geproduceerd. Dit systeem werkt met groencertificaten ook GVO’s (Garantie van Oorsprong) genoemd. Het is eigenlijk heel eenvoudig. Ieder productiemiddel dat groene stroom produceert krijgt certificaten uitgereikt (via CertiQ in NL http://www.certiq.nl ), de zogenaamde Garanties van Oorsprong (GvO’s) ofwel groencertificaten. Deze certificaten worden verkocht aan energiebedrijven (of als ze zelf een productiemiddel hebben, dan zijn ze voor hen zelf). De energiebedrijven kunnen nu aan u groene stroom verkopen zoveel als ze certificaten hebben. Op zich een mooi systeem. (nalezen : http://www.groenestroomjagraag.nl/node/cijfers-‐ en-‐grafieken ) Nu zijn er verschillende vormen van certificaten namelijk certificaten voor waterstroom (energie uit waterkracht) uit bijvoorbeeld de Scandinavische landen, voor stroom uit windmolens op zee, op land, voor stroom uit biomassa en ja zelfs de zonnestroom die via de 97000 zonnestroom in Nederland wordt geproduceerd wordt weer in certificaten omgezet en doorverkocht. De certificaten hebben een verschil in prijs. Zo is waterkracht een van de goedkoopste en wind op land uit de buurt waarschijnlijk het duurste per jaar. Per consument kost dit tussen de € 0,40 en € 2,-‐-‐ per jaar afhankelijk van het soort certificaat. Onderstaande grafiek komt van de website www.groenestroomjagraag.nl . Zoals je kunt zien komt verreweg het meeste van alle groene stroom uit waterkracht.
Het project Energiecoöperaties Het Groene Woud draagt bij aan een mooi en schoon land voor alle inwoners en bezoekers. Europa en de Provincie Noord Brabant maken dit project mogelijk
Handboek LEC, proces om te komen tot een lokale energie cooperatie.
De Noren lachen zich rot. Zo leveren de waterkrachtcentrales bij hen nog meer geld op. Groen gas: Groen gas is gas dat verkregen wordt door vergisting van biomassa. Dit gas kan na ‘gewassen’ te zijn gebruikt worden zie http://www.microvergisters.nl/nl/Nieuws/detail/8/-‐biogas-‐zoekt-‐zijn-‐weg-‐in-‐de-‐landbouw-‐ . Formeel is dit de enige vorm van groengas en toch verkopen meerdere energiebedrijven u groen gas (alhoewel dat volgens de reclame code commissie niet zo genoemd zou mogen worden https://www.reclamecode.nl/webuitspraak.asp?ID=63622&acCode ). Hier sluipt dus een addertje onder het g(r)as. Meerdere energiebedrijven verkopen groen gas of groen voor gas zoals ze het zo mooi omschrijven na de uitspraak van de Reclame Code Commissie. Dat wat ze u verkopen is aardgas waarvan ze de CO2 uitstoot compenseren door bosaanplant bijvoorbeeld. Nu is dit laatste een zeer schimmige handel die vrijwel niet te controleren is. U herinnert zich mogelijk de TV uitzendingen van de Keuringsdienst van Waarde (http://keuringsdienstvanwaarde.kro.nl/seizoenen/2011/afleveringen/31-‐03-‐2011) die deze zogenaamde compensatie onder de loep nam. Om toch zeker te zijn dat uw centjes goed besteed worden is er een Gold Standard ingesteld http://www.cdmgoldstandard.org . Mocht uw leverancier u groen voor gas aanbieden controleer dan of er in ieder geval sprake is van een gecertificeerde compensatie. De rest is meer een ‘windhandel’ waarvan u het geld beter in uw eigen huis kunt uitgeven, aan isolatie bijvoorbeeld.
Het project Energiecoöperaties Het Groene Woud draagt bij aan een mooi en schoon land voor alle inwoners en bezoekers. Europa en de Provincie Noord Brabant maken dit project mogelijk
Handboek LEC, proces om te komen tot een lokale energie cooperatie. 10: Coöperatie tussen Coöperaties (ICA principe 6) – VEC Noord Brabant: Zoals je misschien wel hebt kunnen lezen is de energietransitie een complex en veelzijdig vraagstuk. We gaan van een centrale productie naar een mengvorm van lokale, regionale en centrale productie en er vindt een omkering van een aanbod gestuurde markt naar een vraag-‐gestuurde markt plaats. Een gemiddeld dorp van 10.000 huishoudens geeft al gauw € 20miljoen uit aan energie (dit gaat dus het dorp uit) per jaar. Het vertrouwen in de grote energiebedrijven neemt af (zeker nu Vattenfall -‐ de koper van Nuon -‐ en RWE -‐de koper van Essent-‐ drastisch moeten ingrijpen om erger te voorkomen) en de noodzaak om duurzaam te gaan produceren wordt ook steeds duidelijker. En daarom willen we zelf aan de slag, lokaal. De techniek maakt het mogelijk, de wil om aan te haken groeit en de noodzaakt om iets te doen aan de hoge energie rekening ook. Toch lukt niet alles alleen lokaal. Er moet veel uitgevonden worden en daar gaat veel zweetkapitaal in zitten. Ook zijn er meerdere zaken die eigenlijk ‘ te groot’ zijn en beter samen opgepakt kunnen worden. Hieronder geven wij u bij de handvatten en de mogelijkheden om lokaal aan de slag te gaan ook een aantal zaken aan die we samen willen regelen. Zo is er een coöperatie van coöperaties opgericht met als naam Verenigde Energie Coöperaties (VEC) Noord Brabant. Dit doen we om lokaal zo klein mogelijk te blijven, dicht bij de lokale gemeenschap en zo veel mogelijk vrijwillige inzet te kunnen blijven hanteren maar toch aan de achterkant een professionele dienstverlening voor elkaar te krijgen. In het begin zul je denken, die samenwerking en professionaliteit hebben wij niet nodig maar naarmate dat je vordert komt al gauw een punt waarop jullie je gaan afvragen of het nog wel vrijwillig kan. Wij denken van niet. Geen energiebedrijf draait op vrijwilligers. Iedere coöperatie krijgt te maken met de vraag; hoe gaan we de energietransitie, de financiering, de projecten, de administratie, de lobby organiseren? Omdat dit een complex vraagstuk is doen we dat graag samen. De coöperatieve vereniging als ondernemersvorm leent zich daarvoor uitstekend. Je kunt de VEC NB dan ook vergelijken met de Coöperatieve Handels Vereniging die vroeger achter de Boerenbondwinkels zat of Rabobank NL die officieel een dochter coöperatie is van de lokale Rabobanken. De VEC NB is opgericht in juni 2013. We werken nu hard aan de inrichting en samenwerking. Daarvoor tekenen we 24 februari 2014 onder andere een Green Deal met meerdere gemeenten en de provincie NB. De VEC NB is ook een middel om kennis onderling uit te wisselen. Sommige EC’s zijn al ver op weg. De daar ontwikkelde kennis en producten kunnen via de VEC NB correct worden overgedragen op anderen. Er gaat veel werk en kosten zitten in het uitvinden/uitwerken van projecten/producten. Door dit met elkaar te delen wordt het makkelijker om te doen. Bedenk daarbij ook dat het delen van kennis niet zomaar het uitwisselen van ervaringen is. Als je lokaal succesvol bent dan wordt je al snel door de ‘omgeving’ gevraagd kennis over te dragen. Dan gebeurt er iets interessants, de kartrekker van de werkgroep die lokaal aan de slag is (vaak om niet) moet ineens zijn tijd ook buiten de eigen plaats gaan inzetten. Wij vinden dat we naar elkaar de verantwoordelijkheid hebben hier zuiver mee om te gaan. Maar hoe doe je dat dan? Binnen de samenwerking geven we inhoud aan dit soort vragen. Heel veel succes en plezier met het realiseren van betaalbare, eigen en duurzame energie.
Het project Energiecoöperaties Het Groene Woud draagt bij aan een mooi en schoon land voor alle inwoners en bezoekers. Europa en de Provincie Noord Brabant maken dit project mogelijk