GEZONDHEIDSMONITOR Losser 2008
GGD Regio Twente Juli 2008
1
samen gezond… samen twente! Inleiding In de Wet collectieve preventie volksgezondheid is opgenomen dat de gemeenteraad iedere vier jaar een nota gemeentelijk gezondheidsbeleid vaststelt, waarin hij tenminste aangeeft hoe de gemeente uitvoering geeft aan de bevorderingstaken en de uitvoeringstaken van deze wet. Hieraan voorafgaand stelt het RIVM een Volkgezondheid Toekomst Verkenning (VTV) en het ministerie van VWS iedere vier jaar een preventienota op. Op die manier kunnen de gemeentelijke nota’s acht slaan op de inhoud van de landelijke nota en ontstaat er een cyclisch proces waarin de landelijke nota en de gemeentelijke nota’s op elkaar voortbouwen. Op deze wijze wordt de beleidscyclus collectieve preventie in gang gezet. Eind 2006 is de tweede nota, met de titel ‘Kiezen voor gezond leven’ uitgegeven door het ministerie van VWS. In deze nota worden de rijksprioriteiten aangegeven voor het preventiebeleid voor de jaren 2007 2010. Er wordt naar gestreefd mensen langer in goede gezondheid te laten leven en de gezondheidsverschillen tussen Nederlanders te verminderen. Een sterke inzet op gezond leven is noodzakelijk want de gezondheid van Nederlanders verslechtert. Het bevorderen van een gezonde leefstijl staat dan ook centraal in de nota. In de nota zijn de speerpunten roken, schadelijk alcoholgebruik, overgewicht, diabetes en depressie gekozen. In alle gemeenten zijn vaak vergelijkbare gezondheidsproblemen aan de orde. Daarom heeft de Bestuurscommissie Openbare Gezondheidszorg van de Regio Twente besloten om in Twents verband inhoud te geven aan het lokaal gezondheidsbeleid voor de periode 2008 – 2011. Daarvoor is de Werkgroep Lokaal Gezondheidsbeleid in het leven geroepen waar vertegenwoordigers van gemeenten en de GGD Regio Twente zitting hebben. Deze werkgroep heeft het ontwikkeltraject ‘Twente kiest voor gezondheid en werkt aan gezond leven’ opgezet. Dit ontwikkeltraject heeft uiteindelijk tot de regionale nota Lokaal Gezondheidsbeleid (LGB) geleid. Hiervoor zijn drie fasen doorlopen. In de eerste fase is vooral nagedacht welke gezondheidsthema’s prioriteit moeten krijgen in de regionale nota LGB. In april 2007 is een werkconferentie georganiseerd voor gemeenten en relevante organisaties op het gebied van preventie. Tijdens deze werkconferentie is op basis van regionale gegevens en de Rijksnota ‘Kiezen voor gezond leven, besloten om in de regionale nota LGB 2008 – 2011 het accent te leggen op de gezondheidsthema’s: alcohol, roken, overgewicht en depressie. In de tweede fase zijn themawerkgroepen geformeerd rondom elk gezondheidsthema. De werkgroepen hebben een beschrijving gegeven van het lopende beleid en activiteiten die regiobreed worden uitgevoerd, er zijn goed onderbouwde beleidsdoelen opgesteld voor de komende vier jaar en er is aangegeven op welke wijze deze beleidsdoelen gerealiseerd kunnen worden. De resultaten van de tweede fase zijn gepresenteerd in de nota ‘Twente kiest voor gezond leven en werkt aan gezondheid. Fase 2’. De beleidsvoornemens zijn in de derde fase geconcretiseerd in een uitvoeringsprogramma voor 2008 en 2009. Op 15 mei is de regionale nota ‘Twente kiest voor gezond leven en werkt aan gezondheid’ – Fase 3: Aan de slag (de uitvoeringsprogramma’s)’ vastgesteld door de bestuurscommissie. Met de regionale nota hebben de veertien Twentse gemeenten een solide vertrekpunt op basis waarvan ze hun eigen lokale beleid vast kunnen stellen. De regionale nota kan daarbij dienen als basisdocument voor, bijlage bij of hoofdbestanddeel van het gemeentelijke beleidsplan. Met andere woorden de regionale nota biedt ruimte voor elke gemeente om de eigen ‘couleur locale’ toe te voegen. Dit document levert aanvullende informatie en cijfers op gemeenteniveau en kan helpen bij de invulling van de regionale nota naar de lokale situatie. De gezondheidsthema’s die in de regionale nota LGB zijn vastgesteld zijn als uitgangspunt gebruikt. Er wordt antwoord gegeven op: Hoe is de situatie in de gemeente Losser met betrekking tot belangrijke achtergrondkenmerken? Hoe is de situatie in de gemeente Losser met betrekking tot belangrijke gezondheidsproblemen? Hoe is de situatie in de gemeente Losser met betrekking tot de belangrijkste oorzaken van ongezondheid? Waar liggen mogelijkheden voor verbeteringen die in gemeentebeleid op kunnen worden genomen? Leeswijzer Elk hoofdstuk begint met een toelichting van het onderwerp, daarna worden de bevindingen voor de gemeente beschreven en tenslotte wordt het cijfer van de gemeente vergeleken met een norm of Nederlands/Twents cijfer. Er is gebruik gemaakt van verschillende bronnen zoals sterftestatistieken, zorgregistraties en enquêteonderzoek.
2
samen gezond… samen twente! 1. Bevolkingsopbouw Verschillende achtergrondvariabelen hebben invloed op de gezondheid. Zo blijkt bijvoorbeeld dat mensen die getrouwd zijn een betere gezondheid hebben, dan alleenstaanden. Mensen met een lage Sociaal 1 Economische Status (SES) hebben een slechtere gezondheid dan mensen met een hoge SES. Daarom wordt eerst aandacht besteed aan de achtergrondkenmerken van de inwoners van de gemeente Losser. 1.1 Bevolkingssamenstelling Het aantal langdurige aandoeningen en beperkingen neemt toe met de leeftijd, daarom is het goed om in beeld te brengen in welke mate de bevolking vergrijst. De gemeente Losser had op 1 januari 2008 22.492 inwoners. De verdeling van mannen en vrouwen is 2 gelijk. Als we kijken naar de ontgroening blijkt dat het percentage jongeren van de totale bevolking in 2030 2% minder is dan in 2007. Het percentage ouderen is in 2030 10% meer dan in 2007. Het percentage ouderen van 75 jaar en ouder stijgt van 6% naar 13%. Daarnaast kunnen we binnen de groep van ouderen kijken of het percentage ouderen van 75 jaar en ouder toeneemt. In 2007 is van de ouderen 41% 75 jaar en ouder. In 2030 is 48% van de ouderen 75 jaar en ouder. Er is dus in zekere zin sprake van 3 dubbele vergrijzing.
Bevolkingssamenstelling gemeente Losser 2030 2007 65-75: 2937 (14%) 75+ : 2671 (13%)
26% 65 jaar en ouder
16%
65-75: 2088 (9%) 75+ : 1462 (6%)
51%
10915
20-65 jaar
60% 22%
13482
4792
0-20 jaar 5521
24% 0
2000
4000
6000
8000
10000
12000
14000
16000
Bevolkingsaantal
Figuur 1: Bevolkingsprognose 2007 – 2030 voor de gemeente Losser.
Als we willen weten of dit erg afwijkt van de Twentse situatie kunnen we figuur 1 vergelijken met figuur 2. Hieruit blijkt dat het percentage jongeren van de totale bevolking in 2030 1% minder is dan in 2007. Het percentage ouderen is in 2030 6% meer dan in 2007. Daarnaast kunnen we kijken naar het percentage ouderen van 75 jaar en ouder. Deze stijgt van 7% naar 10%. Binnen de groep van ouderen (65+) is in 4 2007 44% 75 jaar en ouder. In 2030 is 46% van de ouderen 75 jaar en ouder. Dit is een stijging van 2%. In Losser neemt het percentage ouderen in vergelijking met Twente meer toe. Ook het aantal ouderen van 75 jaar en ouder stijgt procentueel gezien meer in Losser dan in Twente.
3
samen gezond… samen twente!
Bevolkingssamenstelling Twente
2030 2007
65-75: 72420 (12%) 75+ : 62793 (10%)
21% 65 jaar en ouder
65-75: 51285 (8%) 75+ : 40402 (7%)
15%
55%
347602
20-65 jaar
60%
24%
372442
148315
0-20 jaar
25% 0
50000
156115
100000 150000 200000 250000 300000 350000 400000
Bevolkingsaantal
Figuur 2: Bevolkingsprognose 2007 – 2030 voor de regio Twente.
1.2 Burgerlijke status en huishoudsamenstelling De kwaliteit van leven verschilt al naar gelang de samenstelling van het huishouden. Alleenstaanden hebben gemiddeld de minst goede kwaliteit van leven en (echt)paren de beste. In deze bevindingen spelen twee zaken een rol: de burgerlijke status en de samenlevingsvorm. Zo zijn binnen de groep samenwonenden, de getrouwden gezonder dan de ongehuwden. En binnen de groep alleenstaanden zijn 1 de gescheiden personen minder gezond dan de nooit-gehuwden. Van de bevolking in de gemeente Losser is in 2006 41% ongehuwd, 50% gehuwd, 6% verweduwd en 4% gescheiden. Van de Twentse bevolking is 45% ongehuwd, 45% gehuwd, 6% verweduwd en 5% gescheiden en van de Nederlandse bevolking is in 2006 46% ongehuwd, 43% gehuwd, 5% verweduwd en 6% gescheiden. Van alle 8600 huishoudens in de gemeente Losser bestaat 23% uit eenpersoonshuishoudens en is het gemiddeld aantal personen per huishouden 2,58. In Twente bestaat 32% van de huishoudens uit eenpersoonshuishoudens en in Nederland is dit 35% van de huishoudens. Het gemiddeld aantal personen per huishouden is in Twente 2,4 personen per huishouden en in 2 Nederland is dit 2,26. Losser wijkt met betrekking tot burgerlijke status en huishoudsamenstelling positief af van Twente en Nederland. 1.3 Etniciteit Allochtonen (en met name Marokkanen en Turken) ervaren hun gezondheid beduidend slechter dan autochtonen. Onduidelijk is of allochtonen bij het beantwoorden van deze vraag dezelfde betekenis hanteren voor het begrip gezondheid, dan wel of zij er een (deels) andere betekenis aan geven dan 5 autochtonen. In 2006 was 14,5% van de bevolking in de gemeente Losser allochtoon; dit is verder onder te verdelen in 12% Westers en 2% niet-Westers. Van de niet-Westerse allochtonen komt 0,2% van Suriname, de Nederlandse Antillen en Aruba en 0,8% uit Turkije. Op 1 januari 2006 was 19% van de Nederlandse 2 bevolking allochtoon. Verder uitgesplitst is dit 9% Westers en 11% niet-Westers. Het percentage nietWesterse allochtonen in Losser is veel lager in vergelijking met Nederland. 1.4 Sociaal economische status Er bestaan in Nederland aanzienlijke verschillen in gezondheid naar sociaaleconomische status, gemeten naar opleiding, inkomen of beroepsniveau. Lager opgeleide mannen en vrouwen leven gemiddeld respectievelijk 4,9 jaar en 2,6 jaar korter dan hoog opgeleiden. Het gemiddelde verschil in het aantal jaren dat in minder goede gezondheid wordt doorgebracht is zelfs 15 jaar. Een gezondheidsachterstand is ook 6 te zien bij enkele andere sociaal-economische groepen, zoals werklozen en arbeidsongeschikten.
4
samen gezond… samen twente! Om een indicatie te krijgen van de sociaal economische status berekent het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) voor alle Nederlandse wijken of dorpen de sociaal economische status en zet deze in rangorde. Deze rangorde loopt van 1 tot ongeveer 4000, waarbij de wijk met de hoogste sociale status op 1 staat. De wijken of dorpen met de laagste sociale status in de gemeente Losser in 2006 waren de kern van ste Buurtschap Overdinkel (3.538 plek), Glane (3.481) en de wijk Losser Oost (2.854). De wijk met de 7 hoogste sociale status van de gemeente Losser is Losser West (1.802). Als men kijkt naar opleidingsniveau in de gemeente Losser (2004/2006) dan blijkt dat van de beroepsbevolking 26% lager onderwijs, 48% middelbaar onderwijs en 24% hoger onderwijs heeft gevolgd. Ter vergelijking heeft van de Nederlandse bevolking 25% lager onderwijs, 44% middelbaar onderwijs en 31% hoger onderwijs gevolgd. Het gemiddeld onderwijsniveau in de gemeente Losser is met name in de hoogste opleidingscategorie lager dan in Nederland. Het aantal uitkeringen in een gemeente geeft ook een indicatie van de SES in een gemeente. In 2006 hebben in de gemeente Losser 70 per 1000 inwoners een WAO uitkering, 27 van de 1000 heeft een WAjong uitkering en 24 per 1000 heeft een WW uitkering. Uit figuur 3 is af te lezen dat het aantal WAO uitkeringen per 1000 inwoners in de gemeente Losser in vergelijking met de andere Twentse gemeenten hoog is. In hoeverre dit beïnvloed wordt door de aanwezigheid van het Losser Hof is niet bekend.
Figuur 3: Aantal WAO uitkeringen per 1000 inwoners voor de gemeenten uit de regio Twente.
2
Uit de bovenstaande gegevens is op te maken dat de Sociaal Economische Status in de gemeente Losser aan de lage kant is. Met name in de kernen Overdinkel en Glane.
5
samen gezond… samen twente! 2. Gezondheid Als we de volksgezondheid willen verbeteren kunnen we het beste kijken naar de ziekten die het meest bijdragen aan de ziektelast. De ziektelast is het aantal gezonde levensjaren dat een populatie verliest door ziekten. Hart- en vaatziekten, kanker en psychische stoornissen veroorzaken in Nederland de meeste ziektelast. Aan de ene kant komt dit doordat hart- en vaatziekten en kanker de belangrijkste oorzaken van vroegtijdige sterfte zijn, aan de andere kant lijden veel mensen aan psychische stoornissen 8 en hart- en vaatziekten. Hoe is de situatie met betrekking tot deze ziekten in de gemeente Losser? 2.1 Hart- en vaatziekten 9 Hart- en vaatziekten zijn doodsoorzaak nummer één in Nederland. Het aanbod aan preventieve activiteiten op het gebied van hart- en vaatziekten bestaat uit voorlichting en behandeling van een verhoogd cholesterolgehalte en een verhoogde bloeddruk. Behandeling vindt vooral plaats via de huisarts 10 of specialist. Met preventie kan men zich richten op gezonde voeding, roken, bewegen en overgewicht. 2.1.1 Sterfte Als we kijken naar het totaal aantal sterfgevallen blijkt dat van de totale sterfte (2004) 34% toe te schrijven is aan ziekten van bloedsomlooporganen. Hart- en vaatziekten zijn daarmee één van de belangrijkste oorzaken van sterfte in de gemeente Losser. Voor de periode van 2000 tot 2004 zijn er gemiddeld 39 mannen en 32 vrouwen per jaar overleden aan hart- en vaatziekten. Per 1000 inwoners zijn dit 3,5 mannen en 2,8 vrouwen die zijn overleden aan hartof vaatziekten. In Twente overlijden gemiddeld 3,3 personen per 1000 inwoners aan hart- en vaatziekten en in Nederland zijn dit 2,9 personen per 1000 inwoners. Tabel 1: SMR Sterftecijfers hart- en vaatziekten gemeente Losser (2000-2004).
Mannen Vrouwen
Totale sterfte aan ziekten van harten vaatstelsel 120* 102
Sterfte aan ischemische hartziekten 104 103
Sterfte aan acuut hartinfarct 98 99
Sterfte aan hersenvaatstelsel (CVA) 130 115
In de bovenstaande tabel wordt de verhouding weergeven van de sterfte (over de periode 2000-2004) ten opzicht van Nederland in dezelfde periode (Nederland=100). De gegevens zijn gestandaardiseerd naar leeftijdsopbouw (SMR). Als de sterfte groter is dan honderd komt de sterfte naar verhouding meer voor in de betreffende gemeente, onder de 100 minder. Het verschil is pas relevant als er sprake is van significantie. Deze getallen zijn aangegeven met een * teken.
De sterfte aan hart- en vaatziekten over de periode 2000-2004 is in Losser vergelijkbaar met Nederland, zie tabel 1. Als we gaan toetsen of deze verschillen ook significant zijn blijkt dat totale sterfte aan hart- en vaatziekten bij mannen significant afwijkt van Nederland. De sterfte aan ischemische hartziekten, de sterfte aan acuut hartinfarct en de sterfte aan hersenvaatstelsel (CVA) over de periode 2000-2004 bij 2 zowel bij mannen als vrouwen wijkt niet significant af van Nederland. 2.1.2 Ziekenhuis ontslagdiagnosen In 2005 zijn er in totaal 317 inwoners uit de gemeente Losser opgenomen in het ziekenhuis voor hart- en vaatziekten. Dit waren 164 mannen en 153 vrouwen. Om een goed beeld te krijgen van de ziekenhuis ontslagdiagnosen, wordt er gekeken naar cijfers over drie jaar. Over de periode van 2003 t/m 2005 zijn 12,7 personen per 1000 inwoners per jaar opgenomen in het ziekenhuis voor hart- en vaatziekten. Als er gestandaardiseerd wordt voor leeftijd naar de Nederlandse situatie zijn het in totaal 12 per 1000 personen per jaar. Het gestandaardiseerde cijfer voor Nederland is 11,9. Het aantal ziekenhuis ontslagdiagnosen 11 met betrekking tot hart- en vaatziekten is in Losser vergelijkbaar met Nederland. 2.1.3 Vóórkomen van hart- en vaatziekten bij ouderen Voor lichamelijke gezondheid zijn op gemeenteniveau alleen cijfers bekend voor de doelgroep ouderen (65 jaar en ouder). Deze gegevens zijn afkomstig uit het ouderonderzoek van de GGD uit 2005 en berusten op zelfrapportage. In de onderstaande figuur wordt weergegeven hoe vaak er in de afgelopen 12 maanden voorafgaand aan het onderzoek een hartinfarct, beroerte, hoge bloeddruk of andere hartaandoening voorkwam. In het geval van een beroerte en ander aandoeningen scoort Losser wat hoger dan Twente. Het aantal gevallen van een hartinfarct en hoge bloeddruk is de situatie ongeveer 12 gelijk.
6
samen gezond… samen twente! Vóórkomen van ziekten aan het hart- en vaatstelsel 35% 30% 25% 20%
Twente Losser
15% 10% 5% 0% Hartinfarct
Beroerte
Hoge bloeddruk
Andere hartaandoening
Figuur 4: vóórkomen van hartinfarct, beroerte, hoge bloeddruk en andere hartaandoening bij ouderen
2.2 Kanker Per jaar wordt in Nederland bij 70.000 mensen kanker vastgesteld en overlijden 37.000 mensen aan deze ziekte. Bij het ontstaan van kanker kunnen genetische, hormonale en leefstijlfactoren een rol spelen. Enkele voorbeelden van leefstijlfactoren zijn voeding, roken en overdadige blootstelling aan zon. Er kunnen tientallen verschillende soorten kanker worden onderscheiden, waarvan sommige uitermate zeldzaam zijn. Bij vrouwen komt borstkanker het vaakst voor met ruim 11.000 nieuwe gevallen per jaar. Bij mannen is prostaatkanker met 6.900 gevallen de meest voorkomende kanker, gevolgd door 13 longkanker met 6.200 nieuwe gevallen. Gemiddeld wordt de meeste ziektelast bij mannen veroorzaakt 7 door longkanker. Bij vrouwen wordt de meeste ziektelast veroorzaakt door borstkanker. 2.2.1 Sterfte In de gemeente Losser is 27% van de sterfte toe te schrijven aan kanker. Kanker is samen met hart- en vaatziekten één van de belangrijkste doodsoorzaken. Voor de periode van 2000 tot 2004 zijn in de gemeente Losser gemiddeld 30 mannen en 25 vrouwen per jaar overleden aan kanker. Per 1000 zijn dit 2,6 mannen en 2,2 vrouwen. In Twente overlijden 2,5 per 1000 inwoners aan kanker en in Nederland zijn dit 2,4 per 1000 inwoners. Als we gaan standaardiseren voor leeftijd, zodat een verhoogde sterfte aan kanker niet wordt veroorzaakt door bijvoorbeeld een gemiddeld oudere populatie, blijkt dat het totaal aantal sterfgevallen bij zowel mannen als vrouwen niet significant afwijkt van Nederland, zie tabel 2. Tabel 2: SMR Sterftecijfers kanker gemeente Losser (2000-2004).
Totaal aan kanker Mannen Vrouwen
96 103
Sterfte aan longkanker 100 91
Sterfte aan borstkanker 75
In de onderstaande tabel wordt de verhouding weergeven van de sterfte (over de periode 2000-2004) ten opzicht van Nederland in dezelfde periode (Nederland=100). Het verschil is pas relevant als er sprake is van significantie. Deze getallen zijn aangegeven met een * teken.
2.2.2 Ziekenhuis ontslagdiagnosen In 2005 zijn 193 mensen uit Losser opgenomen in het ziekenhuis voor kanker; 91 mannen en 102 vrouwen. Om een goed beeld te krijgen van de ziekenhuis ontslagdiagnosen, wordt er gekeken naar de cijfers over drie jaar. Over de periode van 2003 t/m 2005 zijn 9,1 personen per 1000 inwoners per jaar van Losser opgenomen in het ziekenhuis voor kanker. Als we corrigeren voor leeftijd, naar de Nederlandse situatie, blijkt dat 8,5 per 1000 personen per jaar zijn opgenomen in het ziekenhuis. Om te kijken of dit een hoog aantal is, kunnen we hier het Nederlandse cijfer tegenover zetten. Over de periode van 2003 t/m 2005 zijn in Nederland 9,4 personen per 1000 inwoners per jaar opgenomen in het
7
samen gezond… samen twente! ziekenhuis met betrekking tot kanker. Het ziekenhuis ontslagdiagnose cijfer voor de gemeente Losser is 10 wat lager dan het Nederlands cijfer. 2.2.3 Vóórkomen van kanker bij ouderen Bij het ouderenonderzoek van de GGD uit 2005 is gevraagd van welke aandoeningen men in de afgelopen 12 maanden voorafgaand aan het onderzoek heeft gehad. Van de ouderen uit Losser geeft 7% aan dat ze in de afgelopen 12 maanden kanker hebben gehad. Voor de regio Twente was dit percentage 11 8%. 2.3 Psychische gezondheid Psychische aandoeningen komen in Nederland veel voor. De meest voorkomende stoornissen zijn depressie- en angststoornissen en problemen met alcohol en drugs. Psychische aandoeningen zorgen voor veel ziektelast en zorgen onder meer voor een hoog ziekteverzuim. Over het landelijk vóórkomen van psychische aandoeningen zijn alleen verouderde gegevens bekend. Uit de NEMESIS-studie (1996) blijkt dat één op de vier volwassenen een psychische stoornis had in de twaalf maanden voorafgaand aan 14 het onderzoek. Daarnaast wordt gekeken naar psychische gezondheid. Psychische gezondheid geeft een indicatie van minder zware problematiek. 2.3.1 Ziekenhuis ontslagdiagnosen Het is goed om te vermelden dat het bij de ziekenhuis ontslagdiagnosen gaat om psychische aandoeningen. In 2005 zijn 0,8 per 1000 inwoners van de gemeente Losser opgenomen in het ziekenhuis voor psychische problematiek. Als we over een periode van drie jaar kijken (2003-2005) worden gemiddeld 1,4 per 1000 personen uit de gemeente Losser per jaar opgenomen in het ziekenhuis voor psychische problemen. Dit getal is gecorrigeerd voor leeftijd naar de Nederlandse situatie. In Nederland zijn 1,2 per 1000 inwoners per jaar opgenomen in het ziekenhuis met betrekking tot psychische problematiek. In Losser is het aantal ziekenhuis ontslagdiagnosen met betrekking tot psychische 10 problematiek vergelijkbaar met Nederland. 2.3.1 Vóórkomen van psychische ongezondheid Van de jongeren uit de gemeente Losser blijkt in 2007 14% psychisch ongezond te zijn. In Twente is dit 15 percentage 16%. De meest recente cijfers van psychische problematiek onder volwassenen zijn afkomstig uit 2002. In 2009 worden nieuwe cijfers verwacht. Er wordt toch gebruik gemaakt van de cijfers uit 2002, omdat uit landelijke cijfers van het CBS blijkt dat er geen hele grote veranderingen hebben plaatsgevonden met betrekking tot psychische ongezondheid. Van de volwassen mannen uit Losser is 16,5% psychisch ongezond en 18,5% van de vrouwen is psychisch ongezond. Psychische ongezondheid komt meer voor 16 onder mensen die weduwnaar zijn of een laag inkomen hebben. Van de ouderen in Losser was in 2005 17% psychisch ongezond. Psychische ongezondheid komt vaker voor onder vrouwen (24%) dan onder mannen (12%). In Twente komt psychische ongezondheid voor bij 17% van de ouderen. Daarnaast is bij ouderen gevraagd naar depressieve klachten en eenzaamheid. Acht procent van de ouderen uit Losser geeft aan last te hebben van depressiviteit of neerslachtigheid. In Twente is dit percentage 9%. Eenzaamheid is op twee manieren gemeten. Ten eerste is eenzaamheid gemeten met behulp van de eenzaamheidsschaal van de Jong-Gierveld. Hieruit blijkt dat 34% van de ouderen matig eenzaam is en 6% ernstig tot zeer ernstig eenzaam is. In vergelijking met Twente komt in Losser matige eenzaamheid (34% versus 32%) en ernstige tot zeer ernstige eenzaamheid (6% versus 6%) evenveel voor. Ook is rechtstreeks aan ouderen gevraagd hun mate van eenzaamheid aan te geven. 11 Hieruit blijkt dat 15% van de ouderen in Losser zich eenzaam voelt, in Twente is dat 11%.
8
samen gezond… samen twente! 3. Leefstijl Zoals al eerder vermeld veroorzaken hart- en vaatziekten, kanker en psychische problemen de grootste ziektelast in Nederland. Als we de gezondheid van onze inwoners willen verbeteren moeten we de onderliggende oorzaken van deze ziekten aanpakken. Dit kan door het terugdringen van roken, overmatig alcoholgebruik en overgewicht. Roken is de determinant die gepaard gaat met het meeste gezondheidsverlies, maar liefst 13% van de ziektelast kan worden toegeschreven aan roken. Ook ernstig overgewicht, hypertensie, overmatig alcoholgebruik en lichamelijk inactiviteit leiden tot relatief veel 7 ziektelast. 3.1 Roken Roken heeft een negatief effect op de gezondheid. Roken was in 2005 verantwoordelijk voor bijna 20.000 sterfgevallen in Nederland. Roken is ook een risicofactor voor een aantal aandoeningen aan hart- en 17 bloedvaten en diverse andere aandoeningen. De doelstelling uit de Nota ‘Kiezen voor Gezond Leven’ van het ministerie van VWS wordt als ijkpunt gehanteerd. Ten aanzien van roken wordt de volgende doelstelling geformuleerd: 18 - in 2010 rookt 20 procent van de bevolking (dit is nu 28%). Deze doelstelling is in de nota ‘Twente kiest voor gezond leven en werkt aan gezondheid’ overgenomen. Uit het jongerenonderzoek van de GGD blijkt dat van de jongeren in de gemeente Losser 13% rookt e (2007). Voor de regio Twente is dit 18%. Het percentage rokers is het hoogst onder 4 klassers van het VMBO. Bij dit onderzoek is ook gevraagd naar het percentage kinderen dat wordt blootgesteld aan passief roken. In Losser wordt bij 43% van de jongeren thuis gerookt waar ze bij zijn. In de regio Twente 14 wordt er bij 42% gerookt in huis waar ze bij zijn. Alle cijfers over leefstijlfactoren bij volwassenen zijn afkomstig uit het volwassenenonderzoek van de GGD uit 2002. In Twente rookt ongeveer een derde van de volwassenen (32%). Als we kijken naar het percentage rokers in Losser onder volwassenen blijkt dat in 2002 de mannen (28%) evenveel roken als 15 de vrouwen (27%). Over het percentage rokers bij ouderen in de gemeente Losser is niets bekend. 3.2 Alcohol Het risico op gezondheidsschade door alcohol hangt af van het totale alcoholgebruik en het drinkpatroon dat iemand heeft. Hoe hoger de totale consumptie van alcohol, hoe groter het risico op schade. Daarnaast geldt dat hoe groter de hoeveelheid alcohol per keer, hoe groter de schade. Alcohol heeft ook een aantal positieve gevolgen. De risicoverlagende effecten van alcoholgebruik gelden alleen voor een klein aantal aandoeningen en voor een kleine groep mensen. Samenvattend heeft alcoholgebruik meer 19 negatieve dan positieve gevolgen. Aangezien zowel het totale alcoholgebruik als het alcoholgebruik per keer van invloed is op de gevolgen van alcoholgebruik wordt er hier na drie verschillende maten van alcoholgebruik gekeken; het percentage drinkers, het percentage ‘zware drinkers’ en het percentage ‘binge drinkers’. Er wordt bij jongeren naar ‘binge drinken’ gekeken, omdat uit landelijke cijfers blijkt dat vooral het veel drinken in een korte tijd 20 toeneemt onder jongeren. Onder ‘binge drinken’ wordt verstaan dat er tijdens één gelegenheid vijf of meer alcoholische dranken worden gedronken. Volgens het CBS is er sprake van ‘zwaar drinken’ zodra 21 op 1 of meer dagen per week minstens 6 glazen alcohol worden gedronken. In de nota ‘Kiezen voor gezond leven uit 2006 van het Ministerie van VWS worden ten aanzien van alcoholpreventie twee doelstellingen benoemd: - Het gebruik van alcohol onder de 16 jaar terugdringen tot het niveau van 1992. 17 - Het percentage volwassen probleemdrinkers terugdringen van 10,3% nu naar 7,5% in 2010. Deze doelstellingen zijn ook overgenomen in de regionale nota ‘Twente kiest voor gezond leven en werkt aan gezondheid’. In Twente is door het regionaal collega het initiatief genomen tot het regionale project ‘Happy fris’. In dit project zijn de volgende doelstellingen benoemd: Binnen 1 jaar moet de toename van het alcoholgebruik onder jongeren jonger dan 12 jaar en onder jongeren tussen 12 en 16 jaar zijn gestopt. De komende vier jaar wordt het aantal jongeren onder de 12 jaar dat alcohol drinkt met 50% teruggebracht en het percentage jongeren tussen 12 en 16 jaar dat alcohol drinkt met 25%.
9
samen gezond… samen twente! Uit het jongerenonderzoek van de GGD (2007) blijkt dat van de jongeren uit de gemeente Losser 59% in de vier weken voorafgaand aan het onderzoek alcohol heeft gedronken. Voor de regio Twente is dit percentage 52%. Het percentage alcoholdrinkers in Losser is het hoogst onder vierdeklassers van het VMBO. In de laatste vier weken voorafgaand aan het onderzoek heeft 45% 1 keer of vaker ‘binge gedronken’. In Twente is dit percentage hoger namelijk 37%. Van de jongeren in Losser geeft 18% aan in de afgelopen vier weken voorafgaand aan het onderzoek dronken of aangeschoten te zijn geweest. Van de Twentse jongeren geeft 18% aan in de laatste vier weken voorafgaand aan het onderzoek dronken of 14 aangeschoten te zijn geweest. Het alcoholgebruik onder jongeren uit Losser is hoger in vergelijking met Twente. Uit het volwassenenonderzoek van de GGD (2002) blijkt dat van de volwassenen uit de gemeente Losser 91,5% van de mannen en 81% van de vrouwen drinkt. Het percentage drinkers is hoger onder mensen met een midden opleiding. Ongeveer 8 op de 10 volwassenen in Twente drinkt wel eens alcoholische drank (82%). Het percentage zware drinkers in Losser is hoger onder mannen dan onder vrouwen; 17% van de mannen en 1% van de vrouwen is een zware drinker. Het percentage zware drinkers is het hoogst 15 voor de leeftijdscategorie van 20 – 34 jaar. Over het alcoholgebruik van ouderen zijn geen cijfers bekend. 3.3 Overgewicht 3.3.1 Overgewicht Overgewicht en vooral ernstig overgewicht (obesitas) hangen samen met tal van chronische aandoeningen. Dit betreft vooral diabetes mellitus type 2, maar ook hart- en vaatziekten, een aantal soorten kanker en aandoeningen aan galblaas, bewegingsstelsel en ademhalingsorganen. Vooral voor kinderen met overgewicht zijn de gezondheidsproblemen groot. Ze hebben een grotere kans om ook op 22 latere leeftijd (ernstig) overgewicht te hebben en hebben tevens een extra groot risico op diabetes. De doelstellingen van het ministerie van VWS zijn ook in de Nota ‘Twente kiest voor gezond leven en werkt aan gezondheid’ overgenomen. De doelstellingen zijn als volgt: - het percentage volwassenen met overgewicht moet gelijk blijven. 17 - Het percentage jeugdigen met overgewicht moet dalen. Uit registraties van de jeugdgezondheidszorg van de GGD blijkt dat van de Losserse kinderen uit groep 2 (5 en 6 jaar) 16% overgewicht en 5% obesitas heeft. Van de jongeren uit groep 7 (10 en 11 jaar) blijkt dat 20% overgewicht en 5% obesitas heeft. In heel Twente is dit voor groep 2 respectievelijk 13% en 4% en voor groep 7 19% en 4%. Bij volwassenen liggen de percentages een stuk hoger dan onder jongeren. Maar liefst 47% van de mannen en 33% van de vrouwen hebben overgewicht zo blijkt uit het volwassenenonderzoek uit 2002. Het percentage overgewicht is het hoogst in de leeftijdsgroep van 55 tot 64 jaar. Dit verschil in geslacht is juist tegenovergesteld bij ernstig overgewicht; het percentage mannen met ernstig overgewicht is 11% en het percentage vrouwen met ernstig overgewicht is 12%. Ernstig overgewicht komt meer voor bij laag opgeleiden dan bij hoog opgeleiden. In Twente is er bij bijna de helft van de volwassenen sprake van 15 overgewicht: 38% kampt met matig overgewicht en 11% met ernstig overgewicht. Uit het ouderenonderzoek uit 2005 blijkt dat ook bij ouderen in Losser het percentage van overgewicht hoog ligt. Van de ouderen heeft 49% overgewicht en 14% ernstig overgewicht. In Twente heeft 48% van de ouderen overgewicht en 15% ernstig overgewicht. Verder blijkt in de gemeente Losser het percentage overgewicht onder mannen hoger (57%) dan onder vrouwen (43%). Ernstig overgewicht komt in Losser vaker voor bij vrouwen dan bij mannen. Van de mannen heeft 10% en van de vrouwen 17% ernstig 11 overgewicht. 3.3.2 Beweging Bij het E-MOVO onderzoek onder jongeren in klas 2 en klas 4 van het Voortgezet Onderwijs (2007) is naar verschillende soorten van beweging gevraagd. Zo blijkt dat van de jongeren uit Losser 95% lopend of fietsend naar school gaat. In Twente is dit percentage 94%. Van de jongeren in Losser is 80% lid van een sportvereniging in Twente is 72% van de jongeren lid van een sportvereniging. Er is gevraagd hoeveel jongeren minder dan 7 uur per week bewegen, hieruit blijkt dat 11% van de jongeren in de gemeente Losser minder dan 7 uur per week bewegen. In Twente is dit percentage hoger (18%).
10
samen gezond… samen twente! 3.3.3 Voeding In 2007 gaf 89% van de jongeren uit Losser aan op tenminste 5 dagen per week te ontbijten. In Twente is dit percentage 85%. Daarnaast is gevraagd hoeveel jongeren elke dag fruit eten. Hier komt uit naar voren dat 43% van de jongeren elke dag fruit eet en 25% aan de fruitnorm voldoet van elke dag twee stuks fruit eten. Als we dit vergelijken met het Twentse percentage komt dit redelijk overeen. Van de Twentse jongeren eet 37% elke dag fruit en voldoet 25% aan de fruitnorm. 3.4 Druggebruik Elf procent van de jongeren uit de gemeente Losser heeft in 2007 ooit wel eens hasj of wiet gebruikt, waarvan 6% in de laatste vier weken voorafgaand aan het onderzoek. In Twente heeft 11% van de jongeren ooit wel eens hasj of wiet gebruikt en 5% in de afgelopen 4 weken voorafgaand aan het onderzoek. Het gebruik van harddrugs ligt een stuk lager. Twee procent van de jongeren uit de gemeente Losser geeft aan ooit wel eens harddrugs gebruikt te hebben en twee procent van de jongeren geeft aan in de maand voorafgaand aan het onderzoek harddrugs te hebben gebruikt. Deze cijfers zijn vergelijkbaar met de Twentse situatie; drie procent van de jongeren gebruikt harddrugs en twee procent geeft aan in de 14 laatste 4 weken harddrugs te hebben gebruikt.
4. Preventie & Zorg 4.1 Preventie 4.1.1 Preventie Baarmoederhalskanker In 2005 zijn 1105 inwoners van de gemeente Losser uitgenodigd voor het bevolkingsonderzoek op baarmoederhalskanker. Van deze mensen hebben er 781 deelgenomen aan het onderzoek. Dit is een opkomstpercentage van 71%. Het opkomstpercentage in Twente was 73%. In Losser is de opkomst voor 23 het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker vergelijkbaar met Twente. 4.2 Zorg 4.2.1 Jeugdgezondheidszorg In groep 2 en groep 7 van het basisonderwijs en in klas 1 of 2 van het Voortgezet Onderwijs wordt er een Preventief Gezondheidsonderzoek uitgevoerd. In het schooljaar van 2005 en 2006 zijn er 874 kinderen uit de gemeente Losser onderzocht. Er zijn 864 adviezen gegeven, 280 controles uitgevoerd en 87 verwijzingen gegeven. Voor de gemeente Losser is 1 maal een cursus ‘Opvoeden: zó!’ uitgevoerd. Tevens is er 6 maal gebruik gemaakt van de zorggebonden netwerken.
5. Extra onderwerpen 5.1 Infectieziekten Er wordt een registratie bijgehouden van het aantal meldingen van meldingsplichtige infectieziekten. Van deze infectieziekten is voor de gemeente Losser in 2006 melding gemaakt van 2 gevallen van chronische 22 Hepatitus B en 3 gevallen van Kinkhoest. 5.2 Beperkingen onder ouderen In de gemeente Losser heeft 32% van de ouderen last van één of meer mobiliteitsbeperkingen. Dit is meer dan in Twente (29%). In Losser is het percentage mensen met een beperking hoger onder vrouwen (42%) dan onder mannen (21%) en hoger onder 75+ (54%) dan onder 65-75 (17%). Van de ouderen in Losser heeft 20% 1 of meer beperkingen in dagelijkse activiteiten. In Twente is dit percentage 16%. Onder 75+ en vrouwen is het percentage mensen met een beperking in dagelijkse activiteiten het hoogst. Daarnaast heeft 12% van de ouderen uit Losser aangegeven één of meer gezichtbeperkingen te hebben 11 en heeft 12% last van één of meer gehoorbeperkingen. 5.3 Huiselijk geweld Uit onderzoek van Intraval blijkt dat er in 2006 89 meldingen van huiselijk geweld zijn gedaan (3% van de totaal aantal meldingen in Twente). In 2005 zijn er in de gemeente Losser 61 meldingen geweest (2,5% van het totaal aantal meldingen in Twente). Een melding kan betrekking hebben op meerdere personen en er kunnen meerdere meldingen over een persoon gaan. In 2005 waren er 14 unieke verdachten van huiselijk geweld bekend bij de politie, dit zijn 0,6 gevallen per 1000 inwoners. In 2006 waren er 14 verdachten van huiselijk geweld geregistreerd bij de politie (0,6 per
11
samen gezond… samen twente! 1000). Voor 2006 geldt dat het aantal geregistreerde unieke gevallen per 1000 het hoogst was in 24 Enschede.
6. Contact Heeft u vragen of opmerkingen na aanleiding van deze factsheet dan kunt u contact opnemen met Cristel Boom, onderzoeker bij de GGD Regio Twente. Zij is bereikbaar op het nummer 053-4876816 of via haar e-mailadres
[email protected]. Voor meer informatie kunt u ook kijken op: www.gezondheidsatlastwente.nl.
12
samen gezond… samen twente! Bevindingen & Aanbevelingen 1. Bevolkingsopbouw 1.1 Bevolkingssamenstelling Het percentage jongeren van de totale bevolking is in 2030 2% minder dan in 2007. Het percentage ouderen van de totale bevolking neemt van 2007 tot 2030 toe met 10% en het percentage ouderen van 75 jaar en ouder van de totale bevolking stijgt in die periode naar verwachting met 7%. Daarnaast stijgt binnen de groep van ouderen het percentage ouderen van 75 jaar en ouder. Er is dus sprake van dubbele vergrijzing. Als we dit vergelijken met de Twentse bevolkingssamenstelling blijkt dat in Losser het percentage ouderen in vergelijking met Twente meer toe neemt en ook het aantal ouderen van 75 jaar en ouder stijgt procentueel gezien meer in Losser dan in Twente. Het aantal langdurige aandoeningen en beperkingen neemt toe met de leeftijd. Als in de toekomst het aantal ouderen stijgt zal het aantal aandoeningen en beperkingen stijgen en daarmee ook de zorgvraag. Mede in het kader van de WMO verdient de gezondheid van ouderen daarom aandacht. 1.2 Burgerlijke status en huishoudsamenstelling De kwaliteit van leven verschilt afhankelijk van de samenstelling van het huishouden. Alleenstaanden hebben gemiddeld de minst goede kwaliteit van leven en (echt)paren de beste. In de gemeente Losser zijn er in vergelijking met Twente en Nederland minder ongehuwden, meer gehuwden, minder eenpersoonshuishoudens en is het gemiddeld aantal personen per huishouden hoger. De gemeente Losser wijkt positief af van Twente en Nederland. 1.3 Etniciteit Het percentage allochtonen van de gemeente Losser is in 2006 14,5% (12% Westers en 2% nietWesters). In Nederland is dit 19% (9% Westers en 11% Niet Westers). Het percentage allochtonen in de gemeente Losser is in vergelijking met Nederland lager. 1.4 SES Mensen met een lage SES hebben een slechtere gezondheid dan mensen met een hoge SES. Om een beeld van de SES te krijgen worden verschillende indicatoren gebruikt. Het gemiddeld onderwijsniveau in de gemeente Losser is vooral in de hoogste opleidingscategorie (24%) lager dan in Nederland (31%). Het aantal WAO uitkeringen is in Losser hoger in vergelijking met Twente. De SES in de gemeente Losser is aan de lage kant. Volgens de statusscore van het Sociaal Cultureel Planbureau blijkt dit met name in de kernen Overdinkel en Glane het geval te zijn.
2. Gezondheid 2.1 Hart- en vaatziekten De totale sterfte aan hart- en vaatziekten is bij mannen uit de gemeente Losser significant hoger in vergelijking met Nederland. De sterfte aan ischemische hartziekten, sterfte aan acuut hartinfarct en de sterfte aan hersenvaatstelsel (CVA) over de periode 2000-2004 wijkt bij zowel mannen als vrouwen niet significant af van Nederland. Het aantal ziekenhuisontslag diagnosen met betrekking tot hart- en vaatziekten is in Losser vergelijkbaar met Nederland. In het geval van beroerte en andere hartaandoeningen scoort Losser wat hoger dan in Twente. Het aantal gevallen van een hartinfarct en hoge bloeddruk is ongeveer gelijk. Op basis van de gegevens is de situatie voor hart- en vaatziekten voor de gemeente Losser vergelijkbaar met Twente en Nederland. Hart- en vaatziekten zijn doodsoorzaak nummer één in Nederland en hart- en vaatziekten zijn één van de drie ziekten die de meeste ziektelast veroorzaken. Er is dus veel gezondheidswinst te behalen door preventie op het gebied van hart- en vaatziekten. 2.2 Kanker Het sterftecijfer en het vóórkomen van kanker onder ouderen wijkt niet af van respectievelijk Nederland en Twente. Het ziekenhuis ontslagdiagnose cijfer van de gemeente Losser is wat lager dan het Nederlands cijfer. De situatie betreffende kanker lijkt vergelijkbaar met Twente en Nederland. Gemiddeld wordt de meeste ziektelast bij mannen veroorzaakt door longkanker en bij vrouwen door borstkanker. Door aandacht te besteden aan de leefstijlfactoren die bij het ontstaan van kanker een rol spelen kan de ziektelast teruggedrongen worden.
13
samen gezond… samen twente! 2.3 Psychische gezondheid Het aantal ziekenhuis ontslagdiagnosen is in Losser iets hoger (1,4 per 1000) in vergelijking met Twente (1,2 per 1000). Psychische ongezondheid onder jongeren uit Losser (14%) is in vergelijking met Twente (16%) iets lager. Onder ouderen komt psychische ongezondheid even vaak voor (17%). Acht procent van de ouderen uit Losser geeft aan last te hebben van depressiviteit of neerslachtigheid. In Twente is dit percentage iets hoger (9%). In Losser komt onder ouderen matige eenzaamheid (34% versus 32%) en ernstige tot zeer ernstige eenzaamheid (6% versus 6%) ongeveer evenveel voor als in Twente. Iets meer ouderen in Losser geven aan dat ze eenzaam (15%) zijn in vergelijking met Twente (11%). De problematiek rondom psychische gezondheid is in de gemeente Losser vergelijkbaar met Twente. Aangezien psychische aandoeningen veel vóórkomen en gepaard gaan met een hoge ziektelast wordt aanbevolen aandacht te besteden aan dit onderwerp.
3. Leefstijl 3.1 Roken Roken is de determinant die gepaard gaat met het meeste gezondheidsverlies. Het percentage rokers onder jongeren uit de gemeente Losser is lager dan het percentage rokers onder Twentse jongeren. Respectievelijk 13% en 18%. Als we kijken hoeveel jongeren bloot worden gesteld aan passief roken blijkt dit percentage ongeveer gelijk te zijn aan het Twentse percentage. Het percentage rokers is onder volwassenen uit de gemeente Losser iets lager dan in Twente. Op het gebied van roken steekt de gemeente Losser positief af bij Twente. Toch wordt aangeraden om aandacht te houden voor het verder terugdringen van roken, omdat dit een grote gezondheidswinst ten gevolge heeft. 3.2 Alcohol Onder jongeren is in de gemeente Losser het percentage jongeren dat alcohol drinkt en binge drinkt hoger dan in Twente. 59% van de jongeren uit Losser heeft in de afgelopen 4 weken alcohol gedronken, van de Twentse jongeren is dit 52%. Van de jongeren uit Losser geeft 45% aan in de afgelopen 4 weken te hebben binge gedronken. Bij de Twentse jongeren is dit 37%. De alcoholproblematiek is groter onder jongeren uit Losser. Ook het alcoholgebruik onder volwassenen is hoger in Losser in vergelijking met Twente. Er wordt aanbevolen om het terugdringen van alcoholgebruik een prominente plek te geven in de nota LGB. 3.3 Overgewicht Het percentage overgewicht is in de gemeente Losser onder kinderen hoger in vergelijking met Twente. Bijna een kwart van de kinderen heeft overgewicht of obesitas. Bij de volwassenen ligt dit percentage zelfs nog hoger. Bijna de helft van de volwassenen heeft overgewicht of obesitas. Ook bij ouderen liggen de percentages hoog. Van de ouderen uit Losser heeft 49% overgewicht en 14% ernstig overgewicht. Aangezien het vóórkomen van overgewicht zo hoog is en overgewicht en met name ernstig overgewicht (obesitas) samen hangt met tal van chronische aandoeningen, wordt aanbevolen aandacht te geven aan het terugdringen van overgewicht. Beweging & Voeding Jongeren uit Losser doen het qua beweging iets beter en doen het qua voeding ongeveer even goed als de jongeren uit Twente. 3.4 Druggebruik Het druggebruik bij jongeren uit Losser is ongeveer vergelijkbaar met jongeren uit Twente.
14
samen gezond… samen twente! Definities en afkortingen Alleenstaande personen
Eenpersoonshuishouden Ischemische hartziekten
Persoon die alleen in een wonrumte is gehuisvest en hierdoor een eenpersoonshuishoudens vormt. Tot alleenstaanden worden ook personen gerekend die met anderen eenzelfde adres bewonen maar een eigen huishouding voeren. Alleenstaanden worden in alle burgerlijke staten aangetroffen: zo kunnen gehuwden na het stuklopen van hun relatie (in afwachting van een scheiding) alleen wonen. Een particulier huishouden bestaande uit één persoon. Zijn ziekten van het hart die het gevolg zijn van aderverkalking (atherosclerose).
15
samen gezond… samen twente! Literatuur en Bronnen 1 Hoeymans N, Picavet HSJ, Tijhuis MAR. Zijn er sociaal-demografische gezondheidsverschillen? Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, 13 december 2005. 2 statline.cbs.nl/statweb/ 3 IBP Prognose Provincie Overijssel. 4 IBP Prognose Provincie Overijssel. 5 Hoeymans N, Picavet HSJ, Tijhuis MAR. Zijn er verschillen naar etniciteit? Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, 14 september 2006. 6 Lucht F van der. Sociaaleconomische gezondheidsverschillen samengevat. Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, 20 juni 2006. 7 www.scp.nl/onderzoek/statusscores/ 8 Hoeymans N, Gommer AM, Poos MJJC. Ziektelast in DALY's samengevat. Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, 19 juni 2006. 9 Leest LATM van, Verschuren WMM. Vraag. Brancherapporten VWS. Den Haag: VWS, 29 april 2005. 10 Leest LATM van, Verschuren WMM. Aanbod. Brancherapporten VWS. Den Haag: VWS, 29 april 2005. 11 Prismant ziekenhuis ontslagdiagnosen over de jaren 1999 tot en met 2005. 12 Haitsma O, Visser J. Gezond ouder worden in Losser. Ouderenonderzoek GGD 2005. Losser: GGD Regio Twente, december 2006. 13 Brancherapporten VWS. Den Haag: VWS,
versie 2.1, 18 mei 2005 14 Brancherapporten VWS. Den Haag: VWS, 18 mei 2005. 15 GGD Regio Twente. E-MOVO onderzoek 2007. Losser: GGD Regio Twente, in press. 16 Weide MG, Lans ALM van der, Olthof-Pal J, Bogt NCW ter. Gezondheidsonderzoek volwassenen in Twente 2002. Losser: GGD Twente, februari 2003. 17 Leent-Loenen HMJA van. Roken samengevat. Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, 25 september 2007. 18 Ministerie van VWS. Kiezen voor gezond leven. Den Haag: VWS, 2007. 19 Kuunders MMAP, Laar MW van. Wat zijn de mogelijke gezondheidsgevolgen van alcoholgebruik? Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, 13 december 2004. 20 Kuunders MMAP, Laar MW van. Alcoholgebruik samengevat. Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven, RIVM, 13 december 2007. 21 Hibbel B, Andersson B, Bjarnason T, Ahlström S, Balakireva O, Kokkevi A, et al. The ESPAD Report 2003; Alcohol and Other Drug use Among Students in 35 European Countries. Stockholm: The Swedish Council for Information on Alcohol and Other Drugs (CAN) and the Pompidou Group at the Council of Europe, 2004. 22 Leent-Loenen HMJA van, Visscher TLS. Lichaamsgewicht samengevat. Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, 4 juli 2007 23 GGD Regio Twente. Productiecijfers 2006. Losser: GGD Regio Twente, 2007. 24 Bieleman B, Kruize A, Snippe J, Zwieten M van. Monitor 2006 Huiselijk geweld Twente. Groningen-Rotterdam: Intraval, mei 2007.
16