Jaarverslag 2014
Gemeente Ommen, Gemeente Hardenberg Bestuursdienst Ommen - Hardenberg
Inhoudsopgave Voorwoord
2
Inleiding
3
Inhoud jaarverslag
3
1.
De procedure in 2014
4
2.
Ervaringen met de procedure
6
2.1
Instroom van bezwaarschriften
6
2.2
Advies- en beslistermijnen
6
2.3
Uitstel van behandeling / Wachttijden
7
2.4
Nader overleg
7
2.5
Behandelduur bezwaarschriften
8
2.6
Aantal behandelde bezwaarschriften / uitgebrachte adviezen
8
2.7
Het aantal bezwaarschriften per afdeling, cluster
9
2.8
Hoorzitting
10
2.9
Zonder hoorzitting afdoen
10
2.10
Ingetrokken bezwaarschriften
11
3
Het advies
11
3.1
Afwijken van het advies van de Commissie
12
3.2
Kosten
133
3.3
Geconstateerde gebreken in besluiten
133
Aanbevelingen (samengevat)
144
Bijlage: (Hoger) beroep / voorlopige voorzieningen
155
overzicht van uitspraken in (hoger) beroep en voorlopige voorzieningen 2014
156
1
Voorwoord Voor de tweede keer ligt hier het jaarverslag van de Commissie Bezwaarschriften van de gemeenten Ommen en Hardenberg en de bestuursdienst Ommen-Hardenberg. Het werk van de commissie voor deze twee gemeenten stabiliseerde zich in het jaar 2014. De comnmissie is inmiddels goed ingespeeld op de gezamenlijke aanpak van Ommen en Hardenberg. Het is belangrijk dat een burger als sluitstuk van het besluitvormingsproces een bezwaar kan indienen en ook persoonlijk zijn of haar verhaal kan doen. Ook het bestuursorgaan krijgt zo nog eens de kans om naar het totale besluit te kijken. Een besluit moet niet alleen juridisch kloppen, het moet er ook blijk van geven dat er oog is geweest voor het resultaat dat ermee wordt bereikt. Een bezwaarschrift is in die zin de laatste stap in de kwaliteitsketen van het besluitvormingsproces. Het biedt daarmee aanknopingspunten om het hele proces van aanvraag tot besluit steeds weer te verbeteren. Tegen die achtergrond doet de commissie ook in dit jaarverslag 2014 enige aanbevelingen. De commissie acht het met name van groot belang dat elk besluit voor de burger voldoende herkenbaar en in gewone taal is gemotiveerd. Het gebruik van standaardformuleringen is zeker doelmatig maar kent ook zijn grenzen.Voorts valt op de doorlooptijd wellicht nog wat te winnen. Het aantal bezwaarschriften bleef ten opzichte van de voorgaande jaren stabiel. In een aantal gevallen adviseerde de commissie om de bezwaren gegrond te verklaren en een aangepast besluit te nemen. Ook kon het bestuursorgaan soms bezwaarden tegemoetkomen zodat het bezwaar alsnog werd ingetrokken.Voor het overige verwijs ik naar de statistische overzichten. In 2014 voltrokken zich al de nodige veranderingen met name in het maatschappelijke domein, zoals huishoudelijke hulp of boetes in het kader van bijstand. Vooruitblikkend op 2015 gaan die veranderingen sterk door. Wat dat betekent voor de behandeling van bezwaren is nog niet duidelijk. De samenwerking binnen de commissie en ook met het secretariaat verliep uitstekend. De ambtelijke vertegenwoordigers waren prima voorbereid op en betrokken met de zaak. Als algemeen voorzitter dank ik allen daarvoor. Enschede, maart 2014
mr. L.P.V.A. Roijakkers, algemeen voorzitter Commissie Bezwaarschriften
2
Inleiding De Commissie Bezwaarschriften is zowel werkzaam voor bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten van de gemeente Ommen, de gemeente Hardenberg en de Bestuursdienst Ommen – Hardenberg (uitsluitend rechtspositionele besluiten). De Commissie Bezwaarschriftenis ingesteld met als taak: het adviseren over de te nemen beslissing op gemaakte bezwaren als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb). In de praktijk brengt de commissie - aan de hand van een dossier en een hoorzitting - een advies uit aan het betrokken bestuursorgaan. Meestal is dat het college van burgemeester en wethouders, af en toe de burgemeester en in uitzondelijke gevallen de gemeenteraad. Uitgesloten van advies zijn bezwaarschriften in het kader van gemeentelijke leges- en belastingverordeningen en de Wet waardering onroerende zaken. In het jaar 2014 bestond de commissie uit de volgende, onafhankelijke, leden: -
de heer mr. L.P.V.A. Roijakkers (algemeen voorzitter) de heer A.J. Afink (voorzitter) mevrouw mr. C.E. Wolf (voorzitter) de heer mr. B.H. Abbing (voorzitter, alleen voor personele zaken) de heer S.B. ten Kate (lid) de heer mr. H. ten Hoven (lid) mevrouw M. Zoestbergen (lid, alleen voor personele zaken) de heer A. van Driesten (lid, alleen voor personele zaken) de heer L. van der Tol (lid) de heer mr. E.H.H. Schelhaas (lid) mevrouw mr. C.E.J.M. Vertegaal-Kerssemakers (lid) de heer mr. O. Pol (lid)
Plaatsvervangende leden -
de heer J.W. Mondria (alleen voor personele zaken) de heer P. Nagtegaal (alleen voor personele zaken)
De commissie beschikte in het jaar 2014 over een vaste notulist, mevrouw N. Stoker. Gedurende het gehele jaar waren de heer mr. C. van Ramshorst en de heer W.J. van Emmen secretaris van de commissie. Twee stagiaires, mevrouw M. Schutte en de heer M. Klein, hebben tussen 1 september 2014 en 20 januari 2015 het secretariaat van de commissie voor hun studie HBO-rechten gevolgd in haar werkzaamheden. Het secretariaat, dat bij het cluster Juridische zaken van het team Personeel, Juridische Zaken en Communicatie is ondergebracht, valt onder de afdeling Dienstverlening van de Bestuursdienst OmmenHardenberg.
Inhoud jaarverslag In hoofdstuk 1 wordt de procedure voor het behandelen van bezwaarschriften behandeld. In het tweede hoofdstuk wordt ingegaan op de ervaringen van de commissie in het jaar 2014, waarna in hoofdstuk 3 apart aandacht wordt besteed aan de adviezen die de commissie heeft uitgebracht. Hoofdstuk 4 bevat de samenvatting van de aanbeveling(en). In een bijlage is een overzicht van uitspraken op beroepschriften in het jaar 2014 opgenomen.
3
1. De procedure in het jaar 2014
1
Hoewel het bezwaar wordt ingediend bij het bestuursorgaan, boekt het team ICT/ Facilitaire Zaken/ISP het bezwaarschrift rechtstreeks in op het team Juridische Zaken (secretariaat commissie). Het secretariaat verzorgt vervolgens een ontvangstbevestiging richting bezwaarmaker en eventuele derde belanghebbende(n). De vakafdeling wordt eveneens op de hoogte gesteld van het bezwaar. Naar de bezwaarmaker en derde belanghebbende(n) zendt het secretariaat tevens een folder, waarin de verdere procedure van behandeling van het bezwaar, de samenstelling, functies en de werkwijze van de commissie wordt uitgelegd. Tevens beoordeelt het secretariaat het bezwaarschrift op mogelijke gebreken of termijnoverschrijding. Het secretariaat geeft de bezwaarmaker binnen maximaal drie weken na ontvangst van het bezwaar de gelegenheid om gebreken te herstellen of een termijnoverschrijding te verklaren. In deze fase beoordeelt het secretariaat ook of een bezwaarschrift kennelijk niet -ontvankelijk of kennelijk (on)gegrond is. Zo ja, dan legt het secretariaat het bezwaar met de onderliggende stukken voor aan de voorzitter die dan beslist over het al of niet houden van een hoorzitting. Als de voorzitter beslist tot het niet houden van een hoorzitting, dan wordt de bezwaarmaker in een brief hiervan op de hoogte gebracht. De commissie brengt dan advies uit op basis van de stukken zonder dat een verweerschrift wordt gevraagd. In de gevallen waarin wel een hoorzitting plaatsvindt, verzoekt het secretariaat de vakafdeling om een procesdossier samen te stellen en een verweerschrift op te stellen. Uiterlijk drie weken voor een geplande zitting moeten de stukken bij het secretariaat worden aangeleverd. Het secretariaat stelt het dossier samen, stelt een samenvatting op, laat het dossier vermenigvuldigen en verzendt de uitnodigingen en de dossiers in beginsel veertien dagen voor de hoorzitting aan alle betrokkenen. De commissie vergadert volgens een rooster in principe drie keer per maand, op woensdagmiddag en donderdagavond in Hardenberg en op woensdagochtend in Ommen. Telkens komen een voorzitter en twee leden bijeen. Bij personele zaken komt de commissie op afroep bijeen. De commissie behandelt alle zaken, behalve met betrekking tot gemeentelijke belastingen. Als een bezwaarschrift binnenkomt, dan wordt dit geagendeerd voor de eerstvolgende beschikbare vergaderdatum, uiteraard met in achtneming van de termijn voor het opstellen van een verweerschrift en verzending van de stukken. Voor de leden van de commissie heeft dit tot gevolg dat zij adviseren over zaken die op allerlei beleidsterreinen liggen (variërend van de weigering van omgevingsvergunningen tot terugvordering van bijstand). De commissie hoort de bezwaarmaker, eventuele andere belanghebbenden en (vertegenwoordigers van) het verwerende bestuursorgaan in elkaars aanwezigheid en beraadt zich vervolgens - in beslotenheid - over het aan het bestuursorgaan uit te brengen advies. De hoorzittingen van de commissie zijn in beginsel openbaar, dat wil zeggen: ook toegankelijk voor publiek en pers. Als er echter zaken aan de orde komen die de persoonlijke levenssfeer raken, wordt de behandeling van die bezwaarschriften niet gepubliceerd en behandeld achter gesloten deuren. In de regel betreft dit bezwaarschriften op grond van de Wet werk en bijstand (verder: WWB), de Wet maatschappelijke ondersteuning (verder: Wmo) en ook bezwaarschriften die betrekking hebben op de ambtelijke rechtspositie.
1
Op de website van de gemeente Hardenberg en de gemeente Ommen (www.hardenberg.nl / www.ommen.nl ) is uitgebreide informatie opgenomen over de procedure van behandeling van bezwaarschriften bij beide gemeenten. De gemeentegids 2014-2015 bevat summiere informatie over de bezwarenprocedure en verwijst naar de websites van beide gemeenten. 4
Het conceptverslag en -advies worden, nadat deze door het secretariaat zijn opgemaakt, per e-mail aan de voorzitter en de leden, die de betreffende hoorzitting hebben bijgewoond, toegezonden. Deze leden hebben een week de tijd om hun opmerkingen aan het secretariaat door te geven. De stukken worden, zo nodig aangepast. Na ondertekening door de voorzitter en de secretaris worden de stukken gekopieerd en aan alle betrokkenen gezonden. Het originele advies en verslag gaan - samen met het procesdossier (de originele stukken) - naar het bestuursorgaan. Dit gebeurt inmiddels ook digitaal. Aangezien er sprake dient te zijn van een volledige heroverweging van het besluit waartegen bezwaar wordt gemaakt, toetst de commissie de rechtmatigheid en beoordeelt zij ook de doelmatigheid. Bij de beoordeling van de doelmatigheid stelt de commissie zich terughoudend op als het beleidskeuzes – vastgelegd in een verordening of in beleidsregels – van de gemeente betreft. Anderzijds betrekt de commissie wel wijzigingen in de omstandigheden, bijvoorbeeld in de medische situatie, bij de heroverweging van het besluit. De commissie bekijkt tijdens de hoorzitting ook of er een andere oplossing van het conflict mogelijk is. Dit kan leiden tot de opschorting van het advies om partijen binnen een vast te stellen termijn de gelegenheid te bieden tot een oplossing te komen. De commissie adviseert aan het gemeentebestuur en neemt dus zelf geen besluiten op het bezwaarschrift. De werkwijze is dat het advies wordt overgedragen aan de betreffende vakafdeling, die de op het bezwaarschrift te nemen beslissing verder voorbereidt (dat wil zeggen: aan het bestuursorgaan voorlegt) en uitvoert. Het bestuursorgaan bepaalt dus, hiertoe geadviseerd door de vakafdeling, zelf hoe met de adviezen van de commissie wordt omgegaan. Afwijking van een advies is dus mogelijk maar moet uiteraard wel goed gemotiveerd worden. Nadat het bestuursorgaan een beslissing op het bezwaar heeft genomen, krijgt het secretariaat van de commissie daarvan een afschrift, ter kennisname. Het secretariaat licht de betrokken commissieleden in als het bestuursorgaan het advies niet overneemt. Het secretariaat licht de leden ook in over eventuele beroepszaken (voorzover het secretariaat hiervan op de hoogte wordt gesteld). Wat betreft de informele procedure (pre-mediation) om bezwaarschriften te behandelen, merkt de commissie op dat deze activiteiten vooral liggen bij de vakafdeling, in die zin dat de vakafdeling na binnenkomst van een bezwaarschrift, vaak na overleg met het secretariaat van de commissie, beoordeelt of het besluit is te handhaven. Zo niet, dan volgt regelmatig een nieuw, voor bezwaarmaker gunstig, besluit waarna hij zijn bezwaarschrift intrekt. In het jaarverslag is wel opgenomen hoeveel bezwaarschriften er zijn ingetrokken (meestal vóór, maar soms ook ná de hoorzitting) waarbij de commissie zelf niet behoefde te adviseren. Bij een enkel geval, op het terrein van omgevingszaken, vindt mediation plaats door een interne, hiertoe opgeleide, mediator.
5
2. Ervaringen met de procedure 2.1
Instroom van bezwaarschriften
De instroom van bezwaarschriften vond in het verslagjaar gelijkmatig over het gehele jaar verspreid plaats. Die instroom kan overigens behoorlijk wisselen. Dit komt bijvoorbeeld doordat in een bepaalde maand financiële bijdragen worden verlaagd, wetgeving wordt gewijzigd of gewoon door toeval. Dit jaar zijn tijdens “zomermaanden” minder bezwaarschriften binnengekomen. Een uitzondering betreft de bezwaarschriften op het gebied van personele zaken. Dit werd veroorzaakt door besluiten van de BOH tot aanwijzing van herplaatsingskandidaten vanaf 1 juli 2014. Het aantal bezwaarschriften tegen besluiten van de gemeente Hardenberg is nagenoeg gelijk gebleven, namelijk 111 stuks. Tegen besluiten van de gemeente Ommen zijn 24 bezwaarschriften binnengekomen, relatief bezien een flinke stijging. Wat betreft besluiten van de bestuursdienst Ommen – Hardenberg zijn er 11 bezwaarschriften binnengekomen die bertrekking hadden op personele zaken. In totaal zijn er derhalve 146 bezwaarschriften binnengekomen bij de Commissie Bezwaarschriften. Daarnaast zijn twee bezwaarschriften doorgezonden naar de rechtbank Overijssel. Deze bezwaarschriften moesten bij nader inzien worden aangemerkt als beroepschriften. Verder zijn er geen bijzonderheden te melden. Onderstaand grafiek laat zien hoe de verdeling is:
12 10 8 Hardenberg Ommen BOH
6 4 2 0 januari
2.2
april
juli
oktober
Advies- en beslistermijnen
Voor de behandeling van een bezwaarschrift geeft de Awb zogenaamde beslistermijnen. Het bestuursorgaan dient binnen twaalf weken, nadat de bezwarentermijn is verstreken, een beslissing op het bezwaar te nemen. Deze termijn kan met ten hoogste zes weken worden verdaagd. Verder uitstel is mogelijk voor zover de indiener van het bezwaarschrift daarmee instemt en andere belanghebbenden daardoor niet in hun belangen worden geschaad of ermee instemmen.
6
Het bestuursorgaan (lees: de vakafdeling) bewaakt deze termijnen zelf. In de adviezen van de commissie wordt daar wel altijd expliciet aandacht aan besteed. In de meeste gevallen ontvangt het secretariaat een afschrift van het besluit op bezwaarschrift. Indien dit wordt vergeten, vraagt het secretariaat deze afschriften op of zoekt het betreffende besluit op in het archief of in het digitale systeem Verseon.
2.3
Uitstel van behandeling / Wachttijden
De behandelduur van bezwaarschriften is vaak onderhevig aan externe factoren. Rechtshulpverleners, zoals advocaten en juristen van rechtsbijstandverleners, vragen regelmatig, nadat zij een zogenaamd pro-forma bezwaarschrift hebben ingediend, om een termijn voor het indienen van (nadere) gronden van het bezwaarschrift. Daarnaast verzoeken bezwaarmakers regelmatig – wegens ziekte, vakantie – om uitstel van behandeling. In twee gevallen ging het om lang wachten op reacties van de vakafdeling. In totaal bedraagt het verleende/gevraagde uitstel 173 weken bij 17 dossiers. Gemiddeld is dit per uitgebracht advies 173 weken verdeeld over het aantal uitgebrachte adviezen(101) , wat neerkomt op 1,73 week. Het binnen de beslistermijn blijven is geen doel op zich. Als alle partijen (indiener van het bezwaarschrift en het verwerend bestuursorgaan) instemmen met een langere beslistermijn (bijvoorbeeld omdat men tijd wil nemen voor nader overleg), terwijl derde-belanghebbenden hierdoor niet worden benadeeld, is er geen ‘probleem’. De wet biedt hiertoe ook de mogelijkheid (artikel 7:10, lid 4, Awb: “Verder uitstel is mogelijk voor zover: a. alle belanghebbenden daarmee instemmen b. de indiener van het bezwaarschrift daarmee instemt en andere belanghebbenden daardoor niet in hun belangen kunnen worden geschaad, of c. dit nodig is in verband met de naleving van wettelijke procedurevoorschriften.” Met andere woorden: het niet halen van de beslistermijn is in die gevallen geen reden tot zorg/aanleiding tot ‘acties’. In het verslagjaar 2014 zijn de gegevens over de voortgang opnieuw in Excel verwerkt. Een voortgangssysteem waaruit deze gegevens gemakkelijker te voorschijn komen is niet beschikbaar.
2.4
Nader overleg en onderzoek
Als de commissie van oordeel is dat zij over onvoldoende gegevens beschikt voor het uitbrengen van een advies, kan tijdens de hoorzitting de zaak worden aangehouden en kan de voorzitter van de commissie een nader onderzoek gelasten. Dit kan zowel door de commissie zelf geschieden, als - in opdracht van de commissie - door een derde partij. Indien het nader overleg / onderzoek nieuwe en relevante gegevens oplevert, die van belang kunnen zijn voor de op het bezwaar te nemen beslissing, worden de nieuwe gegevens toegestuurd aan bezwaarmaker en het college voor eventuele nadere opmerkingen. De mogelijkheid bestaat om een tweede hoorzitting te beleggen. Van deze mogelijkheid is in 2014geen gebruik gemaakt. In een aantal gevallen wordt tijdens de hoorzitting afgesproken, dat nader overleg plaatsvindt tussen bezwaarmaker en de behandelend ambtenaar. Het uitbrengen van advies en de beslissing op bezwaar worden daarbij in ‘de wachtstand’ gezet, in afwachting van de resultaten van het overleg. Nader overleg leidt niet altijd tot snel resultaat. Vaak kost het weken - bijvoorbeeld door uitwisseling van nadere stukken, het maken van nieuwe offertes - voordat partijen al dan niet tot een oplossing komen. Al die tijd ligt het bezwaarschrift op de stapel "nog te behandelen zaken". Om de voortgang te bevorderen bewaakt het secretariaat de procedure. Regelmatig moet het secretariaat (niet altijd met succes) zowel de vakafdeling als bezwaarmaker aansporen om de benodigde actie te ondernemen. Als nader overleg
7
niet voor alle partijen het gewenste resultaat oplevert, brengt de commissie alsnog advies uit, waarna een formele beslissin gop het bezwaar volgt.
2.5
Behandelduur bezwaarschriften
Het onderstaande schema geeft de volgende behandeltermijnen aan. Hierbij is gerekend met netto termijnen, waaruit de vertraging door het wachten op gronden, medische adviezen (in 2014 slechts één keer) en ander uitstel zo veel mogelijk is weg gefilterd. 2
(Gemiddelde) netto behandeltermijn van de bezwaarschriften in 2014) Gemiddeld Besluit binnen Besluit langer Gemiddeld aantal weken minder dan of dan 14 weken aantal weken tot tot advies gelijk aan besluit op 14 weken bezwaarschrift 12,27 25 53 Totaal 2,7
Uit deze cijfers blijkt dat de gemiddelde benodigde termijn voor het opstellen van het advies, vergeleken met het vorige verslagjaar (2013: 13,20) met een week is gedaald Wat betreft het gemiddeld aantal weken vanaf het verzenden van het advies tot het besluit op het bezwaarschrift is de gemiddelde behandelduur 2,7 weken. In het jaar jaar 2013 was dit (2,9) en in 2012 (4,6).
2.6
Aantal behandelde bezwaarschriften / uitgebrachte adviezen
In het verslagjaar 2014 is de commissie 26 keer bijeengekomen (2013: 25 keer in totaal). De kamer voor personele zaken is vier keer bijeengekomen. In totaal zijn in 2014 146 bezwaarschriften, die betrekking hebben op besluiten van het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester, door de commissie ontvangen. De commissie heeft in het verslagjaar 2014 in totaal 164 bezwaarschriften in behandeling genomen. Dit is inclusief 18 bezwaarschriften die zijn binnengekomen in het jaar 2013 maar zijn behandeld in het verslagjaar 2014. De commissie heeft in totaal 83 plus 18 adviezen (over bezwaren uit 2013) = 101 adviezen uitgebracht. In het jaar 2014 zijn nog 18 adviezen uitgebracht over bezwaarschriften die zijn binnengekomen in het jaar 2013. Deze adviezen worden meegenomen in het verslag jaar 2014. Aantal binnengekomen bezwaarschriften/uitgebrachte adviezen (2010, 2011, 2012, 2013 en 2014 (vanaf 2013 inclusief BOH en Ommen) 250 200 150
193
180 138
164
151 128
112
128
130 102
101 80
100
Aantal bezw aarschriften Aantal uitgebrachte adviezen
50 0 2009
2010
2011
2012
2013
2014
2
Het betreft de behandeling vanaf binnenkomst bezwaarschrift t/m het verzenden van het advies door de commissie en de stand van zaken per 20 maart 2015 8
Het verschil tussen het aantal (binnengekomen) bezwaarschriften en het aantal uitgebrachte adviezen wordt verklaard doordat ook een aanzienlijk deel van de bezwaarschriften werd ingetrokken en door bezwaarschriften die nog in behandeling zijn, zie de tabel op pagina 13.
2.7
Het aantal bezwaarschriften per afdeling
Bij de indeling is rekening gehouden met de indeling in afdelingen. Alleen bij het Maatschappelijk Domein is een scheiding tussen de Wet maatschappelijke ondersteuning/leerlingenvervoer en de Wet werk en bijstand in stand gebleven. Bij de afdeling Dienstverlening is het onderdeel personeel apart gehouden, ook omdat hiervoor een aparte kamer van de commissie actief is. Het aantal bezwaarschriften in het kader van de Wmo / leerlingenvervoer is vrijwel gelijk gbleven. Wel zijn aan het eind van het verslagjaar 9 “bezwaarschriften” binnengekomen die betrekking hebben op de wijzigingen bij de huishoudelijke hulp per 1 januari 2015. Bij de WWB is het aantal ingediende bezwaarschriften vergeleken met de vorige jaren licht gedaald. De meeste bezwaarschriften hebben betrekking op het terugvorderen van bijstand en het toepassen van maatregelen waardoor de periodieke bijstandsuitkering wordt verlaagd.
Aantal bezwaarschriften per afdeling/cluster ( 2009, 2010, 2011 2012, 2013 en 2014)
120
109
2009 2010 2011 2012 2013 2014
100 80 60 60
51 40
40
40 29
53
59 43 30 27 33
20 2
2
4
2
7
2
0 Bijstand
Wmo leerlingenvervoer
Dienstverlening
9
80
69
70
2009 2010 2011 2012 2013 2014
60 50
41
37
36
40 30
24
28
20 10
6 2 4 2 2
9
8
7
12
1 2 1
0
Openbaar gebied
Ruimtelijk Domein
Personeel
Het aantal bezwaarschriften op het terrein van de Wet algemene bepalingen omgevingswet is aanzienlijk gestegen. Opvallend is dat vooral uitbreidingen van landbouwbedrijven in het buitengebied bezwaren oproepen van omwonenden. Daarnaast levert het handhaven met lasten onder dwangsom ook de nodige bezwaarschriften op. De meeste bezwaarschriften in Ommen hebben betrekking op het ruimtelijk domein.
2.8 Hoorzitting Het bestuursorgaan (meestal het college van burgemeester en wethouders) laat zich bij de commissie vertegenwoordigen door de behandelende ambtenaar. De commissie is in het algemeen tevreden over de wijze van optreden van de ambtelijke vertegenwoordigers. Zij zijn goed voorbereid op mogelijke vragen. Hierbij merkt de commissie op dat de ambtenaar het bestuursorgaan vertegenwoordigt. Dit houdt in dat hij ook vragen dient te beantwoorden die niet altijd op zijn eigen vakterrein liggen. Soms levert dit problemen op omdat deze vragen niet waren voorzien. Zo nodig kan hij een collega van een ander vakterrein vooraf raadplegen of meenemen naar de hoorzitting. Bij zaken die liggen op het terrein van de WWB en de Wmo valt het nog steeds op dat de vertegenwoordigers van het college (i.c. medewerkers van het bedrijfsbureau MD) niet zelf betrokken zijn geweest bij de besluitvorming. De commissie is van mening dat door deze werkwijze onvoldoende ‘leereffect’ uitgaat van de adviezen die de commissie uitbrengt. In ieder geval bij zaken op het terrein van bijstandsfraude is het zeer aan te raden dat naast of in plaats van de vertegenwoordiger van het bedrijfsbureau MD (ook) de consulent bij de zitting aanwezig is.
2.9 Zonder hoorzitting afdoen De commissie hoort de partijen (bezwaarmaker en het bestuursorgaan) niet, als een bezwaarschrift kennelijk niet-ontvankelijk is. Dat is bijvoorbeeld het geval als het bezwaarschrift te laat is ingediend, als er geen sprake is van een besluit in de zin van de Awb of als de bezwaarmaker geen belanghebbende is bij het bestreden besluit. In het verslagjaar 2014 is dit in 12 gevallen gebeurd. In die gevallen heeft het geen zin om bezwaarmakers op te roepen en te laten komen waarna hij tijdens de zitting verneemt dat zijn bezwaarschrift niet ontvankelijk is en niet inhoudelijk wordt behandeld. De betrokken bezwaarmakers worden in een brief op de hoogte gesteld van het feit dat de voorzitter van de commissie heeft besloten om af te zien van het horen. Als er bijvoorbeeld twijfel is over de ontvankelijkheid, dan hoort de commissie bezwaarmakers wel. In het verslagjaar is dit bij 2 zaken gebeurd. 10
2.10
Ingetrokken bezwaarschriften
Ook in 2014 zijn weer diverse bezwaarschriften ingetrokken, namelijk 43 stuks, dat is 27 % van de in het verslagjaar ingediende bezwaarschriften. In 2013 werd 40 % van het totale aantal ingediende bezwaarschriften ingetrokken (51 stuks). Met andere woorden: hier is sprake van een beperkte daling die op alle beleidsterreinen voorkomt, ook op het terrein van personeelszaken. Net als in voorgaande jaren zijn de meeste intrekkingen het gevolg van nader overleg tussen de behandelend ambtenaar, de secretaris van de Commissie Bezwaarschriften, de vergunninghouder/aanvrager om een voorziening of uitkering en/of derde-belanghebbende. In bijna alle gevallen is dit gebeurd voordat een hoorzitting is gehouden. In al die gevallen vond veelvuldig overleg plaats tussen de behandelende afdeling en het secretariaat van de commissie. In twee gevallen is het bezwaar tijdens de hoorzitting ingetrokken. Meerdere keren is een oplossing gevonden en is de gevraagde voorziening / vergoeding/uitkering alsnog verstrekt. Het gaat hier om 19 zaken. Bij 14 zaken van deze 19 zaken heeft de afdeling Maatschappelijke Domein een nieuw besluit genomen dat tegemoet kwam aan de bezwaren. De andere dertien zaken waren verspreid over de afdelingen Ruimtelijk Domein, Openbaar gebied en Dienstverlening (personele zaken). Verder is opvallend dat bij 12 dossiers alsnog mondelinge uitleg is gegeven waarna het bezwaar is ingetrokken. Dit is met name gebeurd bij bezwaren die liggen op het terrein van de Wet werk en bijstand en de Wet maatschappelijke ondersteuning.
3
Het advies
Na de hoorzitting beraadslaagt de commissie in beslotenheid over het uit te brengen advies. Bij de toetsing op ontvankelijkheid gaat de commissie na of het bezwaar gericht is tegen een besluit als bedoeld in de Awb, of dit besluit is uitgezonderd van bezwaar en beroep en of het bezwaarschrift binnen de wettelijke termijn van zes weken is ingediend. Daarnaast kijkt de commissie of de bezwaarmaker is aan te merken als belanghebbende bij het bestreden besluit en of het bezwaarschrift voldoet aan de wettelijke vormvereisten, bijvoorbeeld het motiveringsvereiste. Als het bezwaar deze toets doorstaat, beoordeelt de commissie of het bezwaar al dan niet (gedeeltelijk) gegrond is en of het bestreden besluit moet worden herroepen. Hierbij past de opmerking dat de Awb in het kader van de heroverweging de termen gegrond en ongegrond niet gebruikt. Artikel 7:11, tweede lid van deze wet zegt: "Voor zover de heroverweging daartoe aanleiding geeft, herroept het bestuursorgaan het bestreden besluit en neemt het voor zover nodig in de plaats daarvan een nieuw besluit". Dit betekent, dat de commissie zorgvuldig met de termen gegrond en ongegrond om moet gaan. Zo komt het voor dat de commissie van oordeel is, dat het bestreden besluit om (procedurele) redenen niet in stand kan blijven, zonder dat de bezwaarmaker deze gronden aanvoerde. In dat geval is de term gegrond niet op zijn plaats, maar zal het oorspronkelijke besluit wel herroepen moeten worden.
11
Overzicht adviezen, ingetrokken en in behandeling zijnde bezwaarschriften (2010, 2011, 2012, 2013 en 2014) Bij de gegronde bezwaarschriften is in bijna alle gevallen sprake van strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel (artikel 3:4 Awb), strijd met een wettelijk voorschrift of het motiveringsbeginsel (artikel 3:46 Awb). 90 85 80 75 70 65 60 55 50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0
78 66
64 5757 53 35
30 16 191317
niet ontvankelijk
2010(totaal=151)
51 43
ongegrond
33
15 12 16 4
14 10 10 6 3
gegrond
anders
2011(totaal=204) 2012(totaal=132) 2013(totaal=150)
28 6
ingetrokken
18 14
10
2014(totaal = 164)
2
in behandeling
Noot: De categorie 'anders' bestaat voornamelijk (6) uit gemengde adviezen. Dat wil zeggen dat een bezwaarschrift naar het oordeel van de commissie deels gegrond en deels ongegrond was.
Overzicht van gegeven adviezen, in behandeling zijnde zaken en ingetrokken zaken (in totaal 164) in percentages
6% 8%
10%
40%
ongegrond gegrond ingetrokken niet ontvankelijk in behandeling anders
27% 9%
3.1 Afwijken van het advies van de Commissie Nadat het advies van de commissie is uitgebracht overweegt het bestuursorgaan of het advies kan worden overgenomen. Dit geldt ook voor het verslagjaar 2014. In het verslagjaar is twee keer afgeweken van het advies van de commissie met als gevolg dat het bezwaar alsnog ongegrond (niet gegrond) werd verklaard. In een enkel ander geval is op een onderdeel afgeweken van het advies van de commissie.
12
3.2 Kosten Het is mogelijk dat bezwaarmakers de door hen gemaakte kosten in de bezwaarfase bij de gemeente kunnen declareren. De proceskosten worden op grond van een landelijk vastgesteld systeem in de vorm van forfaitaire bedragen vergoed. Kostenvergoeding vindt alleen desgevraagd plaats indien het bezwaar – wegens aan het bestuursorgaan te wijten onrechtmatigheid - gegrond is en het bestreden besluit is herroepen. In de folder bij de ontvangstbevestiging is hieraan door de commissie een paragraaf gewijd. Het gaat hier vooral om kosten van professionele rechtshulp, zoals advocaten, medewerkers van rechtsbijstandverzekeraars en juristen van vakbonden. Er is in meerdere gevallen een beroep gedaan op deze regeling, in de meeste gevallen door professionele rechtshulpverleners. De commissie heeft dit jaar in acht gevallen geadviseerd om de gemaakte kosten van rechtshulp te vergoeden. Het betreft hier in totaal een bedrag van € 5.972,50. Hiervan is een bedrag van € 4.024,50 vergoed. In twee gevallen is het college van burgemeester en wethouders afgeweken van het advies – ongegrond in plaats van gegrond – en zijn dus geen proceskosten vergoed. In het vorige verslagjaar 2013 betrof het een bedrag van € 3.304,-- aan proceskosten dat in de bezwaarfase is vergoed. Overigens zijn de bedragen voor de vergoeding van proceskosten vanaf 1 januari 2013 aanzienlijk (met 8 %) verhoogd.
3.3 Geconstateerde gebreken in besluiten Indien de commissie dat nodig oordeelt, kan zij aan het advies een zogenaamde 'overweging ten overvloede' toevoegen. Een dergelijke overweging houdt verband met de signaalfunctie van de commissie en heeft doorgaans geen betrekking op de inhoud van de zaak, maar bijvoorbeeld op de gevolgde procedure, het niet (volledig) vermelden van de juiste wetsartikelen of beleidsregels, of de onderbouwing van besluiten. De geadresseerde moet in het besluit kunnen lezen waarom nu juist dit besluit is genomen. In het jaar 2014 is er voor gekozen om kort aandacht te besteden aan de door de commissie geconstateerde gebreken en gemaakte opmerkingen / signalen. Afdeling MAATSCHAPPELIJK DOMEIN 1. Meerdere keren heeft de commissie (niet alleen in dit verslagjaar) moeten constateren dat de juridische grondslag (welke regeling, welke artikelen) ontbreekt in besluiten. Hierdoor weet de lezer vaak niet – als hij dit wil – op grond van welke regeling of artikelen hij geen voorziening of vergunning ontvangt. Het betreft een motiveringsgebrek dat in het besluit op bezwaar kan worden hersteld. 2. Bij de afdeling MD geen sprake van een sluitende verzendadministratie. Dit betekent dat als iemand stelt een brief of besluit niet te hebben ontvangen, uw college niet kan bewijzen dat deze brief of dit besluit daadwerkelijk is verstuurd. Dit kan worden ondervangen door voor de bijstandsgerechtigde belangrijke besluiten of brieven – bijvoorbeeld met een hersteltermijn of een tweede oproep om te verschijnen – aangetekend worden verstuurd. Ook kan – wat in de jurisprudentie wordt genoemd – een ‘deugdelijke verzendadministratie’ worden bijgehouden. 3. Evenmin is sprake van een sluitende ontvangstregistratie, met name als het gaat om stukken die door cliënten aan de balie worden afgegeven. De cliënt krijgt slechts een ontvangstbevestiging als hij daarom vraagt. In sommige gevallen zijn afgegeven stukken ‘ergens’ tussen de balie van het LOC-gebouw en de consulent zoekgeraakt en is hierdoor de cliënt in de problemen gekomen. 4. Het volledig motiveren van besluiten – met name bij afwijzen, herzien en terugvorderen – leidt tot problemen. Soms kan dit probleem in het besluit op bezwaar hersteld worden. Aanbevolen wordt om bij besluiten tot herziening/terugvordering van bijstand het daaraan ten grondslag liggende rapport van de Sociale Recherche mee te sturen. De commissie heeft dit in voorgaande jaren ook geadviseerd, maar dit advies is helaas door de vakafdeling in de wind geslagen.
13
5. In meerdere gevallen is bij het voor de tweede keer niet verschijnen bij oproepen in het kader van Workfast de bijstandsuitkering beëindigd – na opschorten - op grond van artikel 54,eerste, vierde lid, en artikel 17, tweede lid, Wet werk en bijstand. De commissie is echter van mening dat als het om oproepen om arbeidsinschakeling gaat de Afstemmingsverordening van toepassing is. De Centrale Raad van Beroep (ECLI:NL:CRVB:2015:456) deelt deze visie inmiddels ook. De oorzaak van de verschillende visie ligt in de verwarrende toelichting op de wettekst bij artikel 17 Wet werk en bijstand. (De Centrale Raad noemt de tekst van de toelichting ronduit “onbegrijpelijk”.)
Afdeling RUIMTELIJK DOMEIN Geen
Aanbevelingen (samengevat) 1 ) In besluiten van uw college dient altijd de juridische grondslag (de regeling, de relevante artikelen) te worden vermeld. Dit geldt niet alleen bij beschikkingen die veel worden gebruikt maar juist ook bij het afwijzen van een voorziening of uitkering. 2) Besluiten of brieven die voor bijstandsgerechtigden belangrijke, nadelige, gevolgen kunnen hebben aangetekend versturen zolang er geen sluitende verzendadministratie is bij de afdeling Maatschappelijke Domein. 3. Het strafrecht heeft zijn intrede gedaan in het bestuursrecht. De commissie adviseert om bij boetebesluiten duidelijk en grondig te omschrijven welke mate van verwijtbaarheid (opzet, grove schuld, gemiddelde verwijtbaarheid en verminderde verwijtbaarheid) aanwezig is en of er redenen zijn om de boete te verlagen. Zonder duidelijke onderbouwing is geen straf te bepalen.
14
Bijlage: (Hoger) beroep / voorlopige voorzieningen Tegen de beslissing op het bezwaar kan beroep bij de rechtbank worden aangetekend. In het verslagjaar is hiervan – vergeleken met vorige jaren – minder dan gemiddeld gebruik gemaakt. Voor een overzicht van de uitspraken in beroep wordt verwezen naar bijlage 1.
overzicht van uitspraken in (hoger) beroep en voorlopige voorzieningen 2014 beroepschriften:
voorlopige voorziening:
hoger beroep
2 gegrond 0 niet ontvankelijk 9 ongegrond 0 toegewezen 5 afgewezen 4 ongegrond 0 gegrond 0 niet ontvankelijk
15
Zaak
1. handel in oud ijzer over een periode van 3 jaar; herzien en terugvorderen 2 gronden te laat ingediend, niet ontvankelijk; terugvordering wegens samenwoning; 3. bouw rundveestal omgevingsvergunning 4. oudere zelfstandige; bedrijf levensvatbaar 5. met bestemmingsplan strijdige situatie; verzoek derde 6. Afwijzen bijstand levensonderhoud i.v.m. niet kunnen aantonen verblijfplaats 7. Ontslag wegens verstoorde verhoudingen 8. kappen lindes i.v.m. te weinig ruimte; leefbaarheid
Voorlopige voorziening (datum + uitspraak)
Beroep Rechtbank Overijssel (datum + uitspraak)
Hoger Beroep (datum + uitspraak)
22 januari 2014 Ongegrond
Geen enkele boekhouding; onvoldoende gegevens om schattenderwijs de bijstand vast te stellen waarop de bijstandsgerechtigde recht zou hebben Gronden te laat ingediend door advocaat, verklaring mw. Stoker over uitstel is hierbij doorslaggevend.
28 januari 2014 ongegrond
14 februari 2014 afgewezen
. 14 maart 2014 Ongegrond
Onvoldoende objectieve bewijzen
25 maart 2014 afgewezen
;
12 augustus 2014 afgewezen
Leerpunten
Keuken en toilet dient verwijderd te worden
6 september 2012 Ongegrond
8 april 2014 Ongegrond
25 juni 2012 Gegrond; kijken naar ander onderdeel voor herplaatsing
14 augustus 2014 Ongegrond
Onderzoek in bezwaarfase is wel zorgvuldig geweest; plaatsing bij andere onderdelen niet mogelijk
9. Bouw nieuwe rundveestal
13 november 2014 Ongegrond
10. intrekken wegens middelen van vader
26 november 2013 Ongegrond
17 februari 2015 Ongegrond
11. handhaving, afbreken 15 december 2014 bouwwerken, dwangsom afgewezen
Wat zonder bouwvergunning is opgericht is ook onder het overgangsrecht illegaal
12. terugvordering bijstand; lijfrente
28 februari 2013 Gegrond
13. verzoek tot invordering dwangsommen (stallen en fundering) 14. last onder dwangsom inzake vogels
6 januari 2015 Ongegrond
11 maart 2015 Ongegrond Schadevergoeding toegekend tot een bedrag van € 2.920,--, proceskosten tot € 735,-en griffiekosten à € 165,--
9 december 2014 Ongegrond
Bij bijstandsverlening telt lijfrente wel mee; bij IOAW niet; in beroep is terugvordering bijdrage sociaal cultureel fonds ten onrechte geschied Derde belanghebbende heeft geen belang meer bij invordering als de last al is uitgevoerd De last onder dwangsom is onvoldoende concreet en daardoor onrechtmatig. Oorspronkelijk was een schadevergoeding van € 10.695,00 gevraagd.
1
2
3