Gids camerabewaking -Ook wie weg is, is gezien?
Ook wie weg is, is gezien?: Cameratoezicht in openbare ruimtes, een kwantitatieve analyse. Opdrachtgever: FOD Binnenlandse Zaken – Algemene Directie Veiligheid en Preventie – Directie Lokale Integrale Veiligheid Promotor: Hans Vermeersch – Evelien De Pauw – Wim Hardyns van de Katholieke Hogeschool Zuid-WestVlaanderen, Expertisecentrum Maatschappelijke Veiligheid. Onderzoeker: Jill Mortelé – Famke Deprins Looptijd onderzoek: 1 november 2011 – 30 oktober 2012
2
Gids camerabewaking -Ook wie weg is, is gezien? 4
VII. Wetenschappelijk onderzoek: Ook wie weg is, is gezien? Voorwoord ......................................................................................................................................................5 Inleiding..............................................................................................................................................................7 I. Methodologie 1. Doelstelling en onderzoeksvragen............................................................8 2. Onderzoeksdesign.................................................................................................9 2.1. Objectieve veiligheid.........................................................................................10 2.2. Subjectieve veiligheid......................................................................................11 3. Methodologische beperkingen en tekorten....................................12 II.
Analyse en resultaten 1. Objectieve veiligheid........................................................................................14 1.1. Alle steden samen.............................................................................................14 1.2. Case 1.........................................................................................................................19 1.3. Case 2.........................................................................................................................21 1.4. Case 3.........................................................................................................................23 1.5. Case 4.........................................................................................................................24 1.6. Case 5.........................................................................................................................26 1.7. Case 6.........................................................................................................................27 1.8. Case 7.........................................................................................................................29 2. Subjectieve veiligheid......................................................................................31
III.
Eindconclusie en aanbevelingen.................................................................................33
Het aantal steden en gemeenten dat in het laatste decennium in de strijd tegen criminaliteit en onveiligheid gekozen heeft om camera’s te plaatsen, stijgt zienderogen. Het onderwerp was in het recente verleden en nu nog dan ook de inzet van hevige, bij momenten zelfs politiek-filosofische, discussies. Het heersende debat waarvan de argumenten genoegzaam bekend zijn, doet evenwel sterk gepolariseerd aan: tegenstanders van cameratoezicht schermen met het recht op privacy, voorstanders roepen de dwingende eis om meer veiligheid in. Zowel het fundamentele debat als elke concrete discussie over het invoeren van cameratoezicht op een bepaalde plaats, heeft nood aan een pragmatisch georiënteerd en wetenschappelijk geïnspireerd discours. Het onderzoek “Cameratoezicht in openbare plaatsen – een kwantitatieve analyse” had dan ook tot doel om op een kwantitatieve methode cameratoezicht te evalueren.
Gids camerabewaking -Ook wie weg is, is gezien?
INLEIDING
In een eerste deel vindt u meer verduidelijking en uitleg betreffende de methodologie van het onderzoek, de door de onderzoekers aangewende middelen tijdens de onderzoeksfase en de methodologische moeilijkheden en beperkingen van het onderzoek. Vervolgens zullen de specifieke analyse en de resultaten van zowel de objectieve als subjectieve veiligheid aan bod komen. Aan de hand van deze analyse wordt getracht de effectiviteit van camerabewaking weer te geven. Tot slot wordt het onderzoek afgesloten met een algemene conclusie en aanbevelingen waarbij er op basis van de resultaten getracht wordt een antwoord te formuleren op de onderzoeksvragen die de basis vormden voor de start van het wetenschappelijk onderzoek. Enkele praktijkgerichte aanbevelingen worden naar voor geschoven om de lokale overheden te ondersteunen.
7
Gids camerabewaking -Ook wie weg is, is gezien?
I. METHODOLOGIE 1. Doelstelling en onderzoeksvragen Uit de literatuurstudie van het onderzoeksteam is gebleken dat weinig studies toelaten om een eenvoudig en eenduidig antwoord te formuleren op de vraag naar de effectiviteit van camerabewaking en dat het, bij effectiviteitsonderzoek van cameratoezicht, noodzakelijk is om de context voldoende in rekening te brengen. Binnen dit onderzoek ligt de nadruk op de kwantitatieve analyse van de effectiviteit van cameratoezicht. Het effect wordt nagegaan aan de hand van objectieve gegevens, weergegeven in de politiestatistieken. Deze analyse wordt aangevuld met de analyse van data met betrekking tot onveiligheidsgevoelens, gebaseerd op gegevens verkregen via een post-enquête. De bewoners van de verschillende sites werden retrospectief bevraagd over hun huidige onveiligheidsgevoel en de verandering ervan, hun risicoperceptie, hun mijdgedrag en hun mening met betrekking tot de effectiviteit en de wenselijkheid van cameratoezicht. Bij deze bevraging werd steeds rekening gehouden met het implementatiemoment van de camera’s, welke in iedere van de betrokken steden verschillend is. De context van de onderzochte sites wordt in kaart gebracht door de betrokken politiezones te bevragen betreffende: - De (technische) specificaties van de camerasystemen; - De selectie van de (voor dit onderzoek geschikte) sites; - De evolutie van de veiligheid in de stad/gemeente in zijn geheel. Volgende onderzoeksvragen worden met deze studie beantwoord: Onderzoeksvraag 1: Wat is het effect van cameratoezicht op criminaliteit, overlast en het onveiligheidsgevoel binnen een afgebakend gebied, een buurt en een stad en dit in het algemeen en voor specifieke criminaliteitsvormen? Onderzoeksvraag 2: In welke mate is er sprake van een verplaatsingseffect of van andere onvoorziene effecten van het cameratoezicht?
8
2. Onderzoeksdesign Om de effecten van camerabewaking in openbare ruimtes te kunnen nagaan, werden bovenstaande onderzoeksvragen geanalyseerd aan de hand van een aantal onderzoekscases. Om onverwachte of ongewenste effecten, zoals de mogelijke verplaatsing van criminaliteit en de diffusie van voordelen, in rekening te kunnen brengen, dient er binnen iedere stad/gemeente te worden gestreefd om minimaal 3 verschillende sites te selecteren en de evoluties in deze sites onderling met elkaar te vergelijken om zo de invloed van camerasystemen zichtbaar te maken (Welsh & Farrington, 2007; Welsh & Farrington, 2002; Welsh & Farrington, 2003).
Gids camerabewaking -Ook wie weg is, is gezien?
Onderzoeksvraag 3: In welke mate heeft het cameratoezicht een impact op de bestuurlijke aanpak en het politioneel optreden, met name op de interventies? (Deze vraag kon binnen dit onderzoek slechts in beperkte mate onderzocht worden).
Binnen dit onderzoek werden volgende sites (in de mate van het mogelijke) per stad/gemeente geselecteerd: - De onderzoekssite: het gebied waar effectief camera’s in de openbare ruimte werden geplaatst; - De buffersite of aanpalende site: het gebied rond de onderzoekssite, zonder cameratoezicht; - De controlesite: een locatie afgelegen van zowel de onderzoekssite als de buffersite, zonder cameratoezicht. Deze site dient wel overeenkomsten met de onderzoekssite te vertonen. Bij de selectie van de onderzoekscases werd er gestreefd naar een minimum onderzoeksdesign van 2 Vlaamse, 2 Brusselse en 2 Waalse cases. Uiteindelijk werden binnen dit onderzoek 7 steden/gemeenten geselecteerd. Om de anonimiteit van deze steden te kunnen waarborgen, worden de namen van deze steden niet vrijgegeven en worden de verschillende cases genummerd weergegeven.
9
Gids camerabewaking -Ook wie weg is, is gezien?
2.1. Objectieve veiligheid
De invloed van camerabewaking op de objectieve veiligheid werd nagegaan aan de hand van een analyse van de criminaliteitscijfers binnen iedere deelnemende stad/gemeente en dit, indien mogelijk, voor een minimale periode van 1 jaar vóór en 1 jaar na de plaatsing van de camera’s om zo cijfergegevens gedurende een voldoende lange periode te kunnen verkrijgen. Om methodologische redenen werd geopteerd om eenzelfde tijdspanne vóór en na de implementatie van de camera’s te bestuderen. Op deze manier is het mogelijk om de criminaliteitsverandering in absolute cijfers te vergelijken en kunnen gerichte analyses worden uitgevoerd. De studie van het effect van cameratoezicht op de objectieve veiligheid omvat een globale analyse en een reeks case-specifieke analyses. Deze globale analyse combineerde de cijfergegevens van alle steden/ gemeenten samen en vergeleek de verschillen tussen de onderzoeks-, buffer- en controlesite. Op deze manier worden specifieke contextuele factoren gedeeltelijk ‘weggezuiverd’ en krijgen we zicht op een ‘algemeen patroon’ dat relatief los staat van specifieke lokale factoren en vormen van bias. Naast een algemene analyse, werd echter ook de invloed van cameratoezicht geanalyseerd per stad/ gemeente om na te gaan in welke mate het effect van cameratoezicht afhankelijk is van of kan verklaard worden door specifieke contextuele en technische factoren. De analyses van de cijfergegevens gebeurden voor iedere stad/gemeente gelijkaardig. Er gebeurde niet alleen een analyse op de beschikbare data naar algemene criminaliteit toe, maar ook naar de vooraf vastgelegde criminaliteitscategorieën om zo meer specifieke effecten van cameratoezicht te kunnen opsporen. De 4 vastgelegde criminaliteitscategorieën binnen dit onderzoek zijn: - Overlast; - Diefstal en beschadigingen; - Geweld en bedreigingen; - Fraude en bedrog.
10
2.2. Subjectieve veiligheid
Om een zicht te krijgen op de manier waarop camera’s de perceptie van (on)veiligheid beïnvloeden, werden in de geselecteerde sites de gepercipieerde site-gebonden onveiligheidsgevoelens van de bewoners bevraagd en geanalyseerd. Aangezien een nulmeting (meting voor de camera-implementatie) niet voor handen was, werd er geopteerd voor een ‘retrospectief onderzoek’, waarbij beroep werd gedaan op de mate waarin respondenten kunnen inschatten in welke mate de veiligheidssituatie binnen hun buurt zich over de jaren heen heeft ontwikkeld. Om pragmatische redenen werd ervoor geopteerd om de subjectieve bevraging te beperken tot 1 stad/ gemeente in Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Er werd gewerkt aan de hand van een post-enquête die onwillekeurig in de brievenbussen binnen de verschillende sites werd gedeponeerd, waarbij een zo groot mogelijke variabiliteit van respondenten werd nagestreefd.
Gids camerabewaking -Ook wie weg is, is gezien?
De doelstellingen die het onderzoeksteam met deze analyse wenste te bereiken, zijn: - Inzicht te brengen in hoe de bewoners van de verschillende sites denken over camerabewaking; - De camerabewustheid van de bewoners in kaart brengen; - Na te gaan in welke mate de aanwezigheid van camerabewaking en de attitudes ten opzichte van camerabewaking gerelateerd zijn aan de veiligheidsbeleving en de perceptie van de verandering in de veiligheidssituatie in de buurt na de camera implementatie. In totaal werden er 4000 enquêtes verspreid over de verschillende sites van de betrokken steden/gemeenten. 348 (9%) vragenlijsten werden teruggestuurd, waardoor de vergelijking tussen de verschillende sites, over de steden heen, centraal stond.
11
Gids camerabewaking -Ook wie weg is, is gezien?
Tabel 1: Verdeling respons over de sites, 3 steden gecombineerd.
Site
Aantal
Procentueel
Onderzoekssite
113
32,5%
Buffersite
141
40,5%
Controlesite
94
27,0%
3. Methodologische beperkingen en tekorten Tijdens het uitvoeren van het onderzoek, werd men geconfronteerd met een aantal methodologische en pragmatische beperkingen. Het is belangrijk dat de resultaten van dit onderzoek dus geïnterpreteerd worden, rekening houdend met deze aspecten.
Controlesite
Het was geen evidentie om in alle steden/gemeenten een controlesite te selecteren. Door ‘de rest van de stad’ als controlesite te aanzien en deze cijfers te vergelijken met de onderzoekssite, kan dit echter de resultaten beïnvloeden. Een suboptimale controlesite is echter beter dan geen controlesite aangezien deze essentieel is om eventuele criminaliteitstrends aan te tonen (Welsh & Farrington, 2007; Welsh & Farrington, 2003; Welsh & Farrington, 2009).
12
Gedetailleerde cijfergegevens
Het was geen evidentie om de juiste en gedetailleerde cijfergegevens te verkrijgen. Vaak ontbrak het aan gedegen cijfermateriaal om de analyses met betrekking tot de objectieve parameters uit te voeren, bijvoorbeeld met betrekking tot de politie-interventies of de evolutie van de criminaliteit in de stad in het geheel.
Politie-interventies
Er kon slechts voor 2 steden een analyse van het aantal politie-interventies uitgevoerd worden. Het verband tussen cameratoezicht en de gerichtheid van politie-interventies kon hierdoor niet altijd geanalyseerd worden en bepaalde hypothesen konden onvoldoende getoetst worden.
Gids camerabewaking -Ook wie weg is, is gezien?
Post-enquête
Omwille van praktische en financiële redenen was het niet mogelijk om de subjectieve onveiligheidsgevoelens in alle betrokken steden/gemeenten te bevragen. Ook de respons op de post-enquête was eerder beperkt waardoor enkel algemene conclusies hieromtrent konden geformuleerd worden.
Retrospectieve bevraging
Een retrospectieve bevraging brengt zonder twijfel een vorm van bias (geheugeneffecten) met zich mee. Toch is het onwaarschijnlijk dat die vorm van bias zich anders zou manifesteren in de verschillende sites.
13
Gids camerabewaking -Ook wie weg is, is gezien?
II.
ANALYSE EN RESULTATEN
1. Objectieve veiligheid Hieronder vindt u een overzicht van de belangrijkste resultaten. In de blauwe kader wordt telkens de belangrijkste resultaten en eventuele onverwachte effecten per analyse weergegeven. Het is echter belangrijk dat u voor ogen houdt dat deze resultaten steeds moeten genuanceerd worden. Binnen dit wetenschappelijk onderzoek zijn er heel wat methodologische beperkingen waarmee rekening moet worden gehouden. Verder is het effect van camera’s sterk afhankelijk van de lokale context, de complexiteit van het probleem en al dan niet de inzet van andere maatregelen.
1.1. Alle steden samen
De globale analyse combineert de cijfergegevens van alle onderzochte steden samen en vergelijkt de verschillen tussen de verschillende sites. Zo krijgen we zicht op een algemeen patroon dat relatief los staat van specifieke lokale factoren. Onderstaande analyse is gebaseerd op cijfergegevens van 12 maanden voor en 12 maanden na de implementatie van camera’s.
14
Algemene geregistreerde criminaliteit
Gids camerabewaking -Ook wie weg is, is gezien?
Figuur 1: Algemene criminaliteit: voor en na implementatie camera’s (marge: 24 maanden), alle steden samen.
In bovenstaande figuur zien we een lichte daling van de criminaliteit in de onderzoekssite, dit lijkt de preventieve effectiviteit van camerabewaking te bevestigen.
De stijging in de controlesite en de buffersite kan op verschillende manieren worden geïnterpreteerd. Enerzijds is het mogelijk dat er sprake is van een (beperkt) verplaatsingseffect. Anderzijds kan deze toename gezien worden als de reflectie van een mogelijks algemeen stijgende trend in de criminaliteit die enkel in de onderzoekssite werd afgeremd/omgebogen.
15
Gids camerabewaking -Ook wie weg is, is gezien?
Geregistreerde criminaliteit per categorie
Overlast
Figuur 2: Overlast: voor en na implementatie camera’s (marge: 24 maanden), alle steden samen Bovenstaande figuur geeft aan dat er in de onderzoekssite een algemene daling is van overlast. In vergelijking met de controlesite, waar er een stijging van de criminaliteit aanwezig is, kan worden gesteld dat cameratoezicht bijdraagt tot een vermindering van het aantal overlastfeiten. Naast een effectieve daling van het aantal feiten in de onderzoekssite, brengt cameratoezicht een bijkomende en positieve invloed op de buffersite met zich mee. De daling in de buffersite toont aan dat er zich een diffusie van voordelen heeft voorgedaan.
16
Diefstallen en beschadigingen
Gids camerabewaking -Ook wie weg is, is gezien?
Figuur 3: Diefstallen en beschadigingen voor en na de implementatie van camera’s (marge: 24 maanden), alle steden samen. De daling van het aantal diefstallen en beschadigingen binnen de onderzoekssite, in contrast met de stijging van het aantal feiten in de controlesite, geeft aan dat het cameratoezicht een positieve invloed uitoefent op het aantal diefstallen en beschadigingen binnen de verschillende steden. Binnen de buffersite is er een stijging van het aantal feiten op te merken, die significant verschilt met de daling in de onderzoekssite. Dit kan wijzen op een verplaatsing van de criminaliteit van de onderzoekssite naar de buffersite.
17
Gids camerabewaking -Ook wie weg is, is gezien?
Fraude en bedrog
Figuur 4: Fraude en bedrog voor en na de implementatie van camera’s (marge: 24 maanden), alle steden samen.
Voor wat betreft fraude en bedrog is er een daling in de onderzoekssite merkbaar. Cameratoezicht lijkt dus effectief bij het bestrijden van deze criminaliteitscategorie. De resultaten binnen de buffersite verschillen significant van die in de onderzoeks- en controlesite. Dit kan wijzen op een gedeeltelijke verplaatsing van de criminaliteit.
18
Algemene criminaliteit: - Gewenst effect: daling van de criminaliteit (preventief effect) - Beperkt verplaatsingseffect Overlast: - Gewenst effect: daling van de criminaliteit (preventief effect) - Diffusie van voordelen Diefstallen en beschadigingen: - Gewenst effect: daling van de criminaliteit (preventief effect) - Verplaatsingseffect
Gids camerabewaking -Ook wie weg is, is gezien?
De belangrijkste resultaten en onverwachte effecten
Geweld en bedreigingen: - Nul effect: geen significante verschillen geregistreerd Fraude en bedrog: - Gewenst effect: daling van de criminaliteit (preventief effect) - Verplaatsingseffect
1.2. Case 1
Voor deze stad is de analyse gebaseerd op cijfergegevens van 32 maanden voor en 32 maanden na de implementatie van camera’s. In deze stad wordt er gewerkt met verschillende ‘dome’-systemen1 , die elk afzonderlijk kunnen bediend worden. Bij het opvolgen van de beelden maakt men gebruik van functionele mappen, waardoor de camera’s
1
‘dome’-systemen: De dome-camera’s zijn bolvormige camera’s die 360° graden rond hun as kunnen draaien/filmen.
19
Gids camerabewaking -Ook wie weg is, is gezien?
door één druk op de knop op bepaalde punten of trajecten kunnen focussen. Bij de installatie van de camera’s lag de focus van de beelden op de belangrijkste uitgaansgebieden, de toeristische zones, de winkelstraten met de parallelle straten en de belangrijkste wegen in en uit de stad met extra aandacht voor de vluchtwegen. De onderzoekssite die voor deze case gekozen werd, bevat vooral een winkelgebied. Er is live cameratoezicht, maar dit gebeurt wel in combinatie met het uitvoeren van andere (administratieve) taken. Met de implementatie van de camera’s werden verschillende doelstellingen nagestreefd. Zo hadden de camera’s tot doel om ‘door middel van de verzameling, verwerking of bewaring van beelden die geregistreerd of opgenomen zijn door het camerasysteem, misdrijven tegen personen of goederen of overlast te voorkomen, vast te stellen of op te sporen of de openbare orde te handhaven.’ Naast het cameratoezicht werden er door deze stad ook nog andere bijkomende maatregelen getroffen zoals de heraanleg van enkele straten, het voeren van sensibiliseringscampagnes en het uitvoeren van (politie) patrouilles.
De belangrijkste resultaten en onverwachte effecten die binnen deze stad bekomen werden Algemene criminaliteit: - Mogelijks ongewenst effect: indicaties tot een verhoogde registratie van de feiten ten gevolge van het cameratoezicht Overlast: - Onduidelijk effect: groter effect in controlesite. Niet mogelijk om ondubbelzinnig een effect te besluiten
20
Geweld en bedreigingen: - Mogelijks ongewenst effect: stijging van het aantal feiten door verhoogde registratie van de feiten. Fraude en bedrog: - Nul effect: geen significante verschillen tussen de sites aanwezig
1.3. Case 2
Gids camerabewaking -Ook wie weg is, is gezien?
Diefstallen en beschadigingen: - Mogelijks ongewenst effect: indicatie tot een verhoogde registratie van de feiten door het cameratoezicht
Voor deze stad is de analyse gebaseerd op cijfergegevens van 12 maanden voor en 12 maanden na de implementatie van camera’s. In deze stad wordt er gewerkt met vaste camera’s, ‘speeddome’ camera’s, intelligente camerasystemen en wordt er ook gewerkt met functionele mappen, waardoor de camera’s door één druk op de knop op bepaalde punten kunnen focussen. De camerasystemen werden vooral geïmplementeerd in uitgaansbuurten, drukke toeristische gebieden en plaatsen waar een fuifzaal aanwezig is. De onderzoekssite die voor deze case gekozen werd, is een belangrijke uitgaansbuurt. Er is live cameratoezicht, maar dit gebeurt wel in combinatie met het uitvoeren van andere (administratieve) taken. Er is automatische alarmering bij bendevorming, geluid, …
21
Gids camerabewaking -Ook wie weg is, is gezien?
Met de implementatie van de camera’s werd er vooral naar gestreefd de overlast in de uitgaansbuurten te bestrijden. Naast het cameratoezicht werden er door deze stad ook nog andere bijkomende maatregelen getroffen zoals het uitvoeren van extra patrouilles, het gerichter inzetten van politiemensen, het invoeren van alcoholverbod op straat in het weekend en het invoeren van de GAS-wetgeving.
De belangrijkste resultaten en onverwachte effecten die binnen deze stad bekomen werden Algemene criminaliteit: - Ongewenst effect: stijging van het aantal delicten door verhoogde registratie feiten of een betere sturing van de interventies - Geen onverwachte effecten geregistreerd Overlast: - Ongewenst effect: stijging van het aantal overlastfeiten door verhoogde registratie van de feiten - Geen onverwachte effecten geregistreerd Diefstallen en beschadigingen: - Nul effect: geen significante verschillen tussen de sites teruggevonden Geweld en bedreigingen: - Nul effect: geen significante verschillen tussen de sites teruggevonden Fraude en bedrog: - Te weinig feiten in de onderzochte periode aanwezig om sluitende conclusies te trekken
22
Voor deze stad is de analyse gebaseerd op cijfergegevens van 27 maanden voor en 27 maanden na de implementatie van camera’s. In deze stad wordt er gewerkt met verschillende types camera’s zoals o.a. een mobiel camerasysteem, PTZ camera’s , ‘dome’ camera’s2 en intelligente camerasystemen. Verder wordt er gewerkt met functionele mappen, waardoor de camera’s door één druk op de knop op bepaalde punten kunnen focussen. De camerasystemen werden vooral geïmplementeerd in de belangrijkste uitgaansbuurten, de winkelstraten, de binnenstad/markt en de stationsbuurt. De onderzoekssite die voor deze case gekozen werd, bestaat uit zowel de stationsbuurt als de binnenstad. Er is live cameratoezicht, maar dit gebeurt wel in combinatie met het uitvoeren van andere (administratieve) taken. Bij evenementen wordt er volledig live cameratoezicht uitgevoerd.
Gids camerabewaking -Ook wie weg is, is gezien?
1.4. Case 3
Een eerste doelstelling die men wenst te bereiken met de implementatie van de camera’s is de bestrijding van algemene overlast binnen de stad. In tweede instantie worden de camerabeelden gebruikt als een vorm van bewijsvoering. Naast het cameratoezicht werden er door deze stad ook nog andere bijkomende maatregelen getroffen zoals onder andere het opnieuw aanleggen van de markt, het toevoegen van drempels en pleintjes om het wild parkeren tegen te gaan, meer blauw op straat, buurtwerk, overlastbemiddeling, evenementenbegeleiding en het uitbouwen van de dienst integrale veiligheid.
PTZ-camera: Pan-Tilt-Zoom camera 23
Gids camerabewaking -Ook wie weg is, is gezien?
De belangrijkste resultaten en onverwachte effecten die binnen deze stad bekomen werden Algemene criminaliteit: - Gewenst effect: daling van de criminaliteit - Diffusie van voordelen Overlast: - (Beperkt) gewenst effect: daling van de criminaliteit - Slechts geringe daling eventueel door verhoogde registratie van de feiten. - Diffusie van voordelen Diefstallen en beschadigingen: - Gewenst effect: daling van het aantal feiten - Geen bijkomende of onverwachte effecten Geweld en bedreigingen: - Nul effect: geen effecten geregistreerd Fraude en bedrog: - Beperkt gewenst effect: minder snelle stijging in onderzoekssite dan in controlesite.
1.5. Case 4 Voor deze stad is de analyse gebaseerd op cijfergegevens van 16 maanden voor en 16 maanden na de implementatie van camera’s.
24
De camerasystemen werden vooral geïmplementeerd in de handelswijken, de plaatsen waar sprake is van een uitgebreid netwerk van openbaar vervoer en de plaatsen waar regelmatig stadsbendes rondhangen. De onderzoekssite die voor deze case gekozen werd, is een volledig metrogebied met de hoofdstraat. Er is beperkt tot geen live cameratoezicht. De beelden hebben dus bijna uitsluitend een reactief doeleinde. Bij de implementatie van de camera’s werden geen specifieke doelstellingen vooropgesteld. Naast het cameratoezicht werden er door deze stad weinig tot geen bijkomende maatregelen genomen of veranderingen uitgevoerd.
Gids camerabewaking -Ook wie weg is, is gezien?
In deze stad wordt er gewerkt met ‘dome’ camera’s en intelligente camerasystemen.
De belangrijkste resultaten en onverwachte effecten die binnen deze stad bekomen werden Algemene criminaliteit: - Onduidelijk effect: beperkt gewenst effect in onderzoekssite: lichte daling van de algemene criminaliteit - Mogelijk verplaatsingseffect Overlast: - Nul effect: geen significante verschillen gevonden Diefstallen en beschadigingen: - Onduidelijk effect: daling in onderzoekssite is minder sterk dan in controlesite
25
Gids camerabewaking -Ook wie weg is, is gezien?
Geweld en bedreigingen: - Nul effect: geen significante verschillen gevonden Fraude en bedrog: - Nul effect: geen significante verschillen gevonden
1.6. Case 5 Voor deze stad is de analyse gebaseerd op cijfergegevens van 22 maanden voor en 22 maanden na de implementatie van camera’s. In deze stad wordt er gewerkt met gefixeerde camera’s, ‘dome’ camera’s en ‘cyberdome’ camera. De camerasystemen werden vooral geïmplementeerd in probleembuurten, in belangrijke metrostations en andere knooppunten van openbaar vervoer. Er is een gericht en live cameratoezicht. Bij de implementatie van de camera’s werden er geen specifieke doelstellingen geformuleerd. Naast het cameratoezicht werden er door deze stad ook nog algemene werken binnen de stad uitgevoerd. Het was echter onmogelijk om specifieke veranderingen aan te geven.
26
Algemene criminaliteit: - Onduidelijk effect: wegens té beperkte daling deels onduidelijkheid over oorzaak daling, toch indicatie tot neiging tot gewenst effect. - Gedeeltelijk verplaatsingseffect Overlast: - Indicatie tot ongewenst effect: stijging van overlastfeiten door verhoogde registratie feiten. Voorzichtigheid geboden gezien lage absolute aantallen. Diefstallen en beschadigingen: - Beperkt gewenst effect: gering preventief effect op diefstallen en beschadigingen
Gids camerabewaking -Ook wie weg is, is gezien?
De belangrijkste resultaten en onverwachte effecten die binnen deze stad bekomen werden
Geweld en bedreigingen: - Nul effect: geen significante verschillen gevonden Fraude en bedrog: - Nul effect: geen significante verschillen gevonden
1.7. Case 6 Voor deze stad is de analyse gebaseerd op cijfergegevens van 2 jaar voor en 2 jaar na de implementatie van camera’s. In deze stad wordt er gewerkt met ‘dome’ camerasystemen.
27
Gids camerabewaking -Ook wie weg is, is gezien?
De camerasystemen werden vooral geïmplementeerd binnen de ruimte van de binnenstad tot aan het station. De onderzoekssite die voor deze case gekozen werd, bevat alle camera’s die binnen de stad werden geplaatst. Er is beperkt tot geen live cameratoezicht. Bij de implementatie van de camera’s werden er geen specifieke doelstellingen vooropgesteld. In een latere fase ging er bijzondere aandacht naar diefstallen en zakkenrollers in de stad. Naast het cameratoezicht werden er door deze stad weinig structurele veranderingen uitgevoerd.
De belangrijkste resultaten en onverwachte effecten die binnen deze stad bekomen werden Algemene criminaliteit: - Onduidelijk effect: daling van het aantal feiten, maar onduidelijk of dit door camera’s werd veroorzaakt (geen live toezicht). - Geen bijkomende of onverwachte effecten Overlast: - Onduidelijk effect: sterke stijging van het aantal feiten, moeilijk toe te schrijven aan het verhoogde toezicht door grotendeels ontbreken van live toezicht - Geen onverwachte of bijkomende effecten Diefstallen en beschadigingen: - Gewenst effect: daling van het aantal feiten, preventief effect cameratoezicht - Geen onverwachte of bijkomende effecten
28
Fraude en bedrog: - Cijfergegevens te beperkt om sluitende conclusies te kunnen formuleren
1.8. Case 7
Gids camerabewaking -Ook wie weg is, is gezien?
Geweld en bedreigingen: - Nul effect: een lichte stijging in de onderzoekssite, maar niet significant - Lichte daling in de buffersite, eventueel indicatie voor diffusie van voordelen
Voor deze stad is de analyse gebaseerd op cijfergegevens van 11 maanden voor en 11 maanden na de implementatie van camera’s. In deze stad wordt er gewerkt met ‘dome’ camera’s, intelligente camerasystemen en camera’s die gemakkelijk verplaatsbaar zijn. Het grootste deel van de stad staat onder cameratoezicht, waarbij speciale aandacht uitgaat naar de probleembuurten en het centrum van de stad. Er is live cameratoezicht, maar dit gebeurt wel in combinatie met het uitvoeren van andere (administratieve) taken. Tijdens evenementen wordt overgeschakeld naar volledig live toezicht. Met de implementatie van de camera’s werden enkele specifieke doelstellingen vooropgesteld. Initieel werden de camera’s geplaatst aan de hand van 3 belangrijke criteria, nl. mobiliteit, behouden van de publieke orde en veiligheid.
29
Gids camerabewaking -Ook wie weg is, is gezien?
Naast het cameratoezicht werden er door deze stad ook nog algemene veranderingen binnen de stad uitgevoerd. Het is echter niet mogelijk om hierover exacte informatie weer te geven. Door het voortdurend updaten van de software en het plaatsen en/of verwijderen van camera’s, is ook de camerabewaking geëvolueerd doorheen de tijd.
De belangrijkste resultaten en onverwachte effecten die binnen deze stad bekomen werden Algemene criminaliteit: - Nul effect: alle sites vertonen een toename van het aantal feiten. Overlast: - Onduidelijk effect: beperkt significante waarden, eventueel evidentie tot beperkt gewenst effect maar niet duidelijk of dit door de camerasystemen werd geregistreerd - Verplaatsingseffect (Voorzichtigheid is geboden) Diefstallen en beschadigingen: - Nul effect: geen significante verschillen Geweld en bedreigingen: - Nul effect: geen significante verschillen Fraude en bedrog: - Mogelijks gewenst effect: daling van het aantal feiten, preventief effect cameratoezicht. - Beperkt verplaatsingseffect: kan eventueel indicatie zijn van een algemeen stijgend patroon binnen de stad.
30
Subjectieve veiligheid
Uit de analyse van de enquêtes blijkt dat de respondenten over het algemeen geloven in de effectiviteit van camerabewaking en hebben ze daarenboven niet het gevoel dat camerabewaking ‘een privacy probleem’ creëert.
Hieronder enkele stellingen uit de enquête die dit staven. De stelling: Het plaatsen van camera’s helpt bij het bestrijden van criminaliteit.
Antwoord categorieën Helemaal akkoord Akkoord Neutraal Niet akkoord Helemaal niet akkoord
Frequentie
%
159 128 35 22 4
45,7 36,8 10,1 6,3 1,1
Tabel 1: Frequentieverdeling: cameratoezichteffectiviteit: algemene criminaliteit (n= 348)
Gids camerabewaking -Ook wie weg is, is gezien?
2.
82,50% van de respondenten gaat akkoord tot helemaal akkoord met deze stelling.
De stelling: Cameratoezicht is een inbreuk op de privacy
Antwoord categorieën Helemaal akkoord Akkoord Neutraal Niet akkoord Helemaal niet akkoord
Frequentie
%
16 40 94 116 82
4,6 11,5 27,0 33,3 23,6
Tabel 2: Frequentieverdeling: cameratoezichtprivacy: algemene privacy (n=348)
De frequentieverdeling toont aan dat de meerderheid (56,90%) van de respondenten cameragebruik niet ervaren als een inbreuk op hun privacy. Slechts een klein deel van de respondenten (16,10%) vindt dat cameratoezicht wel een inbreuk op hun persoonlijke privacy is.
31
Gids camerabewaking -Ook wie weg is, is gezien?
Hoe meer de respondenten overtuigd zijn van de effectiviteit, hoe minder ‘privacy problemen’ ze ervaren. Oudere respondenten en respondenten met een hogere financiële draagkracht geloven sterker in de effectiviteit. De bewoners van de verschillende sites kunnen slechts ‘matig’ inschatten of er in hun buurt camera’s hangen. Dit is problematisch aangezien bijgevolg zeker niet kan verwacht worden dat toevallige voorbijgangers, noch potentiële overtreders op de hoogte zijn van de aanwezigheid van camera’s. Een preventief effect van camerabewaking stoelt op het afschrikkingseffect, en dit effect werkt enkel wanneer potentiële overtreders op de hoogte zijn van de aanwezigheid van camera’s. De multivariate analyses geven aan dat het geloof in de effectiviteit van camerabewaking gecombineerd met het geloof dat er camera’s aanwezig zijn in hun buurt een predictor is van de veiligheidsbeleving. Dit effect staat los van het feit of er al dan niet camera’s hangen (en los van het feit of die ‘effectief’ zijn): de perceptie van hun ‘aanwezigheid’ en ‘effectiviteit’ is, met betrekking tot veiligheidsbeleving, dus een belangrijk element. Toch suggereren de data ook dat respondenten in de onderzoekssite (en de buffersite) een hogere veiligheidsbeleving hebben, al is dit effect doorheen de verschillende analyses minder consistent. De aanwezigheid van camera’s doet de bewoners van de site geenszins onveiliger voelen. De camera-gerelateerde effecten op de subjectieve veiligheid zijn niet echt sterk te noemen – zeker niet in vergelijking met het effect van de gepercipieerde buurtsfeer. Belangrijk hierbij is echter dat beide effecten los staan van elkaar en dus in principe ‘additief’ zijn: steden en gemeenten hoeven niet te kiezen tussen camera implementatie enerzijds of het werken aan de sociale cohesie anderzijds om het gevoel van veiligheid te verhogen.
32
EINDCONCLUSIE EN AANBEVELINGEN
Is cameratoezicht in de openbare ruimte effectief? Het antwoord is niet zo eenduidig te formuleren omdat het effect van camera’s (zoals reeds eerder werd aangegeven) sterk afhankelijk is van de lokale context, de criminaliteitscategorie, de complexiteit van het probleem en al dan niet de inzet van andere maatregelen. Doch wordt er getracht het effect op een aantal fenomenen op een rij te zetten. Effect op criminaliteit en overlast Wanneer we de objectieve politiecijfers over alle steden heen bekijken, kunnen we een ‘klein’ preventief effect door de voorziene camerabewaking vaststellen. Uitzondering hierbij zijn feiten gerelateerd aan agressie en geweld: hier lijkt cameratoezicht op het eerste zicht geen vat op te hebben. Mogelijks geldt het ‘afschrikkingseffect’ van cameratoezicht bij dit type van delicten minder zo blijkt ook uit eerder onderzoek (De Meijer, 2000). Daders van agressie of geweld zullen wellicht minder snel geneigd zijn hun ‘territorium’ te verplaatsen en plegen hun delicten vaak zonder voorbedachte rade (De Meijer, 2000).
Gids camerabewaking -Ook wie weg is, is gezien?
III.
Vermogensdelinquenten daarentegen zullen eerder wel op voorhand de kosten tegenover de baten afwegen en zullen – wanneer ze zich bewust zijn van cameratoezicht – veel sneller hun plaats van delict heroriënteren. Vandaar dat we merken dat het plaatsen van camera’s een effect heeft op een daling van de vermogensdelicten, maar ook een verplaatsing van deze feiten met zich mee brengt. Wat overlast betreft, merken we op dat cameratoezicht preventief werkt zowel in de zone waar camera’s werden geplaatst als in de buffersite. Deze zone profiteert bijgevolg mee van de implementaties van camera’s en kent eveneens een daling van het aantal overlastfeiten. Fraude en bedrog komt tenslotte minder voor in zones waar camera’s werden geplaatst maar kent net zoals bij vermogensdelicten een verplaatsingseffect.
33
Gids camerabewaking -Ook wie weg is, is gezien?
Cameratoezicht gaat, en dit kan contradictorisch lijken, vaak gepaard met een verhoogde registratie van criminaliteit en overlast. Doorheen het onderzoeksrapport werd er echter herhaaldelijk op gewezen dat preventieve effecten van cameratoezicht waarschijnlijk vaak worden gecamoufleerd door deze verhoogde en meer gerichte interventies van de politie in gebieden die onder cameratoezicht staan. Vandaar dat het belangrijk is, om naast de effecten van het cameratoezicht ook andere zaken, zoals andere genomen maatregelen en aantal interventies, in kaart te gaan brengen. Algemeen kan er gesteld worden dat cameratoezicht in de openbare ruimte het meest efficiënt is in de strijd tegen overlast, toch als we het vergelijken met vermogensdelicten, gewelddelicten en fraude en bedrog.
Effect op onveiligheidsgevoelens Onveiligheidsgevoelens zijn een complex fenomeen. Om ten volle te begrijpen welke betekenis burgers geven aan een onveiligheidsbeleving, is het van belang te gaan bestuderen hoe burgers deze beleving gaan identificeren en hoe ze hier betekenis aan geven (Van Den Herrewegen, 2011). Onveiligheid wordt vaak geassocieerd met de aantasting van de fysieke en persoonlijke integriteit van een persoon. Een storing in het dagdagelijkse patroon van mensen, kan al onveiligheidsgevoelens met zich mee brengen. Het gaat met andere woorden niet om het feit of er meer of minder criminaliteit is, maar om het gevoel dat er effectief iets aan wordt gedaan. Om te begrijpen waarom burgers tot een bepaalde constructie van veiligheidsbelevingen komen, moeten we in de eerste plaats kijken hoe ze hun beleving verantwoorden, met andere woorden naar welke personen, middelen en institutionele regels verwijzen ze om hun verhaal geloofwaardig en coherent te maken (Van Den Herrewegen, 2011). De aanwezigheid van camera’s speelt met andere woorden voor een aantal burgers een belangrijke rol in dit betekenisverhaal. Burgers construeren een voor zichzelf veilige situatie door de aanwezigheid van camera’s te zien als een bron van geruststelling. Uit deze studie blijkt dat hoe meer geloof mensen hechten in de effectiviteit van camera’s en daarbij van
34
Het louter plaatsen van camera’s zal de subjectieve onveiligheid slechts beperkt beïnvloeden. In samenhang met acties die de buurtsfeer en de sociale cohesie bevorderen, kan het plaatsen van camera’s, mogelijks het veiligheidsgevoel optimaliseren.
Effect op politie-inzet In tijden van besparingen en economische crisis zien we dat ook de politie prioriteiten dient te gaan stellen. Hoe kan de politie zo efficiënt mogelijk worden ingezet met minder middelen.
Gids camerabewaking -Ook wie weg is, is gezien?
mening zijn dat er effectief camera’s in hun buurt aanwezig zijn (zonder dat deze ook effectief aanwezig zijn), hoe meer zij de situatie als veilig gaan percipiëren. Onveiligheidsgevoelens worden verder minder geuit als er ook een goede buurtsfeer heerst. Deze dichotomie in de gevonden invloeden betekent dat de onveiligheidsgevoelens van de bevolking beperkt kunnen worden door verschillende aanpakken te combineren.
Een gerichtere inzet van politie-interventie is wellicht een belangrijker positief gevolg van cameraimplementatie, dan het preventieve effect op zich. Interventies kunnen wellicht sneller – en door een gerichtere aansturing van patrouilles – ook efficiënter ingezet worden. In de steden waar we een zicht hadden op het aantal interventies zien we een algemene stijging in het aantal interventies, eens het cameratoezicht werd geïmplementeerd. De camera’s zorgen voor een efficiëntere inzet en verhoging van registratie van feiten op deze bepaalde plaatsen, wat ook voorop werd gesteld. Dit effect impliceert echter wel ‘live’ toezicht, wat niet in alle onderzochte steden aanwezig is. Om optimaal te kunnen genieten van dit effect is het dan ook van belang om duidelijke afspraken te maken met betrekking tot het (al dan niet actief) live bekijken van de beelden en dient er te allen tijde kwalitatief hoogstaand beeldmateriaal te kunnen worden verkregen. Op deze manier is het mogelijk om de motivatie van de toezichthouders hoog te houden, wat de productiviteit enkel kan bevorderen. Verplaatsingseffect en/of diffusie van voordelen De vraag of er nu een duidelijk verplaatsingseffect en/of diffusie van voordelen aanwezig is, is helaas niet
35
Gids camerabewaking -Ook wie weg is, is gezien?
eenduidig te beantwoorden. Vertrekkende vanuit de algemene analyse kan worden gesteld dat er zich een verplaatsingseffect voordoet bij vermogensdelicten en fraude en bedrog en dat er een diffusie van voordelen optreedt bij overlastfeiten. Voor wat gewelddelicten betreft, zien we geen van beiden. Dit dient echter toch met de nodige voorzichtigheid te worden geïnterpreteerd, temeer omdat we deze effecten bij de verschillende onderzochte steden afzonderlijk niet zo uitdrukkelijk terugvonden. In sommige gevallen spreken de resultaten elkaar zelfs tegen. Vandaar dat het steeds van groot belang is om ook de context mee op te nemen in het verhaal.
Lessen voor de praktijk Consistent met de literatuur, zien we vaak gemengde of onduidelijke effecten van cameratoezicht, waarbij het moeilijk is om bepaalde effecten (al dan niet volledig) aan het cameratoezicht toe te schrijven (Welsh & Farrington, 2002; Armitage, 2002; Brew, 2005; Gill & Turbin, 1999, e.a.) . Afhankelijk van factoren zoals de specifieke context, de specifieke prioriteiten, specifieke types van cameratoezicht en de specifieke politiezones met elk een verschillend beleid, oefent het cameratoezicht een variabele invloed uit. Daarom is het – zoals eerder in dit rapport werd aangehaald – belangrijk om cameratoezicht te beschouwen als een fenomeen waarvan de effectiviteit sterk ‘context- en categorie-afhankelijk’ is (Ditton & Short, 1999; Phillips, 2003). Het al dan niet implementeren van camera’s, is dan ook vaak een hot topic. Het advies dat kan meegeven worden op basis van dit onderzoek, vertrekt vanuit het idee van ‘verstandig cameratoezicht’ (Flight 2010). In wat volgt worden een aantal tips opgesomd waarbij men rekening dient te houden bij de afweging om al dan niet over te gaan tot het plaatsen van camera’s in een bepaalde openbare ruimte. Hot spots, hot times, hot crimes Alvorens binnen het beleid een keuze te maken voor een bepaalde inzet van personen of middelen om een probleem aan te pakken is het van groot belang om te vertrekken vanuit een gedegen probleemanalyse. Vaak
36
Camera’s werken het best op plaatsen waar echt veel aan de hand is (Flight & Rovers, 2012). Eens je de hot spots, hot times en hot crimes in beeld hebt gebracht, is het noodzakelijk te bestuderen welke methoden en technieken men zal gaan inzetten om het probleem in te dijken. Het kan gaan om cameratoezicht, maar kan evengoed iets anders zijn of een combinatie van verschillende middelen. De inzet net op de hot spots, daar waar er net problemen zijn, toont aan dat camera’s effectief beogen, wat er wordt beoogd, namelijk een daling in het aantal incidenten op korte termijn. Vandaar dat de onderzoekers aanbevelen dat een verplaatsbaar camerasysteem efficiënter is, dan een vast cameracircuit, net omdat het de mogelijkheid biedt om te blijven focussen op de hot spots, hot times en hot crimes. Ook speelt zo’n camerasysteem in op de alertheid van mensen. Het gevoel hebben dat een systeem zich steeds kan verplaatsen, zorgt er voor dat de aanwezigheid van camera’s niet als een ‘vanzelfsprekendheid’ wordt beschouwd. Op deze manier wordt het geloof in de effectiviteit terug aangewakkerd en stijgt hiermee het veiligheidsgevoel bij mensen.
Gids camerabewaking -Ook wie weg is, is gezien?
brengt dit heel wat werk met zich mee, maar het werpt echter zijn vruchten af. Eens zicht op de problemen, is het gemakkelijker om een aantal afwegingen te maken.
Doelmatigheid Eens je een gedegen probleemanalyse en de afweging hebt gemaakt om over te gaan tot de implementatie van camera’s is het verstandig om duidelijke en specifieke doestellingen te formuleren met betrekking tot wat zal worden beoogd, dit om ontgoochelingen achteraf te voorkomen. Vandaar dat het tot de aanbeveling strekt om: - Duidelijk aan te geven wat zal worden beoogd met het cameratoezicht en wat men wenst te bereiken; - Te werken met een strak methodologisch design zoals gehanteerd in dit onderzoek (zijnde een onderzoeks-, controle-, en buffersite) en eenduidige criminaliteitscategorieën aan te duiden (bijvoorbeeld: vermogensdelicten, gewelddelicten, overlast zoals opgenomen in het politiereglement,…) waarvoor de camera’s zullen worden ingezet. Dit om o.a. de evaluatie van het systeem eenvoudiger te maken; - Om doelstellingen te formuleren die betrekking hebben op het aansturen van politie-interventie en het reduceren van dark number (in kader van opsporing en vervolging) in plaats van zich enkel te focussen op het preventief effect van cameratoezicht;
37
Gids camerabewaking -Ook wie weg is, is gezien?
- Aandacht te hebben voor een brede, integrale aanpak van het fenomeen. Hierbij dient men in het achterhoofd te houden dat - indien men doelstellingen formuleert die betrekking hebben op het preventief effect van cameratoezicht - men realistisch dient te zijn in de verwachtingen, aangezien er gemiddeld een klein preventief effect werd teruggevonden in dit onderzoek. Communicatie Communicatie over het cameratoezicht naar de bevolking toe is van groot belang! Uit deze studie blijkt dat cameratoezicht door de bevolking als efficiënt wordt gezien, en gemiddeld gezien niet als problematisch voor de privacy. Het is dus aan de overheid of politie om de bevolking voldoende (en op geregelde tijdstippen) te informeren over de aanwezigheid van cameratoezicht. Transparantie naar de burgers is bij succesvol cameratoezicht dan ook een must. Het geloof dat er camera’s hangen – gekoppeld aan het vertrouwen in de effectiviteit van camerabewaking – doet de subjectieve veiligheid immers toenemen, onafhankelijk of er binnen de sites effectief cameratoezicht werd geplaatst. Het is aan te bevelen de aanwezigheid van camera’s sterk en doorheen de tijd herhaaldelijk in de verf te zetten: niet alleen omwille van privacy-redenen, maar alleen al omdat dit het gevoel van veiligheid onder de inwoners lijkt te verhogen. Tot slot willen we het afleggen van het rekenschap nogmaals in de verf zetten. Het is van groot belang om transparantie te vertonen en de burgers het gevoel te geven dat er iets gedaan wordt. Vandaar dat het ook essentieel is de effectiviteit van het systeem afdoende uit te leggen. Leg bijvoorbeeld aan de bevolking uit dat een verhoogde registratie van criminaliteit na cameratoezicht niet impliceert dat er meer delicten gebeuren, maar dat er minder delicten ongezien blijven. Live toezicht Uit de verkregen cijfergegevens kan worden geconcludeerd dat het plaatsen van camera’s, zonder de beelden
38
Er is tevens nood aan een gedegen opleiding voor operatoren die de live beelden bekijken. Momenteel is het voor de mensen niet altijd duidelijk hoe men precies met dit beeldmateriaal dient om te gaan. Een goede opleiding draagt vanzelfsprekend bij tot een verhoogde efficiëntie in het gebruik van beelden en leidt vervolgens tot een verhoogde registratie. Evaluatie Naast het formuleren van een aantal doelstellingen is het ook van groot belang om een evaluatie van het systeem in te bouwen. Zoals reeds aangehaald is het daarom nuttig om vanaf de implementatie een onderzoeks-, buffer-, en controlesite in te bouwen en duidelijk afgebakende criminaliteitscategorieën te selecteren waarop men wenst te werken. Op deze manier is het nadien eenvoudiger om het systeem te evalueren en ook bij te sturen waar nodig.
Gids camerabewaking -Ook wie weg is, is gezien?
op een goede manier op te volgen, onmogelijk tot een bevredigend resultaat kan leiden. Bij het plaatsen van de camera’s is het belangrijk om actief aan de slag te gaan met de beelden. Zo is beperkt live toezicht zeker en vast beter dan geen toezicht en kan het belang van (deeltijds) live toezicht aangegeven worden.
Integraliteit Het feit dat er niet in alle deelnemende steden een effect wordt gevonden, geeft aan dat de ‘context’ cruciaal is: integreer met andere woorden cameratoezicht in een breder pakket van maatregelen, die alle schakels in de veiligheidsketen omvatten. Een project of aanpak van een fenomeen kan alleen maar tot goede resultaten leiden als het ook wordt aangepakt binnen verschillende deelaspecten en met verschillende partners. Cameratoezicht is hier slechts één onderdeel in.
39
Gids camerabewaking -Ook wie weg is, is gezien?
Overgenomen bronnen uit het wetenschappelijk onderzoek: ARMITAGE, R. (2002). To CCTV or not to CCTV. a review of current research into the effectiveness of CCTV systems in reducing crime. Crime and Social Policy Section, 1-8. DE MEIJER, B. (2000). Cameratoezicht in het publieke domein in EU-landen. (Rep. No. 5). GUTWIRTH, S. (1995). Nineteen Ninety-Five! Hoog tijd om cameratoezicht te beperken. Recht en kritiek., 1, 3-11. HARDEYNS, W. (2011). Sociale cohesie als buffer tegen angst voor criminaliteit? Beleidsrelevantie van de 'collectieve efficacy' - theorie in Vlaanderen. Handboek Politiediensten, 98, 113-144. HOMBURG, G. H. J. & DEKKERS, S. (2003). Cameratoezicht in de openbare ruimte. (Rep. No. 1). Den Haag: College bescherming persoonsgegevens (CBP). KERSTENS, J. & STOL, W. (2007). Evaluatie Cameratoezicht Leeuwaarden. Tijdschrift voor veiligheid, 6, 56-58. MAWBY, R. I. & SIMMONDS, L. (2004). Feelings of Security in the City: Anxienty over Crime as Spatially Defined. Security Journal, 2. PHILLIPS, C. (2003). A review of CCTV evaluations: Crime reduction effects and attitudes towards its use. Crime Prevention Studies, 10, 132-155. TILLEY, N. (1993). Understanding car Parks, Crime and CCTV: Evaluarion lessons from safer cities. (Rep. No. 42). London: Home office Pokice department. VAN DEN HERREWEGEN, E. (2011) Social analysis of security : financial, economic and ecological crime ; crime, (in)security and (dis)trust ; public and private policing. In: Het groene gras, Gent,
40
VAN DIJK, P. & OBISPO, H. (2009). Handreiking cameratoezicht. (Rep. No. 2). Utrecht: Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid. VAN LEIDEN, I. & FERWERDA, H. (2003). Cameratoezicht: goed bekeken? Tijdschrift over samenleving en Criminaliteitspreventie, 3, 18-21. WEISBURD, D., WYCKOFF, L. A., READY, J., ECK, J. E., HINKLE, J. C., & GAJEWSKI, F. (2006). Does crime just move around the corner? A controlled study of spatial displacement and diffucion of crime control benefits. Criminology, 44, 549-592. WELSH, B. C. & FARRINGTON, D. P. (2003). Effects of closed-circuit television on crime. Annals of the American Academy of Political and Social Science, 587, 110-132.
Gids camerabewaking -Ook wie weg is, is gezien?
Universiteit Gent, 233-255.
41
Camerabewaking is één van de instrumenten die gebruikt kan worden om het onveiligheidsgevoel te verminderen, de criminaliteit te bestrijden en de politie-interventies te optimaliseren. Dit systeem is slechts doeltreffend wanneer het ingebed is in een ruimer beleid en in een geheel van coherente preventieve maatregelen. Met behulp van de “Cameragids” wil de FOD Binnenlandse Zaken de steden en gemeenten ondersteunen die een systeem van camerabewaking willen invoeren. Dit deel van de gids, met het wetenschappelijk onderzoek ‘ Ook wie weg is, is gezien?’, geeft een kwantitatieve analyse van cameratoezicht in openbare ruimtes.
Voor meer informatie over camerabewaking: www.besafe.be
Algemene Directie Veiligheid en Preventie Waterloolaan 76 1000 Brussel
T 02 557 33 99 F 02 557 33 67
[email protected] www.besafe.be