Genesis 37:1-11 | Gekozen! Voortrekken is niet eerlijk en kan tot grote problemen leiden. Toch kiest God ook bepaalde mensen uit. Zoals Jozef, en Jezus. Maar niet om hen voor te trekken, maar om hen tot zegen te laten zijn. Waar ben jij voor gekozen? Voor preeklezers: ik hoor graag als mijn preek ergens gelezen wordt. Neem dan even contact met mij op:
[email protected]. Dan stuur ik ook de bijbehorende powerpoint toe. Liturgie Zingen: Opwekking 176 Stil gebed Votum en groet Zingen: Psalm 121 : 1 en 4 Gebed Lezen: Genesis 37 : 1 – 11 Zingen: Psalm 33 : 4 en 5 Preek over Genesis 37 : 1 – 11 Zingen: GKB Gezang 118 : 1, 2 en 3 Leefregels Zingen: Psalm 119: 66 Zingen: ‘Doop’ van Sela (als dooponderwijs) Doop Stefan Hagg Zingen: LvK Gezang 334 : 1, 4 en 5 Gebed Collecte Zingen: Opwekking 518 Zegen
Gekozen! Inleiding dia 1 – zwart Die Jozef zeg… Jakob verwent hem behoorlijk! Jozef wordt voorgetrokken. En daar wil ik het even over hebben: voortrekken. Wie van jullie is wel eens voorgetrokken? Even je vinger omhoog als je wel eens bent voorgetrokken. Wie wil daar wel over vertellen? Eventueel eigen inbreng: als oudste kleinkind kreeg ik afgedankte computer, en als ik een betere kreeg, schoven mijn afdankertjes door
Het is best handig als je wordt voorgetrokken. Voor anderen is het alleen wat minder leuk… Jozefs broers vinden het stom: ze zijn jaloers. Wie heeft dat wel eens gehad? Dat je jaloers was op iemand die werd voorgetrokken? Weer graag je vinger omhoog. Wie wil hier iets over vertellen? Het is niet eerlijk als anderen worden voorgetrokken. Helemaal niet als het steeds dezelfden zijn. Als iemand anders het lievelingetje is, en jij het pispaaltje… dia 2 – gekozen! Voortrekken is van alle tijden. Jozef werd al voorgetrokken, en sinds die tijd is er weinig veranderd. Maar doet God daarin ook mee? Want niet alleen Jakob, ook God kiest voor Jozef! Maar God kiest wel op een heel andere manier. Vanochtend duiken we daar wat dieper in, met als thema: ‘gekozen!’ 1. Keuzes sluiten buiten dia 3 – keuzes sluiten buiten Jozef is Jakobs lieveling, hij is de uitverkorene. En daarmee begint de ellende. Het probleem is dat als mensen zulke voorkeuren hebben, ze niet alleen ergens voor kiezen, maar ook ergens tegen. Jakob kiest voor Jozef, en dus tegen de broers. Als je voor de een kiest, sluit je anderen buiten. dia 4 – Jakob kiest voor Jozef Van al zijn zonen hield Jakob het meest van Jozef. Waarom eigenlijk? Was het omdat Jozef de gezelligste van het stel was? Was het omdat ze hielden van dezelfde muziek? Of was het omdat Jozefs karakter op dat van Jakob leek? Nee. De reden dat Jakob zo van Jozef houdt, is dat elke keer als hij naar Jozef kijkt, hij moet denken aan Rachel, Jozefs moeder, en Jakobs lievelingsvrouw. Rachel was alles voor Jakob, Rachel was de vrouw die hem gelukkig moest maken. Maar Rachel is er niet meer. Ze is gestorven toen ze haar tweede zoon baarde, Benjamin. Jozef moet haar plaats innemen, en wordt door Jakob verafgood. Nu is het nog tot daar aan toe dat Jakob zijn voorkeuren heeft. Ik bedoel, zulke voorkeuren ontstaan nu eenmaal.
Je hebt een lievelingszus of lievelingsbroer. Voor ouders is dat al ingewikkelder: als je merkt dat je met één kind meer hebt dan met de andere. Toch is dát nog niet het probleem. Het gaat erom wat je met je voorkeur doet. En daar gaat Jakob helemaal de mist in. Omdat Jozef zijn lieveling is, trekt hij hem voor. En dan niet eens stiekem, maar zo dat iedereen het kan zien: Jozef krijgt een prachtige jas. Dat was niet zomaar een mooi cadeau. De jas van Jozef was vooral een statussymbool. dia 5 – BMW Als je het verhaal naar vandaag verplaatst, zou Jozef voor zijn ‘sweet 17’ een dikke BMW hebben gekregen, een 5-serie met massagestoelen en crèmekleurige lederen bekleding, van die bekleding waar je elk viezigheidje op ziet. Zo’n auto is niet bedoeld om met je smerige modderkleren in te gaan zitten. Met die jas is dat ook zo: niet geschikt om in te werken, en al helemaal niet om vuile handen te maken. Een statussymbool bij uitstek. dia 6 – dat maakt Jozef verwaand Jakob maakt er een potje van. Hij verwent Jozef gruwelijk, om het verdriet in zijn leven te verwerken. Dus Erik en Gerardina, en alle andere ouders ook, neem alsjeblieft geen voorbeeld aan Jakob. Een beetje verwennen op zijn tijd, dat moet kunnen. Maar bij Jakob en Jozef is het einde zoek. En dat laat Jozef niet koud. Jozef maakt geen al te beste indruk. Hij komt over als verwend nest. Een beetje zoals Jozef Geelman in de boeken en films over Pietje Bell, met een vader die er bij elke streek van Pietje op wijst dat zijn Jozef zoiets nooit zou doen. Het zou mij niets verbazen als deze Jozef naar die van ons is vernoemd… En dan krijgt Jozef ook nog van die dromen, die precies bij dat beeld passen dat Jozef verwaand is. Jozef heeft een vader die hem aanbidt, en dat smaakt naar meer: hij droomt dat ook zijn broers voor hem buigen. Je droomt van wat je graag wilt, je droomt van wie je graag wil zijn, en het is wel duidelijk dat het Jozef naar het hoofd gestegen is. Dat is ook precies wat zijn vader en broers er in horen:
de dromen van iemand met grootheidswanen. dia 7 – Jozef wordt zelf buitengesloten Maar eigenlijk is Jozef slachtoffer van hoe zijn vader doet. Jakob kiest voor Jozef, en sluit daarmee zijn andere kinderen buiten. Maar juist daardoor is Jozef geworden wie hij is, en hebben zijn broers zo’n hartgrondige hekel aan hem. Uiteindelijk wordt Jozef net zo goed buitengesloten. Wat een puinhoop! Allemaal door menselijke voorkeur, waardoor anderen worden buitengesloten. Zulke voorkeuren hebben we allemaal, misschien in je familie, maar als het daar niet is, dan toch zeker in de gemeente of in je kring, wat ook je familie is. Niemand wil worden buitengesloten, zoals ik er de pest in had dat als er voetbalteams moesten worden gekozen, ik altijd als laatste werd gekozen, zelfs als er meisjes meededen… Niemand wil worden buitengesloten, maar wat is het moeilijk om niemand buiten te sluiten! 2. Gods keuze sluit in dia 8 – Gods keuze sluit in Kiezen voor bepaalde mensen lijkt een garantie voor problemen. Maar God kiest net zo goed. Jozef is niet alleen Jakobs uitverkorene, Jozef is ook Gods uitverkorene! Maar als God kiest, sluit hij anderen niet buiten: Gods keuze sluit juist in. dia 9 – ook God kiest voor Jozef Je zou denken dat God wel in gaat grijpen bij familie Jakob. Jozef moet weer op zijn plek worden gezet, met beide voeten op de grond, en Jakob moet gaan inzien dat hij de oorzaak van de problemen is. Maar nee, God grijpt niet in. God gaat juist mee in de keuze voor Jozef! dia 10 – droom Dat is wat die dromen zeggen. Op een dag, aan het ontbijt, kan Jozef zijn mond niet houden. ‘Moet je horen, ik had vannacht zo’n bijzondere droom!’ Zijn broers kijken geërgerd, de verhoudingen waren al niet best. ‘Ik droomde van korenschoven. We hadden allemaal een schoof, en die van jullie gingen buigen voor die van mij!’ Het loopt uit op een flinke ruzie. Maar Jozef leert er niets van, en als hij weer droomt, deelt hij het weer: ‘Jongens, ik had vannacht weer zo’n droom. Ik was een ster, en de zon, de maan en 11 sterren bogen voor mij neer’
Iedereen denkt dat Jozef het hoog in de bol heeft. Het zijn typisch dromen voor Jozef. Mocht hij willen, dat hij de baas werd over de hele familie. Dat zullen zijn broers nooit laten gebeuren! Ook Jakob wordt boos op Jozef. Jozef moet niet denken dat hij de baas kan spelen. Iets meer respect naar zijn vader zou gepast zijn. Zelfs Jozef lijkt de dromen vooral te zien als iets waarmee hij zijn broers kan pakken. Hij vertelt zijn dromen in ieder geval wel erg triomfantelijk… dia 11 = dia 9 Toch is er meer aan de hand. Dat de dromen precies bij Jozef passen neemt niet weg dat God iets wil zeggen. Het zijn niet Jozefs grootheidswanen die met hem aan de haal gaan. Het is God zelf die een tipje van de sluier van de toekomst oplicht. Jakob weet dat ergens. Hij wijst Jozef terecht, maar hij blijft er ook over nadenken: de dromen laten hem niet los, alsof hij weet dat het meer zijn dan dromen van een verwend joch. In de dromen, helemaal aan het begin van de levensbeschrijving van Jozef, maakt God al duidelijk dat hij een plan met Jozef heeft. In de hoofdstukken die volgen lijkt het er misschien niet op, door de hoofdstukken heen wordt de puinhoop alleen maar groter, maar God kiest Jozef! dia 12 – God kiest Jozef om tot zegen te zijn God doet dat wel op een heel andere manier dan Jakob. Jakob kiest Jozef als lieveling, als zoon om te verwennen. Dat doet God niet. De dromen maken al duidelijk waarvoor God Jozef kiest: om te heersen. Dat woord kan heel negatief klinken, dat Jozef zich als een ware tiran zal gaan gedragen, maar dat is niet wat ermee bedoeld wordt. Heersen is iets moois: het is zorgen voor wie aan jouw zorg is toevertrouwd, het is helpen en de ander tot zijn recht laten komen. Jozef wordt door God gekozen om tot zegen te zijn. God kiest voor Jozef, maar daarmee sluit God de anderen niet buiten: Gods keuze voor Jozef is een keuze voor de familie Jakob het toekomstige volk Israël, en zelfs een keuze voor de wereld, Gods keuze sluit niet buiten, maar sluit in! dia 13 – God kiest Jezus om ons in te sluiten Daarin lijkt Jozef op Jezus. Ook Jezus wordt door God gekozen. In Marcus 1 staat dat Jezus wordt gedoopt door Johannes, en dat er dan een stem uit de hemel klinkt die zegt:
‘jij bent mijn geliefde zoon!’ God kiest voor Jezus, maar niet om ons buiten te sluiten. Gods keuze voor Jezus is juist een keuze voor de wereld, een keuze voor jou. God gaat heel anders met zijn lieveling om dan Jakob: Jakob aanbidt Jozef, verafgoodt hem. God laat zijn liefste gaan, naar de aarde, en als blijkt dat de mensen hem niet moeten, laat God het gebeuren. Net als Jozef staat Jezus er uiteindelijk alleen voor. Moet hij lijden, om ons in Gods liefde in te sluiten. God kiest voor zijn lieveling – voor jou! En door die keuze voor Jezus, mag ook Stefan in Gods liefde zijn ingesloten, mag hij, net als Jezus zelf, gedoopt worden! 3. Waarvoor ben jij gekozen? dia 14 – waarvoor ben jij gekozen? ‘Gekozen!’, dat is waar we het vanmorgen over hebben. Jozef werd gekozen, door Jakob om vertroeteld te worden, maar ook door God om te heersen. Jezus werd gekozen, om ons ons tot zegen te zijn. En jij? Waarvoor ben jij gekozen? Want als je gelooft in Jezus Christus, als je gelooft dat je door Jezus delen mag in de liefde van de Vader, dan ben jij ook gekozen! Zometeen, als Stefan is gedoopt, krijgen jullie, Erik en Gerardina, een doopkaart, ter herinnering aan de doop. Op die kaart staat een tekst, uit Jesaja 43: ‘ik heb je bij je naam geroepen, je bent van mij!’ In het Nieuwe Testament staat het nog vaker, dat christenen door God gekozen zijn. Maar waarvoor dan? dia 15 – verwacht niet dat God je vertroetelt Nou, God kiest dus niet om te vertroetelen! Verwacht van God geen prachtige gekleurde jas, en ook geen dikke BMW met massagestoelen. Verwacht van God niet dat hij je rijk maakt, dat hij er wel voor zal zorgen dat jou alles voor de wind gaat, en dat als je tegenslag hebt, dat het er dan aan ligt dat je niet goed genoeg gelooft. Ja, het kan best zijn dat het goed met je gaat, en dank God daar dan vooral ook voor. Maar God kiest niet om te vertroetelen. En dat geldt ook voor Stefan: we hebben nog geen idee hoe zijn weg door het leven zal zijn,
wat hij zal meemaken aan mooie dingen maar ook aan verdrietige dingen. Maar als het tegenzit, betekent dat nog niet dat God zich heeft teruggetrokken. Hij is erbij, kijk maar naar Jozef! Zelf lijkt Jozef dat niet zo goed te beseffen. Alsof God hem net zoals Jakob kiest, alsof ook God Jozef voortrekt. Als Jozef had geweten hoe het met hem verder zou gaan, had hij vast minder enthousiast zijn dromen gedeeld. Jozef lijkt verwaand: ‘God heeft mij gekozen, daar hebben jullie niet van terug!’ Hoe sta je als christen bekend? Ben je er trots op dat God met je verder wil? Kijk je neer op mensen die zonder God leven? dia 16 – wees tot zegen voor de ander Bedenk dan nog eens goed waarvoor God je heeft gekozen: niet om je te vertroetelen, maar om tot zegen te zijn voor de ander, juist ook voor hen die God niet kennen. God kiest je, niet om de ander buiten te sluiten, maar juist om die ander door jou heen in te sluiten. Petrus zegt in 1 Petrus 2: ‘u bent een uitverkoren geslacht’ – we zijn dus uitgekozen – ‘een koninkrijk van priesters, een heilige natie, een volk dat God zich verworven heeft om’ – en nu komt de taak – ‘de grote daden te verkondigen van hem die u uit de duisternis heeft geroepen naar zijn wonderbaarlijke licht.’ Je bent dus gekozen om het goede nieuws van Jezus door te vertellen, gekozen om tot zegen te zijn, om in je woorden en daden Gods koninkrijk bekend te maken. Bijvoorbeeld door niemand buiten te sluiten. Wat is het belangrijk om daar, zeker in de gemeente, goed op te letten: het is niet goed als we mensen aan de kant zetten, als we hen het gevoel geven dat ze niet volwaardig meetellen. God heeft een groot hart voor wie worden buitengesloten. Ook Stefan krijgt zijn plaats in Gods plan met de wereld. Wat zijn taak precies zal zijn, dat weten we niet, maar God weet wat hij doet. God kiest mensen om zijn koninkrijk verder te brengen. En eens, het staat in Openbaring 22, ‘zullen zij als koningen heersen’ – net als Jozef dus – ‘tot in eeuwigheid.’ Amen.
Genesis 1:1-2:4 - Geloof en wetenschap Geloven: is dat niet ouderwets? Heeft de wetenschap geloof niet gewoon ingehaald? De wetenschap heeft toch aangetoond dat de bijbel niet klopt? Of ligt het toch een beetje anders? Voor preeklezers: ik hoor graag als mijn preek ergens gelezen wordt. Neem dan even contact met mij op:
[email protected]. Dan stuur ik ook de bijbehorende powerpoint toe. Liturgie Zingen: Opwekking 489, Opwekking 586 en Opwekking 700 Stil gebed Votum en groet Zingen: Psalm 19 : 1 en 2 Gebed Lezen: Genesis 1 : 1 – 4 Preek Zingen: Opwekking 672 Geloofsbelijdenis Zingen: Opwekking 556 Gebed Collecte Zingen: Opwekking 569 Zegen
Geloof en wetenschap Inleiding dia 1 – videorecorder Wie kent hem nog? De videorecorder! Dit apparaat is precies wat je nodig hebt. Wie kent het niet, dat je niet kunt kiezen of je vanavond Nederland 3 of RTL 4 kijkt? Met dit apparaat hoef je nooit meer te kiezen! Wie kent het niet, dat je niet thuis bent als je favoriete serie op tv is, en je daardoor de hele clou mist? Met dit apparaat hoef je nooit meer iets te missen! Het is heel eenvoudig: doe er een lege videoband in, stel in welk programma je wilt opnemen, en voortaan kijk je alles op je eigen tijd! Ideaal toch?! Die videorecorder had natuurlijk ook wel wat nadelen. Instellen welk programma opgenomen moest worden, was best een ingewikkeld klusje.
De beeldkwaliteit liet wel eens wat te wensen over, het was in ieder geval geen full-HD. En met wat pech begon het programma 10 minuten later dan in de tv-gids stond, en als je daar niet van tevoren al rekening mee hield, kwam je er aan het einde van een film van 2 uur achter dat de ontknoping niet meer op de band stond… dia 2 – Netflix Wie gebruikt zijn videorecorder eigenlijk nog? Nou? Ik vermoed dat de meeste videorecorders al op de vuilnisbelt terecht zijn gekomen, en de overige videorecorders staan in een vergeten hoekje op zolder. De videorecorder is maar een achterhaald ding. Eerst werd hij ingehaald door de dvd-recorder, maar die is inmiddels ook al ingehaald door Youtube, Netflix en NPO-gemist. Je kunt alles op je eigen tijd kijken, zonder de nadelen van de videorecorder. dia 3 – platte aarde De videorecorder is een achterhaald ding, iets van vroeger. Maar wat voor de videorecorder geldt, geldt ook voor de dingen die we weten. Vroeger, dan moet je een paar honderd jaar terug in de tijd, wisten mensen heel zeker dat de wereld plat was. Als je te ver zou varen met je bootje, zou je van de wereld af vallen! Inmiddels weten we wel beter: je kunt niet van de wereld afvallen, want de wereld is rond. Zoals Herman Finkers het zegt: ‘de wereld is rond, zo rond als een pannenkoek’. Hoe dan ook: niemand gelooft nog dat de aarde plat is, dat is een achterhaalde manier van denken, de wetenschap heeft bewezen dat de aarde rond is. dia 4 – heeft wetenschap geloof ingehaald? En daarmee komen we bij het onderwerp van vanmiddag. De wetenschap heeft sinds de ontdekking dat de wereld rond is ook niet stilgezeten. We weten veel meer over de wereld dan vroeger. Zo veel, dat de vraag opkomt: kun je eigenlijk nog wel in God geloven met alles wat wij weten? Is geloven niet ook zo’n achterhaald ding? Heeft de wetenschap geloof niet gewoon ingehaald? 1. Heeft wetenschap geloof ingehaald? dia 5 – heeft wetenschap geloof ingehaald? (sterren) We hebben vanmiddag al gezongen uit Psalm 19: ‘het ruime firmament maakt wijd en zijd bekend Gods werk en grote macht.’ Het is een heel oud lied, geschreven door David, en de woorden zijn natuurlijk wel een beetje ouderwets. Ik bedoel, ‘firmament’, wie zegt dat nou nog, zo van: ‘weet je, ik zat laatst dat firmament te bestuderen…’ Maar het is een heel herkenbaar lied.
Het gaat over kijken naar de sterren. Als het donker en helder is, en je even de stad uitgaat naar een plekje zonder lantaarnpalen, dan kun je de sterren zien. Eerst zie je er een, dan opeens zie je er nog tien, en voor je het weet kun je ze niet meer tellen. Sterren, miljarden kilometers verderop in het heelal. Dan voel je je klein. Wat een grote God die dat gemaakt heeft! Want dat hebben we gelezen in Genesis 1: op de vierde dag maakte God de zon, de maan en de sterren. Maar de wetenschap heeft een heel ander verhaal over hoe het heelal is ontstaan. Het is het verhaal van de oerknal. Kijk maar even mee: dia 6 – filmpje https://www.youtube.com/watch?v=ZSt9tm3RoUU dia 7 – wetenschap: oerknal en evolutie Je zou kunnen zeggen: dit is het scheppingsverhaal van de wetenschap. Even heel kort: 13,7 miljard jaar geleden was er een enorme ontploffing, en daardoor is het heelal ontstaan. Dat heelal heeft zich razendsnel uitgebreid, er ontstonden sterrenstelsels en planeten. Zo ontstond ook de planeet aarde. Op aarde ontstond leven, en dat leven ontwikkelde zich, van eencellige diertjes tot alle levensvormen die er vandaag zijn. Ik vertel het nu heel erg kort, en natuurlijk kun je heel veel vragen hierbij stellen, maar: volgens wetenschappers hebben we op veel van die vragen ook een antwoord. dia 8 – kun je de bijbel nog geloven? Kun je Genesis 1 nog wel geloven als wetenschappers iets heel anders zeggen? Hebben zij niet gewoon aangetoond dat de bijbel niet klopt? Onder dat filmpje op Youtube staan allemaal opmerkingen, en één daarvan is: ‘dit filmpje heeft alle antwoorden op het leven’. Nu zouden echt niet alle wetenschappers dat nazeggen, maar ze zijn er wel degelijk! Wetenschappers die zeggen: ‘nu weten we hoe het écht is gegaan. Het is tijd om te stoppen met God: die sprookjes hebben we niet meer nodig. De wetenschap geeft een antwoord op alle grote vragen van het leven: wie ben ik, waarom ben ik er, waar ga ik naar toe? Je bent er door het toeval, dus geniet er vooral van!’ 2. Wat zegt de wetenschap? dia 9 – wat zegt de wetenschap?
Is het zo, heeft de wetenschap het geloof inderdaad ingehaald? Dan moeten we naar twee dingen beter gaan kijken: naar de wetenschap en naar wat de bijbel zegt. Laten we beginnen met de wetenschap: wat kan de wetenschap wel en wat kan de wetenschap niet zeggen? dia 10 – schepping onderzoeken is goed (telescoop) Christenen doen wel eens negatief over de wetenschap: ‘prima dat mensen de natuur willen onderzoeken, maar ze moeten afblijven van wat God zegt!’ Maar wist je dat de moderne wetenschap met christenen is begonnen? Als je gelooft dat de krachten van de natuur goden zijn, dat overal in de natuurlijk goddelijke krachten zitten, dan láát je het wel om daar onderzoek naar te doen: dat is de goden verzoeken! Maar christenen geloven iets anders: alles wat je ziet is door God gemaakt. Daarom is het helemaal niet gevaarlijk om de schepping te onderzoeken, sterker nog: door je in de schepping te verdiepen, leer je God beter kennen! Zoals Psalm 19: als je naar de sterren kijkt, kom je onder de indruk van God. Laten we ook niet doen alsof wetenschappers dom zijn! Wat je nu moet met die oerknal en evolutie, daar komen we zometeen nog wel op, maar het is niet eerlijk om het belachelijk te maken. Wetenschappers zijn over het algemeen slimme en nieuwsgierige mensen, die vragen stellen bij alles wat ze zien, en daar vaak ook antwoorden op hebben gevonden die we elke dag dankbaar gebruiken. dia 11 – wetenschap gaat niet over de levensvragen Maar: over de grote vragen van het leven kan de wetenschap niets zeggen. Op school had ik een docent scheikunde die zei: ‘scheikunde is een prachtig vak, maar over de echt belangrijke dingen leer je bij scheikunde niets, dan moet je bij filosofie en theologie zijn.’ Dat is natuurlijk niet echt reclame voor je vak, ook al is scheikunde inderdaad prachtig. Maar hoe langer ik over die uitspraak nadacht, hoe meer ik er achter kwam dat hij gelijk had: de wetenschap kan niets zeggen over de dingen die écht belangrijk zijn. De wetenschap weet niets over zin, over liefde en over goed en kwaad. Voor dat soort dingen moet je bij God zijn. Wetenschappers die zeggen dat de wetenschap geloof heeft ingehaald, gaan hun boekje te buiten. Zij geloven in toeval in plaats van God, maar het is onmogelijk om dat te bewijzen! Dat is geen wetenschap meer, maar geloof. Wetenschappers kunnen van alles zeggen over hóe deze wereld zich heeft ontwikkeld,
maar niet over wie of wat daar achter zit. Wetenschappers kunnen alles in het heelal onderzoeken, maar God is geen onderdeel van het heelal, hij heeft het gemaakt. 3. Wat zegt Genesis 1? dia 12 – wat zegt Genesis 1? Dat was de wetenschap, nu de bijbel: wat zegt Genesis 1 wel en niet? En dan is het goed om even te bedenken dat Genesis 1 is geschreven toen de moderne wetenschap nog niet bestond. Genesis 1 is niet bedoeld om onze wetenschappelijke vragen te beantwoorden. Misschien is de bijbel over de schepping wel wat minder duidelijk dan je denkt. dia 13 – moeilijke vragen bij Genesis 1 We zijn net gestopt bij Genesis 2:4, maar als je dan even doorleest in Genesis 2, staat daar opeens een andere versie van de schepping! Dan staat er dat er nog helemaal niets op aarde groeide, en dat God toen de mens maakte. En even verderop staat dat het niet goed is dat de mens alleen is, en dat God daarom de dieren maakte. De volgorde is heel anders dan in Genesis 1! Dan denk ik: blijkbaar gaat het niet om de volgorde. Bij Genesis 1 zelf kun je allerlei vragen stellen: hoe kan het dat eerst het licht wordt gemaakt, en daarna pas de zon en de sterren? Er staat dat de maan ook licht geeft, maar dat klopt toch helemaal niet? De maan geeft zelf geen licht, maar weerspiegelt het licht van de zon. En die koepel die het water moet verdelen tussen de hemel en de aarde, wat is dat? Onze vliegtuigen en raketten zijn hem in ieder geval nog nooit tegengekomen. dia 14 – verschillende manieren om te lezen Als je Genesis 1 leest als een verslag van het begin, kom je met allemaal van dat soort lastige vragen in aanraking. Maar je kunt het ook anders lezen: als een soort gedicht, een soort lied. In een verslag moet je dingen altijd heel precies zeggen, maar in gedichten gaat het daar niet om: door het beeldend te vertellen, komt het dichter bij. Zo zou je Genesis 1 ook kunnen lezen. Het gaat me er nu niet om te zeggen hoe je Genesis 1 moet lezen: je kunt het lezen als verslag en als gedicht, en voor beide is wel wat te zeggen, maar ook wel wat tegen te zeggen. Wat ik vooral wil zeggen: wees voorzichtig met grote uitspraken over hoe God de wereld gemaakt heeft. Want voor je het weet zeg je niet meer wat in de bijbel staat,
maar wat jij dénkt dat in de bijbel staat. 4. Ruimte voor verschil! dia 15 – ruimte voor verschil! Even terug naar het thema: geloof en wetenschap. Heeft de wetenschap het geloof achterhaald? Is geloven als een videorecorder, iets van vroeger? Het antwoord is… Nee! Maar dat zal, hoop ik, niemand meer verrassen. dia 16 – Topnerd Tycho Maar hoe zit het dan met die twee versies van het begin, de versie van Genesis 1 en de versie van de oerknal en evolutie? Kun je als christen geloven dat de wereld door de oerknal is ontstaan? Een tijdje geleden verscheen het kinderboek “Het geheime logboek van topnerd Tycho”, geschreven door Corien Oranje en de christelijke topwetenschapper Cees Dekker. Volgens dat boek heeft God de wereld gemaakt door de oerknal en evolutie. Uiteraard waren er ook mensen het helemaal oneens met dat boek, en zo zijn er weer heel wat discussies gevoerd. Wat moet je daar mee? dia 17 – we hebben niet alle antwoorden Ik zou zeggen: geef elkaar vooral ruimte om verschillend te denken! De wetenschap heeft niet alle antwoorden, maar de bijbel geeft ook niet alle antwoorden. Misschien is het wel zo dat God de oerknal heeft gebruikt om de wereld te maken, misschien ook niet. Misschien heeft God de wereld wel in precies een week gemaakt, misschien ook niet. Ik weet het gewoon niet. In de kerk zijn we volgens mij niet zo gewend om dat antwoord te geven: we willen graag duidelijkheid, weten waar we aan toe zijn. Maar het is helemaal niet erg om het soms ook niet te weten, of om van mening te verschillen. Ik moet dan altijd denken aan Job. God vraagt aan Job: ‘waar was jij toen ik de aarde maakte? Vertel het maar, als je zoveel weet. Wie heeft de grenzen en de maten van de aarde bepaald? Dat weet jij vast wel! Waarop is de aarde gebouwd? Wie heeft de eerste steen van de aarde gelegd? Toen dat gebeurde, juichten de sterren van vreugde, en alle engelen zongen een lied.’ De sterren en de engelen waren erbij, maar Job niet, en jij ook niet, en ik ook niet. dia 18 – geloof hangt niet van wetenschap af
Ik kan niet beoordelen of de theorie van de oerknal en evolutie klopt. Dat is een vraag voor natuurwetenschappers, en dat ben ik nu eenmaal niet. En zelfs natuurwetenschappers kunnen niet meer zeggen dan dat het waarschijnlijk is, want 100% zekerheid krijgen ze nooit. Wat ik wel weet, en dat is mijn vak, is dat als die theorie van de wetenschap blijkt te kloppen, dat het geloof dan nog niet achterhaald is! Geloof hangt niet af van wat wetenschappers nu weer ontdekken. 5. Geen toeval maar gewild! dia 19 – geen toeval maar gewild! Ik heb het nu veel gehad over dingen die we niet weten. Dat heb je nu eenmaal met zo’n onderwerp… Maar ik wil graag afsluiten met wat we wel weten! Genesis 1 staat niet in de bijbel als lastig hoofdstuk, maar een hoofdstuk met een duidelijke boodschap: je bent niet ontstaan door het toeval maar door God gewild! dia 20 – je bent geen toevallig ongelukje God zit achter deze wereld. Het heelal is niet toevallig ontstaan, de aarde is niet toevallig ontstaan, leven is niet toevallig ontstaan, jij bent niet toevallig ontstaan! Sterker nog: de mens is volgens God het hoogtepunt van de schepping. Volgens sommige wetenschappers zijn mensen niet meer dan een klomp atomen waar allerlei elektrische stroompjes doorheen jagen. Het leven heeft dan helemaal geen zin, heeft geen doel, je bent er nu eenmaal dus je moet er maar het beste van maken. dia 21 – je bent mens: het mooiste van de schepping (kroon) In Genesis 1 zegt God iets heel anders tegen jou: ‘Ik sta aan het begin. Kijk maar om je heen, wat je ook ziet: ik heb het gemaakt. Vind je het niet indrukwekkend? Voel je je klein als je al die sterren ziet? Maar het mooiste wat ik gemaakt heb, dat zijn niet de sterren, de planeten en de aarde, dat zijn ook niet de bomen, de rotsen en de zee, het zijn niet de vissen, de vogels of de leeuwen, nee, niets kan op tegen jullie, mensen. Ik heb het gemaakt voor jullie, ook voor jou! Ik wilde jou op mijn wereld, en ik wil met je verder!’ Wat een God hebben wij!
Amen.
Genesis 11:6-7 - Leven in Gods wereld: techniek Een leven zonder techniek is ondenkbaar. Wat kunnen mensen veel! Het is een geschenk van God. Maar veilig ben je alleen bij God zelf, niet bij de techniek. Voor preeklezers: ik hoor graag als mijn preek ergens gelezen wordt. Neem dan even contact met mij op:
[email protected]. Dan stuur ik ook de bijbehorende powerpoint toe. Liturgie Zingen: GKB Gezang 146 : 1, 2 en 3 Stil gebed Votum en groet Zingen: Psalm 8 : 3, 4 en 5 Gebed Zingen: GKB Gezang 23 Lezen: Genesis 11 : 1 – 9 Zingen: Psalm 33 : 3, 4 en 5 Preek over Genesis 11 : 6 – 7 Zingen: Opwekking 684 Lezen wet Zingen: LvK Lied 473 : 1, 2, 4 en 5 Gebed Collecte en luisterlied ‘What the Lord has done in me’ Zingen: LvK Lied 483 : 1, 2 en 4 Zegen
Leven in Gods wereld: techniek Introductie serie Wat heeft God met het gewone leven te maken? Je kunt dan denken aan hoe je elke dag met God leeft. Je kunt dan denken aan hoe je met mensen omgaat. Maar er is nog iets: je leeft middenin Gods wereld. Gods grote verlossingsplan gaat ook over de wereld! Deze weken staan we stil bij het leven in Gods wereld. Bij natuur, techniek, muziek, arbeid en milieu. Vandaag: de techniek.
We lezen Genesis 11:1-9. Inleiding dia 1 – gezichtsherkenning Een opvallend berichtje in de krant deze week. Een bedrijf in Amerika heeft een computerprogramma ontwikkeld, speciaal voor kerken. Het is een programma om bij te houden wie in de kerkdiensten komen. Bij de ingang moet de kerk een camera ophangen, en van iedereen die de kerk inloopt wordt een foto gemaakt. Die foto wordt dan vergeleken met de foto’s die op de computer staan. Als de computer je herkent, krijg je een vinkje bij je naam: aanwezig. Een mooi staaltje techniek toch? Als iemand dan een paar weken niet in de kerk is geweest, weet de kerkenraad dat direct, en kan even bellen: ‘hé, hoe is het met je, we hebben je al een tijdje niet gezien.’ O nee, dat is natuurlijk wel heel ouderwets. Misschien zit er ook wel een functie op dat programma dat als iemand drie weken niet in de kerk is geweest, dat hij dan automatisch een berichtje via facebook krijgt. Of dat je een uur voor de kerkdienst begint, even een herinnering krijgt: ‘tijd om op te staan, over een uur word je in de kerk verwacht.’ Dat is techniek zoals het bedoeld is: het neemt ons werk uit handen. Niemand hoeft meer om zich heen te kijken of hij mensen mist, de computer houdt het bij, zodat wij ons volledig op de dienst kunnen richten. De computer is trouwens ook nog eens veel betrouwbaarder dan mensen, hij ziet niemand over het hoofd. De mogelijkheden zijn eindeloos. dia 2 – camera Aanschaffen dan maar. Niemand tegen? Ik wel… Ik hoop van harte dat dit programma een grote flop wordt. Ik vind het eng en onpersoonlijk. Eng: je wordt overal in de gaten gehouden, je houdt geen privacy over. Big Brother is watching you. Straks wordt je nog afgerekend op het aantal vinkjes bij je naam. En onpersoonlijk: zo’n programma ziet niemand over het hoofd, maar ik wil niet door een computer gemist worden, ik wil dat mensen mij missen en spontaan reageren. Dat programma mogen ze houden, daar in Amerika! dia 3 – leven in Gods wereld: techniek Dit programma is maar een klein voorbeeld
van de mogelijkheden van moderne techniek. Techniek is overal en de mogelijkheden lijken onbeperkt. Maar hoe ga je daar nu op een goede manier mee om? En wat heeft God ermee te maken? Daar gaat het vanochtend over. 1. Onbeperkte mogelijkheden dia 4 – onbeperkte mogelijkheden Stel je eens voor dat iemand uit de middeleeuwen bij ons op bezoek komt. Hij komt ogen tekort. Onze wereld is in een paar honderd jaar zo veranderd! Wij kunnen dingen waar toen zelfs niemand over fantaseerde. Als je iemand een bericht wilde sturen, was de snelste manier een koerier op een paard. Nu is je e-mail aan de andere kant van de wereld zodra je op ‘verzenden’ klikt. Iemand uit de middeleeuwen moet wel denken dat wij alles kunnen. En we geloven zelf ook graag dat onze mogelijkheden onbeperkt zijn. dia 5 – Babel: onbeperkte mogelijkheden door techniek Wij zijn niet de eersten. Duizenden jaren geleden dachten de mensen in Babel er net zo over. Over hen gaat het in Genesis 11. Deze mensen zoeken een plek om te gaan wonen, en komen terecht in de regio Sinear, dat hoort nu bij Irak. Het ligt tussen de twee grote rivieren, de Tigris en de Eufraat, vruchtbaar gebied. Hier willen deze mensen blijven en ze bouwen een stad. Dan komt de techniek om de hoek kijken. Er zijn allemaal manieren om huizen te bouwen. Het makkelijkste is om te bouwen met materialen die je tegenkomt. Hout bijvoorbeeld, of grote keien. In Babel pakken ze het anders aan: ze gebruiken klei om blokken van te bakken. Daar is al heel wat techniek voor nodig! Ze moesten bijvoorbeeld ovens hebben om de klei in te bakken. Doordat ze gebruik maakten van moderne techniek, konden ze veel hoger bouwen. Stenen die je zelf bakt, zijn recht, hebben geen gekke vormen. Zulke stenen staan heel stevig op elkaar. En dan is er van alles mogelijk. Een hoge toren bijvoorbeeld, tot in de hemel. Die toren staat voor onbeperkte mogelijkheden. De toren moet de mensen beroemd maken en ervoor zorgen dat ze bij elkaar blijven. Bij de toren ben je veilig.
Daar ligt de wereld aan je voeten. Daar heb je God niet meer nodig, want je kunt alles zelf. Dat ziet God ook: ‘alles wat ze van plan zijn’, zegt hij, ‘ligt binnen hun bereik.’ dia 6 – wij kunnen nog veel meer! Het lijkt wel alsof het over vandaag gaat. Alles wat we willen ligt binnen ons bereik. Onze wolkenkrabbers zijn nog hoger dan die toren van Babel. The sky is the limit. Maar we kunnen nog veel meer. De laatste 200 jaar zijn er zulke grote stappen gemaakt. Zo’n 200 jaar geleden werd de stoomtrein uitgevonden. Daarna ging in sneltreinvaart verder. Auto’s, vliegtuigen, ruimtevaart. Telefoons, computers, internet. We kunnen mensen in leven houden, die vroeger nog ten dode waren opgeschreven. De ene na de andere ziekte wordt uitgebannen. Met kanker gaan we dat ook doen, als ik het KWF moet geloven: ‘dichter bij de dag dat niemand hoeft te sterven aan kanker’, zo staat het op hun website. Techniek is overal, niet weg te denken. Het maakt ons leven beter en aangenamer. En alles wat nog niet goed is, daarvan verwachten we dat de techniek met een oplossing komt. We kunnen het leven naar onze hand zetten, en daarom hebben we God niet meer nodig. Onze mogelijkheden zijn onbeperkt. 2. God beschermt tegen onszelf dia 7 – God beschermt tegen onszelf Daar denkt God het zijne van. Hij weet wel beter. Mensen zijn niet onbeperkt, dat is alleen God. En als de mensen denken dat ze alles kunnen, zijn ze een gevaar voor zichzelf. Daarom beschermt God ons tegen onszelf. dia 8 – techniek kan nooit tegen God op God ziet hoe de mensen daar in Babel bezig zijn. Hij daalt af om een kijkje op aarde te nemen. Ze kunnen wel denken dat ze met hun toren bij God kunnen komen, maar God moet toch echt zelf naar beneden komen. Het is alsof hij vanuit de hemel naar beneden kijkt, en denkt: ‘waar zijn ze toch mee bezig?’
Voor God is het maar een klein torentje. Toch ziet God ook hoe gevaarlijk deze toren is. Mensen die denken dat hun mogelijkheden onbeperkt zijn, zijn een gevaar voor zichzelf en de mensheid. Daarom grijpt God in met die beroemde spraakverwarring. Daar hebben we dus ook het Fries aan te danken… God brengt chaos en de bouw wordt gestaakt. Met geen mogelijkheid kunnen de mensen tegen God op. dia 9 – God beschermt tegen te veel van techniek verwachten Die spraakverwarring is een straf. God had gezegd dat de mensen zich over de aarde moesten verspreiden, maar ze gingen juist zo dicht mogelijk bij elkaar wonen. Nu dwingt hij hen om zich te verspreiden. Maar hij doet het vooral om hen te beschermen. Als God nu niets doet, is dit nog maar het begin. Dan gaat de mens steeds meer op zijn mogelijkheden vertrouwen. God wil ons beschermen tegen de gedachte dat wij de wereld naar onze hand kunnen zetten. Dat wij voor alle problemen een oplossing kunnen vinden en van de wereld een betere plek kunnen maken. Een blik op het nieuws is genoeg om te weten dat dat niet zo is. Een leven zonder internet is haast niet meer denkbaar, maar ondertussen gebruikt ISIS datzelfde internet om jonge moslims te vergiftigen met hun gevaarlijke ideeën. En voor je het weet, hebben wij de wereld niet meer in de hand, maar neemt de techniek ons over. In dezelfde krant als waar ik las over die gezichtsherkenning in kerken, stond ook een artikel over intelligente wapens. We kunnen oorlogen gaan voren met robotsoldaten, die zelf bedenken wie ze neerschieten. Je moet er niet aan denken dat zulke techniek in verkeerde handen belandt, maar dat gaat wel gebeuren… Nee, de techniek brengt de hemel niet op aarde, geeft ons geen veiligheid. Dat kan God alleen. dia 10 – God beschermt door Jezus Het is maar goed dat God toen ingreep met die spraakverwarring. Maar waarom laat hij ons nu wel onze gang gaan? We zijn nog veel verder dan ze in Babel waren. Waarom laat God dat gebeuren? Wordt het niet eens tijd voor een nieuwe spraakverwarring? Ik weet niet waarom God nu niet ingrijpt.
Misschien is dat een straf: dat God het erop aan laat komen, ons onze gang laat gaan. Ik weet het niet. Ik weet wel iets anders. God is nog een keer afgedaald naar de aarde. Als een baby kwam hij midden in de chaos, midden in de puinhopen die wij ervan gemaakt hebben. Jezus zet geen rem op onze mogelijkheden. Hij heeft wel over een nieuwe wereld, het koninkrijk van God. Hij wil ons verlossen van onze puinhopen. Hij komt nu niet met chaos, maar met verlossing. Hij komt nu niet met verdeeldheid, door de Geest klinkt het evangelie juist in alle talen. 3. Techniek afschaffen? dia 11 – techniek afschaffen? We kunnen de techniek maar beter afschaffen… Techniek is gevaarlijk, het geeft een vals gevoel van veiligheid, dat je zelf God bent. Dus: auto naar de sloop, telefoon door het toilet spoelen en je computer ritueel verbranden? dia 12 – techniek afschaffen: het kan niet Nee, dat is niet de bedoeling. Het kan ook helemaal niet. Als je de techniek afschaft, houdt je niets over. Geen huis, zelfs geen tent, je moet onder open hemel slapen. Je kunt dan zelfs geen zakmes gebruiken om te overleven. Zelfs de meest fanatieke survivalaars kunnen niet zonder… Je zou ook al snel nieuwe technieken ontwikkelen, om het je wat gemakkelijker te maken. dia 13 – het hoeft niet Techniek afschaffen, het hoeft ook helemaal niet. Aan het begin van deze dienst zongen we uit Psalm 8. In de onberijmde versie staat: ‘u hebt hem bijna een god gemaakt, hem gekroond met glans en glorie, hem toevertrouwd het werk van uw handen en alles aan zijn voeten gelegd.’ God heeft ons mogelijkheden gegeven, God vertrouwt ons zijn wereld toe om ermee aan de slag te gaan. Juist christenen hebben alle reden om techniek te gebruiken: de natuur zelf is niet goddelijk, God geeft ons juist opdracht om het te ontwikkelen!
dia 14 – Jesaja 28 : 24 – 29 Een heel mooi gedeelte over techniek staat in Jesaja 28. Ik lees vers 24 tot 29 voor. “Als een boer zaaien wil, ploegt hij dan alle dagen? Blijft hij voren trekken in zijn land? Als hij het land geëffend heeft, strooit hij toch komijn en karwij, zaait tarwe in rijen, gerst in vakken en spelt langs de rand van zijn akker? Het is zijn God die hem daarin onderricht, die hem leert wat hij moet doen. Zo dorst men komijn niet met een dorsslede en over karwij rolt men geen wagenrad; komijn wordt met een stok uitgeklopt en karwij met een roede. Graan moet voor brood worden fijngemalen; maar een boer blijft niet eindeloos dorsen: hij stuurt zijn paarden en het wagenrad eroverheen, maar hij laat het niet verpletteren. Ook dit vindt zijn oorsprong bij de Heer van de hemelse machten: zijn beleid is wonderbaarlijk en hij volvoert het in grote wijsheid.” Dit gedeelte staat vol techniek: de dorsslede, een wagenrad, stok en roede. En dan staat er dat God de boer lesgeeft hoe hij die techniek moet gebruiken. God is dus echt geen vijand van techniek! dia 15 – techniek gebruiken, niet vertrouwen Het gaat mis als wij denken dat we door de techniek wel zonder God kunnen, dat de wereld aan onze voeten ligt. Dat kan de techniek niet waarmaken, en je hoeft echt geen christen te zijn om dat te zien. Neem bijvoorbeeld de auto: een geweldige uitvinding om snel grote afstanden af te leggen. Maar elk jaar maak het verkeer duizenden dodelijke slachtoffers. Nu denken we dat we er wat op bedacht hebben: de zelfrijdende auto. Maar, ook afgelopen week in het nieuws, auto’s kunnen gehackt worden. Iemand kan dan dus op afstand jouw auto overnemen. Zo zal de techniek altijd weer nieuwe problemen oproepen. God heeft techniek gegeven om te gebruiken, niet om er je vertrouwen op te stellen. Je bent niet veilig bij de techniek, maar bij God. 4. Techniek tot Gods eer dia 16 – techniek tot Gods eer
Techniek is overal. Thuis, op straat, in het ziekenhuis, hier in de kerk. Hoe ga je daar nou goed mee om? Je mag techniek gebruiken om God mee te loven. En dan gaat het vooral om je houding: wees ontspannen, bescheiden, respectvol en verwonderd. Als christen kun je hierin verschil maken. dia 17 – wees: ontspannen Wees ontspannen. Het mooie van christen-zijn is dat je alle tijd hebt: je hebt de eeuwigheid op de nieuwe wereld die Jezus brengt. Er zijn dingen in het leven die best beter kunnen. Maar bij God is het pas echt beter. Je kunt kapitalen besteden aan de nieuwste techniek, maar stel jezelf ook de vraag: heb ik het wel nodig? Wat laat je zien met je auto of telefoon, dat het altijd beter en sneller moet, of dat er meer is dan de nieuwste techniek? dia 18 – bescheiden Wees bescheiden. Techniek kan ons leven wat makkelijker maken, niet meer en niet minder. Verwacht niet te veel van de techniek, dan gaat de techniek juist jou beheersen. Een voorbeeld: de ANWB waarschuwde laatst in een persbericht om op vakantie niet afhankelijk te zijn van je telefoon. Als je dan je telefoon kwijt bent, of hij doet het niet meer, zit je in de problemen. De telefoon is heel handig, maar ook niet meer. Zorg dat je bijvoorbeeld belangrijke nummers uit je hoofd weet, of ze ergens hebt opgeschreven. Of iets heel anders, ik noemde het al, het KWF. Fantastisch wat zij doen aan onderzoek naar kanker en hoe mensen daardoor genezen kunnen worden. Doneren, een Samenloop houden, geweldig. Maar niet die grootspraak: ‘dichter bij de dag dat niemand hoeft te sterven aan kanker.’ Die dag brengt God alleen! Wees bescheiden: verwacht je verlossing niet van techniek, techniek is ook maar beperkt. dia 19 – respectvol Wees respectvol. Dat is onderwerp voor een preek apart, dat wil ik in deze serie ook nog doen. Houdt rekening met het milieu en je medemens, die door God gemaakt zijn.
De wereld is niet van jou of mij, maar van God. Een mooi voorbeeld vind ik de Fairphone: een smartphone waarbij geprobeerd is het milieu zo min mogelijk te belasten en de medemens zo min mogelijk uit te buiten. Ja, ‘zo min mogelijk’, want het blijkt op dit moment niet te kunnen… Dus bedenk wat voor gevolgen de techniek die je gebruikt heeft voor de wereld en voor anderen. dia 20 – verwonderd En wees verwonderd. Wat heeft God ons veel mogelijkheden gegeven! Laten we God ervoor danken. Dank God voor je smartphone, dank God voor het infuus, dank God voor de geluidsinstallatie hier in de kerk. Dank God ook voor de uitvinders van die dingen. We leven op Gods wereld, en die wereld mogen we verder ontwikkelen. Dan lijk je een beetje op God, die je naar zijn beeld gemaakt heeft. Dan ben je creatief tot zijn eer, net als hij. Amen.
Genesis 29-31 - Mensen vallen tegen, God juist niet (met Samen GROEI-en) Micha-zondag Preek bij ons jaarthema ‘Leren van Gods liefde’
Liturgie Voorzang Gez 38.1.2.4 (canon) Stil gebed Votum Zegengroet Zingen Ps 97,1.3.5 Gebed Lezen uit de Bijbel: - Genesis 29,1-5 en 9-12 en 14-21 en 30-32
- Genesis 30,1-3 en 22-28 - Genesis 31,7b-16 Zingen Ps 21,3.4 Preek over Genesis 29-31 vanuit 31 vers 12b-13 Zingen: Ps 46,1.2.4 Als wetslezing: Jacobus 1,19-27 en Jacobus 2,8-17 Zingen: ‘Heer leer ons recht te doen’ Gebed Collecte Zingen Opw 378 / EL 213 Ik wil jou van harte dienen Zegen Opmerkingen: - Bij deze preek is een ‘Samen GROEI-en‘ (een samenvatting met verwerkingsvragen) beschikbaar; - Deze preek is eigenlijk niet in een kerkdienst te gebruiken zonder de bijbehorende pp-presentatie - Ik vind het prettig om het even van te voren te horen wanneer deze preek ergens in een kerkdienst gelezen wordt. In mijn mailbox past altijd nog wel een mailtje:
[email protected]
Preek over Genesis 29-31 (vooral 31,12b-13) – Mensen vallen tegen, God juist niet 1. Lees je mee met ons bijbelleesrooster? Dan ben je deze week in Genesis de verhalen over Jacob tegengekomen. Op startzondag zijn we het jaarthema begonnen met Psalm 119,105: kennen jullie de tekst uit je hoofd? [‘Uw woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad’] Maar als je nu kijkt naar Genesis 29, 30, 31? Is dat nou een licht op je pad? Hoe lees je die hoofdstukken? Vanmorgen staan we daar met elkaar bij stil. Stel je bent een roman aan het lezen – welk boek ben jij aan het lezen? En je leest steeds één alinea, een paar regels. Dan es hier, dan es daar. Daar snap je niks van. Of je hebt een begeleidend boekje nodig om uit te leggen waar het nu weer over gaat. Zo lezen wij de Bijbel vaak. Hap snap, dan hier een paar regels, dan daar een alinea. En dan heb je een begeleidend boekje erbij nodig. Dat noemen we dan een ‘dagboekje’. Zo moet je Genesis eigenlijk dus niet lezen. Lees Genesis zoals je een roman leest! Dan zie je bijvoorbeeld dat Genesis 29 lijkt op Genesis 24. [dia 1] Daar komt de knecht van Abraham aan bij een put. Er komt een meisje dat familie is, en zij zorgt voor water. Rebekka heet ze. Daar komt haar broer, Laban, afgerend op de rijke knecht. Er valt iets te halen!
Hier is het de zoon van Rebekka die bij een put komt. Opnieuw is er een meisje dat familie is – Rachel. Nu is het Rebekka’s zoon die voor water zorgt. Weer komt Laban eraan gerend. Valt er weer iets te halen? Al snel merkt Laban dat het deze keer tegenvalt – Rebekka’s zoon is een armoedzaaier, gevlucht om zijn eigen bedrog. Jammer! Dit zie je als je het verhaal als geheel leest – zulke overeenkomsten zitten er meer in Genesis. En lees goed wat er staat – bijvoorbeeld in de HSV, dan zie je hoe woorden in het origineel steeds terugkeren. Zoals in het begin van Genesis 29. Hier wordt benadrukt dat Jacob en Laban familie zijn. [dia 2] Steeds komt terug ‘Laban de broer van zijn moeder’. Drie keer, in vers 10. En daarna in 12 en 13: Jacob, de zoon van Rebekka. Jacob, de zoon van zijn zus. Leer daarom lezen – het is niet voor niets dat de christelijke kerk altijd weer mensen wil leren lezen. Zelf leren lezen en daar de tijd voor nemen is gewoon leuk, als het om de Bijbel gaat. 2. ‘Het is duidelijk’, zei Laban, ‘dat je familie van me bent’. Niet echt hartelijk. Eerder teleurgesteld. Jacob brengt geen rijkdom mee, zoals die knecht van Abraham vorige keer. Als je ook vlucht omdat je je vader en je oudste broer bedrogen hebt… Maar ja. Je bent familie… Dus ik kan je niet laten staan. Hoor je trouwens de dubbele bodem? Je bent echt familie van me. De bedrieger Laban en de bedrieger Jacob. Laban behandelt Jacob niet echt als familie. Vers 15 klinkt mooi (Naardense Bijbel): [dia 3] omdat je mijn broeder bent zou je mij moeten dienen om niet? Meld mij toch wat je loon moet zijn! Maar je familie voor je laten werken voor loon, dat doe je niet. En verder: Jacob had een zegen gekregen: volken zullen je dienen. Jij zult heer zijn over je broers, lees 27,29. Nu wordt Jacob zelf een dienaar die voor zijn geld moet werken. Steeds is Laban onbetrouwbaar. Jacob vraagt zijn loon: zeven jaar werken voor Rachel – belachelijk lang, ook in die tijd. Laban hapt toe, maar belooft niks concreets. [dia 4] ‘Ik kan haar beter aan jou geven dan aan een ander. Je kunt dus blijven.’ Als Jacob na 7 jaar werk om zijn vrouw moet vragen, krijgt hij Lea. De bedrieger wordt bedrogen. Laban heeft Jacob te pakken. En hij laat het hem voelen ook. Rachel trouwen? Dat betekent nog eens 7 jaar werken. Jij, de jongste, bedonderde je oudste broer? [dia 5]
‘Het is hier niet de gewoonte om de jongste vóór de oudste uit te huwelijken.’ Het zal je niet weer lukken, mannetje. De oudste gaat voor. En zo gaat het door. In Genesis 30 wordt opnieuw loon vastgesteld. Jacob krijgt alle gespikkelde en gevlekte dieren. De mooie witte dieren in de kudde zijn voor Laban. Maar wat doet Laban? [dia 6] Maar nog diezelfde dag zette Laban de gestreepte en gevlekte bokken apart en de gespikkelde en gevlekte geiten, alles waaraan maar iets wits te zien was, en alle zwarte schapen, en hij stelde die dieren onder de hoede van zijn zonen. Hij bepaalde dat Jakob drie dagreizen bij hem vandaan moest blijven. Laban maakt het Jacob onmogelijk om zijn loon uit de kudde te halen. God zorgt er gelukkig voor dat de sterke dieren in de kudde in het bezit van Jacob komen. Lees het verhaal maar na. God laat ons hier iets zien: Zie je hoe bedrog en leugen alles kapot maken? Daar kom ik straks nog op terug. Eerst iets anders. 3. Deze geschiedenis laat nog iets zien: alles kan een afgod worden. Wat is een afgod? Een afgod is niet zelf een god. Het hoort gewoon bij de schepping. Maar het gaat de plek van God innemen. Wordt het centrum van je leven. Je verwacht er dingen van die alleen God kan geven: rust, vrede, veiligheid, bescherming, voldoening. Maar het is geen god. Dus het zal je teleurstellen. Kijk maar in het verhaal. Laban – wat is zijn afgod? Laban is hebzuchtig. Zo kennen we hem al uit het verhaal van Abraham. Laban wil Jacob aan zich binden en hem laten werken. Hij bedriegt Jacob waar hij bij staat. Met als doel: zoveel mogelijk van Jacob profiteren voor zo weinig mogelijk geld. Ten koste van zijn eigen dochter Lea. Hebzucht, zegt de Bijbel is afgoderij. Laban denkt: als ik rijk ben, dan word ik gelukkig. En Jacob? Lees Genesis 29,21 [dia 7] Toen zei Jakob tegen Laban: ‘De termijn is om. Geef me nu mijn vrouw, ik wil met haar slapen.’ Het staat er bijzonder expliciet. Nu wil ik Rachel, ik wil seks met haar! Hij is in de ban van liefde en seks. Seks met Rachel, dat moet alles goed maken! Het maakt hem blind voor de valsheid van Laban. Laban maakt er misbruik van. Lea – Jacob houdt niet van haar, haar vader heeft haar opgeofferd, knap is ze niet, iedereen kijkt
naar haar zus. Maar ze verlangt naar erkenning en liefde van Jacob. Kinderen zijn haar wapen – zo zal ze Jacob veroveren. Ze hoopt toch op geluk – het geluk van een gezin, met kinderen, en een man. Kinderen krijgt ze, meer niet. Jacob slaapt nauwelijks met haar, wel met Rachel. Vervulling vindt ze hier niet. De kinderen die Lea wel heeft, ze maken Rachel stikjaloers. ‘Ik wil ook een kind!’ Kinderen worden een obsessie voor haar. Rachels afgod. Ze wordt er onuitstaanbaar van, het drijft haar en Jacob uit elkaar. Kijk in 30,1-2: [dia 8] Omdat Rachel geen kinderen van Jakob kreeg, was ze jaloers op haar zuster. ‘Geef mij kinderen,’ zei ze tegen Jakob, ‘anders ga ik dood!’ Jakob werd kwaad en antwoordde: ‘Ik ben toch zeker God niet? Híj onthoudt jou het moederschap!’ Zie je hoe afgoden teleurstellen? En ons hart is een afgodenfabriek – van alles kunnen wij een afgod maken. Ze eisen je aandacht op. Bij die afgod zoek je je blijdschap, je doet er alles voor, je geld gaat er naar toe. Wat zijn jouw afgoden? 4. En die afgoden, de leugens, ze verzieken alle verhoudingen. Laban maakt van zijn familielid een werknemer. Hij is niet te vertrouwen. Jacob is afhankelijk, dus hij moet het wel slikken. Maar een goede verhouding met Laban? Vergeet het maar! En Lea? Denk je eens in. Je zus is knapper – ok, dat kan gebeuren. Maar wat doet je eigen vader dan? Op de bruiloft van je zus word jij samen met de bruidegom in een donkere kamer geduwd. Hij slaapt met jou! En als hij ’s morgens wakker wordt – het afgrijzen staat op Jacobs gezicht: jij bent Lea! Lekkere huwelijk heb je dan! Je eigen bruiloft heb je niet gevierd, direct erna komt er weer een bruiloft, weer voor Rachel. En jij blijft voor altijd tweede keus. Altijd gaat Rachel voor. Jacob houdt van Rachel, jij wordt hoogstens geduld. En kijk eens hoe dat gaat tussen de zussen. Jacob hoor je nauwelijks. Die kiest de makkelijke weg. Zo nu en dan slaapt hij met een van zijn vrouwen, eerst twee, later vier, maakt er een zwanger. Meer hoor je niet van Jacob. Ondertussen vechten de vrouwen elkaar via hun baby’s de tent uit. Elke naam is een nieuw wapenfeit. Wat zou Rachel gedaan hebben met de kinderen van Lea? Schelden, pesten, slaan? Wat een gezin moet dat geweest zijn. En dat staat niet voor niks in de Bijbel. God laat ons iets zien.
Zie je wat er gebeurt als mensen liegen en bedriegen? Zie je hoe het misloopt als je namaakgoden hebt? Als niet de echte God je enige God is? Kijk eens om je heen in ons land. Het lijkt zo mooi: seksuele vrijheid, welvaart, marktwerking. Maar het zijn afgoden – seks, hebzucht, geld, macht. En waar leidt het toe? Porno en kinderporno, groepsverkrachtingen, overspel, gebroken huwelijken, ongelukkige kinderen, hebzucht, een graaicultuur, het snelle geld in plaats van duurzame opbouw van een gezond bedrijf, overschatte aandelen, financiële producten die niemand meer begrijpt, torenhoge staatsschulden, een financiële crisis, banken die omvallen. De oorzaak: nepgoden. Afgoden. Het is vandaag Micha-zondag. Dat onze wereld een oneerlijke wereld is, instabiel, je kunt wijzen naar die politici in Den Haag en in Brussel. Naar de grote multinationals of banken. Maar onrecht, leugen, misbruik, het begint bij ieder van ons in ons eigen hart: bij onze afgoden. Bij de afgoden van onze cultuur. Leef met God, bekeer je tot God. Want echte bekering tot God – de enige God – is de enige echte oplossing. 5. Is God er dan? Doet God dan iets? God had zulke mooie dingen tegen Jacob gezegd, bij Bethel. Lees Genesis 28,14-15 [dia 9] Je zult zo veel nakomelingen krijgen als er stof op de aarde is; je gebied zal zich uitbreiden naar het westen en het oosten, naar het noorden en het zuiden. Alle volken op aarde zullen wensen zo gezegend te worden als jij en je nakomelingen. Ikzelf sta je terzijde, ik zal je overal beschermen, waar je ook heen gaat, en ik zal je naar dit land terugbrengen; ik zal je niet alleen laten tot ik gedaan heb wat ik je heb beloofd.’ Wat komt daarvan terecht? Kinderen komen er, maar vraag niet hoe. En verder? Trouwens, waarom zou God iets moeten met leugenaars, met mensen die nepgoden dienen? Als iemand in Europa zich bekeert –een speculant, iemand die oneerlijke handel drijft, iemand die zijn huwelijk kapot heeft gemaakt door vreemd te gaan. Waarom zou God luisteren? Toch: door het verhaal heen blijkt God er te zijn.
God geeft kinderen. Als eerste aan Lea. Laban merkt dat het goed met zijn bedrijf gaat. Hij zegt zelf, in Gen 30,27: [dia 10] ik heb uit verschillende tekenen opgemaakt dat de HEER mij omwille van jou heeft gezegend. God zegent Laban, die hebzuchtige leugenaar. Om Jacob. Was Jacob zo bijzonder – gevlucht voor Esau die hij bedonderd had? God zegent Laban, inderdaad, om Jacob, omdat hij Jacob beloofd had: ik zal je zegenen, ik zal je beschermen. Misschien ken je het verhaal al heel lang en valt het je niet op. Maar het is bijzonder! God zegent ook Jacob. God zegent ook Laban – om Jacob. En in Christus, bereikt de zegen voor Jacob ook ons. Moet je nagaan – God is niet hebzuchtig, bedondert je niet. God zegent juist. Kijk maar, Jacob vertelt dat hij ook bij Laban een droom gehad heeft. En wat zegt God onder andere, Genesis 31,12 [dia 11]: Kijk eens goed, alle bokken die de geiten bespringen zijn gestreept, gespikkeld of gevlekt, want ik heb gezien wat Laban je allemaal heeft aangedaan. God zorgt er voor dat alle geitjes en lammetjes die geboren worden, gestreept zijn, en gespikkeld, en gevlekt. God pakt het bezit van Laban af, en geeft het aan Jacob. God heeft gezien wat Laban Jacob allemaal heeft aangedaan. God ziet het – het onrecht. Bedenk dat, juist vandaag op Micha-zondag. God ziet het als jouw onrecht wordt aangedaan. God ziet het als jij anderen onrecht doet. In Nederland, of verderweg in de wereld. God komt op voor slachtoffers van onrecht!
6. God is er! Sterker: God redt ons uit de zooi die wij er met elkaar van maken. De oplossing voor onze wereld ligt niet in harde en grote woorden. In wraak en lik op stuk beleid. De oplossing is dat God ons bevrijdt. God roept Jacob weg uit zijn slavernij, 31,13 [dia 12] Ik ben de God van Betel, waar je een steen met olie hebt gewijd en waar je een gelofte hebt afgelegd. Kom, ga weg uit dit land en keer terug naar je geboorteland. Terug naar het beloofde land. Terug naar Betel. Het huis van God. Weg van de afgoden. In Betel ruimen ze straks ook echt alle afgoden op. Zo riep God Abram lang geleden juist bij zijn familie weg. Nu roept God Jacob terug. En tegen Jacob had God eerder al gezegd wat hij ook tegen Abraham heeft gezegd, 28,14: [dia 13] In u en uw nageslacht zullen alle geslachten van de aardbodem gezegend worden. In Jacobs zoon: Jezus. Weet je van wie dat ook de zoon is? Van Lea, die niet knap was. Geminacht. Slachtoffer van haar familie. Van de zoon bij wie Lea zei (Gen 29,35): [dia 14] toen ze haar vierde kind kreeg: ‘Nu zal ik de HEER loven!’ riep ze uit, en ze noemde hem Juda. Lea, de moeder van Juda, wordt stammoeder van Jezus. Wat is dat bemoedigend – God ziet ook Lea. Juist uit Lea mag de beloofde redder geboren worden. Via Lea bereikt Gods zegen de wereld. Bijzonder toch? In Jezus, de zoon van Juda, de zoon van Lea en Jacob, roept God ook ons. Ik zie wat jou aangedaan is – als jou onrecht aangedaan is. Maar ook: ik zie wat jij hebt gedaan, hoe anderen lijden door jou – als jij het zelf bent die onrecht doet. Aan welke kant sta ik, sta jij – aan de kant van het recht, of aan de kant van het onrecht? Ben ik een dader, of een slachtoffer? En jij? Maar beide roept God in Christus: Ik heb gezien wat er allemaal gebeurd is.
Ik ben de God van Jezus Christus. Trek weg uit deze wereld van onrecht en leugen en afgoden. Bekeer je daarvan. Volg alleen Jezus Christus, niemand anders. Hij bevrijdt van alle zonde. Zo is Gods rijk nabij! Kom naar het beloofde land. Het land van recht en vrede. De nieuwe hemel en de nieuwe aarde – het land waar Jezus je brengt.
Genesis 22,1-19 - Vertrouw alleen op God, ook als je soms niks van Hem begrijpt Abraham II (3) Doop Eelke Wielstra
Liturgie Voorzang Gez 146 Stil gebed Votum / groet Zingen Ps 63,2.3 Wet Zingen LB 432 Gebed Lezen: Gen 22,1-19 Zingen LB 484,1.2.4 Preek over Gen 22,1-19 Zingen Gez 140 Lezen doopformulier Vragen Doopgebed Bediening van de doop
Zingen: Ps 105,5 Dankgebed Opwekking aan de gemeente Gebed Collecte Zingen Ps 138,1.2.4 Zegen Opmerkingen: - Bij deze preek is een powerpointpresentatie beschikbaar; - Ik vind het prettig om het even van te voren te horen wanneer deze preek ergens in een kerkdienst gelezen wordt. In mijn mailbox past altijd nog wel een mailtje:
[email protected]
Preek over Genesis 22,1-19 – Vertrouw alleen op God, ook als je soms niks van Hem begrijpt [dia 1] Beste mensen, gasten en familie, Romke en Afke, gemeente van Jezus Christus, 1. Kom je nietsvermoedend in de kerk voor een mooie doopdienst en dan krijg je zo’n verhaal voor je kiezen. Jullie, Romke en Afke, waren al voorbereid. Jullie wisten dat ik van plan was hierover te preken. Maar wat is dit voor verhaal – laat je je oudste zoon dopen en lees je in de Bijbel over Abraham die zijn oudste zoon moet doden! [dia 2] ‘Abraham.’ ‘Ik luister.’ ‘Roep je zoon, je enige, van wie je zoveel houdt, Isaak. Je moet hem offeren op een berg die ik je zal wijzen.’ God weet wat hij vraagt. ‘Roep je zoon, je enige, van wie je zoveel houdt, Isaak.’ Daar klinkt de hele voorgeschiedenis in mee. De belofte van een zoon. Het lange wachten. Het ongeloof – zou er nog een kind komen? Het knutselen – dan maar een zoon via Hagar: Ismaël. Ismaël, die andere zoon die Abraham weggestuurd had. En dan die zoon die uiteindelijk geboren was – Isaak, gelach, bron van vreugde. Vervulling van Gods belofte. Abrahams toekomst! De toekomst van de hele wereld. En nu: offer hem. Wat is dat voor een God? [dia 3] Een God die mensen uitprobeert met de meest verschrikkelijke opdrachten – kijken of-tie het doet? Je hebt soms van die omstreden psychologische onderzoeken. Dat een proefpersoon een stroomstoot moet toedienen aan een ander. Kijken hoe ver ze gaan. Daar wordt schande van gesproken. Als een of andere psycholoog bij wijze van onderzoek als opdracht zou geven: dood je zoon? De kranten zouden er schande van spreken: alle ethische grenzen worden
in zo’n onderzoek overschreden! Jullie laten Eelke straks dopen in de naam van die God – en zou die God zoiets ook van jullie kunnen vragen? Romke, zet Eelke in de auto, rij naar de plek waar ik je heen stuur, en offer hem daar aan mij? Moet je dan niet hier ter plekke besluiten: wij laten deze doop niet doorgaan? Wij willen niet dat onze Eelke verbonden wordt aan die God! Wij komen hier niet meer in de kerk! 2. Maar Abraham gaat. Hij lijkt wel wat in de war. Eerst zadelt hij zijn ezel, hij roept twee knechten, hij neemt Isaak mee, en als iedereen klaar staat, gaat hij nog eens hout hakken. Hij maakt er een rommeltje van, zou je zeggen. Maar hij gaat. En hij krijgt van God ook nog eens drie lange dagen om na te denken over wat er gebeurt – stel je dat eens voor. Het zou best kunnen dat de opdracht op Abraham toch minder absurd overkwam dan op ons. [dia 4] Wij zijn individualisten, wij denken individualistisch. Ik ben ik – jij bent jij – allemaal unieke mensen. Ieder met een eigen leven. We hebben nog wel iets van het besef van een oudste zoon. Eelke is het eerste kleinkind van Romkes ouders – en ook de eerste die Wielstra heet – dus hij is de stamhouder – zo zei je het van de week, Romke. In Eelke bestaat het geslacht Wielstra verder. Dat besef leefde in Abrahams tijd nog veel sterker. Je oudste zoon, dat was je erfgenaam, je opvolger, je pensioen. Eigenlijk was je dat bijna zelf – je oudste zoon belichaamde je toekomst. [klik] Bij Abraham is dat helemaal duidelijk. Isaak is de erfgenaam van de belofte die Abraham kreeg. Heel de mooie toekomst die God had voorgespiegeld aan Abraham, die werd werkelijkheid via Isaak. Je oudste zoon doden, dat is dus: je toekomst doden. Maar Abraham moet Isaak offeren. Het was niet zomaar een dood, maar een offerdood. De oudste zoon moest geofferd worden aan God. In het Oude Testament sterven veel meer oudste zonen. De oudste zoon was van God. Eigenlijk moest elke oudste zoon sterven. Eigenlijk liep bij iedereen de toekomst dood. De zonde van elke Israëliet maakte dat God kon zeggen: Geef mij je oudste zoon als een offer. Door jouw zonde heb jij je toekomst verspeeld. [klik] Het zou best kunnen dat Abraham dat in elk geval begrepen heeft: mijn zonde, mijn schuld, het kost me mijn toekomst. Mijn zonde maakt dat mijn leven doodloopt. Dat geldt vanaf onze geboorte voor ons allemaal, ook voor Eelke. Wie van ons wordt niet geboren in de greep van de zonde en het kwaad? Het is niet leuk om te horen, maar wel waar: ons leven loopt dood – letterlijk en geestelijk – als de Here Jezus je niet redt. Niemand van ons ontkomt daaraan – ken jij iemand die niet gestorven is? Iedereen sterft, ook Eelke zal sterven. Wij hebben onze toekomst verspeeld. Heeft Abraham daarom niet geprotesteerd? Heeft Abraham gevoeld: mijn zoon moet sterven voor de schuld van de familie? [klik]
3. Opnieuw kreeg Abraham de opdracht van God om al zijn houvast opaarde los te laten. [Dia 5] Eerder moest hij ook op weg gaan, in hoofdstuk 12 van Genesis. God riep Abraham: Ga weg bij je familie. Weg uit je veilige omgeving. Abraham, durf je het aan met mij alleen? Alleen met God? Ga je mee naar het land waar ik je zal brengen? Nu moet Abraham zijn zoon loslaten, zijn toekomst. Opnieuw weg bij alles wat hij op aarde aan veiligheid heeft. Wat zal er dan gebeuren? Stort Abrahams wereld nu in, of is God zijn belangrijkste houvast? Kan Abraham zonder Isaak? Of is Isaak zijn afgod geworden? [Dia 6] Dat kan dus – dat je kind een afgod wordt. Dat Eelke jullie afgod wordt. Wat is dat, een afgod? Van een afgod ben je afhankelijk geraakt. Als je je afgod kwijtraakt, dan stort je wereld in. Door je afgod voel je je veilig. Door je afgod ben je iemand. Dankzij je afgod ben je trots. Bij je afgod voel je je goed. Zo kan je kind je afgod worden. Omdat het goed gaat met je kind, gaat het goed met jou. Als je kind tegen jou zegt: Papa, mama, je bent mijn nummer 1, dan voel je je goed. Je kind, daar pronk je mee. Jij hebt je kind nodig – het moet het perfecte kind zijn. Het moet jouw onbewuste opdrachten uitvoeren. Dit is wat jij uitzend: jij moet mij gelukkig maken. En dus zul je je kind verstikken. Dodelijk voor je kind is het. En als je kind tegenvalt? Als je kind niet doet wat jij wil? Als je kind bij je wegloopt, omdat het door jou verstikt wordt? Dan stort je wereld in! Je afgod valt weg. Zo kan alles een afgod worden – ook Eelke, jullie oudste zoon, de stamhouder. Dat wil God van Abraham weten. Abraham, van wie ben jij afhankelijk? Heb jij echt ontzag voor mij? Ben ik alles voor je? Of is Isaak jouw afgod? Daar wil God Abraham ook van bevrijden: Abraham, niet Isaak is jouw god. Hij wil het Abraham leren: Ik ben jouw God – ik alleen. Isaak zal je teleurstellen. Ik ben de enige die jou nooit teleurstelt. Heb jij afgoden? Wanneer stort jouw wereld in? Wat gebeurt er als je je baan kwijtraakt? Of je partner? Of je kind? Of je mooie uiterlijk? Je genot? Wat zou jouw afgod kunnen zijn – dat wat je niet kunt missen of je wereld stort in? Afgoden helpen niet. Je kunt niet op ze aan. Vertrouw alleen op God – Hij biedt echt houvast en echte veiligheid. 4. Biedt God houvast? Geloof je het zelf? [Dia 7]
Zo’God die Abraham een kind belooft en hem jarenlang aan het lijntje houdt? Die je een kind geeft en het je dan weer afpakt? God had Abraham geweldige dingen belooft. Eerder in Genesis was het Abraham die God in de weg liep. Abraham deed domme dingen, uit angst, uit kleingeloof. Maar nu komt het door God zelf. Zo kan zijn eigen belofte niet in vervulling gaan! Via Isaak zou God al zijn beloftes vervullen. Is Isaak dood? Dan ligt alles in duigen! Is dit een God die veiligheid geeft? Het is pure naakte eenzaamheid waar Abraham in belandt. Drie dagen op reis, met Isaak. En dan Isaaks vraag: ‘We hebben vuur en hout, maar waar is het lam voor het offer?’ Zou het hem niet door merg en been gegaan zijn? Ja, wat zal Abraham gedacht hebben? De tekst vertelt het niet. Wel wat hij gezegd heeft. In vers 5: [Dia 8] ‘Ikzelf ga met de jongen verder om daarginds neer te knielen. Daarna komen we naar jullie terug.’ Wij – let op – wij komen terug. In vers 8: [klik] ‘God zal zich zelf van een offerlam voorzien, mijn jongen.’ Wat zijn dat? Leugentjes om bestwil? Een soort profetieën? Uitdrukkingen van geloof? God stelt Abraham op de proef. Zou je tegelijk kunnen zeggen: Abraham stelt God op de proef? Nu moet blijken of God betrouwbaar is. Als God via Isaak verder wil, dan moet God maar laten zien hoe. Verderop in de Bijbel staat: Abraham twijfelde er niet aan dat God betrouwbaar was. Kijk in Romeinen 4,20-21: [dia 9] Hij twijfelde niet aan Gods belofte; zijn geloof verloor hij niet, integendeel, hij werd erin gesterkt en bewees zo eer aan God. Hij was ervan overtuigd dat God bij machte was te doen wat hij had beloofd… En in Hebreeën 11,17-19 staat: [dia 10] Door zijn geloof kon Abraham, toen hij op de proef werd gesteld, Isaak als offer opdragen. Hij die de beloften had ontvangen, was bereid zijn enige zoon te offeren. Terwijl er tegen hem gezegd was: ‘Alleen door Isaak zul je nageslacht krijgen,’ zei hij bij zichzelf dat het voor God mogelijk moest zijn
iemand uit de dood op te wekken, en daarom kreeg hij hem ook terug, bij wijze van voorafbeelding. Wat was Abraham gegroeid in geloof, als je hem vergelijkt met eerder. Hij hield zich vast aan de belofte. God wil met Isaak verder, dan zal God ook met Isaak verder gaan. [dia 11] 5. Laat je daardoor bemoedigen! Misschien denk jij wel: ‘Wat doet God nu? Hoe kan dit nu passen in zijn eigen plan? God belooft mooie dingen, maar Hij maakt in mijn leven alleen maar dingen kapot!’ God heeft het Abraham geleerd, Hij wil het jou ook leren: Ik kan de HEER vertrouwen. God doet wat Hij zegt. Ook als het lijkt dat God de verkeerde kant op gaat. Als je denkt: God loopt zichzelf in de weg. Dan nog bedondert God je niet. Nooit. Doe jij wat de HEER vraagt? [Klik]Vertrouw jij erop, dat God desnoods iemand uit de dood op kan wekken? Dat Gods beloften zelfs door de dood niet stuk te krijgen zijn? Zover kwam het niet. God wilde niet dat Abraham Isaak zou doden. Wat Abraham gezegd had, gebeurde: God zelf zal zich van een offerlam voorzien. Er was een dier om te offeren – de HEER wil geen mensenoffers. Maar wie de Bijbel verder leest, die weet dat God zelf heeft gedaan wat Hij nooit, maar dan ook nooit, van een mens gevraagd heeft. Niemand, zelfs Abraham niet, niemand hoeft zijn eigen oudste zoon aan God te offeren. [dia 12] Maar toen mensen Gods Zoon doodden? Toen zei God niet: Nu lopen jullie mij in de weg. Nu kan ik mijn belofte niet vervullen. Jezus dood? Dan ligt alles in duigen. Dat is het einde van onze gezamenlijke toekomst. Nee, toen gaf God zelf wel zijn Zoon, zijn enige, van wie Hij zoveel houdt, Jezus. En Jezus liep daar, en ze legden het hout op de schouders van Gods Zoon. Zo ging hij daar helemaal alleen. God had zich zelf van een offerlam voorzien – het was Jezus. Het lam van God dat de zonde van de wereld wegneemt. Toen ging hij daar helemaal alleen. Toen was er geen stem die zei: Raak mijn Zoon niet aan, doe Hem niets! God zag dat mensen geen ontzag voor Hem hebben. Maar Hij heeft ons zijn Zoon, zijn enige, niet willen onthouden. Er was geen dier. Gods Zoon was het zelf, die geofferd werd in de plaats van jullie oudste zoon, Eelke. In de plaats van ieder die gelooft in Hem. [klik] ‘opdat iedereen die gelooft, in hem eeuwig leven heeft. Want God had de wereld zo lief dat hij zijn
enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.’ Dat staat in Johannes 3,15-16. Zelfs de dood kon Gods belofte niet stuk krijgen. Gods liefde in Christus is sterker dan de dood. 6. God wil ons zover brengen dat we helemaal voor Hem gaan. Zo was God met Abraham bezig geweest. Nu wil God weten of Abraham inderdaad helemaal voor Hem gaat – daarom vroeg Hij Abraham het offer van zijn zoon Isaak. [Dia 13] Hij bevrijdde Abraham van een groot gevaar: dat zijn zoon zijn afgod zou worden. Dan kiest God soms voor een ruige weg. Hardhandigheid is soms de enige manier om ons iets duidelijk te maken. Hij wil ons leren: ik ben alles wat je nodig hebt. Ik alleen ben God. Mij kun je vertrouwen. Je hebt geen afgoden nodig, je wereld stort niet in als ik er ben. Abraham deed wat God vroeg. Abraham ging om zijn zoon te offeren – zo groot was zijn vertrouwen op God. Hij heeft God zijn zoon, zijn enige, niet onthouden. Toen was het iedereen helemaal duidelijk: Abraham heeft ontzag voor God. Wat moet God soms een moeite doen om ons geloof te leren. Om ons van onze afgoden te bevrijden. Wat moet God doen om jouw hart te bereiken? De HEER ging zo ver om Zijn Zoon te offeren – zo groot was zijn liefde voor ons. God heeft ons zijn Zoon, zijn enige, niet onthouden. [klik] Laat het dan iedereen duidelijk zijn: God houdt van ons! En als God een weg kiest en jij denkt: Wat is God nu aan het doen? Hij maakt meer kapot dan dat Hij doet wat Hij belooft! Onthoud dan dit: Zelfs de dood krijgt Gods belofte niet kapot. Door de dood van zijn Zoon kreeg God de dood wel kapot. De belofte van Gods liefde wint! En daarom mag Eelke gedoopt worden. Jullie zijn niet weggelopen. Willen jullie Hem laten dopen? Weet dat God jullie zoon heeft gespaard. Jullie oudste zoon, waar jullie nu al zo gek mee zijn. Laat je kind geen afgod worden. Maar heb ontzag voor die God. Hij heeft zijn eigen Zoon niet gespaard. Zodat Eelke hier vandaag gedoopt zou kunnen worden. Hij – wij – we mogen leven! Dankzij Jezus, dankzij Gods grote liefde. Dus schrijft Paulus in Romeinen 8,31-32: [dia 14]
Wat moeten wij hier verder over zeggen? Als God voor ons is, wie kan dan tegen ons zijn? Zal hij, die zijn eigen Zoon niet heeft gespaard, maar hem omwille van ons allen heeft prijsgegeven, ons met hem niet alles schenken?
Genesis 20 - Kleingeloof, angst? In Christus is het ja en amen Abraham II (2)
Liturgie Voorzang Gez 165 Stil gebed Votum Groet Zingen Ps 31.1.2.14 I.p.v. wetslezing: Kolossenzen 3,1-17 Zingen Gez 22,1.2.4 Gebed Lezen: - Genesis 12,10-20 - Genesis 20 Zingen: Ps 105,2.3.4 Preek over Genesis 20 Zingen: LB 434,1.2.5 Gebed Collecte Zingen Ps 118,1.3.5 Zegen Opmerking: - Ik vind het prettig om het even van te voren te horen wanneer deze preek ergens in een kerkdienst gelezen wordt. In mijn mailbox past altijd nog wel een mailtje:
[email protected]
Preek over Genesis 20 – Kleingeloof, angst? In Christus is het ja en amen
1. Wat kun je jezelf of anderen als gelovige soms tegenvallen. Dat je weer eens onderuit gaat op je zwakke punt. Wat zijn jouw zwakke punten? Dat het soms een tijd goed gaat, en dat je dan weer in je oude fouten terugvalt? En dan denk je: Kom ik weer – God, wilt u me vergeven? En ik weet eigenlijk al dat ik weer de fout in zal gaan. Herken jij, dat dat juist vaak gebeurt na een geestelijke topervaring? Je hebt samen met God iets geweldigs meegemaakt. En juist dan ga je onderuit. Ik hoorde pas iemand zeggen dat dominees geestelijk het meest kwetsbaar zijn na een bijzondere zondag. En dat herken ik. Wat volgt er juist vaak na een geestelijk hoogtepunt een geestelijk dieptepunt. ‘Laat me nu even met rust, Heer. Nu kies ik even voor mezelf’. Herken jij dat? Je ziet het bij Abraham ook gebeuren. Genesis 17 en 18: het zijn twee hoogtepunten vlak na elkaar, lees het thuis maar eens na. God sluit opnieuw een verbond met Abraham. Hij stelt het teken van de besnijdenis in. Abraham krijgt opnieuw geweldige beloften. In Genesis 18 komt God speciaal bij Abraham langs om hem te beloven: over een jaar zal Sara een zoon hebben. Abraham mag merken: God laat mij delen in zijn geheimen. Op een heel bijzondere manier mag Abraham bidden voor Sodom en Gomorra. Het ene na het andere hoogtepunt. En dan, in dat jaar waarin het moet gebeuren, dat Sara zwanger zal worden en een kind zal krijgen, wat valt Abraham dan weer terug in een oude fout. De oude Abram was geen dappere man. Niet echt een moreel hoogstaand iemand. Voor alles was hij bezorgd om zijn eigen hachje. Stel je voor dat er iets zou gebeuren wat hem in gevaar zou brengen. Zijn eigen hachje was belangrijker dan Sara’s eer. Zo was hij al een keer in Egypte haar bijna kwijtgeraakt. ´Saraï, je bent een bloedmooie vrouw. Zeg maar dat je mijn zus bent. Dan zullen ze mij in elk geval niet doden.´ En toen was Abram zijn vrouw opeens kwijt – ze zat in de harem van de Farao. Gelukkig had God ingegrepen en was het allemaal goed gekomen. En nu, in het jaar dat Sara in verwachting moet raken – Abraham doet het weer net zo. En weer werkt hij zich in de nesten. Nu zit Sara in Gerar in de harem van koning Abimelech. Hoe moet ze nu ooit in verwachting raken, een kind krijgen van Abraham? 2. Tja, Abraham was bang. Hoe zouden de mensen in Gerar zijn? Achteraf zegt hij tegen Abimelech (vers 11): ‘Ik dacht: Misschien heeft men in deze streken geen ontzag voor God en zullen ze me doden om mijn vrouw.’ Hij was bang dat de mensen er van God los waren, dat ze zich van God noch gebod iets aan zouden trekken. Hij was bang in een soort Sodom en Gomorra te belanden. Dus maakt hij zich los van Sara – ‘zeg maar niet dat je mijn vrouw bent. Stel je voor dat ze mij doden.’ Maar wat gebeurt er met Sara? Daar heeft Abraham het niet over. Wat gebeurt er met Gods plan – ze zullen toch samen een kind krijgen? Daar denkt Abraham niet over na. Hoe ging het de vorige keer mis? Dat is Abraham vergeten, hij heeft er niet van geleerd. Er is maar één ding dat telt – misschien zullen ze mij doden.
Wat schat hij de situatie nu verkeerd in. Hij denkt: de mensen hier zullen wel geen ontzag voor God hebben. Kijk dan eens wat het centrum van het hoofdstuk is, tussen de droom van Abimelech en het gesprek tussen Abimelech en Abraham in. Dat is vers 8: De volgende morgen riep Abimelech in alle vroegte zijn dienaren bij zich en vertelde hun wat er was gebeurd; de schrik sloeg hun om het hart. Als er bij de mensen in Gerar iets juist wel is, is het ontzag voor God. En Gods gebod? Kijk hoe Abimelech optreedt – oprecht, nobel, vrijgevig, gastvrij – als een rechtvaardige zou je zeggen. De vorige keer dat Abraham in Egypte oneerlijk was geweest over Sarai en ook gezegd had: ze is mijn zus, was Farao kwaad geweest. Hij had hem direct het land uit gegooid. Abimelech reageert zo anders. Hij blijft beleefd. Hij overlaadt Abraham met kado’s. Abraham mag overal in het land wonen, waar hij maar wil. Abraham was veel te bang voor mensen. Denk aan Spreuken 29,25: Angst voor mensen is een valstrik, wie op de HEER vertrouwt, wordt beschermd. Maar wat vind ik het herkenbaar. Als je bang wordt, wat kun je dan snel veel te negatief naar mensen om je heen kijken. Mensen als een bedreiging zien, terwijl ze dat helemaal niet zijn. Gaan voor je eigen hachje, en wat er met de anderen gebeurt? Daar denk je niet eens over na. Niet eerlijk zijn, niet het achterste van je tong laten zien – stel je voor dat je problemen krijgt. 3. Angst voor mensen – het betekent altijd direct dat je God vergeet. In Spreuken 29 staat het niet voor niets tegenover elkaar: angst voor mensen – of op de HEER vertrouwen. Abraham had genoeg reden om op God te vertrouwen. De vorige keer toen Abram zijn vrouw Saraï bijna kwijt was, dat was in Genesis 12, helemaal aan het begin van zijn leven met God. Maar had Abraham inmiddels God niet beter leren kennen? Wat had hij samen met God niet allemaal meegemaakt? Hij had gevochten met Kanaänitische koningen, lees Genesis 14. En met Gods hulp had hij gewonnen. God had hem gezegd (Genesis 15,1): ‘Wees niet bang, Abram: ikzelf zal jou als een schild beschermen. Je loon zal vorstelijk zijn’ God had hem gezegd dat Hij niet verder wilde met Ismaël, de zoon van Hagar. Abrahams eigen vrouw Sara zou een kind krijgen. Binnen een jaar. Wat zou er dan kunnen gebeuren met hem en Sara? Wat zouden ze hem in Gerar kunnen doen? Genoeg met God meegemaakt, genoeg gehoord, zodat Abraham wel moest weten: er kan mij in Gerar nu niks gebeuren. Maar Abraham is het allemaal vergeten. Hij valt terug in een oude fout – terwijl hij kan weten: dan werk ik mezelf alleen maar in de nesten.
Stomme Abraham? Ach – wie Abraham veroordeelt, veroordeelt die niet ook zichzelf? Hoe vaak vergeet jij, vergeet ik wat God gezegd heeft? Wat zegt Paulus niet allemaal, bijv in Kolossenzen 3. U bent met Christus gestorven en opgestaan. U hebt de oude mens met zijn manier van leven uitgetrokken. U hebt de nieuwe mens aangedaan. God heeft jullie gekozen. God houdt van jullie. Leef dan als nieuwe mensen. Hoe vaak gebeurt het niet dat je het vergeet? En dat je jezelf hoort schelden, dat je driftig wordt, dat je hebberig bent, dat je hart vol is van twijfel of cynisme? Dat je weer terugvalt in je oude fout? En later denkt: ik durf eigenlijk niet te bidden. De HEER ziet me weer komen… Weer vergeving vragen voor hetzelfde… Kleingeloof. Vergeten wat God gezegd heeft. Leven alsof God ons niet zoveel belooft. Terugvallen in oude patronen. Bang, laf, egoïstisch, trots… Ik vind het zo herkenbaar wat er met Abraham gebeurt. Angst voor mensen. Kleingeloof. Hoe is dat bij jou? En voor je het weet loop je God gigantisch in de weg. Hoe moet Gods belofte nu werkelijkheid worden? Abraham kan geen kind van Sara krijgen – want Sara is weg. Als jij de zonde weer teveel ruimte hebt gegeven, hoe kun jij dan leven als nieuwe mens? 4. Wat zou God nu doen? Zou God nu zeggen: Abraham, ik heb je iets beloofd. Als jij niet meewerkt, als jij het mij onmogelijk maakt, dan zoek je het zelf maar uit. Zou Hij boos worden – Abraham, jij dacht dat ze in Gerar geen ontzag voor mij hebben. Volgens mij heb jij zelf geen ontzag voor mij! Je was rechtvaardig door je geloof – door je ongeloof ben je nu onrechtvaardig. Ik wil niks meer met je te maken hebben.
Zou God met de handen in het haar zitten – nu kan ik er niet voor zorgen dat Sara zwanger wordt van Abraham? Straks is ze zwanger en weten we niet wiens kind het is – van Abimelech of van Abraham! Wat zou jij verwachten? Wat denk jij als jij zelf God in de weg loopt. Als je terugvalt en weer eens onderuit gaat? Als je niet staat in je geloof, maar bang en kleingelovig bent? Moet je eens kijken wat God doet. Hij staat niet werkeloos toe te kijken. Hij houdt de regie en Hij grijpt in. Abimelech wordt ziek. Zijn vrouwen en bijvrouwen worden ziek. Zo ziek dat Abimelech niet met Sara kan slapen. Sara zal niet zwanger raken van de koning van Gerar. En Abimelech, de koning, krijgt een droom. Denk je dat God alleen gelovige mensen aan kan spreken? Ieder mens, of die nu bij Gods volk hoort of niet, kan door God aangesproken worden – in een droom, of op een andere manier. Zo gebeurt het tot op de dag van vandaag – tegenwoordig vaak in landen in Arabische wereld, als Moslims Jezus in een droom zien. Hier is het Abimelech die door God ter verantwoording geroepen wordt. ‘Abimelech, je bent ten dode opgeschreven. Je hebt die vrouw naar je paleis gehaald – ze is getrouwd. Geef Sara terug aan Abraham!’ Weet je nog wat God tegen Abraham had gezegd (Genesis 15,1): Wees niet bang, Abram: ikzelf zal jou als een schild beschermen. Hij doet het – Abraham beschermen als een schild. Hij laat zich gelden. En de mensen in Gerar vrezen Hem. De schrik sloeg hun om het hart. Wat een machtige God hebben wij! Een God om diep ontzag voor te hebben. Hij is er. Hij is groot en machtig. Bang voor mensen? Wie op de HEER vertrouwt, wordt beschermd. En bij Abraham zie je: ook wie te weinig op de HEER vertrouwt, wordt beschermd. Of denk je nu: dat was toen. Bij Abraham. Bij mij zal dat vast niet zo gaan. Waarom zou God mij zo helpen? 5. Waarom zou God Abraham wel helpen en jou niet? Moet je eens kijken wat God tegen Abimelech zegt over Abraham, in vers 7.
Maar geef haar nu terug aan haar man, want hij is een profeet en kan voor je bidden, en dan zul je in leven blijven. God zegt niet: ‘Ja, die Abraham, het is een lafaard en een leugenaar, maar hij hoort nu eenmaal bij mij.’ God zegt ook niet: ‘Je blijft van de vrouw van Abraham af, want als je aan Abraham komt, kom je aan mij.’ God is tegen Abimelech alleen positief over Abraham. Abraham blijft een profeet en een rechtvaardige bidder. Als Abraham voor jou bidt, dan zal het goed komen. Dat is wonderlijk! Ondanks zijn terugval in zonde, ondanks zijn zwakte, zijn angst, zijn kleingeloof, blijft Abraham een profeet van God. Is het gebed van Abraham de weg naar Abimelechs genezing. Zou dat bij ons anders zijn? Als wij in de grote nakomeling van Abraham, Jezus Christus, de zegen van Abraham krijgen? Natuurlijk, God ziet onze zonde. Hij weet ervan. Hij ziet ook hoe we ons in de nesten kunnen werken soms, door angst, door kleingeloof. Maar, bij ons gaat het net zo als bij Abraham. Want als wij tot geloof gekomen zijn, dan zijn we in Christus. Dan houdt God ons vast. Dan zorgt God er voor dat we in Christus zijn en in Christus blijven. En in Christus is het ja en amen. Kijk in 2 Korinte 1,19-20. Jezus Christus belichaamt Gods ‘ja’. In hem worden al Gods beloften ingelost. In Hem zeggen we ook amen tot Gods eer. Wat zijn wij gelukkig, met zo’n God! Wat ben jij gelukkig, als je in Jezus Christus gelooft! En dus, als jij weer terugvalt in je zonde. Als jij weer diezelfde domme fout maakt. Als jij denkt: nu durf ik niet meer naar God terug te gaan. Dan kun je denken: ik stop maar met bidden. En zomaar gaan er een paar dagen voorbij, dat je niet meer bidt. Nee: wees niet wanhopig. Denk niet: Nu heeft God er wel eens genoeg van. Maar bidt. En vertrouw erop dat jij in Christus bent en dat jij net als Abraham in Christus een profeet blijft. En dat jij mag bidden in Jezus’ naam. Want Jezus zelf is er. Hij is de grote profeet. De grote voorbidder. Hij bidt voor ons – zoals Abraham bad voor Abimelech. En je zult genezen worden van je zonde, zoals Abimelech genezen werd van zijn ziekte. 6. Wordt Abraham niet enorm door God beschaamd? Abraham was bang dat ze in Gerar geen ontzag voor God zouden hebben. Hij vergat Gods belofte. Hij dacht alleen maar aan zijn eigen hachje.
Wat laat God hem zien hoe goed en betrouwbaar Hij is. Die bange Abraham, hij ontmoet eigenlijk alleen maar zegen. Abimelech is boos, maar hij blijft redelijk. Hij scheldt Abraham niet de huid vol. Hij zegt niet tegen Abraham: Je kunt mooi praten, maar ik vind je verdediging zwak. Slappe praatjes! Het is dat ik je nodig heb – bid voor me. En dan: weg uit mijn land! Abimelech is uiteindelijk juist enorm vriendelijk en gul. Kado’s stapelen zich op. Dieren, slaven, slavinnen. En een megabedrag aan zilveren sjekels. Weet je wat een normale bruidschat is? 50 sjekel. 1000 sjekel, dat zijn 20 bruidschatten. 20 bruidschatten. Dat geeft Abimelech om Sara eerherstel te geven. Het lijkt wel of Abraham beloond wordt voor zijn oneerlijkheid. Wat wil God hem daarmee duidelijk maken? Hij wil laten zien: zie je wel, Abraham, dat je op mij kunt vertrouwen? Ik heb je een kind en een groot nageslacht en een land beloofd. Dat krijg je – en nog veel meer. Je loon is vorstelijk – zie je dat? Leer het van mij – ik ben echt betrouwbaar. Ik doe wat ik zeg. En meer dan dat. Het lijkt wel op wat Paulus schrijft in Romeinen 8,32: Zal hij, die zijn eigen Zoon niet heeft gespaard, maar hem omwille van ons allen heeft prijsgegeven, ons met hem niet alles schenken? Dat geldt voor iedereen die bij Abraham hoort, iedereen die net als hij gelooft – dus iedereen die in Jezus gelooft en één is met Hem. Hoor jij daar bij? Als dat zo is: Alles zal God ons schenken. Omdat Hij het heeft beloofd. Laat je bemoedigen door deze God! Abraham valt terug in zijn fouten. Hij werkt zich in de nesten. Het lijkt of Sara toch geen kind van hem zal krijgen. Maar God is er. Kleingeloof, angst? God laat Abraham niet los. Zo is het ook bij ons: in Christus worden Gods beloften vervuld. Dan is het ja en amen. Als wij blijven geloven, in Christus zijn, Christus de profeet die voor ons bidt, dan zul je het merken: God houdt je vast! Niets op aarde, ook mijn angst en kleingeloof niet, kunnen mij scheiden van de liefde van God in Jezus Christus. Geloof en wees niet bang. Angst voor mensen is een valstrik, Maar wie in Christus gelooft, die zal merken: in Christus is het ja en amen!
Genesis 18,16-33 - Rechtvaardige bidders: tot een zegen voor de volken Abraham II (1)
Liturgie Voorzang: Ps 75,1.2.4 Stil gebed Votum / groet Zingen: Gez 121,1.3.4.8 Gebed Schriftlezing: Genesis 18,16-33 Zingen: Ps 33,1.2 Preek over Genesis 18,16-33 Zingen: Opw 334 = EL 382 Wet Zingen Ps 25,2.4.7 Gebed Collecte Zingen LB 285,2.3.4 Zegen Opmerkingen: - Bij deze preek is een powerpointpresentatie beschikbaar; - Ik vind het prettig om het even van te voren te horen wanneer deze preek ergens in een kerkdienst gelezen wordt. In mijn mailbox past altijd nog wel een mailtje:
[email protected]
Preek over Genesis 18,16-33 – Rechtvaardige bidders: tot een zegen voor de volken 1. Nederland is vol van het WK voetbal – en als je er van houdt, kun je er heerlijk van genieten. Een spannende wedstrijd Nederland Brazilië vrijdag – gaan ze het winnen of worden ze uitgeschakeld? 21! Maar ondertussen is er meer aan de hand in de wereld en in ons land. Er moet een kabinet komen, en de formatie loopt stroef. De Nederlandse Bank heeft duidelijk fouten gemaakt bij de affaire met de DSB-bank. De economische crisis is nog niet voorbij. En daaronder: hoe gaat het geestelijk met ons land, met Franeker? Als mensen afstand hebben genomen van de kerk, wat komt daarvoor in de plaats? Nederland is geen christelijk land meer, maar wat wel? Nu gaat het mij niet om die vragen op zich. Het gaat mij er vooral om hoe wij daar zelf mee omgaan.
Hoe stel jij je op in een land dat niet meer christelijk is? Maak je je zorgen? Vind je het wel best? In de gebedskalender staat elke week een gebedspunt voor ‘wereld’ en een voor ‘Franeker’. Hoe vaak bid jij voor Franeker, voor ons land, voor de koningin, voor de regering, parlementsleden en de ambtenaren in Den Haag? We hebben vanmorgen gelezen over Abraham. Abraham hoort dat God Sodom en Gomorra wil vernietigen. En wat doet hij dan? Dan gaat hij bidden. God heeft een verbond met Abraham gesloten. Hij heeft gezegd: Abraham, in jou zullen alle volken op aarde gezegend worden. Dan volg ik dus in vers 18 niet de NBV, maar de voetnoot die alleen bij 12,3 staat, maar die net zo goed hier geldt. In jou, Abraham, zullen alle volken op aarde gezegend worden. Dat Abraham tot een zegen is voor de volken, dat zie je meteen gebeuren: hij gaat bidden voor Sodom en Gomorra. [dia 1] En dat heeft ons iets te zeggen. Die zegen van Abraham wordt werkelijkheid in Christus, de nakomeling van Abraham bij uitstek. En wat doet Jezus Christus in de hemel? Bidden voor ons. [klik] Via Jezus Christus worden wij gezegend, krijgen wij de zegen van Abraham. Maar tegelijk: in Jezus Christus mogen wij ook weer tot een zegen zijn voor de mensen om ons heen. Abraham bidt voor Sodom en Gomorra Jezus bidt in de hemel, daar zit Hij aan Gods rechterhand, naast de Vader En wij mogen bidden! [klik] Als het in deze preek gaat over rechtvaardige bidders dan gaat het dus èn over Abraham èn over Jezus Christus èn over ons. 2. Hoe word je een rechtvaardige bidder? Abraham werd het doordat God hem had geroepen. God koos Abraham uit om met hem een verbond te sluiten en in hem alle volken van de aarde te zegenen. En Abraham geloofde God. En dat geloof werd hem gerekend tot gerechtigheid, zegt de Bijbel. Gods keus, Gods belofte, Gods verbond, Abrahams geloof – dat allemaal samen maakt van Abraham een rechtvaardige. Maar daarmee is niet alles gezegd. Wat is een rechtvaardige? Kijk in Micha 6,8. [dia 2] De rechtvaardige is iemand die weet wat goed is en wat de HEER wil: niets anders dan recht te doen, trouw te betrachten en nederig de weg te gaan van je God. En dat moet je ook leren. Kijk maar in vers 19: [dia 3] Want ik heb hem uitgekozen, hij moet zijn zonen en zijn verdere nakomelingen voorhouden de weg
te volgen die ik wijs, door rechtvaardig en goed te handelen. Alleen dan zal ik verwezenlijken wat ik Abraham heb toegezegd. Rechtvaardige bidders, die worden gevormd, door God en door mensen. Als eerste door hun ouders. Hoe is dat bij ons? Natuurlijk, als wij rechtvaardige bidders willen zijn, dan kunnen we niet om het geloof heen, het geloof in Jezus Christus, de rechtvaardige bij uitstek. Als wij één zijn met Hem door de Geest, door geloof, zijn we rechtvaardig. Dan mogen we bidden in zijn naam. Tegelijk, vaders en moeders, jullie hebben daarin een heel belangrijke taak. [dia 4]Leer je kinderen de weg volgen die God wijst. Jezus zelf is de weg die God wijst, eenheid met Jezus maakt ons rechtvaardige mensen die bidden. Alleen langs die weg ben je tot een zegen voor de mensen om je heen – alleen langs die weg wordt de belofte van God werkelijkheid. Als ik me even tot het gebed beperk: Jullie mogen je kinderen opvoeden tot rechtvaardige bidders. Er zijn in onze gemeente best wel wat mensen die eigenlijk niet hardop durven te bidden. Dat is geen verwijt, maar een constatering. Help elkaar om daarin te groeien. Als je het zelf niet durft, ook al ben je belijdend lid: niemand is te oud om te leren. Ik kan nu geen cursus bidden geven. Maar leer het je kinderen, als je die hebt. Hoe ben jij er thuis mee bezig om je kinderen te leren bidden? Of als jeugdleider, opa, oma? Wat laat je in huis aan elkaar zien? Alleen een stil gebed voor het eten? Een standaardgebed? Of geef je invulling aan je voorrecht om een bidder te mogen zijn? 3. Hoe doe je dat dan – een rechtvaardige bidder zijn? Wat moet je elkaar dan leren? Laten we daarvoor kijken naar Abraham in Genesis 18. Het begint niet bij onze opvoeding. Het begint natuurlijk gewoon met hoe God met Abraham om gaat. God denkt: Waarom zou ik voor Abraham geheimhouden wat ik van plan ben? En hij laat Abraham delen in zijn geheimen. Abraham krijgt het voorrecht van een profeet. In Amos 3,7 staat [dia 5] Zo doet God, de HEER, niets zonder dat hij zijn plan heeft onthuld aan zijn dienaren, de profeten. Hij vertelt over zijn plannen, maar laat ook merken: ik weet nog niet hoe het afloopt. Want God zegt tegen Abraham (vers 20-21): [dia 6] Er zijn ernstige beschuldigingen geuit tegen Sodom en Gomorra, hun zonden zijn ongehoord groot. Ik zal ernaartoe gaan om te zien of de klachten die ik over hen heb gehoord gegrond zijn en zij verwoesting over zich hebben afgeroepen. Dat wil ik weten. En daarin zit een uitnodiging voor Abraham – bid voor Sodom en Gomorra. Vergis je trouwens niet. Wij zijn net zo bevoorrecht als Abraham, zegt Petrus. Dan schrijft hij over het goede nieuws van Jezus Christus, 1 Petrus 1,12: [dia 7]
… nu is deze boodschap u verkondigd door hen die u het evangelie hebben gebracht, gedreven door de heilige Geest die vanuit de hemel werd gezonden. Het zijn geheimen waarin zelfs engelen graag zouden doordringen. God komt naar mensen toe, liefdevol, en Hij behandeld hen als vertrouwelingen, als vrienden. We mogen zijn geheimen kennen! Het geheime plan: Jezus Christus. Rechter – maar eerst redder. [dia 8] En het goede nieuws over Jezus Christus is een uitnodiging voor ons: Hij is rechter, maar eerst redder. Wie weet hoeveel mensen door ons gebed nog gered kunnen worden! Hoe doe je dat, een rechtvaardige bidder worden? Eigenlijk begint het heel dus eenvoudig. De Here Jezus zoeken – de rechtvaardige bidder. Hij zit naast God – Vader en Zoon wisselen alles uit. In Jezus geloven. Eén met Hem zijn. En dan merken: God laat ook mij zijn geheimen weten. De Bijbel lezen omdat je daarin Gods plannen leert kennen. Ontdekken: God wil graag dat ik bid voor anderen. Daarvoor maakt het niet uit of je een diploma hebt of niet, en wat voor diploma. Ik ben dan dominee en theoloog, maar daarmee ben ik nog niet een goede bidder! De beste bidder is gewoon een eenvoudige gelovige – ootmoedig, nederig, zonder kapsones, met hart voor mensen. 4. En dan zie je dat Abraham God heeft leren kennen. Zoals Van Marwijk in zijn team gelooft, zo gelooft Abraham in God. God is eerlijk en rechtvaardig. God is goed. Hij is rechter over de hele aarde – en Hij kan zijn taak ook aan. Het loopt God niet uit de hand. God zal geen onschuldige mensen de dood in jagen. Hij doorziet elke Schwalbe, Hij ziet geen overtredingen over het hoofd.En God is erop aanspreekbaar. Je kunt naar Hem toegaan en zeggen: God, u bent toch wel eerlijk? [dia 9] Abraham is er diep van overtuigd: God is rechter van de hele aarde en Hij is goed en eerlijk. Vertrouw jij daar ook op – dat God goed is? Dat als God iets doet, dat het dan eerlijk is, liefdevol, recht door zee? Zeg daar niet te gauw ja op. Wantrouwen richting God is er zo maar. Of onverschilligheid – ze doen maar wat daar boven. Geloof jij dat: als God iets doet, dan klopt het? Let op, hoe het hier opnieuw duidelijk wordt. De protesten tegen wat ze in Sodom en Gomorra doen, God heeft het gehoord. En Hij stelt een serieus onderzoek in naar die ernstige beschuldigingen. Niet dat Hij meteen zijn conclusie trekt. Zoals bij Joran van der Sloot: die is al veroordeeld – toch? De publieke opinie heeft z’n conclusie al getrokken: Joran van der Sloot is een monster. Doen wij dat in het klein zoveel anders? Stel je voor. Iemand in je klas spijbelt regelmatig. Hij blowt wel eens. Vanmorgen was hij weer een
paar uur afwezig. Je ziet hem lopen, met rode ogen. ‘Zeker weer geblowd?’ Dan zie je dat hij gehuild heeft. Wat blijkt? Zijn vriendin heeft een ongeluk gehad en ligt in het ziekenhuis. God is niet iemand die te snel oordeelt. God wil zeker weten of de klachten gegrond zijn of niet. En God is het helemaal eens met Abraham: je mag goddelozen en rechtvaardigen niet over één kam scheren. Klopt dat? En Jezus dan? Heeft God hem niet als onschuldige de dood in gestuurd? Gaat het niet veel vaker mis? Maar wacht even: je ziet bij Jezus dat als een werkelijk onschuldige sterft, Hij niet dood kan blijven. God maakt Hem weer levend. En: Jezus is niet iemand anders dan God. Jezus is God die voor ons de heetste kastanjes uit het vuur haalt – Hij gaat de dood in om ons bij de dood weg te halen. Ook daar, bij Jezus de rechtvaardige zie je: God is werkelijk een eerlijke rechter. Zo zal God uiteindelijk over iedereen oordelen. 5. Is het jullie trouwens opgevallen dat Abraham een naam helemaal niet noemt? De naam van Lot? Hij bidt niet voor Lot, zijn neef. Hij bidt iets anders. Als er in de steden nu 50 rechtvaardige mensen zijn, kunt u dan de stad geen vergeving schenken? Omwille van die 50 rechtvaardige inwoners? Hij gaat niet voor zijn familie alleen. Hij bidt voor de hele bevolking. Hij neemt het op voor iedereen in Sodom en Gomorra. Dat Abraham tot een zegen zal zijn voor de volken van de aarde, dat zie je meteen gebeuren. En je ziet ook hoe het in de grote nakomeling van Abraham zal zijn. Want Jezus Christus is nu in de hemel. Daar zit Hij en daar bidt Hij voor ons. Niet voor vrome, rechtvaardige, volmaakte mensen die natuurlijk op Gods gunst kunnen rekenen. Maar voor mensen die van zichzelf zondig en goddeloos zijn. Slechte mensen, die juist de vernietiging van hun leven verdienen. Wat een bewogenheid! [dia 10] Abraham is bewogen met het lot van de mensen in Sodom en Gomorra. Net zo is Jezus bewogen met deze wereld. Ben jij iemand die veel bidt voor anderen? Ik heb eens een verhaal gehoord van iemand die bad voor allemaal mensen, of ze tot bekering mochten komen. Hij had een hele lijst. Bij zijn dood waren al die mensen tot bekering gekomen. Als ik zoiets hoor denk ik altijd weer: ik ben niet zo’n grote bidder. En jij? Kan het jou wat schelen of mensen zonder Jezus verloren gaan? Als mensen getroffen worden door het oordeel van God? Laat je dat koud, of bid je voor hen? Weet je wat het geheim is achter dat gebed? Dat is precies die bewogenheid met deze wereld. Bewogenheid met mensen die Gods gunst verspeeld hebben. [klik]
Hoe meer je die bewogenheid hebt, hart voor mensen, hoe meer je een rechtvaardige bidder bent. Wat kun je dan tot een zegen zijn voor de mensen om je heen! Ik wil daarin groeien – jij misschien ook wel. Wat is het dan mooi dat Jezus er is. Hij is niet alleen een voorbeeld – iemand die laat zien hoe het kan. Hij bidt ook voor ons. En zijn Geest woont in ons, als we in Hem geloven. Vraag dat Hij voor jou bidt. Vraag zijn Geest jou te vullen met bewogenheid. Dan – omdat Christus zelf in je woont – ga je steeds meer op Hem lijken: een rechtvaardige bidder. Een bewogen bidder. 6. Abraham bidt: als er 50 rechtvaardigen zijn, zult u dan niet de hele stad vergeving schenken? [dia 11] En als er vijf ontbreken? Als het er maar 40 zijn? Als het er maar dertig zijn? Twintig? Tien? En steeds is het antwoord van de HEER: de aanwezigheid van die rechtvaardigen is voldoende reden om het niet te doen. Alleen dat ze er zijn is genoeg! Maar ze zijn er niet. Er waren er zelfs geen 10. [klik] Wie de Bijbel verder leest, weet: er zijn op aarde geen rechtvaardigen die kunnen voorkomen dat Gods oordeel de aarde treft. Uiteindelijk is er maar één rechtvaardige. En die hebben we gedood. De man Jezus uit Nazareth. [klik] God heeft geen reden om ons vergeving te schenken. En toch wel! Want die ene rechtvaardige wilde juist sterven voor al die goddeloze mensen. Hij wilde de dood ondergaan van Sodom en Gomorra. En omdat hij wel als enige rechtvaardig is, heeft God hem levend gemaakt. Hij kon niet dood blijven. En Hij is nu in de hemel, naast God – Jezus bidt daar voor ons. [klik]
Daarom hoeft het ons niet te vergaan als Sodom en Gomorra! Wij kunnen vergeving krijgen omwillen van die ene onschuldige, die ene rechtvaardige bidder. Omdat Hij er is, worden wij niet veroordeeld. Geloof in Hem! Maar dan gaat het ook verder: als Jezus in ons woont, dan worden wij ook rechtvaardige bidders. En dan komen we terug bij het begin. Heeft Nederland toekomst? Wat voor beschuldigingen dringen er in de hemel door over Nederland? Aan welke moorden en mensenrechtenschendingen zijn wij Nederlanders medeplichtig, om onze welvaart, onze kleren, onze energie bij elkaar te krijgen? Wat zeggen ze bij Gods rechtbank over de 30.000 abortussen die jaarlijks in Nederland gepleegd worden? Over seksuele immoraliteit? Ouders die de zorg voor hun kinderen grotendeels overlaten aan anderen en gaan voor hun eigen carrière? Mensen die afgoden dienen? Roept ook Nederland een oordeel over zich af? Wat betekent het dan voor Franeker en de dorpen er om heen als hier een gemeenschap is van meer dan 200 rechtvaardige bidders? Dat betekent uitstel van oordeel. Ruimte voor bekering. Jezus zegt: jullie zijn het zout van de aarde. Dat zijn we, dat blijven we door rechtvaardige bidders te zijn. Rechtvaardige bidders omdat we één zijn met Jezus Christus. [klik] Hij is ons gegeven als onze rechtvaardigheid. In zijn naam mogen we bidden. Zijn Geest wil bewogenheid in ons hart leggen. Bid dat je dat mag zijn: een rechtvaardige bidder. En bid dan met een bewogen hart. Als wij rechtvaardige bidders zijn, dan zijn wij tot een zegen voor Franeker en omgeving.
Genesis 28,10-22 - God is dichtbij alleen in Jezus Christus Derde zondag van de adventstijd
Liturgie Voorzang LB 125,1.3.5
Aansteken derde adventskaars Stil gebed Votum / groet Zingen: Ps 99,1.4 Wet Zingen: Ps 18,1.8 Gebed Schriftlezing: Genesis 28,10-22 Preek Zingen: LB 456 KINDEREN projectlied: Refrein – vers 3 – refrein Gebed Collecte Lezen avondmaalsformulier II Gebed Zingen: LB 126,1.3 Viering Zingen: LB 358,1.6 Dankgebed Zingen Gez 162,1.4 Zegen Opmerking: ik hoor het graag van te voren wanneer deze preek ergens gelezen wordt. Mijn mailbox is geduldig:
[email protected]
Preek over Genesis 28,10-22 – God is dichtbij alleen in Jezus Christus Gemeente van Jezus Christus, gasten, broers en zussen, 1. Hoe zou Jacob zich gevoeld hebben? Natuurlijk, hij had nog nooit gehoord van self-infloating matjes, van lichtgewicht tentjes, van mummieslaapzakken met capuchon die tot -10 warm zijn. Hij was een ruwer leven gewend dan wij. Maar een tent, een soort matras, dekens om onder te slapen… dat was ook voor Jacob normaal. Buiten slapen, met een harde koude steen als hoofdkussen… En een slecht geweten, denk je niet? Hij had zijn broer al eens op een slinkse manier zijn eerstgeboorterecht afgetroggeld. Jacob had eens tegen Esau gezegd toen Esau ontzettende honger had: Jij mag mijn linzensoep hebben, als ik vanaf nu de oudste mag zijn die de grootste erfenis krijgt. Net zo oneerlijk had hij nu Esau zijn zegen afgepakt. Jacob was niet recht door zee. Achterbaks. Geen wonder dat zijn broer laaiend was. Nu was Jacob op de vlucht, met een slecht geweten.
Niet echt een moment dat je rekent op een ontmoeting met God. Eerder denk je dan: Nu kan ik God beter niet onder ogen te komen. Zo hoor je wel eens van mensen die hun geloof hebben verwaarloosd: Ik wil de draad wel weer oppakken, maar eerst wil ik dit weer op de rails hebben, en moet ik daar verder mee gekomen zijn, en dan ga ik ook weer bidden, Bijbellezen, naar de kerk. Dan denk ik: bedoel je nu: ik wil eerst zelf mijn leven weer wat op orde brengen, dan durf ik God ook weer onder ogen te komen? Maar God ziet het toch als ons leven niet op orde is? En hij weet ook dat het ons zelf niet lukt om dat echt te veranderen. Hij kan het wel. Hij wil het ook doen. Daarom: wacht niet tot jij zelf het allemaal weer voor elkaar hebt. Om pas dan weer God te zoeken. Kijk wat hier bij Jacob gebeurt. Misschien durfde hij wel niet te bidden voor hij ging slapen. Hij had een zooi van zijn leven gemaakt. En dan krijgt hij een geweldige droom. Hij ligt daar eenzaam in de kou op een keihard bed. Maar Gods boodschap is hartverwarmend. Jacob is niet alleen. De God van zijn opa en de God van zijn vader bemoedigt Hem. Ik ga met je mee. Die God belooft nu aan Jacob wat Hij eerder aan opa Abraham beloofd had. Dit land is straks voor jou. En via jou zullen alle volken van de aarde gezegend worden.
2. Jacob is diep onder de indruk. Als hij wakker wordt zegt hij: ‘Op deze plaats is de HEER aanwezig. Dat besefte ik niet.’ Hij is vol eerbied. Ontzagwekkend is het, dit is het huis van God, de poort van de hemel! Daarom noemt hij die plaats Betel, ‘huis van God’. Het kan bij ons net zo gaan als bij Jacob. We leven, misschien maken we er wel een zooi van op z’n tijd, en we zitten ook nog in de kerk. En je leven is koud, hard, eenzaam. Al zeggen we natuurlijk tegen elkaar dat het best goed gaat. Maar ons jaarthema is niet voor niets ‘levende stenen’. Als wij levende stenen zijn, dan zijn wij stenen in een tempel voor de Heilige Geest. En dan is het hier net als bij Jacob een huis van God, de poort van de hemel. Hier. Besef je dat op deze plaats de HEER aanwezig is? Het is heel makkelijk om het niet te zien. Jacob had ook maar een droom. Niemand anders heeft er iets van gemerkt, alleen Jacob. Maar ook hier is de HEER aanwezig. We hadden pas een kerkenraadsvergadering waar we dat heel duidelijk gemerkt hebben. We zouden het die avond hebben over de laatste themadienst. En iedereen wist van tevoren: dat kan wel eens emotioneel en heftig worden. Maar wat gebeurde er tijdens de opening van de vergadering? We lezen altijd een Bijbelgedeelte en praten daar over door. Toen zei iemand: Wij lazen net aan tafel een of ander stuk – ik weet niet meer wat – en dat vond ik zo
toepasselijk. Dat wil ik met jullie delen. En toen kwam een ander: Dat had ik vandaag net zo. En hij noemde een ander Bijbelgedeelte. En uiteindelijk had bijna iedereen een Bijbelgedeelte genoemd. Ieder had en stuk dat bij hem paste, maar dat voor ons samen toen belangrijk was. Alles bij elkaar werd het een prachtig mozaiek, allemaal stukjes Bijbel die elkaar aanvulden. We waren er allemaal van onder de indruk: de Geest leidde ons om met een goede houding aan onze vergadering te beginnen. Even werd die leiding heel tastbaar. Vergeet het niet mensen: als wij levende stenen zijn, dan wordt hier een tempel gebouwd voor de Geest van God. Dan is het ook hier Bet-el, huis van God. Een voorhof van een open hemel. Besef je het? Zeg het tegen jezelf net als Jacob: ‘Dit is zeker, op deze plaats is de HEER aanwezig.’
3. Vind je dat te makkelijk? Te snel van Genesis 28 naar ons toe gepraat? Moet je eens kijken in het slot van vers 14. Daar staat in onze vertaling: ‘Alle volken op aarde zullen wensen zo gezegend te worden als jij en je nakomelingen’. Er staat hetzelfde als in Genesis 12,3. Alleen staat er daar een voetnoot bij. Je kunt het ook anders vertalen, zoals bijna alle andere vertalingen doen: ‘In jou en in jouw nakomelingen zullen alle volken van de aarde gezegend worden’. Wie is de grote nakomeling van Jacob? Dat is Jezus Christus. In Johannes 1,51 zegt Jezus: ‘Waarachtig, ik verzeker jullie, jullie zullen de hemel geopend zien, en de engelen van God zien omhooggaan en neerdalen op de Mensenzoon.’ Jezus, de grote zoon van Jacob, is tegelijk ook de grote Jacobsladder. Hij brengt hemel en aarde bij elkaar. Door Jezus worden alle volken van de aarde gezegend. Ook wij hier in Franeker. Jacob was niet eerlijk. Hij was achterbaks en werkte met zijn ellebogen. Maar God gaat toch met Hem verder. Wonderlijk. En de zegen voor Jacob werkt door tot vandaag. Tot hier in deze ruimte. Dankzij Jezus Christus – de zoon van Jacob en tegelijk de grote jakobsladder. Daarom is Bet-el niet alleen een plaats in Israël. Waar die steen staat – of gestaan heeft – als herinnering aan Jacobs droom. Betel is ook hier. Jullie zijn Betel. Huis van God. Gebouwd van levende stenen. Besef je het? Op deze plaats is de HEER aanwezig. Zijn tafel staat hier klaar. Hier is de poort van de hemel. Want Jezus is de poort naar de hemel. Dan wil ik jullie wijzen op nog een woord van Jezus, in Matt 7,13-14 Ga door de nauwe poort naar binnen. Want de brede weg, die velen volgen, en de ruime poort, waar velen door naar binnen gaan, leiden naar de ondergang. Nauw is de poort naar het leven, en smal de weg ernaartoe, en slechts weinigen weten die te vinden. Het is zo mooi – hier is Bet-el – jullie zijn huis van God, tempel van de Heilige Geest. Deze tafel is de
poort van de hemel. Maar slechts weinigen hebben het door. Hoe kan dat? Waarom is de poort smal, het deurtje klein? Waarom zijn het maar zo weinig mensen die het deurtje vinden? Omdat Jezus de weg wijst van het kruis, van gehoorzaamheid aan hemzelf, van nederigheid. Dan wordt het wel indringend voor ons allemaal: Besef ik dat hier het huis van God is – omdat ik het deurtje gevonden heb? Omdat ik in Jezus Christus geloof? Omdat ik naar Jezus luister en Hem gehoorzaam? Luisteren èn doen? Daar zit dus ook een andere kant aan. Als jij niet dat kleine deurtje gevonden hebt, als je niet in Jezus Christus gelooft, niet luistert en gewoon je eigen leven leeft, ongehoorzaam aan Jezus, dan is het hier voor jou nog niet het huis van God. Dan kun je hier zitten, zelfs op de ledenlijst van de kerk staan, maar dan ben je geen levende steen. Dan kun je beter geen avondmaal vieren. 4. Het avondmaal is voor iedereen die Jezus Christus gevonden heeft. Niemand hoeft te denken: ik aan de avondmaalstafel? Daar ben ik te slecht voor. Je bent niet pas welkom bij Jezus als je alles op orde hebt en een keurig gereformeerd kerklid geworden bent. God kwam immers naar Jacob toe toen hij er een zooi van gemaakt had. Hij had zijn broer een loer gedraaid. Esau was woest. Hij kon Jacob wel vermoorden. Maar toch kwam God naar Jacob toe. Met een geweldig grote belofte. Het avondmaal is voor iedereen die in Jezus de deur naar God gevonden heeft. Wie gedoopt is, gelooft in Jezus Christus en zijn geloof beleden heeft hier voorin de kerk, is welkom aan tafel. Avondmaal vieren is: Jezus Christus zoeken, de grote nakomeling van Jacob. Hier, via de ware Jakobsladder naar God toe gaan. Hier je voegen bij de levende steen en zelf een levende steen worden. En beseffen met eerbied: Hier is het huis van God. Tegelijk: aan tafel aangaan betekent wel: ik kies niet voor de brede weg die naar de ondergang leidt. Ik kies voor het kleine deurtje. Ik neem voortaan de weg naar het leven. Het betekent net als Jacob een gelofte doen. ‘Als Jezus Christus mij helpt en mij alles geeft wat ik nodig heb, dan zal de HEER mijn God zijn’. Tien procent van alles wat ik heb, krijgt Hij. Ik wil luisteren naar wat Hij zegt en hem gehoorzamen, steeds meer. Dit is mijn verlangen: heel mijn leven voor de HEER, een offer voor Hem. Ik wil Jezus volgen en Hem gehoorzamen – in alles. Dat kan. Want wie avondmaal viert, die mag op God rekenen: God wil ons terzijde staan en ons beschermen. Hier geeft God ons alles wat wij nodig hebben. Voedsel voor onze reis naar Gods koninkrijk. Hier krijg je de zegen van God, in Jezus Christus.
Genesis 1,31 - En God zag dat het zeer goed was Eerste zondag van de Adventstijd
Liturgie Voorzang: Gez 132,1.2.6 Aansteken eerste adventskaars Stil gebed Votum / groet Zingen: Ps 89,1.6 Wet Zingen: Ps 78,1.2 Gebed Lezen: Genesis 1 Zingen: Gez 1,1.6 Preek over Gen 1,31a Zingen Gez 149 Kinderen Zingen: Als God de hemel open doet: refrein 1 refrein (projectlied) Doopsbediening: Zingen: Gez 45,1 Lezen doopformulier III Vragen Gebed Doop Zingen: Opw 602=EL 501 Aanbieden doopkaart Gebed Gebed Collecte Zingen Gez 160 Zegen Opmerking: ik hoor het graag van te voren wanneer deze preek ergens gelezen wordt. Mijn mailbox is geduldig:
[email protected]
Preek over Genesis 1,31 – En God zag dat het zeer goed was 1. Een door God gegeven wonder – dat is hij. Of niet, Eddy en Nanda? Kyan, een kleine nieuwe schepping van God. Jullie vertelden hoe jullie van hem genieten. En hoe dankbaar jullie met hem zijn. Jullie weten dat het rond een bevalling niet allemaal vanzelf hoeft te gaan. Toen Romy geboren
werd, waren jullie blij met haar. Toch, als je zelf niet lekker in je vel zit, dan gaat het niet vanzelf. Nu maken jullie het voor de tweede keer mee: God schept nieuw leven. Jullie liefde wordt gezegend met een tweede kind. En het gaat allemaal goed. Kyan is gezond, Nanda is gezond, Romy is blij met haar broertje. Heerlijk! Je hebt alle ruimte om je te verbazen: wat een wonder. Wat is God goed. Ik vind het mooi om te horen hoe jullie ervan genieten. En hoe jullie God dankbaar zijn. God, de schepper. Dan komt het mooi uit dat we net vanmorgen terugkijken helemaal naar het begin van de wereld. Genesis 1: God heeft alles geschapen. Zoals Kyan een wonder van God is, zo is de hele wereld een wonder van God. Dat doen we in het kader van het project waar de kinderclub vandaag aan begint. Wij doen vanmorgen mee. Het project hoort bij de Adventstijd. Dat zijn de vier weken voor kerst, het feest van Jezus’ geboorte. Het is de tijd van uitkijken naar de komst van Jezus Christus. Toeleven naar kerst, en naar het moment dat Jezus nog een keer komt, om alles nieuw te maken. Daarom staan hier vanmorgen vier Adventskaarsen. De eerste van de vier kaarsen brandt. Vandaag is het immers de eerste zondag van de Adventstijd. Advent is: vooruitkijken. Vanmorgen kijken we eerst helemaal terug naar het begin van de wereld. Is deze wereld er door puur toeval? Puur toevallig dat er een oerknal is geweest? Puur toevallig dat er een planeet is die wij aarde noemen waar het leven zich kan ontwikkelen. Puur toevallig dat in een lang proces van natuurlijke selectie leven zich steeds verder ontwikkeld heeft. Op die ene planeet in een heelal met een miljard planeten ontstaan dieren, die zich ontwikkelen tot mensen. Toevallig ontstaan, tot de zon opbrandt en alles weer verdwijnt. Kun jij dat geloven? Bij mij wil het er niet in. De Bijbel vertelt ons iets anders. Er is een God die liefde is. Een God die zijn liefde graag wil delen met anderen. Een God die graag iets moois maakt. Die God heeft alles geschapen. 2. Genesis 1 vertelt over de schepping. Je hoort God spreken. Er moet licht komen. Er moet midden in het water een gewelf komen dat de watermassa’s van elkaar scheidt. Er moet op aarde jong groen ontkiemen. Het water moet wemelen van levende wezens, vogels en vissen. Zo gaat het steeds. God zegt iets, en zo gebeurt het. En elke keer als het klaar is, neemt God de tijd om te kijken. Je ziet hem wat op afstand staan als een kunstenaar. Wat heb ik gemaakt? Hoe ziet het er uit? Elke keer ziet God dat het goed is. Hij is trots op wat hij gemaakt heeft. Ja, zo is het goed. Hier ben ik blij mee. Kijk je zo wel eens om je heen naar wat God heeft gemaakt? Als er een baby geboren is, en je hebt ‘m in je armen. Je ziet de kleine handjes, alle vingertjes zitten er aan. Haartjes, een fijn gezichtje. Het ademt, het is warm, het is toch een wonder? Ga zo ook eens buiten kijken. Doe je dat wel eens? Kijken naar de sterren – in een donkere, heldere nacht. Als je zo die band van sterren langs de hemel ziet, de melkweg. En de verschillende sterrenbeelden: grote en de kleine beer, orion. Kijk eens naar de lucht. Dan moet ik regelmatig denken aan een kunstenaar die met verf schildert op
een doek. Wolken waar het licht van de zon doorheen speelt. Grijze wolken, witte wolken, blauwe lucht, rode wolken bij zonsondergang. Geweldig mooi! Een slak met een mooi huisje. Een spin in zijn web, met prachtige dauwdruppels erop in de herfst. Een kip die kakelt en eieren legt. Vogels die zingen. Een bos, waar je heerlijk met je voeten door de herfstbladeren kunt lopen. Geniet je er van? Zie je dat het een wonder is? Hoor je het God zeggen: ‘Ja, het is goed’? En zeg het tegen God: Dank u God, dat u het zo mooi gemaakt hebt! Vanuit een open hemel werkt God aan een prachtige aarde. Een huis om in te wonen. Een huis – voor wie? Voor ons – mensen. Qua DNA materiaal mogen we dan dichtbij chimpansees staan – trouwens, als je naar ons DNA kijkt staan we ook dichtbij wormen. Maar als je naar God luistert, dan hoor je dat er iets is waarin mensen uniek zijn. ‘Laten wij mensen maken die ons evenbeeld zijn, die op ons lijken; zij moeten heerschappij voeren over de vissen van de zee en de vogels van de hemel, over het vee, over de hele aarde en over alles wat daarop rondkruipt’. Wij mensen lijken op God. Gemaakt om namens God voor de aarde te zorgen. Wij kunnen praten, denken, kiezen, van elkaar houden. En met ons is God extra blij. Door heel Genesis 1 hoor je steeds weer ‘En God zag dat het goed was.’ Maar als de mens er is, staat er: ‘God keek naar alles wat hij had gemaakt en zag dat het zeer goed was.’ Nu was het zeer goed. Denk je dat eens in: God wil graag dat wij er zijn. Daarom maakt Hij ons. Wij lijken op Hem. Met ons is Hij extra blij. 3. Dus – we houden hier vanmorgen een dankdienst. Fijn dat Kyan geboren is. Een schepsel van God. Hij hoort bij God – hij hoort bij de gemeente. Wat een wonder. Nee; dat is niet het hele verhaal. Het is een wonder dat Kyan er is. Maar vanmorgen gebeurt een nog groter wonder: Kyan wordt gedoopt. Hoezo? Waarom is dat een groter wonder? Ik zal proberen het uit te leggen.
Misschien dacht je zelf net ook wel: Het klinkt mooi wat die dominee zegt, maar zo mooi is het natuurlijk niet. De wereld is een chaos. De natuur is wreed. En mensen zijn hard voor elkaar. Vier een mooi feestje met elkaar vanmorgen, maar kom dan alsjeblieft weer terug uit je roze baby-wolk. Laten we wel wezen: we weten allemaal dat er in deze wereld veel kapot is. Het eerste jaar na een geboorte kan zwaar zijn. Er zijn gebroken gezinnen. Het milieuprobleem is immens en onze wereld oneerlijk. Er zijn conflicten en oorlogen. Zelfs de Bijbel is er vol van. Sterker nog: de Bijbel wijst met een beschuldigende vinger naar ons. Wij mensen. Geschapen door God zelf, om op God te lijken. Om namens God de aarde te besturen. Maar onze grote eerste fout was: tegen God ingaan – nota bene onze schepper. Hebben we er geen zooitje van gemaakt? Er mag hier dan zo mooi staan: De hemel gaat open: het is zeer goed. Zo was het bij de schepping. Maar wij zeiden nee tegen God. En God deed de hemel dicht. Potdicht. Als je dat weet, kun je dan snappen waarom de doop van Kyan een nog groter wonder is dan zijn geboorte? Ja echt, Kyans doop is een nog groter wonder dan zijn geboorte. Wat betekent de doop? Dat God de Vader tegen Kyan zegt: Kyan, ook al hoor jij bij die mensen die bij mij weggelopen zijn, ik laat het daar niet bij zitten. Ik doe de hemel open. Ik beloof je: Jij mag dankzij Jezus Christus opnieuw geboren worden – als mijn kind. En dat Jezus Christus, onze Heer, tegen Kyan zegt: Kyan, jij hoort bij die oude schepping. Maar ik beloof dat je bij mij mag horen. Ik ben gestorven en opgestaan. Ik ben het begin van een nieuwe schepping. Jij mag bij die nieuwe schepping horen. En de Heilige Geest zegt tegen Kyan: dat wat God de Vader en wat Jezus Christus tegen jou zeggen, ik beloof dat ik dat in jouw leven waar wil maken. Ik wil in je komen wonen. Ik wil jou van binnen uit nieuw maken. Je zult later wel merken hoe hard je dat nodig hebt. Dat is pas een wonder! De hemel was dicht. Maar die hemel is weer open gegaan. Er was een oude schepping – die was goed. Nu komt er een vernieuwde schepping. Die is pas echt goed. Geboren worden is een wonder. Gedoopt worden is een nog groter wonder. Dat mogen jullie vanmorgen vieren, Eddy en Nanda. Wij vieren het graag met jullie mee. 4. En nu? De dominee heeft verteld hoe het zit, en dan kunnen we weer verder? Ik zou zeggen: nu is de vraag: hoe ga je verder?
Hoe kijk je naar jezelf? Wat denk je als je voor de spiegel staat? Zie je dan een pukkel, een haartje wat er niet hoort te zitten, een te mager lijf, een dikke buik? Sporen van zwangerschap? Kijk eens naar je hand. Beweeg je vingers eens. Misschien heb je wel een wondje op je hand. Kijk eens hoe het aan het genezen is. Prachtig gemaakt! Leer Kyan zo in de spiegel te kijken! Jij bent een schepsel van God! God wilde dat jij er zou zijn! Hij maakt geen fouten. Maar kijk zo ook naar elkaar. Wat je ook kunt zeggen over mensen na de zondeval. De Bijbel blijft duidelijk: je mag elkaar niet doden, want alle mensen zijn naar Gods beeld geschapen. Kijk maar in Genesis 9,6. Jezus wijst er bovendien op waar het God daarin ten diepste om gaat. ‘Nietsnut’, ‘Dwaas’ tegen een ander zeggen? Iemand de huid vol schelden? Je zult erdoor in het hellevuur belanden – zegt Jezus. Kijk maar in Matteüs 5,22. Als ik een schepsel van God ben, en jij bent een schepsel van God, dan heeft dat gevolgen. Hoe kijk je naar elkaar? Hoe benader je elkaar? Bedenk het als je ruzie hebt of een hekel aan iemand hebt. Als opvoeden lastig is, als ouders en kinderen met elkaar botsen. Jij bent net zo goed een schepsel van God als ik. Als ik naar mezelf kijk: als ik me dat niet bewust bedenk, vergeet ik het. En dan ga ik anders met die ander om. Kijk eens even wie er naast je zit. Geef elkaar de hand en begroet elkaar. En bedenk: die ander is door God geschapen, net als ik. Tegelijk: God heeft alles goed geschapen, en met ons mensen erbij was het zeer goed. Maar: het bederf van het mooiste is het slechtste. Wat maken mensen elkaar kapot. Wat maken wij Gods wereld kapot. Gelukkig is het de tijd van Advent. Advent betekent: God heeft ons niet losgelaten. Jezus is gekomen. En Jezus zal nog een keer komen. Daarom opnieuw: hoe ga je nu verder? We mogen vol hoop en vol verlangen om ons heen kijken. Als God met ons is, als de hemel niet dicht blijft, als de hemel weer open gaat, dan wordt het weer goed. Want God is goed en machtig. God is met ons – Immanuël – dat betekent kerst. Dat betekent: hoop! Verlang naar Jezus! Alles wordt weer goed! En dan als derde: dat nieuwe begin werkt door. Niet alleen straks, maar ook al hier en nu. Wie Jezus Christus volgt, wie gedoopt is, zoals Kyan, die weet: ik ben niet alleen Gods schepping. Door mijn eenheid met Jezus Christus hoor ik ook bij de nieuwe schepping. Ik – en ieder ander die Jezus volgt, gelooft, gedoopt is. En dat betekent: er is hoop voor jou, voor mij. Als ik mezelf tegenval. Als ik anderen tegenval. Dat is niet het einde. We kunnen weer van harte zeggen: en God zag dat het zeer goed was – door onze eenheid met Jezus Christus. Dus ook die ander die jou tegenvalt. Die ander die wel zegt in Jezus te geloven en die ook gedoopt is. Maar die soms zo irritant is. Waar je zo’n last van hebt. Ook die broer of zus in de gemeente hoort
door eenheid met Christus bij de nieuwe schepping. Bekijk jezelf en elkaar met ogen van liefde! Want dat doet God ook. En voor de laatste keer: hoe ga jij verder? Kun jij anders dan God prijzen? Als je om je heen kijkt – hoe God alles gemaakt heeft. Als je hoort hoe God in Jezus Christus naar ons toe komt en ons opzoekt. Als je bedenkt dat wie één is met Jezus een nieuwe schepping is. Alles wordt weer zeer goed! Hoe groot is God voor mij!
Genesis 1 / Psalm 148 - God is trouw aan zijn schepping - prijs de HEER! Liturgie ■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
Voorzang: Opwekking 387 Gezang 132,1-6 Gezang 148,1-4 Stil gebed Votum / groet Zingen: Ps 19,1.2 Gebed Scheppingsverhaal Zingen: E&R 436 Schriftlezing: Ps 148 Markus 16,15-20 Preek Zingen Gezang 145,1-4 Wet Zingen: Gez 149 Gebed Collecte Zingen: Gez 166,1-3 Zegen
Opmerkingen: ■
■
ik hoor het graag van te voren wanneer deze preek ergens gelezen wordt. Mijn mailbox is geduldig:
[email protected] bij deze preek is een pp-presentatie beschikbaar
God is trouw aan zijn schepping – prijs de HEER! 1. In het begin maakte God de hemel en de aarde. De aarde was er en er was water. Verder was er niets. Het was donker. Denk maar aan het bouwen van een huis. Eerst is er niets. [dia 1]Woest – leeg – en anders dan op de foto: donker. Wat heb je als eerste nodig? Een bouwlamp. Er moet licht zijn. Laten we het licht maar even uit doen. [licht uit]Als het echt donker is, dan zie je niets. Maar God zei: Er moet licht zijn. En het werd licht. [bouwlamp aan] Daarna leg je een vloer. Je bouwt de muren en een dak. [dia 2] Dat deed God ook. Hij maakt een dak boven de aarde – de hemel. En hij maakt een stevige vloer. Het water stroomt weg en er komt stevige grond om op te leven. Toen was het nog helemaal kaal. [dia 3] Ongeverfd. Geen behang. Niks op de vloer. Tijd om te verven, stuken, tegelen, zou je zeggen. Dus wat gaat God doen? Hij gaat de wereld aankleden. Met gras, bloemen, planten, bomen. En die bouwlampen moeten weg. Dus God maakt lampen. Een grote lamp – de zon. Voor overdag. En nachtverlichting – de maan en de sterren. [licht weer aan; bouwlamp uit] In het begin was het woest – leeg – donker. Maar nu? [dia 4] Het is aangekleed en verlicht. Maar nog wel leeg. Doodstil. Je hoort alleen de wind misschien. Niet meer woest. Maar wel leeg. Kijk maar in het huis: er is geverfd, gestuukt, er liggen tegels op de vloer, de lampen doen het… Maar het is leeg. Er is niemand. Er zit nog geen leven in. Dus wat gaat God dan maken? (Vragen) De vogels. En de vissen. En de dieren. [dia 5] Wie kan er dieren noemen? (Basisgids flora en fauna) Zo veel verschillende dieren zijn er. Wat kan er allemaal niet zwemmen? Inktvissen, haaien, zeepaardjes, platvissen, palingen, tropische vissen in prachtige kleuren, grote vissen zoals de walvis, kleine visjes – van alles. En dan de vogels. Grote roofvogels. Meeuwen. Eenden. Vogels die prachtig zingen. Kleine musjes en koolmeesjes. Kraaien. Uilen. En dan ook nog insekten: muggen, bijen, vlinders, wespen, libelles. Eerst was het stil. En dan, na de vijfde dag: er vliegt van alles. Er beweegt overal wat in het water. Maar er is nog niets wat op de grond loopt. De vloer van het huis is nog leeg, zeg maar. Dat is het allerlaatste wat God maakt. De dieren op het land. Konijnen, cavia’s, herten, olifanten, koeien, baard-agamen, krokodillen, zebra’s. En dan als laatste – nou, wat maakte God het allerlaatst? De mensen! Kijk maar es goed naar je
hand. Je arm. Beweeg ze maar eens – ziet het er niet prachtig uit? Of het oor van je buurvrouw. De haren van degene voor je. God heeft het allemaal gemaakt. 2. Dat is toch geweldig? God heeft een huis gemaakt, prachtig aangekleed en ingericht. De wereld. En wij mogen in die wereld wonen, samen met de dieren. Wij mogen voor de dieren zorgen. Zo bijzonder van God! [dia 6] Hij zegt het – het moet licht worden. Er moet een dak komen – de lucht met de wolken. Hier moet de zee zijn en daar het land. Nu moet er gras groeien, planten, bomen. Hij zegt het – en het gebeurt gewoon allemaal. Kun jij dat? Ben jij wel eens in een oud huis geweest? Wat gebeurt er met een huis als het oud wordt? Dan wordt het lelijk. Dan gaat het kapot. Soms wordt het dan wel gesloopt. Weg ermee! Maar de wereld is er nog steeds. De wereld is al zo oud. En nog steeds is t-ie er. En ook daar zorgt God voor. Kun jij dat? Zorgen dat de wereld mooi blijft? Dat het weer voorjaar wordt, dat er weer eitjes uitkomen, knoppen open gaan, baby’s geboren worden? God blijft ervoor zorgen… Net zo knap als het maken van de wereld. Zo bijzonder van God! We hebben psalm 148 gelezen. Daar staat het dus: alles moet God loven. Alles wat God heeft gemaakt. Alles moet tegen God zeggen: U bent groot! U kunt ons maken – dat is knap! U hebt mij gemaakt – onvoorstelbaar! De engelen. Ze helpen God in de hemel. Ze moeten God loven. Maar ook die lampen voor overdag en ’s nachts. De zon, de maan en de sterren. Kan de zon praten? Of de maan, de sterren? Nee hè? Of toch wel? Door mooi te zijn looft de schepping God. Als je ze ziet – dan zie je: wat heeft God ze mooi gemaakt. Zon, maan, sterren, jullie moeten God loven. Walvissen en haaien en zeekrokodillen en orca’s en reuze-inktvissen – ze moeten God loven. Net zoals de Waddenzee bij Harlingen, de Noordzee bij Terschelling. De Atlantische Oceaan bij Frankrijk. Hij moet God loven. De hoge bergen. Wie van jullie is er wel eens in de bergen geweest? [dia 7] Het meest indrukwekkende dat ik me van de bergen herinner is in de Franse Alpen. Het Parc National de la Vanoise, bij Pralognan, je ziet het hier. Zo ruig en groot. Echt indrukwekkend. Die bergen – ze moeten God loven. Noem het verder maar op. De wilde dieren buiten. De dieren in de stal van Wiersma en Gunnink. De torretjes, kevers, oorwurmen en pissebedden. De vlinders, de vliegen, de vogels. Putin en Medvedev uit Rusland. Obama, McCain, en Bush uit Amerika. Koningin Beatrix en premier Balkenende. Madonna en Rihanna.
Jan Smit en Gerard Joling. God heeft alles gemaakt. Dus allemaal: laten ze mooi zijn en God groot maken! Doe je mee? Zeg het maar hardop: God, u hebt het allemaal zo mooi gemaakt. God, u bent groot! 3. Zo zie je in Genesis 1: God heeft een plek gemaakt om te wonen. Mooi aangekleed. Vol beweging, vol leven, allemaal verschillende dieren. En ons erbij – om te helpen dat het mooi blijft. En zo zie je in psalm 148: God heeft alles gemaakt. Bewonder hem erom! Alles in de schepping moet God loven. En dan komt de vraag bij mij op: looft alles in de schepping God wel? [dia 8] God geeft zijn zegen aan de vogels en de vissen – Het water van de zee en de lucht moeten vol zijn van vissen en vogels. Maar wij vissen de zeeën leeg. Bij een olieramp spoelen de dode vogels aan op zwarte stranden. God maakt de dieren en hij zag dat het goed was. Hij zegent de dieren. Maar als er dan weer varkenspest is, of vogelpest, of mkz, dan zie je de dode dieren die in grijpers bungelen en in containers gegooid worden. Als iemand met een brandglas een klein beestje levend verbrand. Voor niks de lange poten uit een langpootmug trekt? God maakte de mens als zijn evenbeeld. Hij zegende hen om kinderen te krijgen en op de hele aarde te wonen. Maar ondertussen worden mensen mishandeld, doodgeschoten. Plegen mensen abortus en euthanasie. God maakte een prachtige wereld. Wat is het geworden? Een oneerlijke wereld. Een vervuilde wereld. Een gevallen schepping. Leg Genesis 1 en Psalm 148 eens naast onze wereld. En wees eerlijk: Klopt dat met elkaar? En wat is dan vaak de reactie? Tja, het is wat. Tja. Wat moet ik er aan doen? En we gooien onze blikjes op het schoolplein. We gaan door met onze vliegvakanties. We gaan door de bergen kapot te maken in wintersportgebieden. Diersoorten blijven uitsterven. De wereld wordt uitgeput – fossiele brandstoffen, tropische bossen, overbemesting. Kinderen blijven lijden onder echtscheidingen. Onze wereld blijft een oneerlijke wereld. En ons afval dumpen we in de derde wereld. Zijn wij dat – de mensen die op God lijken? Zijn wij dat – de mensen die moeten zorgen voor de vissen in de zee, de vogels aan de hemel, het vee, voor de hele aarde en alles wat daarop rondkruipt? Zijn wij dat – de mensen die God trouw zijn, het volk van God dat hem nabij is? Zo staat het er zo mooi in Genesis 1, in Psalm 148. Ik weet niet hoe het jullie vergaat, maar ik kan dan niet veel anders denken dan: Vader, vol van vrees en schaamte Buigen wij voor u Heel uw werk door ons vertreden Klaagt ons mensheid aan bij u… Gods werk – door ons kapot getrapt.
Uit Gods schepping klinkt een grote beschuldiging. Tegen ons. 4. Daarom hebben we ook nog een stukje uit Marcus gelezen. Jezus is opgestaan uit de dood. En dat goede nieuws moet aan ieder schepsel bekend gemaakt worden. Want dat Jezus is opgestaan, betekent dat er hoop is voor de schepping. [dia 9] Inderdaad, er klinkt een beschuldiging tegen ons mensen. Hoe moet het verder met het klimaat, met het milieu, met de ruzies en de oorlogen? Je hoort de beschuldiging tegen ons mensen. En ook daarom is Jezus veroordeeld. Hij is gestorven in onze plaats. Maar Jezus is ook opgestaan. En dat is het begin van de vernieuwing van de schepping. God laat de schepping, het huis waarin wij mogen wonen, niet tot een ruïne worden. Er komt een nieuwe wereld. God blijft voor de schepping zorgen. Hij geeft nooit op! Dat betekent voor ons twee dingen. Als eerste: we mogen opgelucht adem halen. Wij vertrappen Gods werk, maar God maakt alles mooi. Genezen. Hersteld. Op God kun je aan – de schepper laat zijn schepping niet los. De schepping zal niet naar de Filistijnen gaan. Dus heb je nog een reden om tegen God te zeggen dat Hij geweldig is. Hij maakt een nieuwe wereld! Maar ook een tweede: als God de schepping niet kapot laat gaan, mogen wij de schepping ook niet kapot laten gaan. Als Jezus is opgestaan en in ons wil wonen, dan wil Hij in ons het nieuwe leven leiden. En dat betekent ook: zorg voor de schepping. Inzet voor een eerlijke wereld. Het gaat God niet alleen om onze ziel. Het gaat God ook om de schepping. Het nieuwe leven in het spoor van Jezus is ook: zorgen voor de schepping. Laten zien: God laat de schepping niet los – en wij dus ook niet. De schepping heeft toekomst – en dus zetten wij ons daar voor in. Want Jezus is opgestaan! En daarom: Hoe ga jij om met de natuur? Met het milieu? Zet jij je ervoor in dat de hele schepping God looft? Dat de andere schepselen niet zuchten onder wat jij doet – maar God loven? De schepping looft God door mooi te zijn. Ben jij er zuinig op? De koeien in de stal De planten bij het schoolplein, bij je bedrijf. De mensen die je op je werk tegen komt De vogels boven Nederland De vissen in de Waddenzee Kijk in het slot van psalm 148: Gods volk, dat zijn de mensen die trouw zijn aan God. De mensen bij wie God wil wonen. Dat zijn wij – als we geloven in Jezus Christus – opgestaan uit de dood. God geeft ons zoveel – God verhoogt ons aanzien, zegt de psalm. Laten wij er dan aan mee werken dat heel de schepping God looft. Wij zelf Alle mensen ■
Heel de schepping.