Schoolgids
Groen van Prinstererschool 2015- 2016
1
Inhoudsopgave Blz. 5 Algemeen: Geloof in onderwijs. 6 Op de Groen van Prinstererschool als een vis in het water. 1 Inleiding 7 1.1 Procedure Schoolgids
8 9
2 2.1 2.2 2.3
10 11
16 17
2.3.1 3 3.1 3.2
19 20
21
Waar staan we voor Godsdienstige uitgangspunten Visie op het kind Wat leren we de kinderen Groep 1 en 2 Basisontwikkeling Groep 3 en 4 Groep 5 t/m 8 Vakgebieden Verdeling van de tijd over de leer- en vormingsgebieden Ontheffing van de lessen
3.3
We willen een fijne school zijn De sfeer op school Schoolregels Werkwijze tijdens de lessen Contactpersoon bij moeilijkheden
4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5.1
Verschillen tussen leerlingen Meer handen in de klas Leerlingen van een andere basisschool Onderwijs aan anderstalige leerlingen Hulp aan individuele leerlingen Het dyslexie-volgdocument
2
22
24
25 26
27
28
29 30 31
32 33
34 35 36
37 38
39
4.5.2 4.6 4.7 4.8 5 5.1 5.2 5.3 5.3.1 5.4 5.5 5.6
Behandeling dyslexie Begeleiding (hoog)begaafde kinderen Een jaar overdoen met aangepaste programma’s Verwijzen naar een speciale school voor basisonderwijs Kwaliteitsverbetering Kwaliteitsverbetering door goede methoden Kwaliteitsverbetering dankzij goed personeel Kwaliteitsverbetering door een leerlingvolgsysteem Instelling van bouw coördinaten Kwaliteitsverbetering dankzij een schooljaarplan De leertijd Kwaliteitsonderzoek
6
Het VVE-beleid
7 7.1
Het voortgezet onderwijs Belangrijke punten bij de schoolkeuze Advies van de school Schooleindonderzoek
8 8.1 8.2 8.3 8.4 8.5 8.6 8.7
Ouders Informatie aan ouders Tussenschoolse opvang Aanspreekpersoon Klachtenregeling Ouders helpen op school De medezeggenschapsraad De ouderbijdrage
9 9.1 9.2 9.3 9.4 9.5
De leerlingen Nieuwe leerlingen Regels voor toelating Wet op de expertise centra (WEC) Schorsing/ Verwijdering Zieke leerlingen
10 10.1
Personeel Taakverdeling van de leerkrachten
11 11.1 11.2 11.3 11.4
Roosterzaken Schooltijden Pauze Vakanties Schoolverzuim en lesuitval
3
40
41
42
43
44 45
46
47
11.5 11.6
Vrij vragen Bewegingsonderwijs Gymrooster
12 12.1 12.2 13 13.1
GGD Logopedie Schoolonderzoeken Schoolactiviteiten Vieringen, projecten, feesten
13.2 13.3 13.4
Reizen en excursies Sportdagen Beleid t.a.v. de privacy van de leerlingen
14 14.1 14.2 14.3 14.4 14.5 14.6 14.7 14.8
Van alles wat Verzekering Veiligheidsplan Agressie, Geweld en Seksuele intimidatie Zending en goede doelen Sponsoring Kleurplaat Gebruik fietsen Adressen Vereniging Centrale directie
15
Leerkrachten
4
Algemeen deel. Identiteit Schoolvereniging Rehoboth: Geloof in onderwijs. Met ons onderwijs dragen wij niet alleen kennis over, maar begeleiden de leerlingen ook op hun weg naar volwassenheid. Vanuit onze protestant christelijke levensovertuiging willen wij ze dusdanig toerusten dat zij zich inzetten voor God, hun naaste en de wereld waarin zij leven. Daarom helpen wij de leerlingen bij het groeien in een persoonlijke relatie met God, met elkaar en met hun omgeving. Jezus Christus is de enige weg om tot God te komen. De Drie Formulieren van Enigheid geven naast de verduidelijking van de Bijbel, richting aan onze protestantse levensovertuiging en daarmee aan de identiteit van de vereniging. Binnen dit kader is er ruimte en respect voor elkaars geloofsbeleving. Ouders hebben in de geloofsopvoeding de belangrijkste verantwoordelijkheid gekregen. De school vult deze opvoeding aan overeenkomstig haar taak om kwalitatief goed onderwijs te geven, de unieke gaven van de leerlingen te ontwikkelen en een klimaat te scheppen waarin elke leerling de liefde, uitdaging en veiligheid ontvangt die het nodig heeft als voedingsbodem voor de groei in het geloof. Vanuit deze opvattingen kan de missie van de schoolvereniging “Geloof in onderwijs” gaan leven. Zij geeft aan dat het geloof een wezenlijk bestanddeel van ons onderwijs is. Maar ook dat wij vertrouwen dat ons onderwijs op die wijze het best vrucht draagt. Als school zijn we een christelijke leer- en werkgemeenschap. Ons pedagogisch klimaat kenmerkt zich door liefde, vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing. We dragen naar de kinderen uit dat God van hen houdt en dat ze er mogen zijn. God hun Schepper vindt hen belangrijk. Daarom kijken wij naar kinderen vanuit de mogelijkheden die ze hebben en stemmen in principe daarop ons handelen af. Dit betekent ook dat er door de school met zorg wordt omgegaan met de leerlingen. Dit houdt bijvoorbeeld in dat kinderen die extra zorg nodig hebben die zorg ook krijgen. Dit geldt ook voor de begaafde kinderen. Op de website van de school kunt u de volledige identiteitsnotitie vinden van schoolvereniging Rehoboth.
5
In deze schoolgids gaan wij verder in op de levensbeschouwelijke identiteit en hoe deze zichtbaar wordt in onze school. Op de Groen van Prinstererschool wordt structureel aandacht besteed aan godsdienstige vorming. In de groepen 1 tot en met 8 worden Bijbelverhalen verteld. We maken daarbij gebruik van een vertelrooster. Het vertellen van Bijbelverhalen is een belangrijk middel om zowel de kennis van de Bijbel als de geloofsbeleving te ontwikkelen. In de hoogste groepen behandelen we ook de kernpunten van kerkgeschiedenis en de christelijke traditie. Daarnaast lezen we vanaf groep 6 met de kinderen uit de Bijbel. Het gebed neemt op onze school een belangrijke plaats. We beginnen en eindigen de schooldag met gebed. Kinderen leren wat bidden is en hoe ze persoonlijk in gesprek kunnen zijn met God. De kinderen worden actief bij het gebed betrokken. We leren de kinderen op school Psalmen en andere christelijke liederen aan. We streven daarbij naar een gevarieerd en evenwichtig aanbod. Op school vieren we onze christelijke identiteit ook. Op de dagen rond de christelijke feestdagen, Kerst, Pasen, Hemelvaart en Pinksteren, vieren we dit in de groep, of als school gezamenlijk. Als school willen we ook zichtbaar maken dat er zorg is voor andere mensen op deze wereld die in mindere omstandigheden leven. Daarom nemen we elke maandag zendingsgeld mee voor o.a. de Hernhutterzending en voor Interkerkelijke Stichting Ethiopië Eritrea. Ook houden we jaarlijks een actie voor een goed doel, bv. Actie Schoenendoos.
Op de Groen van Prinstererschool; als een vis in het water! Onze missie:
Op de Groen van Prinstererschool belijden we met hart, hoofd en handen ons geloof. Wij laten zien wat de Bijbel ons wil leren! Dit doen we als team door samen te werken aan de missie en doelen van onze school. We werken met het effectieve instructie model om kinderen optimaal op hun eigen niveau te laten ontwikkelen. We werken doelgericht met groepsplannen. Wij vinden betrokkenheid erg belangrijk! Daarom willen we graag dat ouders ons helpen in ons onderwijs. Als team zijn we betrokken op elkaar door van elkaar te leren en elkaar te ondersteunen. De betrokkenheid van de kinderen vergroten we door interactief en boeiend onderwijs te geven, waarbij externe excursies en lezingen/presentaties door bijvoorbeeld ouders of externen welkom zijn.
6
1. Inleiding Basisschool: een stukje van je leven. Een belangrijk deel van het (jonge) leven brengt uw kind door op de basisschool. Meer dan 7500 uur is het toevertrouwd aan de zorg van meesters en juffrouwen van onze school. De basisschool is dan ook een belangrijk verlengstuk van de opvoeding thuis. Daarom is het goed dat u in deze schoolgids door ons geïnformeerd wordt over de wijze waarop wij werken, welke methoden wij kiezen om onze leerlingen de leerstof te leren, wat wij doen aan leerlingen die niet zo goed kunnen meekomen, hoe wij onze kwaliteit bewaken, wat de uitgangspunten van ons onderwijs zijn e.d. De overheid verplicht ons via een schoolgids verantwoording af te leggen van de door ons gemaakte keuzes. Daardoor kunnen wij u duidelijk maken wat u kunt verwachten als uw kind een leerling van onze school wordt. Vanzelfsprekend bent u altijd welkom voor een toelichting als u meer wilt weten over zaken omtrent het onderwijs op onze school. Wat kunt u in deze schoolgids lezen? 1. Een beleidsstuk “Identiteit“ van het bestuur van onze schoolvereniging Rehoboth. 2. Een beschrijving van de uitgangspunten van het onderwijs: Waar staan we voor? 3. De wijze waarop wij vorm geven aan ons onderwijs. 4. De wijze waarop wij onze leerlingenzorg hebben georganiseerd. 5. Hoe we de kwaliteit van ons onderwijs bewaken 6. Allerlei informatie over de school. 7. De verdeling van het aantal uren over de verschillende vakken. 8. De verdeling van de taken over het personeel. 1.1 Procedure schoolgids. De schoolgids is geschreven door de directie in overleg met het team. Elk jaar wordt de inhoud van de schoolgids besproken in de medezeggenschapsraad. Opmerkingen of aanvullingen van personeel en ouders worden verwerkt in de schoolgids. De bedoeling is dat de gids ieder schooljaar na goedkeuring door de inspectie op de website van de school geplaatst wordt en uitgereikt wordt bij de aanmelding van een leerling voor onze school.
7
2.
Waar staan we voor.
In dit hoofdstuk beschrijven we uitgebreid de doelen en werkwijzen van onze school. Vooraf willen we echter aangeven wat onze uitgangspunten zijn, vanuit welke visie op kind en samenleving we ons werk doen. We sluiten hierbij aan bij art. 2 van de statuten van de christelijke schoolvereniging Rehoboth: “De vereniging vindt haar grondslag in de Bijbel als Gods woord, naar de verklaring daarvan gegeven in de drie formulieren van Enigheid”. Voor ons is belangrijk dat de leerling zich ontwikkelt in omgang met Gods woord en in gemeenschap met anderen. De leerling dient een verantwoordelijke houding te ontwikkelen voor zichzelf, de ander en de schepping. Een aantal zaken zijn daarbij van belang: Wij willen de leerling de nodige kennis en vaardigheden aanleren om met vrucht voortgezet onderwijs te kunnen volgen. Wij hebben bijzondere aandacht voor leerlingen die in het onderwijsleerproces dreigen vast te lopen, aan de onderkant en ook aan de bovenkant. We vinden dat onderwijs een proces is dat in gemeenschap plaatsvindt. Binnen deze gemeenschap moet er ruimte zijn voor eigen ontwikkeling. 2.1. Godsdienstige uitgangspunten. Voor de praktijk van de christelijke school is de omgang met de Bijbel van grote betekenis. Aan de hand van een drietal punten willen we dit nader uitwerken: 1. Een gezamenlijk luisteren naar de Bijbel. 2. De omgang met de Bijbel vindt plaats in gemeenschap. 3. Omgaan met de Bijbel is een geordend omgaan. ad 1. Een gezamenlijk luisteren naar de Bijbel. Samen luisteren naar de Bijbel geldt zowel voor de kinderen als ook voor de leerkracht. Het luisteren bestaat niet alleen uit het horen van de verhalen tijdens de Bijbelse Geschiedenisles. Het luisteren heeft een grote betekenis voor het hele schoolgebeuren. Het heeft gevolgen voor hoe je als kinderen en leerkrachten met elkaar omgaat, welke leerstof je kiest, welke sfeer er op school aanwezig is, enz. ad 2. In gemeenschap. Het schoolleven in gemeenschap krijgt gestalte in: Het luisteren naar verhalen uit de Bijbel, het doorvertellen van de heilsgeschiedenis aan een volgende generatie Het bidden. Samen luisteren gaat gepaard met samen bidden. Het samen beginnen en luisteren, zowel voor het personeel aan het begin en aan het eind van de week, als voor de dagelijkse gang van zaken in
8
de klas, betekent dat we samen Gods zegen willen vragen, samen God danken, samen vergeving vragen en voorbede doen Het zingen. Er is een sterk verband tussen samen luisteren naar Gods Woord, het bidden en het zingen. Liederen, als neerslag van gevoelens en gebeurtenissen uit de (Bijbelse) geschiedenis van en met mensen, getuigen ook van luisteren naar de Bijbel en bidden om Zijn heil. Onder liederen verstaan we psalmen, gezangen en geestelijke liederen. Zij zijn verbonden met de Bijbel, met verhalen van mensen die ze geschreven hebben. ad 3. Geordend omgaan met de Bijbel. Omgaan met de Bijbel is uiteindelijk gebaseerd op Pasen, de overwinning op de dood voor onze zonden door de Here Jezus. Wie Pasen zegt kan niet om de andere centrale feesten uit de Bijbel heen: het feest van de geboorte, van Goede Vrijdag, van Pinksteren. Het zijn momenten die niet tot één of twee dagen beperkt worden, maar een aanloop hebben en een vervolg. Dit laatste heeft betekenis voor het omgaan met de Bijbel door het jaar heen: Gedurende een jaar behandelen we zowel de verhalen uit het Oude Testament als ook de verhalen uit het Nieuwe Testament. Daarbij wijzen we de kinderen er op dat de verhalen niet los van elkaar te zien zijn. De verhalen uit het Oude Testament hebben verband met de verhalen uit het Nieuwe Testament. 2.2. Visie op het kind We erkennen dat ieder kind een uniek schepsel is dat behoefte heeft aan persoonlijke relaties. In de praktijk van alle dag betekent dit dat het omgaan met elkaar gebaseerd is op: het bewerkstelligen van persoonlijke relaties. respect hebben voor de eigenwaarde van het kind. het leren dragen van verantwoordelijkheid voor elkaar. het leren leven met elkaar. Dit betekent dat we een veilig en vertrouwde sfeer scheppen op school. We investeren daar als personeel bewust veel tijd in. Daarbij hanteren we een aantal regels die we voortdurend onder de aandacht brengen . Pesten mag niet voorkomen. Toch gebeurt dit wel eens een keer. We proberen daar alert op te zijn en de leerling er op aan te spreken. Wanneer de leerstof te moeilijk wordt proberen we de leerling op zijn niveau aan te spreken, zodat de leerling merkt dat er heus wel leerstof is die hij begrijpt, waardoor er een positieve houding ontstaat. Het leren gaat dan vaak veel beter dan wanneer alleen maar de fouten worden aangegeven. Natuurlijk moeten wij ook wel eens straffen. We proberen dan altijd te straffen vanuit de visie dat er een overtreding heeft plaatsgevonden, dat daardoor de persoonlijke verhouding verstoord is en dat de straf gericht is op het herstellen van de relatie. Straf gaat dan ook altijd gepaard met gesprek.
2.3. Wat leren we de kinderen.
9
In de keuze van de leerstofgebieden is de school niet vrij, ze worden voorgeschreven door de Wet op het Primair Onderwijs. Wel is de school vrij in het bepalen van de inhoud van de leerstof. Bij het bepalen van deze inhoud kan dus rekening gehouden worden met de identiteit van de school. We geven onderwijs met moderne methoden. Methoden die rekening houden met verschillen tussen leerlingen. Dat wil zeggen dat deze methoden aandacht moeten hebben voor leerlingen die moeite hebben het tempo te volgen en met leerlingen die meer leerstof aan kunnen. Bij het aanbieden van de leerstof is er natuurlijk verschil tussen de kleuters van groep 1 en 2 en de hogere groepen. In de groepen 1 en 2 is het speelse element van groot belang terwijl in de andere groepen het meer schoolse leren een belangrijke plaats inneemt. Groep 1 en 2 We werken het komende jaar met vier kleutergroepen. Er zijn drie combinatiegroepen 1 / 2. In alle groepen is gedurende het schooljaar instroom van nieuwe leerlingen. Basisontwikkeling We werken in de kleutergroepen te werken volgens de principes van de Basisontwikkeling. Aan de hand van dingen die de kinderen in kringgesprekken naar voren brengen kiezen de leerkrachten een thema om een aantal weken aan te werken. Bij het gekozen thema worden een aantal uitdagende hoeken gecreëerd. Onder uitdagende hoeken verstaan we hoeken die de kinderen uitnodigen tot spel en leeractiviteiten. Tijdens spel en het praten over het thema komen veel nieuwe woorden aan de orde, zo wordt de woordenschatontwikkeling gestimuleerd. Bij het samenstellen van de hoeken heeft de leerkracht een belangrijke taak, maar ook de kinderen spelen een grote rol. Zij kunnen meehelpen door bijvoorbeeld ideeën in te brengen of spulletjes mee te nemen van thuis. Tijdens het werken in de hoeken observeert de leerkracht de kinderen of ze helpt kinderen die moeilijk tot spel en leeractiviteiten komen. Opvallende zaken worden vermeld in het kinderdagboek van Horeb. Vooral bij de oudere kleuters wordt er ook gestimuleerd om voorbereidende schrijf- en leesactiviteiten te doen. De kinderen kunnen steeds kiezen welke activiteit ze graag doen willen. Dat betekent niet dat ze steeds in dezelfde hoek mogen werken. De leerkracht houdt goed bij welke activiteiten al gedaan zijn en welke nog moeten gebeuren. Woordenschatontwikkeling: In de kleutergroepen gewerkt met logo3000. Logo3000 is lesmateriaal gericht op de woordenschat ontwikkeling van kleuters. Met logo3000 kan de leerkracht kinderen snel, plezierig en op spelenderwijs woorden leren. Logo3000 wordt o.a. tijdens de activiteiten van basisontwikkeling ingezet.
10
Groep 3 en 4 In groep 3 willen we graag gericht werken aan het leren lezen, schrijven en rekenen. Daarvoor gebruiken we moderne methodes als ‘Veilig leren lezen’ voor aanvankelijk lezen en taal, ‘Schrijven in de basisschool’ om te leren schrijven en ‘Alles telt’ voor het rekenonderwijs. Vanaf groep vier werken we met Taaljournaal’. Daarnaast willen we ook de principes van de Basisontwikkeling vanuit groep 1 en 2 door laten werken. Daarom vinden er op enkele momenten in de week leeractiviteiten plaats vanuit een thema. Er wordt bijvoorbeeld gespeeld, geschreven, gelezen, geknutseld, e.a. rond thema’s als bijvoorbeeld de winkel, de kapper, de brandweer, enz. Groep 5 t/m 8 Vanaf groep 5 werken we vaak anders. De lokalen zijn vaak anders ingericht. De lokalen bieden weinig ruimte om uitgebreid hoeken te creëren. Toch streven we er naar om tenminste één uitdagende hoek in de klas samen te stellen. We denken dan aan een hoek waar de leerlingen aantrekkelijke materialen kunnen vinden om mee aan de slag te gaan. Ook de computer kan onderdeel zijn van zo’n hoek. De leerkracht werkt volgens een min of meer vast rooster. In een lessentabel wordt aangegeven hoeveel tijd er gemiddeld besteed wordt aan de diverse vakken. Vanaf groep 5 wordt er meer tijd besteed aan aardrijkskunde, geschiedenis, natuurkunde .
Vakgebieden: Bijbelse Geschiedenis Vanuit de methode “Context”, van de Nederlandse Zondagsschoolvereniging, stellen wij voor Bijbelse Geschiedenis een driejaarlijks rooster samen. Op deze wijze komen alle verhalen uit de Bijbel aan de orde. Ook wordt bereikt dat in alle groepen dezelfde vertellingen aan de orde zijn. De bijbelverhalen staan op de site vermeld. Op deze manier kunt u er thuis ook nog eens over te praten. In de groepen 7 en 8 komt daar nog Kerk- en Zendingsgeschiedenis bij. In een week wordt één dag een lied aangeleerd (lied van de week), twee of drie keer een verhaal verteld en één keer een verwerking gegeven (opdracht uitvoeren, gesprek, bijbel lezen e.d.).
11
Rekenen/Wiskunde De belangrijkste onderdelen van het reken/wiskunde onderwijs zijn: getalbegrip, gericht op inzicht in de structuur van de getallen: optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen, hoofdrekenen, met daarbij veel aandacht voor handig rekenen en projectrekenen met aandacht voor rekenen in de praktijk, met meten, tijd en geld. Rekenen/Wiskunde staat nagenoeg alle dagen op het rooster. We werken met de nieuwe versie van de methode ‘Alles Telt’. Nederlandse taal Wij werken al weer een aantal jaren met de taalmethode ‘Taaljournaal’ . Enkele kenmerken van de methode: Taaljournaal heeft veel aandacht voor woordenschatontwikkeling, (elke eerste dag van de week) De methode hanteert verschillende leerstrategieën. (elke keer keuze uit vier activiteiten) Ze heeft afwisselend leerkrachtgebonden lessen en zelfstandig werklessen. Er is goede aandacht voor verschillen tussen kinderen. De thema’s zijn gekoppeld aan de andere vakgebieden en komen jaarlijks terug. Taaljournaal gebruiken we in de groepen 4 t/m 8. Het taalaanbod in groep 3 is geïntegreerd in de aanvankelijk leesmethode Veilig Leren Lezen. Spelling: In de groepen 1 t/ m 8 werken met de methodiek van José Schraven, om de kinderen beter te leren lezen en spellen. Consequent spellingregels toepassen en bewegingen maken bij de klankgroepen is daarbij heel belangrijk. Lezen In de kleutergroepen wordt er al veel aandacht besteed aan voorbereidend lezen. In de opgezette thema’s zijn telkens lees- en schrijfactiviteiten opgenomen. Deze vinden plaats in de themahoeken. Daarnaast is er een lees-schrijfhoek. In deze hoek kunnen kinderen prentenboeken bekijken, letters en woordjes stempelen, enz. In groep 3 bestaat lezen voornamelijk uit het aanleren van lezen, de techniek. We doen dit met de methode ‘ Veilig leren lezen’. In de loop van groep 4 komt begrijpend lezen erbij. Nu krijgt niet alleen de techniek van het lezen veel aandacht, maar ook het begrijpen van gelezen teksten. We gebruiken daarvoor de methode Leesparade in de groepen 4 t/m 6. In de groepen 5, 6 en 7 zetten we de methode Grip op lezen in om het begrijpend lezen te oefenen.
12
Net als bij het taalonderwijs geven we bij het begrijpend lezen extra aandacht aan de ontwikkeling van de woordenschat. Van groep 5 tot 8 werken we de methode Blits. Dit betekent: Begrijpend Lezen van Informatieve Teksten en Studievaardigheden. In de hogere groepen wordt d.m.v. studerend lezen aandacht gegeven aan het leren en onthouden van informatie. Bovendien bereiden we de leerlingen van groep 7 en 8 voor op het leren van huiswerk. We maken in groep 6 tot 8 ook gebruik van Kidsweek Junior. Dat is een krant voor de jeugd die het nieuws elke week op een aantrekkelijke manier onder de aandacht van de kinderen brengt. Opdrachtkaarten zorgen ervoor dat de krant goed gelezen wordt. We laten de leerlingen op hun niveau lezen. We toetsen deze niveaus met de AVI-toetsen. Daarnaast stimuleren we ook het lezen van boeken. Lezen doe je niet omdat het moet, het is ook leuk, spannend, het verruimt je kennis. Schrijven In de groepen 1 en 2 worden veel voorbereidende oefeningen gedaan om de hand lenig te maken voor het echte schrijfonderwijs in groep 3. Als methode gebruiken we “Schrijven in de basisschool”. Het vak Schrijven blijft t/m groep 8 op het rooster staan. Wereldoriëntatie De nieuwe term voor Wereldoriëntatie in de kerndoelen is ‘Oriëntatie op jezelf en de wereld’. Oriëntatie op jezelf en de wereld kent de volgende onderverdeling: Mens en samenleving Hieronder vallen de sociale en emotionele opvoeding, verkeer, staatsinrichting, geestelijke stromingen, burgerschapskunde en omgang met het milieu. Veel van de genoemde onderdelen worden niet als apart vak behandeld maar zijn onderdeel van aardrijkskunde of geschiedenis. Vooral Burgerschapskunde vindt de overheid belangrijk. Door middel van dit vak kunnen de kinderen kennis maken met allerlei facetten van onze ingewikkelde maatschappij. Het streven is om door kennis en oefening de kinderen op te voeden tot goede burgers in onze multiculturele samenleving (zie verder pag. 14) Natuur en techniek Dit vak heeft vanaf sinds enkele jaren onze bijzondere aandacht. We hebben van 2009-2011 subsidie gekregen om het techniekonderwijs op onze school een extra impuls te geven. Wij namen deel aan het VTB-project. (Verbreding Techniekonderwijs Basisschool) Sinds 2010 zijn we met een nieuwe methode natuur en techniek gaan werken nl. Natuniek. Ruimte (Aardrijkskunde)
13
Cursusjaar 2010-2011 zijn we gestart met een nieuwe methode: ‘Geobas’. Deze methode werd unaniem als meest geschikt bevonden door de leerkrachten van groep 5 t/m 8. Tijd (Geschiedenis) Vanaf augustus 2015 gaan we werken met een nieuwe geschiedenismethode nl. Tijdzaken. Voorheen was het papieren lesboek de manier om de kinderen kennis en inzicht te geven over onze geschiedenis. Bij onze nieuwe methode is de plaats van het boek ingenomen door het digibord. Filmpjes en animaties brengen de lesstof helder over en met interactieve oefeningen en spelvormen worden de leerlingen actief bij de les betrokken. Met het digibord wordt de introductie en instructie gegeven. Daarna kunnen de leerlingen zelfstandig of in tweetallen de les verder verwerken. Dat kan in een digiwerkboek m.b.v. de computer of d.m.v. een papieren werkboek. Tijdzaken is opgebouwd volgens de tijdvakken van de commissie de Rooij en de 50 canonvensters van de commissie van Oostrom en voldoet volledig aan de kerndoelen Eén uur per week werken de leerlingen met het documentatiecentrum. In dat uur moeten ze zelfstandig leren: informatie verzamelen, een werkstuk opzetten, spreekbeurten maken en houden. Ook worden er in groepjes opdrachten voor Techniek uitgevoerd. Steeds meer wordt de computer ingeschakeld voor het verzamelen van informatie (Kennisnet), het maken van het werkstuk (Word) en het presenteren van het werkstuk (PowerPoint). ICT Een moderne manier van Wereldoriëntatie is om de gewenste informatie met behulp van de computer te verkrijgen. Wij willen dat de kinderen deze informatie in een veilige omgeving krijgen aangeboden. Bestuur en directies hebben daarover de volgende afspraken gemaakt: De informatie wordt gefilterd. Er wordt gefilterd zowel op trefwoord als op inhoud. De kinderen werken alleen op computers die in het zicht staan en waarbij toezicht aanwezig is. De toegankelijkheid tot kennisbronnen via de computer wordt beperkt tot de schooltijden. Met behulp van deze regels willen we op een verantwoorde wijze gebruik maken van deze moderne manier voor het verkrijgen van informatie. Verder leren de kinderen om te werken met een tekstverwerker en het maken van een presentatie met behulp van het programma PowerPoint. Reken- en taalprogramma’s worden gedaan met behulp van Ambrasoft, hier van is ook een thuisprogramma te bestellen. Mocht u daar geïnteresseerd in zijn, dan kunt u een bestelformulier op school verkrijgen. In de groepen 1 t/m 8 werken wij met een digibord. Het digibord wordt tijdens verschillende lessen ingezet om het lesgeven te ondersteunen.
14
Verkeer Verkeer is een onderdeel van het vakgebied Mens en samenleving. We gebruiken in de groepen 3 t/m 8 de verkeerskrant van Veilig Verkeer Nederland. Voordeel van de krant is dat hij steeds up to date is. Het afgelopen jaar hebben de leerlingen van groep 7 weer het theoretische en praktische verkeersexamen gedaan. De resultaten waren goed. Gezond gedrag Ook dit is een onderdeel van het vakgebied Mens en samenleving. (met name kerndoel 34 en 39) Hieronder vallen onderwerpen over gezondheid, hygiëne, persoonlijke gedragingen en milieugedrag. Het vak staat niet op het rooster maar komt bij alle vakken aan de orde. We willen gericht aandacht geven aan een aantal aspecten van gezond gedrag (bijvoorbeeld pesten, omgaan met je eigen spullen en die van een ander, samen spelen, omgang met onze leefomgeving, enz.) Veel van deze onderwerpen zijn aan de orde te stellen naar aanleiding van een Bijbelverhaal of bij het vak Burgerschapskunde. We streven er naar één keer in de veertien dagen een onderwerp te behandelen. We gebruiken daarvoor de methode ‘Kinderen en hun sociale talenten’. Daarin worden vanaf groep 1 t/m 8 tal van onderwerpen behandeld om het sociale gedrag van de kinderen positief te beïnvloeden. Bijvoorbeeld: hoe is je gedrag als je elkaar iets belooft, schuld bekennen, eerlijk delen, enz. Om het sociale gedrag van de leerlingen te volgen, beschikken we over het computerprogramma Scol. Blijkt bijvoorbeeld dat een bepaald sociaal aspect in onvoldoende mate bij een groep leerlingen aanwezig is, dan kunnen daar extra lessen over gegeven worden. Burgerschap In de nieuwe kerndoelen voor het basisonderwijs wordt voor het eerst Burgerschap als te onderwijzen vakgebied genoemd. Daarbij gaat het met name om kennis van de Nederlandse en Europese staatsinrichting, kennis van geestelijke stromingen in onze samenlevingen en gedrag vanuit respect voor algemeen aanvaardbare waarden en normen. (kerndoel 36 t/m 38) Het bovengenoemde kennisaspect zit in onze methoden van Wereldoriëntatie. Het gedragsaspect komt aan de orde bij de godsdienstlessen en lessen uit “Kinderen en hun sociale talenten”. In de bovenbouwgroepen maakt men ook gebruik van lessen uit de methode “Verstand van Nederland”. De school is eigenlijk een stukje maatschappij in het klein, goed burgerschap leren de kinderen dus ook meteen toepassen in de dagelijkse schoolpraktijk. Engels We werken met de methode “ My name is Tom”. My name is Tom is een methode voor het leren van Engels in het basisonderwijs. My name is Tom stimuleert op speelse wijze de natuurlijke taalverwerving en maakt Engels leren een spannend en uitdagend avontuur! In de groepen 1 t/m4 gebruiken we My name is Tom als bronnenboek. We gaan per week een activiteit aanbieden in het Engels. Dit kan bijvoorbeeld een liedje zijn, een prentenboek of een spel in het Engels. In groep 5 t/m 8 volgen we de methode. Spel en beweging In de kleutergroepen staat bewegingsonderwijs dagelijks op het rooster. We spelen op het schoolplein en in het speellokaal. Vanaf groep 3 krijgen de kinderen gymles in het gymlokaal ‘De Noord’ en sporthal ‘De Schelp’.
15
Kunstzinnige oriëntatie We rekenen hiertoe: muziek, tekenen, handvaardigheid en bevordering van het taalgebruik en culturele vorming. Culturele vorming is een nieuw vakgebied. Natuurlijk werd er in het verleden ook aandacht besteed aan uitingen van cultuur. Te denken valt aan muziekconcerten, theatervoorstellingen, het schrijven van boeken, bezoeken van musea, e.a. Een nieuw element is het bijbrengen van waardering voor ons cultureel erfgoed in de nabije omgeving. Om hieraan gestalte te geven is er een basisprogramma samengesteld in samenwerking met de plaatselijke bibliotheek. Voor tekenen en handvaardigheid gebruiken we in groep 3 t/m 8 ook ideeën uit de methode “Uit de kunst”. Daarin zit ook een stuk kunstbeschouwing. Werkwijze tijdens de lessen In de lessen, met name bij rekenen, taal en lezen, werken we veelal met basisstof - extrastof. Dat wil zeggen dat alle leerlingen de basisstof krijgen aangeboden. Vervolgens krijgen leerlingen die meer aan kunnen extra leerstof, terwijl leerlingen die nog moeite met de basisstof hebben herhaling van deze stof krijgen aangeboden. Bij wereldoriënterende vakken werken we met begripslessen en zelfstandig werken. Bij de lessen gebruiken de leerlingen dag- en weektaken. In de begripslessen krijgen de leerlingen met behulp van de methode uitleg over de te leren zaken, bij zelfstandig werken moeten ze zelf opzoek gaan naar informatie en deze verwerken. Bij de creatieve vakken krijgen leerlingen binnen een opdracht altijd de mogelijkheid om creatief met het onderwerp om te gaan: er is ruimte voor eigen ideeën, eigen vormgeving. Met deze werkwijze hopen we naast het ontwikkelen van goede relaties, ruimte te scheppen voor het ontwikkelen van zelfvertrouwen en van een gevoel voor eigen kunnen.
Verdeling van de tijd over de leer en vormingsgebieden Leergebied Bijbelse Geschiedenis Zintuiglijke oefening Ned. taal Lezen Schrijven Rekenen Wereldoriëntatie Engels
Groep 1
Groep 2
Groep 3
Groep 4
Groep 5
Groep 6
Groep 7
Groep 8
2.30
2.30
2.30
2.30
2.30
2.30
2.30
2.30
2.30
2.30
2.30
2.30
7.30
7.30
7.30
7.30
7.00
6.45
1.30
1.00
0.30
0.30
0.30
0.30
030
4.45
6.00
6.00
6.00
6.00
5.30
1.15
1.15
1.30
2.30
2.15
2.15
2.15
0.45
1.00
0.30 1.15
16
Kunstzinnige vorming Sociale vorming Verkeer Lichamelijke oefening / spel
5.00
5.00
2.30
2.30
2.00
2.15
2.00
2.30
0.30
0.30
0.30
0.30
0.30
0.30
0.30
0.30
8.00
8.00
2.15
2.15
1.15
1.15
1.15
1.15
Pauze / fruit
1.15
1.15
1.15
1.15
1.15
1.15
1.15
1.15
Totaal
24.00
24.00
24.00
24.00
24.00
24.00
24.00
24.00
Leergebiedoverstijgende doelen Naast de doelen die wij bij de aparte leergebieden nastreven, zijn er ook een aantal doelen die eigenlijk voor alle leergebieden gelden. Voor een aantal van deze doelen is de gezindheid van waaruit we ons werk willen doen belangrijk. Dit geldt m.n. voor de onderdelen sociaal gedrag en het ontwikkelen van een zelfbeeld en werkhouding. Met andere woorden: het willen bereiken van deze doelen zijn belangrijke momenten om het christelijk karakter van de school waar te maken. De volgende onderdelen horen bij de leergebiedoverstijgende doelen: 1. Werkhouding Hierbij willen we vooral ook aandacht geven aan zelfstandig werken. 2. Werken volgens plan 3. Leerstrategieën. Leren op welke wijze je een probleem aanpakt. 4. Zelfbeeld: We willen de leerlingen leren werken vanuit zelfvertrouwen, dit houdt in dat leerlingen in de lessen het gevoel moeten krijgen van “Dit kan ik en dit heb ik alleen gedaan.” 5. Sociaal gedrag Vooral de verantwoordelijkheid voor eigen gedrag, de ander en de materialen. 6 Nieuwe media. Leren om te gaan met computers, zoals tekstverwerken en het opzoeken van informatie. 2.3.1. Ontheffing van de lessen. Tenzij nadrukkelijk door het bestuur toegestaan, worden door de leerlingen alle lessen gevolgd. 3. We willen een fijne school zijn. 3.1 De sfeer op school We streven ernaar de kinderen zich thuis te laten voelen op school. Alleen dan ontwikkelt een kind zich het beste. We zorgen voor een ongedwongen sfeer. Er is veel aandacht voor gedragsregels. We hebben respect voor elkaar en we gaan zuinig met de spullen van onszelf en van de ander om. Deze zaken staan bij ons hoog in het vaandel.
17
Gedragsregels moeten gerespecteerd worden. Bij overtreding wordt over het waarom van de regel gepraat. Het begrijpen van de regel staat voorop, niet de regel zelf. Het kind draagt dan ook een eigen verantwoordelijkheid. Om u inzicht te geven welke regels wij hanteren, worden ze hierna weergegeven: 3.2 Schoolregels Plein Als je alleen of met een groepje speelt zorg je dat je andere kinderen niet hindert, geef elkaar de ruimte. Balspelen mogen alleen gedaan worden als er toestemming voor gegeven is. Je houdt rekening met de jongere kinderen in wat je doet of wat je zegt. Pesten is niet toegestaan. Elkaar uitschelden is niet toegestaan. Vloeken of grof taalgebruik is niet toegestaan. Vechten is verboden. Bij ruzie ga je naar de pleinwacht. Als anderen ruzie hebben ga je dat niet aanmoedigen door geroep of gejoel. Je mag niet fietsen op het plein. De fietsen worden netjes gestald op de daarvoor bestemde plaats. Je mag niet gooien met voorwerpen zoals stenen, takken, enz. Je mag geen dingen meenemen die je onderweg op straat gevonden hebt. In de pauze blijf je op het plein Kinderen van groep 3 t/m 8 komen niet op het kleuterplein. Als de bel klinkt ga je op de vaste klassenplaats staan en wacht je tot de meester of juf je toestemming geeft om naar binnen te gaan. Gangen Bij het naar binnen en naar buiten gaan loop je rustig zonder duwen en trekken. Op de gangen wordt niet gerend. Jassen, tassen, e.d. worden netjes opgehangen. Je mag niet skeeleren in de gangen, je trekt de skeelers direct bij binnenkomst uit. Klaslokalen en andere onderwijsruimten Ieder zorgt ervoor dat het klaslokaal er netjes uitziet: Tafels en stoelen staan ordelijk. Bij het verlaten van de klas staat de stoel
18
aangeschoven aan tafel , aan het eind van de dag op de tafel. Papier, schriften, scharen, mappen,verfschorten, fruittassen en andere dagelijks te gebruiken spullen hebben een vaste plaats. Deze plaats dient netjes te zijn. Vensterbanken worden niet gebruikt om schriften of andere schoolspullen op te leggen. Papiertjes e.d. worden in de papier of afvalbak gegooid De klassenbibliotheek is ordelijk en wordt regelmatig gecontroleerd De spullen liggen netjes in het vak Het vak wordt wekelijks opgeruimd. De kasten zijn netjes en opgeruimd. Bij conflicten of meningsverschillen wordt de leerkracht gewaarschuwd. Voor spreken, luisteren, naar de wc gaan, enz. gelden de regels van leerkracht. Deze regels worden aan de leerlingen kenbaar gemaakt en zo nodig herhaald.
Op onze school leren kinderen niet alleen iets, ze ontwikkelen er ook hun persoonlijkheid door zelfvertrouwen op te bouwen en zelfkennis te verwerven. Ze leren om te gaan met elkaar, verdraagzaam te zijn en kennis op te doen van andere culturen en andere opvattingen. We proberen dit te bereiken door kringgesprekken, gezamenlijke vieringen en gerichte projecten. Als uw kind niet graag naar school gaat, willen we graag met u praten om er achter te komen wat de reden daarvan is. Misschien kunnen wij op school maatregelen treffen ter verbetering. Graag naar school gaan is de basis van al het leren. We willen pesten heel graag bestrijden. Niet altijd weten we als school dat een kind gepest wordt. Soms gebeurt dat alleen na schooltijd. Daarom vragen we zodra u merkt dat uw kind gepest wordt, dit aan ons door te geven. Als school werken we met een pestprotocol.
3.3. Contactpersoon bij moeilijkheden. Op school zijn er contactpersonen aangesteld die u kunt benaderen als er sprake is van seksuele intimidatie, discriminerend gedrag, agressie, geweld en pesten. Als u hierover vragen heeft, kunt u bij hen terecht. Zij helpen uw kind en u verder. Hoe de school dient te handelen bij de genoemde onderwerpen staat uitgebreid beschreven in een aantal stappenplannen van het Veiligheidsbeleid van onze schoolvereniging. (zie ook 8.4) De contactpersoon is Theo Cleveringa. Buiten de school kunt u voor deze problemen terecht bij een vertrouwenspersoon. Hiervoor is aangesteld Mevr. E. Brandsen tel: 06-33141362 e-mail:
[email protected]
4. Verschillen tussen leerlingen.
19
Kinderen zijn nieuwsgierig en willen steeds iets nieuws leren. Alle kinderen verdienen aandacht en zorg, maar zeker de leerlingen die moeite hebben met het leren of die juist erg goed zijn. Wie moeite heeft met een bepaald onderdeel krijgt extra hulp en extra oefenstof. Wie goed kan leren krijgt extra uitdagende opdrachten. We willen gericht aandacht geven aan drie soorten leerlingen in een groep: de meerpresteerders, de leerlingen die zonder veel moeite zich de leerstof eigen maken en de leerlingen die extra zorg en begeleiding nodig hebben. De leerkrachten geven de leerstof die bij uw kind past. Hierbij wordt rekening gehouden de individuele behoeften van kinderen. We willen we zoveel mogelijk passend onderwijs aan de kinderen bieden. Om zoveel mogelijk passend onderwijs te kunnen bieden, is het voorwaarde dat de kinderen goed zelfstandig kunnen werken. We werken sinds enkele jaren met dag- en weektaken. Dit houdt in dat kinderen geleerd hebben een bepaalde tijd zelfstandig werken a.d.h.v. een kaart met taken. De tijd die de leerkracht hiermee overhoudt, wordt gebruikt om individuele kinderen extra aandacht te geven.
4.1 Meer handen in de klas Er zijn leerkrachten en stagiaires die ingezet worden om extra ondersteuning te bieden in de groep, zo heb je dus meer handen in de klas. In het kader van Passend Onderwijs zal de extra ondersteuning belangrijker zijn. Als leerkrachten zullen we de extra hulp meer binnen de groep bieden. 4.2
Leerlingen van een andere school
Wanneer leerlingen van een andere basisschool bij ons op school komen krijgen ze de ruimte om aan de nieuwe situatie te wennen. We bestuderen het onderwijskundig rapport van de vorige school, aangevuld met eigen toetsen, bepalen we het niveau van het kind en zetten we, indien nodig, gerichte hulp in. Het kan ook gebeuren dat er een kind uit het Speciaal onderwijs bij ons op school (terug-) geplaatst wordt. 4.3
Onderwijs aan anderstalige Kinderen
Op onze school zitten een aantal anderstalige kinderen. Wanneer deze kinderen zich aanmelden krijgen ze eerst hulp dat gericht is op gewenning en het aanleren van woorden die nodig zijn om je te redden op school en thuis. In de onderbouw wordt extra taalonderwijs gegeven aan kinderen die dit nodig hebben. 4.4
Hulp aan individuele leerlingen.
20
Het komt voor dat een leerling de leerstof niet goed opgenomen heeft of dat het tempo te hoog ligt. De capaciteiten van alle leerlingen zijn immers verschillend. Dat betekent dat een leerkracht goed moet kunnen omgaan met de verschillen in de groep. Hiervoor worden voortdurend alle leerkrachten geschoold. Met name is de aandacht gericht op het helpen van individuele kinderen, zo nodig met behulp van een eigen leerweg voor een bepaald leergebied. Voor alle leerlingen schrijft de leerkracht een groepsplan . In het groepsplan staat wat het gesignaleerde probleem is en welke hulp de leerkracht zal geven om het probleem op te lossen. Dit plan wordt elke 8 weken geevalueerd. Er wordt dan gekeken of het groepsplan geholpen heeft of niet. Naar aanleiding van de evaluatie wordt beslist of de hulp voortgezet wordt of wordt stopgezet. U, als ouder, houden we u op de hoogte wat voor hulp we geven, want wellicht kunt u thuis ook meehelpen. We doen er alles aan om de leerling zo snel mogelijk weer op het goede spoor te krijgen. Om de hulp te organiseren en te begeleiden is Heleen Akkerman als Interne Begeleider (I.B-er) werkzaam. Zij heeft overleg met de leerkrachten over de leerlingen en over de hulp die nodig is. Als u als ouder problemen over uw kind wilt bespreken, doet u dat in eerste instantie met de groepsleerkracht. Hij of zij maakt het kind de hele dag mee en heeft een goede kijk op de ontwikkeling van het kind in de groep. Daarnaast kunt u Heleen Akkerman daarover aanspreken. Soms is een onderzoek noodzakelijk om meer zicht te krijgen op de dieperliggende oorzaken van het niet goed ontwikkelen van een kind. Voor de groepsleerkracht kan dan de vraag beantwoord worden: “Op welke wijze kan ik deze leerling zo goed mogelijk helpen?” 4.5.1
Het dyslexie-volgdocument
Als kinderen veel moeite hebben met lezen en/of spelling kan er sprake zijn van dyslexie. Kinderen met dyslexie hebben er recht op dat hun probleem wordt erkend. Een problematische leesen/of spellingontwikkeling moet zo vroeg mogelijk worden onderkend . Vanaf groep 4 kan er een onderzoek worden gedaan. Om kinderen, waarvan een vermoeden is van dyslexie goed te volgen, worden de lees- en spellingsontwikkelingen van risicoleerlingen gevolgd. Met behulp van de gegevens van school kan er een aanvullend onderzoek worden verricht. De dyslexie verklaring is voor de verdere schoolloopbaan van de leerling in het vervolgonderwijs van groot belang.
4.5.2
Behandeling van dyslexie
21
Kinderen met ernstige dyslexie kunnen daarvoor behandeld worden. In het kantoor van Schoolvereniging Rehoboth aan de Vlaak is een ruimte om kinderen met dyslexie te helpen. Daar is een deskundige die de dyslexiebehandeling geeft.
4.6 Begeleiding (hoog)begaafde leerlingen Ook leerlingen die extra goed kunnen leren, krijgen speciale aandacht op school. Binnen de methodes is extra oefenstof aangegeven die deze leerlingen kunnen maken. Bovendien gebruiken we voor deze leerlingen speciale leerstof waaraan ze zelfstandig mogen werken. Een groep leerkrachten van schoolvereniging Rehoboth heeft zich geschoold in hulp aan kinderen die meer aankunnen. Er is een beleidsplan hoogbegaafdheid vastgesteld. Dit beleidsplan helpt ons om planmatig te werken met onze meerpresteerders. In groep 1,2,3,5 en 7 nemen we de Sidi af. Dit is een signalerings protocol voor meer en hoogbegaafde leerlingen. De scholen van schoolvereniging Rehoboth beschikken over een plus-klas met leerlingen uit groep 4 t/m8 van verschillende scholen. Deze groep wordt geleid door Margreet de Boer en Gonda Hamersma (leerkrachten van de Frits Bodeschool). 4.7
Een jaar overdoen en aangepaste programma’s
Af en toe komen we tot de conclusie dat alle extra inzet onvoldoende effect heeft gehad. We kunnen dan in samenspraak met de ouders het besluit nemen om het kind een jaar te laten overdoen. Dit gebeurt vooral als een kind op alle punten - ook lichamelijk en emotioneel - achterblijft bij de meeste klasgenootjes. We proberen het besluit dat een kind blijft zitten zoveel mogelijk samen met de ouders te nemen. Mocht er verschil van inzicht zijn met de ouders dan neemt de school de eindbeslissing over het wel of niet bevorderen van het kind. Soms komt het voor dat we de afspraak maken dat een kind voor een bepaald vak met een aangepast programma gaat werken. Zo’n leerling haalt op dat gebied niet het eindniveau van de basisschool, maar we stellen het aangepast programma (ontwikkelingsperspectief) zo op dat er aansluiting is bij het vervolgonderwijs. Om de zorgvuldigheid wat betreft zittenblijven te waarborgen is er een protocol opgesteld. Dit protocol is ter inzage op school aanwezig.
22
4.8
Verwijzen naar een andere school voor basisonderwijs
Soms heeft een kind extra hulp nodig die de school niet kan bieden. Het kan zijn dat een andere school binnen de vereniging de ondersteuning wel kan bieden. De school zal de ouders dan adviseren hun kind over te plaatsen. Dit gaat via de zogenaamde smalle commissie. Samen met de scholen en u als ouders zal de smalle commissie op zoek gaan naar de juiste plek voor uw kind op Urk. Wanneer een plaatsing buiten Urk noodzakelijk is wordt de Toewijzingscommissie (TC) ingeschakeld. Dit vraagt van de school zorgvuldige communicatie met ouders. Ouders en leerkrachten zoeken samen naar het beste voor het kind. Wanneer ouders zich niet kunnen vinden in het advies, hebben school en ouders de mogelijkheid de kwestie voor te leggen aan de toewijzingscommissie van het Samenwerkingsverband. Daarnaast hebben ouders de mogelijkheid om gebruik te maken van onderwijsconsulenten en de klachtenregeling. Plaatsing op een speciale (basis) school buiten Urk is in principe voor twee jaar. Daarna gaan de kinderen weer terug naar hun oude basisschool. Via terugkomdagen, nieuwsbrieven, overleg met de intern begeleider en tijdens bijzondere festiviteiten houdt het kind een warme band met beide scholen. De eigenlijke (‘oude’) basisschool van het kind kan zich gedurende die twee jaar voorbereiden op de terugkomst van het kind. Ook hierin speelt een goede samenwerking tussen beide scholen en de ouders een belangrijke rol. In uitzonderlijke gevallen en, wederom in goed overleg met de ouders, kan de plaatsing op de speciale (basis)school verlengd worden.
Het postadres van de commissie is: Postbus 61, 8321 AB Urk.
23
5 Kwaliteitsverbetering. Op een aantal manieren werken we aan kwaliteitsverbetering en onderhouding van ons onderwijs. Het werken met goede methoden en bekwaam personeel, het consequent volgen van de resultaten van de leerlingen en het verder ontwikkelen van het onderwijs met behulp van het schooljaarplan zijn daarvan belangrijke onderdelen. 5.1 Kwaliteitsverbetering door goede methoden. In onze school geven we les met behulp van moderne lesmethoden. Bij het kiezen van lesboeken en ander materiaal stellen we ons de vraag: Kunnen kinderen goed leren met behulp van deze methoden en ziet het materiaal er aantrekkelijk uit? Er zijn kinderen die extra - wat moeilijker - werk aan kunnen en kinderen die veel extra oefenstof nodig hebben. We letten er bij de aanschaf van methoden op of er voor beide groepen voldoende leerstof in de methode zit. Verder kijken we of de methoden voldoen aan de kerndoelen die de overheid ons stelt. Ook kijken we steeds of de methode past binnen een christelijke school en verantwoorde leerstof biedt.
5.2.
Kwaliteitsverbetering dankzij goed personeel.
Nog belangrijker dan de methoden die een school gebruikt, zijn de mensen die er werken. Aan hen heeft u uw kind toevertrouwd. Zij zorgen ervoor dat de materialen en de lesboeken zinvol gebruikt worden. De leerkrachten besteden veel tijd aan samenwerking en overleg. De maatschappij verandert voortdurend en dus ook het onderwijs. Nieuwe ontwikkelingen volgen we op de voet. Daarom zijn er elk schooljaar regelmatig vergaderingen voor de leerkrachten waarin onderwijskundige zaken besproken worden. Rehoboth academie We vinden het belangrijk dat de personeelsleden van onze school regelmatig worden bijgeschoold. De Rehoboth Academie zal verschillende scholingsactivitieten organiseren om deze ontwikkeling te voeden en te stimuleren. In het kader van passend onderwijs gaan ook dit jaar weer leerkrachten van onze school op studiereis naar Finland. Naast vakbekwaamheid vinden we identiteit een belangrijk aspect van goed gekwalificeerd personeel. Heel belangrijk is dat nieuw personeel past binnen de christelijk identiteit, de sfeer en de werkwijze van de school. In sollicitatiegesprekken praten we hierover en proberen samen met de sollicitant hierover een zo duidelijk mogelijk beeld te scheppen.
24
5.3.
Kwaliteitsverbetering door een leerlingvolgsysteem.
Een derde manier om de kwaliteit van het onderwijs te bewaken en verder te verhogen is het werken met toetsen. Om onze leerlingen acht jaar lang zo goed mogelijk te kunnen volgen in hun ontwikkeling maken we gebruik van een leerlingvolgsysteem. Het systeem levert waardevolle aanvullende informatie op over een leerling. Het laat zien hoeveel een kind in een bepaalde periode heeft bijgeleerd. Op het rapport kunt u dat niet zien. Een zeven in januari en een zeven in juni zeggen niets over de feitelijke vooruitgang. In de groep worden de resultaten bijgehouden in een leerlingendossier. Daarnaast worden op gezette tijden landelijke toetsen afgenomen. Deze toetsen worden afgenomen bij een grote groep leerlingen verspreid over het hele land. Daardoor is het mogelijk de vorderingen van uw kind te vergelijken met leeftijdgenoten in ons land. De vakken rekenen, lezen en taal worden op verschillende onderdelen getoetst. De resultaten van de toetsen worden besproken met directie, leerkrachten en intern begeleider. Na het eerste rapport wordt u uitgenodigd voor een 10-minutengesprek waarin u de resultaten van deze toetsen wordt getoond. Bij het rapport worden deze resultaten toegevoegd. Als het resultaat van de toetsen niet zo is als wij verwachten, betekent dat misschien wel dat we conclusies moeten trekken uit onze manier van lesgeven. Het kan zijn dat we delen van het onderwijsproces moeten verbeteren. Het leerlingvolgsysteem biedt ons een overzicht van leerlingen die extra hulp nodig hebben. Niet alleen op leergebied maar ook in hun sociaal-emotionele ontwikkeling. Daarnaast houdt iedere leerkracht in zijn groep de resultaten bij van de verschillende vakken en vult op gezette tijden het leerlingendossier in. We werken met een digitaal leerlingendossier: Parnassys. Alle toetsgegevens, gespreksverslagen, overlegmomenten etc. worden centraal opgeslagen. Zo hebben we alle gegevens over een leerling bij elkaar. Dit dossier is verenigingsbreed ingevoerd.
25
5.3.1 Team coördinator Een teamcoördinator is een leerkracht met een speciale functie binnen het team. Willeke van Boven vervult deze functie. Zij zorgt samen met de directie voor het aansturen van het team op het gebied van onderwijs en organisatie. Samen met het MT overlegt de teamcoördinator de gang van zaken rond verbetering van het onderwijs bij ons op school.
5.4. Kwaliteitsverbetering dankzij het schooljaarplan. Elk voorjaar wordt er een schooljaarplan opgesteld. In dit plan staat beschreven welke onderwijskundige zaken de aandacht krijgen in het betreffende cursusjaar. De plannen worden besproken in de medezeggenschapsraad. Het jaarplan is bij de directie in te zien. Vaak wordt er meer dan een jaar aan de realisering van de plannen gewerkt, ze gaan dan gewoon door naar het volgende cursusjaar. De plannen voor komende cursus kunt u lezen in de jaarplannen. Kwaliteitsverbetering dankzij goed personeel.
5.5
De leertijd
Om te zorgen dat er zo weinig mogelijk leertijd van de leerling verloren gaat zijn er een aantal maatregelen genomen en regels opgesteld: - Het belsignaal voor beginnen en eindigen is automatisch gemaakt. - De kinderen stellen zich voor het naar binnen gaan (bij het eerste belsignaal) op in een rij, de leerkracht haalt de leerlingen op. - De les begint direct na het tweede belsignaal. - De leerkracht zorgt ervoor dat de leswisselingen snel en ordelijk verlopen. - De leerkracht zorgt dat de leerlingen direct kunnen beginnen (materiaal, regels, lesvoorbereiding, enz).
26
5.6 Kwaliteitsonderzoek Om de vier jaar moet er een nieuw schoolplan opgesteld worden. In dat plan geef je als school aan welke doelen je wil verwezenlijken in die periode Om te weten te komen welke zaken aan de orde moeten komen ga je als directie en team de school doorlichten. Wij kunnen dat doen aan de hand van de kwaliteitskaarten van Bos. Deze kaarten bevatten een groot aantal vragen over het didactisch handelen (hoe wil je onderwijs geven), het pedagogisch klimaat, de leertijd, het schoolklimaat, zorg en begeleiding e.a. Als er vragen laag scoren is dat een teken dat daar nog aan gewerkt moet worden. Je kunt het verbeteren van dat punt dan als doel opnemen in het schoolplan. Naast deze kaarten van Bos krijg je ook informatie vanuit de gehouden team- en bouwvergaderingen (wat vinden de teamleden belangrijke punten om aan te werken) en uit het leerlingvolgsysteem (zijn de leerling-resultaten van de diverse vakgebieden allemaal goed of moet iets extra aandacht krijgen). Ook ouders en leerlingen kunnen verbeterpunten inbrengen. Wij beschikken daartoe over een tevredenheidonderzoek onder de ouders en leerlingen van groep 7 en 8. Het schoolplan moet rekening houden met de kerndoelen primair onderwijs. De overheid stelt bepaalde kwaliteitseisen aan het onderwijs. Daartoe stelt zij een aantal kerndoelen op waaraan het gegeven onderwijs van een school moet voldoen. Bij eigentijds onderwijs horen kerndoelen die aansluiten op de ontwikkelingen in onze samenleving. Daarom worden de kerndoelen van tijd tot tijd aangepast. Dat is in 2006 gebeurt, de oude 115 kerndoelen zijn teruggebracht naar 58. In de maanden april/mei 2015 hebben we een nieuw schoolplan opgesteld voor de jaren 2015-2019. Hierin zijn de plannen voor de komende jaren verwoord. 6 Het VVE-beleid: De activiteiten en de doelen zijn verwoord in het opgestelde VVE-beleid van onze vereniging Rehoboth Het taalplan is eventueel in te zien op school. Hieronder noemen we in het kort de taalstimuleringsactiviteiten: - Uitvoeren van taalactiviteiten in kleine kring in de kleutergroepen - Leren inpassen van de tussendoelen Nederlands in het dagelijkse onderwijs - Taalonderwijs aan anderstaligen - Woordenschatontwikkeling - Leesbevordering - Uitlenen van prentenboeken
27
7.
Het voortgezet onderwijs.
Welk onderwijs na de basisschool het meest geschikt is voor uw kind hangt af van verschillende factoren. De meest in het oog springende zijn: interesse, motivatie, doorzettingsvermogen en aanleg. Met onderwijs op maat proberen we het maximale uit ieder kind te halen en er zo voor te zorgen dat uw kind in de meest geschikte vorm van voortgezet onderwijs terechtkomt en op die school goed mee kan komen. De specifieke voorbereiding op het voortgezet onderwijs gebeurt in groep 8. De leerlingen krijgen van de leerkrachten informatie over de verschillende mogelijkheden die er zijn en ze bezoeken een aantal scholen. Voor de ouders is er in januari een algemene informatiebijeenkomst. In februari worden het advies van de school opgesteld en met u besproken. Aan het begin van elk jaar hebben bijna alle scholen van voortgezet onderwijs open avonden die u samen met uw kind kunt gaan bezoeken. In maart moet u uw kind bij een school aanmelden (via ons). Van ieder kind wordt een onderwijskundig rapport opgemaakt om gegevens over te dragen naar het voortgezet onderwijs. Indien van toepassing wordt ook het dyslexie-volgdocument over gedragen. 7.1.
Belangrijke punten bij de schoolkeuze.
De schoolkeuze voortgezet onderwijs is onder andere afhankelijk van de volgende elementen: het advies van de school en de uitslagen van de Schooleindtoets. Advies van de school Het advies van de directeur en de groepsleerkracht zijn belangrijk bij een schoolkeuze. Ze hebben meestal een goed inzicht in de mogelijkheden waarover een kind beschikt. Daarbij zijn niet alleen de leerprestaties belangrijk, maar ook gegevens over de belangstelling van het kind, de zin in studeren, de wil om zich ergens voor in te zetten en de behoefte aan hobby’s en vrije tijd. Cito eindtoets en Nio Wij vinden het belangrijk dat de kinderen zich ontwikkelen. Deze ontwikkeling is breder dan alleen de toets resultaten. Veel zaken zijn niet of moeilijk te meten. Denk hierbij aan enthousiasme, behulpzaamheid, vriendelijkheid. Ook zijn wij van mening dat we als ouders en school samen verantwoordelijk zijn voor dat wat uw kind uiteindelijk leert op school. We stimuleren en begeleiden de kinderen, maar zijn er daarbij van overtuigd dat prestaties niet het belangrijkste zijn. Of voor een kind na de basisschool een bepaalde schoolsoort haalbaar is, hangt ook van de aard en aanleg van het kind af. M.a.w. de capaciteiten van een kind, de thuissituatie en de kwaliteit van het onderwijs op de basisschool grijpen in elkaar en bepalen samen de resultaten en doorstroom naar het vervolgonderwijs. Via de rapporten en de resultaten van de toetsen (CITO-leerlingvolgsysteem) houden we u op de hoogte van de ontwikkeling van uw kind in de afgelopen periode.
28
Met ingang van het schooljaar 2014-2015 wordt op onze school de Cito Eindtoets afgenomen. Centraal Nederland neemt de NIO af. Niet alleen de kennis wordt gemeten, maar ook de intelligentie. Deze twee worden met elkaar vergeleken en we stellen ons de vraag of we uit de kinderen halen wat er in zit. Ook de inspectie van het onderwijs bepaald o.a. op deze manier of we als school voldoende kwaliteit leveren. In onderstaande tabel kunt u de resultaten zien van de afgelopen vijf jaren. 2010-2011
2011-2012
2012-2-13
2013-2014
2014- 2015
schoolvorderingen
107.6
104.4
104.7
105.9
528.1
intelligentie
106.2
100.5
101.8
101.7
90.2
afwijkingsscore
-0.17
+0.27
-0.19
+0.32
Toelichting: Een afwijkingsscore tussen -0,5 en 0,5 betekent de resultaten overeenkomen met dat wat je op basis van de intelligentie mag verwachten. Een afwijkingsscore onder de -0,5 betekent dat de resultaten lager zijn dan dat wat je op grond van de intelligentie van de kinderen mag verwachten. Een afwijkingsscore van + 0,5 betekent dat er meer uit de resultaten hoger zijn dan dat wat je op grond van de intelligentie van de kinderen mag verwachten . O.a. op grond van bovenstaande gegevens wordt er verwezen naar het Voortgezet onderwijs. De afgelopen 5 jaar waren de verwijzingen als volgt: 2010
2011
2012
2013
2014
2015
HAVO/VWO
21
13
13
10
13
4
VMBO Theoretische leerweg
11
7
8
9
8
4
VMBO: kaderberoepsgerichte leerweg
1
8
9
3
7
10
VMBO: basisberoepsgerichte leerweg
0
1
2
1
3
6
Totaal
36
31
32
27
31
24
Met de scholen van het voortgezet onderwijs bestaat een goed contact. Ze houden de basisscholen gedurende de brugklasperiode en daarna op de hoogte van de resultaten van de schoolverlaters.
29
8. Ouders Een goed contact tussen school en thuis is heel belangrijk. We informeren u niet alleen over alle belangrijke gebeurtenissen op school, maar ook over het wel en wee van uw kind. Wij van onze kant stellen het op prijs als u ons van belangrijke gebeurtenissen thuis op de hoogte houdt. Een goede samenwerking tussen school en thuis bevordert het welbevinden van een kind, dat staat vast. 8.1
Informatie aan ouders
Nieuwsbrief. Periodiek ontvangt u de nieuwsbrief per email. Hierin is nieuws over personeel, leerling-activiteiten, nieuwe ontwikkelingen rond de school en belangrijke data opgenomen. We proberen alle informatie in het ouderbulletin te verwerken, zodat u verder geen aparte brieven krijgt. Website Al enkele jaren heeft onze school een eigen website. Daarop vindt u allerlei algemene informatie omtrent onze school maar ook de actuele zaken die op dat moment spelen. Bijvoorbeeld een excursie van de kleuters, een verslag van een toernooi, een lopend project, enz. Vaak zijn de actuele zaken voorzien van foto’s. Op het ogenblik heeft de site de volgende rubrieken: Schoolgids, klassennieuws, nieuwsbrief, personeel, klassenkrant, vakanties, agenda en contact. Het is de moeite waard om de site regelmatig te bezoeken. Het adres is: gvp.rehoboth.nu U kunt ook de website van onze schoolvereniging bezoeken. Het adres daarvan is: www.rehoboth.nu Inloopochtend Eind september en in mei houden wij een inloopochtend, u krijgt dan de gelegenheid mee te kijken in de klassen. Tijdens de inloop van september krijgt u informatie over het aankomende schooljaar. Ouderbezoeken De leerkrachten van onze school brengen voor de kerstvakantie een bezoek bij u thuis. Wanneer de groep groot is, kan de leerkracht een deel van de ouders op school uitnodigen. De ouders van groep 8 worden in verband met de advisering voor het voortgezet onderwijs thuis bezocht. Na de NIO is er een adviesgesprek over de schoolkeuze, dat vindt plaats op school. 10-minutengesprekken Na het eerste rapport, eind januari, wordt u als ouder(s) uitgenodigd voor een 10-minutengesprek. In principe voeren we een mild cijferbeleid. We geven geen zware onvoldoendes op het rapport maar ook geen extreem hoge cijfers. Uw kind krijgt tweemaal per jaar een rapport: eind januari en voor de zomervakantie. Het laatste rapport bespreken we alleen met u als er bijzonderheden zijn. Voor de vakken taal, lezen, schrijven en rekenen krijgen de kinderen een cijfer. Bij de wereldoriënterende en expressievakken waarderen we naast de prestatie ook de inzet met goed, voldoende, matig of onvoldoende. Natuurlijk hebben we ook aandacht voor de motivatie, de concentratie, werkhouding en de sociale omgang.
30
Gesprek met directie De directie heeft geen officieel spreekuur. U kunt hen altijd aanspreken. Als het nodig is, maken we een afspraak met u. 8.2
Tussenschoolse opvang
Het is voor de ouders een wettelijke mogelijkheid (Art.45 ) hun kind(-eren) tussen de middag op school te laten overblijven. Daarvoor is een regeling opgesteld. Deze is voorgelegd aan de (G)MR, die deze akkoord heeft bevonden. Deze regeling is op school verkrijgbaar. Aan de overblijfmogelijkheid zijn kosten voor de ouders verbonden: bij incidenteel gebruik maken van het overblijven is het € 2,50 per keer. Een kleinestrippenkaart kost € 25, - voor 10 x overblijven. De kaart is maximaal 1 jaar geldig vanaf afgifte. Een grote strippenkaart kost € 60,- voor 24x overblijven. De begintijd van overblijven op onze school is 12.15 uur De eindtijd van het overblijven is op onze school is 13.30 uur. Om alles betreffende de tussenschoolse opvang goed te laten verlopen is een reglement opgesteld. Dit reglement is op school verkrijgbaar. Op onze school worden de kinderen opgevangen door Elisabeth van Eunen. 8.3
Aanspreekpersoon
Bij onvoorziene omstandigheden (een ongelukje, een middag die uitvalt door te hoge temperaturen e.d) willen wij graag de ouders daar over berichten. De praktijk leert echter dat lang niet altijd de ouders op tijd bereikbaar zijn (door werk, boodschappen doen enz.). Vooral ten aanzien van de jongere kinderen is dat niet plezierig. We zouden het daarom prettig vinden dat wij en uw kind een tweede aanspreekpunt hebben. Dat kan bijv. een oudere broer of zus, een bessien, een buurvrouw, e.a. zijn. Voor de kleutergroepen kunt u aan het begin van het nieuwe cursusjaar een tweede aanspreekpersoon aangeven bij de leerkracht.
8.4
Klachtenregeling.
Er kan iets gebeuren waarover je een klacht wilt indienen. Dat kan. Of het nu om leerlingen gaat, om hun ouders, om leerkrachten, om bestuursleden of om vrijwilligers, al degenen die bij de school betrokken zijn, hebben de mogelijkheid om een klacht in te dienen over iets waar zij het niet mee eens zijn. Klachten kunnen gaan over onderwijskundige zaken, bv. over de begeleiding van leerlingen, toepassing van strafmaatregelen of de inrichting van de school- organisatie. Klachten kunnen ook gaan over seksuele intimidatie, discriminerend gedrag, agressie, geweld en pesten.
31
Natuurlijk kunnen de meeste problemen en klachten door de school zelf worden opgelost. De directeur (en evt. ook de contactpersoon) heeft hier een taak in. Wanneer het probleem echter niet opgelost kan worden of als het om een ernstig probleem gaat, kan contact worden opgenomen met de vertrouwenspersoon van de school, evt. na doorverwijzing van de contactpersoon op school. De vertrouwenspersoon zal samen met u zoeken naar de juiste oplossingen en proberen te bemiddelen in het probleem. Mocht dit niet lukken dan heeft u als klager het recht om een klacht in te dienen bij de klachten commissie. De vertrouwenspersoon kan u zo nodig hierbij ondersteunen. Gaat de klacht over mogelijke strafbare feiten dan kan de vertrouwenspersoon helpen bij het doen van aangifte bij de politie of justitie. Belangrijk te weten is dat de vertrouwenspersoon onafhankelijk is en niet in dienst staat van de school, maar als onderwijsadviseur bij onderwijsadviesbureau Centraal Nederland. De contactpersoon staat wel in dienst van de school en is het eerste aanspreekpunt bij klachten, kan informatie geven over de mogelijk te volgen procedures binnen en buiten de school en verwijst door naar de vertrouwenspersoon. De contactpersoon zal daarnaast binnen de school actief bezig zijn met activiteiten op het gebied van preventie van machtsmisbruik en voor lichting over de klachtenregeling. Een belangrijk deel van de taken van de vertrouwenspersoon en de contactpersoon liggen in de preventieve sfeer. Samen werken aan veiligheid op scholen voor leerlingen, leerkrachten, ouders en andere betrokkenen. De contactpersonen komen daartoe een aantal keren per jaar bij elkaar. Schoolvereniging Rehoboth heeft zich aangesloten bij de Landelijke Klachten Commissie voor het Christelijk Onderwijs, Postbus 82324, 2508EH Den Haag, tel: 070-3861697. De klachten regeling is in te zien op school. Contactpersoon op school is: Theo Cleveringa. Vertrouwenspersoon van de vereniging: Mevr. E. Brandsen Tel: 06-33141362 e-mail:
[email protected] 8.5
Ouders helpen op school.
Gelukkig zijn heel veel ouders op vele manieren actief op school. Een moderne basisschool kan eenvoudigweg niet zonder hulp van de ouders. Niet alleen in de medezeggenschapsraad zijn ouders actief, maar ook bij veel activiteiten onder en na schooltijd zijn ouders actief. Daarbij geldt dat steeds de leerkracht verantwoordelijk blijft. Een paar voorbeelden: - hulp bij crea - hulp bij het lezen, - hulp bij spelletjes in de kleutergroepen - hulp op de computer - hulp bij pleinactiviteiten
32
- hulp bij de voorlezen
- begeleiden van groepjes kinderen bij uitstapjes
8.6. De medezeggenschapsraad. Voor leerkrachten als werknemer is een goede rechtspositie belangrijk. Ouders zijn gebaat bij goed onderwijs en een prettig opvoedingsklimaat. Om een school goed te laten functioneren is het belangrijk tegemoet te komen aan deze belangen. Daarom heeft de school een medezeggenschapsraad die het overleg tussen beide groepen regelt. De taken en bevoegdheden van de medezeggenschapsraad zijn nauwkeurig omschreven in het reglement. De medezeggenschapsraad op onze school bestaat uit 4 leden. Twee leden worden gekozen uit en door de ouders, twee leden worden gekozen uit en door het personeel van de school. Elk jaar treedt een gedeelte van de raad af volgens een rooster van aftreden en worden nieuwe verkiezingen uitgeschreven. De medezeggenschapsraad bestaat uit de volgende ouders: Trea Koffeman, De Noord 43 Wouter Rustenburg, De Noord 51 Namens het personeel hebben zitting in de medezeggenschapsraad: Marina Zwaan Miranda van Maanen De vereniging Rehoboth heeft ook een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) waar men onderwerpen bespreekt die voor alle medezeggenschapsraden van de afzonderlijke scholen van het bestuur van belang zijn. Het spreekt vanzelf dat ook de bevoegdheden van de GMR nauwkeurig in een reglement zijn vastgelegd. Zowel medezeggenschapsraad als GMR zijn bevoegd om voorstellen te doen, standpunten kenbaar te maken, adviezen te geven, instemming te verlenen of zich te onthouden van voorstellen van het bestuur. In de GMR wordt de school vertegenwoordigd door twee MR-leden: Marina Zwaan en Tine Marie Molenaar. Het beleid van een school vormgeven en uitvoeren is steeds meer een taak van ouders, leerkrachten, directie en bestuur samen. Alle onderwerpen die op school van belang zijn, komen in de medezeggenschapsraad aan bod. Mocht u een bepaald onderwerp graag behandeld zien, dan kunt u dat via de medezeggenschapsraad aankaarten.
33
8.7
Ouderbijdrage.
Van de ouders wordt een vrijwillige bijdrage gevraagd om activiteiten/materialen te bekostigen waar we van de overheid geen vergoeding voor krijgen. Uit de ouderbijdrage worden activiteiten als de Sinterklaas- en kerstvieringen, de museumbezoeken, de uitgave van de schoolkrant, de sportdag betaald. Ook de typecursus die de kinderen van groep 6 volgen wordt uit de ouderbijdrage betaald. De hoogte van de vrijwillige ouderbijdrage is € 13,50 voor het eerste en tweede kind. Voor het derde kind betaalt u € 7,00. Wanneer u meer dan 2 schoolgaande kinderen heeft, is het maximum dat u aan schoolgeld betaalt € 34,00. Het geld wordt via een acceptgiro geïnd. Het bestuur geeft jaarlijks een verantwoording af aan de ouders over de besteding van de ouderbijdrage. 9
De leerlingen
Het komende cursusjaar zal de school aan het eind waarschijnlijk bezocht worden door 256 leerlingen. We beginnen in augustus met 231 leerlingen maar door tussentijdse opname van een aantal leerlingen van groep 1 groeien we naar 255. De leerlingen worden als volgt over de groepen verdeeld. Groep 1/2a Groep 1/2b Groep 1/2c Groep 3 Groep 3/4
groeit naar 25 groeit naar 26 groeit naar 25 25 19
Groep 4 Groep 5 Groep 6 Groep 7 Groep 8
24 leerlingen 26 leerlingen 29 leerlingen 23 leerlingen 31 leerlingen
Leerlingenaantal van de laatste cursusjaren 2006-2007 2007-2008 2008-2009 2009-2010 2010-2011
255 246 251 248 251
34
2011-2012 2012-2013 2013-2014 2014-2015
9.1
252 256 253 252
Instroom nieuwe leerlingen
Kinderen die vier jaar zijn geworden kunnen elke maand op een bepaalde datum instromen. De opnamedata zijn voor onze school: 17 augustus 5 janauari 29 september 23 februari 27 oktober 29 maart 24 november 26 april Om te wennen aan school kunt u de eerste weken in overleg met de leerkracht afspraken maken of uw kind hele of halve dagen komt. Wanneer het aantal aanmeldingen groter is dan de school redelijkerwijs kan plaatsen, kan er een tijdelijke leerlingenstop worden ingesteld. In dat geval kan (tijdelijke) plaatsing op een buurschool uitkomst bieden. Voor de planning van de scholen is het van groot belang om tijdig aan te melden (half januari). 9.2
Regels voor toelating
Toelating Om als leerling tot de school te worden toegelaten, moet het kind de leeftijd van 4 jaar hebben bereikt. De leerlingen nemen deel aan alle volgens het school(werk)plan en het activiteitenplan voor hen bestemde activiteiten. Het bestuur van onze schoolvereniging maakt gebruik van de wettelijke mogelijkheid tot het stellen van schoolgrenzen. Dit betekent dat in principe onze school alleen leerlingen opneemt die binnen de voor ons vastgestelde schoolgrenzen wonen. De beslissing over toelating berust bij het bestuur van de christelijke schoolvereniging Rehoboth.
35
9.3
Passend onderwijs
Passend onderwijs is onderwijs dat voldoet aan de onderwijsbehoeften van alle kinderen. Mede vanuit onze christelijke identiteit willen we kinderen dat geven wat ze nodig hebben om tot ontwikkeling te komen. Daarom biedt onze schoolvereniging een dekkend netwerk van onderwijsvoorzieningen, opgedeeld in vier niveaus. Niveau 1: scholen bieden brede basisondersteuning Niveau 2a: scholen hebben een extra ondersteuningsaanbod Niveau 2b: De Brede Zorgschool Niveau 3: De speciale basisschool Niveau 4: De scholen voor speciaal onderwijs Op de site van schoolvereniging Rehoboth is meer te lezen over de verschillende niveaus op andere scholen. Bij ons op school bieden wij ondersteuning op niveau 1. Dit betekent dat het onderwijs op de Groen van Prinstererschool geschikt is voor de gemiddelde leerling. Wij bieden tot op een bepaald niveau ondersteuning aan kinderen met extra onderwijsbehoeften. Denk hierbij aan: Leerproblemen (zoals dyslexie en dyscalculie, meer- of minderbegaafd) Gedragsproblemen Medische problemen Op school is er samenwerking met lokale instellingen, fysiotherapie en logopedie. Wij werken ‘preventief, handelingsgericht en opbrengstgericht’ . Als school hebben wij het accent gelegd op de taalontwikkeling en ontwikkelingsgericht onderwijs. Kinderen met spraak/taalproblemen of een taalachterstand krijgen vanaf groep 1 extra ondersteuning. In de onderbouw wordt zoveel mogelijk ondersteuning gegeven door middel van spel. Hierbij wordt veel aandacht besteed aan de woordenschatontwikkeling. Bij de extra ondersteuning wordt zoveel mogelijk samengewerkt met ouders en logopedist. Verder wordt er in alle groepen gewerkt met de methodiek van José Schraven. Binnen een uitdagende speelleeromgeving worden betekenisvolle activiteiten aangeboden. Als een kind in aanmerking komt voor extra ondersteuning die de school niet kan bieden, maar die wel voorhanden is op een andere school, zal de school de ouders adviseren hun kind over te plaatsen. Dit gaat via de zogenaamde smalle commissie. Dit vraagt om zorgvuldige communicatie met de ouders. Ouders en leerkrachten willen het beste voor het kind. Wij willen u als ouders vanaf het begin van een ondersteuningstraject nauw betrekken bij de voortgang en bij de voorliggende keuzes .
9.4
Schorsing / Verwijdering
Evenals bij toelating berust de beslissing over verwijdering van een leerling bij het bestuur van de christelijke schoolvereniging Rehoboth. Voordat tot verwijdering wordt besloten hoort het bevoegd gezag de groepsleraar. De ouders worden schriftelijk, met redenen omkleed, op de hoogte gebracht van het besluit tot verwijdering. Voordat tot verwijdering wordt overgegaan, worden eerst de ouders gehoord.
36
9.5
Zieke leerlingen
Wanneer een leerling ziek is, moet dit direct bij de school gemeld worden. Indien een leerling langere tijd niet naar school kan komen, gaan we samen met de ouders/verzorgers bekijken hoe we het onderwijs, rekening houdend met de ziekte, kunnen voortzetten. Hierbij kunnen we gebruik maken van de deskundigheid van een consulent onderwijsondersteuning zieke leerlingen. Voor leerlingen opgenomen in een academisch ziekenhuis zijn dat de consulenten van de educatieve voorziening. Het is onze wettelijke plicht om voor elke leerling, ook als hij/zij ziek is, te zorgen voor goed onderwijs. Daarnaast vinden wij het minstens zo belangrijk dat de leerling in deze situatie contact blijft houden met klasgenoten en de leerkracht. De leerling moet weten en ervaren dat hij/zij ook bij ziekte meetelt en erbij hoort. Doorgang van het onderwijs, aangepast aan de problematiek, is belangrijk om leerachterstanden te voorkomen en sociale contacten zo goed mogelijk in stand te houden. Wilt u meer weten over onderwijs aan zieke kinderen dan kunt u informatie vragen aan onze IB-er Heleen Akkerman.
10
Personeel.
In de school werken 21 personeelsleden, waarvan 1 personeelslid een volledige baan heeft en 20 een deeltijdbaan hebben of een aantal uren per week gebruik maakt van het BAPO-verlof. We streven er naar om niet meer dan twee leerkrachten voor de groep te zetten. 10.1
Taakverdeling.
Hieronder leest u op welke wijze de taken op school verdeeld zijn en wanneer een leerkracht op school aanwezig is. Wie
Taken
A Muis W. van Boven
Directeur Team coördinator Lestaak groep 3/4 Lestaak groep 5 Lestaak groep 7 Administratie Lestaak groep 8 Lestaak groep
H. Romkes
M Zwaan
H. Verhoeff
Lestaak groep 8
Werkdagen ma di X X X X*
woe X X*
do X X
vr
X
X
X X X X
X
X
37
T. Cleveringa I.Kramer J. den Engelse A.Buys T.Ras M.Kooijker S van Ittersum W.Dam M. van Maanen I.den Engelse I.Herder
Ondersteuning groep 8 Lestaak groep 7 Lestaak groep 5 Lestaak groep 6 Lestaak groep 4 Lestaak groep 4 Lestaak groep 3/4 Lestaak groep 1/2 Lestaak groep 1/2 Lestaak groep 1/2 Lestaak groep 1/2 Lestaak groep 3
M.Snoek Lestaak groep 1/2 W.Bakker Lestaak groep 1/2 V.Hoekstra Lestaak groep 3 M. Pasterkamp Klassenassistente G. Arkema Klassenassistente H.Hooikammer IB taken X* = Woensdag om de week
11.
X* X X X
X X X X X
X X
X X
X X X X X* X* X* X*
X
X
X
X
X X
X
X
X
X
X
X X X
X X X
X X X
X X X
X
X
X
X
X X X X
X
Roosterzaken. 11.1
Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag
Schooltijden. 08.45 – 12.15 uur 08.45 – 12.15 uur 08.45 – 12.30 uur 08.45 – 12.15 uur 08.45 – 12.30 uur
13.45 – 15.45 uur 13.45 – 15.45 uur 13.45 – 15.45 uur
Om de lessen op tijd te laten beginnen gaat de schoolbel 5 minuten voor aanvang van de eerste lessen. We bellen dus ‘s morgens om 8.40 uur en ‘s middags om 13.40 uur Jaarlijks staan op het activiteitenplan 10-15 uur meer aangegeven. Deze zgn. marge-uren zijn bestemd voor studiedagen, tropenrooster, een calamiteit o.i.d. 11.2.
Pauze.
De pauze is dagelijks van 10.30 tot 10.45 uur. Met uw hulp willen we graag het ingezette beleid van de afgelopen cursusjaren voortzetten. Het meebrengen van snoep, chips e.d. is verboden en we hebben de afspraak gemaakt wat wel meegenomen mag worden voor de pauze. Dat zijn dan:
38
-
fruit drinken, het liefst in een goed afgesloten beker of flesje koek, rijstwafel, cake, boterham….. stukje worst of kaas
Onze ervaring is dat bovenstaande regels snel vergeten worden. We zullen de kinderen er enkele keren per jaar weer aan herinneren.
11.3.
Vakanties.
Vakantie Herfstvakantie Kerstvakantie Biddag Voorjaarsvakantie Goede Vrijdag, Pasen Meivakantie Pinksteren (ma) Zomervakantie 11.4.
datum 19 t/m 23 oktober 21 december 2015 t/m 1 januari 2016 10 februari 2016 29 t/m 4 maart 2016 25 maart t/m 28 maart 2016 25 april t/m 6 mei 2016 16 mei 2016 18 juli t/m 26 augustus 2016
Schoolverzuim en lesuitval.
Wanneer uw kind om een of andere reden de school niet kan bezoeken, dient u dit (telefonisch) door te geven aan de school. Onwettig schoolverzuim moet door de directie worden doorgegeven aan de gemeente. 11.5.
Vrij vragen.
Voor het vrij vragen voor vakanties is door de rijksoverheid een nieuwe regeling gemaakt. De directies zijn gehouden deze nieuwe regeling te volgen. In het kort komt het hierop neer: 1.Het verlof moet minstens 2 maanden van tevoren worden aangevraagd. Het daarvoor benodigde formulier kunt u bij de directeur verkrijgen. 2.Dit formulier wordt naar de leerplichtambtenaar van de gemeente gezonden. 3.In overleg met meerdere betrokkenen (nog andere scholen bijv.) wordt een beslissing genomen. 4.U wordt van de beslissing op de hoogte gesteld. Er moet een naar waarheid ingevulde werkgeversverklaring worden overlegd, waaruit blijkt dat door de specifieke aard van het beroep geen vakantie mogelijk is tijdens de schoolvakanties. Aan het verlof zijn ook nog een paar voorwaarden verbonden.
39
1.Er kan slechts eenmaal per schooljaar met een maximum van 10 dagen verlof worden aangevraagd. 2.Het verlof mag niet in de eerste 2 weken van het nieuwe schooljaar vallen.
Verdere gegevens over de verlofregeling zijn te lezen in een folder, uitgegeven en verkrijgbaar bij de gemeente.
We proberen lesuitval zoveel mogelijk tegen te gaan. Bij ziekte van een personeelslid proberen we zoveel mogelijk een vervanger te vinden. Om continuïteit in de lessen te houden onderbreken we deze in een jaar niet al te vaak door projecten, bezoeken e.d. Ook gaan we tandartsbezoek onder schooltijd zoveel mogelijk tegen.
11.6 Bewegingsonderwijs Groep 1 en 2. Als de groep naar het speellokaal gaat om te gymmen, wordt de bovenkleding uitgedaan. Dit is prettiger voor de kinderen, omdat ze anders te snel gaan transpireren. Als u voor uw kind gymschoentjes aanschaft, koopt u dan schoenen zonder veters, bijv. boot- of balletschoenen of gewone gymschoenen waar u de veters uithaalt en voorziet van elastiek. Het gymrooster van groep 3 t/m 8 ziet er als volgt uit: Gymzaal De Noord Groep
Dag
Tijd
Groep
Dag
tijd
3/4
dinsdag
13.45-14.25 uur
3/4
vrijdag
9.30-10.10 uur
40
4 3
dinsdag dinsdag
14.25-15.05 uur 15.05-15.45 uur
4 3 5
vrijdag vrijdag vrijdag
10.10-10.50 uur 10.50-11.30 uur 11.30-12.30 uur
Gymzaal De Schelp Groep 6 7 8
Dag vrijdag dinsdag vrijdag
Tijd 09.30-11.00 uur 13.45-14.45 uur 11.00-12.30 uur
zaal 3 3 3
Kleding voor de gymles: korte broek of een gympakje en gymschoenen. Uit hygiënisch oogpunt is het niet verstandig om op blote voeten te gymmen. De leerlingen die in de Schelp gymmen gaan daar op de fiets naar toe. Het is handig de naam van uw kind in de gymschoen te zetten en de gymkleding ook van een labeltje met naam te voorzien. Elke keer staan we weer verbaasd hoeveel kleren weg raken of ergens liggen te zwerven. Het is verstandig zo vlug mogelijk te reageren als u kleding van uw kind mist. Dit geldt ook voor de gewone kleding. Als u een jas, sjaal e.a. mist, loop dan na schooltijd de school eens binnen. Er blijft namelijk veel achter op de kapstok. De kinderen weten vaak na een paar weken al niet meer welke kleren van hen zijn. Bij de hoofdingang is een doos waar de gevonden voorwerpen bewaard worden.
12. GGD. Centrum voor Jeugd en gezin Sinds enige tijd kunnen ouders met al hun vragen over opvoeding en opgroeien van hun kinderen voortaan terecht bij het Centrum voor Jeugd en Gezin in Urk. Het CJG geeft kosteloos advies over het opgroeien en opvoeden van kinderen in alle leeftijden. Als het nodig is, helpt het CJG bij het zoeken naar mensen of instanties die u en uw kind(eren) verder kunnen helpen. U kunt er met alle vragen over kinderen en opvoeding terecht. Centrum Jeugd en Gezin Urk Gezondheidscentrum Het Dok Vlechttuinen 1h 8322 BA Urk 0527-636637
41
12.1.
Logopedie.
Alle leerlingen worden op vier en een half jarige leerftijd onderzocht door de logopedist. Op grond van het screeningsresultaat kan logopedische behandeling volgen. De volgende punten zijn daarbij van belang: - de logopediste is één keer per veertien dagen op school. - afhankelijk van de ernst van de stoornis kan verwijzing naar de particuliere logopedist plaatsvinden. De behandeling kan in overleg met ouders plaats vinden op school. - de nadruk komt te liggen op kortdurende behandeling. - als uitzondering op deze regel gelden de taalbehandelingen. Voor vragen over logopedie of een gesprek over kinderen uit een andere groep dan groep 2, kunt u dit via de school aan de logopediste, Mevr. Jeanine Huisman-Selles laten weten. Ze is ook via GGD Flevoland te bereiken. (tel 616666)
12.2.
Schoolonderzoeken. (Medisch)
Het eerste onderzoek is voor alle kleuters van groep 2. Kleuters waarvan u denkt dat een onderzoek op jongere leeftijd noodzakelijk is, kunt u in overleg met de verpleegkundige van de GGD opgeven voor onderzoek. Het tweede onderzoek vindt plaats in groep 7. Het laatste is een preventief gezondheidsonderzoek.
13.
Schoolactiviteiten.
13.1
Vieringen, projecten en feesten
Kerst- en Paasviering De laatste dag voor de kerst- en paasvakantie wordt in groepsverband aandacht besteed aan de viering van Kerst, resp. Pasen. Het Kerstfeest vieren gezamenlijk met alle groepen in een kerkgebouw. Hemelvaart en Pinksteren krijgen hun aandacht binnen de Bijbelse Geschiedenislessen. Projecten. Eén keer in de twee jaar wordt een week of een gedeelte van een week besteed aan het werken aan een project. Daarbij is het mogelijk dat iedere groep een eigen project kiest ofwel dat alle groepen werken aan een schoolproject. Verjaardag De verjaardag van de groepsleerkracht wordt in groepsverband gevierd.
42
Schoolfeest/ Schoolreis groep 1 en 2. Aan het einde van het schooljaar wordt er voor de leerlingen van groep 1 en 2 een schoolreisje gehouden. Er wordt een niet te lange reis gemaakt, met auto’s van ouders, naar een kinderboerderij of een eenvoudige speeltuin. St. Nicolaas. Het Sinterklaasfeest wordt in alle groepen gehouden. In de groepen 1 t/m 4 komt Sinterklaas de cadeautjes brengen. De groepen 5 t/m 8 geven elkaar cadeautjes d.m.v. lootjes trekken. 13.2.
Reizen en excursies.
De groepen 3 t/m 7 hebben elk jaar een schoolreis. In het kader van wereldoriëntatie kunnen er gedurende het schooljaar excursies plaatsvinden naar musea, een boerderij, de bakker e.d. De leerlingen van groep 8 gaan aan het einde van het schooljaar op kamp naar Giethoorn.
Regels vervoer van kinderen met personenauto’s. Wij zijn als school verantwoordelijk voor veilig vervoer, dus verwachten we ook van de ouders dat ze de kinderen in gordels en volgens de regels vervoeren. Wij zijn als school verzekerd voor ongevallen tijdens excursies (zie 14.1)
13.3.
Sportdagen.
Wedstrijden. In mei vinden de sportwedstrijden plaats van de vereniging Rehoboth: a. voetbal voor de jongens b. grenswerpbal voor de meisjes
13.4
Beleid t.a.v. de privacy van de leerlingen
Op school vinden allerlei activiteiten plaats. Het kan zijn dat daarbij foto of filmopnames gemaakt worden. De filmopnames hebben vaak een onderwijskundig doel. Ze worden bijvoorbeeld door de IB-er gebruikt om samen met de leerkracht het verloop van een les te bespreken. Deze opnames worden uitsluitend intern gebruikt en niet aan derden verstrekt. Foto’s worden vaak gemaakt als er bijzondere activiteiten plaatsvinden. Er is bijvoorbeeld een leuk project in een groep gedaan of leerlingen maken een excursie e.d. Deze foto’s kunnen in een
43
klassenkrant, in de schoolgids of op onze website geplaatst worden. We gaan er van uit dat u als ouders geen bezwaar heeft tegen publicatie. Mocht u wel bezwaar hebben, dan dient u dat aan de school schriftelijk kenbaar te maken.
14.
Van alles wat.
14.1.
Verzekering
De school heeft een verzekeringspakket afgesloten, bestaande uit een ongevallenverzekering en een aansprakelijkheidsverzekering. Op grond van de ongevallenverzekering zijn alle betrokkenen bij schoolactiviteiten (leerlingen, personeel, vrijwilligers) verzekerd. De verzekering geeft recht op een (beperkte) uitkering als een ongeval tot blijvende invaliditeit leidt. Ook zijn de geneeskundige en tandheelkundige kosten gedeeltelijk meeverzekerd, voor zover de eigen verzekering van betrokkene geen dekking biedt (bijvoorbeeld door eigen risico). Materiële schade (kapotte bril, fiets etc.) valt niet onder de dekking. De aansprakelijkheidsverzekering biedt zowel de school zelf als zij die voor de school actief zijn (bestuursleden, personeel, vrijwilligers) dekking tegen schadeclaims als gevolg van onrechtmatig handelen. Wij attenderen u in dat verband op twee aspecten, die vaak aanleiding zijn tot misverstand. Ten eerste is de school of het schoolbestuur niet (zonder meer) aansprakelijk voor alles wat tijdens de schooluren en buitenschoolse activiteiten gebeurt. Wanneer dit wel het geval zou zijn, zou alle schade die in schoolverband ontstaat door de school moeten worden vergoed. Deze opvatting leeft wel bij veel mensen, maar is gebaseerd op een misverstand. De school heeft pas een schadevergoedingsplicht wanneer er sprake is van een verwijtbare fout. De school (of zij die voor de school optreden) moeten dus tekort zijn geschoten in hun rechtsplicht. Het is mogelijk dat er schade wordt geleden, zonder dat er sprake is van enige onrechtmatigheid, bijvoorbeeld tijdens de gymnastiekles een bal tegen een bril. Die schade valt niet onder de aansprakelijkheidsverzekering, en wordt (dan ook) niet door de school vergoed. Ten tweede is de school niet aansprakelijk voor (schade door) onrechtmatig gedrag van leerlingen. Leerlingen (of als ze jonger zijn dan 14 jaar, hun ouders) zijn primair zelf verantwoordelijk voor hun doen en laten. Een leerling die tijdens de schooluren of tijdens andere door de school georganiseerde activiteiten door onrechtmatig handelen schade veroorzaakt, is daar dus in de eerste plaats zelf (of de ouders) verantwoordelijk voor. Het is dus van belang dat ouders/verzorgers zelf een particuliere aansprakelijkheidsverzekering afsluiten.
44
14.2
Veiligheidsplan
Een school en de directe omgeving dient een veilige plek te zijn voor leerlingen, ouders, personeel en gasten. Om die veiligheid te kunnen bieden hanteert onze schoolvereniging een veiligheidsplan. Daarin worden tal van zaken betreffende veiligheid beschreven met protocollen die vertellen hoe er gehandeld moet worden als de veiligheid in het geding is. Enkele onderwerpen uit het plan zijn bijvoorbeeld Brandveiligheid, Ontruiming, Agressie Seksuele intimidatie en Ziekteverzuim. Het plan is eventueel op school in te zien. 14.3
Agressie, Geweld en Seksuele intimidatie
De directie van de school probeert agressie, geweld en seksuele intimidatie tegen te gaan door te zorgen voor goede arbeidsomstandigheden, een prettig sociaal klimaat, een gepaste wijze van leidinggeven en voldoende aandacht voor het individuele personeelslid, leerling en ouder. Het personeelslid draagt bij tot preventie agressie, geweld en seksuele intimidatie door problemen te onderkennen en te bespreken. Personeel en ouders worden door de directie geïnformeerd over het beleidsplan, protocollen e.d. Het beleidsplan bestaat uit drie onderdelen: Preventief beleid, ter voorkoming van incidenten. Curatief beleid, ter voorkoming van verdere escalatie in geval van incidenten. Registratie en evaluatie.
14.4
Zending en goede doelen.
Elke maandagmorgen is er gelegenheid om geld mee te brengen voor zending of een spaardoel van de school. De groepen 1 en 2 sparen voor de Hernhutter Zending in Suriname. De groepen 3 t/m 8 brengen geld bij elkaar voor het werk van het Interkerkelijk Stichting Ethiopië Eritrea te Urk. De hulp richt zich m.n. op de zorg voor weeskinderen in Ethiopië.
45
Het geld behoeft niet altijd van vader en moeder afkomstig te zijn, de leerlingen kunnen ook wel eens iets van zichzelf geven: een deel van hun zakgeld of snoepgeld bijv. Eenmaal per jaar houden wij ook een actie voor een goed doel, dit is in de plaats gekomen van Uniecollecte. Afgelopen schooljaar hebben we actie gevoerd voor een school in Ethiopië. 14.5
Sponsoring
Met betrekking tot sponsoring van de school heeft het bestuur een beleidsstuk opgesteld. In dit beleidsstuk worden de uitgangspunten en criteria beschreven, waaraan eventuele sponsoring moet voldoen. Kortweg komt het erop neer dat sponsoring nooit strijdig mag zijn met de christelijke, pedagogische en onderwijskundige uitgangspunten van de school. Sponsoring mag niet de inhoud van het onderwijs beïnvloeden en is bedoeld om de extra aanschaf van dingen mogelijk te maken: bijvoorbeeld boeken, shirtjes voor sportwedstrijden, een computer, een speeltoestel. Verder geldt nog dat de medezeggenschapsraad van de school moet instemmen met de sponsoring. Van de sponsoractiviteiten moet de school verslag doen in het jaarverslag van de school. Ouders hebben het recht over de gekozen sponsoractiviteiten een klacht in te dienen. Op school kunt u meer informatie krijgen over sponsoring en de klachtenregeling. 14.6
Kleurplaat.
Bij bepaalde gelegenheden mogen de kleuters voor moeder, vader, opa en oma een kleurplaat maken. Wilt u dan wel even een briefje meegeven aan uw kind.
14.7 Gebruik van fietsen Op de dagen dat de bovenbouwgroepen gym hebben, mogen de leerlingen uit deze groepen met de fiets naar school komen. Op de andere dagen mogen alleen de leerlingen die veraf wonen op de fiets komen. Anders staat het plein alle dagen vol met fietsen en dat geeft onnodige overlast. Met kinderen die veraf wonen bedoelen we in principe alleen kinderen van het gebied buiten de palen.
46
14.8 Adressen SCHOOLVERENIGING REHOBOTH Postbus 61 8320 AB Urk. Bestuursleden: M.i.v. 2012 is het bestuur een toezichthoudend bestuur geworden. Dit bestuur bestaat uit: Mevr. J.W. Bunschoten, voorzitter Dhr. L. Ras, secretaris Dhr. C. Keuter, penningmeester Mevr. I. den Jong Mevr. J. de Vries-Oost Dhr. P. de Boer Directeur bestuurders: Dhr. W.C. de Vries, 0527-2686974/0620594989/
[email protected] Dhr. E. Schouten, 0527-686973/0683215376/
[email protected] Op het kantoor aan Vlaak 14 is het bestuurskantoor gevestigd. Naast de heren de Vries en Schouten werken er parttime: Mevr. J. van Kassel, secretariaat 0527-687018 Dhr. A. Baarssen, staffunctionaris gebouwen en financiën 0527-686972
School: Groen van Prinstererschool Grote Fok 24 8321 VW Urk. Tel. (0527) - 686896 Fax (0527) - 686897 Postbus 188 8320 AD Urk e-mail:
[email protected]
47
15 Leerkrachten
Alette Muis Directeur
Willeke van Boven Team coordinator
0527-618259
Heleen Akkerman Intern begeleider Boslaan 9 7951CB Staphorst Telefoon: 06-20042343
Ineke den Engelse Leerkracht groep 1/2
Wendy Dam Leerkracht groep 1/2
Miranda van Maanen Leerkracht groep 1/2
Steenbankpad 16b 8309RD Tollebeek Telefoon: 0527-271349
Braspenning 2 8253BB Dronten Telefoon: 0321-310111
Uitenhage de Miststraat 26 8266CC Kampen Telefoon: 06-55791484
48
Ingrid Herder-Medemblik Leerkracht groep 3 Rozenburg 48 8302NL Emmeloord Telefoon: 0527- 698775
Vrouwke Kramer Leerkracht groep 3
Mient Kooijker Leerkracht groep 3
Valkenier 1 8309CZ Tollebeek Telefoon: 0527-852072
Gooilaan 17 8302MH Emmeloord Telefoon: 0527-615857
H.
Romkes Leerkracht groep 6 en 7 Sluisweg 10 8321DX Urk Telefoon: 0527-683903
49
Ingrid Kramer Leerkracht groep 5
Ada Buys Leerkracht groep 4
Tina Ras Leerkracht groep 4
Pinksterbloemstraat 2 8321 XE Urk Telefoon: 0527 240292
Pyramideweg 21 8321CH Urk Telefoon: 0527-683213
Robbenplaat 10 8321 PA Urk Telefoon: 0527 685306
Salome van Ittersum Leerkracht groep 1/2
Willemien Bakker Leerkracht groep 1/2
Jaap den Engelse Leerkracht groep 6
Drostenstraat 36 8271 TD IJsselmuiden 0681597150
Bergeend 5 8322CJ Urk Telefoon: 0527-684584
Steenbankpad 16b 8309RD Tollebeek Telefoon: 0527-271349
Theo Cleveringa Leerkracht groep 7
Henny Verhoeff Leerkracht groep 8
Marina Zwaan Leerkracht groep 3,8
Schroef 9
Hooiland 56
Lijkant 72
50
8322AN Urk Telefoon: 0527-683509
8321JX Urk Telefoon: 0527-683772
8321LH Urk Telefoon: 0527-684781
Marijke Snoek Leerkracht groep 1/2
Maria Pasterkamp Onderwijs assistent Haagwinde 14 8322 CE Urk
Geppie Arkema Ramswelle 2 8321 SK Urk Onderwijs assistent
51