Handboek digitale ruimtelijke plannen 2008-2009
Status:
DEFINITIEF
Handboek digitale ruimtelijke plannen 2008-2009
Coevorden, januari 2009 Afdeling Beleid & Strategie, Cluster Ruimte Opgesteld door: H.J.R. Ellen
Handboek digitale ruimtelijke plannen 2008-2009
versie: januari 2009
Inhoudsopgave
1 1.1 1.2 1.3
Inleiding Doel en reikwijdte Leeswijzer Status handboek
1 1 2 3
2 2.1 2.2
Gebruik Handboek Ruimtelijke Plannen Gebruik Beheer
4 4 4
3 3.1
Gemeentelijke structuurvisie Kaartbeeld
5 6
4
Gebiedsgerichte besluiten
7
5 5.1
Bestemmingsplan Planteksten 5.1.1 Toelichting 5.1.2 Regels 5.1.3 Digitale planteksten 5.1.4 Analoge planteksten Plankaarten 5.2.1 Analoge plankaarten 5.2.2 Digitale plankaarten
10 10 10 12 16 16 18 18 20
6 6.1 6.2 6.3
Digitale vastlegging Gemeentelijke structuurvisies Gebiedsgerichte besluiten Bestemmingsplannen
21 21 21 21
7
Uitbestedingsprotocol
22
8 8.1 8.2
Werkwijze Stappenplan Archivering
24 24 24
9
Bronvermelding
25
10
BIJLAGE I
26
5.2
Handboek digitale ruimtelijke plannen 2008-2009
1 Aanleiding
versie: januari 2009
Inleiding De gemeente Coevorden is in 2002 gestart met een herzieningstraject ten aanzien van bestemmingsplannen. Het was hierbij een logische keuze om het digitaliseren van bestemmingsplannen hieraan te koppelen. In 2003 is in nauwe samenwerking met een extern bureau het eerste digitale plan tot stand gekomen. Echter de wijze en opzet van digitale plannen was nooit vastgelegd, daarom is in 2006 het “Handboek digitale bestemmingsplannen” opgesteld. Naar aanleiding van de invoering van de standaard IMRO2008 wordt het “Handboek digitale bestemmingsplannen” geactualiseerd en vervangen door het nu voorliggende exemplaar. 1.1 Doel en reikwijdte Dit handboek heeft als doel om eenduidig voor te schrijven op welke wijze bij het maken van ruimtelijke plannen en specifiek met bestemmingsplannen dient te worden omgegaan met: -
de opzet van de toelichting; de opzet van de bijbehorende bepalingen; het benoemen en onderscheiden van bestemmingen en aanduidingen; de opzet van de bijbehorende plankaart; de toepassing van de IMRO2008-codering; de toepassing van de SVBP2008-coderingen; de uitwisseling/ aanlevering van bestemmingsplannen in digitale vorm.
Het handboek geeft eisen ten aanzien van digitale (bestemmings-) plannen. De digitale versie van een ruimtelijkplan is met de invoering van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (nWro) en het nieuwe Besluit ruimtelijke ordening (nBro) de enigste juridisch bindende versie. Als aanvulling op de digitale versie zal in het archief een origineel analoog bestemmingsplan nog steeds noodzakelijk zijn. Aan dit handboek liggen de RO Standaarden 2008 ten grondslag. In de RO Standaarden 2008 zijn de volgende onderdelen opgenomen: Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen
20081224 svbp2008.pdf
Informatie Model Ruimtelijke Ordening
20081224 imro2008.pdf
- XML-Schema
local-IMRO2008_1.1.0.zip
Standaard Toegankelijkheid Ruimtelijke 20081224 STRI2008.pdf Instrumenten - XML-Schema
Status: DEFINITIEF
STRI2008_1.6.zip
-1-
Handboek digitale ruimtelijke plannen 2008-2009
versie: januari 2009
Bijlagen bij de toelichting op de Regeling Praktijkrichtlijn Bestemmingsplannen
20081224 prbp2008.pdf
Praktijkrichtlijn Gemeentelijke Structuurvisies
20081224 prgsv2008.pdf
Praktijkrichtlijn Provinciale Structuurvisies
20081224 prpsv2008.pdf
Praktijkrichtlijn Rijks Structuurvisies
20081224 prrsv2008.pdf
Praktijkrichtlijn Gebiedsgerichte Besluiten
20081224 prgb2008.pdf
Praktijkrichtlijn Provinciale Verordeningen
20081224 prpv2008.pdf
Praktijkrichtlijn Algemene Maatregelen van Bestuur
20081224 pramvb2008.pdf
Facultatieve standaarden Praktijkrichtlijn Planteksten
20080604_IMRO-PT2008.pdf 20080604_IMRO-PT2008.zip 20080604_PRPT2008.pdf
Om ook plannen opgesteld in IMRO2006 of PDF-plannen via het web te kunnen ontsluiten is de STRI2006 opgesteld.
20081223 STRI2006 v1.2b.pdf
- XML-schema
STRI2006_1.2b.zip
Voor deze plannen is er een aparte praktijkrichtlijn opgesteld, de Praktijkrichtlijn Plancontour en PDF, PRPCP2008.
20081223 Praktijkrichtlijn Plancontour & PDF - v1.1a.pdf
- XML-schema
local-IMROPCP2008_1.1.zip
1.2 Leeswijzer De wijze waarop dit handboek dient te worden toegepast en beheerd wordt beschreven in hoofdstuk 2. Vervolgens wordt in hoofdstuk 3 aandacht besteed aan de wijze waarop een structuurvisie moet worden opgesteld en aan welke eisen de kaartbeelden dienen te voldoen. Hoofdstuk 4 bevat een overzicht van de Gebiedsgerichte besluiten. Hierin wordt ingegaan op de verschillende Gebiedsgerichte besluiten.
Status: DEFINITIEF
-2-
Handboek digitale ruimtelijke plannen 2008-2009
versie: januari 2009
In hoofdstuk 5 wordt de inhoud van een bestemmingsplan beschreven. Hierin wordt ingegaan op zowel te tekstuele kant als de wijze waarop een plankaart moet worden opgesteld, alsmede de digitalisering ervan. In hoofdstuk 6 wordt ingegaan op de wijze van digitale vastlegging van de verschillende ruimtelijke plannen. De technische aspecten, zoals toegepaste software, de structuur van de bestanden, het gebruik van een standaard uitwisselformaat staat uitgewerkt in dit hoofdstuk. [later uitwerken] Alhoewel de opzet van ieder nieuw bestemmingsplan volgens de standaard richtlijnen van dit handboek dient te worden vormgegeven, wordt als laatste eis een korte gestandaardiseerde toelichting op de digitale opzet gevraagd in de vorm van een zogeheten vrachtbrief. De eisen voor deze vrachtbrief zijn beschreven in hoofdstuk 7. In hoofdstuk 8 wordt nader ingegaan op de wijze waarop een bestemmingsplan tot stand komt en de wijze van archiveren. Uiteindelijk is in hoofdstuk 9 een literatuurlijst opgenomen. Hierin wordt beschreven welke bronnen ten grondslag hebben gelegen aan dit handboek. 1.3 Status handboek Het handboek en de hiervoor genoemde richtlijnen zijn bindend. Slechts in bijzondere gevallen mag van het Handboek (gemotiveerd) worden afgeweken. Afwijkingen zijn pas mogelijk nadat de beheerder hiervoor toestemming heeft gegeven. In een nieuw te maken plan dient, indien van toepassing, te worden aangegeven op welke punten en waarom het plan afwijkt van het Handboek. Bij onduidelijkheden of aanvullingen hierop wordt verwezen naar de meest recente versie van: Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen, Standaard Toegankelijkheid Ruimtelijke Instrumenten, Praktijkrichtlijn Bestemmingsplannen, Praktijkrichtlijn Gebiedsgerichte Besluiten, Praktijkrichtlijn Gemeentelijke Structuurvisies, Praktijkrichtlijn Provinciale Structuurvisies, Praktijkrichtlijn Rijks Structuurvisies, Praktijkrichtlijn Provinciale Verordeningen, Praktijkrichtlijn Provinciale Verordeningen, Praktijkrichtlijn Algemene Maatregelen van Bestuur en Informatie Model Ruimtelijke Ordening.
Status: DEFINITIEF
-3-
Handboek digitale ruimtelijke plannen 2008-2009
2
versie: januari 2009
Gebruik Handboek Ruimtelijke Plannen Het doel van dit hoofdstuk is duidelijk te maken door wie en op welke wijze dit handboek dient te worden gebruikt. Daarnaast wordt aangegeven op welke wijze het beheer van dit handboek dient plaats te vinden. 2.1
Gebruik
Dit handboek heeft een tweeledig doel. Allereerst dient dit handboek voor de afdeling Beleid & Strategie cluster Ruimte als bestek, dat als bijlage dient te worden meegeleverd bij de uitbesteding van het maken van nieuwe structuurvisies, bestemmingsplannen en andere ruimtelijke plannen. Ook indien een ruimtelijk plan door de gemeente zelf wordt gemaakt, dient dit handboek toegepast te worden. In het verlengde hiervan dient dit handboek tevens als controlemiddel voor de uitvoering en vormgeving van ieder nieuw opgesteld plan in digitale en (analoge) vorm. Daarnaast dient dit handboek als basis voor de wijze waarop vastgestelde plannen in digitale vorm worden ontsloten via internet naar externe belanghebbenden en anderzijds via het gemeentelijk netwerk (intranet). 2.2
Beheer
Dit handboek is in beheer bij de afdeling Beleid & Strategie, cluster Ruimte. Contactpersoon en beheerder voor dit handboek is de teamleider team Ruimte van de afdeling Beleid & Strategie. Periodiek zal het handboek geactualiseerd worden. Voorstellen tot aanscherping c.q. wijziging dienen bij hem/haar te worden gemeld. Tijdens het opstellen van een nieuwe structuurvisie of bestemmingsplan zullen eventuele suggesties voor verbetering worden besproken en beoordeeld door de gemeentelijke medewerkers die werken met het handboek.
Status: DEFINITIEF
-4-
Handboek digitale ruimtelijke plannen 2008-2009
3
versie: januari 2009
Gemeentelijke structuurvisie Het doel van dit hoofdstuk is het creëren van eenduidigheid in het opstellen van een structuurvisie zoals deze zal gelden binnen de gemeente Coevorden. In de huidige vorm bestaat een structuurvisie uit een boekwerk met één of meerdere kaarten. In veel gevallen is het gebied waarop het beleid betrekking heeft niet in een scherp afgebakende vorm weer te geven. Door het vaak globale karakter van de beleidsdoelstelling of de schaal van de analoge kaart waarop de doelstelling gepresenteerd worden, is het soms ook niet goed mogelijk om alle kaartgerelateerde beleidsdoelstellingen in beeld te brengen. Structuurvisies kennen vooral een ontwikkelingsgericht karakter, dit in tegenstelling tot bestemmingsplannen, die dat juist vaak niet hebben. Dat brengt met zich mee dat ook de digitale representatie van structuurvisies een ander karakter dan de representatie van bestemmingsplannen zal hebben. Het kaartbeeld en de daarop aangegeven elementen vormen de geografische verbeelding van het beleid. Deze verbeelding komt tot stand door toepassing van een groot aantal tekentechnische middelen. Deze middelen worden ingezet om bijvoorbeeld over elkaar gelegen gebieden te onderscheiden, accenten te plaatsen of vaagheden vorm te geven. Onderstaande opsomming geeft een aantal van de mogelijke verbeeldingsmiddelen die zowel voor analoog als voor digitaal vervaardigde kaartbeelden worden gebruikt: de toegepaste ondergrond, gedetailleerd of sterk geabstraheerd; het gekozen middel om een zone of gebied aan te geven met of zonder een contour; een gebied ingekleurd of gerasterd; een gebied aangegeven door middel van een figuur; een gebied aangegeven met behulp van gekleurde balken; onderscheid in lijndiktes; onderscheid in lijntypes; elementen die een extra accent krijgen door bijvoorbeeld een gekozen kleur, lijndikte of lettergrootte; verlopend kleurgebruik; onderscheid in lettertypes en lettergroottes; opnemen van foto's in het kaartbeeld, visualisaties in 3D. Deze middelen, tezamen met de gekozen combinaties daarvan, leiden tot een bewust aangebrachte gevoelswaarde, die mede de aard van het beleid moet overbrengen. Deze middelen laten zich onvoldoende vertalen in uitsluitend geometrische vlakken, lijnen of punten. Daarom is aan de visuele presentatie van het beleid een eigen waarde toe te kennen. Voorgesteld wordt dan ook om naast de digitale representatie ook het werkelijke kaartbeeld (als illustratie) vast
Status: DEFINITIEF
-5-
Handboek digitale ruimtelijke plannen 2008-2009
versie: januari 2009
te leggen en onderdeel te laten zijn van de dataset van de structuurvisie. 3.1
Kaartbeeld
Een structuurvisie bestaat volgens de IMRO 2008 uit drie objecttypen: het object structuurvisieplangebied en de objecttypen structuurvisiegebied, structuurvisiecomplex en verborgen objecten. Elk object kent eigenschappen die als attribuut daaraan worden toegekend. In IMRO 2008 wordt een UML-schema weergegeven hoe de objecttypen samenhangen en welke attributen mogelijk zijn. Voor een gedetailleerde beschrijving zie rapport IMRO 2008 (Geonovum, 2007) Structuurvisieplangebied: Het gebied waar de structuurvisie betrekking op heeft.
Status: DEFINITIEF
-
Structuurvisiegebied: een samenhangend gebied binnen één structuurvisieplangebied, waarop één of meerdere beleidsuitspraken betrekking hebben.
-
Structuurvisiecomplex: een samenstelling van de objecten gemeentelijk gebied binnen één structuurvisieplangebied, waarop één of meerdere beleidsuitspraken betrekking hebben en waarbij op het niveau van de samenstellende delen (gebieden en/of andere complexen) verschillende specifieke beleidsuitsprakengedaan worden.
-
Verborgen objecten: hier is sprake van beleid dat alleen in de tekst voorkomt. Derhalve is het object wel als geometrisch object aanwezig, maar niet zichtbaar op het beleidsmatige kaartbeeld.
-6-
Handboek digitale ruimtelijke plannen 2008-2009
4
versie: januari 2009
Gebiedsgerichte besluiten Alle (nieuwe) plansoorten en besluittypen (tezamen "gebiedsgerichte besluiten" genoemd) die de Wro onderscheidt, dienen digitaal beschikbaar te komen. In dit hoofdstuk worden daartoe eerst de gebiedsgerichte besluiten die voorkomen in de Wro genoemd en wordt vervolgens aangegeven welke daarvan relevant zijn voor de voorliggende praktijkrichtlijn. Voorafgaand wordt omschreven wat hier onder een gebiedsgericht besluit wordt verstaan: Ieder besluit dat direct verwijst naar een geometrisch te bepalen gebied, dat iets regelt met betrekking tot dat gebied, al dan niet met juridische consequenties, en waarvan de inhoud ten behoeve van het beschikbaar stellen elektronisch dient te worden vastgelegd. Uitzondering hierop is het vaststellingsbesluit deze als onderdeel uitmaken van het gebiedsgerichte besluit. Het is van belang te bepalen welke onderdelen hier zinvol moeten worden onderscheiden. Als criterium geldt dat zij op zichzelf een herhaalbare vorm betreffen, waaraan gelijke eigenschappen kunnen worden gekoppeld en die overigens inhoudelijk verschillend kunnen zijn. Op deze wijze zijn de volgende onderdelen onderscheiden: Besluitgebied; het gehele gebied bedoeld waarover het besluit gaat en waaraan een geometrische plaatsbepaling kan worden gekoppeld; vergelijkbaar met een plangebied bij een bestemmingsplan. Een besluitgebied is per definitie voor alle gebiedsgerichte besluiten aanwezig. Gebied; Een gebied is een onderdeel van een besluitgebied, waarover in het besluit iets naders gezegd wordt; vergelijkbaar met een bestemmingsvlak bij een bestemmingsplan. Nader gebied (deelgebied); Een nader gebied is op zijn beurt een onderdeel van een gebied, waarover in het besluit iets naders over dat gedeelte gezegd wordt. Voorschrift/regel; een voorschrift/regel wordt een (juridische) regel bedoeld, zoals dat bijvoorbeeld ook bij bestemmingsplannen het geval is. Tekst/toelichting/onderbouwing; betreffen teksten die het besluit zelf verwoorden, toelichten, dan wel onderbouwen (vergelijkbaar met de toelichting van het bestemmingsplan).
Beheersverordening
Status: DEFINITIEF
De beheersverordening is een geheel nieuw instrument dat in plaats van een bestemmingsplan door gemeenten kan worden ingezet. Het kan worden ingezet voor gebieden waar geen nieuwe ontwikkelingen plaatsvinden.
-7-
Handboek digitale ruimtelijke plannen 2008-2009
versie: januari 2009
Op te nemen onderdelen: Gebied, nader gebied, voorschrift/regel en tekst/toelichting.
Projectbesluit
Voorbereidingsbesluit
Tijdelijke ontheffing buitenplans
Aanwijzingsbesluit (proactieve aanwijzing)
Reactieve aanwijzing
Status: DEFINITIEF
Het projectbesluit biedt de mogelijkheid om vooruitlopend op een bestemmingsplan een project te realiseren. Een projectbesluit dient binnen een jaar verplicht te worden opgenomen in een nieuw bestemmingsplan. Het projectbesluit omvat een goede ruimtelijke onderbouwing (tekstueel), een gebied, voorschrift/regel en tekst/onderbouwing.
Het voorbereidingsbesluit blijft het bestaande instrument in relatie tot het voornemen om een bestemmingsplan op te stellen. Extra is om gebruiksbepalingen met de mogelijkheid van een ontheffing en een sloopverbod met de mogelijkheid van een sloopvergunning op te nemen. Het instrument kan ook gebruikt worden door provincie en Rijk om voorbescherming te verkrijgen voor een op te stellen inpassingsplan. Ook kunnen provincie en Rijk, verklaren dat een bestemmingsplan door de gemeente wordt voorbereid. Het zelfde rechtsmiddel wordt ook geboden in de artikelen 4.1, lid 5 en 4.3, lid 4 waar provincie en Rijk de mogelijkheid hebben voorbereidingsbescherming te geven aan een op te stellen provinciale verordening, respectievelijk AMvB.
Dit betreft een ontheffing om voor een bepaalde termijn af te wijken van een bestemmingsplan. Op te nemen onderdelen: gebied, nader gebied, voorschrift/regel en tekst/toelichting. Dit is een door gedeputeerde staten of de Minister te geven aanwijzing voor het opstellen van een bestemmingsplan aan de gemeenteraad, provinciale staten of gedeputeerde staten. De oude wet voorzag daar op vergelijkbare wijze ook in. Een aanwijzingsbesluit zal worden voorzien van: een gebied, nader gebied, voorschrift/regel en tekst/toelichting.
Een nieuw instrument, nu de goedkeuring van een bestemmingsplan is vervallen, zijnde een door gedeputeerde staten of de Minister te geven aanwijzing aan de gemeenteraad, inhoudende dat een onderdeel geen deel meer uitmaakt van het vastgestelde bestemmingsplan. de buiten toepassingverklaring beheersverordening: artikel 3.40, 3.41 en 3.42 Dit betreft een besluit door de gemeenteraad dat de beheersverordening ten behoeve van de verwezenlijking van een project buiten toepassing blijft. De -8-
Handboek digitale ruimtelijke plannen 2008-2009
versie: januari 2009
beheersverordening is een nieuw instrument. Op te nemen onderdelen: gebied, nader gebied, voorschrift/regel en tekst/toelichting.
Provinciale verordening
AMvB (Algemene Maatregel van Bestuur)
KB (Koninklijk Besluit) Landsverdediging
Rijksbestemmingsplan
Gerechtelijke uitspraken
Status: DEFINITIEF
Betreft een nieuw instrument, zijnde een door de provincie op te stellen verordening waarin regels worden gesteld omtrent de inhoud van bestemmingsplannen, daaraan voorafgaande projectbesluiten en van beheersverordeningen, al dan niet voor een daarbij aangegeven gedeelte van het grondgebied van de provincie.
Een instrument waarmee door de Minister regels kunnen worden gegeven omtrent de inhoud van bestemmingsplannen en provinciale inpassingsplannen, daaraan voorafgaande projectbesluiten en van beheersverordeningen, al dan niet voor een daarbij aangegeven gedeelte van het land.
Besluit dat bepaalt dat de nWro niet van toepassing is op een aan te wijzen werk of werkzaamheid ten behoeve van de landsverdediging.
Dit betreft een (Rijks-) bestemmingsplan voor gronden die geen deel uitmaken van een gemeente of een provincie (bijvoorbeeld de territoriale wateren).
Dit betreft zowel uitspraken van de Raad van State, Afdeling Bestuursrechtspraak (ABRS) als van de diverse bestuursrechters, die gevolgen kunnen hebben voor gebiedsgerichte besluiten of onderdelen daarvan en dientengevolge van belang zijn voor het verdere gebruik of de strekking van die gebiedsgerichte besluiten.
-9-
Handboek digitale ruimtelijke plannen 2008-2009
5
versie: januari 2009
Bestemmingsplan Het doel van dit hoofdstuk is het creëren van eenduidigheid in het opstellen van de toelichting, bepalingen en de plankaart van een bestemmingsplan binnen de gemeente Coevorden. 5.1 Planteksten In het onderstaande deel zal ingegaan worden op de wijze waarop de toelichting en de bepalingen van een bestemmingsplan binnen de gemeente Coevorden worden vormgegeven.
5.1.1 Toelichting De toelichting dient een duidelijk beeld van het bestemmingsplan en van de daaraan ten grondslag liggende gedachten te geven. Met name een goede afstemming tussen de toelichting en de beide juridische onderdelen van het bestemmingsplan (bepalingen en plankaart) is van groot belang. De toelichting geeft een onderbouwing van het bestemmingsplan. De toelichting bevat achtereenvolgens de volgende hoofdstukken:
Inleiding
Beleidskader
In dit hoofdstuk wordt de aanleiding voor het opstellen van het bestemmingsplan of bestemmingsplanherziening beschreven. Daarnaast wordt de ligging en begrenzing van het plangebied aangegeven. Dit wordt geïllustreerd door middel van het opnemen van een kaartfragment, waaruit de ligging van het plangebied blijkt. Verder wordt een opsomming van de vigerende bestemmingsplannen gegeven, die met het nieuwe bestemmingsplan worden herzien.
In dit hoofdstuk wordt het relevante rijks-, provinciaal-, regionaal en gemeentelijk beleid ten aanzien van de ruimtelijke structuur en de functionele structuur opgenomen. Ook wordt er aandacht besteed aan relevant Europees beleid.
Planbeschrijving
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het ontstaan en de ontwikkeling van het plangebied, de te handhaven kenmerken, archeologische waarden, de functionele structuur en verkeer.
Juridische vormgeving
In dit hoofdstuk wordt uiteen gezet hoe het plan juridisch is vormgegeven. Onder andere wordt aangegeven hoe het plangebied
Status: DEFINITIEF
- 10 -
Handboek digitale ruimtelijke plannen 2008-2009
versie: januari 2009
tot stand is gekomen. Daarnaast wordt er per bestemming een toelichting gegeven hoe een ander is vertaald in de bepalingen.
Toets aan wet- en regelgeving
In dit deel van de toelichting wordt ingegaan op de aspecten: Wet geluidshinder (verkeersintensiteiten, verschil nieuwbouw/ bestaande woningen, natuurgebieden, ect.) Milieubeheer (eventuele consequenties bedrijvigheid voor woningbouw, aanwezige gastransportleidingen, Wet geluidhinder etc.); Bodem (bodemgesteldheid, bodemkwaliteitskaart) Water (waterparagraaf); Externe veiligheid (o.a. LPG hinderzones); Luchtkwaliteit; Ecologie (Flora en faunawet, Habitatrichtlijn) ; Archeologie (o.a. opname archeologische waardekaart). Op het moment dat bovengenoemde aspecten in het plangebied niet aan de orde zijn, dan dient er in de toelichten wel op in te worden gegaan. Op deze wijze wordt aangetoond dat er wel aandacht aan is besteed.
Economische uitvoerbaarheid
Inspraak en overleg
Status: DEFINITIEF
In dit hoofdstuk wordt de economische uitvoerbaarheid beschreven. Indien het bestemmingsplan voorziet in de uitvoering van werken door de gemeente dan moet de financieel economische uitvoerbaarheid hiervan worden aangetoond.
In dit hoofdstuk wordt de maatschappelijke uitvoerbaarheid beschreven. Over het voorontwerp van een bestemmingsplan wordt overeenkomstig de gemeentelijke inspraakverordening gelegenheid tot inspraak ex. artikel 6a van de WRO geboden. Ook zal in deze fase het overleg ex. artikel 10 BRO (artikel 3.1.1 nBro) met diensten van het Rijk en Provincie en met betrokken maatschappelijke organisaties plaatsvinden. De resultaten van zowel het overleg als de inspraak zullen in het bestemmingsplan worden verwerkt.
- 11 -
Handboek digitale ruimtelijke plannen 2008-2009
versie: januari 2009
5.1.2 Regels In deze paragraaf wordt de indeling en de opbouw van de planbepalingen weergegeven.
Inleidende bepalingen
Bestemmingsbepalingen
Opbouw bestemmingsbepalingen
Doeleindenomschrijving
Status: DEFINITIEF
Hier worden in het kort de bepalingen van de inleidende bepalingen van algemene aard besproken. Dit zijn veelal: Artikel 1: Begripsomschrijvingen; Artikel 2: Wijze van meten; In artikel 1 wordt een omschrijving gegeven van de in het bestemmingsplan gebruikte begrippen. Deze worden tevens opgenomen om interpretatieverschillen te voorkomen. De begripsomschrijvingen zijn opgenomen in Bijlage I van dit handboek. Vervolgens wordt in artikel 2 een omschrijving gegeven van de te gebruiken wijze van meten.
Elke bestemming wordt afzonderlijk in een bestemmingsbepaling opgenomen. De opbouw van een bestemmingsbepaling komt in deze paragraaf aan de orde, waarbij per bestemmingsonderdeel een korte toelichting wordt gegeven. Een bestemmingsbepaling wordt als volgt opgebouwd: 1. Doeleindenomschrijving; 2. Bebouwingsbepalingen; 3. Ontheffing van de bebouwingsbepalingen; 4. Aanlegbepalingen 5. Uitzondering aanlegbepalingen 6. Gebruiksbepalingen; 7. Ontheffing van de gebruiksbepalingen; 8. Strafbepaling; 9. Wijzigingsbevoegdheid
In de doeleindenomschrijving wordt een andere omschrijving gegeven van de aan de gronden toegekende functie(s). De hoofdfunctie(s) worden als eerste genoemd. Indien van toepassing worden ook de aan de hoofdfunctie ondergeschikte functies mogelijk gemaakt. De ondergeschiktheid kan worden aangegeven door de zin “daaraan ondergeschikt”. De ondergeschikte functies staan ten dienste van de hoofdfunctie in de bestemming. De doeleindenomschrijving is niet alleen functioneel maar bevat ook inrichtingsaspecten.
- 12 -
Handboek digitale ruimtelijke plannen 2008-2009
versie: januari 2009
Bebouwingsbepalingen
In de bebouwingsbepalingen worden voor alle bouwwerken de van toepassing zijnde bebouwingsbepalingen geregeld. Bij de bestemming Woongebied wordt geen onderscheid gemaakt tussen hoofd en bijgebouwen. Middels hoogte- en afstandseisen worden de bebouwingsmogelijkheden op een perceel geregeld. De maatvoering waaraan een gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde dient te voldoen wordt in deze bepaling opgenomen. De maximale goothoogte en maximale bouwhoogte worden in meters weergegeven, de dakhelling graden.
Ontheffing van de bebouwingsbepalingen
In deze bepaling wordt een opsomming gegeven van de bebouwingsbepalingen waarvan burgemeester en wethouders ontheffing kunnen verlenen. Een ontheffing van de bebouwingsbepalingen wordt alleen opgenomen indien dit noodzakelijk wordt geacht in verband met het gewenste beleid. De criteria die bij de toepassing van de ontheffingsbevoegdheid in acht moeten worden genomen worden in de Bih opgenomen. Indien geen Bih is opgenomen dan dienen de criteria in de bepaling van de nadere eisen zelf te worden opgenomen.
Aanlegbepalingen
Door het opnemen van een aanlegbepalingenstelsel kunnen specifieke inrichtingsactiviteiten aan een aanlegvergunning worden verbonden. Onder deze inrichtingsactiviteiten valt niet het bouwen. Een aanlegbepalingenstelsel wordt opgenomen om extra bescherming aan een specifieke waarde van de bestemming te bieden, zoals landschappelijke of natuurlijke waarden, of de groen- en/of waterstructuur. Een aanlegbepalingenstelsel kan tevens worden opgenomen in een beschermd stads- of dorpsgezicht. Een aanlegbepalingenstelsel wordt niet in een algemeen hoofdstuk opgenomen, maar in een bestemmingsbepaling. De criteria, die bij toepassing van het aanlegbepalingenstelsel in acht moeten worden genomen, worden in de Bih opgenomen. Indien geen Bih is opgenomen dan dienen de criteria in de bestemmingsbepaling zelf te worden opgenomen.
Uitzondering aanlegbepalingen
In deze bepaling wordt aangegeven welke activiteiten van het aanlegbepalingenstelsel worden uitgezonderd.
Gebruiksbepalingen
In deze bepaling wordt aangegeven dat het verboden is de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de gegeven bestemming. Desgewenst kunnen specifieke vormen van gebruik worden uitgesloten. Dit zijn
Status: DEFINITIEF
- 13 -
Handboek digitale ruimtelijke plannen 2008-2009
versie: januari 2009
gebruiksvormen, waarvan het op voorhand gewenst is aan te geven dat deze in ieder geval niet zijn toegestaan.
Ontheffing van gebruiksbepalingen
In deze bepaling dient de zogenaamde toverformule te worden opgenomen (ontheffing gebruiksbepaling).
Ontheffing
In deze bepaling wordt overtreding van de gebruiksbepalingen en de aanlegbepalingen als strafbaar feit aangemerkt.
Wijzigingsbevoegdheid
Het gaat hier om een specifieke wijzigingsbevoegdheid. Hierin wordt aan burgemeester en wethouders (of aan de gemeenteraad) de bevoegdheid gegeven om de betreffende bestemming op de aangegeven punten te wijzigen. Een wijzigingsbevoegdheid waarbij de bestemming op specifieke punten kan worden gewijzigd, wordt binnen het betreffende bestemmingsartikel opgenomen. Wanneer de gehele bestemming of een belangrijk deel hiervan gewijzigd kan worden, wordt de gehele wijzigingsbevoegdheid in een afzonderlijke bepaling in het hoofdstuk “Bijzondere bepalingen” opgenomen. Indien wordt gewijzigd naar een bepaling die in het plan niet voorkomt, wordt verwezen naar een bijlage bij de bepalingen, waarin de bestemming is opgenomen. Een gebiedsgebonden wijzigingsbevoegdheid wordt op de plankaart aangegeven doormiddel van een aanduiding.
Dubbelbestemmingen
Een dubbelbestemming of aanvullende bestemmingsbepaling, wordt opgenomen in een bestemmingsplan wanneer er sprake is van twee functies die onafhankelijk van elkaar op dezelfde plaats voorkomen. Het opnemen van een dubbelbestemming zorgt met het oog op een specifiek belang voor bescherming van het betreffende gebied. Gedacht kan worden aan openbare nutsleidingen ( b.v. gastransport en watertransportleidingen), geluidzones, hoogspanningsleidingen, straalpaden, beschermde stads- en dorpsgezichten, archeologisch waardevolle gebieden en waterstaatsdoeleinden. Deze bestemmingen liggen als het ware over de reguliere bestemmingen heen. De doeleindenbeschrijving van de dubbelbestemming geeft aan dat de gronden, naast de andere aan die gronden gegeven bestemming (basisbestemming) tevens als deze aanvullende bestemming zijn bestemd. De opbouw van een dubbelbestemmingsbepaling is dezelfde als die van een reguliere bestemmingsbepaling. De bouwbepalingen in de dubbelbestemming bepalen de verhouding van de basisbestemming ten opzichte van de dubbelbestemming. In beginsel worden de bebouwingsmogelijkheden van de
Status: DEFINITIEF
- 14 -
Handboek digitale ruimtelijke plannen 2008-2009
versie: januari 2009
basisbestemming weggenomen. Alleen bij ontheffing kunnen deze weer terugkeren.
Bijzondere bepalingen
Na de bestemmingsbepalingen wordt een hoofdstuk “Bijzondere bepalingen” opgenomen. In dit hoofdstuik worden o.a. bepalingen opgenomen met betrekking tot: 1. de uitsluiting aanvullenden werking Bouwverordening; 2. toepassing artikel 8,lid 2 van de Wet op de openluchtrecreatie; 3. prostitutiebeleid; 4. molenbeschermingszone 5. archeologische waarden
Uitsluiting Bouwverordening
Hierin worden regels gesteld met betrekking tot het van toepassing zijn van de stedenbouwkundige bepalingen van de bouwverordening;
Wet op de Openluchtrecreatie
In deze bepaling wordt geregeld dat alle bestemmingen zich in principe verzetten tegen het gebruik van verblijfsrecreatie met een kleinschalig karakter. Tevens wordt hier een ontheffingsmogelijkheid opgenomen ten aanzien van een kleinschalig kampeerterrein op erven bij woningen en agrarische bedrijfswoningen.
Prostitutiebeleid
In deze bepaling worden inrichtingen ten behoeve van de bedrijfsmatige exploitatie van een seksinrichting uitgesloten.
Molenbeschermingszone
In voorkomende gevallen wordt een bepaling opgenomen waarin de betreffende gronden mede bestemd worden voor het beschermen van de belevingswaarde en het functioneren van de in dit gebied als zodanig bestemde molen. Deze bepaling kent eenzelfde opbouw als een reguliere bestemmingsbepaling.
Archeologische waarden
Hierin worden regels gesteld met betrekking tot bescherming van de archeologische waarden Deze waarden vinden hun grondslag in de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW) en de Archeologische Monumenten Kaart (AMK). Overige bepalingen In dit laatste onderdeel van de bepalingen komen o.a. de flexibiliteitsbepalingen en de overgangs- en slotbepalingen aan de orde. De bepalingen worden in onderstaande volgorde opgenomen: a. algemene ontheffingen b. nadere eisen
Status: DEFINITIEF
- 15 -
Handboek digitale ruimtelijke plannen 2008-2009
c. d.
versie: januari 2009
overgangsbepalingen slotbepaling
Algemene ontheffingen
In deze bepaling wordt aan burgemeester en wethouders de bevoegdheid verleend om ontheffing te verlenen van het bepaalde, in het bestemmingsplan geregelde, onderwerpen. Hierbij gaat het om ontheffingsbepalingen die gelden voor alle bestemmingen in het plan.
Nadere eisen
In deze bepaling wordt aan burgemeester en wethouders de bevoegdheid gegeven tot het stellen van nadere eisen ten aanzien van: a. de situering, bouwhoogte, goothoogte en dakhellingen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde; b. het aantal en de situering van de parkeervoorzieningen; c. erfafscheidingen; d. de afstand van de bebouwing tot de bouwperceelgrenzen.
Overgangsrecht
In deze bepaling wordt inhoud gegeven aan het overgangsrecht.
Slotbepaling
Als laatste wordt de slotbepaling opgenomen. Deze bepaling bevat zowel de titel van het plan als de vaststellingsbepaling.
5.1.3 Digitale planteksten De gemeente Coevorden de digitale ruimtelijke plannen dienen te voldoen aan de daarvoor gelden richtlijnen zoals beschreven in paragraaf 1.1. Tevens moet het plan op de juiste wijze functioneren binnen de gemeentelijke software en ontsloten kunnen worden via de website www.ruimtelijkeplannen.nl.
5.1.4 Analoge planteksten Lay-out en drukwerk
Status: DEFINITIEF
Nadat de digitale versie van het plan is ingeladen in de software zal d gemeente zelf een analoog exemplaar generen. Deze zal worden ingebonden en in het archief worden opgeslagen. Voor de analoge versie (boekwerk) gelden de volgende regels: kaft van het boekje met logo, naam bestemmingsplan en status bestemmingsplan; schutblad: logo, naam bestemmingsplan, status, afdeling, naam opsteller en datum; overzichtskaart (plangebied geprojecteerd op topografische ondergrond); - 16 -
Handboek digitale ruimtelijke plannen 2008-2009
-
versie: januari 2009
inhoudsopgave; volledige toelichting; bijlagen toelichting op geel papier; Colofon: naam bestemmingsplan, opdrachtgever, projectleiding, uitvoering en contact gegevens gemeente. Evt aangevuld met gegevens van het uitvoerende adviesbureau.
Voor de regels worden de volgende regels gehanteerd: licht blauw papier; titelblad; inhoudsopgave; volledige bepalingen; bijlagen; ieder artikel begint op een nieuwe pagina; In de analoge exemplaren worden toelichting en bepalingen in één stalen of kunststoffen ringband samengebonden.
Status: DEFINITIEF
- 17 -
Handboek digitale ruimtelijke plannen 2008-2009
5.2
versie: januari 2009
Plankaarten
5.2.1 Analoge plankaarten Ondergrond
Lijnen, kleuren en arceringen
Status: DEFINITIEF
Als ondergrond voor de bestemmingsplankaart wordt gebruik gemaakt van de Gemeentelijke Basiskaart Coevorden (GBKN). De GBKN geeft de topografische kenmerken van het plangebied weer (bebouwing, wegen, waterlopen etc). Indien nodig wordt de GBKN ondergrond ten behoeve van het maken van een plankaart aangevuld met informatie uit de kadastrale kaart of luchtfoto’s. Voor wat betreft recente bouwplannen kan er van worden uitgegaan, dat deze binnen drie maanden in de GBKN zijn verwerkt. De ondergrond wordt in zwart uitgevoerd.
Op de plankaart wordt het plangebied weergegeven. De begrenzing van het plangebied wordt op de kaart aangegeven middels een aparte lijnstijl, namelijk een lijn met gesloten bolletjes. De lijndikte is ongeveer 3x zo breed als de lijndikte van de ondergrond (0,35 mm). De lijndikte van de ondergrond bedraagt 0,11 mm. Het totale plangebied is onderverdeeld in bestemmingsvlakken. De begrenzing van een bestemmingsvlak wordt aangegeven middels een lijn die ongeveer 3x zo breed is als de lijn van de ondergrond. Een bestemmingsvlak is een gebied met één of meer functies. De verschillende bestemmingen worden op de plankaart in verschillende kleuren aangegeven, aangevuld met één of meer letters. Voor de bestemmingen wordt in elk plan dezelfde kleur gebruikt. Voor een overzicht van te gebruiken kleuren wordt verwezen naar Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen (SVBP2008). In een bestemmingsvlak worden, daar waar gewenst, bouwvlakken opgenomen. Een bouwvlak betreft het gebied binnen het bestemmingsvlak waar gebouwd mag worden. De begrenzing van een bouwvlak wordt aangegeven via een lijn die 6x zo breed is als de lijn van de ondergrond. Binnen een bestemmingsvlak of bouwvlak kan een gebied aanvullende kenmerken hebben. Een dergelijk gedeelte wordt aangegeven door middel van een aanduiding. Op de kaart wordt dit weergegeven door middel van een specifieke aanduiding (SVBP2008). Verder kan er ook sprake zijn van een bestemming die een andere bestemming overlapt. Deze zogeheten dubbelbestemmingen worden ook weergegeven middels een arcering. In SVBP2008 is omschreven welke lijnen, lijnstijlen en lijndiktes worden gebruikt.
- 18 -
Handboek digitale ruimtelijke plannen 2008-2009
versie: januari 2009
Renvooi (legenda)
Op het renvooi ( of legenda) van een analoge plankaart worden de in het plan voorkomende bestemmingen, bouwvlakken, dubbelbestemmingen en de verklaring van lijnen en arceringen en aanduidingen aangegeven. De volgorde van de bestemmingen in het renvooi komt overeen met de volgorde waarin de bestemmingen in de bepalingen zijn opgenomen. Naast elke bestemming worden de eventueel daarbij gebruikte aanduidingen aangegeven. Voor elke aanduiding wordt gebruik gemaakt van een andere arcering. Alle gelijkwaardige aanduidingen dienen in verschillenden bestemmingsplannen op dezelfde manier gearceerd te worden.
Transfer (stempel)
In de rechter onderhoek van de plankaart wordt een transfer, of stempel ook wel tekeninghoofd genoemd, opgenomen. Hierin wordt de naam van het bestemmingsplan aangegeven, de naam en logo van de gemeente, tekeningnummer, schaal, noordpijl en status van het plan. Eventuele naam en logo van een externe partner dienen qua formaat ondergeschikt te zijn aan die van de gemeente. Bij de presentatie van een plankaart op een beeldscherm, deze plankaart in de regel geen renvooi of transfer behoeft te bevatten. Een en ander is echter afhankelijk van de gebruikte software en het bijbehorende bestandsformaat.
Schaal
Een plankaart wordt in principe uitgedraaid op schaal 1: 1000, dit kan ten behoeve van de leesbaarheid (afhankelijk van de plangrootte) aangepast worden. Voor digitale bestemmingsplannen is de schaal in principe niet van belang, anders dan dat het in combinatie met de lijndikte een indicatie geeft van de nauwkeurigheid van de opgenomen begrenzingen.
Plangrenzen
Bestemmingen
Bouwvlakken
Status: DEFINITIEF
Bestemmingsplangrenzen worden bij de start van een planprocedure bepaald. Voor de actualisatie gelden veelal de contouren van het oude plan.
De gemeente Coevorden houdt voor de begrenzing van de bestemmingen de beschikbare ondergronden zoveel mogelijk aan.
Bij actualisering wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van de bestaande bouwvlakken in de vigerende bestemmingsplannen. Bij ontwikkelingsgebieden wordt de begrenzing van de hoofdbouwmassa aangehouden.
- 19 -
Handboek digitale ruimtelijke plannen 2008-2009 Goothoogte voor- en achtergevel
Lay-out analoge verbeelding
versie: januari 2009
Voor woonbestemmingen maakt de gemeente Coevorden vaak onderscheid tussen maatvoering voor de goot- en bouwhoogte.
Een bestemmingsplan bestaat uit één digitale verbeelding en kan één of meerdere analoge verbeeldingen (plankaarten) bevatten. De analoge verbeelding bestaat grofweg uit een drietal onderdelen: kaart met bestemmingen, aanduidingen; legenda met uitleg over de kleuren, arceringen en lijnen; stempel met planinformatie, noordpijl en logo. De plankaart wordt in kleur afgedrukt, opgevouwen en los als bijlage aan het boekwerk toegevoegd.
5.2.2 Digitale plankaarten Voor de digitale plankaart gelden de afspraken uit de Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen 2008 (SVBP2008) of recentere versies hiervan. Digitale plankaarten bestaan uit de volgende klassen: Plangebied; Bestemmingen; 1. enkelbestemmingen 2. dubbelbestemmingen Aanduidingen; 1. bouwvlakken 2. lettertekenaanduidingen 3. maatvoering 4. figuren 5. gebiedsaanduidingen
Status: DEFINITIEF
- 20 -
Handboek digitale ruimtelijke plannen 2008-2009
6
versie: januari 2009
Digitale vastlegging In dit hoofdstuk worden richtlijnen gegeven voor de meer technische aspecten van het op te leveren c.q. uit te wisselen digitale plannen. 6.1
Gemeentelijke structuurvisies
De Praktijkrichtlijn gemeentelijke structuurvisies staat de wijze van digitale vastlegging van de structuurvisies beschreven. Daarbij kent een structuurvisie drie klassen. Een klasse, te beschouwen als een objecttype, kent attributen die de eigenschappen van dat objecttype geven. Hieronder is aangegeven op welke wijze de digitalisering dient te worden vormgegeven. In de Praktijkrichtlijn Gemeentelijke structuurvisies wordt hierop nader ingegaan. 6.2
Gebiedsgerichte besluiten
De Praktijkrichtlijn Gebiedsgerichte besluiten staat de wijze van digitale vastlegging van de gebiedsgerichte besluiten beschreven. Daarbij kent een gebiedsbesluit drie klassen. Een klasse, te beschouwen als een objecttype, kent attributen die de eigenschappen van dat objecttype geven. Hieronder is aangegeven op welke wijze de digitalisering dient te worden vormgegeven. In de Praktijkrichtlijn Gebiedsgerichte besluiten wordt hierop nader ingegaan. 6.3
Bestemmingsplannen
In de Praktijkrichtlijn bestemmingsplannen wordt nader ingegaan op de wijze waarop dit gedigitaliseerd moet worden. Daarbij kent het bestemmingsplan drie klassen te weten, plangebied, bestemming, aanduiding en daarnaast zes subklassen bouwvlak, functieaanduiding, maatvoering, figuur en gebiedsaanduiding. Elke klasse, te beschouwen als een objecttype, kent attributen die de eigenschappen van dat objecttype geven.
Status: DEFINITIEF
- 21 -
Handboek digitale ruimtelijke plannen 2008-2009
7
versie: januari 2009
Uitbestedingsprotocol Door gemeente aan te leveren gegevens Door de gemeente worden de volgende gegevens beschikbaar gesteld: 1. De gemeentelijke CBS-code: 0109; 2. Het plangebied in DWG-formaat 3. De grootschalige basiskaart Nederland (versie datum) in DWG-formaat 4. De huisstijl in MS-Word-sjablonen en stylesheets (css) ten behoeve van de aanlevering in html 5. De identificatie van het plangebied: NL.IMRO. 0109plannummer-versienummer 6. De plannaam: Bestemmingsplan Voor wat betreft het nationale en provinciale beleid wordt verwezen naar de websites van de betreffende overheden. Dit geldt evenzeer voor het beleid van de in de gemeente opererende waterschappen. Door de gemeente worden relevante beleidsstukken beschikbaar gesteld. Hierbij kan worden gedacht aan: structuurvisie(s), woonplan, wijkbeheerplannen, volkshuisvestingsnota, volskhuisvestingsconvenant, nota bedrijfsvestiging, beleid m.b.t. aan huis gebonden beroepen/bedrijven, detailhandelsstructuurvisie, milieubeleidsplan, mobiliteitsplan, toeristische-recreatief beleidsplan, groenbeleidsplan, bomennota, welstandsnota, gemeentelijk monumentenbeleid, overzicht karakteristieke panden (MIP/MSP), overzicht rijksmonumenten, beschermde stads- en dorpsgezichten, waterplan, grp, etc.
Aan te leveren door het bureau: Het ruimtelijk plan zal worden opgeleverd conform het onderstaande: 1. Planteksten worden in html-formaat opgeleverd. Hierbij dient gebruik te worden gemaakt van de stylesheet die de gemeente aanlevert; 2. Planteksten worden conform het meegeleverde XML-schema als objectgerichte tekst aangeleverd; 3. Bijlagen worden als een PDF-bestand aangeleverd; 4. Gekoppelde afbeeldingen worden in jpg-formaat aangeleverd; 5. Binnen de planteksten wordt gebruik gemaakt van relatieve padverwijzingen; 6. De software, die toegepast wordt, is gecertificeerd voor de laatste versie van de RO-standaarden; Status: DEFINITIEF
- 22 -
Handboek digitale ruimtelijke plannen 2008-2009
versie: januari 2009
7. De aangeleverde bestanden zijn compatible met het programma Tercera-RO; 8. Koppeling plankaart en regels ???? 9. Voor de naamgeving van de planteksten en bijbehorende bijlagen worden de naamconventies uit de STRP gehanteerd; 10. Voor het toepassen van IMRO 2008 op de juridische relevante objecten wordt gebruik gemaakt van de PRxx2008. Als juridisch relevant worden beschouwd die objecten die in de planteksten als zodanig zijn benoemd; 11. Alle geometrische objecten worden in het Rijksdriehoekstelsel in millimeters opgenomen; 12. Het ter beschikking gestelde plangebied dient als exacte locatie van het plangebied. Dit gebied bevat na aanlevering exact dezelfde omtrek en hoeveelheid punten als het origineel; 13. De plankaart wordt als gevalideerd IMRO 2008 GML-bestand aangeleverd. De resultaten van de validator worden opgenomen in het aangeleverde geleideformulier; 14. Het verplichte plotformaat van de ruimtelijke objecten wordt in PDF-formaat aangeleverd, op de juiste schaal en met een minimale resolutie van 300 dpi; 15. Het plan wordt in concept in PDF-formaat aangeleverd. Eventuele opmerkingen/wijzigingen levert de gemeente digitaal aan en worden vervolgens door het bureau doorgevoerd. Van het voorontwerpplan wordt naast de PDF-versie een tweetal exemplaren analoog aangeleverd. Voor extra exemplaren wordt in de offerte een verrekenprijs opgenomen; 16. Facturen worden, gedetailleerd ingediend na levering van het conceptplan, het voorontwerpplan, het ontwerpplan en het vast te stellen plan; 17. Eventuele toevoegingen in cellen- of blokkenbibliotheken worden meegeleverd en beschreven in het geleideformulier; 18. De bronbestanden van de gebruikte applicateis worden geleverd aan de gemeente; 19. Alle digitale bestanden worden aangeleverd op cd-rom;
Status: DEFINITIEF
- 23 -
Handboek digitale ruimtelijke plannen 2008-2009
8
versie: januari 2009
Werkwijze 8.1
Stappenplan
Voor het opstellen van een bestemmingsplan hanteert de gemeente Coevorden een standaard procedure (stappenplan). Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen een actualisatie en het opstellen van een nieuw bestemmingsplan. Dit heeft alles te maken met het contact tussen de gemeente en de bewoners. In de twee stappenplannen wordt bij iedere fase van het bestemmingsplan omschreven hoe en op welk moment er wat wordt uitgevoerd. Door het hanteren van het stappenplan worden er geen onderdelen overgeslagen en is het voor andere medewerkers eenvoudig na te gaan waar en in welke fase het op te stellen bestemmingsplan zich bevind. Tevens wordt er aangegeven hoeveel exemplaren van een bestemmingsplan dienen te worden afgedrukt. Beide stappenplannen zijn als bijlage aan dit handboek toegevoegd. Bij het opstellen van een structuurvisie wordt er geen gestandaardiseerd stappenplan gehanteerd. Voor de overige ruimtelijke plannen zijn op dit moment nog geen stappenplannen ontwikkeld. Zodra deze procedures gestandaardiseerd zijn, zullen ook deze aan het handboek worden toegevoegd. 8.2
Archivering
Tijdens het opstellen van een bestemmingsplan passeren er vele documenten de revue, zoals reacties uit de inspraakrondes, zienswijzen, overleg documenten met plaatselijk belang en adviesbureau, verschillende versies van het bestemmingsplan, enz. Hierbij is het zeer belangrijk dat deze goed worden gearchiveerd ook ten aanzien van eventuele procedures bij de Raad van State. Voor iedere in ontwikkeling zijnde bestemmingsplan wordt een aparte documentenmap aangemaakt. In deze map worden alle stukken gearchiveerd. Ingekomen brieven, invulformulieren, kopieën van uitgaande post, in- en uitgaande e-mail berichten, enz. Voor het archiveren van de stukken is de medewerker die zich bezig houdt met het opstellen van het bestemmingsplan verantwoordelijk. Na afloop van het project zullen al de documenten in het centrale archief van de gemeente Coevorden worden opgeslagen.
Status: DEFINITIEF
- 24 -
Handboek digitale ruimtelijke plannen 2008-2009
9
versie: januari 2009
Bronvermelding Voor het opstellen van dit handboek zijn de volgende bronnen gebruikt:
Status: DEFINITIEF
-
IMRO2008, Geonovum, 2007
-
Standaard vergelijkbare bestemmingsplannen, 2007
-
Praktijkrichtlijn structuurvisie, Ministerie van VROM, 2007
-
Praktijkrichtlijn Gebeidsgerichte besluiten, Ministerie van VROM, 2007
-
Praktijkrichtlijn bestemmingsplannen , Ministerie van VROM, 2007
-
Handboek Ruimtelijke Plannen, Gemeente Zoetermeer afdeling Stadsontwikkeling, 2007
-
Handboek (digitale) bestemmingsplannen, Gemeente Woensdrecht
-
Bestemmingsplan Aelderhooghe, voorontwerp
-
Handboek bestemmingsplannen Midden-Drenthe, gemeente Midden-Drenthe 2008
- 25 -
10
BIJLAGE I
Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen In deze regels wordt verstaan onder: a. Het plan: Het bestemmingsplan …. van de gemeente Coevorden; b. De plankaart: De kaart met bijbehorende verklaringen, bestaande uit … bladen, waarop de bestemmingen van de in het plan begrepen gronden zijn aangegeven; de geometrisch bepaalde planobjecten met bijbehorende regels als vervat in het GML-bestand NL.IMRO c. Aan- of uitbouw: Een aan het (hoofd)gebouw aanwezig gebouw dat ruimtelijk ondergeschikt is aan dat (hoofd)gebouw, maar in functioneel opzicht deel uitmaakt van dat (hoofd)gebouw; d. Aanduiding: Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden; e. Aanduidingsgrens: De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft; f. Aan huis verbonden bedrijfsactiviteiten: Het verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke – geheel of overwegend door middel van handwerk uit te oefenen – bedrijvigheid, waarvan de aard, omvang en uitstraling zodanig zijn, dat de activiteiten in de woning en/of de daarbijbehorende bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie ter plaatse, kan worden uitgeoefend; g. Aan huis verbonden beroep: Het beroep van: accountant, administratieconsulent, advocaat, apotheker, architect, assurantiebemiddelaar, belastingconsulent, bouwkundig architect, dierenarts, fysiotherapeut, gerechtsdeurwaarder, huisarts, interieurarchitect, logopedist, makelaar in onroerend goed, medisch specialist, notaris, oefentherapeut, organisatieadviseur, raadgevend ingenieur, registeraccountant, specialist, tandarts, tandartsspecialist, tuin- en landschapsarchitect, verloskundige, dan wel naar de aard daarmee gelijk te stellen beroep, dat, in combinatie met de woonfunctie als hoofdfunctie, kan worden uitgeoefend in een hoofdgebouw en/of bijgebouw(en) en dat is (die zijn) bestemd voor het wonen; h. Achtererf:
Het achter de woning gelegen gedeelte van het erf, voorzover gelegen achter de achtergevel en het verlengde daarvan en tussen de zijdelingse perceelgrenzen; i. Agrarisch bedrijf: Een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren; j. Agrarisch aanverwant bedrijf: Een bedrijf, dat in nauwe relatie staat tot het agrarisch bedrijf, waarvan de werkzaamheden in hoofdzaak bestaan uit het verlenen van diensten aan derden in de vorm van het houden van dieren en/of het telen en bewerken van gewassen, zoals een bijzondere paardenhouderij; k. Agrarisch dienstverlenend bedrijf: Een bedrijf waarbinnen uitsluitend of overwegend arbeid wordt verricht ter productie of levering van goederen of diensten ten behoeve van agrarische bedrijven, zoals een loonbedrijf; l. Agrarisch nevenbedrijf: Een bedrijf of een naar de aard en omvang daarmee gelijk te stellen activiteit, dat ondergeschikt is aan een woon- of bedrijfsfunctie; m. Appartement: Het geheel van bijbehorende vertrekken als afzonderlijk gemeubileerde woongelegenheid, bedoeld voor verblijfsrecreatie, in een groter gebouw; n. Archeologisch monument: Terreinen welke van algemeen belang zijn wegens daar aanwezige zaken als hun schoonheid, hun betekenis voor de wetenschap of hun cultuurhistorische waarde en die daarom op grond van de Monumentenwet worden beschermd; o. Archeologisch waardevol terrein: Een terrein waarin zich voorwerpen of bewoningssporen van vroegere samenlevingen bevinden; p. Bassin; Een mest- of waterbak voor de opslag van mest of water ten behoeve van agrarische of bedrijfsmatige activiteiten; q. Bebouwing: Één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde; r. Bebouwingspercentage:
Een op de plankaart of in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van een terrein aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd; s. Bed and Breakfast: Zie logiesverstrekkend bedrijf; t. Bedrijfsgebouw: Één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde; u. Bedrijfsvloeroppervlakte: De totale vloeroppervlakte van de ruimte binnen een functie die wordt gebruikt voor een bedrijf, een aan huis- verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke; v. Bedrijfswoning: Een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is; w. Beperkt kwetsbaar object: Een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand is bepaald, waarmee rekening moet worden gehouden; x. Beroeps- of bedrijfsvloeroppervlakte: De totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een aan huis verbonden beroep c.q. een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke; y. Bestaand bij gebruiksregels / bestemmingsbepalingen: Het gebruik dat bestaat ten tijde van het van kracht worden van het betreffende gebruiksverbod, met uitzondering van gebruik dat in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan; z. Bestaand bouwwerk: Een bouwwerk, dat ten tijde van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan bestaat, wordt gebouwd, dan wel nadien krachtens een bouwvergunning, waarvoor de aanvraag voor dat tijdstip is ingediend, kan worden gebouwd; aa. Bestemmingsgrens: De grens van een bestemmingsvlak; bb. Bestemmingsvlak:
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming; cc. Bijgebouw: Een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm kan worden onderscheiden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw; dd. Boerderijpand: Het gebouw behorende tot het voormalige agrarisch bedrijf, waarin oorspronkelijk het woongedeelte en de stal was ondergebracht en dat oorspronkelijk als het hoofdgebouw van het agrarisch bedrijf is gebouwd; ee. Boomteelt: De teelt van boomkwekerijgewassen; ff. Boomteeltbedrijf: Een grondgebonden agrarische bedrijfsvoering die specifiek is gericht op het telen van bomen, struiken, (tuin-)planten en aanverwante gewassen, waarbij geen gebruik wordt gemaakt van containerteelt en glasopstanden; gg. Bosbouw: Het geheel van bedrijsmatig handelen en van activiteiten gericht op de instandhouding en ontwikkeling van bestaande respectievelijk nieuwe bossen ten behoeve van (de functies) natuur, houtproductie, landschap, milieu en recreatie; hh. Bouwen: Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk (alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en vergroten van een standplaats); ii. Bouwgrens: Een als zodanig op de plankaart aangegeven lijn; jj. Bouwlaag: Een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder; kk. Bouwperceel: Een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten; ll. Bouwperceelsgrens: Een grens van een bouwperceel;
mm. Bouwvlak: Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegestaan; nn. Bouwwerk: Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond; oo. Café: Een horecabedrijf, niet zijnde een discotheek of bar/dancing dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren, al dan niet ter plaatse bereid; pp. Cafetaria / snackbar: Een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van al dan niet voor consumptie ter plaatse bereide etenswaren, met als nevenactiviteit het verstrekken van zwak- en niet-alcoholische dranken; qq. Complementair daghorecabedrijf: Een horecabedrijf dat is gericht op het hoofdzakelijk overdag verstrekken van dranken en etenswaren aan bezoekers van andere functies, met name functies als centrumvoorzieningen en dagrecreatie, zoals theehuisjes, ijssalons, croissanterieën, dagcafés, dagrestaurants en naar de aard en openingstijden daarmee gelijk te stellen horecabedrijven; rr. Cultuurgrond: Grasland, akkerbouw- en tuinbouwgronden, die hobbymatig in gebruik zijn en niet mogen worden gebruikt ten behoeve van een agrarische bedrijfsvoering; ss. Cultuur landschappelijk waardevol terrein: Een terrein met een toegekende waarde, ontstaan door het gebruik van dat terrein in de loop van de geschiedenis door de mens; tt. Detailhandel: Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit; uu. Detailhandel in (volumineuze) grootschalige goederen:
Detailhandel die vanwege de omvang van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig heeft voor de uitstalling, in de vorm van de verkoop van auto’s, boten, caravans, landbouwwerktuigen, wooninrichtingen, tuininrichtingsartikelen, grove bouwmaterialen, keukens en sanitair en naar de aard daarmee gelijk te stellen artikelen; vv. Dienstverlenend bedrijf: Een bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn begrepen kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio’s, galerieën en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en een seksinrichting; ww. Dienstwoning: Een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein, noodzakelijk is; xx. Eerste bouwlaag: Een bouwlaag op de begane grond; yy. Erker: Een ondergeschikte uitbouw van het hoofdgebouw met een beperkte omvang (breedte, hoogte, diepte) en transparante verschijningsvorm, waardoor het stedenbouwkundig aanzicht niet wezenlijk wordt beïnvloed; zz. Erotisch getinte vermaaksfunctie: Een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop en een seksautomatenhal; aaa. Evenement: Elke voor publiek buiten de daartoe ingerichte inrichtingen toegankelijke festiviteit, grootschalige sportwedstrijd, auto- of motorcrosswedstrijd, optochten, georganiseerd vuurwerk en alle overige tot vermaak en recreatie bedoelde activiteiten op een locatie die vaker dan tweemaal per jaar wordt gebruikt, met uit zondering van markten als bedoeld in de Gemeentewet, kansspelen als bedoeld in de Wet op de kansspelen, en betogingen, samenkomsten en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties; bbb. Fruitteeltbedrijf: Een bedrijf dat zich richt op teelt of het kweken van fruit aan houtige gewassen;
ccc. Gebouw: Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt; ddd. Geluidbelasting vanwege het wegverkeer: De etmaalwaarde van het equivalente geluidsniveau in dB(A) op een bepaalde plaats, veroorzaakt door het gezamenlijke wegverkeer op een bepaald weggedeelte of een combinatie van weggedeelten, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder; eee. Geluidsgevoelige functies: Bewoning of andere geluidsgevoelige functies zoals bedoeld in de Wet geluidhinder c.q. het Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen; fff. Geluidsgevoelige objecten: Gebouwen welke dienen ter bewoning of ten behoeve van een andere geluidsgevoelige functie als bedoeld in de Wet geluidhinder, c.q. het Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen; ggg. Geluidzoneringsplichtige inrichting: Een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld; hhh. Groepsaccomodatie: Een zelfstandige verblijfsaccomodatie die naar afmetingen en inrichting specifiek bedoeld is voor een grotere groep van personen, tot uitdrukking komend in o.a. gezamenlijke faciliteiten voor logies, dagverblijf en maaltijdbereiding; iii. Grondgebonden agrarische bedrijfsvoering: Een agrarische bedrijfsvoering die hoofdzakelijk niet in gebouwen plaatsvindt, waarbij het gebruik van agrarische gronden noodzakelijk is voor het functioneren van het bedrijf; jjj. Hogere grenswaarde: Een maximale waarde voor de geluidbelasting, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder, c.q. het Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen; kkk. Hoofdgebouw:
Een gebouw, dat op een bouwperceel in architectonisch opzicht, dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste gebouw valt aan te merken; lll. Horecabedrijf: Een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt; mmm. Indelingslijn: Een als zodanig op de plankaart aangegeven lijn ten behoeve van het indelen van een bouwvlak of bestemmingsvlak met het oog op een verschil in maatvoering en/of gebruik; nnn. Intensief tuinbouwbedrijf: Een agrarisch bedrijf met een in hoofdzaak niet grondgebonden agrarische bedrijfsvoering in de vorm van het telen van gewassen, zoals een champignonkwekerij, een witlofkwekerij, of een combinatie van deze bedrijfsvormen, alsmede naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijfsvormen met (nagenoeg) geen weidegang; ooo. Intensief veehouderijbedrijf: Een agrarisch bedrijf met een in hoofdzaak niet grondgebonden agrarische bedrijfsvoering in de vorm van het houden van dieren, zoals een rundveemesterij (exclusief vetweiderij), een varkens-, vleeskalver-, pluimvee-, of pelsdierhouderij of een combinatie van deze bedrijfsvormen, alsmede naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijfsvormen met (nagenoeg) geen weidegang; ppp. Kampeermiddel: a. Een tent, een vouwwagen, een camper, een caravan of een huifkar; b. Enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde; dat geheel of ten dele blijvend kan worden gebruikt voor recreatief dag- en/of nachtverblijf; qqq. Kantoor: Een gebouw, dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden en werkzaamheden die verband houden met het doen functioneren van (semi)overheidsinstellingen, het bankwezen, en naar de aard daarmee gelijk te stellen instellingen; rrr. Kap: Een dakafdekking onder hoek van meer dan 5 graden met het horizontale vlak; sss. Kas:
Een bouwwerk, niet zijnde een tunnelkas of een naar de aard daarmee vergelijkbaar bouwwerk, waarvan de wanden en het dak geheel of grotendeels bestaan uit glas of ander licht doorlatend materiaal, dienend tot het kweken van groente, vruchten, bloemen of planten; ttt. Kwekerij: Het bedrijfsmatig kweken van gewassen; uuu. Koppelteken: Een lijn op de plankaart die twee van elkaar gescheiden delen van een bouwperceel verbindt, zodanig dat er sprake is van één bouwperceel met de daarbij behorende bouwmogelijkheden; vvv. Kwetsbaar object: Een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde voor het risico c.q. een risicoafstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, die in acht moet worden genomen; www. Landschapswaarde: De cultuurhistorische en de visuele waarden van het landschap. Bij de afweging van het begrip “landschappelijke waarden” zal de landschaps- en beheersvisie uit het Landschapsbeleidsplan, zoals opgenomen in bijlage 5 van de toelichting, steeds onderdeel van het toetsingskader zijn; xxx. Landgoed: Een in Nederland gelegen, geheel of gedeeltelijk met natuurterreinen, bossen of andere houtopstanden bezette onroerende zaak daaronder begrepen die waarop een buitenplaats of andere, bij het karakter van het landgoed passende, opstallen voorkomen – voor zover het blijven voortbestaan van die onroerende zaak in zijn karakteristieke verschijningsvorm voor het behoud van het natuurschoon wenselijk is; yyy. Logiesverstrekkend bedrijf Een bedrijf waar, tegen vergoeding, logies worden verstrekt, waarbij de bed- and breakfasteenheden enkel zijn ingericht voor nachtverblijf; zzz. Maatschappelijke voorzieningen: Educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke voorzieningen, sportvoorzieningen en recreatieve voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel ten dienste van deze voorzieningen; aaaa. Manege(-activiteiten):
Bedrijfsactiviteiten met een publieksgericht karakter, die zijn gericht op het bieden van gelegenheid tot het berijden en verzorgen van paarden en pony’s (waaronder het lesgeven, de verhuur of het organiseren van wedstrijden en/of andere hippische evenementen); bbbb. Mantelzorg: Het bieden van zorg aan een ieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband; cccc. Mest- en Kuilvloeropslag: Een verhard terrein, al dan niet met keerwanden, ten behoeve van opslag van mest- of landbouwgewassen en/of producten; dddd. Milieusituatie: De waarde van een gebied in milieuhygiënische zin die wordt bepaald door de mate van scheiding tussen milieugevoelige en milieubelastende functies, daarbij in het bijzonder gelet op het voorkómen dan wel beperken van hinder door geur, stof, geluid, gevaar, licht en/of trilling. Onderdeel van de afweging van het begrip “milieusituatie”zal ook de bodembescherming zijn; eeee. Mest- en Kuilvloeropslag: Een verhard terrein, al dan niet met keerwanden, ten behoeve van opslag van mest- of landbouwgewassen en/of producten; ffff. Molenbeschermingszone: Aangewezen gebied waarbinnen het zicht op de molen en de vrije windtoetreding beschermd worden; gggg. Natuurlijke waarden: De abiotische biotische waarden van een gebied. hhhh. Niet grondgebonden agrarische bedrijfsvoering: Een agrarische bedrijfsvoering die hoofdzakelijk in gebouwen plaatsvindt, en die als zodanig niet afhankelijk is van agrarische gronden als productiemiddel, zoals een intensief tuinbouwbedrijf of een intensief veehouderijbedrijf; iiii. Normaal agrarisch gebruik: Het regulier gebruik, dat gelet op de bestemming regelmatig noodzakelijk is voor een goede grondgebonden agrarische bedrijfsvoering en grondgebonden agrarisch gebruik van de gronden; jjjj. Normaal onderhoud: Het onderhoud, dat gelet op de bestemming regelmatig noodzakelijk is voor een goed beheer en gebruik van de gronden en gebouwen die tot de betreffende bestemming behoren;
kkkk. Ondergeschikte tweede tak: Een ondergeschikt bestanddeel van de totale bedrijfsomvang van een agrarisch bedrijf, zoals een intensieve tak veehouderij of een bedrijfseigen mestvergisting; llll. Overige opgaande teeltvormen: De teelt van opgaande sierbeplanting als heesters en struiken, het kweken van fruit aan houtige gewassen, en naar de aard daarmee gelijk te stellen vormen van opgaande teelt van meerjarige gewassen; mmmm. Overkapping: Een bouwwerk van één bouwlaag dat dient ter overdekking en niet met meer dan één wand is uitgevoerd; nnnn. Paardenfokkerij: Een grondgebonden agrarische bedrijfsvoering die is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het houden van paarden; oooo. Paardenhouderij: Het houden van paarden, maar niet het voortbrengen van een agrarisch product; pppp. Paardrijbak: Buitenrijbaan ten behoeve van paardrijactiviteiten, voorzien van een zandbed en al dan niet voorzien van een omheining; qqqq. Peil: a. Bij ligging aan een weg: de kruin van de weg; b. Bij ligging aan een anderszins verhard terein: de bovenkant van dat terein; c. Bij ligging anders dan een weg of verhard terrein: het maaiveld; rrrr. Pension: Een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies voor langere tijd met als nevenactiviteit het verstrekken van maaltijden en/of dranken aan de logerende gasten; ssss. Productiegebonden detailhandel: Detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie; tttt. Recreatiewoning: Een permanent aanwezig gebouw, geen woonkeet en geen caravan of ander bouwsel op wielen zijnde, bestemd om uitsluitend door een huishouden of een daarmee gelijk te stellen groep van personen, dat het hoofdverblijf elders heeft, gedurende een gedeelte van het jaar te worden bewoond;
uuuu. Recreatieve bewoning: De bewoning die plaatsvindt in het kader van de weekend en/of verblijfsrecreatie; vvvv. Restaurant: Een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken; wwww. Risicogevoelig bouwwerk c.q. object: Een bouwwerk c.q. object, waaronder terreinen, die bestemd zijn voor het regelmatig verblijf van mensen, al dan niet gedurende een gedeelte van de dag; xxxx. Risicovolle inrichting: Een inrichting, bij welke ingevolge het besluit Externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde, een richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten; yyyy. Schuilgelegenheid: Een niet voor bewoning, al dan niet in het kader van een agrarisch bedrijf bestemd gebouw, dat dient voor het onderbrengen van vee tegen weersinvloeden; zzzz. Seksinrichting: Een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in ieder geval verstaan een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar; aaaaa. (toren)Silo: Een bouwwerk ten behoeve van opslagdoeleinden; bbbbb. Stacaravan: Een caravan die gedurende langere tijd op een kampeerterrein op dezelfde plaats blijft staan en die door zijn plaatsing direct of indirect met de grond is verbonden, dan wel direct of indirect steun vindt in of op de grond en daardoor als bouwwerk is aan te merken; ccccc. Supermarkt: Een detailhandelsbedrijf dat zich in hoofdzaak richt op het verkopen van voedings- en genotmiddelen en dagelijkse levensbenodigdheden in een algemeen assortiment, in de vorm van een zelfbedieningszaak;
ddddd. Tenthuisje: Een verblijf, bestaande uit een lichte constructie en lichte materialen, waaronder in ieder geval tentdoek, niet zijnde een kampeermiddel of een stacaravan, dat naar de aard en de inrichting is bedoeld voor recreatief dag- en/of nachtverblijf; eeeee. Trekkershut: Een verblijf, bestaande uit een lichte constructie en lichte materialen, niet zijnde een kampeermiddel of een stacaravan, dat naar de aard en de inrichting is bedoeld voor recreatief dag- en/of nachtverblijf; fffff. Tunnelkas: Elke constructie van hout, metaal of ander materiaal, welke met plastic of in gebruik daarmee overeenstemmend materiaal is afgedekt en dient als teeltondersteuning voor bedekte teelten; ggggg. Verkoopvloeroppervlakte: Een voor het publiek zichtbare en toegankelijke (besloten) winkelruimte ten behoeve van de detailhandel; (let op: dit is dus de netto-vloeroppervlakte) hhhhh. Vergistingsinstallatie: Het onder gecontroleerde omstandigheden (volledig afgesloten van lucht) afbreken van organische verbindingen door bacteriën waarbij methaangas vrijkomt; iiiii. Voorgevel: De naar de weg gekeerde gevel van een woning of, indien een woning met meer dan één zijde naar de weg is gekeerd, de als zodanig door Burgemeester en Wethouders aan te wijzen gevel(s); jjjjj. Voorgevelrooilijn: De voorgevelrooilijn is: a. langs een wegzijde met een regelmatige of nagenoeg regelmatige ligging van de voorgevels van de bestaande bebouwing; de evenwijdig aan de as van de weg gelegen lijn, welke, zoveel mogelijk aansluitend aan de ligging van de voorgevels van de bestaande bebouwing, een zoveel mogelijk gelijkmatig beloop van de rooilijn overeenkomstig de richting van de weg geeft; b. langs een wegzijde waarlangs geen bebouwing als onder a bedoeld aanwezig is en waarlangs mag worden gebouwd: bij een wegbreedte van ten minste 15 meter, de lijn gelegen op 15 meter uit de as van de weg; bij een wegbreedte geringer dan 10 meter, de
lijn gelegen op 10 meter uit de as van de weg. kkkkk. Vrijstaand gebouw: Een niet met het (hoofd)gebouw verbonden gebouw, dat zowel ruimtelijk als functioneel ondergeschikt is aan het op hetzelfde bouwperceel gelegen (hoofd)gebouw en ten dienste staat van dat (hoofd)gebouw; lllll. Vuurwerkbedrijf: Een bedrijf dat in hoofdzaak gericht is op de vervaardiging of assemblage of de handel in vuurwerk, c.q. de opslag van vuurwerk en/of de daarvoor benodigde stoffen; mmmmm. Windmolen: Een bouwwerk ten behoeve van de opwekking van windenergie; nnnnn. Woning: Een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden; ooooo. Woongebouw: Een gebouw, dat meerdere naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat met één of meer gemeenschappelijke toegangen en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden; ppppp. Zorgaccomodatie: Een zorgfunctie als hoofdtak waarbij de sociaalmedische opvang van personen, al dan niet in de vorm van het ter plaatse woonachtig zijn, gecombineerd wordt met agrarische activiteiten, in die zin dat de personen behulpzaam zijn bij de agrarische of natuurbeherende activiteiten; qqqqq. Zorgfunctie: Een zorgfunctie als neventak bij een bedrijf waarbij een directe relatie bestaat tussen de sociaal-medische opvang van personen en de bedrijfsactiviteiten, in die zin dat de personen behulpzaam zijn bij de bedrijfsactiviteiten;
Algemene bepalingen Artikel 2 Wijze van meten Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: - De bouwhoogte van een bouwwerk: Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van het bouwwerk, ondergeschikte bouwdelen als schoorstenen en antennes niet meegerekend; - De goothoogte van een bouwwerk: Vanaf de snijlijn van een dakvlak en een evenwijdig aan de noklijn gelegen gevelvlak van een gebouw tot het peil; - De dakhelling: Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak (voorzover in de regels een dakhelling is voorgeschreven, is dezen niet van toepassing op de horizontale gedeelten van afgeknotte daken, de bovenste dakvlakken van mansarde kappen en op dakvlakken welke niet evenwijdig aan de noklijn zijn gelegen); - De oppervlakte van een bouwwerk: Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, nederwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk; - De inhoud van een bouwwerk: Boven peil tussen de bovenzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen; - De afstand tot de grens van een bouwperceel: De kortste afstand vanaf enig punt van een bouwwerk tot de grens van een bouwperceel; - De goothoogte van een windturbine: Vanaf het peil tot de as van een windturbine; Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen, worden ondergeschikte bouwdelen als: 1. Plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten en uitbouwen met een oppervlakte van 2 m² of kleiner; 2. Overstekende daken; 3. Luifels als geïntegreerd onderdeel van een uitbouw; Buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 1 m ten opzichte van de bouwgrens of bestemmingsgrens bedraagt.
Colofon Handboek digitale ruimtelijke plannen 2008 - 2009
Opdrachtgever: Gemeente Coevorden Afdeling Beleid & Strategie, cluster Ruimte Projectleiding: H.A. Gortmaker Uitvoering: H.J.R. Ellen
Gemeente Coevorden Hoofdgebouw: Aleida Kramersingel 4, Coevorden
Overige locaties: Kasteel 4, Coevorden Hoofdstraat 2, Dalen
Postadres: Postbus 2 7740 AA Coevorden Telefoon (0524) 59 85 98 Telefax (0524) 59 85 55 www.coevorden.nl E-mail:
[email protected]