Gezondheidsmonitor Jeugd 2015

Gezondheidsmonitor Jeugd 2015 Belangrijke toelichting Beste leerling,

Welkom bij de GGD Jongerenmonitor! Met dit onderzoek willen we inzicht krijgen in de gezondheid en leefstijl van jongeren in Nederland.

Het invullen van deze vragenlijst is niet verplicht. Het onderzoek is vertrouwelijk. Dat betekent dat aan jouw antwoorden geen naam gekoppeld kan worden. Niemand komt dus te weten wat jij hebt ingevuld.

Belangrijke tips bij het invullen van de vragenlijst:  Er zijn geen goede of foute antwoorden. Het gaat om jouw mening en jouw ervaringen.  Het is belangrijk dat je alle vragen beantwoordt, ook al vind je het soms moeilijk om een antwoord te geven.  Wil je een vraag echt niet beantwoorden, dan kun je deze overslaan.  Je kunt altijd terug naar de vorige vraag om je antwoorden aan te passen.

Veel succes!

1

Deze vragen met de hele klas invullen Vraag 1.

Wat is de schoolcode?

Vraag 2.

Wat is de naam van de school?

Vraag 3.

In welke klas/leerjaar zit je? 1 2 3 4 5 6

Vraag 4.

Welk soort onderwijs volg je? Je mag meer dan één antwoord geven.       

Vraag 5.

Vmbo-b (basis) Vmbo-k (kader) Vmbo-g (gemengd) Vmbo-t (theoretisch, mavo) Havo Vwo (atheneum, gymnasium) Ander soort onderwijs

Hoe oud ben je? 12 jaar of jonger 13 jaar 14 jaar 15 jaar 16 jaar 17 jaar 18 jaar of ouder

Vraag 6.

Ben je een jongen of een meisje? Jongen Meisje

Vraag 7.

Wat zijn de 4 cijfers van de postcode van het adres waar je woont?

 Vraag 8.

En wat zijn de letters van je postcode?

 2

ALGEMENE VRAGEN Vraag 9.

In welk land ben je geboren?         

Vraag 10.

In welk land is je moeder geboren?          

Vraag 11.

Nederland Marokko Turkije Suriname (Voormalige) Nederlandse Antillen of Aruba Duitsland België Indonesië Ander land, namelijk ____ In welk land is je vader geboren?

         Vraag 12.

Nederland Marokko Turkije Suriname (Voormalige) Nederlandse Antillen of Aruba Duitsland België Indonesië Ander land, namelijk ____

Nederland Marokko Turkije Suriname (Voormalige) Nederlandse Antillen of Aruba Duitsland België Indonesië Ander land, namelijk ____ Bij wie woon je de meeste dagen van de week? Je mag één antwoord geven.

 Bij mijn ouders (samen)  Ongeveer de helft van de tijd bij mijn ene ouder en de helft van de tijd bij mijn andere ouder  Bij mijn moeder en haar partner  Bij mijn vader en zijn partner  Alleen bij mijn moeder  Alleen bij mijn vader  Bij anderen (bijv. pleegouders, andere familie, internaat)  Ik woon op mezelf

3

Gezondheid Vraag 13.      Vraag 14.

Hoe is over het algemeen je gezondheid? Zeer goed Goed Gaat wel Slecht Zeer slecht Wil je alsjeblieft bij iedere vraag een kruisje zetten in het vakje voor "Niet waar", "Een beetje waar" of "Zeker waar". Het is belangrijk dat je alle vragen zo goed mogelijk beantwoordt, ook als je niet helemaal zeker bent of als je de vraag raar vindt. Wil je alsjeblieft bij je antwoorden denken hoe dat bij jou de laatste 6 maanden is geweest. Niet waar

Een beetje waar

Zeker waar

Ik probeer aardig te zijn tegen anderen. Ik houd rekening met hun gevoelens







Ik ben rusteloos, ik kan niet lang stil zitten







Ik heb vaak hoofdpijn, buikpijn, of ik ben misselijk







Ik deel makkelijk met anderen (snoep, speelgoed, potloden, etc.)







Ik word erg boos en ben vaak driftig







Ik ben nogal op mijzelf. Ik speel meestal alleen of bemoei mij niet met anderen







Ik doe meestal wat me wordt opgedragen







Ik pieker veel







Ik help iemand die zich heeft bezeerd, van streek is of zich ziek voelt







Ik zit constant te wiebelen of te friemelen







Ik heb minstens één goede vriend of vriendin







Ik vecht vaak. Het lukt mij andere mensen te laten doen wat ik wil







Ik ben vaak ongelukkig, in de put of in tranen







Andere jongeren van mijn leeftijd vinden mij over het algemeen aardig







Ik ben snel afgeleid, ik vind het moeilijk om me te concentreren







Ik ben zenuwachtig in nieuwe situaties. Ik verlies makkelijk mijn zelfvertrouwen







Ik ben aardig tegen jongere kinderen







Ik word er vaak van beschuldigd dat ik lieg of bedrieg







Andere kinderen of jongeren pesten of treiteren mij







Ik bied vaak anderen aan hen te helpen (ouders, leerkrachten, kinderen)







Ik denk na voor ik iets doe







Ik neem dingen weg die niet van mij zijn thuis, op school of op andere plaatsen Ik kan beter met volwassenen opschieten dan met jongeren van mijn leeftijd









4



Ik ben voor heel veel dingen bang, ik ben snel angstig







Ik maak af waar ik mee bezig ben. Ik kan mijn aandacht er goed bij houden







De onderstaande uitspraken gaan over opkomen voor jezelf en het maken van keuzes (zoals over pesten, kleding, uitgaan, roken, alcoholgebruik, seksualiteit). Vraag 15.

Geef aan in hoeverre je het eens bent met onderstaande uitspraken. Kruis op iedere regel één vakje aan. Helemaal mee eens

Vraag 16.

Soms wel, soms niet

Mee oneens

Helemaal mee oneens

Ik weet wat ik wel en niet wil











Ik zeg het als iemand iets doet wat ik vervelend vind











Ik laat mij makkelijk overhalen om dingen te doen die ik niet wil











Ik kan heel goed nee zeggen tegen mijn vrienden











Ik vind het moeilijk om hulp te vragen als iemand mij lastig valt











Ik doe alleen maar dingen die ik zelf echt wil











Ik kom voor mezelf op als iemand mij uitscheldt, beledigt of bedreigt











Als mijn vrienden iets doen wat ik eigenlijk niet wil dan doe ik toch maar mee











Voel je je wel eens eenzaam?    

Vraag 17.

Mee eens

Ja, vaak Ja, soms Zelden Nee

Geluk Kruis op iedere regel één vakje aan. 0 staat voor heel ongelukkig, 10 staat voor heel gelukkig 0

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

Hoe gelukkig voel je jezelf vandaag?

          

Hoe gelukkig voelde je jezelf de afgelopen maand?

          

5

Vraag 18.

Wil je bij de volgende ziekten en aandoeningen aankruisen of je die hebt of in de afgelopen 12 maanden hebt gehad ? Kruis op iedere regel één vakje aan Nee

Ja, niet door arts vastgesteld

Ja, wel door arts vastgesteld

Astma of bronchitis







Chronische vermoeidheid







Diabetes mellitus (suikerziekte)







Eczeem







Buikklachten langer dan 3 maanden







Migraine of regelmatig ernstige hoofdpijn







Een aangeboren hartaandoening







ADHD







Anorexia of boulimia nervosa







Kanker







Depressie







Allergie (bv. hooikoorts, huisstofmijt, bepaalde huisdieren/medicijnen/voedsel)







Anders







Bewegen Vraag 19.

Op hoeveel dagen per week ga je lopend of fietsend naar school of naar je stageplek?      

Vraag 20.

(Bijna) nooit 1 dag per week 2 dagen per week 3 dagen per week 4 dagen per week 5 dagen per week

Op hoeveel dagen per week doe je aan sport bij een club, vereniging of sportschool? Bijvoorbeeld: fitness, zwemmen, voetbal, tennis, dansen etc.     

Ik sport niet bij een club, vereniging of sportschool Minder dan 1 dag per week 1 dag per week Meerdere dagen per week Elke dag

6

Vraag 21.

Op hoeveel dagen per week sport of beweeg je in je vrije tijd zonder club, vereniging of sportschool? Bijvoorbeeld: voetballen op straat, fietsen, hardlopen, skeeleren, zwemmen, thuis dansen, kranten bezorgen etc. (lopen en fietsen naar school niet meetellen).     

(Bijna) nooit Minder dan 1 dag per week 1 dag per week Meerdere dagen per week Elke dag

We willen graag weten op hoeveel dagen per week je minstens 1 uur sport of beweegt. Tel alle vormen van sporten of bewegen die je op een dag doet bij elkaar op. Bijvoorbeeld: op maandag fiets je 15 minuten naar school, je hebt 50 minuten schoolgym, je fietst 15 minuten terug naar huis en ’s avonds ga je 20 minuten hardlopen: op die dag heb je minstens 1 uur bewogen. Doe dit voor alle dagen per week. Vraag 22.

Op hoeveel dagen per week sport of beweeg je minstens 1 uur?        

Vraag 23.

(Bijna) nooit 1 dag per week 2 dagen per week 3 dagen per week 4 dagen per week 5 dagen per week 6 dagen per week Elke dag Hoeveel uur per dag kijk jij buiten schooltijd naar een beeldscherm? LET OP: we bedoelen alle activiteiten die je zittend of liggend doet achter een beeldscherm, zoals TV of filmpjes kijken, iets opzoeken op internet voor je huiswerk, berichtjes sturen of zittend een spel spelen op een smartphone, tablet, laptop, pc etc.

      

Minder dan een half uur per dag Een half uur tot 1 uur per dag 1 tot 2 uur per dag 2 tot 3 uur per dag 3 tot 6 uur per dag 6 tot 9 uur per dag 9 uur of langer per dag

7

Voeding Vraag 24.

Op hoeveel dagen per week ontbijt je?         

Vraag 25.

(Bijna) nooit 1 dag per week 2 dagen per week 3 dagen per week 4 dagen per week 5 dagen per week 6 dagen per week Elke dag Op hoeveel dagen per week eet je fruit?

         Vraag 26.

(Bijna) nooit Ga naar vraag 27 1 dag per week 2 dagen per week 3 dagen per week 4 dagen per week 5 dagen per week 6 dagen per week Elke dag Op de dagen dat je fruit eet, hoeveel porties eet je dan meestal per dag? Voorbeelden van 1 portie fruit zijn: 1 appel, 1 banaan, 1 perzik, 1 kiwi, 2 mandarijnen, 2 pruimen, een handje met druiven, kersen of aardbeien.

      Vraag 27.

½ portie per dag (bijvoorbeeld 1 mandarijn of een halve appel) 1 portie per dag 1½ portie per dag 2 porties per dag 2½ portie per dag 3 of meer porties per dag Op hoeveel dagen per week eet je groente?

       

(Bijna) nooit 1 dag per week 2 dagen per week 3 dagen per week 4 dagen per week 5 dagen per week 6 dagen per week Elke dag

8

Vraag 28.

Hoe vaak eet of drink je de volgende dingen in één week?

Nooit

Minder dan 1 keer per week

1 keer per week

2 tot 4 dagen per week

5 tot 6 dagen per week

Iedere dag 1 keer

Iedere dag, meer dan 1 keer

Zoetigheid (bv snoep, ijs, koekjes, gebak)















Snacks (bv chips, nootjes, kaasstengels)











































Frisdrank (bv cola, sinas, 7up, géén light producten) Energie drank (bv Red bull, Bullit, Rockstar, Golden Power, High way, Rodeo, Burn, Monster)

Roken

Met roken bedoelen we sigaretten en sjek, geen elektronische sigaret.

Vraag 29.

Heb je ooit gerookt?  Ja, een hele sigaret of meer  Ja, alleen een paar trekjes  Nee Ga naar vraag 33

Vraag 30.

Hoe vaak rook je nu?    

Vraag 31.

Elke dag Minstens 1 keer per week, maar niet elke dag Minder dan 1 keer per week Ik rook niet Hoe oud was je toen je voor het eerst een sigaret rookte?

9

Vraag 32.

Hoe vaak ben je in de afgelopen 4 weken op de volgende manieren aan sigaretten gekomen? Nooit

2-3 keer

4-5 keer

6-7 keer













Gekocht van een vriend(in), kennis of vreemde













Gekregen van mijn ouders













Gekregen van een leeftijdgenoot













Van een vriend of kennis gekregen die ouder is dan ik ben













ZELF gekocht in een winkel, tabaksautomaat, café, bar, discotheek, snackbar, restaurant, op internet, of tankstation

Vraag 33.

8 of meer keren

1 keer

Geef aan of jij nu de volgende dingen mag van je ouders. Als je niet rookt, probeer dan te bedenken of het zou mogen. Zeker niet Ik mag van mijn ouders een trekje van een sigaret nemen

Vraag 34.

Waarschijnlijk niet

Soms

Zeker wel











Ik mag van mijn ouders af en toe een sigaret roken











Ik mag van mijn ouders regelmatig roken











Bij ons thuis mag binnen gerookt worden











Heb je wel eens een shisha pen* gerookt?      

Waarschijnlijk wel

Nee, nooit Ja, één keer een trekje Ja, meer dan één keer een trekje, maar niet regelmatig Ja, (bijna) elke week Ja, (bijna) elke dag Ik weet niet wat dat is

*POP-UP: Een shisha pen wordt ook wel e-sigaret, rookpen, nepsigaret, eShish, electronic shisha of eHookah genoemd.

10

Alcohol Vraag 35.

Heb je ooit alcohol gedronken?  Ja, een heel glas of meer  Ja, alleen een paar slokjes  Nee Ga naar vraag 42

Vraag 36.

Op hoeveel dagen heb je alcohol gedronken? Kruis op iedere regel één vakje aan. Nooit

Vraag 37.

3 t/m 5 dagen

6 t/m 9 dagen

10 t/m 19 dagen

20 t/m 29 dagen

30 dagen of meer

In je hele leven















In de laatste 4 weken















Hoe vaak heb je in de laatste 4 weken VIJF OF MEER drankjes met alcohol gedronken bij één gelegenheid (bijvoorbeeld op een feestje of op één avond)?       

Vraag 38.

1 of 2 dagen

Nooit 1 keer 2 keer 3 of 4 keer 5 of 6 keer 7 of 8 keer 9 keer of vaker Hoe vaak ben je dronken of aangeschoten geweest door het drinken van alcohol? Kruis op iedere regel één vakje aan. 4 t/m 10 11 keer Nooit 1 keer 2 keer 3 keer keer of vaker In je hele leven













In de laatste 4 weken













Vraag 39.

Hoe oud was je toen je voor het eerst een glas alcohol dronk?

Vraag 40.

Hoe oud was je toen je voor het eerst elke week alcohol dronk?  Ik was toen __ jaar  Nooit gedaan

11

Vraag 41.

Zou je hieronder op iedere regel willen aangeven hoe vaak je in de afgelopen 4 weken op onderstaande manieren aan alcohol gekomen bent? Nooit

2-3 keer

4-5 keer

6-7 keer

8 of meer keren

Zelf gekocht in een supermarkt of slijterij













Zelf gekocht in een bar, snackbar, restaurant, café of discotheek





























































Gekregen van een leeftijdgenoot













Van een vriend(in) of kennis gekregen die ouder is dan ik ben













Zelf gekocht in een sportkantine (zoals een voetbalkantine) of jeugdcentrum Gekregen van mijn ouders Gekregen van mijn broer/zus Door mijzelf of door een leeftijdgenoot, zonder te vragen gepakt bij een van onze ouders

Vraag 42.

1 keer

Geef aan of jij nu de volgende dingen mag van je ouders. Als je geen alcohol drinkt, probeer dan te bedenken of het zou mogen. Zeker niet Ik mag thuis één glas alcohol drinken als mijn vader of moeder thuis is

Waarschijnlijk niet

Soms

Waarschijnlijk wel

Zeker wel





















Ik mag op een feestje alcohol drinken met mijn vrienden











Ik mag in het weekend alcohol drinken











Ik mag thuis meerdere glazen alcohol drinken als mijn vader of moeder thuis is

12

Vraag 43.

Heb je met je ouders de afspraak dat je tot een bepaalde leeftijd geen alcohol zult drinken?  Nee Ga naar vraag 51 Ja

Vraag 44.

Tot welke leeftijd mag je niet drinken?

Drugs

Vraag 45.

Heb je ooit wiet (marihuana) of hasj gebruikt?  Ja  Nee Ga naar vraag 51

Vraag 46.

Op hoeveel dagen heb je wiet (marihuana) of hasj gebruikt? Kruis op iedere regel één vakje aan.

Nooit

1 of 2 dagen

3 t/m 5 dagen

6 t/m 9 dagen

10 t/m 19 dagen

20 t/m 29 dagen

30 dagen of meer

In je hele leven















In de laatste 4 weken















Vraag 47.

Hoe oud was je toen je voor het eerst hasj of wiet gebruikte?

Vraag 48.

Hoe kom je meestal aan wiet (marihuana) of hasj? Je mag meer dan één antwoord geven.  Ik gebruik het nu niet meer  Van vrienden  Via, via van iemand die ik niet goed ken  Van een (huis)dealer  Koop het in een coffeeshop  Van schoolgenoten  Ik kweek het zelf  Anders

13

Vraag 49.

Waar gebruik je meestal wiet (marihuana) of hasj? Je mag meer dan één antwoord geven.  Thuis  Bij vrienden  Café of disco, op een feest of bij een concert  In een coffeeshop  Op of rond school  Op straat, in een park of een andere plek buiten  Ergens anders

Vraag 50.

Als je wiet (marihuana) of hasj rookt, hoeveel joints rook je dan gemiddeld per keer?  Minder dan 1 joint, ik rook met anderen mee  Dan rook ik gemiddeld

Vraag 51.



Geef aan of jij nu de volgende dingen mag van je ouders. Als je geen hasj of wiet gebruikt, probeer dan te bedenken of het zou mogen

Zeker niet Ik mag van mijn ouders een trekje van een joint nemen Ik mag van mijn ouders af en toe een joint roken Ik mag van mijn ouders regelmatig een joint roken Vraag 52.

joints (aantal invullen)

Waarschijnlijk niet

Soms

Waarschijnlijk wel

Zeker wel































Heb je ooit één van de volgende middelen gebruikt: XTC (ecstasy, MDMA), cocaïne, paddo’s, amfetamine (uppers, pep of speed), LSD, GHB, heroïne en/of lachgas?  Ja  Nee Ga naar vraag 55

14

Vraag 53.

Welke van de volgende middelen heb je gebruikt? Kruis op iedere regel één vakje aan. Niet gebruikt

Vraag 54.

In de laatste 4 weken gebruikt

Wel gebruikt, maar langer dan 4 weken geleden

XTC (ecstasy, MDMA)







Cocaïne (coke of wit)







Paddo’s (hallucinogene paddenstoeltjes of magic mushrooms)







Amfetamine (uppers, pep of speed)







LSD







GHB







Heroïne







Lachgas







Hoe oud was je toen je voor het eerst een van de volgende middelen gebruikte? (XTC (ecstasy, MDMA), cocaïne, paddo’s, amfetamine (uppers, pep of speed), LSD, GHB, lachgas en/of heroïne?)

Muziek luisteren Vraag 55.

Hoeveel dagen per week luister je meestal naar muziek met oordopjes of een koptelefoon?        

Vraag 56.

Nooit, of minder dan 1 dag per week Ga naar vraag 58 1 dag per week 2 dagen per week 3 dagen per week 4 dagen per week 5 dagen per week 6 dagen per week Elke dag Hoeveel uur per dag luister je meestal naar muziek met oordopjes of een koptelefoon?

    

Minder dan een half uur per dag Een half uur tot 1 uur per dag 1 tot 3 uur per dag 3 tot 6 uur per dag 6 uur per dag of langer

15

Vraag 57.

Heb je weleens last van je gehoor nadat je muziek hebt geluisterd met oordopjes of een koptelefoon? Bijvoorbeeld een piep in je oren, een doof gevoel, minder goed kunnen horen  Ja, vaak  Ja, soms  Nee, nooit

Geld Vraag 58.

In welke mate ben je het eens met de volgende stellingen? Kruis op iedere regel één vakje aan. Helemaal mee oneens

Vraag 59.

Vraag 60.

Meer oneens dan eens

Meer eens dan oneens

Helemaal mee eens

Als ik geld heb, geef ik het direct uit









Ik vind het moeilijk om te sparen









Als ik wat geld krijg, denk ik meteen aan wat ik daarvan kan kopen









Ik vind het leuk om veel spullen te kopen









Kom je weleens geld tekort?  Ja, vaak  Ja, soms Nee, nooit Ga naar vraag 61  Wat doe je dan? Je mag meer dan één antwoord geven.        

Ik vraag extra geld aan mijn ouders Ik leen geld van mijn ouders Ik leen geld van vrienden (of broers/zussen) Ik doe niks, op=op Ik gebruik mijn spaargeld Ik ga rood staan op mijn betaalrekening bij de bank Ik ga klusjes doen of werken om meer geld te verdienen Anders

16

School Vraag 61.

Hoeveel dagen ben je de laatste 4 weken dat er school was thuis gebleven, omdat je ziek was? Vakantieweken niet meetellen bij die 4 weken.

Vraag 62.

schooldagen

Hoeveel lesuren heb je de laatste 4 weken dat er school was gespijbeld? Vakantieweken niet meetellen bij die 4 weken.

Vraag 63.



lesuren

Wat is voor jou de belangrijkste reden om te spijbelen? Je moet alleen de belangrijkste reden aangeven, dus maar één antwoord geven.       

Vraag 64.

Ik spijbel als ik mijn huiswerk niet af heb Ik spijbel als ik een proefwerk heb Ik spijbel als ik geen zin heb in school Ik spijbel als ik (veel) tussenuren heb Ik spijbel als ik problemen heb Andere reden Ik spijbel niet Hoe vind je het op school?

     Vraag 65.



Hartstikke leuk Leuk Gaat wel Niet leuk Vreselijk

Ga naar vraag 66 Ga naar vraag 66

Waardoor vind je het niet zo leuk op school? Je mag meer dan één antwoord geven.  De sfeer is niet gezellig  Mijn klas/groep is niet leuk  Ik heb geen vrienden/vriendinnen op school  Ik word gepest  De docenten zijn niet aardig  De manier van lesgeven is niet leuk  Ik heb veel moeite met leren, vind het (te) moeilijk  Ik vind de meeste vakken niet leuk  Ik zie het nut er niet van in  Ik voel me onveilig op deze school  Er is weinig aandacht voor problemen van leerlingen  Anders

17

Pesten Pesten is bijvoorbeeld schelden, roddelen, vervelende berichtjes sturen, iets afpakken, spugen of iemand buitensluiten. Met pesten wordt hier bedoeld dat een persoon door anderen wordt getreiterd op een manier die deze persoon echt niet leuk vindt. Vraag 66.

Hoe vaak ben je de laatste 3 maanden gepest op school?     

Vraag 67.

Nooit Minder dan 2 keer per maand 2 of 3 keer per maand Ongeveer 1 keer per week Meerdere keren per week Hoe vaak heb je de laatste 3 maanden zelf een andere leerling op school gepest?

     

Nooit Minder dan 2 keer per maand 2 of 3 keer per maand Ongeveer 1 keer per week Meerdere keren per week

De volgende vragen gaan over pesten via internet of mobiele telefoon. Het gaat om pesten op een manier die de ander echt niet leuk vindt. Voorbeelden zijn: - iemand uitschelden via de telefoon - iemand bedreigen, bijvoorbeeld in een tweet - gemene roddels over iemand verspreiden op internet - vervelende foto’s of filmpjes van iemand op internet zetten, bijvoorbeeld op YouTube

Vraag 68.

Hoe vaak ben je de laatste 3 maanden gepest via internet of mobiele telefoon?     

Vraag 69.

Nooit Minder dan 2 keer per maand 2 of 3 keer per maand Ongeveer 1 keer per week Meerdere keren per week Hoe vaak heb je de laatste 3 maanden zelf een ander gepest via internet of mobiele telefoon?

    

Nooit Minder dan 2 keer per maand 2 of 3 keer per maand Ongeveer 1 keer per week Meerdere keren per week

18

Sociale media De volgende vraag gaat over sociale media. Met sociale media bedoelen we bijvoorbeeld: - Berichten via smartphone, tablet, laptop of pc (zoals Whatsapp, Snapchat) - Sociale netwerken (zoals Facebook, Twitter) - Forums (zoals Fok.nl, Tweakers.net) Vraag 70.

Hoe vaak ben je actief op sociale media?      

(Bijna) nooit Ga naar vraag 72 Minder dan 1 dag per week 1 dag per week 2 of 3 dagen per week 4 of 5 dagen per week (Bijna) elke dag

De volgende vraag gaat over jouw ervaring met sociale media.

Vraag 71.

Kun je van de onderstaande ervaringen aangeven hoe vaak je deze hebt? Kruis op iedere regel één vakje aan. Nooit Hoe vaak vind je het moeilijk om met sociale media te stoppen?

Zelden

Soms

Vaak

Zeer vaak































Hoe vaak voel je je onrustig, gestrest of geïrriteerd wanneer je geen sociale media kunt gebruiken?











Hoe vaak raffel je je huiswerk af om sociale media te gebruiken?











Hoe vaak ga je sociale media gebruiken omdat je je rot voelt?











Hoe vaak kom je slaap te kort door sociale media?











Hoe vaak zeggen anderen (bijvoorbeeld ouders of vrienden) dat je minder tijd zou moeten besteden aan sociale media? Hoe vaak gebruik je liever sociale media dan dat je in het echt tijd met anderen doorbrengt (bijvoorbeeld vrienden of ouders)?

19

Gamen De volgende vraag gaat over gamen. Met games bedoelen we alle spellen/spelletjes die je speelt op een smartphone, tablet, laptop, pc, Mac of spelcomputer (zoals Playstation, Wii, Xbox). Vraag 72.

Hoe vaak speel je games?      

(Bijna) nooit Ga naar vraag 74 Minder dan 1 dag per week 1 dag per week 2 of 3 dagen per week 4 of 5 dagen per week (Bijna) elke dag

De volgende vraag gaat over jouw ervaring met gamen.

Vraag 73.

Kun je van de onderstaande ervaringen aangeven hoe vaak je deze hebt? Kruis op iedere regel één vakje aan. Nooit Hoe vaak vind je het moeilijk om met gamen te stoppen?

Zelden

Soms

Vaak

Zeer vaak









































Hoe vaak raffel je je huiswerk af om te gaan gamen?











Hoe vaak ga je gamen omdat je je rot voelt? Hoe vaak kom je slaap te kort door gamen?





















Hoe vaak zeggen anderen (bijvoorbeeld ouders of vrienden) dat je minder tijd zou moeten besteden aan gamen? Hoe vaak ga je liever gamen dan dat je in het echt tijd met anderen doorbrengt (bijvoorbeeld vrienden of ouders)? Hoe vaak voel je je onrustig, gestrest of geïrriteerd wanneer je niet kunt gamen?

20

Internet Vraag 74.

Wat mag je wel en niet doen op internet (bv social media, gamen) van je ouders? Kruis op iedere regel één vakje aan. Klopt helemaal niet Ik mag precies doen waar ik zin in heb op internet

Klopt niet

Klopt soms wel, soms niet

Klopt wel

Klopt helemaal











Ik mag zelf weten welke sites ik bezoek











Ik mag zelf weten met wie ik contact heb via internet











Seksualiteit Vraag 75.

Heb je ooit met iemand gezoend (tongzoenen)?  Ja  Nee, nooit Ga naar vraag 81

Vraag 76.

Heb je ooit geslachtsgemeenschap* gehad?     

Vraag 77.

Heb je altijd een condoom gebruikt toen je geslachtsgemeenschap had?    

Vraag 78.

Ja, regelmatig Ja, een paar keer Ja, 1 keer Nee, nooit Ga naar vraag 81

Ja, altijd Nee, niet altijd Nee, nooit Ik weet het niet meer Hoe oud was je toen je voor het eerst met iemand geslachtsgemeenschap had? Ik was toen

Vraag 79.

*POP-UP: Sommigen noemen dit 'seks hebben' of 'neuken'.



jaar

Heb je wel eens een geslachtsziekte / SOA (seksueel overdraagbare aandoening) gehad (bijvoorbeeld chlamydia, gonorroe, syfilis)?  Ja  Nee  Dat weet ik niet (zeker)

21

Vraag 80.

Kruis op iedere regel één vakje aan Ja

Vraag 81.

Dat weet ik niet (zeker)

Heb je naar jouw idee voldoende seksuele voorlichting gehad?







Heb je van je ouders voldoende seksuele voorlichting gehad?







Heb je op school voldoende seksuele voorlichting gehad?







Wat vind je er van als twee meisjes/vrouwen of twee jongens/mannen op elkaar verliefd zijn?    

Vraag 82.

Normaal Een beetje raar Erg raar Verkeerd Als iemand op jouw school homoseksueel zou zijn, zou diegene dat op school eerlijk kunnen vertellen?

    

Vraag 83.

Nee

Ja, tegen iedereen op school Ja, bij de leerlingen Ja, alleen bij zijn of haar vrienden Nee Dat weet ik niet

Voor de JONGENS: Stel dat er in jouw klas een jongen zit die op jongens valt (homo is). Wat zou je wel, misschien of juist niet doen? Voor de MEISJES: Stel dat in jouw klas een meisje zit dat op meisjes valt (lesbisch is). Wat zou je wel, misschien of juist niet doen? Zeker wel

Wel

Misschien wel, misschien niet

Niet

Zeker niet

Onbekend

Ik zou rustig vriendschap met hem/haar sluiten













Ik zou laten merken dat hij/zij van me af moet blijven













Ik zou rustig samen met hem/haar huiswerk maken













Ik zou in de pauze liever naast iemand anders gaan zitten













Ik zou het vervelend vinden om op werkweek een kamer met hem/haar te delen











22



Mantelzorg Vraag 84.

Is er iemand bij jou thuis (het huis of gezin waar je het meeste bent) die langer dan drie maanden ziek of gehandicapt is (lichamelijk of psychisch)? Je mag meer dan één antwoord geven.    

Vraag 85.

Ja, mijn vader/moeder Ja, mijn broer/zus Ja, iemand anders Nee, niemand Ga naar vraag 89

Gaat het om psychische of om lichamelijke gezondheidsproblemen?  Alleen psychische gezondheidsproblemen  Alleen lichamelijke gezondheidsproblemen  Zowel psychische als lichamelijke gezondheidsproblemen

Vraag 86.

Geef je zelf geregeld hulp aan deze zieke gezinsleden?  Nee Ga naar vraag 89  Ja, namelijk __ uur per week

Vraag 87.

Welke hulp geef je aan deze zieke gezinsleden? Je mag meer dan één antwoord geven.       

Vraag 88.

Huishoudelijke hulp (schoonmaken, de was doen, boodschappen) Persoonlijke verzorging (wassen, aankleden) Verpleegkundige hulp (klaarzetten/toedienen medicijnen en wondverzorging) Administratieve hulp (aanvragen en regelen van voorzieningen voor de zieke) Meegaan naar een arts, kapper, familiebezoek Gezelschap, troost, afleiding Anders

Hoe zwaar vind je het om hulp te geven aan deze zieke gezinsleden?    

Niet of nauwelijks zwaar Enigszins zwaar Tamelijk zwaar Zeer zwaar

Gezin Vraag 89.

Zijn jouw ouders gescheiden?  Ja  Nee Ga naar vraag 91 

23

Vraag 90.

Heb je hier last van?    

Vraag 91.

Ja, heel veel Ja, best wel Een beetje Nee Heeft één van je ouders (of beide) een nieuwe partner gekregen?

 Ja  Nee Ga naar vraag 93 Vraag 92.

Heb je hier last van?    

Vraag 93.

Ja, heel veel Ja, best wel Een beetje Nee

Is er iemand in je nabije omgeving overleden? Bijvoorbeeld vader/moeder, broer/zus, opa/oma, vriend/vriendin  Ja  Nee Ga naar vraag 95

Vraag 94.

Heb je hier last van?    

Vraag 95.

Ja, heel veel Ja, best wel Een beetje Nee Hoe gemakkelijk is het voor jou om met de volgende mensen te praten over dingen waar je je zorgen over maakt? Kruis op iedere regel één vakje aan. Heel gemakkelijk

Gemakkelijk

Moeilijk

Heel moeilijk

Heb ik niet/zie ik niet

Vader











Stiefvader (of vriend van moeder)











Moeder











Stiefmoeder (of vriendin van vader)











Broer(s)/zus(sen)











Beste vriend of vriendin











Mentor









 24

Vrienden Vraag 96.

Denk aan de afgelopen week.... Kruis op iedere regel één vakje aan. Nooit Heb je tijd doorgebracht met je vrienden/vriendinnen?

Zelden (bijna nooit)

Zo nu en dan (soms)

Redelijk vaak

Altijd











Heb je dingen met andere jongeren ondernomen?











Heb je plezier gehad met je vrienden/vriendinnen?











Hebben jij en je vrienden/vriendinnen elkaar geholpen?































Hebben jij en je vrienden/vriendinnen over alles kunnen praten? Heb je op je vrienden/vriendinnen kunnen vertrouwen?

Vrije tijd Vraag 97.

Hoeveel uren besteed je per week in je vrije tijd aan de volgende activiteiten? Kruis op iedere regel één vakje aan 0 uur

minder dan 1 uur

1 tot 4 uur

4 tot 7 uur

7 tot 10 uur

10 uur of meer

Huiswerk













Verenigingen (zoals: voetbalvereniging, dansclub, vechtsportclub, fanfare, etc.)













Bijbaantjes













Huishoudelijke taken













Met vrienden/vriendinnen afspreken













Vrijwilligerswerk











 25

Vraag 98.

Hieronder staat een aantal verenigingen en organisaties. Wil je een vinkje zetten in de hokjes van de verenigingen of organisaties waar je lid van bent? Je mag meer dan één antwoord geven.  Sportvereniging  Zang-, muziek- of toneelvereniging  Organisatie op het gebied van natuur of milieu (zoals: WNF Rangerclub, NJN)  Jeugdvereniging (bijvoorbeeld Scouting, knutselclub)  Vereniging of organisatie van kerk of moskee  Ander soort vereniging of organisatie  Geen lid van vereniging

Veiligheid Vraag 99.

Voel jij je wel eens onveilig? Kruis op iedere regel één vakje aan. Ja, vaak

Vraag 100.

Ja, soms

Zelden

Nee

Overdag









's Avonds / 's nachts









Waar voel jij je wel eens onveilig? Je mag meer dan één antwoord geven.  Ik voel me nooit onveilig  Op straat in mijn eigen woonbuurt  Op straat buiten mijn eigen woonbuurt  In het winkelcentrum  Thuis  Op school  Tijdens het uitgaan  In de trein, tram, bus, metro  Op het station (trein, bus, metro)  Bij sportaccommodaties (sporthal, sportveld, zwembad, stadion etc.)  Ergens anders

Tot slot Vraag 101.

Hoe heb je deze vragenlijst ingevuld? Je mag meer dan één antwoord geven.  Op een pc of laptop  Op een tablet  Op een smartphone  Op papier

Bedankt voor het invullen van de vragenlijst! Je krijgt nu nog een keer de vragen te zien die je niet hebt ingevuld. Wil je deze vragen echt niet invullen, dan kun je rechtsboven op de knop "einde vragenlijst" drukken.

26