GEMEENTE DRAAIBOEK 20
UITVAARTVERZORGING DEEL 3
Documentbeheer Vastgesteld door Datum Datum laatste wijziging Paraaf procesverantwoordelijke
Status Versie
AB 6 juli 2009 7 september 2009
Datum Paginanummer
19-9-2011 Pagina 2 van 35
INHOUDSOPGAVE inhoudsopgave ............................................................................................................................................. 3 1. ALGEMEEN ............................................................................................................................................ 3 1.1 Inleiding......................................................................................................................................... 4 1.2 Doel ................................................................................................................................................. 5 1.3 Doelgroep...................................................................................................................................... 5 2. organisatie en voorbereiding.......................................................................................................... 6 2.1 Verantwoordelijkheid ............................................................................................................... 6 2.2 Organisatie en samenstelling................................................................................................ 6 2.3 Taakomschrijvingen Functionarissen................................................................................. 7 2.4 Afspraken derden....................................................................................................................... 8 3. BEGINSITUATIE ................................................................................................................................ 10 3.1 Beschikbaar krijgen van personeel en middelen.......................................................... 10 3.2 Inzetten van personeel en middelen ................................................................................. 10 4. UITVOERING....................................................................................................................................... 12 4.1 Producten van het actiecentrum Uitvaartverzorging.................................................. 12 4.1.1 Product 1: Rouwverwerking ...................................................................................................... 12 4.1.2 Product 2: Inrichten noodbegraafplaatsen ................................................................................ 13 4.1.3 Product 3: Inrichten van Morque................................................................................................ 13 4.1.4 Product 4: Inrichten Chappelle ardente ..................................................................................... 13 4.1.5 Product 5: Vervoer van slachtoffers (morque – chapelle ardente – noodbegraafplaats) ......... 14 4.2 Aandachtspunten uitvoering................................................................................................ 14 4.3 Relatie met andere crisisbeheersingsprocessen ......................................................... 15 Bijlage 1:....................................................................................................................................................... 17 Aandachtspunten/checklist proces Stille tocht ............................................................................. 17 Bijlage 2: Checklist Gezamenlijke rouwdienst/HERDENKINGSBIJEENKOMST................... 20 Bijlage 3: Checklist organiseren van een chapelle ardente ...................................................... 22 Bijlage 4: Uitvaartrituelen ...................................................................................................................... 23
1.
ALGEMEEN
Status Versie
Datum Paginanummer
19-9-2011 Pagina 3 van 35
Dit draaiboek maakt onderdeel uit van het Crisisbeheersingsplan. Het Crisisbeheersingsplan bestaat uit vier delen en is als volgt opgebouwd: Deel 1: Het Basisplan “Hoofdlijnen en organisatiestructuur crisisbeheersing” Deel 2: Deelplannen “Activiteitenschema’s”
Deel 3: Regionale procesbeschrijving
DRAAIBOEK Deel 4: Concrete Lokale Invulling
Dit draaiboek is een gedetailleerde regionale uitwerking van de hoofdlijnen die in het basisplan (deel 1) en de deelplannen (deel 2) zijn beschreven. De Veiligheidsregio heeft dit model opgesteld en aangeboden aan de gemeenten in de Veiligheidsregio. De deelnemende gemeenten leggen de verdere lokale uitwerking van dit draaiboek vast in deel 4. Vanwege privacy gevoelige informatie kan er voor gekozen worden om deel 4 niet openbaar te maken. 1.1 Inleiding Een incident met dodelijke slachtoffer(s) kan een grote impact hebben op de inwoners van een gemeente. In zulke gevallen kan er behoefte zijn aan een gezamenlijke rouwdienst, een stille tocht of een herdenkingsbijeenkomst. De gemeente zal in sommige gevallen het initiatief en de organisatie op zich moeten nemen. Het komt ook voor dat initiatieven spontaan vanuit de bevolking komen. In zo’n geval dient de gemeente het initiatief zoveel mogelijk te ondersteunen en te begeleiden. Wanneer een ramp plaatsvindt met veel dodelijke slachtoffers kan dit aanleiding zijn om de teraardebestelling of crematie door de gemeente te laten organiseren. Dit gebeurt uiteraard zoveel mogelijk in overleg en in overeenstemming met de wensen van de slachtoffers en de nabestaanden. Wanneer bij de teraardebestelling van slachtoffers risico voor de volksgezondheid kan optreden is dit een reden om af te wijken van wensen van betrokkenen. Bij gebrek aan voldoende ruimte kan tot tijdelijke teraarde-bestelling worden besloten. Wettelijk kader De Wet op de Lijkbezorging is de wettelijke basis waarbinnen de lijkbezorging geregeld wordt. Hieronder staat een aantal passages beschreven:
Lijkschouw Burgemeester en wethouders verschaffen gelegenheid tot het doen schouwen van lijken. Zij benoemen één of meer gemeentelijke lijkschouwers. In geval van een onnatuurlijke dood dient de officier van justitie te worden ingeschakeld. Indien de gemeentelijke lijkschouwer meent niet tot afgifte van een verklaring van overlijden te kunnen overgaan, brengt hij door invulling van een formulier onverwijld verslag uit aan de officier van justitie en waarschuwt hij onverwijld de ambtenaar van de burgerlijke stand.
Begraven of cremeren (termijn) Verlof tot begraving of tot verbranding (wat afgegeven wordt door de ambtenaar van de burgerlijke stand) wordt niet verleend, zolang niet is overgelegd een verklaring van overlijden, afgegeven door de behandelende arts of een gemeentelijke lijkschouwer, dan wel een verklaring waaruit blijkt van geen bezwaar van de officier van justitie tegen begraving of verbranding. Begraving of verbranding gebeurt niet eerder dan 36 uren na het overlijden en uiterlijk op de vijfde dag na die van het overlijden. Status Versie
Datum Paginanummer
19-9-2011 Pagina 4 van 35
Na een arts te hebben gehoord kan de burgemeester der gemeente, waar het lijk zich bevindt, voor de begraving of verbranding daarvan een andere termijn stellen. Begraving of verbranding binnen 36 uur na het overlijden staat hij echter niet toe dan in overeenstemming met de officier van justitie. Van het besluit van de burgemeester staat binnen 24 uur beroep open bij Onze Commissaris in de provincie, die daarop onmiddellijk beslist. De Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing.
Volgens de wet moet de lijkbezorging zoveel mogelijk overeenkomstig de wens of de vermoedelijke wens van de overledene worden uitgevoerd, tenzij dat redelijkerwijs niet uitgevoerd kan worden. 1.2
Doel
Het doel van dit draaiboek en van het gehele proces Uitvaartverzorging is het na of tijdens een crisis verzorgen van bepaalde diensten en tochten en/ of de uitvaart, indien dit gewenst wordt. Dit houdt in het garanderen dat (eventueel grote aantallen) overleden slachtoffers op zorgvuldige wijze herdacht worden en ter aarde worden besteld. 1.3 Doelgroep Familie en relaties van overleden slachtoffers.
Status Versie
Datum Paginanummer
19-9-2011 Pagina 5 van 35
2.
ORGANISATIE EN VOORBEREIDING
2.1 Verantwoordelijkheid De gemeente heeft een procesverantwoordelijke voor het proces Uitvaartverzorging aangewezen. Onder zijn leiding vinden de voorbereiding op en de uitvoering van de activiteiten op het gebied van Uitvaartverzorging plaats. De procesverantwoordelijke is eindverantwoordelijk voor het opleiden en oefenen van personeel en het beheer van het draaiboek (m.n. het actualiseren). De exemplaren van dit draaiboek bevinden zich in ieder geval bij/in: De adviseur crisisbeheersing De proces verantwoordelijke Uitvaartverzorging Het hoofd actiecentrum Uitvaartverzorging De uitwijklocatie benoemd in deel 4. 2.2 Organisatie en samenstelling In onderstaand schema wordt de plaats van het proces binnen de crisisbeheersingsorganisatie weergegeven:
Organisatieschema crisisbeheersing Burgemeester
Regionaal Operationeel Team (ROT)
Gemeentelijke Beleidsteam (GBT)
Secties Politie-Brandweer-GHOR
Sectie GEMEENTE
Actiecentra (AC) + verschillende eenheden ter plaatse (COPI) Gemeentelijk Managementteam (GMT)
AC Algemene en onderst. processen
AC CRAS
AC Opvangverzorging
AC UITVAART
AC CRIB
AC Voorlichting
AC Milieuzorg
AC primaire levensbehoeften
Het Gemeentelijk Managementteam (GMT) stuurt het Actiecentrum Uitvaartverzorging aan. De procesverantwoordelijke Uitvaartverzorging maakt onderdeel uit van het GMT. De andere functionarissen zijn werkzaam binnen het Actiecentrum Uitvaartverzorging. De samenstelling van het actiecentrum voor het proces Uitvaartverzorging is als volgt: - Hoofd actiecentrum; - 2 medewerkers actiecentrum (te leveren door gemeente c.q. regionale pool); - Het is mogelijk om het actiecentrum uit te breiden met een medewerker van CMO; - Chef begraafplaatsen (indien deze nog niet een functie vervuld in het actiecentrum);
Status Versie
Datum Paginanummer
19-9-2011 Pagina 6 van 35
AC Nazorg
2.3 Taakomschrijvingen Functionarissen Procesverantwoordelijke uitvaartverzorging De procesverantwoordelijke neemt zitting in het gemeentelijke managementteam (GMT). Taken: Is de eindverantwoordelijke voor het proces Uitvaartverzorging; Is verantwoordelijk voor de organisatie van de alarmering t.b.v. het operationeel maken van het Actiecentrum Uitvaart en alarmeert het Hoofd Actiecentrum; Informeert het hoofd actiecentrum over de actuele situatie, de verwachte relevante ontwikkelingen en opdrachten vanuit het GMT. Op basis van deze opdrachten geeft hij instructie m.b.t. de concrete invulling van het proces Uitvaartverzorging; Stelt het GMT direct op de hoogte van ontwikkelingen die van invloed kunnen zijn op de beelden besluitvorming; Bewaakt in het GMT de afstemming van het Actiecentrum Uitvaart met de andere actiecentra. Is verantwoordelijk voor het beschikbaar krijgen van personeel en financiële middelen t.b.v. het Hoofd Actiecentrum. Indien er schaarste aan personeel en middelen is meldt de procesverantwoordelijk dit in het GMT waarna het GBT wordt gevraagd fiat te geven (o.a. voor een bijstandaanvraag). Rapporteert aan het GMT en via het GMT aan het ROT betreffende uitvoering van de operationele activiteiten van uitvaartverzorging; Het op hoofdlijnen te allen tijde een oordeel kunnen vormen inzake de kwaliteit van het proces uitvaartverzorging en haar activiteiten en dit al dan niet via het GMT aan het GBT; Vertaalt de operationele opdrachten vanuit het ROT/GMT in operationele opdrachten voor het Actiecentrum.
Hoofd actiecentrum Uitvaartverzorging Geeft dagelijkse leiding aan het actiecentrum. Werkt onder verantwoordelijkheid van de procesverantwoordelijke en ontvangt van deze rechtstreeks instructie. Taken: Wordt gealarmeerd door de procesverantwoordelijke; Bepaalt en voorziet in de behoefte aan personeel voor het deelproces uitvaartverzorging en regelt de alarmering. Stelt, zo mogelijk en noodzakelijk in overleg met politie/brandweer/GHOR en eventuele anderen, een nader plan op betreffende: inrichten van ruimte(n) te gebruiken als mortuarium en chapelle ardente; het, zonodig, inrichten van (nood)begraafplaatsen; het vervoer van overledenen; het organiseren van de rouwdienst; de organisatie van een herdenkingsmis; de organisatie van een Stille Tocht. Instrueert het personeel, coördineert aflossing (inclusief de eigen aflossing) en geeft leiding aan de medewerkers; Stelt de procesverantwoordelijke direct op de hoogte van ontwikkelingen die van invloed kunnen zijn op de beeld- en besluitvorming; Voert overleg met externe instanties, die betrokken zijn bij de uitvoering van het proces Uitvaartverzorging. Stemt werkzaamheden binnen het actiecentrum Uitvaartverzorging af. Verstrekt de benodigde informatie via het GMT aan Voorlichting, zoals de plaats van het AC Uitvaartverzorging. Draagt zorg voor het adequaat bijhouden van de verslaglegging. Taken hoofd actiecentrum (vervolg): Status Versie
Datum Paginanummer
19-9-2011 Pagina 7 van 35
Adviseert de procesverantwoordelijke over de in het kader van dit proces in gebruik te nemen locaties, rekening houdend met de capaciteit, de verwachte gebruiksduur en de ligging. Voert de opdrachten, gegeven door de procesverantwoordelijke, uit en bericht hierover terug. Actualiseert minimaal jaarlijks de variabele gegevens (namen, telefoonnummers etc) in de beschreven werkplannen en de uitvoeringslijsten.
Medewerker Actiecentrum Uitvaartverzorging Werkt onder verantwoordelijkheid van het hoofd actiecentrum uitvaartverzorging en ontvangt van deze rechtstreeks instructie. Taken: Ondersteunt het hoofd actiecentrum Uitvaartverzorging. Wordt gealarmeerd door het hoofd actiecentrum Uitvaartverzorging. Vervangt, indien nadrukkelijk is afgesproken, hoofd actiecentrum Uitvaartcentrum. Draagt er zorg voor dat de besluiten, de ingekomen en de uitgaande berichten vastgelegd worden in een logboek. Maakt samen met medewerkers van het proces Algemene en Ondersteunende Processen het actiecentrum operationeel. Voeren alle werkzaamheden in het kader van het proces Uitvaartverzorging uit. Afhankelijk van de omvang van het incident kunnen meerdere functionarissen worden ingezet. Er kan dan onderscheid gemaakt worden (vindt specialisatie plaats) in medewerkers belast met de uitvaartverzorging, medewerkers belast met de collectieve rouwverwerking en administratieve en secretariële zaken. 2.4 Afspraken derden Bij het proces Uitvaartverzorging zal de samenwerking met derden onontbeerlijk zijn. De gemeenten hebben veelal de benodigde voorzieningen niet in eigen beheer en zal dus buiten de eigen organisatie naar middelen en mogelijkheden gaan zoeken. De afspraken met derden worden waar mogelijk vastgelegd in waakvlamovereenkomsten. Cura Mortu Orum (CMO) Cura Mortu Orum betekent vrij vertaald zorg voor de doden. CMO werkt landelijk en is neutraal. CMO benadrukt het feit geen uitvaartverzorgend bedrijf te zijn en ook geen belangen te hebben in uitvaartverzorgende bedrijven. Wel heeft CMO contacten en werkrelaties met uitvaartbedrijven. CMO kent drie specialistische afdelingen te weten: postmortale zorg, speciale diensten en advies. Enkele diensten die CMO bijvoorbeeld kan leveren zijn: obductieassistentie, opvang van slachtoffers van een niet natuurlijke dood, restauratie, assistentie bij lijkschouwingen en internationaal transport. De veiligheidsregio Utrecht heeft op 20 mei 2008 een waakvlamovereenkomst gesloten met CMO. Zodra een gemeente onvoldoende capaciteit of deskundigheid heeft om het uitvaartproces of gerelateerde zaken in goede banen te leiden kan een beroep worden gedaan op CMO. Zij leveren advies, informatie, bepaalde diensten en indien nodig een deskundig medewerker (liason CMO) ten behoeve van het gemeentelijk actiecentrum Uitvaartverzorging. Zij beschikken over een piketdienst die 24 uur bereikbaar is. In reguliere situaties brengt CMO de gemeenten geen kosten in rekening. CMO brengt betreffende gemeente(n) wel kosten in rekening als van de diensten beschreven in de waakvlamovereenkomst gebruik wordt gemaakt in een crisissituatie. Daarnaast moet aan CMO betaald worden wanneer zij ingehuurd worden bij gemeentelijke rampenoefeningen. De waakvlamovereenkomst treft u in bijlage 3. Een lijst met uitvaartondernemingen in de regio is per direct op te vragen bij CMO.
Status Versie
Datum Paginanummer
19-9-2011 Pagina 8 van 35
Poolvorming Gemeentelijke Kolom In de Veiligheidsregio Utrecht hebben alle 29 Utrechtse gemeenten, qua personele omvang, een verschillende ambtelijke organisatie. Ten tijde van een crisis is de personele capaciteit één van de zaken die onder spanning komt te staan. Niet alle gemeenten kunnen de functies, zoals wordt beschreven in het crisisbeheersingsplan, vervullen. De Veiligheidsregio Utrecht heeft daarom tussen de 29 gemeenten een convenant afgesloten om elkaar daar waar mogelijk zullen de gemeenten elkaar helpen. Iedere gemeente stelt per crisisbeheersingsproces minimaal 2 medewerkers beschikbaar voor de poolvorming van de gemeentelijke processen. De Veiligheidsregio Utrecht zal deze medewerkers voorzien in opleidingen en oefeningen in het kader van de crisisbeheersing. Op deze manier kunnen alle gemeenten bijstand aan elkaar geven.
Status Versie
Datum Paginanummer
19-9-2011 Pagina 9 van 35
3.
BEGINSITUATIE
3.1 Beschikbaar krijgen van personeel en middelen Start proces Uitvaartverzorging Het gemeentelijke beleidsteam neemt het besluit tot het opstarten van het proces Uitvaartverzorging. Om het proces Uitvaartverzorging op te starten en het actiecentrum operationeel te maken is er sprake van één of meer van de volgende voorwaarden: a) De aard van het incident vraagt om specifieke aandacht voor rouwverwerking (d.m.v. bijvoorbeeld dienst of stille tocht); b) Het verwachte aantal doden is hoger dan de lokale uitvaartcentra aankunnen; c) De aard van de besmetting van de overleden slachtoffers vereist een specifieke uitvaartverzorging; d) Er is sprake van een groot aantal niet te identificeren slachtoffers. Alarmering en voorwaarschuwing De medewerkers van het actiecentrum worden opgeroepen via de alarmeringslijst opgenomen in deel 4. Alarmering kan plaatsvinden in opdracht van de burgemeester, maar ook bij ernstige vrees voor het ontstaan van een rampsituatie. In dit laatste geval kan een zogenaamde voorwaarschuwing worden afgegeven. Dit houdt in dat alle gealarmeerde medewerkers thuis bereikbaar moeten blijven dan wel zich op een bepaalde plaats dienen te melden. 3.2 Inzetten van personeel en middelen Bezetting en aflossing Het hoofd actiecentrum Uitvaartverzorging zal in de meeste gevallen besluiten in eerste instantie slechts één of enkele administratieve medewerkers op te roepen. De gealarmeerde medewerker(s) melden zich op de uitdrukkelijk afgesproken locatie (zie deel 4) Het hoofd actiecentrum Uitvaartverzorging geeft instructies betreffende de te nemen acties. Ingezet personeel zal na 6-8 uur worden afgelost volgens een door het Hoofd actiecentrum Uitvaartverzorging op te stellen aflossingsschema. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van bijstand uit de regionale pool Uitvaartverzorging. Het kan noodzakelijk zijn af te spreken dat het afgeloste personeel tot nader opdracht telefonisch oproepbaar blijft. Huisvesting Uitvaartverzorging Voor huisvesting van het actiecentrum uitvaartverzorging dienen de volgende ruimten beschikbaar te zijn: a) kantoorruimte(n) met computers en communicatiemiddelen; b) vergaderruimte. In de deel 4 is aangegeven welke ruimte(n) hiervoor gereserveerd zijn.
Status Versie
Datum Paginanummer
19-9-2011 Pagina 10 van 35
Bezetting en aflossing Bij onvoldoende bezetting of aflossing van personeel in het actiecentrum kan er een beroep worden gedaan op de regionale pool. In deze pool zitten collega’s uit de regio met dezelfde expertise. De technisch voorzitter van het GMT of de adviseur crisisbeheersing is bevoegd om een verzoek tot bijstand uit de regionale pool te doen. De pool kan ingeschakeld worden via het Bureau Gemeentelijke Crisisbeheersing (BGC) van de VRU. Het BGC is 24/7 bereikbaar via het piketnummer (06 20 87 35 20). De VRU zorgt er vervolgens voor dat de deelnemers naar de aangegeven locatie gaan. Onderstaand is een districtsvolgordetabel weergeven waneer er een verzoek om bijstand wordt gedaan. Vecht & Venen, Rijn & IJssel Utrecht, Lekstroom Binnensticht, Heuvelrug Eemland
Utrecht, Lekstroom Vecht & Venen, Rijn & IJssel Eemland Binnensticht, Heuvelrug
Binnensticht, Heuvelrug Eemland Vecht & Venen, Rijn & IJssel Utrecht, Lekstroom
Eemland Binnensticht, Heuvelrug Utrecht, Lekstroom Vecht & Venen, Rijn & IJssel
De aflossing zal normaliter om de 8 uur zijn. Voor werkzaamheden waarbij een publieksfunctie wordt vervuld zal dat om de 4 uur zijn.
Status Versie
Datum Paginanummer
19-9-2011 Pagina 11 van 35
4.
UITVOERING
4.1 Producten van het actiecentrum Uitvaartverzorging Taken van het actiecentrum zijn o.a.: 1. Het ondersteunen van nabestaanden en betrokkenen in de rouwverwerking middels een stille tocht, herdenkingsdienst, gezamenlijke uitvaart en/ of een gezamenlijke rouwdienst; 2. Inrichten noodbegraafplaatsen; 3. Inrichten van een morque; 4. Inrichten chapelle ardente; 5. Vervoer van slachtoffers (morque-chapelle ardente-(nood-)begraafplaats).
4.1.1
Product 1:
Rouwverwerking
Algemene beschrijving Waar mogelijk wordt de normale gang van zaken gevolgd, namelijk dat de uitvaartverzorging wordt overgelaten aan de nabestaanden. Slechts wanneer het niet mogelijk is (door te grote aantallen of gevaar voor de volksgezondheid) zal de uitvaartverzorging collectief plaatsvinden. Hierbij kan ondersteuning plaatsvinden door CMO. Het bevoegd gezag, kan op advies van de directeur van de GHOR, in overleg met de inspecteur voor de volksgezondheid, besluiten noodbegrafenissen / rouwdiensten te laten plaats vinden. Afhankelijk van de situatie kunnen er verschillende producten worden opgeleverd. Te denken valt aan: Stille tocht Herdenkingsdienst Gezamenlijke uitvaart Gezamenlijke rouwdienst Kwaliteitseisen Het product moet zo snel als mogelijk gereed zijn. Handelen afhankelijk van de situatie. De uitvoering en zoveel als mogelijk de verantwoordelijkheid bij uitvaartverzorgers. Bij uitvoering zoveel als mogelijk gebruik maken van bestaande faciliteiten. De gemeente biedt bij uitvoering waar nodig ondersteuning. Om productiecapaciteit te vergroten kan besloten worden om gezamenlijke rouwverwerking te verzorgen. Het product moet zoveel als mogelijk aansluiten bij de individuele wensen van de nabestaanden. Iedereen moet de gelegenheid krijgen om deel te nemen aan de rouwverwerking. Voor het organiseren van een rouwdienst wordt aansluiting gezocht met het draaiboek Nazorg. De checklist Stille Tocht is opgenomen in bijlage 1 van dit draaiboek. De bereikbaarheidsgegevens van de organisaties die een bijdrage kunnen leveren aan dit product zijn opgenomen in deel 4.
Status Versie
Datum Paginanummer
19-9-2011 Pagina 12 van 35
4.1.2
Product 2:
Inrichten noodbegraafplaatsen
Algemene beschrijving Er zal altijd naar gestreefd worden om slachtoffers op de reguliere plaatsen te begraven. In een situatie van zeer veel slachtoffers (100>), waarbij de reguliere begraafplaatsen niet voldoende ruimte bieden zal de gemeente over moeten gaan tot het inrichten van noodbegraafplaatsen. Ook kan er gekozen worden voor crematie van overleden slachtoffers. Hiervan kan sprake zijn bij epidemieën of besmetting. In de voorbereiding moet nagedacht worden over eventuele (nood-) begraafplaatsen. De keuze van de nabestaanden moet zoveel als mogelijk worden gerespecteerd. Bij de ontwikkeling van dit product kan CMO ondersteuning verlenen. Kwaliteitseisen - Binnen twee dagen moet het aantal benodigde plaatsen voor de stoffelijke overschotten worden gerealiseerd. - Oplevering 36 uur na opstart realisatie product. - Ingeval besmetting, overleg met GHOR over wijze van begraven. - Geschikte ligging. - Waterstand, juiste grafdiepte. - Bereikbaarheid, toegang en circuit mogelijkheden. - Toestemming van de eigenaren van de grond (voorkeur grond in gemeente eigendom). - Graf-, rij-, en vakaanduiding. - Registratie van graf-, rij-, en vak aanduiding (afdeling burgerzaken) - Vergunning van de instanties i.v.m. volksgezondheid. - Overleg met officier van justitie. - Crematie kan als alternatief gezien worden, waarbij wensen nabestaande zoveel als mogelijk moet worden gerespecteerd. De bereikbaarheidsgegevens van de organisaties die een bijdrage kunnen leveren aan dit product zijn opgenomen in deel 4.
4.1.3
Product 3:
Inrichten van Morque
Algemene beschrijving Dit is een tijdelijke opslagplaats van de doden, en een plek waar de politie (RIT) de doden kan identificeren. Zo lang als mogelijk zal er gebruik worden gemaakt van reguliere faciliteiten. De gemeente heeft de zorg dat er een plaats is welke als tijdelijke opslag van doden kan dienen. In de meeste gevallen zorgt het RIT zelf voor een geschikte locatie die als morque kan dienen. Kwaliteitseisen - afgelegen rustige plek. - koeling. - mogelijkheid voor RIT om werk te doen. - mogelijkheid om van de buitenwereld af te sluiten - oplevering zo snel als mogelijk. - ingeval besmetting, overleg met GHOR over wijze van inrichten morque. - goede bereikbaarheid. 4.1.4
Product 4:
Inrichten Chappelle ardente
Algemene beschrijving Dit is de plek waar nabestaande afscheid kunnen nemen van de overledenen.
Status Versie
Datum Paginanummer
19-9-2011 Pagina 13 van 35
Kwaliteitseisen - Bij voorkeur niet dezelfde locatie als morque. - Koel zijn of koel te houden en goede ventilatie. - Mogelijkheid om af te sluiten van de buiten wereld, gemakkelijk af te schermen. - Geblindeerde ramen. - Toegang voldoende breed voor brancards, lijkkisten e.d. - Oplevering van product 4 uur na opstart realisatie van product. - Product moet 6 uur na opstart opgeleverd zijn. - De locatie moet goed te bereiken zijn. - Stilte plek. - Ontvangstruimte . - Toiletvoorzieningen. - Catering / EHBO faciliteiten. 4.1.5
Product 5: Vervoer van slachtoffers (morque – chapelle ardente – noodbegraafplaats)
Algemene beschrijving Het vervoer van slachtoffers van de morque naar de chapelle ardente en naar de noodbegraafplaatsen. Kwaliteitseisen - Individuele verplaatsing van slachtoffers, zoveel en zo lang mogelijk. - Vervoer door deskundige bedrijven (uitvaart bedrijven). - Bij besmetting overleg met GHOR. 4.2 Aandachtspunten uitvoering Uitvaartverzorging gevaar voor volksgezondheid: Een normale uitvaartverzorging is niet mogelijk vanwege gevaar voor de volksgezondheid. Na advies van de RGF (Regionaal Geneeskundig Functionaris) beslist het GBT op welke wijze de uitvaartverzorging plaats vindt. Het actiecentrum voert conform uit. Het aantal dodelijke slachtoffers is groter dan de reguliere capaciteit Een normale uitvaartverzorging is in beginsel mogelijk. Het aantal dodelijke slachtoffers is echter groter dan de capaciteit van de lokale uitvaartverzorgers. Er moet een beroep gedaan worden op CMO conform de waakvlamovereenkomst. Het actiecentrum heeft overleg met CMO over de uitvoering. Indien gewenst kan CMO een medewerker leveren ten behoeve van het gemeentelijke actiecentrum Uitvaartverzorging. Inzet RIT Wanneer slachtoffers niet op eerste gezicht geïdentificeerd kunnen worden, wordt onmiddellijk het Rampen Identificatie Team (RIT) van de politie ingezet. De gemeente heeft in dat geval pas een mogelijke taak vanaf het moment dat de lijken vrijgegeven worden. Lokaal uitgangspunt Uitvaart van slachtoffers dient zoveel mogelijk lokaal geregeld te worden. In deel 4 van dit draaiboek treft u een lijst met de lokale uitvaartcentra. Behoefte onderzoek De gemeente heeft een taak in het bepalen van de behoefte van nabestaanden en betrokkenen. De behoefte bepaalt namelijk het wel of niet organiseren van een stille tocht, herdenkingsdienst, gezamenlijke uitvaart e.d. In sommige gevallen dient de gemeente zich hierbij terughoudend op te stellen, omdat de familie van de slachtoffers de schuld bij de gemeente neer kunnen leggen. Status Versie
Datum Paginanummer
19-9-2011 Pagina 14 van 35
In veel situaties komt dit soort informatie vanzelf naar het actiecentrum toe. Wanneer dit onvoldoende helderheid schept in de behoeften kan een beroep gedaan worden op het actiecentrum Geneeskundige Hulpverlening Psychosociaal (rampenbestrijdingsproces 10 van de GHOR) Zij kunnen een onderzoek doen naar de behoeften van de nabestaanden en andere betrokkenen bijvoorbeeld middels de inzet van de stichting Slachtofferhulp. Andere uitvaartrituelen In de uitvaartwereld is de afgelopen jaren veel veranderd. De Nederlandse samenleving wordt steeds meer multicultureel, wat van invloed is op de wijze waarop een uitvaart wordt vormgegeven. Gelukkig zijn er steeds meer organisaties die zich erop toeleggen andersoortige uitvaartdiensten en begrafenisrituelen te organiseren. CMO heeft een overzicht beschikbaar van deze organisaties. Tevens kan CMO indien gewenst een deskundige leveren om te adviseren over andere uitvaartrituelen. In bijlage 2 staat een aantal begrafenisrituelen omschreven. Daarbij wordt ook verwezen naar enkele websites en telefoonnummers. Kosten (regulier) De kosten, verbonden aan de bezorging van lijken waarvoor de burgemeester zorg draagt, daaronder begrepen lijken die uit zee worden aangebracht, komen ten laste van de gemeente. Voor zover zij niet kunnen worden gedekt uit de nalatenschap (bijv. uitvaartverzekering) of door de nabestaanden. Nabestaanden dienen echter wel aan te tonen dat zij die kosten niet kunnen dragen. Ook kunnen de erfgenamen de nalatenschap (juridisch) weigeren waardoor zij ook niet verplicht zijn tot het dragen van de kosten van de uitvaart. Dit wijkt niet af van de reguliere situatie.
4.3 Relatie met andere crisisbeheersingsprocessen
Relatie met draaiboek
Van belang zijnde informatie
Draaiboek 3 Ontsmetten mens en dier
Mogelijk moeten besmette stoffelijke overschotten eerst worden ontsmet. Indien dit niet mogelijk is moet in het kader van de uitvaartverzorging mogelijk volksgezondheid beschermende maatregelen worden genomen.
Draaiboek 9 Preventieve openbare gezondheidszorg
Geprobeerd moet worden om te anticiperen op mogelijke gezondheidsklachten van nabestaanden.
Draaiboek 10 Geneeskundige hulpverlening psycho sociaal
Hierbij valt te denken aan het, onder verantwoordelijkheid van de GHOR, inschakelen van specifieke opvang tijdens diensten en tochten en het uitvoeren van een behoefteonderzoek.
Draaiboek 15 Het identificeren van slachtoffers wordt gedaan door het RIT Identificeren van slachtoffers (Rampen Identificatie Team). Het is belangrijk dat het actiecentrum Uitvaartverzorging actief contact heeft met het RIT Draaiboek 17 Strafrechtelijk onderzoek
Status Versie
Wanneer er mogelijk sprake is van een stafbaar feit dan stelt Justitie wellicht bepaalde voorwaarden.
Datum Paginanummer
19-9-2011 Pagina 15 van 35
Draaiboek 18 Communicatie in crisissituaties
Voorlichting aan nabestaanden en andere getroffenen is essentieel. Het begint met het peilen van de behoefte aan gezamenlijke diensten en/ of tochten. Alles wat georganiseerd wordt, moet op correcte wijze gecommuniceerd worden.
Draaiboek 19 Opvang en Verzorging
Bijzondere aandacht wordt geschonken aan het opvangen van nabestaanden/ verwanten in een afgeschermde omgeving.
Draaiboek 21 Via het CRIB kan informatie verkregen worden over aantal, Registratie van slachtoffers identiteit en verblijfplaats van slachtoffers. Daarnaast kan het CRIB veelal informatie verstrekken over verwanten van de slachtoffers. Draaiboek 25 Nazorg
De rouwverwerking en de impact houdt niet spoorslags op wanneer het incident voorbij is. In samenwerking met het proces Nazorg kan bijvoorbeeld een herdenkingsdienst worden georganiseerd of een herdenkingsteken worden opgericht. De processen die tijdens de bestrijding van de calamiteit opgestart zijn en na de calamiteit doorlopen krijgen een plek in het proces Nazorg. Het projectteam Nazorg neemt hierbij dan de coördinatie op zich.
Draaiboek Naast de specifieke crisisbeheersingsprocessen (bijv. voorlichting Algemene en of nazorg) worden ook algemene en ondersteunende processen ondersteunende processen te onderscheiden. Het betreft hier activiteiten die in elk specifiek proces aan de orde kunnen zijn. Het gaat achtereenvolgens om: communicatie en verbindingen, logistiek, registratie en verslaglegging, evaluatie en archivering. In dit draaiboek zijn ook de modelformulieren opgenomen (o.a. logboek, presentielijst, berichtenformulieren). Deze moeten ook digitaal in de gemeente beschikbaar. NB. De hierboven beschreven relaties zijn niet compleet. Het is belangrijk dat het hoofd Uitvaartverzorging d.m.v. opleiding en training op de hoogte is van de taken en verantwoordelijkheden van de andere actiecentra. In deel 4 staan de andere actiecentra met basisgegevens beschreven.
Status Versie
Datum Paginanummer
19-9-2011 Pagina 16 van 35
BIJLAGE 1: AANDACHTSPUNTEN/CHECKLIST PROCES STILLE TOCHT CHECK?
Route stille tocht • • • • • • •
Bepaal in overleg met de politie de route (betrek hierbij zonodig ook nabestaanden en andere belanghebbenden). Leg de route vast op een kaart (voeg de kaart als bijlage toe aan het uitgewerkte draaiboek). Maak de route zonodig autovrij. Geef bij benadering de tijdsduur van de tocht aan. Indien er een herdenkingsmonument wordt onthuld, is het denkbaar dat de tocht eindigt bij de plek van het monument. Creëer aan het einde van de tocht een plek om bloemen/kransen neer te leggen. Leg namens de gemeente bloemen of een krans.
CHECK?
Politie-inzet • • •
Stem het aantal en de taak van de in te zetten agenten en/of andere personen ten behoeve van wegafzettingen, doorstroming verkeer en parkeren af. Beveiliging en begeleiding van eventuele deelnemende hoogwaardigheidsbekleders. Houd rekening met eventuele knelpunten in de verkeerslogistiek: doorstroming verkeer en onvoldoende parkeerruimte door de onvoorspelbaarheid van het aantal deelnemers.
CHECK?
Volgorde tijdens tocht • •
Uitgangspunt: gemeentebestuur voorop, dan de nabestaanden en overigen. Spreek met degene die vooroplopen het tempo van de tocht af (langzaam wandeltempo).
CHECK?
Toespraken voorafgaand en achteraf • • • •
Bepaal de locatie(s) waar de toespraken worden gehouden en houd daarbij rekening met het aantal te verwachten belangstellenden. Regel zonodig podium, geluidsapparatuur, katheder met microfoon, overkapping etc. Regel extra luidsprekers/ beeldschermen voor buiten bij toespraken in een gebouw dat niet berekend is op het aantal belangstellenden. Inventariseer de sprekers (wie namens de nabestaande, wie namens het gemeentebestuur, zijn er nog anderen?) en bepaal de volgorde.
Status Versie
Datum Paginanummer
19-9-2011 Pagina 17 van 35
• •
Bij toespraken aan het eind van de tocht; houd rekening met het tijdsverloop tussen de aankomst van de kop en de staart van de tocht. Zorg voor afschriften van de toespraken. CHECK?
Kerkklokken •
Neem contact op met kerkgenootschappen over het luiden van klokken (voor, tijdens of aan het eind van de tocht).
CHECK?
Hoogwaardigheidsbekleders • • • •
Nodig in overleg met en/of op verzoek van de burgemeester hoogwaardigheidsbekleders uit. Neem hierover contact op met Commissaris van de Koningin, Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst en Rijksvoorlichtingsdienst. Zorg voor begeleiding vanaf de gemeentegrens en een plaats van ontvangst. Bepaal in overleg met het gemeentebestuur eventuele bijzondere zaken bij ontvangst (catering?).
CHECK?
Inzet EHBO •
Neem contact op met de plaatselijke afdeling EHBO voor bijstand tijdens de stille tocht. CHECK?
Briefing •
Houd (indien nodig) voorafgaand aan de tocht, een informatiebijeenkomst voor eigen medewerkers.
Locatie
CHECK?
• Pers
CHECK?
•
Kies een voor de omstandigheden geschikte locatie.
Wijs voor de pers zonodig vaste plekken langs de route aan (afhankelijk van omstandigheden en soort pers).
CHECK?
Algemene voorlichting Er is een proces voorlichting! Zorg ervoor dat via dit proces informatie met betrekking tot de stille tocht aan derden beschikbaar wordt gesteld. Denk hierbij aan: • Publicatie van de route van de tocht; • Eventuele informatie aan omwonenden over de route, Status Versie
Datum Paginanummer
19-9-2011 Pagina 18 van 35
wegafzettingen, tijdspad etc; Het uitgewerkte draaiboek (gebaseerd op deze handleiding).
•
CHECK?
Parkeren •
Wijs (extra) parkeerlocaties aan (denk aan eventuele pendeldiensten). Gereserveerde plaatsen voor familie en verwanten, autoriteiten en overige genodigden. Een aparte plaats voor persvertegenwoordigers. Toezicht op de parkeerplaats i.v.m. gereserveerde plaatsen.
• • •
CHECK?
Aan- en afvoerroute voor deelnemers • •
Schakel eventueel het (openbaar) vervoer in. Geef de parkeerroute aan met borden.
CHECK?
Wegafsluitingen •
Laat de wegafsluitingen door middel van een verkeersbesluit bekrachtigen door het college. CHECK?
Catering •
Draag zorg voor de catering ten behoeve van eenieder die bij de organisatie van de stille tocht betrokken is.
CHECK?
Psychosociale zorg •
Status Versie
Overleg met de RGF over eventuele opvang van mensen bij het begin- en eindpunt van de tocht (denk in het bijzonder aan nabestaanden en slachtoffers).
Datum Paginanummer
19-9-2011 Pagina 19 van 35
BIJLAGE 2: CHECKLIST GEZAMENLIJKE ROUWDIENST/HERDENKINGSBIJEENKOMST CHECK?
Bepalen locatie • •
Inventariseren van de wensen van nabestaanden en andere betrokkenen. Inschatting aantal bezoekers
• • • • • • • • •
Goede bereikbaarheid. Check beschikbaarheid. Advies van de politie i.v.m. afscherming en bewaking. Mogelijkheid voor een verhoging/podium. Ruimte om bloemen neer te leggen. Gelegenheid om in een aparte ruimte na te praten. Voldoende parkeergelegenheid/ openbaar vervoer. Sanitaire voorzieningen. Voorbeelden: kerk/sporthal/raadzaal/open lucht etc.
CHECK?
Zaalinrichting • • • • • • • • • •
Podium EHBO post perslocatie aankleding stoelen geluid mogelijkheid tot het volgen van de dienst via een beeldscherm maak een plattegrond benoemen VIP’s garderobe
CHECK?
Communicatie • • • •
Beleid inzake toegang van de pers bepalen Persbericht opstellen Schriftelijke uitnodigingen aan nabestaanden namens burgemeester Aankondiging in de (lokale) dagbladen
CHECK?
Toespraken • • •
Regel zonodig podium, geluidsapparatuur, katheder met microfoon, overkapping etc. Regel extra luidsprekers/ beeldschermen voor buiten bij toespraken in een gebouw dat niet berekend is op het aantal belangstellenden. Inventariseer de sprekers (wie namens de nabestaanden, wie namens
Status Versie
Datum Paginanummer
19-9-2011 Pagina 20 van 35
•
het gemeentebestuur, zijn er nog anderen?) en bepaal de volgorde. Zorg voor afschriften van de toespraken.
CHECK?
Kerkklokken •
Neem contact op met kerkgenootschappen over het luiden van klokken
CHECK?
Hoogwaardigheidsbekleders • • • •
Nodig in overleg met en/of op verzoek van de burgemeester hoogwaardigheidsbekleders uit. Neem hierover contact op met Commissaris van de Koningin, Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst en Rijksvoorlichtingsdienst. Zorg voor begeleiding vanaf de gemeentegrens en een plaats van ontvangst. Bepaal in overleg met het gemeentebestuur eventuele bijzondere zaken bij ontvangst (catering?).
CHECK?
Parkeren • • • • •
Status Versie
Wijs (extra) parkeerlocaties aan (denk aan eventuele pendeldiensten). Gereserveerde plaatsen voor familie en verwanten, autoriteiten en overige genodigden. Een aparte plaats voor persvertegenwoordigers. Toezicht op de parkeerplaats i.v.m. gereserveerde plaatsen. Geef de parkeerroute aan met borden.
Datum Paginanummer
19-9-2011 Pagina 21 van 35
BIJLAGE 3: CHECKLIST ORGANISEREN VAN EEN CHAPELLE ARDENTE CHECK?
Bepalen locatie • •
Rustige plek (geen geluidsoverlast) Inschatting aantal bezoekers
• • • • • • • • •
Goede bereikbaarheid. Check beschikbaarheid. Advies van de politie i.v.m. afscherming en bewaking. EHBO ruimte Ruimte om bloemen neer te leggen. Gelegenheid om in een aparte ruimte na te praten. Voldoende parkeergelegenheid/ openbaar vervoer. Sanitaire voorzieningen. Voorbeelden: kerk, buurthuis, conferentiezaal
CHECK?
Zaalinrichting • • • • • • • •
EHBO post Geen toegang voor de pers aankleding stoelen geluid tafels condoleance register garderobe
Status Versie
Datum Paginanummer
19-9-2011 Pagina 22 van 35
BIJLAGE 4: UITVAARTRITUELEN NB. Onderstaande gegevens zijn verstrekt door CMO. Het dient als naslagwerk voor het actiecentrum Uitvaartverzorging. Gewoonten en rituelen rondom het overlijden bij de verschillende culturele groepen De bedoeling van deze tekst is de medewerker achtergrondinformatie te geven over gewoonten en rituelen rondom het overlijden van patiënten uit andere culturele groepen. Wat kunnen hulpverleners doen om aan de wensen van de patiënt en zijn familie tegemoet te komen. Voor mensen uit een andere cultuur en/of met een andere godsdienst gelden vaak speciale regels voor het begeleiden van de stervende en zijn familie. Uiteraard heeft niet iedere gelovige dezelfde opvattingen. Binnen elk geloof bestaan uiteenlopende opvattingen, meer of minder traditioneel. Het is wezenlijk met directe familie te bespreken wat de specifieke wensen zijn en na te streven deze praktisch mogelijk te maken. Dit praktisch mogelijk maken bestaat meestal hoofdzakelijk uit het beschikbaar stellen van een ruimte waar men ongestoord de stervende kan bijstaan en de overledene kan verzorgen. Vaak wil men ook wat langer bij de overledene blijven dan in de Nederlandse cultuur gebruikelijk is. Inventarisatie van wensen en behoeften Enkele vragen die gesteld kunnen worden om aan deze wensen tegemoet te komen: met welk familielid kan het beste contact worden opgenomen? wil de familie dat aan de patiënt wordt verteld dat hij stervend is? zijn er speciale voorbereidingen, handelingen of gebruiken en riten die de patiënt of familie wil uitvoeren of in acht wil nemen? moeten er speciale regelingen worden getroffen voor laatste eerbewijzen, afleggen en opbaren? hoe wenst familie uiting te geven aan verdriet en rouw? wat kunnen wij als hulpverlener doen? Na het overlijden wordt contact opgenomen met Cura Mortu Orum. De mortuariummedewerker brengt de overledene naar het mortuarium. Geef aan de nabestaanden door dat ze zelf een uitvaartcentrum naar keuze moeten inschakelen. Als eventuele rituele bewassing nog moet plaatsvinden, kan dit ook in het uitvaartcentrum. In het kort worden de gebruiken rondom sterven, uitvaart en rouw beschreven bij de volgende bevolkingsgroepen: moslims creolen Chinezen joden hindoes Moslims De traditionele riten rondom het sterven De stervende wordt in de richting van Mekka (naar de qibla) gelegd. Dit kan door hem op zijn rechterzij met het gezicht naar Mekka te leggen of met de benen naar Mekka met het hoofd enigszins omhoog. De geloofsbelijdenis wordt zachtjes vlakbij de stervende uitgesproken: “Er is geen god dan God en Mohammed is de Boodschapper van God.” De stervende kan Gods genade afsmeken, eventueel kinderen zegenen. Ook de aanwezigen kunnen elkaar vergiffenis schenken. Status Versie
Datum Paginanummer
19-9-2011 Pagina 23 van 35
Men laat diegenen tot de stervende toe die van zijn familie het meest geliefd zijn, het beste rekening met hem kunnen houden en het meest godvrezend zijn. Personen in staat van grote rituele onreinheid mogen niet bij de stervende. Een welriekende stof wordt bij hem neergezet. In stilte (om de stervende niet te storen) wordt uit de Koran gereciteerd. Aanbevolen wordt dat aanwezigen de stervende herinneren aan Allah de Verhevene en aan Zijn goede daden. Opvattingen met betrekking tot de dood De dood wordt gezien als een belangrijke etappe in het leven. Het is het eindpunt van het aardse bestaan en de overgang naar het eeuwige leven. God bepaalt het tijdstip. Direct na de dood ontsnapt de ziel naar de Poort van het Paradijs waar het Eerste Oordeel plaatsvindt. Na dit oordeel brengt een engel de ziel terug naar het graf tot de dag van het Laatste Oordeel. Bij het overlijden mag men huilen, maar nobele berusting is verdienstelijker. De jammerklacht van vrouwen is volgens de Soenna (maatgevend voorbeeld van Mohammed) verboden. Mannen proberen het te verhinderen d.m.v. gebed. Vrienden en verwanten komen hun medeleven betuigen. (Oorspronkelijk wordt er na de dood van een dorpsgenoot vanaf de minaret van de moskee een gebed afgeroepen (de selah), waarna men naar het huis van de overledene gaat.) Verzorging van de overledene (meest traditionele vorm) De ogen van de overledene worden gesloten. Onderkaak wordt aan het hoofd vastgebonden; mond mag niet openstaan. Op de buik wordt een passend voorwerp gelegd tegen opzwellen. Onderarmen worden tegen de bovenarmen gelegd en bovenarmen tegen de zij; onderbenen tegen de bovenbenen en dijen tegen de buik. Kleding wordt uitgedaan en lichaam wordt bedekt met een kleed. Zo snel mogelijk na het overlijden wordt de overledene ritueel gewassen en aangekleed volgens de bestaande religieuze wetten (rein water neemt alle smet en onreine materies weg). Regels voor het ritueel wassen van de overledene (oorspronkelijke reinheid teruggeven) De begrafenisuitzet wordt door de familie bezorgd. Het ritueel wassen is een plicht voor de gelovige. Tijdens het wassen en kleden worden gebeden/verzen opgezegd. De wasser moet een moslim zijn: een volwassen en gewaardeerd persoon met kennis van de voorschriften (mag gebreken van de dode niet aan de mensen kenbaar maken). In aanmerking komen: testamentair aangewezene, vervolgens de vader, grootvader, naaste verwanten van vaderszijde, daarna van moederszijde en ook de echtgenote mag wassen. Bij een vrouwelijke overledene eerst de moeder, grootmoeder en naaste vrouwelijke verwanten of de echtgenoot. Kleine kinderen mogen door vrouwen zowel als mannen gewassen worden. (Symbolische wassing mag door elke moslim worden gedaan.) Familieleden mogen tijdens de wassing aanwezig zijn als ze ritueel rein zijn. De dode wordt gewassen op een afgeschermde plaats. Er worden welriekende kruiden (lotus, kamfer e.d.) aan het water toegevoegd. De wassingen worden herhaald tot eventueel zeven keer. De lichaamsdelen die gebruikt worden bij het gebed worden geparfumeerd; ook de oren en de oksels. Een doodgeboren kind wordt niet ritueel gewassen.
Status Versie
Datum Paginanummer
19-9-2011 Pagina 24 van 35
Het inwikkelen van de overledene Ook het inwikkelen is een moslimplicht en moet voldoen aan bestaande voorschriften: De man wordt in drie witte doeken gewikkeld (om het blote lichaam). De doeken zijn tevoren bewierookt. Nadat de overledene op de doeken is gelegd, wordt deze bewierookt en worden de wikkeldoeken vastgebonden (de doeken worden voor het begraven losgemaakt). De vrouw wordt in vijf witte doeken gewikkeld (een hemd, een tailleband, een wikkeldoek, een sluier en een lap waarmee de dijen worden vastgebonden). Het haar wordt in drie strengen gevlochten en achter haar gelegd. De begrafenis De begrafenis dient zo snel mogelijk plaats te vinden (binnen 24 uur). Volgens de islam heeft de dode geen rust tot hij aan de aarde is toevertrouwd. Mannen en vrouwen gaan naar het huis van de overledene of waar deze ligt opgebaard. De vrouwen gaan naar binnen, de mannen stellen zich op voor de ingang en dragen daarna de baar naar het kerkhof (het lichaam van de overledene ligt in een kist met een groene doek erover). De stoet gaat eventueel langs de moskee (op vrijdag verplicht). De overledene wordt nooit in de moskee gebracht. Het lichaam wordt zonder kist begraven, zo mogelijk op een moslimbegraafplaats. De vrouwen vergezellen in principe de begrafenisstoet niet. Tegenwoordig wordt hier wel van afgeweken, vooral in de steden. De vrouwen nemen dan gescheiden van de mannen deel aan de begrafenis. Het graf De dode wordt op zijn/haar rechterzijde in een nis in het graf gelegd (zodat de aarde niet direct op het lichaam terecht komt) met het gezicht in de richting van qibla (Mekka). De knopen van de lijkwade maakt men los. Er wordt een afdakje over het lichaam gemaakt (stenen, riet of iets dergelijks, weer opdat de aarde niet direct op het lichaam terecht komt). Het graf wordt boven de grond opgehoogd, eventueel met een steen gemarkeerd. Er wordt niet op het graf gebouwd; het graf wordt niet bepleisterd. Men mag niet op het graf zitten of leunen of tussen de graven delven. Na de begrafenis eet men gezamenlijk (sadaqa is een traditie waarbij het voedsel verdelen onder de armen; het geeft de dode zijn zuiverheid terug). Grafbezoek Mannen mogen het graf bezoeken en om vergiffenis voor de dode verzoeken. Voor vrouwen is het verwerpelijk het graf te bezoeken. Condoleren Het is soenna om een moslim tot na drie volle dagen te condoleren. (soenna = aanbeveling/traditie volgens een overlevering van de profeet Mohammed.) Rouw Officieel rouwt men drie dagen (dit is soenna). Men komt dan nog een keer bij elkaar tijdens een maaltijd om de rouwenden te troosten. In de praktijk rouwt men veertig dagen (de weduwe vier maanden en tien dagen). De veertigste dag na overlijden is een belangrijke dag. De mannen bezoeken het graf en er is een speciale rouwceremonie (niet verplicht). Vrouwelijke verwanten Gehuil/gejammer wordt één week getolereerd. De kleding die men droeg tijdens het overlijden draagt men ook de eerste dagen na de begrafenis. Soms draagt men witte kleding; zwarte kleding is verboden. Er worden geen sieraden gedragen, men maakt zich niet op en er wordt geen henna en parfum Status Versie
Datum Paginanummer
19-9-2011 Pagina 25 van 35
gebruikt. Voor de weduwe geldt dit gedurende de gehele rouwperiode. De Wet op de lijkbezorging is in drie opzichten strijdig met de voorschriften uit de Koran, namelijk: het lichaam moet volgens de wet drie dagen boven de grond blijven. het lichaam dient in een kist te worden begraven. na een aantal jaren verlopen de grafrechten. Creolen De gebruiken bij het overlijden van creolen stammen uit Afrika. Er wordt bij het afscheid gebruik gemaakt van kruiden. De overledene wordt door een professionele wordt door een professionele lijkbewasser gewassen met assistentie van vier tot zes aangewezen familieleden. Hierbij zijn geen vrouwen aanwezig, want zij zijn niet rein genoeg. De groep is beëdigd en wat tijdens de bewassing gebeurt, moet geheim blijven. Het wassen en het kisten gaat gepaard met gezang en gebed. Bij de afscheidsceremonie vervult een geestelijke een hoofdrol. Deze ceremonie duurt een half uur tot een uur (ook dan zijn er nog geen vrouwen aanwezig). Daarna mag de naaste familie afscheid nemen. Het hele ritueel van afscheid nemen kost meer tijd dan bij ons gebruikelijk is, ook tijdens de begrafenisceremonie. Creolen willen bij voorkeur in Suriname begraven worden, maar dit is lang niet altijd mogelijk. Crematie is niet gebruikelijk en voor sommige groeperingen een schande. Chinezen De rituelen van Hongkong-Chinezen en Chinezen uit China verschillen. De meeste Chinezen in Nederland zijn Hongkong-Chinezen. De ceremonie bij Hongkong-Chinezen is ongeveer dezelfde als die van moslims. Bloemen, wierook en kaarsen spelen een belangrijke rol. Het wassen en aankleden van de overledene gebeurt door een geestelijke met assistentie van naaste familieleden. Indien een vrouw sterft, wordt de overledene door vrouwen verzorgd. De begrafenis: Traditioneel wordt vanaf het sterfhuis tot de begraafplaats eten gestrooid. Deze ceremonie duurt ongeveer twee uur, hetgeen in de praktijk wel eens problemen oplevert (aan begrafenissen wordt gewoonlijk minder tijd besteed). Aan de grafzerk wordt altijd een foto van de overledene bevestigd. Joden De ceremonie bij of na het sterven van iemand met de joodse levensovertuiging vindt plaats onder supervisie van een rabbijn. Een aantal zaken zijn van belang: de familie zal meestal een rabbijn waarschuwen. Als verpleegkundige kunt u, indien nodig, de familie hieraan herinneren. voordat een begrafenisondernemer wordt gewaarschuwd, moet met een rabbijn contact worden opgenomen. er bestaan twee joodse groeperingen: het Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap waarbij de orthodoxe joden zijn aangesloten. Rabbijn van de Kamp: telefoon 010 – 466 97 65. de Liberaal Joodse Gemeente verenigt hen die een vrijere interpretatie zoeken. Rabbijn ten Brink: telefoon 070 – 365 54 19 / 316 72 79 / 316 60 61, 06 – 590 348 35 of 020 – 640 25 46. Status Versie
Datum Paginanummer
19-9-2011 Pagina 26 van 35
Het afleggen wordt door de geloofsgenoten gedaan. Vaak zal dit pas in het rouwcentrum gebeuren. Na de bewassing wordt de overledene in witte kleding in een zeer eenvoudige kist gelegd met het hoofd in oostelijke richting. De kist wordt dan direct gesloten, er wordt geen afscheid genomen. Men waakt bij de dode en er moet altijd licht of een kaars branden bij de overledene. Gewoonlijk vindt de begrafenis binnen drie dagen plaats. In tussenliggende periode wordt er voornamelijk door de rabbijn gebeden. Meteen na het vaststellen van het overlijden starten naaste familieleden en goede bekenden met een vastenperiode van acht dagen. De rouwkleding is zwart. Hindoes De hindoe-filosofie leert dat het materiële vergankelijk is, terwijl het geestelijke (de atma) onsterfelijk is. De elementen waaruit het lichaam is opgebouwd gaan terug naar de oerbron. Het geestelijke neemt een ander omhulsel aan of wordt opgenomen in Brahm (Nirvana). Het ritueel volgens welke het overlijden wordt begeleid, noemt men antasti-sanskaar. Sanskara’s helpen de mens de juiste weg te vinden naar het uiteindelijke doel van het leven, de mokhsha of ook bekend als het Nirvana. Sanskara’s zijn culturele/religieuze plechtigheden. Ze zijn vergelijkbaar met de sacramenten binnen het Rooms-katholicisme. Vanouds zijn er zestien sanskara’s bekend. De rituele ceremonie kan aan de omstandigheden worden aangepast, bijvoorbeeld bij onvoldoende tijd of niet beschikbaar zijn van benodigdheden. Stervensbegeleiding Hindoes hebben een sterke familieband. Als een hindoe gaat sterven, komen de naaste familieleden afscheid nemen. De oudste zoon (of neef) leidt meestal de plechtigheden rondom de stervensbegeleiding. Er wordt een druppel Gangeswater (water uit de heilige rivier) en een blad van de tulsieboom (gezegende boom) in de mond gelegd. De meeste hindoefamilies hebben een eigen huispriester, de pandit. Deze wordt ook bij de stervende geroepen en hij leest dan uit één van de heilige boeken en bidt bij de stervende. De overledene wordt gewassen en gekleed in bij voorkeur traditionele dracht. De overledene wordt op de rug in de kist gelegd, de handen rusten op elkaar op de buik en er wordt gebeden voor zielenrust. Hierna kan men nog een keer afscheid nemen en dan pas wordt de kist gesloten. Het wassen van de overledene zal meestal door het mortuariumpersoneel worden gedaan, in aanwezigheid van enkele familieleden. In het rouwcentrum vindt ook nog een plechtigheid plaats. Crematie De voeten van de overledene moeten naar het zuiden worden gericht. Er wordt gebeden onder leiding van de pandit en de aanwezigen nemen afscheid van de overledene met een druppel reukwater of een bloem. De voorkeur gaat uit naar cremeren (eerder tot stof wederkeren). Het as vindt zijn weg in stromend water (zee) of wordt uitgestrooid op het veld. Rouw Er is rouwperiode van tien dagen, waarbij familie en vrienden uit de Ramayan zingen en lezen. Velen komen hun medeleven betuigen. Traditioneel wordt de eerste dagen in het huis van de overledene geen vuur aangemaakt en dus niet gekookt. De overige familieleden zorgen dan voor de maaltijden. Op de twaalfde of dertiende dag wordt een vuuroffer gehouden. Daarna mag het leven zijn normale gang weer hebben. 19-9-2011 Status Datum Pagina 27 van 35 Versie Paginanummer
Als een vrouw overlijdt, wordt van de weduwnaar verwacht dat hij het hoofdhaar laat afscheren, ook de zonen mogen dit doen. Als de vader is overleden is het traditie dat de zonen het hoofdhaar, baard en snor laten afscheren. Het ontharen wordt na zes maanden herhaald. Verschillende stromingen binnen het hindoeïsme Het grootste deel van de Surinaamse hindoes behoort tot de Sanatan Dharm, de traditionalisten. Hun leer is gebaseerd op zowel de oergeschriften Veda’s als op de mythologie van Ramayana en Mahabharata en andere geschriften. Een kleiner deel van de hindoes behoort tot de Arya Samaj en gaat alleen terug tot de Veda’s als oerbron. Het is een meer hervormingsgezinde stroming. Tussen deze twee groepen bestaan rituele verschilpunten. Bij de Samaji’s wordt het afscheren van het haar bij nabestaanden nagelaten, aan de kleding waarin de overledene wordt gehuld worden geen eisen gesteld en de as behoeft niet noodzakelijk in stromend water gedeponeerd te worden. Ethische standpunten ten aanzien van obductie, euthanasie, abortus en orgaandonatie bij moslims Uit respect voor de stoffelijke overblijfselen en het geloof in de verrijzenis van het lichaam, is het uitvoeren van obductie niet gewenst (echter niet echt verboden). Euthanasie is verboden, alles moet worden gedaan om pijn te verlichten. De verlenging van het leven van terminale patiënten, waarvan de terugkeer tot bewustzijn onmogelijk is, wordt niet geaccepteerd. Ook zelfmoord is verboden. Abortus is verboden, maar het leven van de moeder krijgt prioriteit. Abortus is ook toegestaan als is aangetoond dat het kind aan een ernstig hersenletsel zal lijden of ernstig mentaal geretardeerd zal zijn. In vitro fertilisatie is geaccepteerd, wanneer de betrokken partijen met elkaar getrouwd zijn. Zaad of eicel van een ander wordt niet geaccepteerd, maar beschouwd als overspel. Draagmoederschap wordt afgekeurd. Tegenover orgaantransplantaties bestaat vaak een afwijzende houding. De afwijzing neemt echter sterk af. Toestemming van donor of verwanten is een strikte eis. Anticonceptie is toegestaan, sterilisatie niet. Ethische standpunten ten aanzien van obductie, euthanasie, abortus en orgaandonatie bij het hindoeïsme Euthanasie is in principe voor hindoes niet toegestaan. Alles is voorbeschikt en men mag het tijdstip van de dood niet zelf bepalen. Het hindoeïsme heeft echter het vermogen zich aan te passen en het nieuwe te aanvaarden. Hiervoor moet wel veel tijd worden genomen. Men hecht geloof aan de vier levensfasen van een mens: de jeugd, de volwassenheid, de postvolwassenheid waarin een begin wordt gemaakt met immateriële bezigheden en de laatste spirituele fase, waarin afstand wordt genomen van het wereldse gebeuren. Euthanasie mag die laatste fase niet belemmeren. Suïcide wordt beoordeeld als een zonde. De mens mag niet beschikken over zijn/haar leven en het is ook in strijd met de vier-fasen-theorie. Abortus wordt over het algemeen afgewezen, maar kent gevallen waarin het wel is toegestaan: Status Versie
Datum Paginanummer
19-9-2011 Pagina 28 van 35
als de gezondheid van de moeder in gevaar komt en als de kans zeer reëel is dat het kind zwaar gehandicapt ter wereld zal komen. Dan is alleen binnen de eerste drie maanden van de zwangerschap abortus toegestaan. Obductie kan gevraagd worden aan de familie; als het nuttig is, zal men toestemming verlenen. Op godsdienstige gronden bestaan geen bezwaren. Orgaandonatie kan ook aan de familie worden gevraagd. De hindoe filosofie kent veel tolerantie en men zal de zaak beschouwen en individueel zijn afwegingen maken.
Status Versie
Datum Paginanummer
19-9-2011 Pagina 29 van 35
Status Versie
Datum Paginanummer
19-9-2011 Pagina 30 van 35
Status Versie
Datum Paginanummer
19-9-2011 Pagina 31 van 35
Status Versie
Datum Paginanummer
19-9-2011 Pagina 32 van 35
Status Versie
Datum Paginanummer
19-9-2011 Pagina 33 van 35
Status Versie
Datum Paginanummer
19-9-2011 Pagina 34 van 35
Status Versie
Datum Paginanummer
19-9-2011 Pagina 35 van 35