Gebiedsdossiers Gelderland Winning Dr. Van Heek
Provincie Gelderland 10 december 2012 Definitief rapport 9X0236
SAMENVATTING Doelstelling en aanpak De KRW stelt als doel om de achteruitgang van de kwaliteit van het grondwaterlichaam te voorkomen, teneinde het niveau van zuivering dat voor de productie van drinkwater is vereist, te verlagen. Voor het behalen van de doelstellingen voor de KRW is in opdracht van de provincie Gelderland het gebiedsdossier voor drinkwaterwinning Dr. Van Heek (verder Van Heek genoemd) opgesteld. Het gebiedsdossier heeft de volgende doelstellingen: 1. Het scheppen van een gemeenschappelijk inzicht in de factoren die van belang zijn voor een goede kwaliteit van het onttrokken water ten behoeve van de drinkwaterbereiding. Hiervoor is een analyse gemaakt van de mogelijk aanwezige bronnen van verontreiniging (diffuse, lijn- en puntbronnen). Ook wordt gekeken naar de grondwaterkwaliteit om te bepalen welke stoffen het halen van de KRW-doelen in de weg staan. 2. Het opstellen van effectieve maatregelen voor de verbetering van de waterkwaliteit van het onttrokken grondwater. Het accent van de maatregelen ligt daarbij op verdere verduurzaming van bestaande functies en activiteiten in de omgeving. Dit proces wordt gezamenlijk met alle betrokken partijen doorlopen, zodat een gedragen basis ontstaat voor de noodzaak van deze maatregelen en het maken van afspraken om deze te realiseren. De gebiedspartijen, zoals gemeenten, waterschappen en overige organisaties, leveren de inhoudelijke informatie voor de dossiers. Een belangrijke rol is weggelegd voor Vitens als waterbedrijf. Zij is primair verantwoordelijk voor het leveren van betrouwbaar drinkwater. Vitens beschikt over een grote hoeveelheid kennis over de drinkwaterwinning en het gebied en heeft een groot deel van de informatie aangeleverd. De noodzaak voor het nemen van eventuele maatregelen is onderbouwd door onderzoek vanuit drie invalshoeken: 1. Knelpunten: Stoffen die worden aangetroffen in de winputten tonen aan dat er een relatie bestaat tussen de drinkwaterwinning en de activiteiten aan maaiveld. Deze bestaande knelpunten hebben een hoge prioriteit om opgelost te worden. 2. Risico’s: Dit zijn de potentiële bronnen van verontreiniging. 3. De planologische staat van bescherming. Onvoldoende bescherming van een drinkwaterwinning door ruimtelijk beleid levert risico’s op voor de toekomst. Kenmerken winning De drinkwaterwinning Van Heek ligt ten westen van Zeddam. De drinkwaterwinning heeft een vergunning voor 3,75 miljoen m3 per jaar en is gesticht in 1960. Het werkelijk onttrokken debiet de afgelopen jaren was ongeveer 2,0 miljoen m3/jaar. De drinkwaterwinning bestaat uit drie waterwingebieden (Montferland, Galgenberg en Hettenheuvel), waarvan de eerste twee freatisch zijn. Waterwingebied Hettenheuvel bestaat uit drie winputten met twee pompfiltertrajecten op een diepte variërend tussen +3 en -17 m NAP - 55 en -75 m NAP. Het maaiveld bevindt zich op een niveau van ca. + 50 m NAP. Wingebied Montferland bestaat uit negen winputten op een diepte variërend tussen +3 en -11 m NAP. Het maaiveld bevindt zich op een niveau van ca. + 32 m NAP. Gebiedsdossier Dr. Van Heek Definitief rapport
-i-
9X0236/R00026/902344/VVDM/DenB 10 december 2012
Wingebied Galgenberg bestaat uit vier winputten op een diepte variërend tussen +2 en 6 m NAP. Het maaiveld bevindt zich op een niveau van ca. + 50 m NAP. Het water van deze drie winvelden wordt in het productiebedrijf gezamenlijk bovengronds gezuiverd. Het grondwater wordt over filters geleid die dolomitisch materiaal bevatten (gesloten natfiltratie). Het gezuiverde drinkwater wordt opgeslagen in reinwaterkelders en onder druk het leidingnet ingepompt. In een aantal winputten van de wingebieden Montferland en Galgenberg is het nitraatgehalte bijzonder hoog. Vitens streeft ten aanzien van de inrichting van de winvelden naar een juiste verhouding van diepe en ondiepe putten. Hierdoor is geen extra zuivering nodig om aan de nitraatnorm te voldoen. Drinkwaterwinning Van Heek voorziet globaal de gemeente Montferland en een deel van de gemeente Oude IJsselstreek. Waterkwaliteit De kwaliteit van het onttrokken water bij Montferland wordt getypeerd als oxisch en nitraathoudend. Het water heeft een relatief laag waterstofcarbonaatgehalte en een lage pH en is antropogeen zeer sterk belast. De kwaliteit van het water uit de ondiepe winputten op Galgenberg wordt getypeerd als oxisch en nitraathoudend. Het water heeft een matig waterstofcarbonaatgehalte en is antropogeen zeer sterk belast. Nitraat is afwezig in het onttrokken water als gevolg van de reducerende werking van de ondergrond. De kwaliteit van het onttrokken water bij Hettenheuvel wordt getypeerd als anoxisch en matig kalkhoudend. Het water is antropogeen onbelast / zwak belast en heeft een relatief hoog waterstofcarbonaatgehalte en gemiddelde zuurgraad.
Macroparameters: Bij Montferland zijn hoge gehaltes nitraat en sulfaat aangetroffen en een verhoogde hardheid. Het nitraatgehalte is al geruime tijd sterk verhoogd en vertoont per individuele winput grote fluctuaties. Het chloride- en sulfaatgehalte, de hardheid en het elektrisch geleidingsvermogen vertonen een dalende trend. Ook bij Galgenberg zijn verhoogde gehaltes chloride, nitraat en sulfaat aangetroffen en is sprake van verhoogde hardheid. Er is een stijgende trend in de ontwikkeling van het gemiddeld nitraat- en sulfaatgehalte waar te nemen. Het ijzer- en mangaangehalte is relatief hoog. Het onttrokken water bij Hettenheuvel heeft relatief lage gehaltes chloride. De trends in de relevante parameters laten doorgaans een gelijkblijvende ontwikkeling zien. Bestrijdingsmiddelen: Er zijn geen verhoogde gehaltes aan bestrijdingsmiddelen in het onttrokken ruwwater gemeten van de drie wingebieden Montferland, Galgenberg en Hettenheuvel. Overige microverontreinigingen: Van 2002 tot 2006 zijn in twee winputten van Montferland verhoogde gehalten MTBE aangetoond. In 2009 en 2010 is MTBE niet meer in verhoogde gehalten aangetoond. In de andere twee wingebieden worden geen verhoogde gehaltes aan organische microverontreinigingen in het onttrokken ruwwater gemeten.
9X0236/R00026/902344/VVDM/DenB 10 december 2012
- ii -
Gebiedsdossier Dr. Van Heek Definitief rapport
Bodem en kwetsbaarheid Een groot deel van het intrekgebied wordt ingenomen door moderpodzolgronden. Daarnaast zijn er nog wat delen dikke eerdgrond en een klein deel moerige grond en rivierklei. De zandige bovengrond zorgt ervoor dat (regen)water gemakkelijk infiltreert naar de ondergrond. Ter plaatse van Montferland en Galgenberg wordt in de ondergrond één watervoerendpakket onderscheiden, waarin deze winvelden liggen. De geohydrologische opbouw ter plaatse van de Hettenheuvel is zeer complex door het voorkomen van gestuwde formaties in de stuwwal. Er wordt op twee dieptes water gewonnen. Door de beperkte beschikbaarheid van water kan 1 winput niet of nauwelijks worden ingezet. Geochemische kwetsbaarheid (alle winvelden) De redox-overgang in de bodem van zuurstofhoudend naar zuurstofarm ligt minimaal 40 meter onder het maaiveld. Dit maakt de drinkwaterwinning niet kwetsbaar voor in oxisch milieu afbreekbare stoffen als olie, VAK en PAK en bestrijdingsmiddelen als bentazon, MCPP en triazines. Daarnaast kunnen in het oxische deel van de bodem (zware) metalen worden vastgelegd. De drinkwaterwinning blijft kwetsbaar voor stoffen als nitraat, trichloormethaan en chloraat en stoffen die in oxisch en anoxisch milieu persistent zijn, zoals BAM en MTBE en trichlooretheen en tetrachlooretheen. Omgeving drinkwaterwinning Het waterwingebied voor Hettenheuvel bestaat voornamelijk uit bos. Het waterwingebied van Galgenberg bestaat uit bos en heide. Het waterwingebied van Montferland bestaat uit bos en weilanden. Alle drie de waterwingebieden maken deel uit van de ecologische hoofdstructuur (EHS). Het intrekgebied bestaat voor een belangrijk deel natuur (67%). Daarnaast omvat het intrekgebied de volgende functies: agrarisch landgebruik, wonen en infrastructuur. De gemeente Montferland voert onkruidbestrijding uit volgens de methode Duurzaam Onkruid Beheer (DOB). Glyfosaat wordt ingezet conform de DOB methode. De gemeente wil proeven uitvoeren met het toepassen van onkruidbestrijding op een milieuvriendelijker wijze. Aan de hand van de risicokaart en de topografische kaart zijn de belangrijkste lijnbronnen in beeld gebracht. Hierbij is onderscheid gemaakt naar wegen, spoorlijnen, riolering, oppervlaktewater en buisleidingen. De risico’s van puntbronnen zijn nader bestudeerd in het project ‘Lekker Water’. Ondanks de sanering van een geval van ernstige bodemverontreiniging, verplaatst een vlek met trichlooretheen zich nog in de richting van de drinkwaterwinning. Vanuit Lekker Water is er tevens een nader onderzoek uitgevoerd, gericht op het achterhalen van tri-bronnen. Dit onderzoek is ten tijde van het opstellen van het gebiedsdossier bijna afgerond.
Gebiedsdossier Dr. Van Heek Definitief rapport
- iii -
9X0236/R00026/902344/VVDM/DenB 10 december 2012
Planologische staat van bescherming Uit de inventarisatie van de geldende bestemmingsplannen in het grondwaterbeschermingsgebied blijkt dat de borging van het grondwaterbeschermingsbeleid in de het gemeentelijke bestemmingsplan goed is geregeld. Het waterwingebied en grondwaterbeschermingsgebied zijn planologisch beschermd. Er zijn diverse ruimtelijke ontwikkelingen geïnventariseerd in het intrekgebied, die in de toekomst van invloed kunnen zijn op de kwaliteit van het grondwater. Dit betreft onder andere woningbouw, nieuwbouw Vitens, aanpassingen infrastructuur en wijziging bestemmingsplan. Knelpunten en risico’s Er zijn 3 knelpunten gesignaleerd. Het nitraatgehalte is al geruime tijd sterk verhoogd bij winvelden Montferland en Galgenberg. Van 2002 tot 2006 zijn in twee winputten van Montferland verhoogde gehalten MTBE (benzine additief) aangetoond. In 2009 en 2010 is MTBE niet meer in verhoogde gehalten aangetoond. Er zijn in het verleden diverse organische microverontreinigingen aangetroffen in het onttrokken ruwwater. Op dit moment zijn de concentraties gedaald tot < 5 µg/l. Er zijn 6 risico’s geïnventariseerd: Agrarisch landgebruik (bestrijdingsmiddelen). Risico’s bebouwd gebied dorp Zeddam (bestrijdingsmiddelen gebruik, lekkage riolering, risico’s inrichtingen). Risico’s riolering (de staat van de riolering in de kern Zeddam en ’s Heerenberg is matig). Bodemverontreinigingen (puntbronnen vanuit onderzoek Lekker Water). Ruimtelijke ontwikkelingen (met name op het gebied van woningbouw). Boringen voor onttrekkingen (risico’s voor kortsluiting dieper grondwater). Maatregelen Voor de geconstateerde knelpunten en risico´s zijn gezamenlijk met de betrokken partijen maatregelen vastgesteld. Dit zijn maatregelen in aanvulling op het huidige beschermingsbeleid. Uitgangspunt hierbij is dat het bestaande beleid en de bestaande handhaving onverkort wordt voortgezet. Er zijn maatregelen benoemd voor de 25-jaarszone (grondwaterbeschermingsgebied) en voor de 100-jaarszone (intrekgebied). De maatregelen zijn getypeerd als generiek of locatie specifiek. Tevens zijn algemene maatregelen benoemd die voor een groot deel van de Gelderse gebiedsdossiers gelden. Per maatregel is een trekker vastgesteld. De trekker is de partij die het initiatief neemt en houdt voor het realiseren van een maatregel, met actieve ondersteuning vanuit de andere partners. Dit zal in het op te stellen (bestuurlijke) afsprakenkader nader vastgelegd worden. Vitens: Optimaliseren meetnet en evalueren van de resultaten van monitoring gericht op nitraat problematiek.
9X0236/R00026/902344/VVDM/DenB 10 december 2012
- iv -
Gebiedsdossier Dr. Van Heek Definitief rapport
Afstemmen met waterschap over het beleid ten aanzien van overige vergunningsplichtige en meldingsplichtige onttrekkingen in verband met risico’s op het ontstaan van kortsluitstromen.
Gemeente: Periodieke voorlichting van burgers (gebruik bestrijdingsmiddelen). In grondwaterbeschermingsgebieden is het afkoppelen van hemelwater gevolgd door infiltratie verboden tenzij een ontheffing van de PmG (in toekomst Omgevingsverordening) is verleend. De gemeente kan dit in haar afkoppelbeleid opnemen of een calamiteitenplan infiltratieputten opstellen. Renovatie riolering in de kern Zeddam en ’s Heerenberg. Voor de ruimtelijke ontwikkelingen: zorgdragen voor uitvoering van het stand-still, step-forward principe: het risico op bodem- en/of grondwaterverontreiniging mag niet toenemen. Indien mogelijk moet er een verbetering zijn ten opzichte van het huidige gebruik. Provincie: Nader onderzoek is opgestart naar mogelijke verspreiding vanuit de puntbronnen naar de drinkwaterwinning. Doorvertalen landelijk beleid WKO´s naar provinciaal, gemeentelijk en waterschapsbeleid. Negatief advies van provincie aan gemeenten voor gesloten WKO-systemen binnen inrichtingen in waterwin- en grondwaterbeschermingsgebieden. Actualiseren gebiedsdossiers indien veranderingen optreden en minstens 1 x per zes jaar. Jaarlijks door provincie contact opnemen met alle relevante partijen om na te gaan of er behoefte is aan een gebiedsbijeenkomst. Actueel houden grondwaterbeschermingsbeleid. Levend document Het gebiedsdossier is een ‘levend’ document en bevat geen nieuw beleid of regelgeving. Met ‘levend’ wordt bedoeld dat het dossier periodiek wordt aangevuld en geactualiseerd met relevante feiten en ontwikkelingen. Bijvoorbeeld met verslagen van gebiedsgesprekken. Of met een afsprakenlijst waarmee invulling wordt gegeven aan de benodigde adequate bescherming van de waterwinning. De bescherming van kwetsbare drinkwaterwinningen is immers een continu proces.
Gebiedsdossier Dr. Van Heek Definitief rapport
-v-
9X0236/R00026/902344/VVDM/DenB 10 december 2012
INHOUDSOPGAVE Blz. 1
INLEIDING 1.1 1.2 1.3 1.4
1 1 1 2 3
Aanleiding Doelstelling Gevolgde werkwijze Leeswijzer
2
BELEID EN REGELGEVING 2.1 Wet- en regelgeving 2.2 Grondwaterbeschermingsbeleid in Gelderland
3
KENMERKEN DRINKWATERWINNING 3.1 Locatie en diepte drinkwaterwinning 3.2 Voorzieningsgebied 3.3 Debietontwikkeling door de tijd 3.4 Waterbehandeling
9 9 10 10 11
4
WATERKWALITEIT 4.1 Inleiding 4.2 Typering waterkwaliteit 4.3 Macroparameters 4.4 Bestrijdingsmiddelen 4.5 Overige microverontreinigingen en zware metalen
13 13 14 14 17 17
5
BODEM EN HYDROLOGISCH SYSTEEM 5.1 Intrekgebied 5.2 Bodem 5.3 Ondergrond 5.4 Geochemische kwetsbaarheid van de drinkwaterwinningen 5.5 Functies in de ondergrond
19 19 20 20 22 23
6
OMGEVING VAN DE DRINKWATERWINNING 6.1 Diffuse belasting 6.2 Lijnbronnen 6.3 Puntbronnen 6.4 Bescherming grondwaterkwaliteit in bestemmingsplannen 6.5 Ruimtelijke ontwikkelingen
24 24 26 27 31 32
7
KNELPUNTEN EN RISICO’S 7.1 Inleiding 7.2 Bestaande knelpunten 7.3 Risico’s
34 34 34 35
8
MAATREGELEN 8.1 Inleiding 8.2 Overzicht van maatregelen
37 37 37
Gebiedsdossier Dr. Van Heek Definitief rapport
4 4 4
9X0236/R00026/902344/VVDM/DenB 10 december 2012
8.3
Afspraken en vervolg gebiedsdossier
40
9
LITERATUUR
42
10
VERKLARENDE WOORDENLIJST EN AFKORTINGEN
44
BIJLAGE(N) 1. Regelgeving met betrekking tot parkeerplaatsen in grondwaterbeschermingsgebieden
9X0236/R00026/902344/VVDM/DenB 10 december 2012
Gebiedsdossier Dr. Van Heek Definitief rapport
1
INLEIDING
1.1
Aanleiding De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) is in 2000 van kracht geworden en heeft als doel de kwaliteit van oppervlakte- en grondwater te beschermen en te verbeteren. De uitvoering van de KRW is een overheidstaak en is voor wat betreft de bescherming van bronnen voor de drinkwatervoorziening (grond- en oppervlaktewater) gedelegeerd aan de provincies. Als onderdeel van het behalen van de doelstellingen van de KRW met betrekking tot grond- en oppervlaktewaterbescherming is in de stroomgebiedsbeheerplannen afgesproken om voor alle drinkwaterwinningen voor openbare drinkwatervoorziening gebiedsdossiers op te stellen. De KRW stelt dat “achteruitgang van de kwaliteit van het grondwaterlichaam voorkomen moet worden, teneinde het niveau van zuivering dat voor de productie van drinkwater is vereist, te verlagen”. Definitie gebiedsdossier [RIVM, 2010]: ‘In een gebiedsdossier wordt door de betrokken partijen informatie verzameld die van belang is voor de waterkwaliteit ter plaatse van de drinkwaterwinning voor de openbare drinkwatervoorziening. Op basis van deze informatie worden mogelijke beschermingsmaatregelen, gericht op preventie en risicobeheersing, ontwikkeld en in het dossier opgenomen. Vervolgens nemen de betrokken partijen – uitgaande van het gebiedsdossier - een besluit over de daadwerkelijk uit te voeren maatregelen.’
Om voor het stroomgebiedsbeheerplan KRW 2015 – 2021 maatregelen te kunnen opnemen is afgesproken dat in 2012 de gebiedsdossiers voor de kwetsbare drinkwaterwinningen gereed zijn [NWO, 2010].
1.2
Doelstelling Doel van het gebiedsdossier is: 1. Het scheppen van een gemeenschappelijk inzicht in de factoren die van belang zijn voor de kwaliteit van het onttrokken water ten behoeve van de drinkwaterbereiding. Hiervoor wordt een analyse gemaakt van de mogelijk aanwezige bronnen van verontreiniging (diffuse, lijn- en puntbronnen). Ook wordt gekeken naar de grondwaterkwaliteit om te bepalen welke stoffen het halen van de KRW-doelen in de weg staan. 2. Het opstellen van effectieve maatregelen voor de verbetering van de waterkwaliteit van het onttrokken water. Het accent van de maatregelen ligt daarbij op verdere verduurzaming van bestaande functies en activiteiten in de omgeving. Door dit proces gezamenlijk met alle betrokken partijen te doorlopen, ontstaat een gedragen basis voor de noodzaak voor deze maatregelen en het maken van afspraken om deze te realiseren.
Gebiedsdossier Dr. Van Heek Definitief rapport
9X0236/R00026/902344/VVDM/DenB -1-
10 december 2012
1.3
Gevolgde werkwijze Het opstellen van de gebiedsdossiers gebeurt in opdracht van de provincie Gelderland. De provincie heeft de rol van regiehouder. Per productielocatie voor drinkwater wordt in principe één dossier opgesteld1. De gebiedspartijen, zoals gemeenten, waterschappen en overige organisaties, leveren informatie aan om de dossiers te vullen. Een belangrijke rol is weggelegd voor Vitens als waterbedrijf. Zij is primair verantwoordelijk voor het leveren van betrouwbaar drinkwater. Vitens beschikt over een grote hoeveelheid kennis over de drinkwaterwinning en het gebied en levert een groot deel van de informatie aan. De noodzaak voor het nemen van maatregelen wordt onderbouwd door onderzoek vanuit drie invalshoeken (zie figuur 1.1): De bewezen kwetsbaarheid van de drinkwaterwinning op basis van de huidige waterkwaliteit. Stoffen die momenteel al worden aangetroffen in de winputten tonen aan dat er een relatie bestaat tussen de drinkwaterwinning en de activiteiten aan maaiveld. Dit zijn de bestaande knelpunten die een hoge prioriteit hebben om opgelost te worden. De theoretische bepaling van de risico’s. Dit zijn de potentiële bronnen van verontreiniging. Dit kunnen verontreinigingen zijn die al wel bestaan, maar nog niet tot verhoogde gehaltes in de winputten leiden. Ook kan het zijn dat er alleen nog een risico is op het ontstaan van verontreinigingen, maar dat deze feitelijk nog niet aanwezig zijn. De planologische staat van bescherming. Onvoldoende bescherming van een drinkwaterwinning door ruimtelijk beleid levert risico’s op voor de toekomst. Een belangrijk voorbeeld hiervan is de vastlegging van grondwaterbescherming in bestemmingsplannen en de provinciale milieuverordening (PmG). Invalshoek 1: Bewezen kwetsbaarheid op basis van waterkwaliteit
Invalshoek 2: Kenmerken winning en omgeving leiden tot theoretische kwetsbaarheid
§7.2 Bestaande knelpunten
§ 7.3 Risico’s
Invalshoek 3: Bescherming door ruimtelijk beleid
§ 7.4 Staat van bescherming
Totaal overzicht risico’s per winning
Opstellen maatregelen
Figuur 1.1: Analyse van risico’s via drie verschillende invalshoeken en opstellen van maatregelen
1
In het geval dat meerdere productielocaties zeer dicht bij elkaar liggen, is er voor gekozen om de
drinkwaterwinningen in één gebiedsdossiers te beschrijven. Dit geldt bijvoorbeeld voor de drinkwaterwinningen Heumensoord en Muntberg en de drie drinkwaterwinningen in Montferland (Dr. Van Heek).
9X0236/R00026/902344/VVDM/DenB 10 december 2012
Gebiedsdossier Dr. Van Heek -2-
Definitief rapport
Voor de analyse is gebruik gemaakt van reeds beschikbare informatie bekend uit literatuur en digitale bestanden. Voor dit gebiedsdossier is vooral gebruik gemaakt van de Vitens factsheets van de drinkwaterwinningen en beschrijvingen van de waterkwaliteit. Wanneer van andere bronnen gebruik is gemaakt, is dat aangegeven. Voor meer uitgebreide achtergrondinformatie over de drinkwaterwinningen wordt verwezen naar deze achtergrondliteratuur. De risico’s van puntbronnen zijn nader bestudeerd in het project ‘Lekker Water’ van de provincie Gelderland [Provincie Gelderland, 2011]. De provincie heeft in dit project de eisen vanuit de Wet bodembescherming (Wbb) en KRW ten aanzien van drinkwaterwinningen geïntegreerd aangepakt in een programma bodemsaneringen drinkwaterwinningen. De eindresultaten uit het project Lekker Water zijn vermeld in het gebiedsdossier.
1.4
Leeswijzer In hoofdstuk 2 geven we een toelichting op het relevante beleidskader met betrekking tot drinkwater en grondwaterbescherming. In de hoofdstukken 3 tot en met 6 zijn de kenmerken van de drinkwaterwinning, de waterkwaliteit, de omgeving, de ondergrond en het hydrologisch systeem beschreven. Bedreigingen, knelpunten en kansen die hieruit naar voren komen beschrijven we in hoofdstuk 7. In hoofdstuk 8 gaan we in op de maatregelen.
Gebiedsdossier Dr. Van Heek Definitief rapport
9X0236/R00026/902344/VVDM/DenB -3-
10 december 2012
2
BELEID EN REGELGEVING
2.1
Wet- en regelgeving De basis van de bescherming van grondwater ligt in het bestaande generieke (landelijke) milieubeleid, met name de Wet bodembescherming, de Wet milieubeheer, de Meststoffenwet en de Wet gewasbeschermingsmiddelen- en biociden (http://wetten.overheid.nl/). Met het oog op de continuïteit van de levering van drinkwater bestaat er reeds enkele decennia een provinciaal beschermingsbeleid, gericht op het minimaliseren van de risico’s op verontreiniging van het grondwater. Provinciale Staten hebben in de Provinciale milieuverordening Gelderland waterwingebieden, grondwaterbeschermingsgebieden en boringsvrije zones aangewezen. Hierbinnen zijn bepaalde activiteiten en het gebruik van bepaalde stoffen verboden of aan voorschriften gebonden. De aanwijzing van grondwaterbeschermingsgebieden heeft een effect op de ruimtelijke ordening, waardoor (nieuwe) risicovolle bedrijven en activiteiten in de omgeving van die drinkwaterwinningen worden geweerd. De consequentie hiervan is dat er beperkingen en extra kosten voor de omgeving zijn. Dit is gerechtvaardigd vanwege het grote maatschappelijk belang van de drinkwaterlevering. De Europese Kaderrichtlijn Water (Richtlijn 2000/60/EG) heeft hieraan een nieuwe dimensie toegevoegd en stelt eisen aan de kwaliteit van het grondwater waaruit water wordt gewonnen dat gebruikt wordt voor menselijke consumptie. Een samenvattend overzicht van relevante wet- en regelgeving voor grondwaterbescherming is: Europees: Kaderrichtlijn Water, grondwaterrichtlijn, nitraatrichtlijn. Nationaal: Drinkwaterwet en – besluit; Wet Milieubeheer (WM); Waterwet; Wet op de Ruimtelijke Ordening; Wet Bodembescherming; Wet op gewasbeschermingsmiddelen en biociden. Provinciaal: Provinciale milieuverordening als uitwerking van de WM; Ruimtelijke Verordening Gelderland.
2.2
Grondwaterbeschermingsbeleid in Gelderland Het doel van het grondwaterbeschermingsbeleid in Gelderland is beschreven in het Waterplan Gelderland 2010-2015. Het doel is om voor de lange termijn Gelderland op een verantwoorde manier vanuit grondwater van drinkwater te kunnen voorzien. Verantwoord betekent dat grondwater op een eenvoudige wijze kan worden gebruikt voor de bereiding van drinkwater - dus zonder ingrijpende en kostbare zuivering - en dat drinkwaterwinning van grondwater minimale, maatschappelijk aanvaardbare negatieve effecten op andere functies heeft.
9X0236/R00026/902344/VVDM/DenB 10 december 2012
Gebiedsdossier Dr. Van Heek -4-
Definitief rapport
Om de locaties waar grondwater gewonnen wordt als bron voor drinkwater schoon te houden en te beschermen tegen verontreinigingen heeft de provincie in de Provinciale Milieuverordening Gelderland beschermingszones vastgelegd. Aan de hand van de opbouw van de ondergrond, de diepte van de drinkwaterwinning en de afstand tot de winputten is hierbij onderscheid gemaakt in: waterwingebieden; grondwaterbeschermingsgebieden; boringsvrije zones. De waterwingebieden zijn de zones direct rondom de winputten. In deze gebieden bevindt zich het water dat binnen één jaar wordt opgepompt om er drinkwater van te maken. De grondwaterbeschermingsgebieden liggen als een schil rond het waterwingebied. In deze gebieden bevindt zich het water dat tussen één en 25 jaar wordt opgepompt. De begrenzingen van deze gebieden zijn gebaseerd op hydrologische modelberekeningen2. Bij boringsvrije zones bevindt zich in de ondergrond een aaneengesloten slecht-doordringbare kleilaag. Deze gebieden zijn minder kwetsbaar voor verontreinigingen en aantastingen dan grondwaterbeschermingsgebieden. Om te voorkomen dat deze kleilaag doorboord wordt, en daarmee de beschermende werking van de kleilaag verloren gaat, wordt een boringsvrije zone ingesteld, bijvoorbeeld bij de drinkwaterwinningen Holk en Eerbeek. Hier gelden aan maaiveld minder strenge regels dan in de grondwaterbeschermingsgebieden. Aansluitend zijn ook de intrekgebieden voor de drinkwaterwinningen in beeld gebracht aan de hand van modelberekeningen. Dit zijn de gebieden waar het grondwater binnen 100 jaar de pompputten van het waterbedrijf bereikt. Voor deze gebieden is geen bijzonder beleid opgesteld door provincie. De praktische uitvoering van het beleid verloopt in Gelderland in grote lijnen via twee sporen: 1. Via de ruimtelijke ordening (Ruimtelijke Verordening Gelderland): conflicterende functies weren en toestaan van functies die goed te combineren zijn met drinkwaterwinning. 2. Via de milieuregelgeving (Provinciale milieuverordening Gelderland, PmG). Ad 1: Ruimtelijke ordening Hoe de provincie Gelderland de ruimte wil verdelen en gebruiken staat in de algemene structuurvisie ruimtelijke ordening, voorheen het Streekplan Gelderland 2005. Hierin beschrijft de provincie de hoofdlijnen van het beleid en heeft de provincie haar belangen gedefinieerd en ruimtelijke keuzes gemaakt. De wijze van bescherming in ruimtelijke plannen voor de beschermingszones voor drinkwaterwinningen is als volgt beschreven in de structuurvisie.
2
De grondwaterbeschermingsgebieden zijn destijds bepaald met hydrologische modelberekeningen. Momenteel
worden er nieuwe berekeningen uitgevoerd. Dit kan terzijnertijd leiden tot het herzien van de begrenzing van de grondwaterbeschermingsgebieden. In de gebiedsdossiers is uitgegaan van de huidige vigerende grenzen.
Gebiedsdossier Dr. Van Heek Definitief rapport
9X0236/R00026/902344/VVDM/DenB -5-
10 december 2012
Waterwingebieden Voor waterwingebieden is het belang van de drinkwaterwinning zo evident, dat het projecteren van andere bestemmingen niet aanvaardbaar is. De mogelijkheden tot uitbreiding van reeds aanwezige bebouwing (anders dan voor de drinkwaterwinning) moeten tot het uiterste worden beperkt. Grondwaterbeschermingsgebieden Binnen grondwaterbeschermingsgebieden is het zogenaamde stand-still/step forward principe van toepassing. Dat wil zeggen dat nieuwe bestemmingen geen groter risico op bodem- en/of grondwaterverontreiniging mogen opleveren dan de vigerende bestemming en dat naar vermindering van het risico wordt gestreefd. Het gemeentebestuur moet in het bestemmingsplan aantonen dat hier aan wordt voldaan. Bij de beoordeling of aan het stand still/step forward-principe wordt voldaan, wordt uitsluitend een ruimtelijke afweging gemaakt. Of een risico kan afnemen door het treffen van milieu-hygiënische maatregelen wordt niet in de afweging meegenomen. Wel kunnen eventuele compenserende maatregelen worden meegewogen. Deze mogen alleen bestaan uit bestemmingswijzigingen die het risico voldoende verminderen. Het beleid uit de Structuurvisie is in de Ruimtelijke Verordening Gelderland vertaald naar regelgeving (zie onderstaande tabel). Artikel
Toelichting
Artikel 16 Waterwingebied
Voor de waterwingebieden geldt dat alleen
In een bestemmingsplan krijgen waterwingebieden,
bestemmingen worden toegestaan die geen
waarvan de geometrische plaatsbepaling is vervat in het
negatieve effecten kunnen hebben op de kwaliteit
GML-bestand NL.IMRO.9925.PV00003-0003 en die zijn
van het grondwater.
verbeeld op de bij deze verordening behorende kaart Water, alleen bestemmingen die geen negatieve effecten kunnen hebben op de kwaliteit van het grondwater. Artikel 17 Grondwaterbeschermingsgebied
Voor de grondwaterbeschermingsgebieden geldt dat
17.1 In een bestemmingsplan krijgen
alleen bestemmingen worden toegestaan die geen
grondwaterbeschermingsgebieden, waarvan de
hoger bodem- en/of grondwaterrisico met zich
geometrische plaatsbepaling is vervat in het GML-bestand
brengen dan de vigerende bestemming (stand-still-
NL.IMRO.9925.PV00003-0003 en die zijn verbeeld op de bij
principe) dan wel bestemmingen die een verbetering
deze verordening behorende kaart Water, een bestemming
ten opzichte van de bestaande bestemming
die hetzelfde of een lager risico voor het grondwater met
betekenen (step forward-principe). Bij de
zich meebrengt dan de vigerende bestemming mogelijk
beoordeling of aan het stand still/step forward-
maakt.
principe wordt voldaan, wordt uitsluitend een ruimtelijke afweging gemaakt.
17.2 In de toelichting bij bestemmingsplannen voor grondwaterbeschermingsgebieden wordt aangegeven hoe
Of een risico kan afnemen door het treffen van
een nieuwe bestemming zich verhoudt tot het bepaalde in
milieuhygiënische maatregelen wordt niet in de
17.1.
afweging meegenomen.
9X0236/R00026/902344/VVDM/DenB 10 december 2012
Gebiedsdossier Dr. Van Heek -6-
Definitief rapport
Watertoets Om te zorgen dat water een volwaardige rol speelt in ruimtelijke plannen is in 2003 het watertoetsproces in het leven geroepen door de overheid met een wijziging van het Besluit op de Ruimtelijke Ordening (Bro). Het watertoetsproces is geen toets achteraf, maar maakt direct onderdeel uit van de planvorming. De essentie van het watertoetsproces is een vroegtijdig contact tussen zogeheten initiatiefnemers en waterbeheerders. Onderlinge goede afspraken moeten ervoor zorgen dat het waterhuishoudkundige en ruimtelijke beleid goed wordt toegepast en uitgevoerd. Het drinkwaterbedrijf treedt in het watertoetsproces op als adviseur als het voornemen een relatie heeft met een drinkwaterwinning. Dit omdat zij er belang bij hebben dat een ruimtelijk plan de kwaliteit van het te winnen grond- of oppervlaktewater niet aantast. Ad 2: Via de milieuregelgeving (PmG) In het kader van de Wet Milieubeer heeft de provincie milieuhygiënische regels opgesteld ter bescherming van de waterwin- en grondwaterbeschermingsgebieden. Deze zijn vastgesteld in de Provinciale milieuverordening Gelderland (PmG). In de PmG staan de verbodsbepalingen voor niet-inrichtinggebonden activiteiten in waterwin- en grondwaterbeschermingsgebieden. Voor de meeste verbodsbepalingen kan GS ontheffing verlenen. Een beknopt overzicht van activiteiten die in Gelderland verboden zijn in waterwin- en grondwaterbeschermingsgebieden is hieronder opgenomen. Voor bepaalde activiteiten is ontheffing mogelijk. gebruik van bestrijdingsmiddelen in waterwingebieden; gebruik of transport van schadelijke stoffen; constructies voor opslag, transport van schadelijke stoffen; transport van afvalwater; opslag en gebruik van licht verontreinigde grond; op of in de bodem brengen van meststoffen in waterwingebieden; op of in de bodem brengen van compost, zwarte grond, zuiveringsslib; grondwerkzaamheden dieper dan twee meter; aanleg of reconstructie van wegen, parkeerplaatsen (voor regelgeving zie bijlage 1) en andere terreinen voor gemotoriseerd verkeer, waterwegen en spoorwegen; woningbouw; oprichten van begraafplaatsen; toepassing van de bodem als energiebron en –buffer; constructies in de bodem; lozingen in de bodem; kampeergelegenheden, recreatiecentra, kampementen. De verboden activiteiten staan genoemd in de Provinciale Milieuverordening Gelderland, bijlage 10b. Voor bepaalde verboden activiteiten is er mogelijkheid om ontheffing aan te vragen. Er is geen ontheffingsmogelijkheid als de verboden activiteit in strijd is met een bestemmingsplan. Daarnaast staat in de PmG (bijlage 10e) een lijst van bedrijfscategorieën die niet in een waterwin- of grondwaterbeschermingsgebied mogen worden opgericht. Hiervoor is geen ontheffingsmogelijkheid.
Gebiedsdossier Dr. Van Heek Definitief rapport
9X0236/R00026/902344/VVDM/DenB -7-
10 december 2012
De provincie heeft geen gebruik gemaakt van de bevoegdheid instructieregels op te stellen voor inrichtingen binnen grondwaterbeschermingsgebieden. In plaats daarvan dienen gemeentes vergunningaanvragen ter advisering naar de provincie te sturen.
9X0236/R00026/902344/VVDM/DenB 10 december 2012
Gebiedsdossier Dr. Van Heek -8-
Definitief rapport
3
KENMERKEN DRINKWATERWINNING
3.1
Locatie en diepte drinkwaterwinning De drinkwaterwinning Dr. Van Heek (verder te noemen Van Heek) ligt ten westen van Zeddam. De drinkwaterwinning heeft een vergunning voor 3,75 miljoen m3 per jaar en is gesticht in 1960. De drinkwaterwinning bestaat uit drie waterwingebieden (Montferland, Galgenberg en Hettenheuvel), waarvan de eerste twee freatisch zijn. Waterwingebied Hettenheuvel bestaat uit drie winputten met twee pompfiltertrajecten op een diepte variërend tussen +3 en -17 m NAP - 55 en -75 m NAP. Het maaiveld bevindt zich op een niveau van ca. + 50 m NAP. Wingebied Montferland bestaat uit negen winputten op een diepte variërend tussen +3 en -11 m NAP. Het maaiveld bevindt zich op een niveau van ca. + 32 m NAP. Wingebied Galgenberg bestaat uit vier winputten op een diepte variërend tussen +2 en -6 m NAP. Het maaiveld bevindt zich op een niveau van ca. + 50 m NAP. In figuur 3.1 is de ligging van de winputten en de beschermingszones weergegeven.
Figuur 3.1. Ligging winputten, waterwingebied en grondwaterbeschermingsgebieden drinkwaterwinning Van Heek Gebiedsdossier Dr. Van Heek Definitief rapport
9X0236/R00026/902344/VVDM/DenB -9-
10 december 2012
3.2
Voorzieningsgebied Het gebied dat voorzien wordt van water afkomstig uit de drinkwaterwinning Van Heek is weergegeven in figuur 3.2. De drinkwaterwinningen voorzien globaal de gemeente Montferland en een deel van de gemeente Oude IJsselstreek.
Figuur 3.2. Voorzieningsgebied drinkwaterwinning Van Heek
3.3
Debietontwikkeling door de tijd Het vergunde onttrekkingsdebiet is 3,75 miljoen m3/jaar. Hiervan mag maximaal 0,95 Mm3 worden gewonnen op Hettenheuvel. Het werkelijk onttrokken debiet de afgelopen jaren was ongeveer 2,0 miljoen m3/jaar. In verband met het hoge nitraatgehalte is de totale onttrekking teruggebracht tot circa 1,3 miljoen m3/jaar. De totale jaardebieten van de periode 1961-2010 zijn weergegeven in figuur 3.3.
9X0236/R00026/902344/VVDM/DenB 10 december 2012
Gebiedsdossier Dr. Van Heek - 10 -
Definitief rapport
Figuur 3.3: Jaardebieten drinkwaterwinning Van Heek
3.4
Waterbehandeling Op productiebedrijf Van Heek (Montferland) wordt het water uit drie wingebieden gezuiverd, te weten Montferland (9 winputten), Galgenberg (4 winputten) en Hettenheuvel (3 winputten). Het water van deze drie winvelden wordt in het productiebedrijf gezamenlijk bovengronds gezuiverd. Het grondwater wordt over filters geleid die dolomitisch materiaal bevatten(gesloten natfiltratie). In deze filtratiestap worden methaan, ammonium, ijzer en mangaan verwijderd. Het zuiveringsschema is weergegeven in figuur 3.4. Het gezuiverde drinkwater wordt opgeslagen in opslagkelders, zogenaamde reinwaterkelders. Vanuit de reinwaterkelders wordt het drinkwater onder druk het leidingnet ingepompt. In een aantal winputten van de wingebieden Montferland en Galgenberg is het nitraatgehalte bijzonder hoog (reinwater 2010 gemiddeld circa 31 mg/l). Dit betekent een overschrijding van de Vitens streefwaarde (25 mg/l). Huidige maatregelen Om de norm voor nitraat niet te overschrijden is voor de korte termijn de maatregel genomen om de winputten in het wingebied Hettenheuvel maximaal in te zetten. Het ruwwater afkomstig uit Hettenheuvel bevat geen nitraat. Op deze wijze kan voorzien worden in de waterbehoefte (maximale productie van 1,3 miljoen m3/jaar) zonder dat de nitraatnorm wordt overschreden (dus ook niet tijdens piekverbruik). Deze maatregel is vanaf maart 2004 doorgevoerd.
Gebiedsdossier Dr. Van Heek Definitief rapport
9X0236/R00026/902344/VVDM/DenB - 11 -
10 december 2012
Maatregelen korte termijn In 2010 zijn in het wingebied Galgenberg twee nieuwe diepe winputten (capaciteit circa 60 m3/h) geboord waarvan het water geen nitraat bevat. Vanaf 2011 worden deze winputten ingezet om het nitraatgehalte in het opgepompte water op de drinkwaterwinning Montferland te verlagen. Nieuwbouw productiebedrijf Van Heek De Overeenkomst Duurzame Drinkwatervoorziening Gelderland (ODDG) tussen Vitens en de provincie Gelderland heeft geleid tot een programma van projecten teneinde de vergunningruimte van 185 miljoen m³/jaar terug te brengen naar 160 miljoen m³/jaar. Pb Van Heek is als duurzaam aangewezen met een winvergunning van 3,75 miljoen m3/jaar. Voor het project is in juli 2011 een business case geschreven. De nieuwbouw zal voor 2015 opgeleverd moeten worden. Door het plaatsen van een aantal nieuwe diepe winputten voor de drinkwaterwinning van nitraatarm water in het winveld Galgenberg kan het nitraatgehalte in het uitgaande reine water worden teruggedrongen tot onder de Vitens-streefwaarde. Vitens streeft ten aanzien van de inrichting van de winvelden naar een juiste verhouding van diepe en ondiepe putten. Hierdoor is geen extra zuivering nodig om aan de nitraatnorm te voldoen. Bovendien wordt hiermee op lange termijn de nitraatlast in het grondwater weggepompt. Het nitraatprobleem heeft namelijk een historische achtergrond. De belasting aan maaiveld is inmiddels veel lager dan vroeger. Hierdoor is nieuwe, normoverschrijdende input van nitraat niet meer aan de orde. Uiteindelijk ontstaat zo een drinkwaterwinning die goed is ingepast en beschermd, zodat ook voor toekomstige generaties, veilig en goed drinkwater kan worden geleverd, tegen zo laag mogelijke maatschappelijke kosten.
Figuur 3.4: Zuiveringsschema drinkwaterwinning Van Heek
9X0236/R00026/902344/VVDM/DenB 10 december 2012
Gebiedsdossier Dr. Van Heek - 12 -
Definitief rapport
4
WATERKWALITEIT
4.1
Inleiding De kwaliteit van het grondwater in het waterwingebied en het grondwaterbeschermingsgebied wordt voortdurend gemonitord door Vitens. Vitens meet de waterkwaliteit op drie momenten in het bedrijfsproces (zie kader). In de volgende paragrafen is een beschrijving gegeven van de gemeten waterkwaliteit. Het monitoringsprogramma van Vitens is uitgebreid en omvat vele stoffen. In deze analyse worden alleen die stoffen genoemd waar sprake is van een structureel verhoogd gehalte of een stijgende trend. Stoffen die op incidentele basis in (zeer) licht verhoogde gehaltes zijn aangetoond zijn niet in onderstaande analyse opgenomen indien ze niet bevestigd of onwaarschijnlijk zijn. ‘Niet bevestigd’ zijn de incidentele verhogingen die eenmalig in een complete meetreeks voorkomen. ‘Onwaarschijnlijk’ zijn de incidentele verhogingen die gelet op de eigenschappen van de stof en het redoxmilieu van de locatie niet te verklaren zijn. Oorzaken voor dergelijke incidentele verhogingen zijn vaak het gevolg van een meetfout. Bij de huidige lage bepalingsniveaus is het risico op verontreiniging van een monster tijdens monstername of in het analyseproces aanzienlijk. Bij vluchtige stoffen is het risico op verontreiniging het grootst. Of een incidentele verhoogde waarneming als niet bevestigd of onwaarschijnlijk beoordeeld is, hangt dus af van meerdere factoren. De beoordeling hiervan is door Vitens uitgevoerd op basis van expert-judgement. Monitoring waterkwaliteit 1. Reinwater na de laatste zuiveringsstap en aan het tappunt bij klanten. Deze monitoring is wettelijk verplicht volgens de Drinkwaterregeling. In de Drinkwaterregeling zijn de te meten parameters en de meetfrequentie vastgelegd. De normen waaraan het reinwater moet voldoen staan in het Drinkwaterbesluit. Op deze manier is wettelijk geregeld dat het drinkwater voor consumenten van goede kwaliteit is. De monitoring bestaat uit microbiologische en chemische parameters, en een aantal indicatoren: bedrijfstechnische, organoleptische en signaleringsparameters. Een overzicht van de parameters en normen is te vinden in bijlage A van het Drinkwaterbesluit. 2. Ruwwater is het water uit de winputten voordat het naar de zuivering gaat. Ook deze metingen zijn wettelijk verplicht volgens de Drinkwaterregeling. De waterkwaliteit hoeft nog niet te voldoen aan de normen van het Drinkwaterbesluit; het water ondergaat immers nog een zuivering voordat het aan de consument geleverd wordt. Indicatief toetst Vitens de kwaliteit van het ruwwater wel aan de normen van het Drinkwaterbesluit. Zo wordt ook duidelijk voor welke parameters de zuivering noodzakelijk is. Het bemonsteren van het ruwwater vindt plaats in het verzameld ruwwater en in de individuele winputten. De metingen van het water uit de individuele winputten verschillen van de metingen in het verzamelde ruwe water doordat per winput (of per streng van winputten) wordt gemeten. Vaak veroorzaken één of enkele winputten verhoogde gehaltes van een bepaalde parameter in het verzamelde ruwwater. Het uitvoeren van analyses van de individuele winputten biedt inzicht of een verontreiniging specifiek in één winput voorkomt of diffuus wordt aangetroffen in het puttenveld. Daarnaast wordt informatie verkregen in het herkomstgebied van een verontreiniging. 3. Water uit waarnemingsputten binnen en buiten de grondwaterbeschermingsgebieden. De waarnemingsputten voor waterkwaliteit liggen ruimtelijk verspreid rond het waterwingebied. Het doel van de metingen in waarnemingsputten is om verontreinigingen op te merken, voordat deze de winputten bereiken. Op die manier kunnen indien nodig nog maatregelen worden genomen. Gebiedsdossier Dr. Van Heek Definitief rapport
9X0236/R00026/902344/VVDM/DenB - 13 -
10 december 2012
Het water van de waarnemingsputten wordt geanalyseerd op een selectie van stoffen uit het Drinkwaterbesluit, waarvan de verwachting is dat deze relevant zijn voor de drinkwaterwinning.
Van het rein- en ruwwater is een meetreeks beschikbaar vanaf 1982 tot en met 2011. Het water uit de waarnemingsputten is bemonsterd vanaf 1996 tot en met 2011. Het reine water van de winning voldoet in principe altijd aan de eisen van het Drinkwaterbesluit. Wanneer er een overschrijding optreedt, wordt dit altijd gemeld bij de Inspectie Leefomgeving en Transport en hiermee worden vervolgens afspraken gemaakt om een nieuwe overschrijding te voorkomen.
4.2
Typering waterkwaliteit Montferland De kwaliteit van het onttrokken water bij Montferland wordt getypeerd als oxisch en nitraathoudend. Het water heeft een relatief laag waterstofcarbonaatgehalte en een lage pH en is antropogeen zeer sterk belast, zo blijkt uit het verhoogd oxidatievermogen (OXV3). Galgenberg De kwaliteit van het water uit de ondiepe winputten op Galgenberg wordt getypeerd als oxisch en nitraathoudend. Het water heeft een matig waterstofcarbonaatgehalte en is antropogeen zeer sterk belast, zo blijkt uit het verhoogd oxidatievermogen (OXV3). Het water uit de diepe winputten 5 en 6 is suboxisch en zacht. Nitraat is afwezig in het onttrokken water als gevolg van de reducerende werking van de ondergrond. Hettenheuvel De kwaliteit van het onttrokken water bij Hettenheuvel wordt getypeerd als anoxisch en matig kalkhoudend. Het water is antropogeen onbelast / zwak belast en heeft een relatief hoog waterstofcarbonaatgehalte en gemiddelde zuurgraad. Nitraat is afwezig in het onttrokken water als gevolg van de reducerende werking van de ondergrond. In de volgende paragrafen wordt de waterkwaliteit besproken aan de hand van drie stofgroepen: Macroparameters; Bestrijdingsmiddelen; Overige microverontreinigingen en zware metalen.
4.3
Macroparameters Ruwwater - individuele winputten Montferland De zeer sterke belasting van het onttrokken water bij Montferland uit zich in hoge gehaltes nitraat en sulfaat en een verhoogde hardheid. Het gemiddelde nitraatgehalte is 50 mg/l variërend van 10 tot 106 mg/l in de winputten.
3
2-
-
Het OXV is gedefinieerd als 7 * [SO4 ] + 5 * [NO3 ] (mmol/l) naar Postma et al (1991). Het is een indicator voor
vermesting, omdat het rekening houdt met het verdwijnen van nitraat door de oxidatie van pyriet waarbij sulfaat vrijkomt.
9X0236/R00026/902344/VVDM/DenB 10 december 2012
Gebiedsdossier Dr. Van Heek - 14 -
Definitief rapport
De locaties van de winputten met een verhoogd nitraatgehalte zijn opgenomen in figuur 4.1. Het nitraatgehalte is al geruime tijd sterk verhoogd en vertoont per individuele winput grote fluctuaties. De nitraatgehalten zijn verhoogd door het overmatig gebruik van meststoffen op de landbouwpercelen nabij de drinkwaterwinning met name in de periode 1970-1985. Een deel van de verhoogde hardheid kan worden verklaard uit het gebruik van landbouwkalk om verzuring van de landbouwgronden tegen te gaan. Het verhoogde sulfaatgehalte is het gevolg van de infiltratie van het effluent van de kalkzwaveldenitrificatie-installatie. Dit effluent had ook een hogere hardheid, doordat kalk werd gebruikt om de pH van het effluent te neutraliseren. Er is nog geen duidelijke trend in de ontwikkeling van het gemiddeld nitraatgehalte waar te nemen. Dit is onder meer verklaarbaar door de steeds wisselende inzet van winputten. Het chloride- en sulfaatgehalte, de hardheid en het elektrisch geleidingsvermogen vertonen een dalende trend.
Figuur 4.1: Nitraat per winput
Gebiedsdossier Dr. Van Heek Definitief rapport
9X0236/R00026/902344/VVDM/DenB - 15 -
10 december 2012
Galgenberg De zeer sterke belasting van het water uit de ondiepe winputten op Galgenberg uit zich in verhoogde gehaltes chloride (gemiddeld 25 mg/l), nitraat en sulfaat en een verhoogde hardheid. Het gemiddelde nitraatgehalte is 52 mg/l variërend van 39 tot 71 mg/l per winput (zie figuur 4.1). Het nitraatgehalte is al geruime tijd sterk verhoogd en vertoont per individuele winput grote fluctuaties. De nitraatgehalten zijn verhoogd door het overmatig gebruik van meststoffen op de landbouwpercelen nabij de drinkwaterwinning met name in de periode 1970-1985. De verhoogde hardheid kan worden verklaard uit het gebruik van landbouwkalk om verzuring van de landbouwgronden tegen te gaan. Er is een stijgende trend in de ontwikkeling van het gemiddeld nitraatgehalte waar te nemen. Het sulfaatgehalte is gemiddeld 39 mg/l en vertoont eveneens een stijgende trend. Het water uit de diepe winputten 5 en 6 is suboxisch en zacht. Nitraat is afwezig in het onttrokken water als gevolg van de reducerende werking van de ondergrond. Het ijzeren mangaangehalte is relatief hoog. Hettenheuvel Het onttrokken water bij Hettenheuvel is antropogeen onbelast/ zwak belast en dat is te zien aan de relatief lage gehaltes chloride (gemiddeld 9 mg/l). Bij de diepste twee winputten is het water sulfaat gereduceerd. Bij de andere winput is het sulfaatgehalte 52 mg/l. De trends in de relevante parameters laten doorgaans een gelijkblijvende ontwikkeling zien. Door de beperkte beschikbaarheid van water kan winput 1 niet of nauwelijks worden ingezet. Waarnemingsputten De metingen in het water uit de waarnemingsputten laten een vergelijkbare waterkwaliteit zien op macroparameters met het onttrokken grondwater. In figuur 4.2 zijn de locaties van de waarnemingsputten rondom drinkwaterwinning Dr. Van Heek weergegeven.
9X0236/R00026/902344/VVDM/DenB 10 december 2012
Gebiedsdossier Dr. Van Heek - 16 -
Definitief rapport
Figuur 4.2: Ligging meetnet van waarnemingsputten
4.4
Bestrijdingsmiddelen Ruwwater - individuele winputten Er zijn geen verhoogde gehaltes aan bestrijdingsmiddelen in het onttrokken ruwwater gemeten van de drie wingebieden Montferland, Galgenberg en Hettenheuvel. Waarnemingsputten Er zijn geen verhoogde gehaltes aan bestrijdingsmiddelen in het water uit de waarnemingsputten gemeten.
4.5
Overige microverontreinigingen en zware metalen Ruwwater - individuele winputten Montferland Er zijn in het verleden diverse organische microverontreinigingen aangetroffen in het onttrokken ruwwater. Al sinds het begin van de jaren ‘80 werd een trichlooretheen (tri)verontreiniging aangetroffen. In 1983 is een interceptieput geplaatst. De triconcentratie in het water uit winput 11 (zie figuur 4.3) is gedaald van 70 µg/l tot gehaltes onder de 5 µg/l in 2006. Vervolgens is de interceptiewinning beëindigd. Het interceptiewater werd belucht voor de verwijdering van tri en geïnfiltreerd in het waterwingebied. Gebiedsdossier Dr. Van Heek Definitief rapport
9X0236/R00026/902344/VVDM/DenB - 17 -
10 december 2012
De monitoring van de triverontreiniging is verplaatst naar de actieve winputten 2A, 9 en 12, maar er wordt vrijwel geen VHK meer aangetoond.
Figuur 4.3: Tri per winput
Van 2002 tot 2006 zijn in twee winputten verhoogde gehalten MTBE aangetoond. In 2009 en 2010 is MTBE niet meer in verhoogde gehalten aangetoond. Galgenberg Er zijn geen verhoogde gehaltes aan organische microverontreinigingen in het onttrokken ruwwater gemeten. Hettenheuvel Er zijn geen verhoogde gehaltes aan organische microverontreinigingen in het onttrokken ruwwater gemeten. Waarnemingsputten In het water uit de waarnemingsput B1, B2 en B3 worden nog steeds licht verhoogde gehalten VHK gemeten.
9X0236/R00026/902344/VVDM/DenB 10 december 2012
Gebiedsdossier Dr. Van Heek - 18 -
Definitief rapport
5
BODEM EN HYDROLOGISCH SYSTEEM
5.1
Intrekgebied In figuur 5.1 is het berekende intrekgebied weergegeven. Dit is het gebied, bepaald met behulp van een grondwatermodel, waar het grondwater binnen 100 jaar de pompputten van het waterbedrijf bereikt. Voor deze gebieden is geen bijzonder beleid opgesteld door de provincie. In deze figuur is ook het grondwaterbeschermingsgebied (de 25jaarszone) en het waterwingebied (de 1-jaarszone) weergegeven. Hiervoor is in de Provinciale Milieuverordening Gelderland bijzonder beleid vastgelegd.
Figuur 5.1. Intrekgebied drinkwaterwinning Van Heek op basis van berekeningen met een grondwatermodel
Gebiedsdossier Dr. Van Heek Definitief rapport
9X0236/R00026/902344/VVDM/DenB - 19 -
10 december 2012
5.2
Bodem De bodemkaart voor het gebied is opgenomen in figuur 5.2. Een groot deel van het intrekgebied wordt ingenomen door moderpodzolgronden. Daarnaast zijn er nog wat delen dikke eerdgrond en een klein deel moerige grond en rivierklei. De zandige bovengrond zorgt ervoor dat (regen)water gemakkelijk infiltreert naar de ondergrond.
Figuur 5.2. Bodemkaart intrekgebied drinkwaterwinning Van Heek
5.3
Ondergrond Het gebied van Montferland waar de drie drinkwaterwinningen van productiebedrijf Van Heek zijn gelegen is een stuwwal gebied. De stuwwal is een restant van de stuwwalboog Montferland-Nijmegen-Arnhem waarvan grote delen zijn geërodeerd. Ter plaatse van de drinkwaterwinningen is de stuwwal nog aanwezig, te zien aan de verhoging in het landschap. 9X0236/R00026/902344/VVDM/DenB 10 december 2012
Gebiedsdossier Dr. Van Heek - 20 -
Definitief rapport
De stuwwal bestaat overwegend uit grofzandige en grindrijke afzettingen van Rijn en Maas. Door de stuwing zijn de bodemlagen scheefgesteld. In figuur 5.3a is een geohydrologische dwarsdoorsnede gemaakt van de drinkwaterwinningen Montferland en Galgenberg. In figuur 5.3b is de ondergrond ter plaatse van de drinkwaterwinning Hettenheuvel weergegeven. Montferland en Galgenberg Het eerste watervoerende pakket bestaat uit fijne zanden van de Formatie van Twente en de matig grove zanden van de Formatie van Urk. Op circa +10 en -15 m NAP zijn niet aaneengesloten slecht doorlatende lagen aanwezig. Dit zijn leemlagen die behoren tot de Formatie van Oosterhout, Laagpakket van Lievelde. Deze laag is gestuwd, er komen gestuwde kleilagen voor die de grondwaterstroming beïnvloeden. In dit pakket liggen de drinkwaterwinningen Montferland en Galgenberg. De basis wordt gevormd door de Formatie van Breda. De in het profiel opgenomen waarden voor de weerstand en de doorlatendheid heeft Vitens overgenomen uit diverse literatuurbronnen.
Figuur 5.3a. Schematische weergave van de ondergrond ter plaatse van de drinkwaterwinning Van Heek (Galgenberg: grijs; Montferland: zwart)
Hettenheuvel De geohydrologische opbouw is zeer complex door het voorkomen van gestuwde formaties in de stuwwal. Het vermoeden bestaat dat de gestuwde kleilagen komvormig zijn ter hoogte van de Hettenheuvel. De gestuwde kleilagen en leemlagen beïnvloeden de grondwaterstroming. Er wordt op twee dieptes water gewonnen. Door de beperkte beschikbaarheid van water kan winput 1 niet of nauwelijks worden ingezet. De basis wordt gevormd door de Formatie van Breda.
Gebiedsdossier Dr. Van Heek Definitief rapport
9X0236/R00026/902344/VVDM/DenB - 21 -
10 december 2012
Figuur 5.3b. Schematische weergave van de ondergrond ter plaatse van de drinkwaterwinning Van Heek (Hettenheuvel)
5.4
Geochemische kwetsbaarheid van de drinkwaterwinningen Montferland en Galgenberg (ondiep) De redox-overgang in de bodem van zuurstofhoudend naar zuurstofarm ligt minimaal 40 meter onder het maaiveld. Dit maakt de drinkwaterwinning niet kwetsbaar voor in oxisch milieu afbreekbare stoffen als olie, VAK en PAK en bestrijdingsmiddelen als bentazon, MCPP en triazines. Daarnaast kunnen in het oxische deel van de bodem (zware) metalen worden vastgelegd. De drinkwaterwinning blijft kwetsbaar voor stoffen als nitraat, trichloormethaan en chloraat en stoffen die in oxisch en anoxisch milieu persistent zijn, zoals BAM en MTBE en trichlooretheen en tetrachlooretheen. Hettenheuvel en Galgenberg (diep) De redox-overgang in de bodem van zuurstofhoudend naar zuurstofarm ligt minimaal 40 meter onder het maaiveld. Dit maakt de drinkwaterwinning minder kwetsbaar voor in oxisch milieu afbreekbare stoffen als olie, VAK en PAK en bestrijdingsmiddelen als bentazon, MCPP en triazines, Daarnaast kunnen in het oxische deel van de bodem (zware) metalen worden vastgelegd. Tijdens passage van het anoxische deel van bodem worden stoffen als nitraat, trichloormethaan en chloraat afgebroken. De drinkwaterwinning blijft kwetsbaar voor stoffen, die in oxisch en anoxisch milieu persistent zijn, zoals BAM en MTBE en trichlooretheen en tetrachlooretheen.
9X0236/R00026/902344/VVDM/DenB 10 december 2012
Gebiedsdossier Dr. Van Heek - 22 -
Definitief rapport
5.5
Functies in de ondergrond Op basis van gegevens van de provincie Gelderland4 is in kaart gebracht welke vergunde grondwateronttrekkingen er naast de drinkwaterwinning van Vitens nog meer in de omgeving van het waterwingebied zijn. De onttrekkingen zijn onderscheiden in drie categorieën: industriële onttrekkingen vanaf 150.000 m3/jaar, warmte-koudeopslag (WKO) en overige onttrekkingen waarvoor het waterschap bevoegd gezag is. In de omgeving5 van de drinkwaterwinning komen de volgende onttrekkingen voor: Tabel 5.1. Onttrekkingen in de grondwaterbeschermingsgebieden en een buffer van twee km Aantal
Debiet
Industrieel
0
- m /jaar
Ligging
WKO
1
35.000 m /jaar
1400
Overige onttrekkingen
2
Onbekend
Beregeningsputten in agrarisch gebied
3
n.v.t. 3
meter
zuidelijk
van
grens
grondwaterbeschermingsgebied Van Heek
4
De bevoegdheid voor grondwateronttrekkingen is overgedragen van de provincies naar de waterschappen met de
inwerkingtreding van de Waterwet. Er is daarbij een uitzondering gemaakt voor de vergunningverlening voor bepaalde categorieën van grondwateronttrekkingen en infiltraties te weten drinkwaterwinning, grote industriële onttrekkingen vanaf 150.000 m3/jaar en warmte-koudeopslag (WKO). Hiervoor is nog steeds de provincie het bevoegde gezag. Of overige onttrekkingen voorkomen, is onderzocht op basis van een bestand van de provincie bijgewerkt tot 2009. 5
buffer van twee km rondom de grondwaterbeschermingsgebieden
Gebiedsdossier Dr. Van Heek Definitief rapport
9X0236/R00026/902344/VVDM/DenB - 23 -
10 december 2012
6
OMGEVING VAN DE DRINKWATERWINNING
6.1
Diffuse belasting Om de risico’s van de gebruiksfuncties voor de grondwaterkwaliteit in te kunnen schatten is een inventarisatie uitgevoerd van het huidige landgebruik in het intrekgebied. Voor de inventarisatie van het landgebruik is gebruik gemaakt van de topografische kaart (top10, 2010) en de kaart bodemgebruik Nederland (CBS, 2003) (figuur 6.1). Het landgebruik geeft belangrijke informatie over de diffuse belasting van het intrekgebied.
Figuur 6.1. Landgebruikkaart in intrekgebied drinkwaterwinning Van Heek op basis van het CBS en top10
Het waterwingebied Het waterwingebied voor Hettenheuvel bestaat voornamelijk uit bos. Het waterwingebied van Galgenberg bestaat uit bos en heide. Het waterwingebied van Montferland bestaat uit bos en weilanden.
9X0236/R00026/902344/VVDM/DenB 10 december 2012
Gebiedsdossier Dr. Van Heek - 24 -
Definitief rapport
Het weiland aan de westzijde van de provinciale weg is aangekocht door Vitens en wordt extensief beweid. Alle drie de waterwingebieden maken deel uit van de ecologische hoofdstructuur (EHS). Het intrekgebied Binnen het grondwaterbeschermingsgebied ligt de kern Zeddam. Binnen Zeddam vinden diverse ruimtelijke ontwikkelingen plaats, die verwoord zijn in pararagraaf 6.5. Verder is in het intrekgebied het volgende landgebruik te onderscheiden: Tabel 6.1: Landgebruik in het intrekgebied
1
Landgebruik
% van totaal
Bijzonderheden
Wonen
4%
Zeddam en gedeelte 's-Heerenberg
Agrarisch
27%
Weilanden en akkerbouw.
1
Natuur
67%
Bos
Infrastructuur
2%
Provinciale wegen N335, N316, N815
weiland ten westen van de provinciale weg in het waterwingebied is eigendom van Vitens en wordt
extensief beweid. Weiland aan oostzijde van de provinciale weg wordt samen met Natuurmonumenten verder geëxtensiveerd. Landbouwpercelen in de bossen worden weer omgevormd naar bos.
Aan de gemeente Montferland is gevraagd welk beleid zij voeren met betrekking tot het toepassen van bestrijdingsmiddelen op terreinen die in eigendom dan wel in beheer zijn bij de gemeente. De gemeente Montferland voert onkruidbestrijding uit volgens de methode Duurzaam Onkruid Beheer (DOB zie kader). Glyfosaat wordt ingezet conform de DOB methode. De gemeente wil proeven uitvoeren met het toepassen van onkruidbestrijding op een milieuvriendelijker wijze. Het grondwaterbeschermingsgebied is de aangewezen locatie hiervoor. DOB-methode Bestrijdingsmiddelen worden zowel in de land- en tuinbouw gebruikt als daarbuiten, bijvoorbeeld op verharde oppervlakken. Zo is het gebruik van herbiciden op verhardingen (straten, trottoirs ed.) de grootste niet-landbouwtoepassing in Nederland. Elk jaar wordt voor onkruidbestrijding op verhardingen circa 207.000 kg actieve stof verbruikt. Daarvan verbruiken gemeenten en andere overheidsorganisaties jaarlijks circa 25.000 kg. Het verbruik op bedrijventerreinen is circa 144.000 kg. Overige bijdragen komen van particulieren, verhardingen bij agrariërs, woningbouwcoöperaties en recreatieterreinen (dob-verhardingen.nl). DOB staat voor Duurzaam OnkruidBeheer op verhardingen. Binnen DOB kan men kiezen voor verschillende bestrijdingsmethoden zoals mechanisch, thermisch of chemisch. Sinds januari 2007 is voor chemische bestrijding van onkruid het toepassen van de DOB-methode verplicht. Voor chemische onkruidbestrijding geldt een aantal regels die de afspoeling van herbiciden naar het oppervlaktewater moeten tegengaan. Kern van het DOB-systeem is een aantal praktische richtlijnen waarmee beheerders en uitvoerders van onkruidbestrijding duidelijke afspraken kunnen maken over voorwaarden, preventie, inzet van methoden en middelen en registratie van middelengebruik. Volgens het DOB-systeem is alleen het gebruik van glyfosaat en in beperktere mate MCPA, glufosinaat ammonium en flumioxazin toegestaan. Er gelden specifieke richtlijnen voor de toepassing en maximale doseringen per hectare. In grondwaterbeschermingsgebieden mogen geen glufosinaat ammonium en MCPA ingezet worden.
Gebiedsdossier Dr. Van Heek Definitief rapport
9X0236/R00026/902344/VVDM/DenB - 25 -
10 december 2012
Het toepassen van chemische bestrijdingsmiddelen op verhardingen die afspoelen naar oppervlaktewater binnen 10 km stroomopwaarts van een innamepunt van water voor de bereiding van drinkwater is niet toegestaan. Het gebruik van glyfosaat staat onder druk. In september 2011 is door de Tweede Kamer een motie aangenomen om het gebruik van glyfosaat voor niet-commerciële doeleinden te verbieden. De uitwerking van de motie moet nog plaatsvinden [Kamerstuk 32372, 2011].
6.2
Lijnbronnen Aan de hand van de risicokaart (http://risicokaart.nl/) en de topografische kaart zijn de belangrijkste lijnbronnen in de omgeving van de drinkwaterwinning in beeld gebracht. Hierbij is onderscheid gemaakt in (auto)wegen, spoorwegen, riolering, oppervlaktewater en overige lijnbronnen. De geïnventariseerde lijnbronnen zijn weergegeven in figuur 6.2.
Figuur 6.2. Lijnbronnen drinkwaterwinning Van Heek op basis van Risicokaart.nl en topografische kaart
9X0236/R00026/902344/VVDM/DenB 10 december 2012
Gebiedsdossier Dr. Van Heek - 26 -
Definitief rapport
Op de Risicokaart van de provincie Gelderland staan locaties aangegeven waar er een kans bestaat dat op die plek een incident gebeurt, waarvan de omvang zo groot kan zijn, dat deze de gecoördineerde inzet van hulpdiensten nodig maakt. Een weg waar regelmatig transporten met gevaarlijke stoffen overheen rijden, staat bijvoorbeeld op de kaart. De risicokaart is dus niet direct gericht op risico’s voor de drinkwaterkwaliteit, maar als een (lijn)bron op de kaart vermeld staat, kan dit wel een indicatie zijn voor hoe risicovol deze zou kunnen zijn. Een lijnbron die niet op de risicokaart vermeld is, kan nog steeds een risico vormen voor de grondwaterkwaliteit.
Wegen Regionale hoofdwegen vormen met name een risico als zich een ongeval voordoet waarbij brandstof van voertuigen of gevaarlijke lading die vervoerd wordt in de bodem terechtkomt. De volgende regionale wegen bevinden zich in het intrekgebied: Beekseweg N335; Hooglandseweg N815; Drieheuvelenweg N316; Peeskesweg/Kastanjelaan. Riolering Riolering kan een risico vormen voor de winning op meerdere manieren. Ten eerste lekkage6 vanuit de riolering naar het grondwater door verouderde en slecht onderhouden rioolstelsels. Daarnaast kan het afkoppelen van hemelwater naar infiltratievoorzieningen een risico vormen voor de waterkwaliteit. Met name diepinfiltratie is daarbij een risico. Aan de gemeente Montferland is gevraagd wat de staat is van de riolering in de omgeving van de winning en of er sprake is van afkoppeling (tabel 6.2). De gemeente heeft aangegeven dat in de omgeving van de drinkwaterwinning een zowel gemengde als gescheiden stelsels voorkomen die in matige staat verkeren. In het buitengebied ligt drukriolering. Er is dus sprake van afgekoppeld hemelwater. Tabel 6.2: Riolering in de grondwaterbeschermingsgebieden Gemeente
Gebied
Type stelsel
Ouderdom
Staat
Montferland
Zeddam
Gemengd & gescheiden stelsel
1968
Matig
Montferland
‘s-Heerenberg
Gemengd stelsel
1968
Matig
Montferland
Buitengebied
drukriolering
1990
Voldoende
Oppervlaktewater In de grondwaterbeschermingsgebieden van de drie wingebieden komt geen oppervlaktewater voor met uitzondering van de Korenhorstersloot in het uiterste oosten van het grondwaterbeschermingsgebied.
6.3
Puntbronnen De risico’s van puntbronnen zijn nader bestudeerd in het project ‘Lekker Water’ (zie kader). De locaties zijn weergegeven in kaart 6.3.
6
Dit speelt alleen in gebieden waar de grondwaterstand lager is, dan de hoogteligging van het rioolstelsel. Als de
grondwaterstand gelijk aan of hoger is dan het rioolstelsel, dan kan een lek rioolstelsel een drainerende werking hebben op het grondwater.
Gebiedsdossier Dr. Van Heek Definitief rapport
9X0236/R00026/902344/VVDM/DenB - 27 -
10 december 2012
Project Lekker Water De provincie Gelderland heeft samen met Vitens en de gemeenten Arnhem en Nijmegen een programma Bodemsanering drinkwaterwinningen opgesteld genaamd ‘Lekker Water’. Doel van dit programma is de drinkwaterkwaliteit voor toekomstige generaties veilig te stellen, waarmee wordt voldaan aan de eisen uit de Wet bodembescherming (Wbb) en de Kaderrichtlijn Water (KRW). Het project is gericht op puntbronnen en niet op diffuse bronnen. Om de drinkwaterkwaliteit veilig te stellen, is in beeld gebracht welke relevante bodem- en grondwaterverontreinigingen er binnen de 70-jaars intrekzone van de drinkwaterwinningen aanwezig zijn, welke op korte of langere termijn aanpak behoeven en welke mogelijke kosten hiermee gemoeid zijn. Het onderzoek bestond uit het in kaart brengen van de locaties en de beschikbare gegevens. Indien er niet voldoende gegevens waren, is er aanvullend dossieronderzoek dan wel bodemonderzoek uitgevoerd. Vervolgens is beoordeeld met een methodiek die de ‘geohydrologische zeef’ wordt genoemd wat de maximale verspreiding van de verontreiniging is en of deze een risico oplevert voor de drinkwaterwinning. Daarbij is rekening gehouden met verdunning, retardatie en natuurlijke afbraak. Resultaten Lekker Water (overgenomen uit Tauw, 2010): “Probleemlocaties7 Er zijn in totaal drie (mogelijke) probleemlocaties aanwezig binnen (de nu onderzochte locaties binnen) de drinkwaterwinning Zeddam (Galgenberg, Hettenheuvel en Montferland): Probleemlocaties Notitie 9: Bovendorpsstraat te Zeddam (tolueen, dichlooretheen, trichlooretheen en tetrachlooretheen). Aangezien de drinkwaterwinning al wordt beïnvloed (trichlooretheen) dient deze locatie in het saneringsprogramma (Wbb-kader) te worden opgenomen. Mogelijke probleemlocaties Notitie 4: s- Heerenbergseweg 22 te Zeddam (xylenen, naftaleen en MTBE). De eigenaar heeft geen toestemming gegeven voor de uitvoering van een verkennend bodemonderzoek. Derhalve kan geen uitspraak worden gedaan over eventuele risico’s. Uitgaande van het ergste is deze locatie aangemerkt als mogelijke probleemlocatie, apart van de andere potentiële probleemlocaties. Notitie 21: Bovendorpsstraat 11 te Zeddam (tolueen, dichloormethaan, trichloorethaan, trichlooretheen en vinylchloride). Stroomafwaarts van de onderzoekslocatie is (vooralsnog) geen mogelijkheid tot het plaatsen van een peilbuis (akkerland begroeid met gewas). Ter hoogte van de onderzoekslocatie (bebouwd) is door de eigenaar geen toestemming gegeven voor de uitvoering van een verkennend bodemonderzoek. Derhalve kan geen uitspraak worden gedaan over eventuele risico’s. Uitgaande van het ergste is deze locatie aangemerkt als mogelijke probleemlocatie, apart van de andere potentiële probleemlocaties. Potentiële probleemlocaties Voor de volgende locaties geldt dat de verontreiniging op basis van de retardatie in de drinkwaterwinning terecht kan komen (geohydrologische zeef). Maar er zijn geen verontreinigingen aangetoond of in lage concentraties.
7
De definitie van een probleemlocatie in de studie Lekker Water is dat een verontreiniging in de toekomst de
drinkwaterwinning kan bereiken of al bereikt heeft, waarbij de gehaltes in de winputten boven de normen uit het Drinkwaterbesluit komen te liggen als gevolg van de verontreiniging.
9X0236/R00026/902344/VVDM/DenB 10 december 2012
Gebiedsdossier Dr. Van Heek - 28 -
Definitief rapport
Deze locaties vormen een potentieel risico voor de drinkwaterwinning. Notitie 3: Benedendorpsstraat 9 te Zeddam (benzeen, tolueen, ethylbenzeen, trichlooretheen, tetrachlooretheen, 1,2-dichlooretheen (cis en trans), vinylchloride, sulfaat, fenolen, tetrahydrofuraan, tetrachloormethaan en 1,1-dichloorethaan). Notitie 5: Hoge Distelweg te Lengel (vinylchloride, sulfaat, tetrahydrofuraan en 1,1dichloorethaan). Notitie 7: Benedendorpsstraat 14-18 te Zeddam (tolueen, trichloorethaan, trichlooretheen en vinylchloride). Notitie 13: Vossenweg (ongenummerd) te Stokkum (vinylchloride, sulfaat en tetrahydrofuraan). Notitie 17: ‘s- Heerenbergseweg 2 te Zeddam (benzeen, tolueen en xylenen). Notitie 18: ‘s- Heerenbergseweg 10 te Zeddam (benzeen, tolueen, xylenen en MTBE). Notitie 23: Kerkweg 7-9 te Zeddam (tolueen, trichloorethaan, trichlooretheen en vinylchloride). Notitie 25: Kilderseweg 9 te Zeddam (benzeen en MTBE). Notitie 26: Kilderseweg 10 te Zeddam (MTBE). Notitie 56: Vinkwijkseweg 34 te Zeddam (tolueen, dichloormethaan, trichloorethaan en vinylchloride). Op basis van de resultaten van de geohydrologische zeef blijkt dat de verontreinigingen gezien de geringe concentraties de drinkwaterwinning niet bereiken in concentraties die de drinkwaternormen overschrijden. Overige locaties Voor de overige onderzochte locaties geldt dat na uitvoering van de geohydrologische zeef is gebleken dat op basis van de afstand van de locatie tot de drinkwaterwinning deze locatie geen potentiële bedreiging vormt voor de drinkwaterwinning. Aanbeveling Naar mening van Tauw is het niet noodzakelijk om in het kader van project ‘Lekker Water’ een aanvullend onderzoek uit te voeren ter plaatse van de potentiële probleemlocaties. “
Gebiedsdossier Dr. Van Heek Definitief rapport
9X0236/R00026/902344/VVDM/DenB - 29 -
10 december 2012
Figuur 6.3: Puntbronnen drinkwaterwinning Van Heek op basis van onderzoek Lekker Water [Tauw, 2010]
In het kader van artikel 48 van de Wet bodembescherming (Wbb) is in opdracht van Gedeputeerde Staten een bodemsanering uitgevoerd. Het gaat om de sanering van het geval van ernstige bodemverontreiniging, gelegen op de locatie Benedendorpsstraat 1418 in Zeddam, gemeente Montferland. Naar aanleiding hiervan is een evaluatieverslag opgesteld. Op basis van het evaluatierapport wordt gesteld dat hoewel de oorspronkelijke doelstelling van volledige verwijdering van de verontreiniging niet geheel is behaald de actieve fase van de sanering kan worden afgerond. Gelet op de gegevens wordt een verdere actieve sanering niet doelmatig en kosteneffectief geacht. Er is geen sprake meer van risico’s. Om na te gaan of de pluim zich ontwikkeld zoals modelmatig is berekend zal wel extensieve monitoring van het grondwater moeten plaatsvinden gericht op de mogelijke verspreiding van de vlek richting grondwaterwinning Van Heek.
9X0236/R00026/902344/VVDM/DenB 10 december 2012
Gebiedsdossier Dr. Van Heek - 30 -
Definitief rapport
Uit modelberekeningen blijkt dat de vlek met trichlooretheen zich nog verplaatst in de richting van de drinkwaterwinning Van Heek. De verwachte maximale concentraties trichlooretheen die ter plaatse van de winputten van het pompstation binnen 100 jaar worden verwacht bedragen 3,0 tot 3,5 ug/l. Nader onderzoek tri-bronnen Vanuit Lekker Water is er nog een nader onderzoek uitgevoerd, gericht op het achterhalen van tri-bronnen. Dit onderzoek is ten tijde van het opstellen van het gebiedsdossier bijna afgerond. De herkomst van de tri-verbindingen is niet gevonden. Tussen de provincie en Vitens moeten afspraken worden gemaakt over hoe hier mee om te gaan. Het risico is aanwezig dat opnieuw tri wordt aangetrokken bij opvoeren van de productiecapaciteit na afronden van de nieuwbouw. Voormalige stortplaatsen Binnen het wettelijk kader van de Wbb zijn de voormalige stortplaatsen Vossenweg, Stokkum en Lage Distelweg, Lengel geen probleemlocaties. Als een voormalige stortplaats in het intrekgebied van een winning ligt, zal de percolaatpluim naar de winputten stromen. De risico's voor de drinkwaterwinning van een percolaatpluim uit een stortplaats zijn met name afhankelijk van de stofconcentraties en redoxcondities. De stofconcentraties en redoxcondities van de percolaatpluim zijn ondermeer afhankelijk van de aard van het stortmateriaal, de oppervlakte van de stort, de dikte van het stortpakket, de boven- en onderafdichting van het stortmateriaal en de grondwaterstand onder de stortplaats. Bij volledige mineralisatie van het onder zuurstofrijke omstandigheden verteerbare stortmateriaal zijn de risico's voor de winning kleiner dan bij de gevallen waar de (kern van de) percolaatpluim zuurstofloos is geworden. In zuurstofloze percolaatpluim kunnen ondermeer hoge gehalten ammonium, ijzer en mangaan voorkomen, die in de winning kunnen leiden tot een aanpassing van de bestaande zuivering. Op basis van genoemde criteria worden de stortplaatsen 'Vossenweg' en ‘Lage Distelweg’ niet gezien als een risico voor de drinkwaterwinning.
6.4
Bescherming grondwaterkwaliteit in bestemmingsplannen De geldende bestemmingsplannen in de waterwingebieden en de grondwaterbeschermingsgebieden zijn geïnventariseerd. De volgende bestemmingsplannen gelden: ♦ ♦
Bestemmingsplan Buitengebied Bestemmingsplan ‘kom Zeddam, herziening 2007’
Vastgesteld 29-09-2011 Onherroepelijk 17-12-2009
Plannen op perceelsniveau zijn niet geïnventariseerd. In tabel 6.2 is getoetst hoe de bescherming van de grondwaterkwaliteit in de beschermingszones is gewaarborgd in de geldende bestemmingsplannen. De toetsing heeft door de gemeente plaatsgevonden middels het beantwoorden van de volgende vragen in de tabel: Kaart: zijn de grenzen van het waterwingebied en het grondwaterbeschermingsgebied juist weergegeven op de plankaart? Toelichting: zijn de termen waterwingebied en grondwaterbeschermingsgebied genoemd en uitgelegd in de toelichting? Regels: zijn de termen waterwingebied en grondwaterbeschermingsgebied genoemd en uitgelegd in de regels? Gebiedsdossier Dr. Van Heek Definitief rapport
9X0236/R00026/902344/VVDM/DenB - 31 -
10 december 2012
PMG: is er in de toelichting een verwijzing opgenomen naar de milieuhygiënische regels in de PMG? Indien geantwoord is niet van toepassing (n.v.t.), dan ligt het waterwingebied niet in het plangebied.
Tabel 6.3: Bestemmingsplannen Plan
waterwingebied
grondwaterbeschermingsgebied
PMG
kaart
toelichting
regels
kaart
toelichting
regels
Buitengebied
ja
ja
ja
ja
ja
ja
ja
Kom Zeddam, herziening 2007’
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
ja
ja
nee
ja
Uit tabel 6.2 blijkt dat de borging van grondwaterbescherming in de twee gemeentelijke bestemmingsplannen goed is geregeld.
6.5
Ruimtelijke ontwikkelingen Ruimtelijke ontwikkelingen die in het intrekgebied spelen, kunnen in de toekomst van invloed zijn op de kwaliteit van het grondwater. Deze ontwikkelingen kunnen knelpunten opleveren, maar ook kansen. Risicovolle ontwikkelingen voor de kwaliteit van het grondwater die niet passen in het geldende bestemmingsplan kunnen worden afgewezen. Het afwijzen van ruimtelijke ontwikkelingen vindt haar grondslag in de Wet ruimtelijke ordening (Wro). Afwijzing kan en moet plaatsvinden indien er geen sprake is van een ‘goede ruimtelijke ordening’. In de Ruimtelijke Verordening Gelderland is aangegeven, dat bepaalde ontwikkelingen in grondwaterbeschermingsgebieden niet zijn toegestaan. Op de beleidskaart Ruimtelijke ontwikkelingen uit het Streekplan staat dat het intrekgebied voornamelijk bestaat uit gebied dat is aangeduid als ‘EHS natuur’ en aan de randen van het gebied ‘EHS verweving’. De natuurgebieden zijn aangewezen als extensiveringsgebied van de intensieve veehouderij. De zone om de EHS gebieden heen hebben de aanduiding ‘waardevol landschap’. Verder zijn er geen bijzonderheden aangemerkt in het intrekgebied. Onderstaande ontwikkelingen zijn aangedragen door de gebiedspartijen. Ontwikkeling 1 Woningbouwlocaties Omzetting van een grote bouwmaterialenhandel in 23 woningen. Initiatiefnemers zijn de gemeente Montferland en een aannemer. Afronding van het woningbouwplan Vinkhof (19 woningen). Het agrarisch handelsbedrijf stopt met leveren van bulkgoederen en richt zich volledig op de detailhandel. Initiatiefnemers zijn de gemeente Montferland, een aannemer en agrarisch handelsbedrijf. Transformatie van een bedrijfslocatie (interieurbouwbedrijf) naar woningbouwlocatie. Initiatiefnemers zijn de gemeente Montferland en Woningstichting Bergh. Transformatie van voormalig hotel Carpe Diem naar 19 woningen. Initiatief van een aannemer/ projectontwikkelaar. Ontwikkeling 'restruimte' bij een school: 6 woningen. Initiatiefnemer is de gemeente Montferland. Voor dit initiatief is pas op de plaats gemaakt in afwachting van overige bouwplannen in Zeddam.
9X0236/R00026/902344/VVDM/DenB 10 december 2012
Gebiedsdossier Dr. Van Heek - 32 -
Definitief rapport
Bouwplan voor 9 vrije sectorwoningen op plaats voormalige boerderij. Particulier initiatief. Fase planrealisatie. Herontwikkeling locatie van een bouwbedrijf naar ca. 20 betaalbare woningen. In afwachting van ruimtelijke onderbouwing voor advies aan college. Particulier initiatief. Omzetting voormalig hotel Moors in 20 woningen. In afwachting van ruimtelijke onderbouwing. Initiatief van projectontwikkelaar. Herontwikkeling winkel en woning in appartementen (13) en grondgebonden woningen. Initiatief van projectontwikkelaar. Positief Principebesluit College. In afwachting initiatief projectontwikkelaar. BOIL verzoek voor bouwen van 2 woningen voormalig terrein de Ank. (BOIL = ‘Beleidsnotitie woningbouw op inbreidingslocaties'). Particulier initiatief. Positief Principebesluit College. In afwachting initiatief projectontwikkelaar. BOIL verzoek voor bouwen van één woning in WVG-gebied. (Wet voorkeursrecht gemeenten). Particulier initiatief. Positief Principebesluit College.
Ontwikkeling 2 Nieuwbouw Vitens Nieuwbouw drinkwaterwinning Van Heek. Initiatiefnemer Vitens. Ontwikkeling 3 Bestemmingsplanwijziging Functieverandering van agrarisch perceel naar wonen. Particulier initiatief. Bestemmingsplan wijziging loopt. Ontwikkeling 4 Infrastructureel Afwaardering 3 Heuvelenweg. Initiatiefnemers zijn gemeente Montferland ende provincie Gelderland. Herinrichting ’s-Heerenbergseweg en Kilderseweg in Zeddam, inclusief rioleringswerkzaamheden. Uitvoering is gestart en loopt tot maart 2013. Initiatief van de gemeente Montferland. Ontwikkeling 5 Ontwikkeling Noordrand Zeddam Invulling Noordrand Zeddam. Landgoed de Sedde (hotel, bungalowpark, hoveniersbedrijf met orangerie). Particulier initiatief. Status onbekend. Grenst direct aan het intrekgebied maar ligt er niet in.
Gebiedsdossier Dr. Van Heek Definitief rapport
9X0236/R00026/902344/VVDM/DenB - 33 -
10 december 2012
7
KNELPUNTEN EN RISICO’S
7.1
Inleiding Uit voorgaande hoofdstukken waarin de drinkwaterwinning feitelijk is beschreven, volgen knelpunten en risico’s. Deze knelpunten en risico’s zijn getypeerd middels de drie invalshoeken die eerder in hoofdstuk 1 al geïntroduceerd zijn (figuur 7.1). Invalshoek 1: Bewezen kwetsbaarheid op basis van waterkwaliteit
Invalshoek 2: Kenmerken winning en omgeving leiden tot theoretische kwetsbaarheid
§7.2 Bestaande knelpunten
§ 7.3 Risico’s
Invalshoek 3: Bescherming door ruimtelijk beleid
§ 7.4 Staat van bescherming
Totaal overzicht risico’s per winning
Opstellen maatregelen Figuur 7.1: Analyse van risico’s via drie verschillende invalshoeken en opstellen van maatregelen
Knelpunten zijn activiteiten waarvan bekend en aangetoond is dat deze een negatief effect hebben op de grondwaterkwaliteit in het grondwaterbeschermingsgebied. Risico’s vormen activiteiten die een negatief effect kunnen hebben, maar waarvan dat nog niet is vastgesteld.
7.2
Bestaande knelpunten In tabel 7.1 is een overzicht en beschrijving gegeven van de geïnventariseerde knelpunten. Tabel 7.1. Overzicht van knelpunten Titel Knelpunt
Omschrijving 1:
Nitraat
Montferland Galgenberg
/
Het gemiddelde nitraatgehalte bij Montferland is 50 mg/l variërend van 10 tot 106 mg/l in de winputten. Het gemiddelde nitraatgehalte bij Galgenberg is 52 mg/l variërend van 39 tot 71 mg/l in de winputten. Het nitraatgehalte is al geruime tijd sterk verhoogd bij beide winvelden. Bron-effectrelatie: De omgeving van de drinkwaterwinning is voor een belangrijk deel in gebruik als bos en agrarisch gebied.
9X0236/R00026/902344/VVDM/DenB 10 december 2012
Gebiedsdossier Dr. Van Heek - 34 -
Definitief rapport
Titel
Omschrijving De verhoogde nitraatgehalten zijn te relateren aan het agrarisch gebied in combinatie met een zeer kwetsbare ondergrond.
Knelpunt 2
Van 2002 tot 2006 zijn in twee winputten van Montferland verhoogde gehalten MTBE
MTBE
aangetoond. In 2009 en 2010 is MTBE niet meer in verhoogde gehalten aangetoond. Bron-effectrelatie: Methyl Tertiair Butyl Ether (MTBE) is een toevoeging aan benzine voor verbetering van verbranding en geldt als vervanger van de toevoeging lood. Omdat het een benzineadditief is een relatie met benzinestations het meest waarschijnlijk. De resultaten van het project Lekker Water geven een aantal aanknopingspunten waar verontreinigingen met MTBE van afkomstig kunnen zijn. Een ander mogelijke herkomst is een ongeluk op de provinciale weg in het verleden. MTBE wordt gemaakt van butaan en aardgas. MTBE breekt moeilijk af. Daarnaast is de stof zeer mobiel omdat de stof moeilijk bindt aan bodemdeeltjes. Daarom wordt de stof vaak eerder als verontreiniging in grondwater gedetecteerd (of in hogere concentraties waargenomen) dan de zustercomponenten van benzine BTEX.
Knelpunt 3
Er zijn in het verleden diverse organische microverontreinigingen aangetroffen in het
Tri, CIS
onttrokken ruwwater. Al sinds de jaren 80 werd een tri-verontreiniging aangetroffen in winput 11. De concentratie in de put is gedaald van 70 µg/l tot gehaltes < 5 µg/l in 2006. Ook het gehalte CIS (het afbraakproduct van tri) is inmiddels gedaald tot < 0,05 µg/l. Bron-effectrelatie: Deze stoffen zijn te relateren aan bodemverontreinigingen waar oplosmiddelen zijn gebruikt. Uit het project Lekker Water komt vooralsnog geen duidelijke broneffectrelatie naar voren. Er wordt een nader onderzoek opgestart naar toekomstige potentiele verspreiding vanuit andere locaties in Zeddam.
7.3
Risico’s In tabel 7.2 is een overzicht en beschrijving gegeven van de geïnventariseerde risico’s. Tabel 7.2. Overzicht van risico’s Titel Risico
Omschrijving 1:
Agrarisch
landgebruik
De omgeving van de drinkwaterwinning is in gebruik als agrarisch land. In de drinkwaterwinning worden nog geen bestrijdingsmiddelen aangetroffen die te relateren zijn aan agrarisch landgebruik.
Risico
2
Bebouwd
gebied
In het intrekgebied ligt een deel van het dorp Zeddam. De risico’s uit bebouwd gebied komen doorgaans voort uit bestrijdingsmiddelengebruik door de gemeente en door particulieren, risico’s uit inrichtingen bijvoorbeeld door de opslag van gevaarlijke stoffen, en risico’s met betrekking tot (lekkende) riolering.
Risico 3 Riolering
De gemeente Montferland heeft aangegeven, dat de staat van de riolering in de kern Zeddam en ’s Heerenberg matig is. De riolering stamt uit 1968 en nadert daarmee de vervangingstermijn.
Gebiedsdossier Dr. Van Heek Definitief rapport
9X0236/R00026/902344/VVDM/DenB - 35 -
10 december 2012
Titel
Omschrijving
Risico 4 Bodemveront-
Uit het onderzoek Lekker Water zijn een groot aantal puntbronnen naar voren
reinigingen
gekomen. Er wordt in het kader van het project Lekker Water een nader onderzoek opgestart naar mogelijke verspreiding vanuit deze puntbronnen naar de drinkwaterwinning. Bij een gesaneerde lokatie aan Benedendorpsstraat 14-18 in Zeddam, gemeente Montferland
is
sprake
van
een
restverontreiniging
met
trichlooretheen.
Uit
modelberekeningen blijkt dat de vlek met trichlooretheen zich nog verplaatst in de richting van het drinkwaterwinning Van Heek. Risico
5
Ruimtelijke
ontwikkelingen
De gemeente heeft aangegeven dat er een groot aantal ontwikkelingen staan te gebeuren, met name op het gebied van woningbouw (zie paragraaf 6.5). Een ontwikkeling is de Noordrand van Zeddam waar een bungalowpark en een hovenier willen ontwikkelen.
Risico 6 Boringen
Bij alle vormen van onttrekkingen en boorputten ontstaan risico’s voor de ondergrond. Dit geldt voor WKO-systemen (open en gesloten), diepinfiltratie van regenwater, putten voor veedrenking of beregening, overige onttrekkingen, sonderingen en overige diepe boringen. Via het boorgat kan er een kortsluitstroom ontstaan naar het diepere grondwater. Aandachtspunten zijn: -
de juiste afwerking bij aanleg van putten, toezicht op het volgen van protocollen;
-
beheer en onderhoud, toezicht en handhaving;
-
opheffing van de put, ontmantelen of in stand houden;
-
vergunning verlening, er worden nog steeds illegale putten geplaatst.
9X0236/R00026/902344/VVDM/DenB 10 december 2012
Gebiedsdossier Dr. Van Heek - 36 -
Definitief rapport
8
MAATREGELEN
8.1
Inleiding Om de geconstateerde knelpunten en risico’s zoveel als mogelijk te beperken of weg te nemen zijn gezamenlijk met de betrokken partijen mogelijke maatregelen vastgesteld. Dit zijn maatregelen die kunnen worden genomen in aanvulling op het huidige beschermingsbeleid. Uitgangspunt hierbij is dat het bestaande beleid en de bestaande handhaving onverkort wordt voortgezet. De voorgestelde maatregelen leiden tot een verdere verbetering van de grondwaterkwaliteit, waarmee naar een zo schoon mogelijke grondstof wordt gestreefd, stijgende trends worden omgekeerd en een toename van de zuivering conform de KRW zoveel als mogelijk wordt voorkomen.
8.2
Overzicht van maatregelen In tabel 8.1 en 8.2 zijn de geconstateerde knelpunten respectievelijk risico´s opgenomen en per knelpunt/risico is een maatregel beschreven. Aansluitend zijn in tabel 8.3 algemene maatregelen benoemd die die voor een groot deel van de Gelderse gebiedsdossiers gelden. Elke maatregel is getypeerd aan de hand van de volgende kenmerken: Generiek (G) of Locatie specifiek (L); Maatregel in 25-jaarszone (25) of 100 jaarszone (100). Daarnaast is aangegeven wanneer de maatregel reeds is uitgevoerd (cursief). Naast een omschrijving van de maatregel is tevens een trekker per maatregel bepaald. De trekker is de partij die het initiatief neemt en houdt voor het realiseren van een maatregel, met actieve ondersteuning vanuit de andere partners. Dit zal in het op te stellen (bestuurlijke) afsprakenkader nader vastgelegd worden.
Gebiedsdossier Dr. Van Heek Definitief rapport
9X0236/R00026/902344/VVDM/DenB - 37 -
10 december 2012
Tabel 8.1. Overzicht van maatregelen per benoemd knelpunt Knelpunt
Maatregel
Omschrijving
Trekker
1. Nitraat
G
Reeds opgepakt: Met De Overeenkomst Duurzame
Vitens
25
Montferland /
Drinkwatervoorziening Gelderland (ODDG) is Van Heek is
Galgenberg
als duurzaam aangewezen. Voor het project is in juli 2011 een business case geschreven. Door het plaatsen van een aantal nieuwe diepe winputten bij winveld Galgenberg kan het nitraatgehalte in het uitgaande reine water worden teruggedrongen tot onder de Vitens-streefwaarde. Vitens streeft ten aanzien van de inrichting van de winvelden naar een juiste verhouding van diepe en ondiepe putten. Hierdoor is geen extra zuivering nodig om aan de nitraatnorm te voldoen. Bovendien wordt hiermee op lange termijn de nitraatlast in het grondwater weggepompt. Het nitraatprobleem heeft namelijk een historische achtergrond. De belasting aan maaiveld is inmiddels veel lager dan vroeger. Hierdoor is nieuwe, normoverschrijdende input van nitraat niet meer aan de orde. G
25
Optimaliseren meetnet en evalueren van de resultaten van
Vitens
monitoring gericht op nitraatproblematiek in bijvoorbeeld de rapportage ruwwaterkwaliteit. 2. MTBE
G
25
Reeds opgepakt: Voortzetten monitoring. Omdat de
Vitens
verontreiniging sinds 2009 niet meer is aangetroffen is het vermoedelijk een incident geweest. 3. Tri, CIS
L
25
Uit het project Lekker Water komt vooralsnog geen
Provincie
duidelijke bron-effectrelatie naar voren. Er wordt een nader onderzoek opgestart naar toekomstige potentiele verspreiding vanuit andere locaties in Zeddam.
Tabel 8.2. Overzicht van maatregelen per benoemd risico Risico
Maatregel
1. Agrarisch
Omschrijving
trekker
Zie knelpunt bestrijdingsmiddelen
-
Periodieke voorlichting van burgers om duidelijk te maken
Gemeente (en
dat bestrijdingsmiddelengebruik in het
Vitens)
landgebruik 2. Bebouwd
G
25
gebied
grondwaterbeschermingsgebied niet wenselijk en in bepaalde gevallen verboden is. G
G
25 /
Reeds opgepakt: Voortzetten DOB methode voor
100
onkruidbestrijding op terreinen in beheer bij de gemeente.
25
In grondwaterbeschermingsgebieden is het afkoppelen
Gemeente Gemeente
van hemelwater gevolgd door infiltratie verboden tenzij een ontheffing van de PmG (in toekomst Omgevingsverordening) is verleend. De gemeente kan dit in haar afkoppelbeleid opnemen of een calamiteitenplan infiltratieputten opstellen.
9X0236/R00026/902344/VVDM/DenB 10 december 2012
Gebiedsdossier Dr. Van Heek - 38 -
Definitief rapport
Risico
Maatregel
Omschrijving
trekker
3. Riolering
L
Renovatie riolering in de kern Zeddam en ’s Heerenberg
Gemeente
25
De riolering stamt uit 1968 en nadert daarmee de vervangingstermijn. 4.Bodemveront-
L
25
reinging
Uit het onderzoek Lekker Water zijn een groot aantal
Provincie
puntbronnen naar voren gekomen. Er wordt in het kader van het project Lekker Water een nader onderzoek opgestart naar mogelijke verspreiding vanuit deze puntbronnen naar de drinkwaterwinning. Bij een gesaneerde locatie aan Benedendorpsstraat 14-18 in Zeddam, gemeente Montferland is sprake van een restverontreiniging met trichlooretheen. Uit modelberekeningen blijkt dat de vlek met trichlooretheen zich nog verplaatst in de richting van het drinkwaterwinning Van Heek.
5. Ruimtelijke
L
25
ontwikkelingen
Voor alle ruimtelijke ontwikkelingen: Zorg dragen voor
Gemeente
uitvoering van het stand-still, step-forward principe: het risico op bodem- en/of grondwaterverontreiniging mag niet toenemen. Indien mogelijk moet er een verbetering zijn ten opzichte van het huidige gebruik.
6. Boringen
G
25
In gesprek gaan met het waterschap over het beleid dat zij
Vitens en
voeren ten aanzien van overige vergunningsplichtige en
waterschap
meldingsplichtige onttrekkingen (meestal beregeningsputten). Er zijn met name risico’s op het ontstaan van kortsluitstromen bij aanleg/uitvoering van boorwerkzaamheden, en daarna beheer, onderhoud en afstoten van de putten. G
25
Volgen landelijk beleid WKO’s (open en gesloten
Provincie en
systemen). Doorvertalen naar provinciaal, gemeentelijke
gemeente
en waterschapsbeleid. Negatief advies van provincie aan gemeenten voor WKO-systemen binnen inrichtingen in waterwin- en grondwaterbeschermingsgebieden. Afspraken maken met gemeentes over hun taken. Interferentiegebieden (gebieden waar meerdere WKOsystemen elkaar onderling beïnvloeden) vormen in dit verband een aandachtspunt
Gebiedsdossier Dr. Van Heek Definitief rapport
9X0236/R00026/902344/VVDM/DenB - 39 -
10 december 2012
Tabel 8.3. Overzicht van algemene maatregelen Risico
Maatregel
Omschrijving
Trekker
Actueel houden
G
25 /
Actualiseren gebiedsdossiers indien veranderingen
Provincie
100
optreden en minstens 1 x per zes jaar.
25 /
Jaarlijks door provincie contact opnemen met alle
100
relevante partijen om na te gaan of er behoefte is aan een
gebiedsdossier Gebiedsgesprek
L
omgeving
Provincie
bijeenkomst. Telefonisch eventuele agendapunten inventariseren. Beslissen of de aangeleverde punten reden zijn voor een bijeenkomst of dat bilateraal punten opgelost kunnen worden. Deelnemers zijn de provincie, Vitens, de gemeente en het waterschap. Bilateraal opgeloste punten worden door de provincie aan alle relevante partijen teruggekoppeld. De ervaring bij andere provincies is dat een overleg leidt tot bewustheid, nieuwe inzichten en wederzijds begrip. Voorbeelden van agendapunten zijn:
de voortgang/opvolging van de uitvoering van de maatregelen;
de kwaliteit, kwantiteit of afstemming van toezicht en handhaving;
bedreigende ruimtelijke ontwikkelingen; behoefte aan informatie/voorlichting bij gemeente en waterschap;
resultaten van de reguliere monitoring, agenderen risico’s;
redelijkerwijs te verwachten toekomstige risico’s.
De frequentie van het contact opnemen/bijeenkomen kan na de eerste belronde afhankelijk van de inhoud worden gesteld. Provinciaal beleid
G
25 /
Actueel houden van het grondwaterbeschermingsbeleid:
Provincie /
100
Vitens
De Provinciale Milieuverordening en Verordening Ruimte (wordt Omgevingsvisie met verordening);
Nieuwe ontwikkelingen t.a.v. bescherming door nieuwe regelgeving (b.v. diepte-infiltratie en zones voor WKO’s).
8.3
Afspraken en vervolg gebiedsdossier Het gebiedsdossier bevat gebiedsinformatie die relevant is voor de grondwaterkwaliteit van de drink waterwinning Van Heek. De informatie in het dossier is goed te gebruiken als u bijvoorbeeld werkt aan een structuurvisie, een bestemmingsplan, een bestemmingsplanwijziging, een ruimtelijke ontwikkeling, een watergebiedsplan, een waterplan, een watertoets, het afkoppelen van hemelwater of het verlenen van milieuvergunningen/ontheffingen en de daarop volgende handhaving.
9X0236/R00026/902344/VVDM/DenB 10 december 2012
Gebiedsdossier Dr. Van Heek - 40 -
Definitief rapport
Levend document Het gebiedsdossier is een ‘levend’ document en bevat geen nieuw beleid of regelgeving. Met ‘levend’ wordt bedoeld dat het dossier periodiek wordt aangevuld en geactualiseerd met relevante feiten en ontwikkelingen. Bijvoorbeeld met verslagen van gebiedsgesprekken. Of met een afsprakenlijst waarmee invulling wordt gegeven aan de benodigde adequate bescherming van de waterwinning. De bescherming van kwetsbare drinkwaterwinningen is immers een continu proces.
Gebiedsdossier Dr. Van Heek Definitief rapport
9X0236/R00026/902344/VVDM/DenB - 41 -
10 december 2012
9
LITERATUUR Algemeen Drinkwaterbesluit (2011) Besluit van 23 mei 2011, houdende bepalingen inzake de productie en distributie van drinkwater en de organisatie van de openbare drinkwatervoorziening. Kamerstuk 32372 (2011) Wijziging van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden in verband met de implementatie van Europese regelgeving op het gebied van het op de markt brengen en het duurzame gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Motie van het lid Grashof C.S. https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-32372-65.html Nationaal Wateroverleg (NWO) (2010) Afspraken invoering gebiedsdossiers drinkwaterwinning voor de openbare drinkwatervoorziening. Uitgewerkt in de projectgoep gebiedsdossiers drinkwaterwinning (bestaande uit vertegenwoordigers van VROM, RIVM, Rijkswaterstaat, provincies, waterschappen, gemeenten en drinkwaterbedrijven), 2010. Provincie Gelderland (2008) Nota Schoon en Genoeg grondwater voor Gelderland. 15 februari 2008. Provincie Gelderland (2009) Provinciale milieuverordening Gelderland. Zesde tranche vastgesteld op 11 november 2009. Provincie Gelderland (2009) Provinciaal Waterplan Gelderland 2010-2015. Vastgesteld door Provinciale Staten van Gelderland 11 november 2009. Provincie Gelderland (2011) “Lekker Water” Bodemsaneringsprogramma Drinkwaterwinningen. Overkoepelend rapport 18 februari 2011. Zie verwijzingen naar deelrapportages. RIVM (2007) Gebiedsdossiers voor drinkwaterbronnen, uitwerking van risico's en ontwikkeling van maatregelen. RIVM Rapport 734301032/2007. RIVM (2010) Evaluatie en actualisatie protocol gebiedsdossiers. RIVM Rapport 609716002/2010. Staatscourant (2011) Drinkwaterregeling. Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 14 juni 2011, nr. BJZ2011046947 houdende nadere regels met betrekking tot enige onderwerpen inzake de voorziening van drinkwater, warm tapwater en huishoudwater. Websites www.dob-verhardingen.nl www.gelderland.nl/drinkwaterwinningen www.risicokaart.nl www.ruimtelijkeplannen.nl http://streekplan.gelderland.nl/ http://wetten.overheid.nl/
9X0236/R00026/902344/VVDM/DenB 10 december 2012
Gebiedsdossier Dr. Van Heek - 42 -
Definitief rapport
Specifiek voor drinkwaterwinning Van Heek Tauw (2010) Bodemonderzoek Gelderland drinkwaterwinningen perceel 5. Waterwingebied Zeddam (Galgenberg, Hettenheuvel, Montferland). Projectnummer 4675611. 29 juni 2010. Vitens (2011) Status ruwwaterkwaliteit 2010; winveld Van Heek. Opgesteld door Vitens in april 2011. Vitens (2010) Factsheet: drinkwaterwinning Van Heek. Opgesteld door Vitens 10 juni 2010.
Gebiedsdossier Dr. Van Heek Definitief rapport
9X0236/R00026/902344/VVDM/DenB - 43 -
10 december 2012
10
VERKLARENDE WOORDENLIJST EN AFKORTINGEN Anoxisch grondwater Grondwater kan getypeerd worden middels de redox-toestand van het water. Oxisch grondwater bevat zuurstof. Suboxisch grondwater bevat eventueel nog lage concentraties zuurstof en vooral nitraat. Anoxisch grondwater bevat geen zuurstof en nitraat. Diep anoxisch grondwater is methaanhoudend. Bedrijfstechnische parameters Categorie parameters onderscheiden in het Drinkwaterbesluit. Deze lijst is weergegeven in Bijlage A tabel IIIa. Bedrijfstechnische parameters worden vooral gemonitoord door het waterbedrijf omdat zij invloed hebben op het bedrijfsproces. Bijvoorbeeld een hoge temperatuur en organisch stof (DOC, TOC) hebben invloed op de nagroei van bacteriën in de leidingen. Andere voorbeelden van parameters zijn zuurgraad, zuurstof, radioactiviteit en bacteriën. Boringsvrije zone Bij boringsvrije zones bevindt zich in de ondergrond een aaneengesloten slechtdoordringbare kleilaag. Deze gebieden zijn minder kwetsbaar voor verontreinigingen en aantastingen dan grondwaterbeschermings¬gebieden, omdat het water vanaf het maaiveld hierdoor niet in het watervoerende pakket onder de kleilaag terecht komt. Hier gelden daarom ook minder strenge regels voor het gebruik aan maaiveld. Het doorboren van de kleilaag of deklaag is echter wel verboden. Deklaag De laag grond die zich tussen het maaiveld en het 1e watervoerende pakket bevindt. Diep- anoxisch grondwater Grondwater kan getypeerd worden middels de redox-toestand van het water. Oxisch grondwater bevat zuurstof. Suboxisch grondwater bevat eventueel nog lage concentraties zuurstof en vooral nitraat. Anoxisch grondwater bevat geen zuurstof en nitraat. Diep anoxisch grondwater is methaanhoudend. Diffuse bronnen Dit zijn bronnen met een relatief groot oppervlak zoals de toepassing van bestrijdingsmiddelen in de agrarische sector. Drinkwaterregeling Ministeriele Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 14 juni 2011, nr. BJZ2011046947 houdende nadere regels met betrekking tot enige onderwerpen inzake de voorziening van drinkwater, warm tapwater en huishoudwater. Van belang is artikel 10 en bijlage 3 waarin het meetprogramma en de meetfrequentie is vastgelegd. Drinkwaterbesluit Besluit van 23 mei 2011, houdende bepalingen inzake de productie en distributie van drinkwater en de organisatie van de openbare drinkwatervoorziening. Van belang in dit besluit is hoofdstuk 3 “de zorg voor de kwaliteit van drinkwater” en bijbehorend bijlage 3 met normen waaraan het rein water moet voldoen.
9X0236/R00026/902344/VVDM/DenB 10 december 2012
Gebiedsdossier Dr. Van Heek - 44 -
Definitief rapport
Factsheet Vitens Vitens heeft per drinkwaterwinning een factsheet opgesteld van ongeveer 2 pagina’s waarop de belangrijkste kenmerken van de drinkwaterwinning zijn weergegeven. Freatisch water Water afkomstig uit een niet-afgesloten watervoerend pakket. Grondwaterbeschermingsgebied Een ‘grondwaterbeschermingsgebied’ is een gebied dat is aangegeven in de provinciale milieuverordening Gelderland (PmG). In dit gebied gelden aanvullende milieuregels om de kwaliteit van het grondwater te beschermen. In de provincie Gelderland is het grondwaterbeschermingsgebied gebaseerd op de aan maaiveld geprojecteerde verblijftijdlijn van 25 jaar in het watervoerende pakket waaruit wordt onttrokken. Intrekgebied vanaf maaiveld Het aaneengesloten gebied waarbinnen grondwater vanaf maaiveld in de drinkwaterwinning terecht komt. Het intrekgebied is daarmee gelijk aan het ‘voedingsgebied’ van de drinkwaterwinning. Inzicht in de ligging van dit gebied is nodig om het provinciale instrument van voorkantsturing effectief in te zetten voor het verminderen van risico’s voor de grondwaterkwaliteit. Kader Richtlijn Water (KRW) Europese richtlijn met betrekking met als doel het verkrijgen van een goede toestand voor kwantiteit en kwaliteit van grond- en oppervlaktewater. Kwetsbaarheid drinkwaterwinning De kwetsbaarheid van een drinkwaterwinning is met name afhankelijk van de minimale, gemiddelde en maximale verblijftijd van het water (dus ook de verblijftijdspreiding), de bodemopbouw en bodemgeochemie cq. grondwaterkwaliteit. Lijnbronnen Dit zijn bronnen met een grote lengte. Hierbij kan gedacht worden aan grondwaterverontreinigingen die het gevolg zijn van het gebruik van onkruidbestrijdingsmiddelen langs spoorwegen of gerelateerd is aan (vracht)auto verkeer. Metaboliet Afbraakproduct van een bestrijdingsmiddel. Voorbeelden van metabolieten zijn BAM (afbraakproduct van dichlobenil) en AMPA (afbraakproduct van glyfosaat). Organoleptische parameters Categorie parameters onderscheiden in het Drinkwaterbesluit. Deze lijst is weergegeven in Bijlage A tabel IIIb. Organoleptische parameters hebben vooral invloed op de beleving van het water door de zintuigen (smaak, geur en kleur). Voorbeelden van organoleptische parameters zijn ijzer, mangaan en sulfaat.
Gebiedsdossier Dr. Van Heek Definitief rapport
9X0236/R00026/902344/VVDM/DenB - 45 -
10 december 2012
Oxisch grondwater Grondwater kan getypeerd worden middels de redox-toestand van het water. Oxisch grondwater bevat zuurstof. Suboxisch grondwater bevat eventueel nog lage concentraties zuurstof en vooral nitraat. Anoxisch grondwater bevat geen zuurstof en nitraat. Diep anoxisch grondwater is methaanhoudend. Puntbronnen Puntbronnen zijn bronnen die een zeer beperkt deel van het oppervlak betreffen. Hierbij kan gedacht worden aan bodemverontreinigingen of lozingen. Retardatie De meeste verontreinigingen hebben de neiging te adsorberen aan de bodem. Hierdoor verplaatst een verontreiniging zich langzamer in het grondwater dan de stromingssnelheid van het grondwater zelf. Dit vertragende effect wordt retardatie genoemd. Ruwwater en reinwater Ruwwater is het grondwater dat onttrokken wordt door de drinkwaterwinning en de grondstof vormt voor het afgeleverde drinkwater. Dit ruwe water wordt behandeld en gezuiverd. Dit afgeleverde drinkwater wordt ook wel rein water genoemd. Saturatie-index (SI) Deze parameter geeft aan wat het evenwicht is tussen kalk in het (drink)water en het water zelf. Dit is afhankelijk van de pH en de kalkhoudendheid. Bij een hoge SI zal kalk uit het water neerslaan (in de leidingen), bij een lage SI zal kalk oplossen, bij een SI rond nul is er sprake van een evenwicht. Slecht doorlatende laag De ondergrond bestaat uit verschillende lagen. Lagen die bestaan uit klei en leem hebben een lage porositeit, waardoor grondwater niet tot zeer moeilijk kan verplaatsen door deze laag. Uit slecht doorlatende lagen kan geen grondwater worden gewonnen. Verontreinigingen vanaf het maaiveld worden door slecht doorlatende lagen tegen gehouden, dan wel vertraagd. Suboxisch grondwater Grondwater kan getypeerd worden middels de redox-toestand van het water. Oxisch grondwater bevat zuurstof. Suboxisch grondwater bevat eventueel nog lage concentraties zuurstof en vooral nitraat. Anoxisch grondwater bevat geen zuurstof en nitraat. Diep anoxisch grondwater is methaanhoudend. Tappunt Plaats waar het drinkwater, huishoudwater of warm tapwater beschikbaar komt voor gebruik. Verblijftijd De tijd die het grondwater nodig heeft om vanaf een bepaald punt naar de drinkwaterwinning toe te stromen.
9X0236/R00026/902344/VVDM/DenB 10 december 2012
Gebiedsdossier Dr. Van Heek - 46 -
Definitief rapport
Waterwingebied Binnen het grondwaterbeschermingsgebied wordt als aparte zone het waterwingebied onderscheiden. Deze zone omvat de winputten en de directe omgeving. Watervoerend pakket De ondergrond bestaat uit verschillende lagen. Lagen die bestaan uit zand en grind hebben een hoge porositeit, waardoor grondwater makkelijk kan verplaatsen. Uit watervoerende pakketten kan grondwater worden gewonnen. AFKORTINGEN 2,4-D AMPA
-
AOX BAM CBS DOB EHS KRW MCPA m-mv MTBE NAP PmG SDL VHK Wbb Wro WKO WVP
-
2,4-Dichlorophenoxyacetic acid (bestrijdingsmiddel) aminomethylfosforzuur (afbraakproduct van bestrijdingsmiddel glyfosaat) absorbeerbare organische koolwaterstoffen 2,6-dichloorbenzamide (afbraakproduct van herbicide dichlobenil) Centraal Bureau voor Statistiek Duurzaam Onkruid Beheer Ecologische Hoofdstructuur Kader Richtlijn Water 2-Methyl-4-Chloor Phenoxy Acetic acid (herbicide) meter min maaiveld methyl-tertiair-butylether (additief aan benzine) Normaal Amsterdams Peil Provinciale Milieuverordening Gelderland Slecht Doorlatende Laag Vluchtige halogeen koolwaterstoffen Wet bodembescherming Wet ruimtelijke ordening Warmte-Koudeopslag WaterVoerend Pakket
Gebiedsdossier Dr. Van Heek Definitief rapport
9X0236/R00026/902344/VVDM/DenB - 47 -
10 december 2012
Bijlage 1 Regelgeving met betrekking tot parkeerplaatsen in grondwaterbeschermingsgebieden
Gebiedsdossier Dr. Van Heek Definitief rapport
9X0236/R00026/902344/VVDM/DenB 10 december 2012
Situatie
Regelgeving
Rol provincie
Rol gemeente
Parkeerplaats niet aan
Verbodsbepaling in
Provincie is bevoegd ontheffing
Provincie stelt
inrichting gebonden
Provinciale milieuverordening
te verlenen.
gemeente in de
Gelderland
gelegenheid advies uit te brengen.
Parkeerplaats is
Omgevingsvergunning
gebonden aan
Gemeente stelt
Gemeente stelt de
vergunningvoorschriften op.
provincie in de
inrichting die
gelegenheid advies uit
vergunningplichtig is. Parkeerplaats is
te brengen. AMvB
Indien mogelijk stelt de
Gemeente stelt de
gebonden aan
gemeente nadere eisen aan
provincie in de
inrichting die valt onder
AmvB.
gelegenheid advies uit
AmvB.
Gebiedsdossier Dr. Van Heek Definitief rapport
te brengen.
9X0236/R00026/902344/VVDM/DenB 10 december 2012