Gedragscode voor politiek ambtsdragers van de gemeente Hengelo Inleiding De gedragscode integriteit raadsleden werd oktober 2005 voor het laatst herzien. Als gevolg van allerlei maatschappelijke ontwikkelingen is de belangstelling voor integriteitsvraagstukken de laatste tijd sterk toegenomen. Zo zijn het publieke en private domein meer met elkaar verstrengeld geraakt, is er een meer zakelijke lobby vanuit de samenleving en krijgt het overheidsmanagement bedrijfseconomische normen opgelegd. Wat eerder als goed en doeltreffend werd aangemerkt, verandert als gevolg van gewijzigde inzichten en opvattingen. De Vereniging Nederlandse Gemeenten heeft, in samenwerking met het Interprovinciaal Overleg, de Unie van Waterschappen en het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in april 2011 een geactualiseerde modelgedragscode integriteit gepubliceerd. Al met al voldoende aanleiding om de huidige code kritisch tegen het licht te houden en op onderdelen te herzien respectievelijk te verbeteren. Een belangrijke wijziging ten opzichte van de huidige gedragscode is dat de voorliggende code zowel betrekking heeft op de gemeenteraadsleden als de leden van het college van burgemeester en wethouders en de fractievertegenwoordigers van de politieke partijen. De gedachte dat één gedragscode voor alle politieke ambtsdragers en de fractievertegenwoordigers duidelijker en overzichtelijker is vormt daarvoor het belangrijkste motief. De gedragscode Het doel van deze gedragscode blijft onveranderd; het bieden van een houvast bij het bepalen van de uitgangspunten voor integer handelen. De code bevat zowel normen over hoe in een bepaalde situatie te handelen als regels over procedures die moeten worden gevolgd. Procedureafspraken kunnen een onlosmakelijk onderdeel zijn van een gedragsregel en de transparantie, en kunnen daarmee de controleerbaarheid vergroten. De code geeft niet per definitie regels die rechtskracht hebben, maar heeft vooral bestuurlijke en politieke relevantie. Ambtsdragers en fractievertegenwoordigers zijn op de naleving van gedragscodes aanspreekbaar, en wanneer zij zich er niet aan houden kan dat gevolgen hebben voor hun functioneren en positie. Het rechtskarakter van een gedragscode is dat van een interne regeling in aanvulling op de wettelijke regels. Naast deze code bestaan er voorschriften die in wet of elders geregeld zijn; bijvoorbeeld over fraude, valsheid in geschrifte en over nevenfuncties. Dergelijke voorschriften zijn dus niet in deze code opgenomen. De code bestaat uit twee delen. Hoofdstuk I beschrijft een aantal kernbegrippen van integriteit, als het ware de algemene uitgangspunten voor de gedragscode. Daarmee wordt het vraagstuk in een breder kader geplaatst. Hoofdstuk II bevat de feitelijke gedragsregels.
1
Hoofdstuk I. Kernbegrippen van bestuurlijke integriteit Leden van de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders (politiek ambtsdragers) stellen bij hun handelen de kwaliteit van het openbaar bestuur centraal. Integriteit van het openbaar bestuur is daarvoor een belangrijke voorwaarde. De belangen van de gemeente Hengelo en in het verlengde daarvan die van haar burgers zijn het primaire richtsnoer. Bestuurlijke integriteit houdt in dat de verantwoordelijkheid die met de functie samenhangt wordt aanvaard en dat er de bereidheid is om daarover verantwoording af te leggen. Verantwoording wordt intern afgelegd aan de collega-ambtsdrager, of binnen het gremium waartoe men behoort, maar ook extern aan organisaties en burgers voor wie de politiek ambtsdragers hun functie vervullen. Een aantal kernbegrippen is daarbij leidend en plaatst bestuurlijke integriteit in een breder perspectief: Dienstbaarheid Het handelen van een politiek ambtsdrager is altijd en volledig gericht op het belang van de gemeente Hengelo en op de organisaties en burgers die daar onderdeel van uit maken. Functionaliteit Het handelen van een politiek ambtsdrager heeft een herkenbaar verband met de functie die hij vervult in het bestuur. Onafhankelijkheid Het handelen van een politiek ambtsdrager wordt gekenmerkt door onpartijdigheid, dat wil zeggen dat geen vermenging optreedt met oneigenlijke belangen en dat ook iedere schijn van een dergelijke vermenging wordt vermeden. Openheid Het handelen van een politiek ambtsdrager is transparant, opdat optimale verantwoording mogelijk is en de controlerende organen volledig inzicht hebben in het handelen van de ambtsdrager en zijn beweegredenen daarbij. Betrouwbaarheid Op een politiek ambtsdrager moet men kunnen rekenen. Een politiek ambtsdrager houdt zich aan zijn/haar afspraken. Kennis en informatie waarover deze ambtsdrager uit hoofde van zijn/haar functie beschikt, wendt hij/zij aan voor het doel waarvoor die zijn gegeven. Zorgvuldigheid Het handelen van een politiek ambtsdrager is zodanig dat alle organisaties en burgers op gelijke wijze en met respect worden bejegend en dat belangen van partijen op correcte wijze worden afgewogen. De voorgaande kernbegrippen zijn de toetssteen voor de nu volgende gedragsafspraken. Gedragingen moeten dus aan deze kernbegrippen getoetst kunnen worden.
2
Hoofdstuk II. Gedragscode bestuurlijke integriteit Artikel 1 Algemene bepalingen 1.1 Onder politiek ambtsdragers worden in het kader van deze regeling verstaan de leden van de gemeenteraad, de fractievertegenwoordigers en de leden van het college van burgemeester en wethouders van Hengelo. 1.2 In gevallen waarin de code niet voorziet of waarbij de toepassing niet eenduidig is, vindt bespreking plaats in het presidium. 1.3 Onder presidium wordt verstaan: het overlegorgaan van de gemeenteraad zoals is omschreven in het ‘Reglement van orde voor de vergaderingen en werkzaamheden van de raad’. 1.4 De code is openbaar en door derden te raadplegen. 1.5 De politiek ambtsdragers ontvangen bij hun aantreden een exemplaar van de gedragscode. 1.6 De politiek ambtsdragers zijn aanspreekbaar op de naleving van deze code.
Artikel 2 Belangenverstrengeling en aanbesteding 2.1 Een politiek ambtsdrager doet opgave van zijn financiële belangen. De griffier houdt hiervan een register bij van de raadsleden en fractievertegenwoordigers dat openbaar is. De secretaris houdt hiervan een register bij van de leden van het college dat openbaar is. 2.2 Bij privaat- publieke samenwerkingsrelaties voorkomt de politiek ambtsdrager (de schijn van) bevoordeling in strijd met eerlijke concurrentieverhoudingen. 2.3 Een oud-politiek ambtsdrager wordt het eerste jaar na de beëindiging van zijn ambtstermijn uitgesloten van het tegen beloning verrichten van werkzaamheden voor de gemeente. 2.4 Indien de onafhankelijke oordeelsvorming van een politiek ambtsdrager over een onderwerp in het geding kan zijn, geeft hij bij de besluitvorming daarover aan in hoeverre het onderwerp hem persoonlijk aangaat. 2.5 Een politiek ambtsdrager die familie- of vriendschapsbetrekkingen of anderszins persoonlijke betrekkingen heeft met een aanbieder van diensten of zaken aan de gemeente onthoudt zich van deelname aan besluitvorming over de desbetreffende opdracht. 2.6 Een politiek ambtsdrager neemt van een aanbieder van diensten of zaken aan de gemeente geen geschenken, faciliteiten of diensten aan die zijn onafhankelijke positie ten opzichte van de aanbieder kan beïnvloeden.
Artikel 3 Nevenfuncties 3.1 Een politiek ambtsdrager vervult geen nevenfuncties die een structureel risico vormen voor een integere invulling van de politieke functie. 3.2 Een politiek ambtsdrager maakt melding van al zijn nevenfuncties, waarbij tevens wordt aangegeven of de functie wel of niet bezoldigd is. De griffier houdt hiervan een register bij van de raadsleden en fractievertegenwoordigers dat openbaar is. De secretaris houdt hiervan een register bij van de leden van het college dat openbaar is. 3.3 Een politiek ambtsdrager behoudt geen inkomsten uit een q.q.-nevenfunctie, tenzij dat op grond van de wet geheel of gedeeltelijk is toegestaan. De inkomsten komen ten goede aan de gemeentekas.
3
3.4 De kosten die een politiek ambtsdrager maakt in verband met een q.q. nevenfunctie, worden slechts door de gemeente Hengelo vergoed indien de instantie waar de nevenfunctie wordt uitgeoefend de betreffende declaratie niet accepteert. Artikel 4 Informatie 4.1 Een politiek ambtsdrager gaat zorgvuldig en correct om met informatie waarover hij uit hoofde van zijn functie beschikt. Hij verstrekt geen geheime informatie, zulks met inachtneming van artikel 25 van de Gemeentewet. Een politiek ambtsdrager zorgt ervoor dat stukken met vertrouwelijke gegevens veilig worden opgeborgen en dat computerbestanden beveiligd zijn. 4.2 Een politiek ambtsdrager maakt niet ten eigen bate of ten bate van persoonlijke betrekkingen gebruik van in de uitoefening van zijn functie verkregen informatie. 4.3 Een politiek ambtsdrager verstrekt geen onjuiste informatie. 4.4 Een politiek ambtsdrager gaat verantwoord om met e-mail en internetfaciliteiten, evenals met sociale media. Artikel 5 Geschenken, diensten en uitnodigingen 5.1 Een politiek ambtsdrager accepteert geen geschenken, faciliteiten of diensten indien zijn onafhankelijke positie hierdoor kan worden beïnvloed. In onderhandelingssituaties weigert hij door betrokken relaties aangeboden geschenken of andere voordelen. 5.2 Geschenken en giften die een politiek ambtsdrager uit hoofde van zijn functie ontvangt en die een geschatte waarde van € 50,- of meer vertegenwoordigen worden gemeld en geregistreerd en zijn eigendom van de gemeente Hengelo. Er wordt door het presidium een gemeentelijke bestemming voor gezocht. De griffier houdt hiervan een register bij van de raadsleden en fractievertegenwoordigers dat openbaar is. De secretaris houdt hiervan een register bij van de leden van het college dat openbaar is. 5.3 Indien een politiek ambtsdrager geschenken of giften uit hoofde van zijn functie ontvangt die een waarde van minder dan € 50,- vertegenwoordigen, kunnen deze worden behouden: de raadsleden en fractievertegenwoordigers doen hiervan melding bij de griffier en de leden van het college doen hiervan melding bij de secretaris. 5.4 Geschenken en giften worden door raadsleden en fractievertegenwoordigers niet op het huisadres ontvangen. Indien dit toch is gebeurd, wordt dit gemeld in het presidium, waar de bestemming van het geschenk wordt bepaald. 5.5 Geschenken en giften worden door de leden van het college niet op het huisadres ontvangen. Indien dit toch is gebeurd, wordt dit gemeld in het college, waar de bestemming van het geschenk wordt bepaald. 5.6 Aanbiedingen voor privé-werkzaamheden of kortingen op privé-goederen worden niet geaccepteerd. 5.7 Een politiek ambtsdrager bespreekt in het bestuursorgaan waar hij deel van uitmaakt uitnodigingen voor excursies en evenementen op kosten van derden. Artikel 6 Financiële uitgaven door politiek ambtsdragers 6.1 Uitgaven worden uitsluitend vergoed als het gemeentebelang en de functionaliteit ervan, in relatie tot de omvang van het bedrag, kunnen worden aangetoond. De politiek ambtsdrager is terughoudend bij het in rekening brengen van uitgaven die zich op het grensgebied van privé en publiek bevinden. 6.2 Ter bepaling van de functionaliteit van financiële uitgaven worden de volgende criteria gehanteerd: - met de uitgave is het belang van de gemeente Hengelo gediend en - de uitgave vloeit voort uit het lidmaatschap van de raad respectievelijk het college.
4
Artikel 7 Declaraties 7.1 De politiek ambtsdrager declareert geen kosten die reeds op andere wijze worden vergoed. 7.2 Een declaratie wordt ingediend door middel van een daartoe vastgesteld formulier. Bij het formulier wordt een betalingsbewijs gevoegd en op het formulier wordt de functionaliteit van de uitgave vermeld door de politiek ambtsdrager. 7.3 Gemaakte kosten worden binnen drie maanden gedeclareerd. Eventuele voorschotten worden voor zover mogelijk binnen een maand afgerekend. 7.4 De griffier is verantwoordelijk voor een deugdelijke administratieve afhandeling en registratie van declaraties van raadsleden en fractievertegenwoordigers. 7.5 De secretaris is verantwoordelijk voor een deugdelijke administratieve afhandeling en registratie van declaraties van de leden van het college. 7.5 In geval van twijfel omtrent een declaratie, wordt deze voorgelegd aan de burgemeester. Zo nodig wordt de declaratie aan het presidium voorgelegd. Artikel 8 Dienstreizen 8.1 Een politiek ambtsdrager die het voornemen heeft om uit hoofde van zijn functie een buitenlandse reis te maken of is uitgenodigd voor een buitenlandse reis of werkbezoek op kosten van derden, heeft vooraf toestemming nodig van het gremium waartoe hij behoort. De mate waarin het gemeentelijk belang is gediend bij de reis is doorslaggevend voor de besluitvorming. 8.2 De politiek ambtsdrager meldt het voornemen tot een buitenlandse reis of een uitnodiging daartoe in het bestuursorgaan waar hij deel van uitmaakt en verschaft daarbij informatie over het doel van de reis, de bijbehorende beleidsoverwegingen, de samenstelling van het gezelschap, de geraamde kosten en de wijze waarop van de reis verslag wordt gedaan. 8.3 Het ten laste van de gemeente meereizen van de partner van de politiek ambtsdrager naar en in het buitenland is uitsluitend toegestaan als dit gebeurt op uitnodiging van de ontvangende partij en het belang van de gemeente daarmee is gediend. Het meereizen van de partner wordt bij de besluitvorming betrokken. 8.4 Het anderszins meereizen naar en in het buitenland van derden op kosten van de gemeente is niet toegestaan. Het meereizen van derden op eigen kosten is weliswaar niet verboden maar wordt in het algemeen ontraden. In ieder geval wordt dit bij de besluitvorming betrokken. 8.5 Het meereizen van derden op kosten van de uitnodigende partij is niet toegestaan. 8.6 Het verlengen van een buitenlandse dienstreis voor privédoeleinden is slechts beperkt toegestaan en moet worden betrokken in de besluitvorming. De extra reis- en verblijfkosten en de fiscale gevolgen komen volledig voor rekening van de desbetreffende ambtsdrager. Artikel 9 Gebruik van gemeentelijke voorzieningen 9.1 Gebruik van gemeentelijke eigendommen of voorzieningen voor doeleinden die niet overeenkomen met de functie van politiek ambtsdrager en fractievertegenwoordiger is niet toegestaan. Aldus gedaan door de raad der gemeente Hengelo in zijn openbare vergadering van 23 april 2013 Voorzitter
Griffier
5
Artikelsgewijze toelichting Daar waar het artikel voor zichzelf spreekt is geen verdere toelichting gegeven. Artikel 1 Algemene bepalingen Artikel 1.5 is toegevoegd op basis van de modelgedragscode zoals vastgesteld door de VNG. In artikel 1 wordt het presidium genoemd als orgaan dat belast is met de uitvoering van diverse uitvoerende handelingen die het gevolg zijn van deze gedragscode. Het presidium is genoemd omdat dit orgaan een basis heeft in het Reglement van orde voor de vergaderingen van de raad. Het politiek beraad zoals wij dat kennen heeft geen basis in een reglement, en is ook niet primair bedoeld om regelingen uit te voeren. Overigens vormt deze gedragscode geen belemmering om eventuele zich voordoende integriteitsvraagstukken ook te bespreken in het politiek beraad. Artikel 2 Belangenverstrengeling en aanbesteding 2.1 De tekst van de regeling uit 2005 luidt: “Een raadslid doet opgave van zijn financiële belangen in ondernemingen en organisaties waarmee de gemeente zakelijke betrekkingen onderhoudt. De raadsgriffier houdt hiervan een register bij dat openbaar is.” De zinsnede “in ondernemingen en organisaties waarmee de gemeente zakelijke betrekkingen onderhoudt” bevat geen consistent criterium, immers een raadslid behoeft niet altijd te weten met welke ondernemingen en organisaties de gemeente betrekkingen onderhoudt. Het is achteraf bezien beter om een politiek ambtsdrager, conform de modelgedragscode, te verplichten om in zijn algemeenheid opgave te doen van zijn/haar financiële belangen. 2.4 en 2.5 De tekst van de regeling uit 2005 luidt: “2.4 Een raadslid dat familie- of vriendschapsbetrekkingen of anderszins persoonlijke, zakelijke of bestuurlijke betrekkingen heeft met een aanbieder van diensten aan de gemeente Hengelo, doet hiervan voorafgaand aan de vergadering melding aan de voorzitter en onthoudt zich van stemming over het onderwerp, zulks met inachtneming van het bepaalde in artikel 28 Gemeentewet. 2.5 Een raadslid dat familie- of vriendschapsbetrekkingen of anderszins persoonlijke, zakelijke of bestuurlijke betrekking heeft met een aanbieder van diensten aan de gemeente Hengelo, neemt alleen deel aan de beraadslagingen over dit onderwerp als de betrekking vooraf bij de voorzitter van de vergadering is gemeld en deze daarvan mededeling heeft gedaan aan de vergadering.” De herziene tekst conformeert zich aan de tekst van het VNG-model. Daarbij moet worden opgemerkt, dat de zinsnede “onthoudt zich van deelname aan de besluitvorming” verder kan gaan dan artikel 28 Gemeentewet (stemverbod) en meer overeenkomt met artikel 2:4 Awb lid 2 (besluitvorming beïnvloeden). In dit verband wordt gewezen op de uitspraak van het Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State in de zaak “Loenen” (LJN: BQ 8863). Het volgende citaat geeft de kern van de uitspraak weer: “De VNG ziet de uitspraak in elk geval in het verlengde van de Winssum-uitspraak met een belangrijke aanscherping: indien er een persoonlijk belang is bij een bepaald besluit mag een raadslid niet meestemmen over dat besluit, ongeacht de vraag of zijn of haar stem wel of niet beslissend is. Met andere woorden: een besluit kan worden vernietigd wanneer een raadslid niet heeft voldaan aan het bepaalde in artikel 2:4 Awb.” De afdeling rechtspraak stelt vast dat uit de notulen van de raadsvergadering kan worden afgeleid dat het raadslid actief betrokken is gewest bij het bewerkstelligen van wijzigingen in het door het college voorgestelde plan, die in feite hebben geleid tot een gunstiger woon- en leefklimaat ter hoogte van zijn gronden. Hiermee is naar derden toe de schijn gewekt dat dit persoonlijk belang van invloed is geweest op de besluitvorming, hetgeen de raad ingevolge artikel 2.4 van de Awb dient te voorkomen. Het is niet van belang of het betrokken raadslid daadwerkelijk het oogmerk had te bewerkstelligen om een plan ten gunste van zijn woon- en leefklimaat vast te stellen. Ook indien in dit opzicht van de goede trouw van het betrokken raadslid wordt uitgegaan, kan de schijn van belangenverstrengeling zijn gewekt. Van belang is verder dat over de vraag of meegestemd mag worden alleen het betrokken raadslid zelf een besluit kan nemen (het verbod richt zich immers tot hem of haar in persoon). Noch de raad, noch de raadsvoorzitter kan daarover een besluit nemen, hoogstens een advies geven. Het hangt dus volledig af van de verantwoordelijkheid van het betrokken raadslid. Indien een raadslid wel heeft meegestemd maar dat niet had mogen doen is het raadsbesluit daarmee niet ongeldig. Het kan echter wel door de Kroon worden vernietigd. In de praktijk gebeurde dat
6
alleen wanneer de deelname aan de stemming van beslissende invloed is geweest, maar dat principe kan door de ‘Loenen uitspraak‘ op losse schroeven komen te staan. Het zich onthouden van stemmen is een uitzondering op het uitgangspunt dat een raadslid in zijn functie van volksvertegenwoordiger keuzes dient te maken en dus deelneemt aan de stemmingen. Dit kan lastig zijn. Het is niet altijd gemakkelijk voor een raadslid om een keuze te maken en dit uit te leggen aan de achterban. Het zich onthouden van stemming is bedoeld om belangenverstrengeling te voorkomen en mag uitdrukkelijk niet gebruikt worden om lastige besluiten uit de weg te gaan. 2.6 Door het woord “geschenken” in te voegen wordt een omissie van de tekst van de regeling uit 2005 hersteld. Artikel 3 Nevenfuncties 3.1 De tekst van de regeling uit 2005 luidt: “Een raadslid vervult geen nevenfuncties waarbij strijdigheid is of kan zijn met het belang van de gemeente Hengelo.” De oorspronkelijke tekst bevat, achteraf bezien, geen reële norm omdat een mogelijke strijdigheid op voorhand niet kan worden uitgesloten. De huidige tekst bevat de regel dat een politiek ambtsdrager geen nevenfuncties vervult die een structureel risico vormen voor een integere invulling van de politieke functie, en is conform het VNG-model. Voor politiek ambtsdragers zijn nevenfuncties zijn positief te waarderen: uit maatschappelijk, bestuurlijk en persoonlijk oogpunt. Er zit ook een risico aan nevenfuncties. Bij het aanvaarden van nevenfuncties zijn de volgende afwegingen van belang: 1. Tussen het ambt en de nevenfunctie mag geen belangenverstrengeling optreden of de schijn daarvan worden gewekt. Het gaat daarbij niet allen over mogelijk persoonlijk voordeel voor de politiek ambtsdrager zelf, maar ook voor personen, bedrijven of instellingen in zijn omgeving. Dit voordel kan ook bestaan uit het doorgeven van vertrouwelijke overheidsinformatie. Het risico van belangenverstrengeling hoeft overigens niet altijd te betekenen dat de nevenfunctie moet worden opgegeven. Soms is het risico incidenteel. In dat geval zou de politiek ambtsdrager zich buiten de concrete besluitvorming moeten houden. Terughoudendheid is in elk geval geboden bij nevenfuncties in organisaties die substantieel subsidie ontvangen of die op welke manier dan ook betrokken kunnen zijn bij de overheid waar men het politieke ambt vervult. 2. het vervullen van de nevenfunctie mag geen afbreuk doen aan het aanzien van het ambt; 3. de nevenfunctie mag niet zoveel tijd kosten dat het functioneren als politiek ambtsdrager in het geding komt; 4. De honorering van de nevenactiviteiten mag geen aanleiding geven tot discussies. 3.3 De Q.q.-nevenfunctie Sommige nevenfuncties vervullen volksvertegenwoordigers uit hoofde van hun politieke functie. Dat zijn de nevenfuncties waarin zij ‘qualitate qua’ zijn benoemd. Aan de hand van de volgende criteria kan worden bepaald of een nevenfunctie een q.q.nevenfunctie is: 1. Er is een aantoonbaar belang voor de betreffende overheid (gemeente) dat de nevenfunctie door een politiek ambtsdrager wordt vervuld. Hij behartigt dan (in)direct de belangen van de gemeente: 2. De nevenfunctie is gekoppeld aan de inhoud en duur van het politieke ambt. Wordt dat beëindigd, dan moet de nevenfunctie ook worden neergelegd. Of sprake is van een q.q.-nevenfunctie zal uiteindelijk uit de feitelijke context moeten blijken.
7
Artikel 4 Informatie De teksttoevoegingen zijn gedaan op basis van de modelgedragscode. Sociale media is een verzamelnaam voor alle internettoepassingen waarmee informatie kan worden gedeeld op een snelle en gebruiksvriendelijke manier zoals Hyves, Twitter en Facebook. Het is voor raadleden een mogelijkheid om de dialoog met de burgers aan te gaan. De gemeente Hengelo heeft enkele richtlijnen (tips) opgesteld voor ambtenaren hoe om te gaan met sociale media, deze kunnen ook voor raadsleden dienstig zijn (zie notitie “Hoe ga je als ambtenaar om met sociale media?” van 10 april 2012). Artikel 5 Geschenken, diensten en uitnodigingen. Aanvulling tekst op basis van de modelgedragscode. Artikel 6 Financiële uitgaven door raadsleden Dit artikel kan worden beschouwd als een ‘kapstok’artikel. De wijze waarop wij in Hengelo invulling hebben gegeven aan, en afspraken hebben gemaakt over de financiële uitgaven die politiek ambtsdragers kunnen doen zijn ondermeer vastgelegd in de ‘’Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2011’’. Artikel 7 Declaraties Een politiek ambtsdrager kan op basis van de voor hem/haar geldende rechtspositiebesluiten (zoals; “Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2011” en de vaste onkostenvergoeding voor raadsleden) aanspraak maken op een (on)kostenvergoeding. Daarbij geldt dat kosten gedeclareerd moeten worden bij de daarvoor bestemde ‘instantie’ (zie bepalingen van de desbetreffende rechtspositiebesluiten). Artikel 7 is niet (tevens) van toepassing in geval aanspraak bestaat op een vergoeding op basis van een andere voorziening. Artikel 8 Dienstreizen Artikel 5 t/m 7 (raadsleden) en 15 t/m 19 (wethouders) van de “Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2011”, bevat richtlijnen voor politiek ambtsdragers met betrekking tot reiskosten die verband houden met de uitoefening van de ambtsfunctie. De in de gedragscode opgenomen richtlijn heeft betrekking op een reis of een werkbezoek met een bestemming in het buitenland. Daarbij is de afweging of de reis of het werkbezoek in het belang van de gemeente is aan het gremium waarvan de ambtsdrager deel uitmaakt. Artikel 9 Gebruik van gemeentelijke voorzieningen De bepalingen omtrent het gebruik van computer en netwerk zijn opgenomen in de “Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2011” van 25 januari 2011. In algemene zin is het belangrijk dat gemeentelijke voorzieningen uitsluitend worden gebruikt voor activiteiten die verband houden met het uitoefenen van het ‘ambt’. Dit houdt bijvoorbeeld in dat de gemeentelijke kopieermachines niet worden gebruikt voor het vermenigvuldigen van verkiezingsposters/-pamfletten.
8