Gladheidsbestrijdingsplan Ommen
Beleidsplan voor de bestrijding van wintergladheid in Ommen voor de periode 2011 t/m 2015
Versie
1.02
Status
Definitief
Datum
24 november 2010
Gemeente Ommen
Documentnummer
Afdeling Openbare Werken
7624\2
Dienstverlening Ommen Open, Frontoffice
PMO 2 - Plan van Aanpak Pagina 2 van 33
Inhoudsopgave Inhoudsopgave
3
1
Inleiding
4
2
Relevante aspecten en bepalingen bij gladheidsbestrijding
5
2.1
Algemeen
5
2.2
Juridische aspecten
5
2.3
Arbo-aspecten
6
2.4
Milieuaspecten
7
2.5
Risico inventarisatie en evaluatie
7
2.6
Integrale visie
8
2.7
Strooimethodiek en signaleringsmethode
9
2.8
Communicatie gladheidsbestrijding
10
3
Bestaande situatie gladheidsbestrijding Ommen
11
3.1
Locatiespecifieke omstandigheden
11
3.2
Organisatie gladheidsbestrijding.
11
4
Beleidsplan gladheidsbestrijding
15
4.1
Inleiding
15
4.2
Keuzes gladheidsbestrijding
15
4.3
Prioriteiten gladheidsbestrijding – Toepassing integrale visie
17
4.4
Kostenraming gladheidsbestrijding
20
Bijlage 1: Prioriteitentabel gladheidsbestrijding Ommen
21
Bijlage 2: Stratenoverzicht strooiroutes seizoen 2010-2011
25
Bijlage 3: Handleiding consignatiedienst voor gladheidsbestrijding, september 2010
29
Bijlage 4: Communicatietabel gladheidsbestrijding Ommen
31
Gladheidsbestrijdingsplan
Periode 2011-2015 Pagina 3 van 33
1
Inleiding De wintergladheidsbestrijding staat in Nederland al jaren op een hoog niveau. Door gebruik te maken van moderne weerstations, meteorologische modellen, geavanceerde strooimachines en effectieve dooimiddelen weten veel wegbeheerders tijdens winterse omstandigheden voor een veilige weg te zorgen. En dat op een kosteneffectieve en milieuvriendelijke manier. De eisen die de samenleving stelt aan gladheidsbestrijding worden echter steeds hoger. Veiligheid, doorstroming en bereikbaarheid moeten ook onder winterse omstandigheden op peil worden gehouden. Een andere ontwikkeling is de verdergaande juridificering van de maatschappij waardoor wegbeheerders vaker aansprakelijk worden gesteld voor gebreken aan de weg. Daarnaast is er een sterk groeiende maatschappelijke vraag naar uniformiteit in strooibeleid van de verschillende wegbeheerders en een toenemende behoefte aan samenwerking tussen wegbeheerders onderling. Al deze ontwikkelingen zijn aanleiding geweest voor de gezamenlijke wegbeheerders in Overijssel om te werken aan een integrale visie op gladheidsbestrijding. Vanuit de samenwerking is duidelijk dat het strooibeleid van Ommen goed geregeld is maar nog niet helder is omschreven en vastgesteld. Met dit gladheidsbestrijdingsplan wil Ommen richting de weggebruiker, burger, samenwerkende overheden en instanties haar werkwijze vastleggen. Het opstellen van een beleidsplan gladheidsbestrijding is systematisch opgepakt. In onderstaand figuur is het proces schematisch weergegeven. Op basis van het wettelijke kader, de integrale visie en de bestaande Ommense situatie is het bestaande beleid geëvalueerd en zijn de knelpunten benoemd. Vanuit de bestaande situatie en ontwikkelingen
Gladheidsbestrijdingsplan
Periode 2011-2015 Pagina 4 van 33
2
Relevante aspecten en bepalingen bij gladheidsbestrijding
2.1
Algemeen Voor een gedegen aanpak van de gladheidsbestrijding is een beleidsplan onontbeerlijk. Bij het opstellen hiervan wordt een zorgvuldige afweging gemaakt tussen de wensen en behoeften van de weggebruiker en de (on)mogelijkheden van de inzet van mensen en middelen. Net als bij andere door de gemeente Ommen te leveren collectieve diensten, geldt dat de gemeente als aanbieder van deze dienst keuzes maakt over de inrichting van de dienst en de mate van service of de te leveren kwaliteit. De klant, in dit geval de weggebruiker, heeft hier slechts indirect invloed op. De wijze waarop ‘het product gladheidsbestrijding’ vorm krijgt, wordt met name bepaald door de wettelijke kaders waarbinnen het moet worden uitgevoerd. Zo is de zorgplicht van de gemeente Ommen voor het in goede en veilige staat laten verkeren van wegen vastgelegd in de Wegenwet. Bij invulling van deze taak heeft de gemeente ook te maken met arbotechnische aspecten en met consequenties voor het milieu als gevolg van het gebruik van dooimiddelen.
2.2
Juridische aspecten Schone stoep in de APV!
2.2.1
De verplichting van de wegbeheerder in
Wegenwet
het kader van de gladheidsbestrijding
De gemeente is als wegbeheerder op grond van artikel 15 e.v. van de Wegenwet verantwoordelijk voor het onderhoud van de weg. Als de gemeente niet voldoet aan deze verantwoordelijkheid, met schade bij weggebruikers als gevolg, kan hij voor de schade aansprakelijk worden gehouden. Waarbij uiteraard moet worden voldaan aan de voorwaarden voor aansprakelijkheidstelling.
strekt zich niet uit tot de stoep. Voldoende is in het algemeen dat de gladheid wordt bestreden op de rijbaan van wegen die in het
gladheidsbestrijdingsplan
zijn
opgenomen. Sommige gemeenten verplichten hun
De gemeente Ommen is dus niet zonder meer aansprakelijk voor ongevallen als gevolg van gladheid. Er dient ons een verwijt te treffen, waarvan de bewijslast in het beginsel bij de eisende partij ligt. Aangezien gladheid in een bepaald deel van het jaar is te voorzien, dient de gemeente aan te tonen dat op structurele wijze aan de zorgplicht is voldaan. In dit verband is het niet onbelangrijk dat wegbeheerders deskundig te achten overheden zijn. Vanuit de Wegenwet is daarom aan te bevelen om aansprakelijkheid bij ongevallen door gladheid te voorkomen door: een deugdelijk gladheidsbestrijdingsplan op te stellen met daarin een exacte opgave van routes en prioritering; een goede administratie bij te houden van gereden strooiroutes en tijden; bij prioritering op bijzondere risico’s te letten; een analyse van gladheidgevaarlijke weggedeelten te maken mede op basis van klachten en meldingen uit het verleden; de effectiviteit van strooiacties te controleren en de knelpunten vast te leggen; de voorlichting voor het publiek adequaat vorm te geven met behulp van bijvoorbeeld brochures, huis-aan-huisbladen en website.
burgers via de APV om de openbare stoep voor de woning vrij van sneeuw en ijs te houden. Alhoewel dergelijke verplichting een positief effect kan hebben, is een beroep op een dergelijke APV‐bepaling kansloos in een discussie met een weggebruiker
ter
weerlegging
van
aansprakelijkheid. Ook de praktische uitvoerbaarheid in de zin van toezicht en handhaving door het ambtelijk apparaat is lastig. De
wegbeheerder
mag
de
schoonhoudplicht opnemen in de APV. Het kan zelfs een positief effect hebben maar de wegbeheerder moet er niets van verwachten als hij aansprakelijkheid wil afwenden. Aansprakelijkheid kan alleen worden afgewend door gemotiveerd te stellen
dat
aan
de
gemeentelijke
zorgplicht is voldaan en dat de betreffende stoep niet onder ‘de rijbanen van de in het gladheidsbestrijdingsplan opgenomen wegen’valt.
Gladheidsbestrijdingsplan
Periode 2011-2015 Pagina 5 van 33
2.3
Arboaspecten Gladheidsbestrijding vindt vrijwel altijd plaats onder moeilijke omstandigheden voor het uitvoerend personeel van de gemeente Ommen. Er wordt gewerkt doorgaans in koude omstandigheden, vaak in de nachtelijke uren, op soms gladde wegen en met agressieve dooimiddelen. De kaders voor de inzet en arbeidsomstandigheden van het personeel zijn bepaald in de Arbeidstijdenwet en de Arbowet.
2.3.1
Arbeidstijdenwet, Arbeidstijdenbesluit, CARUWO De werkzaamheden in het kader van de gladheidsbestrijding hebben als kenmerk dat ze onregelmatig zijn, niet vooraf planbaar en vaak in de avond en nacht worden uitgevoerd. Chauffeurs en coördinatoren worden daarom in de winterperiode in consignatie ingezet. Zij dienen, behalve voor hun regulier werkzaamheden, ook beschikbaar te zijn voor werkzaamheden in het kader van de gladheidsbestrijding, als deze zich voordoen. Volgens de Arbeidstijdenwet gelden de volgende bepalingen bij gladheidsbestrijding: Periode
Maximum
NB:
Per dag
13 uur
Geldt alleen op dagen dat er consignatie is. Anders geldt het normale maximum van 12 uur per dag.
Per week
60 uur 55 uur
(Arbeidstijdenwet art. 5:9 lid 4)
Gemiddeld per week in elke periode van vier weken
Bij collectieve regeling kan dit worden opgerekt naar maximaal 60 uur. (Arbeidstijdenwet art. 5:7 lid 4)
Gemiddeld per week in elke periode van zestien weken
48 uur
Voor medewerkers die een periode van vier weken 16 keer ’s nachts tussen 00:00 uur en 06:00 uur consignatie hebben gelden strengere regels: maximaal 40 uur per week, of, maximaal 45 uur per week, als de medewerker na de consignatie of na de dienst die op de consignatie volgt, 8 uur onafgebroken rust heeft. (Arbeidstijdenwet art. 5:9 lid 5 en 6)
Tabel 1: Overzicht arbeidstijden consignatiedienst gemeenten
De werknemer mag dus maximaal 9 uur (en 1 maal per week 10 uur) worden ingeroosterd, en daarna nog 4 (resp. 3) uur arbeid verrichten in het kader van een consignatiedienst. Voor verdere informatie over de consignatiediensten voor gladheidsbestrijding wordt verwezen naar de ‘Handreiking consignatiediensten voor gladheidsbestrijding’ van september 2010 opgesteld door de VNG en van kracht per 1 oktober 2010 (zie bijlage 3).
2.3.2
Veiligheid De veiligheidsaspecten bij gladheidsbestrijding hebben betrekking op het gebruik van materiaal en materieel en op de uitvoering. Het afdelingshoofd draagt de verantwoordelijkheid voor de veiligheid van het personeel tijdens de uitvoering. De -
belangrijkste risicofactoren hebben betrekking op: het omgaan met dooimiddelen; het bedienen van en werken met gladheidsbestrijdingsmaterieel; onveilige situaties tijdens strooien (gladheid tijdens strooien en woonwerkverkeer).
Gladheidsbestrijdingsplan
Periode 2011-2015 Pagina 6 van 33
2.4
Milieuaspecten Bij de bestrijding van gladheid wordt gebruik gemaakt van dooimiddelen die een schadelijke invloed hebben op het leefmilieu. Een deel van het gebruikte dooimiddel komt direct door verwaaiing in de berm terecht. Indirect komt het middel, na afspoeling vanaf het wegdek, terecht in het oppervlakteof grondwater. Bomen en struiken kunnen worden aangetast door een te grote blootstelling aan dooimiddelen. De meest voor de hand liggende maatregel om milieuschade te beperken, is er voor te zorgen dat er zo min mogelijk dooimiddel in het milieu komt. De te kiezen strooimethodiek moet daarom ingericht zijn om beperkt en gericht te strooien met minimale doseringen.
2.5
Risico inventarisatie en evaluatie Het uitvoeren van een risicoinventarisatie is een hulpmiddel om vooraf na te denken over risico’s en mogelijke gevolgen. Onderstaande tabel geeft een risicoinventarisatie voor de Ommense situatie. Risico
Oorzaak
Maatregel
Wel/Niet strooien in hetzelfde
Afstemming met aangrenzende wegbeheerder
Verkeer Mogelijke plaatselijk glad wegdek
wegvak
Geografische omstandigheden
Signalering en alarmering uit laten gaan meest
Overgang in verhardingssoorten
Aanpassen beleid op basis van ervaringen
Verkeersintensiteiten
gevoelige locaties, Prioriteiten bijstellen Prioritering op basis van wegen categorisering verkeersstructuurplan Ommen
Onwetendheid weggebruiker
Voorlichting burgers strooibeleid
Tekort aan dooimiddel
Tijdig afroepen dooimiddel, Afstemmen voorraadbeheer, Garantieleverantie in aankoopcontract
Extreem langdurige wintergladheid
Inschakelen derden (personeel en/of materieel) Voorlichting weggebruiker gewijzigde/bijzondere situatie
Materieel Materieel niet inzetbaar
Storing
Preventief onderhoud, tijdige vervanging, degelijk
Beperkte inzetbaarheid
Obstakels, smal wegprofiel
Controle materieel bij aankoop, controle route buiten
Uitval
Ongeval
Veiligheidsuitrusting materieel
beheer, schouw buiten seizoen, keuring seizoen Rijvaardigheidstraining in winterse omstandigheden Wettelijke chauffeurstrainingen Personeel Gezondheid
Chemische samenstelling
Voorlichting, instructie gebruik van hulpmiddelen en
dooimiddelen
persoonlijke beschermingsmiddelen beschikbaar stellen
Beperkte inzetbaarheid
Extreem langdurige wintergladheid
Inschakelen derden (personeel en/of materieel) Voorlichting weggebruiker gewijzigde/bijzondere situatie
Uitval
Ongeval
Veiligheidsuitrusting materieel Rijvaardigheidstraining in winterse omstandigheden
Gladheidsmeldsysteem Geen meldingen
Storing GMS
Jaarlijkse controle buiten seizoen
Storing mobiele netwerken
Reserve‐nummer op vaste lijn
Storing telefoonlijnen
Preventief onderhoud GMS‐stations Digitale communicatiemiddelen (e‐mail, chatten)
Gladheidsbestrijdingsplan
Automatische controle
Periode 2011-2015 Pagina 7 van 33
Onjuiste gegevens
Beperkt aantal GMS‐stations
Falende GMS‐stations
Voldoende representatieve GSM stations Jaarlijkse controle buiten seizoen Preventief onderhoud GMS‐stations
Milieu Aantasting bermen en begroeiing
dooimiddelbelasting
Controle dosering en strooibreedte materieel Gebruik maken van natzoutmethode
2.6
Integrale visie Binnen de wettelijke kaders en de vele praktische randvoorwaarden hebben wegbeheerders door de jaren heen hun taken op het gebied van gladheidsbestrijding zeer verschillend ingevuld. Hierdoor was het beleid ten aanzien van de gladheidsbestrijding weinig uniform. Tegelijkertijd werd ingezien dat een samenhangende aanpak, zowel binnen het eigen beheergebied als de gebieden van aangrenzende wegbeheerders, van groot belang is. Allereerst voor de weggebruiker, die daardoor bij gladheid beter weet waar hij aan toe is. Maar ook voor de wegbeheerder, die daardoor efficiënter en effectiever kan opereren. Daarom is in de afgelopen jaren intensievere samenwerking met buurgemeenten, provincie Overijssel en Rijkswaterstaat tot stand gekomen. Dit heeft tesamen met de landelijke CROW-verband geleidt tot een integrale visie op gladheidsbestrijding.
2.6.1
Totstandkoming Integrale Visie Bij het formuleren van de visie is de klant, de weggebruiker, centraal gesteld. De verwachtingen die de weggebruiker van ‘het product gladheidsbestrijding’ redelijkerwijs mag hebben is hierin verwoord. De integrale visie kenmerkt zich door de volgende twee uitgangspunten: de veiligheid van de weggebruiker staat voorop; gladheidspreventie gaat, waar mogelijk, boven curatieve gladheidsbestrijding. De weggebruiker moet altijd weten wat hij kan verwachten als er kans bestaat op gladheid. Aan deze verwachting, die vooral afhankelijk is van het type weg en het type gladheid, moet in principe in Nederland op een zelfde wijze worden voldaan. Bij preventief bestrijden van gladheid wordt voorkomen dat het wegdek glad wordt. Hiermee wordt de verkeersveiligheid positief beïnvloed en wordt de beschikbaarheid van het wegennet gehandhaafd. De mogelijkheden om deze methodiek toe te passen zijn in de afgelopen jaren sterk vergroot doordat de kwaliteit en toegankelijkheid van hulpmiddelen als mobiele telefoons, gladheidsmeldsystemen, neerslagradars en meteo-informatie enorm is toegenomen. Behalve voor de veiligheid en de doorstroming biedt preventief strooien ook een meerwaarde wat betreft de mogelijkheden om de inzet van mensen en materieel te plannen. Daarnaast zijn de techniek en methoden voor preventief natstrooien verder ontwikkeld zodat per vierkante meter minder dooimiddel nodig is dan curatief droogzoutstrooien.
2.6.2
Uitwerking Integrale Visie Bij de totstandkoming van de integrale visie gladheidsbestrijding is als uitgangspunt gekozen dat voor elk te onderscheiden type weg in combinatie met een bepaald type gladheid een advies geldt voor de wijze van bestrijden en de responstijden waarin de werkzaamheden worden uitgevoerd. Deze wegen worden in eerste instantie, volgens de principes van Duurzaam Veilig, naar hun verkeersfunctie onderscheiden in: Stroomwegen (stromen); Gebiedsontsluitingswegen (stromen en uitwisselen); Erftoegangswegen (uitwisselen). Deze drie primaire wegcategorieën zijn onder verdeeld naar wegen binnen en buiten de bebouwde kom. Wegen kunnen naast hun verkeersfunctie ook een verblijfsfunctie hebben. Dit zijn veelal wegen in woongebieden. De weg is dan te beschouwen als een onderdeel van de openbare ruimte die voor tal
Gladheidsbestrijdingsplan
Periode 2011-2015 Pagina 8 van 33
van activiteiten gebruikt wordt. Binnen de openbare ruimte kunnen diverse gebieden onderscheiden worden die speciale aandacht vragen bij de gladheidsbestrijding. Dit zijn met name: vrijliggende fietspaden en fietsroutes met een verkeersfunctie; OV-routes en busbanen/busstroken; winkelgebieden; speciale bestemmingen zoals wegen en voetpaden naar openbare voorzieningen zoals politie, brandweer, polikliniek, gemeentehuis, bibliotheek, bejaardenhuis en scholen.
2.6.3
Soorten gladheid Om wintergladheid met succes te kunnen bestrijden is inzicht te hebben in de wijze waarop en de omstandigheden waaronder de wintergladheid kan ontstaan. Wintergladheid kan in veruit de meeste gevallen alleen ontstaan als gelijktijdig aan de volgende twee voorwaarden wordt voldaan: op het wegdek is enigerlei vorm van vocht aanwezig; de temperatuur van het wegdek ligt onder het vriespunt Er worden drie soorten wintergladheid onderscheiden: 1. gladheid door het bevriezen van natte weggedeelten. Gladheid door bevriezing treedt vaak op als in de winter in de middag of vroeg in de avond neerslag valt. 2. gladheid door condensatie. Vocht uit de lucht slaat geleidelijk neer op het wegdek en bevriest; 3. gladheid door neerslag. IJzel, sneeuw of hagel zijn de meest voorkomende vormen van neerslag die gladheid veroorzaken. Op basis van de verschillende wegcategorieën en soorten gladheid is de visie ten aanzien van gladheidsbestrijding uitgewerkt. In de tabellen van bijlage 1 is per wegcategorie en soort gladheid de voorkeur voor de wijze van gladheidsbestrijding aangegeven. Tevens is aangegeven met welke prioriteit de verschillende wegcategorieën behandeld dienen te worden.
2.7
Strooimethodiek en signaleringsmethode
2.7.1
Strooimethodiek Een onderscheid in de methodiek betreft het curatief of preventief bestrijden van de gladheid. Bij curatief bestrijden wordt pas gestrooid als de gladheid daadwerkelijk is opgestreden. Preventief bestrijden gebeurt op basis van gladheidsverwachtingen; er wordt gestrooid om gladheid te voorkomen. Bij de curatieve methode wordt pas na de eerste melding van gladheid gestrooid. De melding van de gladheid kan op verschillende manieren binnen komen. Door als gemeente zelf volgens vaste regelmaat buiten de wegen te schouwen, door melding van de politie of collega wegbeheerders. Bij de preventieve methode heeft de wegbeheerder de behoefte aan meteorologische prognose (een gladheidvoorspelling). Verschillende weerbureaus kunnen deze leveren per telefoon, fax, mail en/of internet. De bureaus maken specifieke gladheidsvoorspellingen die bruikbaar zijn voor de coördinator. Deze bepaalt op grond van deze informatie of en wanneer er gestrooid gaat worden.
2.7.2
Signaleringsmethode, bewaking en alarmering De techniek die gebruikt wordt voor het voorspellen van de gladheid wordt een gladheidsmeldsysteem (GMS) genoemd. Met behulp van dit systeem was het mogelijk optredende gladheid te detecteren en hierop de gladheid adequaat en locatiegericht te bestrijden. Inmiddels combineert het GMS meteorologische informatie met informatie over het wegdek en de omgevingfactoren van het wegdek. Na analyse van die informatie kan vandaag de dag een betrouwbare voorspelling worden gedaan over optredende gladheid. Rijkswegen en vrijwel alle provinciale wegen zijn inmiddels met dergelijke systemen toegerust. De sensoren van het GMSmeetstations meten verschillende waarden, zoals de temperatuur, de vochtigheid, het zoutgehalte
Gladheidsbestrijdingsplan
Periode 2011-2015 Pagina 9 van 33
op het wegdek en de temperatuur in de ondergrond. Het meetstation is toegerust met meetapparatuur ten behoeve van omgevingsfactoren als luchttemperatuur, relatieve luchtvochtigheid en neerslag. De via de sensoren en het meetstation verkregen meetwaarden worden verwerkt tot representatieve alarmeringsinformatie en via het telefoonnet doorgemeld aan een centrale unit op locatie bij de provincie Overijssel. Hier wordt ook de neerslagkans (regen of sneeuw) bij lage temperaturen (- 2 graden C) met behulp van radarbeelden automatisch bewaakt. Het GMS signaleert bij bevriezing van natte weggedeelten dat het wegdek nat is. Als de temperatuur langzaam daalt, wordt bij een vooraf ingestelde waarde een alarm gegenereerd dat via een semafoonuitsturing overgebracht wordt naar de coördinator gladheidsbestrijding van de Provincie Overijssel. Hierdoor is deze in staat om bijtijds tot een preventieve strooiactie over te gaan. Condensatie van vocht op het wegdek treedt op wanneer de wegdektemperatuur onder het dauwpunt daalt. Als de temperatuur van het wegdek zich onder het vriespunt bevindt, vindt een langzame doch continue toevoer van vocht naar het wegdek plaats. Dit wordt glad omdat het vocht neerslaat in de vorm van ijskristallen. Het GMS detecteert dit proces en genereert een alarm wanneer de kritische grenzen worden overschreden. Wanneer er neerslag valt bij wegdektemperaturen onder of rond het vriespunt genereert het GMS een alarm. Voor een preventieve gladheidsbestrijding bij neerslag zijn echter aanvullende hulpmiddelen nodig zoals een neerslagradar. Aan de hand van de neerslagradar kan vooraf worden bepaald of in een bepaald gebied neerslag zal vallen en op welk tijdstip dit zal gebeuren. Tijdens de wintermaanden bewaken gespecialiseerde meteorologen het mogelijke optreden van gladheid. Hiertoe volgen zij de actuele en verwachte weersomstandigheden en de toestand van de weg. Computermodellen en gladheidsmeldsystemen bieden hierbij essentiële ondersteuning. Het doel van gladheidbewaking is om, als de kans op gladheid groot is, wegbeheerders tijdig te waarschuwen zodat zij preventieve acties kunnen starten.
2.8
Communicatie gladheidsbestrijding Voor zowel betrokkenen van de gemeente Ommen als weggebruikers is het van belang dat informatie over gladheidsbestrijding tijdig en efficiënt wordt overgebracht. Intern dient het communicatietraject ten behoeve van de gladheidsbestrijding helder te zijn vastgelegd. Iedereen moet weten wat er in geval van gladheid van hem of haar wordt verwacht. Van de medewerker aan de omgevingsbalie tot de chauffeur op de strooiwagen. De coördinator fungeert hierbij als spin in het web. Hij is verantwoordelijk voor de uitvoering en onderhoudt de contacten met zowel het weerbureau, de wegbeheerders en de eigen medewerkers gladheidsbestrijding. Burgers en bedrijven binnen een beheergebied dienen te worden geïnformeerd over de wijze waarop de gladheid wordt bestreden. Hierbij gaat het primair om de situatie binnen het eigen beheergebied. Maar ook de wijze van werken in de aanliggende beheergebieden of van andere wegbeheerders is raadzaam om in de communicatie mee te nemen. De informatie die minimaal verstrekt moet worden is: de strooiroutes en prioriteitsvolgorde; algemene informatie die van belang is voor burgers en bedrijven; de mogelijkheden voor het wel/niet verkrijgen van dooimiddellen voor burgers, bedrijven, verenigingen en instellingen; de mogelijkheden voor het stellen van vragen of het indienen van klachten. Bekendheid van het gladheidsbestrijdingsplan bij politie, brandweer, medische posten en aanpalende wegbeheerders is te adviseren.
Gladheidsbestrijdingsplan
Periode 2011-2015 Pagina 10 van 33
3
Bestaande situatie gladheidsbestrijding Ommen
3.1
Locatiespecifieke omstandigheden
3.1.1
Wegencategorisering Het wegennet van de gemeente Ommen vertoont een grote verscheidenheid in relatie tot haar gebruikers en in vergelijking met de overige aanwezige wegbeheerders in de gemeente. In het kader van de wegencategorisering onderkennen we onderscheidt in: stroomwegen, zoals de A1, de A28, de N340. Overigens heeft de gemeente Ommen geen stroomwegen in beheer; gebiedsontsluitingswegen, zoals de Balkerweg, de Danteweg erftoegangswegen, wegen binnen de bebouwde kom, 30 km/uur, en wegen buiten de bebouwde kom, 60 km/uur. Hierin wordt buiten de bebouwde kom nog onderscheidt gemaakt in twee typen naar gelang de verkeersintensiteit op de weg. De gemeente Ommen heeft relatief veel wegen met een lage verkeersintensiteit gelegen buiten de bebouwde kommen. Dit is kenmerkend voor een plattelandsgemeente en dat betekend met name bij aanhoudende gladheid dat de capaciteit van alleen de eigen dienst onvoldoende is om de gladheidsbestrijding te waarborgen. Om deze reden worden bij perioden van langdurige gladheid als gevolg van sneeuw derden ingeschakeld voor het begaanbaar houden van de wegen.
3.1.2
Doelgroepen gladheidsbestrijding Daar waar Rijkswaterstaat en provincie beperkter zijn in de verscheidenheid maakt het verkeer in Ommen gebruik van gebiedsontsluitingswegen, erftoegangswegen en fiets- en voetpaden die door de verschillende doelgroepen worden gebruikt. Op het gebied van de gladheidsbestrijding onderscheiden we drie doelgroepen: 1. gemotoriseerd verkeer; gladheidsbestrijding voor deze doelgroep vindt preventief plaats op de hoofdroutes en routes openbaar vervoer; 2. fietsers en bromfietsers; mogelijke gladheid en aanhoudende gladheid op vrijliggende en/of doorgaande fietspaden wordt preventief en curatief bestreden om te voorkomen dat fietsers bij onbegaanbare fietspaden gebruik gaan maken van de hoofdrijbanen; 3. voetgangers; De verplichting van de wegbeheerder in het kader van de gladheidsbestrijding strekt zich niet uit tot de stoep. Voldoende is in het algemeen dat de gladheid wordt bestreden op de rijbaan van wegen die in het gladheidsbestrijdingsplan zijn opgenomen. Ondanks het ontbreken van een wettelijke plicht wordt de gladheid op de rijbaan bij de belangrijke openbare gebieden rondom scholen, bejaardencentra, verzorgingstehuizen, openbare voorzieningen e.d. zowel preventief als curatief bestreden. Specifiek voor de gemeente Ommen is de grote hoeveelheid wegbeheerders zowel binnen als buiten het verzorgingsgebied van de gemeente Ommen. De wegbeheerders binnen het verzorgingsgebied van Ommen zijn de overheden zoals de Provincie Overijssel en Rijkswaterstaat en de gemeenten Dalfsen, Hardenberg, Hellendoorn, Raalte en Twenterand. Deze situatie vraagt om een zorgvuldige afstemming in de aangrenzende gebieden en doorgaande routes.
3.2
Organisatie gladheidsbestrijding. Voor aanvang van de winterperiode staat de organisatie klaar om bij winterse omstandigheden de weggebruiker een veilige stroeve weg te kunnen garanderen. Het winterseizoen loopt van 15 november tot 1 april van het daaropvolgend jaar. De gladheidsbestrijding is een speciaal werkveld. Het omvat elementen van wegbeheer en verkeersveiligheid en heeft daarnaast duidelijke
Gladheidsbestrijdingsplan
Periode 2011-2015 Pagina 11 van 33
raakvlakken met de aanpak van calamiteiten. De medewerkers van de gladheidsbestrijding tonen een sterke betrokkenheid vanuit hun grote verantwoordelijkheidsgevoel voor een veilige weg. De gezamenlijke uitdaging en doel is het voorkomen van gladheid. Vanwege deze kenmerken is de gladheidsbestrijding in Ommen ondergebracht bij de afdeling Openbare Werken.
3.2.1
Personeel Coördinator gladheidsbestrijding - Senior-medewerker buitendienst Verantwoordelijk voor het product gladheidsbestrijding en het uitvoeringsplan is de gladheidscoördinator, in Ommen de senior-medewerker buitendienst. De senior-medewerker heeft geen consignatiedienst of storingsdienst. Vanwege de nog korte resterende periode tot het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd is overdracht van de kennis op korte termijn noodzakelijk. Piket-/Consignatiedienst De piketdienst is de algehele storings- en calamiteitendienst van de gemeente Ommen. De piketdienst treedt in de winterperiode op als coördinatie van de gladheidsbestrijding. Huidige piketdienst is voor de periode van dit gladheidbeleidsplan goed instaat tot uitvoering van de taken. Strooiploegen Ommen heeft de 3 strooiploegen met 4 medewerkers per strooiploeg. De medewerkers hebben 1 x per 3 weken een periode 1 week dienst. De huidige medewerkers in de gladheidsbestridingsdienst zijn voor de periode van dit gladheidsplan goed instaat tot uitvoering van de taken. In de functieomschrijving van de buitendienstmedewerkers is het uitvoeren van consignatiediensten opgenomen.
3.2.2
Het gladheidsbestrijdingsmaterieel De gemeente Ommen heeft de beschikking over eigen gladheidbestrijdingsmaterieel, dit zijn 3 langzaam verkeer aanhanger natzoutstrooiers van het merk Nido met een inhoud van resp. 1,00 m3, 2,50 m3 en 3,50 m3. Daarnaast beschikt Ommen over 1 opzetstrooier natzout t.b.v. de vrachtwagen met inhoud van 4,00 m3. De aanhang natzoutstrooiers worden voortbewogen door de eigen tractoren van de afdeling Openbare Werken. Daarnaast beschikt de gemeente over een 5-tal sneeuwploegen en een rolbezem om tijdens curatieve acties de wegen sneeuwvrij te maken. Bij aanhoudende gladheid als gevolg van sneeuwval worden een drietal lokale loonwerkers ingeschakeld om de wegen sneeuwvrij te maken. Ploeg 1, 2, 3
Voertuig Vrachtwagen
1, 2, 3
Tractor nr. 13
1, 2, 3
Tractor nr. 11
1, 2, 3
Tractor nr. 12
Strooier Opbouw natzoutstrooier, nr. 60, inhoud 4 m3 Aanhanger natzoutstrooier nr. 61, inhoud 3,5 m3 Aanhanger natzoutstrooier nr. 62, inhoud 2,5 m3 Aanhanger natzoutstrooier nr. 63 inhoud 1,0 m3
Dagdienst Tractor nr. 16
‐
‐
‐
Derden
Gladheidsbestrijdingsplan
Sneeuwploeg Ploeg nr. 70 Ploeg nr. 71 Ploeg nr. 72 Ploeg nr. 73 / Rolbezem Ploeg nr. 74 / Rolbezem Materieel derden
Route Gebiedsontsluitingswegen Erftoegangswegen, type 1 Gebiedsontsluitingswegen Erftoegangswegen, type 1 Erftoegangswegen, type 1 Vrijliggende fietspaden Erftoegangswegen tijdens aanhoudende sneeuwval Erftoegangswegen tijden aanhoudende gladheid als gevolg van sneeuwval
Periode 2011-2015 Pagina 12 van 33
3.2.3
Werkmethode In de laatste decennia zijn er flinke innovaties doorgevoerd op het gebied van de gladheidsbestrijding. In de tachtiger jaren ontstond de mogelijkheid om met natzout te strooien, de ontwikkeling van een gladheidsmeldsysteem begin jaren negentig en kort na de eeuwwisseling de beschikbaarheid van GPS en breed gebruik van internet en meteorologische informatie hebben ertoe geleidt dat de gladheidsbestrijding is geëvalueerd naar gladheidspreventie. Onder bepaalde omstandigheden, zoals bij de flinke sneeuwval van de winter 2009/2010, zijn curatieve acties nodig. Maar ook dan is de inzet gericht op zo snel mogelijk de gladheid de baas zijn. Oorspronkelijk waren er grote verschillen in de wijze waarop de verschillende typen wegbeheerders de gladheid organiseerden. Dit had met name zijn oorsprong in de verschillen in omvang van de beheersgebieden. De laatste jaren organiseren de verschillende wegbeheerders meer en meer de gladheidsbestrijding op gelijke wijze. Exponent hiervan is de Integrale Visie op gladheidsbestrijding (par. 2.6) De organisatie van de gemeente Ommen is volgens de integrale visie op gladheidsbestrijding ingericht. Beleidsmatig is het afdelingshoofd verantwoordelijke voor het opstellen van het beleidsplan. Verantwoordelijk voor de uitvoering, de gladheidcoördinator, is de senior medewerker van de buitendienst. Het college en gemeenteraad zijn verantwoordelijk voor het vaststellen van het beleid. Als gevolg van de beperkte omvang van de gemeente Ommen is voor de signalering van gladheid met behulp van een gladheidsmeldsysteem (GMS) en gladheidsbewaking de samenwerking met de Provincie Overijssel gezocht. Dit betekend in de praktijk dat bij een aantal taken van de gemeentelijke coördinator de adviezen en besluiten om te gaan strooien van de provinciale coördinator worden over genomen. Tijdens de uitvoering van de strooiactie is de coördinator van de provincie de centrale figuur in de organisatie. Aan de hand van de nodige gegevens (GMS, weerbureau, andere wegbeheerders, politie e.d.) beslist hij tot een preventieve of curatieve strooiactie. Dit betekend dat bij een melding om te gaan strooien, deze melding door de piketdienst van de gemeente Ommen wordt doorgezet naar de strooiploegen. De dienstdoende strooiploeg word opgeroepen om de strooiactie uit te voeren per vastgestelde route. Er wordt vooraf afgesproken met welke hoeveelheid zout per vierkante meter er gestrooid wordt. Voor een preventie strooiactie bij verwachte lichte gladheid is dat doorgaans 7 gr/m2. Bij extreme omstandigheden met ijzel of sneeuw wordt per situatie gekeken hoeveel wenselijk is. Bij overgang van preventieve strooiactie naar een curatieve actie kan meer materieel en menskracht worden ingezet door opschaling van de strooidienst naar de dagdienst en inhuur van loonwerkers. Strooimaterieel wordt na het uitvoeren van de strooiactie weer klaar gezet voor een volgende actie.
Tractor en aanhang zoutstrooier klaar om in actie te komen!
Gladheidsbestrijdingsplan
Periode 2011-2015 Pagina 13 van 33
3.2.4
Communicatie rondom preventieve strooiacties De communicatie tussen de provincie en de gemeente verlopen voornamelijk via geautomatiseerde systemen die zijn gekoppeld aan het GMS. Wanneer de provincie Overijssel besluit om een preventieve strooiactie te starten wordt via sms en semafoon de gemeentelijke coördinator (piketdienst) en projectleider ingelicht. Eventuele vindt er telefonisch overleg plaats tussen de coördinatoren van Rijk, provincie en gemeente. Daarnaast is het voor de gemeentelijke piketmedewerkers mogelijk om het GMS online te raadplegen via de website www.GSM2.nl. Dit is met name een goed instrument om bij onnauwkeurige gladheidvoorspellingen en bij weersomstandigheden waarbij zeer lokaal gladheid kan gaan optreden voor de specifieke Ommense situatie de voorspellingen op waarde te schatten. GMS2.nl is het gladheidsmeldsysteem door BG-Engineering ontworpen voor wegbeheerders van Provincies en gemeenten om gladheid op wegen door sneeuw, bevriezing en condensatie te voorkomen. De huidige externe communicatie rondom de gladheidsbestrijding is passief van aard. Dat wil zeggen dat de strooiroutes via de website van de gemeente zijn te bekijken. Bij langdurige gladheid wordt er reactief naar buiten getreden, veelal op initiatief van de lokale media.
3.2.5
Afstemming met andere wegbeheerders De gemeente Ommen is omsloten door andere wegbeheerders zoals Rijkswaterstaat (N48/N36/N34), de provincie Overijssel (N340/N48/N341/N347), de gemeente Dalfsen, gemeente Raalte, gemeente Twenterand, gemeente Hellendoorn en de gemeente Hardenberg. De afstemming met deze wegbeheerders is uitstekend. Wegen die halverwege niet meer gestrooid worden omdat de weg doorloopt in een andere gemeente is verleden tijd. Er bestaat een groot besef bij de betrokken organisaties in om een goede afstemming te waarborgen.
3.2.6
Milieukwaliteitdoelstellingen De huidige manier van gladheidsbestrijding door de gemeente ommen is erop gericht zo min mogelijk zout in het milieu te brengen. Dit wordt bereikt door de strooimethode ‘natzoutstrooien’ (zie ook par. 2.7) en preventief te strooien. Doordat er minder verwaaiing optreedt bij natzoutstrooien komt er nagenoeg geen zout in de bermen, oppervlakte- en grondwater terecht.
3.2.7
Financiën De huidige jaarlijkse lasten voor de gladheidsbestrijding liggen tussen de ca. 80.000 en ca. 140.000 euro. De hoogte van de lasten zijn uiteraard afhankelijk van het aantal uitgevoerde preventieve strooibeurten en curatieve acties. Gemiddeld worden er jaarlijks ca. 40 preventieve strooiacties en ca. 20 curatieve strooiacties.
Gladheidsbestrijdingsplan
Periode 2011-2015 Pagina 14 van 33
4
Beleidsplan gladheidsbestrijding
4.1
Inleiding Het gladheidsbestrijdingsplan wordt jaarlijks geëvalueerd en bijgesteld als gevolg wijzigende omstandigheden in de buitenruimte, ontwikkelingen op het gebied van gladheidsbestrijding, verbeterde vormen van samenwerking en verbeterde inzichten. De winter van 2009 – 2010 heeft laten zien wat extreme winterse omstandigheden betekenen voor de maatschappij en de gemeentelijke organisatie van de gladheidsbestrijding.
4.2
Keuzes gladheidsbestrijding
4.2.1
Afwegingen materieel Het bestaande materieel is goed toegerust voor de taak. Al het aanwezige materieel is afgestemd op het voorkomen van gladheid, gladheidspreventie door middel van de natzoutstrooimethode. Binnen de periode van dit gladheidsbestrijdingsplan is vervanging van alle sneeuwploegen noodzakelijk. Voorgesteld wordt om deze in twee fasen te vervangen. Vervanging van de sneeuwploegen is in de investeringsschema Vervanging Tractie Openbare Werken voor 2011 (2 stuks) en 2013 (3 stuks) voorzien. Daarnaast is een schouw van het materieel en het beschikbaar stellen van sneeuwploegen aan derden in komende periode noodzakelijk. Voorgesteld wordt om het in te zetten materieel van derden op te nemen in de jaarlijkse schouw zodat de beschikbaarheid en bruikbaarheid van materieel van derden is gewaarborgd. Voorgesteld wordt om de in te zetten capaciteit van derden contractueel vast te leggen zodat de inzet bij langdurige perioden met sneeuw is gewaarborgd.
4.2.2
Afwegingen personeel Een enkele medewerker uit de afdeling met consignatiedienst gaan met pensioen, de seniormedewerker buitendienst gaat met 2012 met pensioen. Als beheermaatregel is voorzien in vervanging binnen het huidige personeelsbestand van de buitendienst. n de organisatie.
4.2.3
Systeem gladheidsmelding en alarmering De gemeente Ommen maakt geen gebruik van een eigen gladheidsmeldsysteem. Door de samenwerking met de provincie Overijssel kan de gemeente Ommen ‘meekijken’ in het gladheidsmeldsysteem van de provincie. Door in te loggen op de website www.gms2.nl zijn de actuele gegevens van het meetstation in de gemeente Ommen (locatie N48, Deventerweg) te zien. De gegevens van het meetstation in Ommen zijn niet representatief voor de gehele gemeente en daarom is locale kennis en schouw nog steeds noodzakelijk voor een goede voorspelling en alarmering. Als gevolg van de realisatie van de omleiding Ommen en de daarmee gemoeide overdracht van de bestaande N34 bestaat er de mogelijkheid om een extra meetstation in Ommen aan het GMS toe te voegen. Het ‘oude’ meetstation van Rijkswaterstaat gelegen
Voorbeeld van wegdekvoelers van een GMS meetstation
Gladheidsbestrijdingsplan
Periode 2011-2015 Pagina 15 van 33
op de N34 wordt aan Ommen overgedragen. Uit de samenwerking met de provincie is er een behoefte om de bestaande situatie met 13 meetstations uit te breiden zodat lokaal er een betere gladheidsvoorspelling voor met name gemeentelijke overheden mogelijk is. Voor het winterseizoen 2010/2011 is het gladheidsmeldsysteem van de provincie Overijssel uitgebreid zoadat de aangesloten gemeenten hun strooiacties terug kunnen koppelen. Met deze functionaliteit is het mogelijk onze strooiacties in een logboek vast te leggen. Voorgesteld wordt om te onderzoeken of het meetstation N34 waardevol is om aan het GMS van de provincie Overijssel is toe te voegen. Voorgesteld wordt om de uitgevoerde strooiacties in het logboek van het GMS vast te leggen.
4.2.4
Communicatie De integrale visie op gladheidsbestrijding adviseert een minimum informatieverstrekking naar verschillende doelgroepen via verschillende media met als doel dat iedereen die met gladheid te maken krijgt kan weten wat er van de gemeente mag worden verwacht. In bijlage 4 is overzichtelijk de informatiestromen en communicatiemomenten en –media weergegeven. Bij normale en gemiddelde winters is de huidige communicatie over de gladheidsbestrijding goed georganiseerd. Aandachtspunt is de actieve communicatie tijdens de extreme winterse omstandigheden. Tijdens langdurige perioden van sneeuwval en aanhoudende gladheid is actieve communicatie over de werkwijze van de gemeente noodzakelijk. Het informatieschema gladheidsbestrijding Ommen ziet er als volgt uit: Om wie gaat het? Alle inwoners en bedrijven van Ommen Piketmedewerkers buitendienst Ommen
Medewerkers balie omgevingsplein / receptie Gebiedsbeheerders samenwerkende overheden en hulpdiensten Afdeling Financien / Juridische ondersteuning
Wat moeten zij weten? Wat we strooien Wanneer we strooien Waar we strooien (routes) Informatie over infrastructurele projecten Wijzigingen in busroutes, uitrukroutes e.d. Informatie over strooiroutes Informatie over taken en verantwoordelijkheden Informatie over strooiroutes Informatie over taken en verantwoordelijkheden
Hoe vertellen wij dat? Persbericht Digitale kaarten op internetpagina ommen.nl Afdelingsoverleg en werkoverleg
Digitale kaarten op GeoWeb‐viewer Informatiesheet Digitale kaarten op regionaal (provinciaal) niveau Informatiesheet Informatie over strooiroutes Digitale kaarten op GeoWeb‐viewer Informatie over taken en Informatiesheet verantwoordelijkheden inspanningsverplichting
Gladheidsbestrijdingsplan
Wanneer? November/December
Oktober
November
Oktober
November
Periode 2011-2015 Pagina 16 van 33
4.3
Prioriteiten gladheidsbestrijding – Toepassing integrale visie
4.3.1
Wegtypen In paragraaf 2.6 is de integrale visie op gladheidsbestrijding in Nederland omschreven. Deze visie dient als uitgangspunt voor het opstellen van nieuwe beleidsplannen voor de verschillende wegbeherende instanties. De visie wordt gekarakteriseerd door de volgende punten: De veiligheid van de weggebruiker staat voorop; Gladheidspreventie gaat, waar noodzakelijk en indien mogelijk, boven curatieve gladheidsbestrijding. Algemene uitgangspunten voor prioritering van de gladheidsbestrijding hierbij zijn: Aansluiting zoeken bij de categorie-indeling van wegen volgens Duurzaam Veilig; Het onderscheiden van verschillende typen wintergladheid; Het stellen van richtlijnen voor uitruk- en strooitijden. De uitwerking van de integrale visie heeft geleid tot de tabellen uit bijlage 1 voor respectievelijk wegen buiten de bebouwde kom, wegen binnen de bebouwde kom en verschillende wegcategorieën binnen de bebouwde kom. Voor elk type gladheid zijn aanbevelingen gedaan voor de wijze van gladheidsbestrijding (preventief of curatief) en richtlijnen voor uitruk- en strooitijden. Wegbeheerders mogen afwijken van de richtlijnen waar lokale omstandigheden daar gegronde redenen voor geven. De gemeente Ommen wijkt af ten opzichte van richtlijnen uit de integrale visie op de volgende punten: De richtlijnen adviseren om alle wegen buiten de bebouwde kom preventief en curatief te strooien binnen 4 uur na het besluit om te gaan strooien. Met onze huidige capaciteit kunnen wij niet alle wegen in het buitengebied strooien. De noodzaak is ook niet aanwezig als gevolg van de vele erftoegangswegen van het type II (1 rijloper, geen kant- en asmarkering, fiets op de rijbaan) in het buitengebied van Ommen. De afwegingen om dit type wegen niet preventief te strooien zijn: o dit type wegen heeft een te lage verkeerintensiteit om de preventieve strooiactie effectief te laten zijn; o de meerkosten om alle wegen in het buitengebied effectief preventief te strooien erg hoog zijn. De richtlijnen adviseren om alle erftoegangswegen binnen de bebouwde kom niet preventief te strooien, alleen curatief. In een gemeente met de schaalgrootte van Ommen vallen enkele wegen die woonwijken ontsluiten niet in de categorie gebiedsontsluitingswegen op basis van hun uiterlijke kenmerken. Echter vervullen enkele wegen met de uiterlijke kenmerken van erftoegangswegen wel de functie van gebiedsontsluitingsweg. De weggebruiker mag van deze wegen daarom verwachten dat ze zijn opgenomen in de preventieve strooiroutes. Daarnaast moeten de speciale bestemmingen zoals wegen naar openbare voorzieningen zoals polikliniek, scholen, brandweer, gemeentehuis, bibliotheek, bejaardenhuizen en dergelijke preventief gestrooid worden. Om deze locaties te bereiken worden doorgaans erftoegangswegen bereden die buiten het preventieve strooiregime vallen. Een strooimachine laten rijden die niet strooit is onwenselijk en daarom worden de erftoegangswegen van en naar de speciale bestemmingen ook preventief gestrooid. Voorgesteld wordt om de preventieve strooiroutes vast te stellen en daarbij af te wijken van de integrale visie op gladheidsbestrijding. Hierbij zijn, samenvattend, de afwijkingen: erftoegangswegen van type II worden buiten de bebouwde kommen niet preventief gestrooid; enkele erftoegangswegen binnen de bebouwde kommen preventief strooien om de speciale gebieden te kunnen bereiken.
Gladheidsbestrijdingsplan
Periode 2011-2015 Pagina 17 van 33
4.3.2
Fietspaden met een verkeersfunctie De winter van 2009 – 2010 werd gekenmerkt door veel langdurige sneeuwval. Dit leidde tot veel overlast en ook erg veel ongevallen met fietsers. Naar schatting van de Fietsersbond zijn in Nederland ca. 8.300 fietsers het slachtoffer geworden van gladheid (eerste hulp), achtmaal zo veel als in een gemiddelde winter. Het aantal licht gewonden en valpartijen met uitsluitend schade is niet te schatten, maar de Fietsersbond verwacht dat dit nog vele malen hoger ligt. Fietsers lopen dus bij gladheid een bijzonder sterk verhoogd risico op het krijgen van een letselongeval. De gemeente Ommen heeft de gladheidsbestrijding op fietspaden met een verkeersfunctie opgenomen in de preventieve strooiroute. Toeristische rijwielpaden worden niet meegenomen. Gedurende langdurige perioden van gladheid als gevolg van sneeuwval zet de gemeente Ommen specifiek materieel (smalspoortractor met rolbezem) in om de fietspaden zo goed mogelijk sneeuwvrij te maken en te houden. Hiermee voldoet de gladheidsbestrijding van de gemeente Ommen aan de eisen vanuit de Integrale Visie op gladheidsbestrijding en de advisering vanuit de Fietsersbond.
4.3.3
Voetpaden en trottoirs Zoals in het kader van par. 2.2.1 Wegenwet is weergegeven strekt de verplichting van de wegbeheerder in het kader van de gladheidsbestrijding zich niet uit tot de voetpaden en trottoirs. De praktische uitvoerbaarheid van het preventief bestrijden van gladheid op voetpaden en trottoirs is lastig. Voldoende is in het algemeen dat de gladheid wordt bestreden op de rijbaan van wegen die in dit plan zijn opgenomen. Voetpaden en trottoirs worden daarom niet gestrooid en vallen daarmee niet onder de rijbanen van de in dit gladheidsbestrijdingsplan opgenomen wegen.
4.3.4
Tijdscriteria De geformuleerde integrale visie op gladheidsbestrijding heeft als uitgangspunten de veiligheid van de weggebruiker voorop staat en dat, waar mogelijk, gladheidspreventie boven curatieve gladheidsbestrijding gaat. De werkwijze van preventief gladheid voorkomen en curatief gladheidbestrijding geeft richtlijnen voor het uitvoeringswijze en de termijn waarbinnen acties moeten zijn voltooid. De preventieve strooiacties op de strooiroutes van de gemeente worden uitgevoerd binnen 3,5 uur na de melding om te gaan strooien. Dat betekend dat de alle strooiploegen terug zijn op de gemeentewerf binnen 3,5 uur na het besluit van de provinciale gladheidcoördinator om een preventieve strooiactie te starten. De strooiroutes zijn dusdanig vorm gegeven dat daar waar de prioriteit van gladheidsbestrijding hoog is (fietspaden en gebiedsontsluitingswegen) er binnen 2 uur na start strooiactie zout op de weg ligt. Hiermee voldoet de gemeente Ommen aan de richttijden van de integrale visie op gladheidsbestrijding. Bij curatieve gladheidsbestrijding zijn de wegen waar de gladheidsbestrijding een hoge prioriteit binnen 2 uur gestrooid. Wegen met een middelhoge prioriteit binnen 3,5 uur en wegen met een lage prioriteit bij aanhoudende gladheid binnen 48 uur. Hiermee wordt eveneens voldaan aan de richttijden van de integrale visie op gladheidsbestrijding.
Gladheidsbestrijdingsplan
Periode 2011-2015 Pagina 18 van 33
4.3.5
Prioriteit strooiroutes Bij het preventief bestrijden van gladheid wordt voorkomen dat het wegdek glad wordt. Hiermee wordt de verkeersveiligheid positief beïnvloed en wordt de beschikbaarheid van het wegennet gehandhaafd. De gemeentelijke wegen zijn op basis van de prioriteitentabellen onder te verdelen in hoge, middel en lage prioriteit. In de tabel van bijlage 1 is aangegeven de gladheidsbestrijding in Ommen is ontworpen. De preventieve strooiroutes hebben eerste prioriteit bij intredende gladheid. Wegen die niet preventief gestrooid worden zijn opgenomen in een tweede strooiroute. In deze tweede strooiroute wordt de gladheid slechts bestreden als de gladheid langdurig aanhoud en de gladheid op de wegen uit de eerste strooiroute onder controle te houden is. Alle gemeentelijke wegen zitten in de tweede strooiroute met uitzondering van de wegen die zijn opgenomen in de preventieve strooiroutes. De gladheid op de wegen van de tweede strooiroute wordt pas bestreden als er sprake is van aanhoudende gladheid als gevolg van vorst, ijzel en sneeuwval en alleen als de gladheid op de wegen van de eerste route onder controle te houden is. Voorgesteld wordt om bij intredende gladheid prioriteit te geven aan de preventieve strooiroutes en om bij aanhoudende gladheid, de gladheid te bestrijden op de tweede strooiroute indien de gladheid op de preventieve routes onder controle te houden is.
Gladheidsbestrijdingsplan
Periode 2011-2015 Pagina 19 van 33
4.4
Kostenraming gladheidsbestrijding
4.4.1
Structurele lasten gladheidsbestrijding Het product gladheidsbestrijding (productnr. 2101.06) is opgenomen in het begrotingsprogramma Bereikbaar Ommen en heeft een aandeel van ca. 5,86% in het programma en slechts 2,57‰ op de totale begroting van 43,5 miljoen euro (begroting 2011). De kosten zijn als volgt verdeelt Omschrijving lasten begroting 2011 (bedragen in euro) Rente en afschrijvingen en verzekeringen Onderhoud machines en kleine gereedschappen Aanschaf dooimiddelen (strooizout en pekel) Dienstverlening door derden (gladheidsbestrijding door buurgemeenten, provincie en rijk) Inzet personeel gemeente Ommen Inzet machines gemeente Ommen Geplande investeringen Totale lasten gladheidsbestrijding
17.095 2.350 21.500 10.500 38.133 16.172 5.872 111.622
Gemiddeld duurt een enkele preventieve/curatieve strooiactie ter plaatse van de strooiroutes 3,5 uur wat neer komt op gemiddeld 560 uur inzet per jaar (40 strooibeurten x 3.5 uur x 4 strooiroutes = 560 uur). Daarnaast word er tijd besteedt aan onderhoud, voorbereiding, schouw, coördinatie en afstemming. De voorstellen met betrekking tot de schouw van materieel van derden, opstellen contracten voor de inzet van derden, uitvoeren van de herziene strooiroutes is uit te voeren binnen de structurele lasten van het product.
4.4.2
Uitbesteding en inkoop Door tijdens winterse omstandigheden de medewerkers van de buitendienst en diens materieel in te zetten op de gladheidsbestrijding wordt voorkomen dat deze mensen in vorstverlet terechtkomen. De werkzaamheden in het openbaar groen en openbare ruimte zijn door de weersomstandigheden niet uit te voeren en door de inzet op de gladheidsbestrijding blijft de bezettingsgraad van zowel de medewerkers als de vrachtwagen en tractoren op niveau. Hierdoor zijn de uurtarieven van medewerkers en materieel van de buitendienst concurrerend met de markt en is er een positieve spin-off op de doorbelasting naar de overige producten en diensten waarbij het personeel en materieel van de buitendienst wordt ingezet (zoals het onderhoud van de sportvelden, openbaar groen en openbare ruimte.) Afhankelijk van het soort gladheid dat wordt bestreden wordt tussen de ca. 10 en 14 ton dooimiddel per strooibeurt uitgestrooid over de Ommer wegen. De inkoop van het dooimiddel, wegenzout, is in 2010 in samenwerking met de provincie Overijssel en de deelnemende gemeenten in Overijssel europees aanbesteedt. Het wegenzoutcontract is zodanig opgezet dat de risico’s op zouttekort voor de gemeente Ommen nagenoeg nihil zijn.
Gladheidsbestrijdingsplan
Periode 2011-2015 Pagina 20 van 33
Bijlage 1: Prioriteitentabel gladheidsbestrijding Ommen
Gladheidsbestrijdingsplan
Periode 2011-2015 Pagina 21 van 33
Gladheidsbestrijdingsplan
Periode 2011-2015 Pagina 22 van 33
Richtlijnen voor wegen buiten de bebouwde kom Categorie
Maximum Kenmerken
Bestrijdingsmethode t.o.v. soort gladheid Prioriteit Gladheid door
snelheid
Gladheid door
Gladheid door
bevriezing
condensatie
neerslag
(km/h) Nationale
120/100/
stroomweg
80
Regionale
100
autosnelweg
hoog
preventief
preventief
preventief en
autoweg
hoog
preventief
preventief
preventief en
curatief (2 uur)*
stroomweg
curatief (2 uur)*
Gebieds‐
80
ontsluitingsweg I
2x2 rijstroken,
hoog
preventief
preventief
rijbaanscheiding, onderbroken
preventief en curatief (3,5 uur)*
kantmarkering Gebieds‐
80
ontsluitingsweg II
2x1 rijstroken,
hoog
preventief
preventief
rijbaanscheiding, onderbroken
preventief en curatief (3,5 uur)*
kantmarkering, doorgetrokken dubbele asmarkering Erftoegangsweg I
60
1 rijloper, onderbroken
middel
preventief
preventief
kantmarkering, geen
preventief en curatief (4 uur)*
asmarkering Erftoegangsweg II
60
1 rijloper, geen kant en
laag
curatief
curatief
curatief
asmarkering, fietsers op de
(middel)
(preventief)
(preventief)
(preventief en
hoog
preventief
preventief
preventief en
rijbaan Vrijliggende
40
vrijliggende fietspad
curatief (4 uur))*
fietspad
curatief (3,5 uur)*
Richtlijnen voor wegen binnen de bebouwde kom Categorie
Maximum Kenmerken
Bestrijdingsmethode t.o.v. soort gladheid Prioriteit Gladheid door
snelheid
Gladheid door
Gladheid door
bevriezing
condensatie
neerslag
preventief
preventief
preventief en
(km/h) Gebieds‐
70/50
ontsluitingsweg
2x1 of 2x2 rijstroken,
Hoog
rijbaanscheiding, onderbroken
curatief
kantmarkering, geen fiets op de
(3,5 uur)*
rijbaan, bromfiets op de rijbaan, gesloten verharding Erftoegangsweg
30
1 rijloper, geen
Laag
rijbaanscheiding, fiets en
curatief
curatief
curatief
(48 uur)**
(48 uur)**
(48 uur)**
preventief
preventief
preventief en
bromfiets op de rijbaan, bij voorkeur open verharding Vrijliggende
30
Vrijliggende fietspad
Hoog
fietspad
curatief (3,5 uur)*
Busroute
30/50
Busbaan, busstrook, OV‐route
Hoog
preventief
preventief
preventief en curatief (3,5 uur)*
*
Tussen haakjes zijn de richttijden genoemd voor curatieve strooiacties. Deze richttijd beslaat de tijd tussen het moment van besluit
tot strooien en het strooien van de laatste vierkante meter van een strooiroute.
**
Op erftoegangswegen, woonerven en parkeervoorzieningen binnen de bebouwde kom wordt alleen curatief gestrooid bij langdurige
gladheid. Indien de gladheid zich slechts enkele uren voordoet, dan wordt op deze categorieën wegen niet gestrooid.
*** In winkelgebieden en op voetpaden naar openbare voorzieningen wordt alleen curatief gestrooid tijdens de dagdienst.
Gladheidsbestrijdingsplan
Periode 2011-2015 Pagina 23 van 33
Richtlijnen voor gebieden binnen de bebouwde kom Categorie
Maximum Kenmerken
Bestrijdingsmethode t.o.v. soort gladheid Prioriteit Gladheid door
snelheid
Gladheid door
Gladheid door
bevriezing
condensatie
neerslag
(km/h) Winkelgebied
5
Winkelcentra
middel
curatief**
curatief**
curatief**
Woonerf
5
woonerf
laag
curatief
curatief
curatief
(48 uur)*
(48 uur)*
(48 uur)*
Parkeervoorzie‐
5
Openbare parkeervoorzieningen laag
curatief
curatief
curatief
(48 uur)*
(48 uur)*
(48 uur)*
50/30
Wegen en voetpaden naar
wegen preventief
wegen preventief
wegen preventief
paden curatief**
paden curatief**
paden curatief**
ningen Speciale bestemmingen
openbare voorzieningen
middel
*
Op erftoegangswegen, woonerven en parkeervoorzieningen binnen de bebouwde kom wordt alleen curatief gestrooid bij langdurige
gladheid. Indien de gladheid zich slechts enkele uren voordoet, dan wordt op deze categorieën wegen niet gestrooid.
**
In winkelgebieden en op voetpaden naar openbare voorzieningen wordt alleen curatief gestrooid tijdens de dagdienst.
Gladheidsbestrijdingsplan
Periode 2011-2015 Pagina 24 van 33
Bijlage 2: Stratenoverzicht strooiroutes seizoen 20102011
Gladheidsbestrijdingsplan
Periode 2011-2015 Pagina 25 van 33
Gladheidsbestrijdingsplan
Periode 2011-2015 Pagina 26 van 33
Eerste strooiroute (preventieve strooiacties)
Route nr. 21
Route nr. 13
Route nr. 11
Route nr. 12
Vrachtwagen – nr. 60 strooier
Tractor nr. 13 – nr. 61 strooier
Tractor nr. 11 – nr. 62 strooier
Tractor nr. 12 – nr. 63 strooier
(4 m3) – nr. 70 sneeuwploeg
(3,5 m3 ) nr. 71 sneeuwploeg
(2,5 m3) – nr. 72 sneeuwploeg
(1 m3) – nr. 73 sneeuwploeg
Haven West
Haven West
Haven West
Fietspad Schurinkstraat Fietspaf Balkerweg t/m Essenlaan (gem.
Kruising Strangeweg – Schurinkstraat
Zwolseweg
Beerzerweg
Schurinkstraat
Vilsterseweg
Nieuwe Hammerweg, Beerzerhaar
Borrinkdijk
Kloosterdijk incl. parallelweg en fietspad Schurinkstraat tot Strangeweg
Ommerkanaal Oost t/m Verlengde 16de wijk
Hardenberg) Fietspad Balkerweg vanaf ‘De Lindenberg’
Schapendijk (Driehoekweg)
Vilsterse Allee
Oosterweg
Chevalleraustraat naar gemeentehuis
Zwarte Pad en terug
Achterveldsweg rechtsaf
Van Alewijkstraat
Carrouselplein
Stegerdijk rechtsaf
Dalmsholterweg vanaf de Vilstersedijk
Knolsdijk
Junnerweg tot Beerzerweg
Ommerweg
Zwarteweg
Prinses Julianastraat
Lemelerveld, Kerkstraat
Beerzerweg en fietspad tot rijksweg N36 Carrouselplein bij WMO‐loket
Vilstersestraat
Schammelte
Kievitstraat
Koloniedijk
Deventerweg
Stationsplein
Merelstraat
Langsweg vanaf Vilstersedijk
Wolfskuilstraat (Boslustschool)
Patrijsstraat tot rijksweg N34
De Stouwe t/m Middenweg en terug
Dalmsholterweg aanhalen
Markt
Tureluur t/m Dennekampschool
Woestendijk
Langsweg (vervolg)
De Voormars
Balkerweg vervolg t/m Essenlaan (gem. Hardenberg)
Hellendoornseweg tot provincialeweg
Witharenweg
N347
Van Reeuwijkstraat t/m polikliniek Carinova Langs stadsboerderij
Fietspad Danteweg met tunnel Danteweg t/m Sandbergstraat
Dikkerstraat
Baron Bentinckstraat
De Leiding
Korteveldsweg
Danteweg met doorsteek Patrijsstraat
Weth. Paarhuisstraat
De Stouwe
Fietspad Korteveldsweg
Chevalleraustraat
Varsenerstraat
Strangeweg
Varsenerplein
Lemelerweg tot
Stouweweg t/m N34
provincialeweg N347
Hessenweg West
Barkelweg (school Nieuwe Brug)
Korenbloemstraat met parkeerplaats CBS De Kardoen
Bermerstraat
De Haar
Dalmsholterweg
Papaverstraat
Arriërveldsweg
Deventerweg
Wilgenstraat
Gasthuisstraat Bouwstraat
Hardenbergerweg t/m fietstunnel
Nieuwedijk
Elzenstraat
Kerkplein
Slagenweg links/rechts
Haarsweg fietspad
Van Raaltestraat Fietspad langs N34 vanaf Danteweg t/m
Haarsweg tot Grensweg
Oude Vlierweg
Ferdinand Bolstraat
Vermeerstraat
Vilsterseweg
Fietspad Rotbrinkweg
Laarmanshoek
Dr. Van Raaltestraat
Hardenbergerweg
Den Lagen Oord
Lodderholt
Hessel Mulertstraat
brug Ommerkanaal Zwolseweg
Tweede strooiroute (curatieve strooiacties): alle overige gemeentelijke wegen
Gladheidsbestrijdingsplan
Periode 2011-2015 Pagina 27 van 33
Gladheidsbestrijdingsplan
Periode 2011-2015 Pagina 28 van 33
Bijlage 3: Handleiding consignatiedienst voor gladheidsbestrijding, september 2010
Gladheidsbestrijdingsplan
Periode 2011-2015 Pagina 29 van 33
Gladheidsbestrijdingsplan
Periode 2011-2015 Pagina 30 van 33
Bijlage 4: Communicatietabel gladheidsbestrijding Ommen
Gladheidsbestrijdingsplan
Periode 2011-2015 Pagina 31 van 33
Gladheidsbestrijdingsplan
Periode 2011-2015 Pagina 32 van 33
Initiatief nemer Gemeente, Gladheid‐ coordinator Gemeente Gladheid‐ coordinator Gemeente Gladheid‐ coordinator Provincie
Gemeente
Burgers en bedrijven
Gemeente, gladheid‐ coördinator Provincie, gladheid‐ coördinator Gemeente piketmdw Gemeente Piketmdw Gemeente, Gladheid‐ coordinator Gemeente, gladheid‐ coordinator
Informatie
Communicatiemedium
Strooiroutes
Website www.ommen.nl/wegwerkzaamheden Informatiesheet Prioriteitsvolgorde wegen Website www.ommen.nl/wegwerkzaamheden Gladheidsbestrijdingsplan Directe correspondentie met voor partners omliggende overheden, politie, brandweer en ambulance Netwerkkaart Website www.bereikbaar.overijssel.nl Ommer Nieuws Algemene informatie die voor belang is voor burgers Nieuwsrubriek website www.ommen.nl en bedrijven Klachten en meldingen met Via telefoon tijdens kantooruren Via pikettelefoon buiten kantooruren betrekking tot Via het meldpunt openbare ruimte gladheidsbestrijding 24/7 op de website www.ommen.nl/openbareruimte Via mail
[email protected] Via post Postbus 100 Interne afstemming Gladheidsbestrijdingsplan Uitvoeringsplan
Publicatie datum continue
Te realiseren voor: Aanvang seizoen: 15 oktober 2010
continue
Aanvang seizoen: 15 oktober 2011
Bij nieuw beleid en aangepast beleid Seizoen
Aanvang seizoen: 15 oktober 2011
Seizoen en bij behoefte
n.v.t.
Aanvang seizoen: 15 oktober 2011 bij behoefte n.v.t.
n..v.t.
Seizoen
Aanvang seizoen: 15 oktober 2011 3,5 uur voor intredende gladheid 3,5 uur voor intredende gladheid n.v.t.
Starten preventieve strooiactie, hoeveelheid zout/m2 en soort gladheid Controle start preventieve strooiactie
Semafoonuitroep SMS‐berichten
op het moment
GMS‐systeem www.gms2.nl Telefoongesprek met strooiploegen
Op het moment
Registratie strooibeurt
Formulier registratie strooibeurt
Na strooibeurt
Zout‐ pekelvoorraad
Zoutcontract leverancier
Bij behoefte
24 uur voor leverantie
Opschalen capaciteit bij aanhoudende sneeuwval
Uitvraag inzet op basis van raamcontracten derden
In het seizoen
24 uur verwachte gladheidsperiode
Gladheidsbestrijdingsplan
Periode 2011-2015 Pagina 33 van 33