COMPahs Leraren & Scholen Kattenberg 9, 9000 GENT tel. 09 269 98 05 fax 09 269 98 15
[email protected] www.arteveldehs.be
2009 - 2010
Gesubsidieerd nascholingsproject
S.M.A.C.K School met aandacht voor cultuur en kunst
Centrum voor Onderzoek, Maatschappelijke Dienstverlening en Professionele Ontwikkeling van de Arteveldehogeschool
Zijn we ons bewust van onze troeven? De leerkracht als cultuurparticipant is één van de basiselementen van ons beroepsprofiel. Dit lokt verschillende reacties uit. Voor de één is het een argument voor meer cultuur op school. Anderen zeggen: ‘Dit doen we toch sowieso?’ Inderdaad, onze scholen zijn sowieso dé culturele instellingen bij uitstek. Daar ontwikkelen de leerlingen de essentiële competenties om in de maatschappij te kunnen functioneren. Daartoe leren ze omgaan met sterk door de cultuur bepaalde conventies. Dat zijn de ongeschreven wetten van ons dagelijks leven. Leerlingen ervaren met welk gedrag zij in specifieke situaties het best hun doel kunnen bereiken. De leerkracht is vaak een soort brugfiguur tussen de leerling, de larf, en de cultuur om hem heen. Zo kan de leerling zich ontpoppen tot vlinder. De uiteindelijke vrije vlucht van deze vlinder, in harmonie met de omgeving, is de grootste voldoening van de leerkracht. Hij of zij heeft immers zijn of haar ervaring doorgegeven, de culturele wegcode die niet altijd in handboeken staat. Dit proces van opvoeden, het klaarstomen voor zelfstandige cultuurbeleving, maakt onderwijs zo úniek. De leerkracht is vaak een soort brugfiguur tussen de leerling, de larf, en de cultuur om hem heen.
Naast het leren leven, leren leerlingen ook genieten. Ze leren genoegen te vinden in het zichzelf uiten en te genieten van de expressie van de ander. Ze ontdekken dat ook zij de realiteit mogen her-scheppen, her-uitvinden, her-kleuren in hun eigen taal, om tot eigen expressie te komen. Die expressie wordt op zich ook telkens weer een deel van onze culturele realiteit. Ze leren in andermans schoenen te staan. Ze kunnen de culturele realiteit vanuit verschillende invalshoeken benaderen. Dit leidt tot cultuurbesef. Deze reeks vormingssessies heeft als vertrekpunt dat er op iedere school voortdurend magische momenten zijn van werkelijk inzicht in culturele conventies.
Gedeelde ervaring moet kunnen inspireren tot nieuwe goesting om cultuur nu eens bewust in de praktijk te brengen
Dit is dus niet het verhaal van ‘weer iets nieuws, omdat het moet’. We willen het met elkaar hebben over die oeroude kern van onderwijs: hoe brengen we de leerling tot zelfstandigheid in onze cultuur en andere culturen? We willen al die dingen die we ‘toch sowieso al doen’ nu eindelijk eens expliciet hardop benoemen. Die gedeelde ervaring moet kunnen inspireren tot nieuwe goesting om cultuur nu eens bewust in de praktijk te brengen. Dit met de nodige luisterbereidheid, tips en ondersteuning van de nascholer en van de andere deelnemers als motivatie. Met wat er tijdens het vormingstraject in de praktijk gebeurt kunnen we dan verder. Uit ieders schoolpraktijk halen we elementen die de visie van de school op opvoeden, op cultuur, op kunst bepalen. Een visie die van uw school een unieke school maakt met aandacht voor cultuur en kunst, een S.M.A.C.K.
In deze nascholing verhoog je je deskundigheid op verschillende vlakken: t t t t t t t
Een beeld vormen van de beginsituatie van de school op vlak van Kunst- en Cultuureducatie De specifieke cultuur-educatieve troeven van de school expliciteren: stilstaan bij de culturele waarde van wat er op school gebeurt Oefenen in het samenwerken met culturele actoren uit de schoolomgeving Op een geïntegreerde manier en vanuit de schooleigen visie werken aan cultuurbesef bij de leerlingen Creatief denken gebruiken om tot frisse ideeën te komen, om het eens anders aan te pakken Kunst- en Cultuureducatie geïntegreerd leren hanteren, ondersteund door coaching en delen van ervaringen De schooleigen visie op Kunst- en Cultuureducatie verder uitdiepen en expliciteren
Doelgroep Deze nascholing richt zich tot elke school die een visie en leerlijn wil ontwikkelen voor kunst- en cultuureducatie, zowel uit het kleuter als het leerplichtonderwijs en zowel uit het gewoon als het buitengewoon onderwijs.
Schoolbrede aanpak Het heeft natuurlijk geen zin dat er iemand van het schoolteam tot Piet Snot wordt geridderd, omdat hij nu eenmaal het vormingstraject mee volgt en daarna een documentje moet opstellen waardoor de school ‘weer in orde’ is. Over schoolvisie spreken kan niet vanuit één standpunt. We doen een beroep op een breder team: Een kernteam van drie personen die (mede) verantwoordelijk zijn voor het schoolbeleid, is betrokken bij de intake en elke ondersteuning op de eigen school. Een implementatieteam (tot zes personen) volgt alle sessies op verplaatsing, inspireert de andere deelnemers en laat zich ook inspireren tot het opzetten van een concrete activiteit van bewuste cultuurbeleving. Een team (tot zes personen) verzorgt twee functies. • Het beleid en ondersteuning op de eigen school realiseren. • Zich laten inspireren door de sessies op verplaatsing om op die manier een eigen casus uit te werken Het is noodzakelijk dat de directie bij dit traject betrokken is én aanwezig is bij elke sessie op de eigen school.
Samen sterk! We kunnen het meeste leren van wie in hetzelfde schuitje zit. Pas als alle deelnemers bereid zijn hun ideeën en werk met elkaar te delen, kan elke school het gevoel hebben er niet alleen voor te staan, en kunnen er werkelijk dingen gebeuren. Zo kan iedereen verder bouwen op een veel groter geheel dan enkel de eigen inbreng. De afspraak is dat alle kennis gedeelde kennis is binnen de groep van deelnemers en nascholers in dit vormingstraject.
Overzicht van de sessies:
1. Intakesessie Waar? Op je eigen school Wanneer? Tussen half september en half oktober We maken kennis met elkaar en met het opzet, de opbouw en de doelen van deze nascholing. Uitgangspunt is dat er in elke school al heel wat raakpunten zijn met kunst- en cultuureducatie. We leggen samen welke externe organisaties in de nabijheid van de school met kunst en cultuur bezig zijn en zouden kunnen betrokken worden. Er wordt tijd voorzien om een eerste keer te overlopen wat het profiel van de school is op cultureel gebied. In de volgende sessie zal het implementatieteam te horen krijgen van de andere deelnemers hoe dat in andere scholen is. Dat betekent dat ze ook hun eigen cultureel schoolprofiel zullen moeten voorstellen aan de anderen. We spreken van het ‘kijken naar elkaars schoolfoto’. In deze intake wordt samen met het kernteam overlopen welke de elementen zijn van de culturele beginsituatie van een school, die in aanmerking kunnen komen voor een plaatsje op de ‘schoolfoto’. Niet alleen het opzet van de volgende sessie wordt overlopen, maar van het hele traject. Finaal willen we in de intake te horen krijgen dat de school bereid is om zich voor deze gratis vorming te engageren.
2. Ontmoetingsdag Waar? In de Arteveldehogeschool Wanneer? Tussen half oktober en half november
Als we met elkaar in gesprek willen gaan, moeten we dezelfde taal spreken. Ook als het gaat over hoe onze school de leerlingen via opvoeding en onderwijs tot zelfstandige cultuurparticipanten vormt. Daarom is het van belang dat we bekijken wat mogelijke begrippen van dit gesprek nu precies betekenen. Wat is dat, cultuur? Wat is dat, kunst? Nietzsche wist al dat je enkel kan zeggen: ‘Wat is dat voor mij?’ Het zijn begrippen die per definitie subjectief worden ingevuld. Echter, om het gesprek te kunnen voeren wordt een begrippenkader aangereikt in de voormiddagsessie. Wat bedoelen we met kunst- en cultuureducatie op school? Hoe zit het met de leerlingen? Hoe drukken zij zich uit? Waarom zo? Hoe geven zij uitdrukking aan hun beleving van de cultuur, van de realiteit? Welke talen gebruiken zij hiervoor? Spreekt de leerkracht die taal ook? Moet de leerkracht die taal wel beheersen? Om een antwoord op deze vragen te kennen, gaan we te rade bij de hedendaagse visie op mediale geletterdheid. Meer dan genoeg elementen voor een rijkgestoffeerde voormiddag, waarin vooral kennis wordt aangereikt door de nascholer. ’s Namiddags wisselen we met elkaar van gedachten over hoe kunst- en cultuureducatie in onze schoolwerking zit. We stellen de ‘schoolfoto’ aan elkaar voor (zie intakesessie), en leren uit de vragen en reacties van anderen. We laten ons inspireren door de verschillen in aanpak. We nemen de opdracht mee naar onze school om er de culturele opvoeding nu eens bewust te hanteren in nieuwe ideeën voor een goed praktijkvoorbeeld. Zo kunnen we echt al iets doen met de vele indrukken van deze dag.
3. Creatieve impulsen Waar? Op één van de deelnemende scholen Wanneer? Tussen half november en half december Na het verhaal van andere scholen gehoord te hebben, hebben we hopelijk goesting om er zelf weer in te vliegen. Maar niet alleen. Niet bovenop het ander werk. Daarom is het van belang te ervaren hoe we partners kunnen zoeken voor geïnspireerde leerprocessen. Niet alleen voor de leerling, maar ook voor de leerkracht is het belangrijk om met een ‘Waw!’ gevoel naar huis te gaan. Creatief geïnspireerde onderwijsactiviteiten hebben vaak dat effect. Maar hoe doe je dat, energie halen uit creativiteit? Als het alleen maar extra energie kost, zeggen we immers al gauw: ‘Nee, bedankt!’. Dus dat moeten we vermijden. Gelukkig ligt de creativiteit vaak in wat op het eerste zicht evident lijkt. We moeten vooral zorgen dat we er niet overheen kijken. Via oefeningen ervaren we in deze sessie wat creatieve denkprocessen zijn. Ligt er al een idee voor de opdracht van het goede praktijkvoorbeeld te rijpen? Dan is er de mogelijkheid om dit voor te leggen en hierop creatief verder te bouwen met de nascholer en de andere deelnemers. We leren deze creativiteit zo toepassen op de concrete schoolcontext via onze zgn. ‘good practice’. Deze wordt verbreed en verdiept vanuit een creatieve invalshoek.
4. Van een good practice naar een visie Waar? Op je eigen school Wanneer? Tussen half februari en eind maart Er wordt verwacht dat het kern- en implementatieteam elkaar ondertussen hebben geïnformeerd en verder hebben gesproken over mogelijke haalbare ideeën voor de good practice, en mogelijke realiseerbare partnerschappen. Iedere school gaat op eigen tempo aan de slag met de uitwerking van de ‘good practice’. Dit is geen uitwerking op papier, maar in de praktijk. Los van hoe ver het team hiermee staat, komt de nascholer langs om ondersteuning te bieden. Samen wordt er ook al gekeken welke keuzes nu eigenlijk aan de basis liggen van het idee voor de good practice. Deze geven een zicht op wat de leden van het kern- en implementatieteam belangrijk vinden. Dat is de basis voor mogelijke krachtlijnen van een schooleigen visie.
5. Uitwisselingsmoment Waar? Op één van de deelnemende scholen Wanneer? Eind april
Deze werksessie biedt de verschillende deelnemende scholen de kans informatie uit te wisselen over de concrete toepassing van de schoolvisie op kunst en cultuur. Dit gebeurt door middel van creatieve uitwisseling van de ‘good-practice’ van de verschillende deelnemende scholen. Tijdens dit projectonderdeel wordt de kloof tussen theorie en een vertaling naar de praktijk onderzocht en zoveel mogelijk verkleind. Er liggen heel wat kansen tot feedback van de nascholer en van de andere deelnemers. Er is ruimte voor vragen, voor reacties, voor bedenkingen, voor ondersteuning, voor antwoorden. Belangrijk principe is dat de uitkomst van deze nascholing (een good practice, culturele partnerschappen, elementen voor een schoolvisie) gedeelde kennis blijft. Dat wil zeggen dat we ondersteuning vinden bij elkaar, en elkaar inzage geven in werkdocumenten en processen. Dit gebeurt onder meer via de elektronische leeromgeving. Zo kunnen we ons ook voor het administratieve deel van een visie op kunst en cultuur, aan elkaar spiegelen.
6. Evaluatie en nazorg Waar? Op je eigen school Wanneer? Tussen half mei en begin juni
Dit hopelijk krachtige vormingstraject wil scholen motiveren tot een heel eigen, degelijk onderbouwde, inspirerende visie op kunst- en cultuureducatie. Eens er werd stilgestaan bij de keuzes die de school maakt op dat vlak, is men zich ook echt bewust van die eigen visie. Hiermee wordt ook de koers voor de toekomst van de school voor een stuk bepaald. Er is een stevige basis voor beleidsplannen, leerlijnen,… kortom voor alles wat de school mogelijks nodig kan achten voor de implementatie van de visie op kunst- en cultuur. De netwerken van de scholen zullen verrijkt zijn met culturele partnerschappen, nascholers en andere deelnemers. In deze nazorgsessie worden de leerkrachten nog verder ondersteund in de implementatie van de good practice, de visie en de groei naar een leerlijn kunst- en cultuureducatie.
Praktische info Start van de bijscholing via intakegesprekken vanaf half september 2009 Inschrijven Inschrijven kan enkel via de website http://www.ond.vlaanderen.be/nascholing. Wij krijgen van het departement onderwijs dan uw inschrijving door. Tim Vanden Hende zal u dan zo spoedig mogelijk contacteren met het verzoek om een formulier met inschrijvingsgegevens in te vullen en terug te sturen.
Inschrijvingsgeld De deelname aan dit gesubsidieerd nascholingsproject is gratis. Locatie lessen Zie omschrijving van de sessies. ‘Op een van de deelnemende scholen’ kan ook betekenen ‘bij een van de culturele partners van een deelnemende school’. Voor de sessies in de Arteveldehogeschool vindt u een wegbeschrijving hieronder. Implementatiesessie éénmaal op je eigen school en éénmaal op een school van de implementatiegroep. Contactpersonen Tom Ollieuz, Projectleider
[email protected] tel.092187204 Tim Vanden Hende, secretariaatsmedewerker
[email protected] tel 09 269 98 23
Wegbeschrijving Arteveldehogeschool - campus Sint-Amandsberg Campus Sint-Amandsberg is de campus van de opleiding Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs aan de Artveldehogeschool. Adres: J. Gerardstraat 18, 9040 Gent - Sint-Amandsberg Opleidingsdirecteur: Caroline Detavernier Tel.: 09 218 73 73 - Fax: 09 218 73 70
Met het openbaar vervoer Vertrekpunt: Sint-Pietersstation Gent Neem bus 70, 71, 72, 76, 77 en 70 > stap af aan de halte 'Sint-Amandsberg Schoolstraat' Vertrekpunt: Dampoortstation Gent De campus ligt op wandelafstand (+/- 10 minuten) van het Dampoortstation. Wil je toch met de bus komen, dan kan je aan het Dampoortstation dezelfde bussen nemen die aan het SintPietersstation vertrekken (zie hierboven) of de bussen 38 en 39. Actuele info op www.delijn.be en www.nmbs.be.
Met de wagen Bepaal zelf jouw gepersonaliseerde route van en naar deze campus via maps.google.be. Vanuit Kortrijk, Deinze Volg op de E17 de richting Gent-Zeehaven. Voorbij Gentbrugge neem je de R4 (grote ring rond Gent) nog altijd richting Gent-Zeehaven. Neem afrit 3-Oostakker. Vanaf hier volg je de wegwijzers 'Sint-Amandsberg' tot in het centrum van Sint-Amandsberg. Vanuit Antwerpen, Sint-Niklaas, Lokeren, Zele, Dendermonde Neem de E17 en volg de richting Gent. Enkele kilometers voorbij de afrit 'Lochristi' sla je rechts af en volg je de richting Gent-Zeehaven op de R4 (grote ring rond Gent) tot afrit 3 - Oostakker. Vanaf hier volg je de wegwijzers 'Sint-Amandsberg' tot in het centrum van Sint-Amandsberg. Vanuit Brussel, Aalst, Wetteren Neem de E40 en volg die tot de afrit Merelbeke. Hier sla je rechts af en volg je de richting GentZeehaven op de R4 (grote ring rond Gent) tot afrit 3 - Oostakker. Vanaf hier volg je de wegwijzers 'Sint-Amandsberg' tot in het centrum van Sint-Amandsberg.