M.G. HERL ARMATURENFABRIK GMBH & CO KG P.O.B. 56 01 31 D-50986 KÖLN WANKELSTRASSE 40 D-50996 KÖLN Tel.(+49) 2236-3900-0 Fax (+49) 2236-3900-39 HTTP://WWW.HERL.DE E-MAIL:
[email protected]
Gebruiksaanwijzing voor afsluitkleppen, handbediende regelkleppen, terugslagkleppen, wisselkleppen, snelsluitkleppen en vuilverzamelaars Deze gebruiksaanwijzing is samengesteld in overeenstemming met de richtlijn 97/23/EU, richtlijn voor onder druk staande apparatuur, bijlage I nr. 3.4 (DGR resp. PED). Voor de in deze gebruiksaanwijzing besproken armaturen is een gevarenanalyse beschikbaar. De hieronder beschreven werkzaamheden m.b.t. montage, ingebruikneming, gebruik en onderhoud van kleppen en vuilverzamelaars mogen uitsluitend worden uitgevoerd volgens het bestemde doel en door daartoe geautoriseerde personen. Bij ingebruikneming, gebruik en onderhoud beslist de aanwijzingen over het gebruik van persoonlijke veiligheidsuitrusting (PVU) in acht nemen. Bij armaturen met een kleinere nominale diameter (DN), die niet vallen onder de richtlijn voor onder druk staande apparatuur, moet op overeenkomstige wijze worden gehandeld.
1
Montage inclusief verbinding van verschillende drukapparaten
1.1 Aanduiding Alle armaturen zijn overeenkomstig prEN 12284 (DIN 3158) op de behuizing voorzien van de volgende aanduidingen: x· Fabrikantaanduiding (HERL) / bouwjaar x· Chargenummer van het materiaal en afkortingsteken van de leverancier x· Typeaanduiding x· Toegestane bedrijfsoverdruk (PS) x· Nominale diameter (DN) – nominale druk (PN) x· Grondstofaanduiding x· Richtingpijl van de doorstroomrichting x· CE-aanduiding vanaf DN 32 Typeaanduidingen Kleine kleppen T34, T37, T63, T64 Handbediende afsluit- en regelkleppen T2, T4, T5, T51, T52, T6, T61, T62, T11 Terugslagkleppen en terugslagventielen T2, T4, T5, T51, T52, T6, T61, T62, T11, R1S Wisselkleppen T19A, T25 Snelsluitkleppen T38, als combinatie: T38/T2, T38/T5 Vuilverzamelaars T2, T4, T5, T51, T52, T6, T61, T62, T11 De typeaanduidingen kunnen bestaan uit de volgende letters/lettercombinaties, die het materiaal of de uitvoering aanduiden: V VA F of .F .L .SW/FPT .FPT/SW .S .E -R -R/AV -RUV -RUV/AV
smeedstaal/gegoten staal edelstaal bovendeel geflensd lang bovendeel inlaat moflaseinde / uitlaat FPTschroefdraadaansluiting inlaat FPT-schroefdraadaansluiting / uitlaat moflaseinde speciale uitvoering qua aansluitingen met toegevoegd getal voor nadere beschrijving van de aansluitingen voor laseinden regelklep regelklep met zachte afdichting terugslagklep afsluitbare terugslagklep
05/2002 - niederländisch
/TF /TG
terugslagklep voor vloeistof terugslagklep voor zuig- of drukgas
.FA .CO2 .CO2L .CO2I -SS
vouwbalg klep voor CO2 klep voor CO2, levensmiddeluitvoering klep voor CO2, industrie-uitvoering vuilverzamelaar
1.2 Oppervlakbescherming De armaturen hebben de volgende oppervlakbescherming: - zilverkleurige AQUA-lak of - zink-chroomlaag. Deze oppervlakbescherming is uitsluitend bedoeld voor droog transport en opslag in droge, verwarmde ruimtes. De armaturen moeten worden voorzien van een extra laag grondverf voordat er een duurzame verflaag of isolatie op kan worden aangebracht. Bij het verven moet worden voorkomen dat er verf op de spil en op het kapschroefdraad van het bovendeel terechtkomt. Daarom mogen meegeleverde kappen van de armaturen niet worden verwijderd. Armaturen met handwiel moeten tijdens het verven worden voorzien van een kap of op andere wijze goed worden beschermd. 1.3 Algemene inbouwvoorschriften Tot aan hun inbouw moeten de armaturen worden beschermd tegen verontreiniging en vocht. Vooral op bouwplaatsen dient men hiervoor te zorgen. De armaturen zijn in principe geschikt voor koelmiddelen (vermeld in EN378-1) en koelmedia. Afhankelijk van de vloeistof en de gebruiksomstandigheden worden afdichtingen uit verschillende grondstoffen en met uiteenlopende smeermiddelen gebruikt. Voor het inbouwen moet de geschiktheid van de armaturen worden gecontroleerd. Attentie! Openingen en afdichtvlakken van de armaturen moeten altijd door middel van een kunststof stop of kap worden beschermd tegen beschadiging en vervuiling. De monteur moet voor het inbouwen controleren of deze kunststof stoppen en kappen zijn verwijderd. De armaturen zijn voorzien van een pijl die de stromingsrichting aangeeft. Bij afsluitkleppen toont deze pijl de voorkeurstromingsrichting waarbij het drukverlies het kleinst is. De buisleidingen en hun houders moeten zodanig worden aangelegd dat er geen schadelijke invloed op de armaturenbehuizing mogelijk is door schuif- en buigbewegingen en trillingen. De buisleidingen moeten spanningsvrij op de armaturen worden aangesloten, om te voorkomen dat de verbindingen op den duur beschadigd raken. Wanneer er lekkages ontstaan, kan er vloeistof (bijv. koelmiddel) ontsnappen. De inbouw in een buisleidingensysteem moet zodanig worden uitgevoerd dat onderhouds- en inspectiewerkzaamheden mogelijk zijn. Bij het aanbrengen van kleppen in koelinstallaties moeten de eisen van EN378 in acht worden genomen. De klepspillen moeten worden beveiligd tegen vervuiling en weersinvloeden, bijv. door de meegeleverde kappen. 1.4 Inbouwvoorschriften voor armaturen met flensaansluiting Bij het inbouwen van flensarmaturen moet men erop letten dat de flensparen parallel en concentrisch ten opzichte van elkaar worden gemonteerd en dat de afdichtingen op de aansluitvlakken goed zijn gecentreerd. De schroeven van de flensverbindingen bij de in- en uitlaat moeten bij de montage kruiselings en gelijkmatig worden vastgedraaid, bij voorkeur met een momentsleutel (zie Tabel met aanhaaldraaimomenten).
16.02.85
M.G. HERL ARMATURENFABRIK GMBH & CO KG P.O.B. 56 01 31 D-50986 KÖLN WANKELSTRASSE 40 D-50996 KÖLN Tel.(+49) 2236-3900-0 Fax (+49) 2236-3900-39 HTTP://WWW.HERL.DE E-MAIL:
[email protected] 1.5 Inbouwvoorschriften voor armaturen met laseinden De lasadviezen voor HERL-kleppen in hoofdstuk 16 van de catalogus moeten in acht worden genomen. Bij het vastlassen van armaturen moet men goed letten op reinheid, omdat ongewenste voorwerpen en verontreinigingen in de klepbehuizing leiden tot beschadiging van de afdichtvlakken en van de spilgeleidingen. Eventueel de behuizing van de armaturen inwendig reinigen na het lassen. Bij het demonteren van bovendelen raden wij aan de bovendelen en de behuizingen te markeren, bijv. met behulp van een center, zodat deze weer op het bijbehorende klephuis en in dezelfde positie kunnen worden aangebracht. Indien er kleppen in geassembleerde toestand kunnen worden vastgelast, moeten de kleppen worden geopend. Zo wordt het afsluitende gedeelte zeker van het afdichtvlak gescheiden. Bij het vastlassen van terugslagkleppen moet het bovendeel worden gedemonteerd van het afsluitgedeelte. Bij snelsluitkleppen moet voor het lassen de lassok worden gedemonteerd. 1.6. Aanwijzingen voor afsluit-, regel- en wisselkleppen Aanduiding onder de handwielmoer met een plaatje: REGELKLEP. In het vierkant van de spil is de letter C gestempeld. Afsluit-, regel- en wisselkleppen kunnen in principe op elke plaats worden ingebouwd. Aanwijzing: Doorgangsafsluitkleppen in koelinstallaties moeten altijd met een liggende spil worden ingebouwd om vloeistofopsluiting in het klephuis te voorkomen. In condensaatleidingen kan vloeistofopsluiting leiden tot vloeistofophoping in de verdichter. Attentie! Bij kleppen met doorlaatslag-afsluitgedeelte (vanaf DN 250) moet men er rekening mee houden dat de hogere druk (attentie, hierop letten bij de druktest) inwerkt op het afsluitgedeelte. Anders is het mogelijk dat de klep handmatig niet geheel gesloten kan worden en dat de loodafdichting van het doorlaatslag-afsluitgedeelte bij het sluiten beschadigd raakt. 1.7 Aanwijzingen voor terugslagkleppen en terugslagventielen Aanduiding op het klepbovendeel: RUV Voor vloeistofleidingen is het afsluitgedeelte voorzien van een schroefveer (aanduiding: typeaanduiding eindigt op TF. Voor zuiggas- en drukgasleidingen is het afsluitgedeelte niet voorzien van een schroefveer (aanduiding: typeaanduiding eindigt op TG). Terugslagkleppen moeten worden ingebouwd met afsluitgedeelten die loodrecht naar onderen sluiten. Terugslagkleppen inbouwen in horizontale buisleidingen, anders kan een foutloze werking ervan onder bepaalde omstandigheden niet worden gewaarborgd. 1.8 Aanwijzingen voor wisselkleppen Wisselkleppen hebben geen spilretourafdichting waarmee de stopbusruimte kan worden afgedicht tegen de binnendruk (zie 4.4). 1.9 Aanwijzingen voor vuilverzamelaars Aanduiding op het klepbovendeel: FILTER Bij het inbouwen van vuilverzamelaars moet men ervoor zorgen dat het bovendeel zo recht mogelijk naar onderen wijst. Daardoor kan het bovendeel met het zeefinzetstuk naar beneden worden gedemonteerd zonder dat er vuilresten achterblijven in de vuilverzamelaar. 1.10 Aanwijzingen voor snelsluitkleppen voor de olieaftap Snelsluitkleppen moeten in principe met een voorgeschakelde afsluitklep met liggende spil worden ingebouwd (zie EN 378). Snelsluitkleppen worden geleverd met een slangmondstuk en een vastgeketende sluitkap. De olieafvoer moet naar onderen zijn gericht om te voorkomen dat er olie achterblijft tussen de afsluitklep en de snelsluitklep.
2
Ingebruikneming
Bij de ingebruikneming van nieuwe installaties en na reparaties moeten afsluitkleppen, zover dit mogelijk is, volledig worden geopend. Ongewenste voorwerpen en verontreinigingen in de kringloop worden dan opgevangen in de vuilverzamelaars en kunnen worden verwijderd (zie 4.5). 05/2002 - niederländisch
De werking en dichtheid van de ingebouwde armaturen moet worden gecontroleerd tijdens de dichtheidscontrole en nadat de bedrijfsdrukken en bedrijfstemperaturen zijn bereikt. Verwijder hiertoe de klepkappen (zie 3). Eventuele ondichtheid van de stopbus moet worden verholpen door de stopbusmoer of het drukstuk vast te draaien. Bij vouwbalgkleppen moet de stopbus worden vastgedraaid volgens de Tabel met aanhaaldraaimomenten. Voorzichtig! Uit ondichte stopbussen van kleppen in buisleidingen van koelinstallaties kan vloeibaar koelmiddel uittreden. Risico van brandwonden! Gebruik een geschikte PVU (bijv. veiligheidsbril, veiligheidshandschoenen). Ondichtheid van de bovendeelafdichting dient te worden verholpen door de bovendeelschroeven kruiselings en gelijkmatig vast te draaien, bij voorkeur met een momentsleutel (zie voor het draaimoment de Tabel met aanhaaldraaimomenten). Hierbij moet de klep volledig open zijn om te voorkomen dat het afsluitgedeelte op de klepzitting wordt geperst. Het bovendeel moet er vlak opliggen.
3
Gebruik
Kleppen mogen alleen worden gebruikt volgens hun bestemde doel. Dit is alleen het geval indien de gebruiksaanwijzing van de installatiefabrikant in acht wordt genomen. Afsluit- en regelkleppen Afsluit- en regelkleppen worden (kijkend op het bovendeel) gesloten door het handwiel met de klok mee te draaien en geopend door het handwiel tegen de klok in te draaien. Afsluitkleppen mogen uitsluitend in volledig geopende toestand (d.w.z. gesloten tegen de retourafdichting) of in volledig gesloten toestand (d.w.z. gesloten tegen de klepzitting) worden gebruikt. Voor het verminderen van de vloeistofstroom mogen uitsluitend regelkleppen worden gebruikt. Een te hoge snelheid van de vloeistof in de opening tussen het afsluitgedeelte en de klepzitting van afsluitkleppen kan leiden tot cavitatie en erosie, en daardoor tot ondichtheid. Kappen De kappen moeten worden verwijderd om te kleppen te kunnen gebruiken. Voorzichtig! Gebruik bij het afschroeven van de kap een geschikte PVU (bijv. veiligheidsbril, veiligheidshandschoenen). Voordat kappen worden verwijderd moeten ze eventueel worden ontdaan van ijs. Bij het schroefdraad van de kap bevindt zich een drukontlastingsboorgat dat dient om vloeistof te laten ontsnappen. Dit gat moet beslist open zijn. Bij het reinigen van een verstopt drukontlastingsboorgat moet men altijd het gat weg van het lichaam richten, om te voorkomen dat men wordt getroffen door vrijkomende vloeistof. Aanwijzing: Wanneer het drukontlastingsboorgat de binnenruimte vrij geeft, beschikt de kap nog over voldoende dragend schroefdraad. Bij het opschroeven van kappen een afdichting aanbrengen. Kappen stevig vastdraaien om te voorkomen dat er vocht in de binnenruimte komt. Attentie! Geplombeerde kapkleppen mogen uitsluitend worden gebruikt in noodgevallen of bij onderhoudswerkzaamheden terwijl de installatie stilligt. Na beëindiging van deze situaties moeten de kleppen onmiddellijk opnieuw worden geplombeerd door een vakman (volgens EN 13 313). Een onjuiste klepstand kan leiden tot ontoelaatbare drukoverschrijding in onder druk staande apparatuur! Contacttemperatuur Kleppen zijn soms ingebouwd in buisleidingen waar een zeer lage of zeer hoge temperatuur heerst. Bij het hanteren van deze kleppen moet men een geschikte PVU dragen (bijv. veiligheidshandschoenen). Snelsluitkleppen voor olieaftap Men dient eraan te denken dat de snelsluitkleppen veerbelast zijn en bij een overdruk van >20 bar openen; daarom moet de afsluitklep voor de snelsluitklep beslist worden gesloten. De uitlaat van de snelsluitkleppen moet zijn voorzien van een vaste leiding of een slang om te voorkomen dat het samen met de olie uittredende koelmiddel in contact komt met het bedieningspersoneel en om ervoor te zorgen dat bij noodgevallen het bedieningspersoneel zonder risico‘s de voorgeschakelde afsluitklep kan sluiten.
16.02.86
M.G. HERL ARMATURENFABRIK GMBH & CO KG P.O.B. 56 01 31 D-50986 KÖLN WANKELSTRASSE 40 D-50996 KÖLN Tel.(+49) 2236-3900-0 Fax (+49) 2236-3900-39 HTTP://WWW.HERL.DE E-MAIL:
[email protected] Attentie! Gebruik een geschikte PVU (bijv. gasmasker en veiligheidshandschoenen). Aanbeveling: Kap na het gebruik opschroeven.
4
Onderhoud en inspectie door de gebruiker
4.1 Algemeen HERL-armaturen behoeven grotendeels geen onderhoud. De grondstoffen zijn zodanig gekozen dat slijtage minimaal blijft, vooral tussen de onderdelen die wrijvingscontact maken. Om veiligheidsredenen dienen echter alle armaturen, vooral zij die zelden gebruikt worden of moeilijk toegankelijk zijn, in het kader van installatie-inspecties te worden gecontroleerd op dichtheid en goede werking. Bij de stopbussen en vouwbalgen van kleppen die zijn afgesloten met kappen, kunnen lekken pas worden geconstateerd nadat de kappen zijn verwijderd. Hierbij dient men te werk te gaan volgens de instructies onder punt 3. Als er bij onderhoudswerkzaamheden bovendelen van kleppen worden gedemonteerd, moeten er nieuwe afdichtingen worden gebruikt bij het opnieuw assembleren. 4.2 Retourafdichting Bij volledig geopende afsluit- en regelkleppen drukt de retourafdichting van de spillen de stopbusruimte dicht tegen de klepkamer, zodat het aanbrengen van een nieuwe pakking in de stopbus ook mogelijk is indien de klepkamer onder druk staat. Bij wisselkleppen is dit niet het geval. Attentie! Sedimenten en vuil kunnen lekkage tot gevolg hebben. Gebruik een geschikte PVU (bijv. veiligheidsbril en veiligheidshandschoenen). Handelingen: • De spil met behulp van het handwiel in de richting „openen“ draaien (tegen de klok in) totdat het afdichtvlak van de spil tegen het afdichtvlak van het bovendeel ligt. • Daarna een kwartslag tot een halve slag terugdraaien (met de klok mee). Daarna zorgt een krachtige ruk in de omgekeerde richting voor een goede metaal-retourafdichting. • Handwiel verwijderen om ongewenste beweging van de spil te voorkomen. 4.3 Vaster draaien van de stopbuspakking Bij lekken in de stopbus moet eerst de stopbusmoer vaster worden gedraaid. Attentie! Gebruik bij het vaster draaien een geschikte PVU (bijv. veiligheidsbril en veiligheidshandschoenen). Het vaster draaien dient zodanig te gebeuren dat de spil nog kan worden gedraaid. De draaimomenten voor de stopbusmoeren vindt u in de Tabel met aanhaaldraaimomenten. Vouwbalgkleppen Om te voorkomen dat er via de stopbus vocht binnendringt in de vouwbalg, moet bij inspecties de stopbusmoer worden gecontroleerd op basis van de Tabel met aanhaaldraaimomenten. 4.4 Vervangen van de stopbuspakking De pakking van de stopbus moet worden vervangen als de lekkage niet wordt verholpen door het vaster draaien (zie 4.4). Door de stopbus op tijd te voorzien van een nieuwe pakking, blijft een goede werking van de klep gewaarborgd. Attentie! Gebruik bij het demonteren van de stopbus een geschikte PVU (bijv. veiligheidsbril). Benodigd gereedschap: Twee pakkingtrekkers en stopijzers. Afsluit- en regelkleppen Handelingen:
•
Activeren van de retourafdichting volgens 4.2. De stopbuspakking is nu buiten werking. De retourafdichting zorgt alleen voor afdichting t.o.v. de binnenruimte.
•
Voordat de stopbusringen worden gedemonteerd, moeten het onderlegplaatje en de moer van het handwiel worden gemonteerd om de stopbusbus resp. het drukstuk een aanslagpunt te bieden bij eventuele druk in de pakkingruimte.
• •
Onderlegplaatje en moer van het handwiel verwijderen. Aanzetten van de pakkingtrekkers – tegenover elkaar liggend – zo mogelijk op de buitenrand van de pakking, om beschadiging van het spiloppervlak te voorkomen. • Pakkingtrekkers rechtsom in de pakking draaien. • Pakkingringen uittrekken door de pakkingtrekkers gelijkmatig op te tillen. • Spilschacht reinigen met een niet-pluizende doek. • Nieuwe ringen aanbrengen volgens de tekening Vervangingsonderdelensets. • Afmeting en aantal van de ringen per pakking in acht nemen. • Stopbusbus en stopbusmoer monteren. • Stopbusmoer vastdraaien volgens de Tabel met aanhaaldraaimomenten. • Handwiel resp. kap monteren. Kleppen met geschroefd bovendeel: • Drukstuk demonteren, onderlegplaatje en moer van het handwiel verwijderen. • Pakkingtrekker aanzetten door hem voorzichtig in het bovendeel te steken.
•
Pakkingtrekker linksom in het pakkingbuisje draaien; hierbij benedenwaartse druk uitoefenen. • Pakkingbuisje uittrekken door de pakkingtrekker linksom draaiend op te tillen. • Spilschacht reinigen met een niet-pluizende doek. • Nieuw pakkingbuisje monteren. • Drukstuk monteren. • Drukstuk vastdraaien volgens de Tabel met aanhaaldraaimomenten. • Handwiel resp. kap monteren. Wisselkleppen Wisselkleppen hebben geen retourafdichting om de stopbusruimte af te dichten t.o.v. de klepbinnenruimte. Indien een vloeistof binnendruk veroorzaakt, kan de stopbuspakking pas zonder risico‘s worden vervangen nadat de druk in de klepbinnenruimte (d.w.z. bij de inlaat van de wisselklep) is verlaagd tot atmosferische druk. Deze drukontlasting moet worden uitgevoerd volgens de gebruiksaanwijzing van de installatiefabrikant. Belangrijk: HERL raadt u aan de stopbuspakking uitsluitend te vervangen wanneer de wisselklep is gedemonteerd. Handelingen: • Zie 4.4. 4.5 Openen van kleppen en vuilverzamelaars in koelmiddelkringlopen De binnenruimte van kleppen en vuilverzamelaars in koelinstallaties staat onder systeemdruk. De kleppen en vuilverzamelaars moeten drukloos worden gemaakt en worden ontdaan van vloeibare koelmiddelen voordat ze worden geopend (zie hiervoor de gebruiksaanwijzing van de koelinstallatie). Bij de drukvermindering kunnen deze armaturen zeer koud worden door de ontspanning van vloeibaar koelmiddel. Om het binnendringen van vochtige lucht te voorkomen, mogen de armaturen pas worden geopend nadat ze zijn opgewarmd tot omgevingstemperatuur. Geen open vlam gebruiken om de opwarming sneller te laten verlopen! Gebruik een geschikte PVU (bijv. veiligheidsbril en veiligheidshandschoenen). 4.6 Vuilverzamelaars Neem bij het reinigen van het zeefinzetstuk de gebruiksaanwijzing van de installatiefabrikant in acht. De te gebruiken reinigingsmiddelen en methoden zijn afhankelijk van de vloeistof. Bij het opnieuw monteren van het bovendeel een nieuwe afdichting gebruiken en de schroeven kruiselings vastdraaien met het in de Tabel met aanhaaldraaimomenten genoemde draaimoment. Aanwijzing: Na alle onderhoudswerkzaamheden een dichtheidscontrole uitvoeren.
Kleppen met geflensd bovendeel:
•
Stopbusmoer en stopbusbus demonteren.
05/2002 - niederländisch
16.02.87
M.G. HERL ARMATURENFABRIK GMBH & CO KG P.O.B. 56 01 31 D-50986 KÖLN WANKELSTRASSE 40 D-50996 KÖLN Tel.(+49) 2236-3900-0 Fax (+49) 2236-3900-39 HTTP://WWW.HERL.DE E-MAIL:
[email protected]
Gebruiksaanwijzing voor veiligheidskleppen en veiligheidsontlastingskleppen Deze gebruiksaanwijzing is samengesteld in overeenstemming met de richtlijn 97/23/EU, richtlijn voor onder druk staande apparatuur, bijlage I nr. 3.4 (DGR resp. PED). Voor de in deze gebruiksaanwijzing besproken armaturen is een gevarenanalyse beschikbaar. De hieronder beschreven werkzaamheden m.b.t. montage, ingebruikneming, gebruik en onderhoud van veiligheidskleppen en veiligheidsontlastingskleppen mogen uitsluitend worden uitgevoerd volgens het bestemde doel en door daartoe geautoriseerde personen. Bij ingebruikneming, gebruik en onderhoud beslist de aanwijzingen over het gebruik van persoonlijke veiligheidsuitrusting (PVU) in acht nemen.
1
Montage inclusief verbinding van verschillende drukapparaten
1.1 Aanduiding Alle armaturen zijn overeenkomstig prEN ISO 4126-1:2002 op de behuizing voorzien van de volgende aanduidingen: Op de behuizing x Nominale diameter (DN) inlaat – nominale druk (PN) x Aanduiding van de grondstof van de behuizing x Fabrikantaanduiding (HERL) x Richtingpijl van de doorstroomrichting x CE-aanduiding Op het typeplaatje x Aanspreekdruk (bar) x Verwijzing naar EN ISO 4126-1 x Typeaanduiding / nominale diameters DN x gereduceerd uitstroomgetal G voor gas, S voor stoom, L voor vloeistof x kleinste doorstroomdiameter (mm²) x kleinste slag (mm) en openingsdrukverschil (%) x oplopend productnummer van vijf cijfers Typeaanduidingen Veiligheidskleppen / veiligheidsontlastingskleppen T21, T23 De typeaanduidingen kunnen bestaan uit de volgende letters/lettercombinaties, die het materiaal of de uitvoering aanduiden: V VA F of .F .FA .B/B .B/C .C/B .D/B MPT
smeedstaal/gegoten staal edelstaal behuizing met flenseinden vouwbalg inlaat- / uitlaatvorm inlaat- / uitlaatvorm inlaat- / uitlaatvorm inlaat- / uitlaatvorm MPT-schroefdraadaansltng
1.2 Oppervlakbescherming De armaturen hebben de volgende oppervlakbescherming: - zilverkleurige AQUA-lak of - zink-chroomlaag. Deze oppervlakbescherming is uitsluitend bedoeld voor droog transport en opslag in droge, verwarmde ruimtes. De armaturen moeten worden voorzien van een extra laag grondverf voordat er een duurzame verflaag of isolatie op kan worden aangebracht. Bij het verven moet worden voorkomen dat er verf op de spil en op het kapschroefdraad van het bovendeel terechtkomt. Daarom mogen meegeleverde kappen van de armaturen niet worden verwijderd. 05/2002 - niederländisch
1.3 Algemene inbouwvoorschriften Tot aan hun inbouw moeten de armaturen worden beschermd tegen verontreiniging en vocht. Vooral op bouwplaatsen dient men hiervoor te zorgen. De armaturen zijn in principe geschikt voor koelmiddelen (vermeld in EN378-1) en koelmedia. Afhankelijk van de vloeistof en de gebruiksomstandigheden worden afdichtingen uit verschillende grondstoffen en met uiteenlopende smeermiddelen gebruikt. Voor het inbouwen moet de geschiktheid van de armaturen worden gecontroleerd. Attentie! Openingen en afdichtvlakken van de armaturen moeten altijd door middel van een kunststof stop of kap worden beschermd tegen beschadiging en vervuiling. Voor het inbouwen moet men controleren of deze kunststof stoppen en kappen zijn verwijderd. Bij vouwbalgkleppen is de proefaansluiting in leveringstoestand op de kap afgesloten door een sluitschroef. Deze schroef moet worden verwijderd voor de ingebruikneming. Om de dichtheid van de vouwbalg continu te kunnen controleren, moet er op de proefaansluiting een drukschakelaar worden aangesloten of een gassensor worden ingeschroefd. Via een open proefaansluiting kan er vocht onder de kap binnendringen, hetgeen ijsvorming en beschadiging van de vouwbalg kan veroorzaken. De armaturen zijn voorzien van een pijl die de stromingsrichting aangeeft. De aangegeven stromingsrichting moet strikt worden aangehouden. De buisleidingen en hun houders moeten zodanig worden aangelegd dat er geen schadelijke invloed op de armaturenbehuizing mogelijk is door schuif- en buigbewegingen en trillingen. De buisleidingen moeten spanningsvrij op de veiligheidskleppen worden aangesloten, om te voorkomen dat de verbindingen op den duur beschadigd raken. De inbouw in een buisleidingensysteem moet zodanig worden uitgevoerd dat onderhouds- en inspectiewerkzaamheden mogelijk zijn. Wanneer er lekkages ontstaan, kan er vloeistof (bijv. koelmiddel) ontsnappen. Dichtheidscontroles en afdichting van ondichte plekken moeten ongehinderd kunnen plaatsvinden. Bij het aanbrengen van veiligheidskleppen en veiligheidsontlastingskleppen in koelinstallaties moeten de eisen van prEN378-2, paragraaf 7.2.6.6 en bijlage H in acht worden genomen. Om controle van de veiligheidskleppen zonder bedrijfsonderbreking mogelijk te maken, raden wij u aan een wissel-/veiligheidsklepcombinatie te installeren, bestaande uit een wisselklep en twee opgebouwde veiligheidskleppen. Deze combinatie maakt demontage van een veiligheidsklep mogelijk terwijl de andere veiligheidsklep de installatie beveiligt zonder bedrijfsonderbrekingen. Voor en achter ontlastingskleppen moeten beveiligde afsluitkleppen worden aangebracht (prEN378-2, paragraaf 7.2.6.6). Bij het inbouwen van flensarmaturen moet men erop letten dat de flensparen parallel en concentrisch ten opzichte van elkaar worden gemonteerd en dat de afdichtingen op de aansluitvlakken goed zijn gecentreerd. De schroeven van de flensverbindingen bij de in- en uitlaat moeten bij de montage kruiselings en gelijkmatig worden vastgedraaid, bij voorkeur met een momentsleutel (zie Tabel met aanhaaldraaimomenten). Bij het vastlassen van buisleidingen moeten lassokken van de armatuur worden geschroefd.
16.02.88
M.G. HERL ARMATURENFABRIK GMBH & CO KG P.O.B. 56 01 31 D-50986 KÖLN WANKELSTRASSE 40 D-50996 KÖLN Tel.(+49) 2236-3900-0 Fax (+49) 2236-3900-39 HTTP://WWW.HERL.DE E-MAIL:
[email protected]
1.4 Aanwijzingen over de inbouwplaats Veiligheidskleppen en ontlastingskleppen moeten bij voorkeur verticaal worden ingebouwd met de kap naar boven. Horizontale inbouw is mogelijk.
3
1.5 Vloeistofrecipiënt Inbouw van een vloeistofrecipiënt aan de uitlaatzijde van de veiligheidsklep voorkomt het binnendringen van atmosferische lucht en de daarmee samengaande roestvorming in de behuizing, hetgeen de werking van de veiligheidsklep nadelig kan beïnvloeden.
4
1.6 Tests voor het inbouwen Voordat de veiligheidsklep of veiligheidsontlastingsklep wordt ingebouwd, moet de aanspreekdruk en de aanduiding op de veiligheidsklep of veiligheidsontlastingsklep worden vergeleken met de maximaal toegestane druk PS van het reservoir.
2
Ingebruikneming
Veiligheidskleppen en veiligheidsontlastingskleppen worden in de fabriek op basis van de leveringsopdracht ingesteld, gecontroleerd op dichtheid en werking en vervolgens geplombeerd. Voor de ingebruikneming van de installatie zijn er geen instellingen meer nodig. De plombering mag niet worden beschadigd of verwijderd. Bij de dichtheidscontrole voor de ingebruikneming van de installatie mag de druk niet hoger zijn dan 90% van de aanspreekdruk van de veiligheidsklep en de veiligheidsontlastingsklep, omdat anders de klep kan worden geactiveerd en de dichtheid ervan niet meer is gewaarborgd vanwege mogelijk vuil op de klepzitting. Als er een drukvastheidstest van de installatie plaatsvindt met 1,1 *PS (maximaal toegestane bedrijfsdruk), dan moeten de veiligheidskleppen en ontlastingskleppen voor deze test worden gedemonteerd (PS = aanspreekdruk van de veiligheidsklep). De flens- en schroefverbindingen van de veiligheidskleppen en veiligheidsontlastingskleppen moeten na het opnieuw inbouwen worden gecontroleerd op dichtheid volgens prEN 378-2, paragraaf 7.3.4.
05/2002 - niederländisch
Gebruik
Veiligheidskleppen en veiligheidsontlastingskleppen mogen alleen worden gebruikt volgens hun bestemde doel. Dit is alleen het geval indien de aanwijzingen van de installatie- en reservoirfabrikant in acht wordt genomen.
Onderhoud en inspectie door de gebruiker
4.1 Controles Ter controle moeten veiligheidskleppen en veiligheidsontlastingskleppen worden gedemonteerd en naar de fabrikant of naar een geautoriseerde instantie worden gezonden. Eigenmachtig geopende veiligheidskleppen en veiligheidsontlastingskleppen moeten worden gecontroleerd door een geautoriseerde instantie voordat ze weer in gebruik worden genomen. Periodieke controles van veiligheidskleppen en veiligheidsontlastingskleppen zijn onderhevig aan nationale voorschriften. Volgens Duitse regels moeten veiligheidskleppen en veiligheidsontlastingskleppen in ammoniakinstallaties periodiek worden gecontroleerd: Jaarlijks moet een visuele controle worden uitgevoerd door een deskundige; om de vijf jaar moeten de veiligheidskleppen en veiligheidsontlastingskleppen in gedemonteerde toestand aan een functiecontrole worden onderworpen.
16.02.89
½
¾
1
1¼
1½
2
2½
3
4
5
6
8
10
12
14
16
6 8 10 12 15
20
25
32
40
50
65
80
100
125
150
200
250
300
350
400
M20
M20
M20
M20
M20
M16
M20
M16
M16
M16
M12
M10
M10
M10
M8
M8
maat
8.8 A2.70 8.8 A2.70 8.8 A2.70
8.8 A2.70 8.8 A2.70 8.8 A2.70 8.8 A2.70 8.8 A2.70 8.8 A2.70 8.8 A2.70 8.8 A2.70 8.8 A2.70 8.8 A2.70 8.8 A2.70 8.8 A2.70 8.8 A2.70
grondstof
30
30
30
30
30
24
30
24
24
24
19
17
17
17
17
13
sleutelgroo tte [mm]
385 270
385 270
24 19 45 33 45 33 45 33 45 33 80 56 200 140 200 140 200 140 385 270 200 140 385 270 385 270 385 270
MD *
schroeven voor geflensde klepbovendelen
240
240
70
60 70 70 70 70
geschroefd klepbovendeel
dopmoer
5
5
5
G 5 5 5 5 5
100
100
100
100
90
90
50
40
40
40
15
15
15
15
8
8
F
K80P (grafiet met PTFE)
20
20
8
G 8 8 8 8 8
PTFE
stopbusmoeren / -bussen
180
180
180
180
140
140
140
100
100
100
20
20
20
20
12
12
F
05/2002 - niederländisch
2030
1550
1250
750
240
160
120
110
110
110
29
26
22
22
3,5
3,5
16.02.90
1400
1200
1000
800
met doorlaatslagafsluitdeel***
klepspillen eenvoudig afsluitdeel**
* wrijvingsgetal: 0,125 (gladde vlakken, schroeven licht geolied G = kleppen met geschroefde bovendelen F = kleppen met geflensde bovendelen ** sluiten tegen 25 bar onder afsluitdeel, vanaf DN 250 en groter tegen 21 bar *** sluiten tegen 21 bar boven afsluitdeel, onder afsluitdeel DN250: 14 bar, DN 300: 13 bar, DN 350: 10 bar, DN 400: 7 bar
inch
DN
grootte armatuur
Aanhaaldraaimomenten [Nm] voor Herl armaturen: schroeven / stopbusbussen en stopbusmoeren / klepspillen
M.G. HERL ARMATURENFABRIK GMBH & CO KG P.O.B. 56 01 31 D-50986 KÖLN WANKELSTRASSE 40 D-50996 KÖLN Tel.(+49) 2236-3900-0 Fax (+49) 2236-3900-39
16
05
04
05/2002 - niederländisch
20
20
15 17 18
14
13
12
11
07
06
03
01 02
10
09
08
19
P.O.B. 56 01 31 D-50986 Köln Wankelstraße 40 D-50996 Köln Tel. (+49) 2236-3900-0 Fax. (+49) 2236-39 00 39 http://www.herl.de e-mail:
[email protected]
M.G. HERL ARMATURENFABRIK GmbH & CO KG
kapafdichting dopmoer drukstuk pakking (aantal) tussenstuk grondring bovendeelschrvn (aantal) bovendeel bovendeelafd. spil afsluitklep spil regelklep kegel, afsl.klep kegel, regelklep behuizing
Aanduiding: moer onderlegplaatje handwiel kap
kapafdichting dopmoer drukstuk pakking (aantal) tussenstuk grondring bovendeelschrvn (aantal) bovendeel bovendeel-afd. spil afsluitklep spil regelklep kegel, afsl.klep kegel, regelklep behuizing
Aanduiding: moer onderlegplaatje handwiel kap
D, E D, E
D, E
E E D, E
E
C
C
B, E
Kit: A A A B, E
D, E D, E
D, E
E E D, E
E
C
C
B, E
Kit: A A A B, E
A: handwiel, moer, onderlegplaatje B: kap, kapafdichting C: pakking, tussenstuk D: spil, kogel (18), stifttap (17), kegel, steunkorf (19) E: bovendeel, bovendeelafdichting, bovendeelschroeven, spil, kegel, stifttap (17), kogel (18), steunkorf (19) De behuizingen zijn verkrijgbaar in doorgangs- en hoekvorm. Vanaf DN250 is een steunkorf aanwezig. Vanaf DN250 zijn kleppen naar keuze met of zonder doorlaatslagkegel verkrijgbaar.
16.02.91
Referentiemaat: DN100 DN125 DN150 DN200 DN250 DN300 DN350 DN400 nominale Ø M16 M16 M20 M20 M20 M20 M20 M20 afmeting [mm] 17.4x29.8 17.4x29.8 17.4x29.8 17.4x29.8 17.4x29.8 17.4x29.8 17.4x29.8 17.4x29.8 buiten-Ø. [mm] Ø 250 Ø 320 Ø 400 Ø 400 Ø500 Ø500 Ø500 Ø500 sleutelgrootte , sl.gr. 36 sl.gr. 46 sl.gr. 46 sl.gr. 46 sl.gr. 55 sl.gr. 55 sl.gr. 55 sl.gr. 55 lengte [mm] 198 203 301 301 367 367 447 447 afmeting [mm] 61x69x2 72x82x2 88x106x2 88x106x2 107x116x2 107x116x2 107x116x2 107x116x2 sleutelgrootte sl.gr. 41 sl.gr. 46 sl.gr. 46 sl.gr. 46 sl.gr. 65 sl.gr. 65 sl.gr. 65 sl.gr. 65 afmeting [mm] 24 x 38 26 x 42 32 x 52 32 x 52 40 x 60 40 x 60 40 x 60 40 x 60 afmeting[mm] 24x38x17,5 26x42x8 32x52x10 32x52x10 40x60x10 40x60x10 40x60x10 40x60x10 (aantal) (2) (5) (5) (5) (5) (5) (5) (5) hoogte [mm] 17 und 25 17 und 25 afmeting [mm] 24x38x3 26x42x3 32x52x3 32x52x3 40x60x5 40x60x5 40x60x5 40x60x5 nomin. Ø x lengte M16x45 M20x55 M16x55 M20x60 M20x90 M20x90 M20x100 M20x100 (aantal) (4) (6) (8) (8) (16) (16) (20) (20) kantlengte [mm] 142 Ø224 Ø256 Ø320 Ø461 Ø461 Ø582 Ø582 afmeting [mm] 128x116x2 167x150x2 198x180x2 255x228x2 390x342x2 390x342x2 510x460x2 510x490x2 buiten-Ø [mm] 24 26 32 32 40 40 40 40 schroefdraad Tr30x6 Tr32x6 Tr40x7 tr40x7 Tr52x8 Tr52x8 Tr52x8 Tr52x8 buiten-Ø [mm] 24 26 32 32 schroefdraad M30x2 M32x2 M40x2 M40x2 buiten-Ø [mm] 108 144 172 210 280 328 380 438 buiten-Ø [mm] 93 145 176 210 nom. diameter DN100 DN125 DN150 DN200 DN250 DN300 DN350 DN400
Referentiemaat: DN15 DN20 DN25 DN32 DN40 DN50 DN65 DN80 nominale Ø M8 M8 M10 M10 M10 M10 M16 M16 afmeting [mm] 8.4x15.7 8.4x15.7 10.6x19.6 10.6x19.6 10.6x19.6 10.6x19.6 17.4x29.8 17.4x29.8 buiten-Ø [mm] Ø 80 Ø 80 Ø 100 Ø 100 Ø 140 Ø 140 Ø 250 Ø 250 sleutelgrootte , sl.gr. 22 sl.gr. 22 sl.gr. 24 sl.gr. 24 sl.gr. 24 sl.gr. 24 sl.gr. 36 sl.gr. 36 lengte [mm] 99 99 126 126 126 126 198 198 afmeting [mm] 29x34x2 29x34x2 35.5x39.5x2 35.5x39.5x2 35.5x39.5x2 35.5x39.5x2 61x69x2 61x69x2 sleutelgrootte sl.gr. 19 sl.gr. 19 sl.gr. 24 sl.gr. 24 sl.gr. 24 sl.gr. 24 sl.gr. 41 sl.gr. 41 afmeting [mm] 10x16 10x16 14x22 14 x 22 14 x 22 14 x 22 24 x 38 24 x 38 afmeting [mm] 10x16x12 10x16x12 14x22x20 14x22x20 14x22x20 14x22x20 24x38x17,5 24x38x17,5 (aantal) (1) (1) (1) (1) (1) (1) (2) (2) hoogte [mm] afmeting [mm] 10x16x3 10x16x3 14x22x3 14x22x3 14x22x3 14x22x3 24x38x3 24x38x3 nomin. Ø x lengte M8x20 M8x20 M10x25 M10x25 M10x35 M12x35 M16x45 M16x45 (aantal) (4) (4) (4) (4) (4) (4) (4) (4) kantlengte [mm] 56 56 70 70 80 90 142 142 afmeting [mm] 42x36x2 42x36x2 58x49x2 58x49x2 65x55x2 78x68x2 128x116x2 128x116x2 buiten-Ø [mm] 10 10 14 14 14 14 24 24 schroefdraad M12x1.5 M12x1.5 M18x2 M18x2 M18x2 M18x2 Tr30x6 Tr30x6 buiten-Ø [mm] 10 10 14 14 14 14 24 24 schroefdraad M12x1.5 M12x1.5 M18x2 M18x2 M18x2 M18x2 M30x2 M30x2 buiten-Ø [mm] 29 32 37 44 52 63 80 95 buiten-Ø [mm] 19 24 35 37 45 53 65 81 nom. diameter DN15 DN20 DN25 DN32 DN40 DN50 DN65 DN80
Vervangingsonderdelensets: (kit)
15 16 20
14
12 13 14
09 10 11
05 06 07 08
Nr 01 02 03 04
15 16 20
14
12 13 14
09 10 11
05 06 07 08
Nr 01 02 03 04
Afsluitkleppen, regelkleppen
05/2002 - niederländisch
27
27
26
22
21
25
02
24
10
10
09
08
04
03
01
15
14
23
20
17
16
13
11 12
19
18
03
05 06 07
02
01
kogel bladveer schroef dempingsring kegel behuizing
Aanduiding: bovendeelschrvn (aantal) bovendeel bovendeelafd. schroefveer B B B A, B A, B
B A, B A, B
Kit: B
Kit: Referentiemaat: DN15 A nomin. Ø x lengte M4x15 A afmeting [mm] 4.4x12 A buiten-Ø. [mm] Ø 80 B, D sleutelgrootte sl.gr. 22 lengte [mm] 99 B, D afmeting [mm] 29x34x2 D sleutelgrootte sl.gr. 19 D afmeting [mm] 10x16 D afmeting [mm] 10x16x12 (aantal) (1) D afmeting [mm] 10x16x3 D nomin. Ø x lengte M8x20 (aantal) (4) C, D buiten-Ø [mm] 10.98 draad- Ø [mm] 0.48 D buiten Ø [mm] Ø 19.5 D kantlengte [mm] o56 C, D afmeting [mm] 42x36x2 D buiten-Ø [mm] 10 schroefdraad M12x1.5 C, D buiten-Ø [mm] 28 nom. diameter DN15
DN20 M4x15 4.4x12 Ø 80 sl.gr. 22 99 29c34x2 sl.gr. 19 10x16 10x16x12 (1) 10x16x3 M8x20 (4) 10.98 0.48 Ø 19.5 o56 42x36x2 10 M12x1.5 32 DN20
DN25 M5x15 5.5x18 Ø 100 sl.gr. 24 126 35.5x39.5x2 sl.gr. 24 14x22 14x22x20 (1) 14x22x3 M10x25 (4) 16.2 0.7 Ø 25.5 o70 58x49x2 14 M18x2 37 DN25
DN32 DN40 M5x15 M5x15 5.5x18 5.5x18 Ø 100 Ø 140 sl.gr. 24 sl.gr. 24 126 126 35.5x39.5x2 35.5x39.5x2 sl.gr. 24 sl.gr. 24 14x22 14x22 14x22x20 14x22x20 (1) (1) 14x22x3 14x22x3 M10x25 M10x35 (4) (4) 16.2 16.35 0.7 0.85 Ø 25.5 Ø 27.5 o70 o80 58x49x2 65x55x2 14 14 M18x2 M18x2 44 52 DN32 DN40
Vervangingsonderdelensets: (kit) A: handwiel, schroef, onderlegplaatje B: kap, kapafdichting C: kegel, veer, bovendeelafdichting D: bovendeel, bovendeelafdichting, bovendeelschroeven, spil, kegel, dopmoer, drukstuk, pakking, grondring, veer
26 27
kegel behuizing
veerschotel bovendeel bovendeelafd. spil
22 23 24 25
21
19 20
kapafdichting dopmoer drukstuk pakking (aantal) grondring bovendeelschrvn (aantal) schroefveer
Aanduiding: schroef onderlegplaatje handwiel kap
15 16 17 18
Nr 11 12 13 14
Afsluitbare terugslagkleppen DN50 M5x15 5.5x18 Ø 140 sl.gr. 24 126 35.5x39.5x2 sl.gr. 24 14x22 14x22x20 (1) 14x22x3 M12x35 (4) 16.55 0.85 Ø 27.5 o90 78x68x2 14 M18x2 63 DN50
16.02.92
DN65 DN80 DN100 M8x20 M8x20 M8x20 9x28 9x28 9x28 Ø 250 Ø 250 Ø 250 sl.gr. 36 sl.gr. 36 sl.gr. 36 198 198 198 61x69x2 61x69x2 61x69x2 sl.gr. 41 sl.gr. 41 sl.gr. 41 24x38 24x38 24x38 24x38x17.5 24x38x17.5 24x38x17.5 (2) (2) (2) 24x38x3 24x38x3 24x38x3 M16x45 M16x45 M16x45 (4) (4) (4) 30.8 31 31.1 1.3 1.5 1.6 Ø 56.5 Ø 62.5 Ø 62.5 o142 o142 o142 128x116x2 128x116x2 128x116x2 24 24 24 M30x2 M30x2 M30x2 78 95 108 DN65 DN80 DN100
Referentiemaat: DN15 DN20 DN25 DN32 DN40 DN50 DN65 DN80 DN100 nomin.-Ø x lengte M8x20 M8x20 M10x25 M10x25 M10x35 M12x35 M16x45 M16x45 M16x45 (aantal) (4) (4) (4) (4) (4) (4) (4) (4) (4) kantlengte [mm] o56 o56 o70 o70 o80 o90 o142 o142 o142 afmeting [mm] 42x36x2 42x36x2 58x49x2 58x49x2 65x55x2 78x68x2 128x116x2 128x116x2 128x116x2 buiten-Ø [mm] 28.6 28.6 37.8 37.8 49 51.1 61.3 65 66.6 draad- Ø [mm] 1.4 1.4 2 2 3 3.3 3.9 4.5 4.8 buiten-Ø [mm] 5 5 6.25 6.25 6.25 6.25 6.25 6.25 6.25 afmeting [mm] 18x10 18x10 27x15 27x15 30x15 30x15 51x15 51x15 51x15 nomin. Ø x lengte M5x6 M5x6 M6x6 M6x6 M6x6 M6x6 M6x6 M6x6 M6x6 afmeting [mm] 10x17x3 10x17x3 12x22x3 12x22x3 20x30x4 20x30x4 30x40x4 30x40x4 30x40x4 buiten-Ø [mm] 28 32 37 44 52 63 80 95 108 nom. diameter DN15 DN20 DN25 DN32 DN40 DN50 DN65 DN80 DN100
Vervangingsonderdelensets: (kit) A: kegel, schroefveer, dempingsring, bovendeelafdichting B: kegel, schroefveer bij /TF of kogel, bladveer, schroef bij /TG, dempingsring, bovendeelafdichting, bovendeel, bovendeelschroeven
5 6 7 8 9 10
2 3 4
Nr 1
Terugslagkleppen
P.O.B. 56 01 31 D-50986 Köln Wankelstraße 40 D-50996 Köln Tel. (+49) 2236-3900-0 Fax. (+49) 2236-39 00 39 http://www.herl.de e-mail:
[email protected]
M.G. HERL ARMATURENFABRIK GmbH & CO KG
05/2002 - niederländisch
05
05
04
03
02
01
02
15
13
16
14
06
10
11
P.O.B. 56 01 31 D-50986 Köln Wankelstraße 40 D-50996 Köln Tel. (+49) 2236-3900-0 Fax. (+49) 2236-39 00 39 http://www.herl.de e-mail:
[email protected]
M.G. HERL ARMATURENFABRIK GmbH & CO KG
12
09
08 07
Aanduiding: bovendeelschrvn (aantal) bovendeel bovendeelafd. zeefinzetstuk behuizing
Nr 1
Kit: Referentiemaat: DN100 DN125 DN150 DN200 DN250 DN300 A nomin.-Ø x lengte M16x45 M20x55 M16x55 M20x60 M20x90 M20x90 (aantal) (4) (6) (8) (8) (16) (16) A kantlengte [mm] 142 Ø224 Ø256 Ø320 Ø461 Ø461 A afmeting [mm] 128x116x2 167x150x2 198x180x2 255x228x2 390x342x2 390x342x2 A hoogte [mm] 126,5 149 180 218 282 316 nom. diameter DN100 DN125 DN150 DN200 DN250 DN300
Aanduiding: veer onderlegplaatje moer hendel klemstuk schroef verbindingsstuk schroef schijf behuizing afdichting
Kit: Refer.maat: DN50 DN65 DN80 DN100 DN125 DN150 DN200 DN250 DN300 A, C modelnummer kan worden afgeleid uit het modelnummer (typeplaatje) modelnummer kan worden afgeleid uit het modelnummer (typeplaatje) modelnummer kan worden afgeleid uit het modelnummer (typeplaatje) A modelnummer kan worden afgeleid uit het modelnummer (typeplaatje) modelnummer kan worden afgeleid uit het modelnummer (typeplaatje) modelnummer kan worden afgeleid uit het modelnummer (typeplaatje) modelnummer kan worden afgeleid uit het modelnummer (typeplaatje) modelnummer kan worden afgeleid uit het modelnummer (typeplaatje) A, B modelnummer kan worden afgeleid uit het modelnummer (typeplaatje) modelnummer kan worden afgeleid uit het modelnummer (typeplaatje) A, B modelnummer kan worden afgeleid uit het modelnummer (typeplaatje) A: schijf, afdichting, veer, hendel B: schijf, afdichting C: veer
Vervangingsonderdelensets: (kit)
Nr 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
Terugslagkleppen R1S
A: zeefinzetstuk, bo vendeelafdichting, bovendeelschroeven, bovendeel
16.02.93
Kit: Referentiemaat: DN15 DN20 DN25 DN32 DN40 DN50 DN65 DN80 A nomin.-Ø x lengte M8x20 M8x20 M10x25 M10x25 M10x35 M12x35 M16x45 M16x45 (aantal) (4) (4) (4) (4) (4) (4) (4) (4) A kantlengte [mm] 56 56 70 70 80 90 142 142 A afmeting [mm] 42x36x2 42x36x2 58x49x2 58x49x2 65x55x2 78x68x2 128x116x2 128x116x2 A buiten-Ø [mm] 43,5 46,5 62 66 70,5 72,5 89 103,5 nom. diameter DN15 DN20 DN25 DN32 DN40 DN50 DN65 DN80
Vervangingsonderdelensets: (kit)
2 3 4 5
2 3 4 5
Aanduiding: bovendeelschrvn (aantal) bovendeel bovendeelafd. zeefinzetstuk behuizing
Nr 1
Vuilverzamelaar
15
13
05/2002 - niederländisch
14
09
10
11
08
06
07
05
04
03
02
01
12
16 17
18
31
26
29
26
27
28
25
24
23
22
21
20
19
P.O.B. 56 01 31 D-50986 Köln Wankelstraße 40 D-50996 Köln Tel. (+49) 2236-3900-0 Fax. (+49) 2236-39 00 39 http://www.herl.de e-mail:
[email protected]
M.G. HERL ARMATURENFABRIK GmbH & CO KG
32
30
33
35
inlaat C
15
uitlaat B
buiten- Ø [mm] lassok buiten- Ø [mm] lassok buiten- Ø [mm] lassok buiten- Ø [mm] lassok
Referentiemaat: sleutelgrootte, lengte [mm] A, B, C afmeting [mm] C buiten-Ø [mm] C sleutelgrootte, lengte [mm] B, C veernummer C Ø x lengte [mm] C lengte [mm] C Ø [mm] C buiten- Ø, hoogte [mm] A, B, C afmeting [mm] C buiten- Ø x lengte [mm] aansluiting inlaat aansluiting inlaat aansluiting inlaat
Kit: C
-
-
22
-
-
-
kapafdichting contraring drukstuk
Aanduiding: kap
A, B, C C C
Kit: C
Referentiemaat: sleutelgrootte, lengte [mm] afmeting [mm] buiten- Ø [mm] sleutelgrootte, lengte [mm] veernummer lengte [mm] Ø [mm] afmeting [mm] kantlengte [mm] grootte [mm] buiten-Ø kegel [mm] aansluiting inlaat aansluiting inlaat buiten- Ø [mm] lassok buiten- Ø [mm] lassok buiten- Ø [mm] lassok buiten- Ø [mm] lassok
16.02.94
DN20 DN25 sl.gr. 27 65 36x42x2 32 sl.gr. 17 47 30;31;32;33;34;40;41;42 143,5 5 39x45x2 o 47 M6 x 35 Ø 28 G ½“ DN15 gleuf 20 22 34 34
DN15
* bestaat uit kegel, vouwbalg, tussenstuk Vervangingsonderdelensets: (kit) A: bovendeelafdichting, kapafdichting, vouwbalgeenheid B: bovendeelafdichting, kapafdichting, vouwbalgeenheid, schroefveer C: kap, kapafdichting, contraring, drukstuk, schroefveer, splitpen, kogel, bovendeelafdichting, bovendeel, bovendeelschroeven, vouwbalgeenhe id
22 schroefveer B, C 23 spil C 24 kogel C 25 bovendeelafd. A, B, C 26 bovendeel C 27 bovendeelschrvn C 28 vouwbalgeenheid* A, B, C behuizing G 34 29 30 behuizing flens 31 inlaat B 32 inlaat C 33 inlaat D 34 uitlaat B
19 20 21
Nr 18
Veiligheidskleppen T21.FA, T21VA.FA, T21F.FA, T21VA.F.FA
34
34
-
DN20 DN25 sl.gr. 27 65 36x42x2 32 sl.gr. 17 47 30;31;32;33;34;40;41;42 Ø 3,2 x 40 114,5 of 142 5 Ø 28 ; 21 39x45x2 45 x 71 of 45 x 81 G ½“ MPT ½“ DN15 DN20 DN25 gleuf gleuf gleuf 20 -
DN15
Vervangingsonderdelensets: (kit) A: bovendeelafdichting, kapafdichting, kegel B: bovendeelafdichting, kapafdichting, kegel, schroefveer C: kap, kapafdichting, contraring, drukstuk, schroefveer, splitpen, kogel, bovendeelafdichting, bovendeel, bovendeelschroeven, kegel
17
inlaat D
inlaat B
14
16
schroefveer splitpen spil kogel kegel bovendeelafd. bovendeel behuizing G behuizing MPT behuizing flens
kapafdichting contraring drukstuk
02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14
Aanduiding: kap
Nr 01
Veiligheidskleppen T21 / T21VA / T21MPT / T21F
11
08
05/2002 - niederländisch
15
12
09
08
10
14
13
07
06
05
04
03
02
01
veerschotel schroefveer spil kogel vouwbalgeenheid bovendeelafd. bovendeelschrvn bovendeel behuizing
20 21 22 23 24 25 26 27 28
28
25
C B, C C A, B, C A, B, C A, B, C C C
A, B, C C C
DN50
53 x 64 x 2 M10 x 40 80 DN15 DN20 DN25 DN32
70 x 68 x 2 M12 x 45 90 DN40 DN50
sl.gr. 27 60 20 3, 5, 6, 7, 8, 12, 13, 15, 16, 18, 19, 20, 27 203,5 209,5 210,5 220,5 5 M6 x 5 21,4 21,4 22,2 27,8 5,4 13,1 Ø 37 x 34 Ø 41 x 40 Ø 55 x 48,5 Ø 58 x 55
DN15 DN20 DN25 DN32 DN40 sl.gr. 42 130 64x71x2
Referentiemaat: sleutelgrootte, lengte [mm] afmeting [mm] buiten- Ø [mm] sleutelgrootte, lengte [mm] lengte [mm] veernummer lengte [mm] Ø [mm] buiten- Ø kegel [mm] afmeting [mm] grootte [mm] kantlengte [mm] nominale diameter
DN25 sl.gr. 36 97 64x71x2 Ø 60 sl.gr. 27 70 17 50, 51, 52, 53, 54 190 5 Ø 40 53 x 64 x 2 M10 x 60 80 DN25
A: bovendeelafdichting, kapafdichting, vouwbalgeenheid, kogel B: bovendeelafdichting, kapafdichting, vouwbalgeenheid, kogel, schroefveer C: kap, kapafdichting, contraring, drukstuk, schroefveer, spil, kogel, vouwbalgeenheid, bovendeelafdichting, bovendeel, bovendeelschroeven
* bestaat uit kegel, vouwbalg, tussenstuk Vervangingsonderdelensets: (kit)
kapafdichting contraring drukstuk
17 18 19
27
Kit: C
Veiligheidskleppen T23V.FA, T23VA.FA Aanduiding: kap
24
Referentiemaat: sleutelgrootte, lengte [mm] afmeting [mm] buiten- Ø [mm] sleutelgrootte, lengte [mm] lengte [mm] veernummer lengte [mm] Ø [mm] grootte [mm] lengte [mm] buiten- Ø x hoogte [mm] afmeting [mm] grootte [mm] kantlengte [mm] nominale diameter
16.02.95
A: bovendeelafdichting, kapafdichting, kegel, kogel, stifttap B: bovendeelafdichting, kapafdichting, kegel, kogel, stifttap, schroefveer C: kap, kapafdichting, contraring, drukstuk, schroefveer, spil, kogel, stifttap, afstandhouder, kegel, bovendeelafdichting, bov endeel, bovendeelschroeven Nr 16
25
A, B, C C C
C B, C C A, B, C A, B, C C A, B, C
A, B, C C C
Kit: C
Vervangingsonderdelensets: (kit)
bovendeelafd. bovendeelschrvn bovendeel behuizing
veerschotel schroefveer spil kogel stifttap afstandhouder kegel
05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15
kapafdichting contraring drukstuk
Aanduiding: kap
02 03 04
Nr 01
Veiligheidskleppen T23, T23V, T23VA
26
23
22
21
20
19
18
17
16
P.O.B. 56 01 31 D-50986 Köln Wankelstraße 40 D-50996 Köln Tel. (+49) 2236-3900-0 Fax. (+49) 2236-39 00 39 http://www.herl.de e-mail:
[email protected]
M.G. HERL ARMATURENFABRIK GmbH & CO KG
05/2002 - niederländisch
10
14
26
32
29
11
31
30
33
28
27
25
21 22 23 24
18
34 35
05
04
13
12
15
09
08
07
06
03
02
01
16 17
P.O.B. 56 01 31 D-50986 Köln Wankelstraße 40 D-50996 Köln Tel. (+49) 2236-3900-0 Fax. (+49) 2236-39 00 39 http://www.herl.de e-mail:
[email protected]
M.G. HERL ARMATURENFABRIK GmbH & CO KG
20
19
Kit: Referentiemaat: DN6 DN12 A nominale Ø M8 M10 A afmeting [mm] 8,4x15,7 10,6x19,6 A buiten- Ø [mm] Ø 80 Ø 100 B, D sleutelgrootte, sl.gr. 17 sl.gr. 22 lengte [mm] 56 99 B, D afmeting [mm] 16x20x2 29x34x2 D sleutelgrootte sl.gr. 12 sl.gr. 22 D afmeting [mm] 10x14x2 14x22x2 D afmeting [mm] 10x14x10 14x22x20 (aantal) (1) (1) D afmeting [mm] 10x14x2 14x22x2 D nomin. Ø x M6x25 M8x30 lengte (4) (4) (aantal) D afmeting [mm] 20x25x2 48x56x2 C, D buiten- Ø [mm] Ø 10 Ø 14 schroefdraad M12x1,5 M18x2 C, D buiten- Ø [mm] Ø 40 nom. diameter DN 6 DN 12 nom. diameter DN 6 DN 12
Kit: A A A B, D
16.02.96
A: handwiel, moer, onderlegplaatje B: kap, kapafdichting C: spil, kegel D: kap, kapafdichting, dopmoer, drukstuk, pakking, grondring, bovendeelschroeven, bovendeel, bovendeelafdichting, spil, kegel, kogels (34), stifttap (35)
Vervangingsonderdelensets: (kit)
Aanduiding: moer onderlegplaatje handwiel kap
Referentiemaat: DN15 DN20 DN25 DN32 DN40 DN50 nominale Ø M10 afmeting [mm] 10.6x19.6 buiten- Ø [mm] Ø 140 sleutelgrootte, sl.gr. 24 lengte [mm] 126 20 kapafdichting B, D afmeting [mm] 35.5x39.5x2 21 dopmoer D sleutelgrootte sl.gr. 24 22 drukstuk D afmeting [mm] 14 x 22 23 pakking D afmeting [mm] 14x22x20 (aantal) (aantal) (1) 24 grondring D afmeting [mm] 14x22x3 25 bovendeelschroe- D nomin. Ø x lengte M10x35 ven (aantal) (aantal) (4) 26 bochtstukschroenomin. Ø x lengte M10x40 M10x40 M12x40 M12x40 M16x40 M16x45 ven (aantal) (aantal) (4) (4) (4) (4) (4) (4) 27 bovendeel D kantlengte [mm] 80 28 bovendeelafd. D afmeting [mm] 65x55x2 29 bochtstukafd. afmeting [mm] 65x55x2 65x55x2 78x68x2 78x68x2 106x86x2 106x86x2 30 spil C, D buiten- Ø [mm] 14 schroefdraad M18x2 31 kegel C, D buiten- Ø [mm] 48 48 58 58 70 70 32 bochtstuk nom. diameter DN15 DN20 DN25 DN32 DN40 DN50 33 behuizing nom. diameter DN15 DN20 DN25 DN32 DN40 DN50
Nr 16 17 18 19
Wisselkleppen T25, T25V, T25VA
A: handwiel, moer, onderlegplaatje B: kap, kapafdichting C: spil, kegel D: kap, kapafdichting, stopbusbus, schraapring, pakking, grondring, schroeven, bovendeel, afdichting, spil, kegel
Vervangingsonderdelensets: (kit)
13 14 15
kegel bochtstuk behuizing
afdichting spil
11 12
09 10
kapafdichting stopbusbus schraapring pakking (aantal) grondring schroeven (aantal)
Aanduiding: moer onderlegplaatje handwiel kap
05 06 07 08
Nr 01 02 03 04
Wisselklep T19A