G. van Daalen M.H.M. van der Haak AL. Ouwehand
Apeldoornse wijken bekeken
APELDOORNSE WIJKEN BEKEKEN
8iblictheek TU Delft
11111111 111
C 312135966
8511 524G /
Onderzoeksinstituut OTB Technische Universiteit Delft Thijsseweg 11, 2629 JA Delft Tel. (015) 278 30 05 Fax (015) 2784422 E-mail
[email protected] http://www.otb.tudelft.nl
APELDOORNSE WIJKEN BEKEKEN
G. van Daa/en M.H.M. van der Haak A.L. Ouwehand
Delft University Press, 1999
Delft University Press Prometheusplein 1 2628 ZC Delft Tel. (015) 278 32 54 Fax (015) 2781661 Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van : Gemeente Apeldoorn
CIP-GEGEVENS KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK, DEN HAAG Daalen, G. van Apeldoornse wijken bekeken / G. van Daalen, M.H.M. van der Haak, A.L. Ouwehand - Delft: Delft University Press ISBN 90-407-1923-3 NUGI655 Trefw.: Apeldoorn, monitoring, stedelijke vernieuwing, wijkvergelijking
© Copyright 1999 by Onderzoeksinstituut OTB No part of this book may be reproduced in any form by print, photoprint, microfilm or any other means, without written permission from the publisher: Delft University Press, PrometheiJsplein 1, 2628 ZC Delft, The Netherlands.
INHOUD 1
Inleiding
1
2
Centrum
5
3
West
11
4
Zuidwest
17
5
Zuid
23
6
Zuidoost
31
7
39
. Noord
8
Noordoost
45
9
Oost
53
10
Landelijk gebied
59
11
Vergelijking van de wijken
65
Bijlage A: Bijlage B:
Begrippenlijst Bronnen
77
79
1 INLEIDING De gemeente Apeldoorn werkt aan een koersbepaling voor een ruimtelijke ontwikkelingsvisie van de stad. Als basis hiervoor bleek er naast sectorale nota's (verkeer, volkshuisvesting, etc.) en gebiedsgerichte wijkvisies, ook behoefte te bestaan aan een quick scan van de Apeldoornse wijken. Onder een quick scan wordt verstaan: een doorlichting van de wijken op basis van beschikbare gegevens op diverse beleidsterreinen. De doelstelling van de quick scan is het in beeld brengen van de diverse wijken van de gemeente Apeldoorn om te kunnen beoordelen welke thema's en gebiedsdelen de komende jaren extra aandacht behoeven. Het kader daarvoor wordt geboden door de drie strategische hoofdthema's, op basis waarvan de gemeente werkt aan de stedelijke ontwikkelingsen investeringsvisie. De hoofdthema's zijn: de Ongedeelde stad, de Vitale stad en de Duurzame stad. De quick scan is in eerste instantie gebaseerd op reeds beschikbare gegevens uit onderzoek en managementrapportages en op statistische gegevens uit grotendeels gemeentelijke bestanden, maar ook uit bestanden van corporaties en politie. Daarnaast zijn, om het beeld verder in te kleuren, enkele gesprekken gevoerd met medewerkers van de Apeldoornse corporaties en de wijkcoördinatoren van de gemeente. In dit rapport worden allereerst de negen wijken. beschreven aan de hand van de genoemde thema's. Het landelijk gebied, bestaande uit verschillende dorpen, is in de rapportage beschreven als één wijk. Per thema is een aantal items gezocht, op basis waarvan een uitspraak over het thema gedaan kan worden. Een deel van de items is weergegeven in een figuur; de andere zijn beschreven in de tekst. Per wijk zijn dit steeds dezelfde items. In de wijkbeschrijvingen worden de wijken afgezet tegen het gemiddelde van Apeldoorn. Hierbij moet opgemerkt worden dat het gemiddelde niet als norm gezien moet worden en dat dit ook geen streefgetal vormt. Het gemiddelde is in dit geval niet meer dan een getal waarmee iets vergeleken kan worden. Er is voor gekozen om te rapporteren op het niveau van de wijken, omdat met negen wijken Apeldoorn op een overzichtelijke manier beschreven kan worden. Bovendien zijn er veel gegevens beschikbaar op het niveau van de wijk. De wijk is echter niet voor alle items het meest relevante schaalniveau. Werkgelegenheid heeft bijvoorbeeld eerder een betekenis op regionaal niveau dan op het niveau van de wijk. Daarnaast verschilt de homogeniteit per wijk. Dit wordt goed zichtbaar bij de wijk West, waar grote verschillen zijn tussen de buurten. In principe is de wijk het niveau waarop gerapporteerd is. Wanneer er grote verschillen bleken te zijn op buurtniveau, is dat aangegeven in de wijkbeschrijving. De onderdelen waarop de wijken beschreven worden, worden nu eerst kort toegelicht. Algemeen In het algemene deel van de wijkbeschrijving wordt aangegeven hoe de betreffende wijk ligt en uit welke buurten de wijk is opgebouwd. In de meeste wijken liggen enkele buurten waar geen of heel weinig mensen wonen. Per wijk is aangegeven welke buurten dat zijn. De buurten met kleine aantallen inwoners zijn in de verdere analyse niet meegenomen. Verder wordt kort ingegaan op het ontstaan van de wijk en volgt een korte beschrijving van de bebouwing, die veelal met de ontstaansgeschiedenis samenhangt. Ongedeelde stad Bij het thema Ongedeelde stad gaat het om de samenstelling van de bevolking, de woningvoorraad en de stabiliteit van de wijk. De samenstelling van de bevolking wordt beschreven aan de hand van een aantal kenmerken: leeftijdsopbouw en de ontwikkeling hierin, huis1
houdsamenstelling en etniciteit. De economische positie van de bevolking wordt geanalyseerd aan de hand van het aandeel van de beroepsbevolking met een uitkering (gesplitst naar werkloosheidsuitkering en overige uitkeringen), het percentage van de bevolking dat gerekend kan worden tot de laagste inkomenscategorie (f 26.770 per jaar) en het percentage dat slechts de basisschool heeft doorlopen. De woningvoorraad wordt geanalyseerd om te bekijken of er samenhang is tussen bevolkingskenmerken en woningvoorraad . De woningvoorraad wordt beschreven aan de hand van het percentage huurwoningen en het percentage meergezinswoningen in de wijk. Om het aandeel dat gerekend kan worden tot de goedkope voorraad in beeld te brengen, wordt het percentage huurwoningen met een WOZ-waarde onder de f 100.000 en het percentage koopwoningen met een WOZ-waarde onder de f 150.000 weergegeven (cijfers 1992). Van de huurvoorraad, verhuurd door corporaties, wordt tevens de verdeling naar huurprijsklassen vermeld. Als kenmerk voor stabiliteit van de wijk wordt het percentage van de bevolking dat in een jaar verhuist, en het percentage van de verhuizers dat bij een verhuizing binnen de buurt blijft, in kaart gebracht. Verder worden als stabiliteitsmeter nog de mutatiegraad van de corporatiewoningen genoemd en de gemiddelde woonduur van bewoners. Om te beoordelen hoe populair een wijk is, worden voor de huur- en de koopwoningen verschillende graadmeters gebruikt. Voor de koopwoningen wordt de gemiddelde verkooptijd van de woningen bezien: Voor de populariteit van de huurwoningen wordt gekeken naar het aantal reacties op een aangeboden woning en naar de aanbiedingsgraad van de aangeboden woningen (aantal malen dat een woning wordt aangeboden aan een belangstellende voordat de woning wordt geaccepteerd). Vitale stad Om de vitaliteit van de wijken in economisch opzicht te beoordelen zijn minder concrete gegevens voorhanden dan voor de beoordeling van de ongedeeldheid van de wijken. Het thema Vitale stad is opgesplitst in werkgelegenheid, voorzieningen niveau en economische kracht. De werkgelegenheid in de wijk is niet direct te koppelen aan de economische positie van de bevolking, omdat het merendeel van de bewoners niet in de eigen wijk zal werken. Toch kan de werkgelegenheid, met name de ontwikkeling daarin, een aanduiding zijn van de vitaliteit van een wijk. De werkgelegenheid wordt uitgedrukt in de groei van het aantal arbeidsplaatsen per inwoner en door een indexcijfer van de absolute groei. Bij de werkgelegenheid wordt ook vermeld of er relatief veel of weinig kleine bedrijvigheid (~ 5 werknemers) is. Kleine bedrijvigheid is namelijk wel veelal gebonden aan bewoners van de wijk, zoals bijvoorbeeld huisartsen, tandartsen, kleine adviesbureaus aan huis). Het voorzieningenniveau is van belang om aan te kunnen geven in hoeverre de wijk op eigen kracht kan draaien. Kunnen de bewoners in hun eigen wijk terecht voor boodschappen, scholing en dergelijke, of zijn ze daarvoor afhankelijk van andere wijken (bijvoorbeeld het centrum)? Tot slot is voor de vitaliteit van een wijk ook de economische kracht van de bevolking van belang. De economische kracht wordt behalve aan het huishoudinkomen, ook verbonden aan het opleidingsniveau. Het opleidingsniveau zegt namelijk iets over het toekomstperspectief. Iemand met een laag inkomensniveau en een goede opleiding heeft immers meer kans op inkomensverbetering dan iemand met een laag opleidingsniveau. Duurzame stad Ook voor het thema Duurzame stad zijn weinig cijfers voorhanden. Het is ook lastig dit in concrete cijfers uit te drukken. Bij duurzaamheid gaat het vooral om duurzaam materiaal en energiegebruik, maar ook om een duurzaam woon- en leefmilieu. Over de milieutechnische kwaliteiten van wijken zijn nauwelijks gegevens beschikbaar. Over de waardering van het woonmilieu door bewoners en hun verwachtingen voor de toekomst zijn er wel enige gegevens. Deze gegevens zijn doorgaans subjectief. Een objectieve maatstaf voor de bepaling 2
van de duurzaamheid van de wijk is het aantal meldingen (klachten) dat bij de politie binnenkomt. Het gaat dan om meldingen van overlast, geweld, diefstal en verkeersongevallen. Verder is in de 'Notitie aanpak verblijfsgebieden' het aantal verkeersongevallen per kilometer weglengte geregistreerd. Behalve deze objectieve registratie worden in deze notitie de wijken ook subjectief beoordeeld (een beoordeling door sleutelpersonen van het stratenpatroon, de parkeersituatie en het sluipverkeer). Het thema Duurzame stad wordt in de beschrijving opgesplitst in: politierneldingen en verkeersveiligheid, en leefbaarheid. Om de leefbaarheid in beeld te brengen is gebruikgemaakt van de onlangs gehouden 'Leefbaarheidsmonitor'. Conclusies Per wijkbeschrijving worden korte conclusies gegeven. In deze conclusies komen de opvallende zaken uit de beschrijvingen per thema naar voren en worden indien mogelijk verschillende items met elkaar in verband gebracht.
De wijkbeschrijvingen zijn te vinden in hoofdstuk 2 tot en met 10. Nadat de wijken afzonderlijk in beeld zijn gebracht, worden de wijken in hoofdstuk 11 ten opzichte van elkaar gepositioneerd . Hiertoe is per thema een aantal items geselecteerd. De diverse items worden in dit hoofdstuk met elkaar in verband gebracht, waarna wijken geclusterd kunnen worden op basis van gemiddelde, bovengemiddelde of benedengemiddelde scores. Zoals eerder gezegd moet het gemiddelde daarbij niet als doelstelling worden opgevat voor de afzonderlijke wijken. Differentiatie in woon- en leefmilieus binnen de stad is juist een kwaliteit en geen bedreiging. Om de positie van de wijken beter te kunnen duiden, worden de scores in verband gebracht met de wijktypologie (woonmilieu) en de verwachtingen voor de toekomst van een dergelijke wijk. In de vergelijking wordt voor een aantal wijken de conclusie getrokken dat zij een kwetsbare positie hebben. Op basis van deze wijkdoorlichting is niet de conclusie te trekken welke aanpak in zo'n wijk de juiste is. Dat zal uit een verdere wijkanalyse naar voren moeten komen. In de bijlagen is een begrippenlijst opgenomen. Daarnaast zijn in de bijlagen ook de achterliggende tabellen van de figuren in de wijkbeschrijvingen opgenomen. Tot slot willen wij mevrouw M. Vincken en de heer P. Vreeswijk bedanken voor de begeleiding van het onderzoek vanuit de gemeente Apeldoorn.
3
4
2 CENTRUM I Algemeen Oppervlakte Woningen Woningen/ha Bewoners Personen/ha Huishoudens
2 km 2 4.853 24,6 .
9.304 47,2
4.637
De wijk Centrum wordt aan de zuidzijde begrensd door de spoorlijn en aan de oostzijde door het kanaal. Het Centrum bestaat uit de Binnenstad en de drie (woon)buurten Brinkhbrst, De Haven en Sprengenweg-Noord. De wijk kent een mengeling van diverse stijlen en woonmilieus en heeft niet het historische karakter zoals dat vaak in andere steden in de binnenstad wordt aangetroffen. Een deel van de historische structuur is verdwenen in de tweede helft van de jaren zestig, toen rondom het oude centrum via kaalslag ruimte gemaakt werd voor de bouw van een nieuw, 'modern' stadshart (moderne flats, verbreding wegen e.d). In het noordelijk en oostelijk deel van het centrum is de oude structuur van De Parken en de Stat ionsbuurt nog wel zichtbaar. Aan de westzijde is de lintbebouwing met (gedeeltelijk) vrijstaande huisjes nog aanwezig. Wat nog rest van deze oorspronkelijke bebouwing is inmiddels wel geheel ingesloten geraakt. Het van oorsprong zo dunbevolkte ruime centrum is in de afgelopen decennia aanzienlijk verdicht. De bebouwing van het centrum, met name van de binnenstad, is compacter en hoger dan in de rest van de stad. Omdat het overige stedelijk gebied vooral uit laagbouw bestaat, is een hoogte van vier of vijf lagen al duidelijk onderscheidend. De zones langs het spoor en het kanaal worden gekenmerkt door concentraties van kantoren en overige bedrijvigheid. Het centrum oefent door haar voorzieningen grote aantrekkingskracht uit op bewoners uit zowel de rest van Apeldoorn als uit de regio. Ook als woongebied is het centrum bij bepaalde doelgroepen populair.
5
11 Ongedeelde stad Mate van uitsortering In het Centrum wonen relatief veel bewoners in de leeftijd van 20-40 jaar. Ook de 65plussers zijn in vergelijking met Apeldoorn als geheel oververtegenwoordigd. Het aandeel 65-plussers is sinds 1982 stijgende. Volgens recente prognoses zal deze stijging zich niet in dezelfde mate voortzetten. Na 2000 zal het aandeel 65-plussers zelfs weer iets dalen tot 18% van de bevolking , waarna het weer zal toenemen tot circa 23% in 2020. De oververtegenwoordiging van alleenstaande huishoudens en de ondervertegenwoordiging van de huishoudens met kinderen hangt samen met de oververtegenwoordiging van de genoemde leeftijdscategorieën. De oververtegenwoordiging van de 20-40-jarigen komt vooral voor rekening van de buurten Binnenstad en De Haven, terwijl het relatief grote aantal 65plussers grotendeels woont in de buurten Binnenstad en Sprengenweg-Noord. bevolking naar leeftijd 65-plU8
40 - 65
20 - 40
huishoudtype
iijl;----l
50% 40%
iïiiiïiiL
30%
jiiIiiiiiiiiiii
20%
oCentrum 1982
10-20
. Centrum 1990 .Centrum 1998
0-10
:;=---,---,....---.---1 0%
r---------------,
.Apeldoorn 1998
10% 0% alleen-
staand
2-
'_Apeldoorn
10% 20% 30% 40"10 50%
echtpaar
1-ouder
overige
personen +killd(eren)+kind(eren)
_Centrum ,
Het percentage niet-Nederlanders is in het Centrum ongeveer gelijk aan het gemiddelde van Apeldoorn (iets meer dan 14%). Er is nog wel enig verschil in buurten: de Binnenstad en De Haven kennen een iets bovengemiddeld aandeel niet-Nederlanders en de buurten Brinkhorst en Sprengenweg-Noord een iets benedengemiddeld aandeel. De samenstelling van de niet-Nederlanders in de wijk Centrum wijkt wel enigermate af van het gemiddelde. Zo wonen in het Centrum relatief weinig bewoners van Turkse afkomst en juist relatief veel bewoners uit overige geïndustrialiseerde landen. etniciteit nIet-Nederlanders
economische positie
00% ,-- - - - - - - - -- - --,
% laag opgeleid (basisschool) 25%
60%
20% 15'
40%
r,
% hh in laagste"""';i!::-+..,I-+-+-+_ % overige uitkering inkomenscat. (beroepsbevolking)
20%
0% Antil} Swin.
I_Apeldoorn
Tur1<s
_Centrum
I
OVerige niet gel ild.
OVerige gelild.
% werkloos (beroepsbevolking)
1=::=1
Het aandeel van de beroepsbevolking dat leeft van een uitkering, is in het Centrum met 13% iets hoger dan gemiddeld in Apeldoorn (10,5%). Hiermee samen hangt het feit dat het percentage huishoudens dat tot de laagste inkomenscategorie behoort, in het Centrum ook iets groter dan gemiddeld is. Daarentegen is het percentage laagopgeleiden in het Centrum opvallend laag (7,2%), slechts de helft van dat in Apeldoorn. Verschil in besteedbaar huishoudinkomen tussen de afzonderlijke buurten is er nauwelijks, alleen de buurt Brinkhorst 6
springt eruit in positieve zin en blijft maar net onder het gemiddelde van Apeldoorn, terwijl de andere buurten hier ruim onder zitten .
Kenmerken woningvoorraad De woningvoorraad van het Centrum wordt getypeerd door een hoog percentage meergezinswoningen (48% ten opzichte van 22% voor Apeldoorn gemiddeld), waarmee de oververtegenwoordiging van kleine huishoudens verklaard kan worden . De verhouding huurkoop is in het Centrum ongeveer gelijk aan deze verhouding in Apeldoorn als geheel. Er zijn wel aanzienlijke verschillen tussen de buurten. De Binnenstad en De Haven vallen op door een voor Apeldoornse begrippen extreem hoog percentage meergezinswoningen (respectievelijk 62% en 54%). Koopwoningen staan relatief veel in De Haven (78%) en Brinkhorst (65%). Qua beschikbaarheid van goedkope woningen scoort het Centrum hoog bij de huurwoningen en gemiddeld bij koopwoningen. kenmerken woningvoorraad
huurvoorraad naar prijsklasse
% huurwoningen
1%
50.0%
% goedkope huur (\\OZ
1=:"1 % goedkope koop (\\OZ
Het is opmerkelijk dat de voorraad in het Centrum over het algemeen nog vrij 'nieuw' is. In de Binnenstad en Haven is maar liefst respectievelijk 56% en 64% van de voorraad pas na 1980 gebouwd en is nog geen kwart vooroorlogs. De buurten Brinkhorst en SprengenwegNoord bestaan wel nog voor meer dan de helft uit vooroorlogse woningen .
Stabiliteit Zoals te verwachten in een stedelijk centrumgebied is het percentage verhuizers relatief hoog en ligt ook de mutatiegraad van de sociale-huurwoningen hoger dan gemiddeld. Het aantal ingeschreven woningzoekenden voo'r een sociale-huurwoning is onder de bewoners van het Centrum echter relatief iets lager dan in Apeldoorn als g,eheel. "10 verhuizende bewoners en "10 verhuizingen binnen de buurt
marktpositie woningen
25% 20%
_Apeldoorn.
15%
_
10%
vertrokken :::,.
1==
po-
"""
5% 0%
Centrum. vertrold<en
--Apeldoorn. binnen de buurt
- -Centrum.
-+-
4-
4-
-+-
1993 1994 1995 1996 1997
binnen de buurt
140 120 100 80 80 40 20 0 mu1a1iegIaad aanbieding&graad
dagen ve
woonbOnnen
I_Apeldoorn _Centrum I
In 1997 verhuisde in het Centrum gemiddeld 1 op de 5 mensen, terwijl in Apeldoorn gemiddeld slechts 1 op de 8 verhuisde . Met name in de buurten Binnenstad en De Haven is het percentage verhuizers erg hoog (respectievelijk 25% en 31%). Het is opmerkelijk dat in De
7
Volgens diverse sleutelpersonen is de aandacht voor de leefbaarheid in het Centrum de afgelopen jaren sterk toegenomen. Er is overgegaan van wijkbeheer naar wijkontwikkeling, waarbij voortaan niet alleen aandacht is voor fysieke ingrepen maar vooral voor de sociale component. Sinds enige tijd is een werkgroep actief om het uitgaansleven in het Centrum in goede banen te leiden. Het resultaat tot op heden is dat er binnenkort gestart wordt met videobewaking en dat er meer verlichting en meer (gratis) fietsenstallingen komen.
V Conclusies De wijk Centrum heeft een aparte status doordat de woonfunctie niet de overheersende functie van het gebied is, zoals in de andere wijken wel het geval is. Het Centrum heeft een grote aantrekkingskracht op bewoners uit heel Apeldoorn en de regio door haar voorzieningenniveau, haar uitgaansgelegenheden en natuurlijk haar werkgelegenheid. De belangrijkste bronnen van werkgelegenheid zijn de detailhandel, de financiële instellingen, en de sector openbaar bestuur en overheidsdiensten. De werkgelegenheid is in 1998, na enkele jaren licht te zijn gedaald, weer iets gestegen. Door haar aparte functie is de wijk Centrum allesbehalve een gemiddelde wijk te noemen. De bewoners van het Centrum worden gekenmerkt door een rel atief groot aantal 20-39jarigen, die grotendeels in de Binnenstad en De Haven zijn gehuisvest, en een relatief groot aantal 65-plussers, die met name in de Binnenstad en Sprengenweg-Noord wonen. Samenhangend met deze leeftijdsopbouw zijn er relatief veel eenpersoonshuishoudens en opvallend weinig gezinnen. In de woningvoorraad komt deze samenstelling tot uiting in een bijzonder hoog percentage meergezinswoningen in vergelijking tot Apeldoorn gemiddeld. De etnische samenstelling van de bevolking van het Centrum is vergelijkbaar met Apeldoorn gemiddeld. Hoewel het huishoudinkomen in het Centrum benedengemiddeld is, bestaat het vermoeden dat de economische kracht van de bewoners van het Centrum toch vrij goed is vanwege de kleine huishoudens en de gemiddeld hoge opleiding. Bovendien is voor het Centrum vanwege zijn regionale functie niet alleen de economische kracht van zijn eigen bewoners van belang. In het Centrum, en dan met name in de Binnenstad en De Haven, wordt relatief veel verhuisd en de wijk zou om die reden instabiel genoemd kunnen worden. Dit hoge verhuizingspercentage is echter inherent aan een stedelijk centrumgebied, waarin over het algemeen, en zoals reeds is gebleken ook in Apeldoorn, veel jonge alleenstaanden (met een gemiddeld hoge opleiding) wonen, die aan het begin van hun wooncarrière staan en dus relatief snel verhuizen. De doorstroming hoeft dus niet meteen als zorgwekkend aangemerkt te worden. Opvallend is dat in De Haven een derde van de verhuizingen binnen de buurt blijft. Bij woningzoekenden is het Centrum redelijk populair, vooral huurwoningen in de buurten Binnenstad en Brinkhorst zijn in trek. De leefbaarheid is een punt van zorg in het Centrum. Het aantal meldingen bij de politie is in het Centrum en dan met name met in de Binnenstad aanzienlijk hoger dan in de rest van Apeldoorn. Ook in de leefbaarheidsmonitor scoorde het Centrum op bijna alle aspecten benedengemiddeld, wat vooral door de slecht scorende buurten Binnenstad en De Haven wordt veroorzaakt. Voor een deel is dit natuurlijk inherent aan een stedelijk centrumgebied, met al zijn voorzieningen en uitgaansgelegenheden. Het feit dat het aantal meldingen van met name overlast en verkeersongevallen de laatste jaren is toegenomen, is zorgelijk.
10
3 WEST I Algemeen Oppervlakte Woningen Woningen/ha Bewoners Personen/ha Huishoudens
12 km 2 7.430 6,1 16.899 13,9 7.276
Het westelijk deel van het Apeldoornse stedelijk gebied grenst aan de Veluwe. De bebouwing loopt over in bos en grote delen van de wijk hebben een bosrijke uitstraling. De bebouwing in West wordt vooral gekenmerkt door een grote diversiteit aan bouwperiodes en stijlen. Langs de oorspronkelijke landwegen in de wijk is nog steeds de lintbebouwing van rond de eeuwwisseling zichtbaar. Begin jaren twintig werd in Apeldoorn begonnen met socialewoningbouw. In West zijn nog diverse van deze oude complexen zichtbaar, zoals het Sprengendorp. West als geheel heeft een zeer goed imago, dat vooral te danken is aan de luxe buurt Berg en Bos. Deze buurt heeft de uitstraling van een welvarende laagbouwwijk. Dit geldt in iets mindere mate ook voor de buurt Sprengenbos. De buurt Orden wordt getypeerd als een gemiddelde naoorlogse wijk met een combinatie van laagbouw en middelhoogbouw. De buurt Driehuizen grenst aan het centrum en heeft zowel delen met wat oudere bebouwing met een stedelijke uitstraling, als delen met naoorlogse bebouwing zoals in Orden. In de twee meest westelijk gelegen buurten, Orderbos en Park Berg en Bos is nauwelijks bebouwing. Deze groene buurten dragen bij tot de bosrijke uitstraling van de wijk West als geheel.
11
Van de huishoudens die verhuizen , verhuist er in West maar liefst 14% binnen de buurt, terwijl dit in Apeldoorn gemiddeld slechts 10% is. Dit hoge percentage wordt bijna geheel veroorzaakt doordat in Orden maar liefst een kwart van de verhuizingen binnen de buurt plaatsvindt, de overige deelgebieden van West komen ongeveer overeen met het Apeldoornse gemiddelde. De marktpositie van de woningen in West, gemeten aan de hand van de aanbiedingsgraad, de tijd die nodig is om een woning te verkopen en het aantal woonbonnen dat ingestuurd wordt op een aangeboden woning, is vergelijkbaar met Apeldoorn gemiddeld. Maar ook hier zijn er weer verschillen tussen de buurten. Op woningen aangeboden in Driehuizen reageren beduidend meer mensen dan op woningen die in Orden worden aangeboden. Dit hoeft echter niet aan de populariteit van de buurt te liggen. In Orden staan relatief veel flats zonder lift, een minder populair woningtype dan bijvoorbeeld eengezinswoningen. Ook het woningtype kan dus de oorzaak zijn van het benedengemiddelde aantal reacties in deze buurt. Overigens is in Orden het aantal flats zonder lift tijdens de herstructurering enkele jaren geleden reeds teruggebracht.
111 Vitale Stad Werkgelegenheid De werkgelegenheid in West is de afgelopen jaren gegroeid. Het totaal aantal arbeidsplaatsen in de wijk groeide relatief sneller dan in de rest van Apeldoorn ; de groei in het aantal arbeidsplaatsen per inwoner bleef echter sinds 1995 iets achter bij het gemiddelde van Apeldoorn. Het toenemend aantal arbeidsplaatsen is niet specifiek aan één of meer sectoren toe te schrijven. De sector openbaar bestuur en overheidsdiensten vormt in West de grootste bron van werkgelegenheid (52%). De arbeidsplaatsen in deze sector zijn geconcentreerd in Orden en Sprengenbos. In Berg en Bos, waar relatief weinig werkgelegenheid is, is de helft van de arbeidsplaatsen in het onderwijs. In Driehuizen is de zakelijke dienstverlening (46%) de grootste werkverschaffer. Samenhangend met de sectoren waarin de meeste werkgelegenheid in West is, zijn er in West relatief weinig kleine bedrijfjes ( ~ 5 arbeidsplaatsen). Voorzieningenniveau In West zijn vier buurtwinkelcentra: Orden, Schuttersweg, Asselsestraat en Kon . Lode0.52 .. 110 wijklaan. De winkels aan de Kon . Lodewijklaan 0.50 . . 105 hebben weinig toekomst en worden langza0.48 . 100 merhand gesaneerd. De winkels aan de Assel0.48 . . . 95 sestraat hebben een goed toekomstperspec0,44 . tief: de straat vervult een buurtfunctie maar is 0.42 1994 1995 1996 1997 1998 90 tevens aanloopstraat naar het centrum . Het toekomstperspectief van de winkels in Orden is gem. per inwoner I_Apeldoorn =West totaal (geindexeerd) Apeldoorn West beperkt door de concurrentie met het centrum L __ en de Asselsestraat. De Schuttersweg ten slotte loopt goeddoordat er weinig concurrentie in de directe omgeving is; voor uitbreiding is echter niet voldoende draagvlak. In West zijn" er verder twee buurtcentra, één in Orden en één in Sprengenbos. Beide buurtcentra functioneren zeer goed. De openbaarvervoerverbindingen in West staan onder druk. Met name bewoners uit Sprengenbos klagen regelmatig over de beperkte bereikbaarheid van de buurt. ontwikkeling aantal arbeidsplaatsen
0.54 ,...-_
_
_ __
_
_
_ __
.....,. 115
-=--__.:....::===========-.J
Economische Kracht Opvallend is dat in West het aantal hoogopgeleide bewoners sterker vertegenwoordigd is dan in Apeldoorn, maar dat tevens het aantal bewoners dat slechts de basisschool heeft doorlopen, relatief groot is. 14
De inkomensverdeling is alleen bekend voor West en Centrum samen. In West en Centrum zijn in vergelijking tot Apeldoorn de hogere inkomens minder sterk vertegenwoordigd . Het gemiddeld besteedbaar inkomen per huishouden verschilt in West aanzienlijk per buurt. In 1996 was, zoals te verwachten, het inkomen in Berg en Bos met f 83.150 per jaar ver bovengemiddeld. Ook de huishoudens in Sprengenbos hebben met f 53.550 per jaar nog een bovengemiddeld inkomen . Het gemiddelde huishoudinkomen in Driehuizen (f 47.850 per jaar) en Orden (f 44.800 per jaar) is benedengemiddeld. huishoudinkomen
opleiding beroepsbevolking 100%
Ouniversijeij
80%
60% 40%
25.0%
_HBO
20,0%
_HAVOMl\O
15.0%
IlIMBO
10.0%
_MULOlMAVO
5,0%
-
t-- ï
I"'-
L
i-
-
t--
t--
t--
-
t--
1-
t--
-
t--
1-
_LBO
20%
_ basisschool 0%
0,0%
26.770 126.770138.970
138.970- /52 .160- >/68.630 /52 .160 168.630
I_Apeldoom OCentrum en \l\\>st
I
IV Duurzame stad Po/itiemeldingen en verkeersveiligheid Het aantal meldingen bij de politie van overlast en geweld is in West (voornamelijk beperkt tot Orden en Driehuizen) de afgelopen jaren flink gestegen, maar is nog altijd minder dan in Apeldoorn als geheel. Wat betreft diefstal scoort West aanzienlijk slechter dan Apeldoorn gemiddeld; de buurt Driehuizen wordt relatief het meest getroffen. Vermoedelijk zijn de goede uitvalswegen in West hier de oorzaak van. Het aantal meldingen van verkeersongevallen is in West relatief laag; alleen Berg en Bos scoort met 30 meldingen per 1.000 inwoners erg slecht. Uit een in 1998 uitgevoerd onderzoek ('Notitie aanpak verblijfsgebieden') bleek dat West een van de verkeersveiliger wijken van Apeldoorn is, maar dat de overlast door het verkeer in West relatief groot is. . politiemeldingen oWest 1996 oWest 1997 o West1998 _Apeldoorn 1998
geluidshinder
over1ast
.t-iiiiii~"-
geweldij;~
diefstal uit woning vef1<eersongevallen
o
5
10
20 15 aantal meldingen per 1.000 inwoners
25
Leefbaarheid In de onlangs uitgevoerde leefbaarheidsmonitor is aan sleutelpersonen gevraagd een cijfer te geven voor de verschillende onderdelen van de leefbaarheid. West kreeg als totaalcijfer een 7,4, tegen een 7,1 voor Apeldoorn als geheel. De beoordeling van de woonomgeving en de speel- en groenvoorzieningen was iets hoger dan gemiddeld voor heel Apeldoorn .
15
11 Ongedeelde stad Mate van uitsortering De opbouw van de bevolking naar leeftijd komt in Zuidwest aardig overeen met Apeldoorn als geheel. Het lijkt gezien de ontwikkeling in de opbouw alsof de bevolking gemiddeld wat ouder wordt. De leeftijdscategorieën 40-65 jaar en 6S-plus nemen namelijk in omvang toe. Recente prognoses bevestigen dit beeld en wijzen uit dat in 2020 ruim 20% van de bevolking uit 6S-plussers zal bestaan. De bevolkingsopbouw in de diverse buurten van Zuidwest komt aardig overeen. Alleen de buurt Bouwhof beeft met slechts 6,5% 6S-plussers en maar liefst 42% in de categorie 40-65 jaar een beduidend andere leeftijdsopbouw. Qua huishoudtype valt Zuidwest op door het relatief hoge aandeel gezinnen en het relatief lage aandeel alleenstaanden. bevolking naar leeftijd
hulshoudty pe 4~4.--------------------------,
65-plus 3~/. -j-- - - - - -
40 - 65 20 - 40
20%
)i••••ëf
1~/.
10- 20
0'10 alleenstaand
0-10 0'10
10'10
20'10
30'10
40'10
2echtpaar 1-ouder overige personen +klnd(eren)+klnd(eren)
I_ApeklOOril _Zuidwest I
Het percentage niet-Nederlanders is in Zuidwest met 11 ,2% laag te noemen (Apeldoorn 14,1%). Er zijn geen grote verschillen tussen de buurten, alleen Ugchelen scoort met 8,7% niet-Nederlanders opvallend laag. De samenstelling van de niet-Nederlanders naar etniciteit komt in Zuidwest overeen met het gemiddelde van Apeldoorn . Opmerkelijk is wel dat in Westenenk ruim een derde van de niet-Nederlanders uit Turken bestaat; dit is echter nog altijd maar 4% van de totale bevolking. De economische positie van de bevolking van Zuidwest lijkt sterker dan gemiddeld in Apeldoorn. Niet alleen het percentage van de beroepsbevolking dat van een uitkering leeft, maar ook het percentage dat tot de laagste inkomenscategorie « f 26.770) behoort, en het percentage dat slechts de basisschool heeft doorlopen, is in Zuidwest lager dan in Apeldoorn. Binnen Zuidwest lijken de buurten Ugchelen en De Bouwhof een sterkere economische positie te hebben dan De Heeze, Westenenk en Winkewijert. etniciteit nlet-Nederlandera
economische positie
60'10 , - - - - - - - - -
'10 laag opgeleid (basiaschool) 2~/. ·
40'10 -1-- - - - - - - - -
150/0
20'10 - 1 - - - - - - - - -- - -
'10 hh in laag.te~=-~I#--+--+--< '10 overige uitkering inkomenscat. (beroepsbevolking)
0'10
Antll./
Tur1<s
Su~n .
I_Apeldoorn
_Zuidwest I
Overige niel geTnd.
Overige gelnd.
%wer1doos (beroepsbevolking)
Kenmerken woningvoorraad Net als de economische positie van de bewoners van Zuidwest is ook de samenstelling van de woningvoorraad bovengemiddeld te noemen. Zowel de huurwoningen als de meerge18
zinswoningen. zijn ondervertegenwoordigd. Bovendien bestaat de voorraad, gezien de WOZwaarde van de woningen , voor een relatief klein deel uit goedkope huur- en koopwoningen. Met name de dure sociale-huurwoningen (> f 850) zijn in Zuidwest nadrukkelijker aanwezig dan in Apeldoorn gemiddeld. Opvallend aan de woningvoorraad van Zuidwest is dat ruim een derde van de woningen is gebouwd in de jaren tachtig. Tussen de buurten zijn aanzienlijke verschillen in samenstelling van de voorraad. Ugchelen, van oorsprong een dorp, bestaat voor bijna 100% uit eengezinswoningen (ruim driekwart in de koopsector), grotendeels dicht op elkaar gebouwde vrijstaande huizen. Ook de stedelijke inbreidingslocatie De Bouwhof, grotendeels gebouwd in de jaren '80, bestaat voor bijna 100% uit eengezinswoningen. De buurt Winkewijert valt op door het zeer hoge percentage koopwoningen van 87%. De Heeze is in Zuidwest met 36% meergezinswoningen en 57% huurwoningen de buurt met het grootste aandeel woningen aan de onderkant van de markt. kenmerken woningvoorraad
huurvoorraad naar prIJ.kla..e
'10 huurwoningen 45%
'10 goedkope huur
(V\OZ
% goedkope koop ryvoZ
Stabiliteit Zuidwest is een stabiele wijk. De gemiddelde woonduur van 32,5 jaar ligt 2,5 jaar boven het gemiddelde van Apeldoorn . Hoewel de mutatiegraad in de sociale-huurvoorraad iets hoger ligt dan in Apeldoorn gemiddeld, behoorde Zuidwest de afgelopen vijf jaar tot de wijken met het laagste percentage verhuizingen per jaar. Met name in Ugchelen en De Bouwhof wordt weinig verhuisd (circa 8%). Daarentegen kent De Heeze een hoog verhuizingspercentage van bijna 16%, dat verklaard kan worden door de kenmerken van de woningvoorraad : relatief veel huurwoningen en meergezinswoningen. Hoe gehecht men in Zuidwest aan de buurt is, is niet helemaal duidelijk omdat het percentage verhuizers dat binnen de buurt blijft, sterk wisselt. Het percentage blijft in ieder geval al jaren enigszins achter bij Apeldoorn gemiddeld. Alleen de buurt De Bouwhof komt met 11,2% verhuizingen binnen de buurt net iets boven het gemiddelde van Apeldoorn . Westenenk en Winkewijert zijn buurten waar extreem weinig verhuizingen binnen de buurt plaatsvinden, respectievelijk slechts 4,7% en 2,1%. De verhuisgeneigdheid, afgemeten aan het aantal ingeschrevenen als woningzoekende bij de woonruimtewinkel, is in Zuidwest ongeveer gelijk aan het Apeldoornse gemiddelde. 0;. verhuizende bewoners en 0;. verhuizingen binnen de buurt 14%
'r - - - - - - - - - - - - - - - ,
100
12% 10% ..
r-
8'10
/
r::
,...... f-
80
"'-
"-
8% · 4%
2% 0'10
mlrktpolltll woningen 120
-+-
L;.
L;.
-+-
l1li3 l1li4 leeS lees 1ge7
_Apeldoorn, vertrokken _Zuidwe.l. vertrokken - - Apeldoorn. binnen de buurt - - Zuldw8J1. binnen de buurt
80 40
mulllUegr.ad •• nbiedlng.graad
dagen v.rkoopliJd
woon bonnen
I
r::1·:-:-A-pe-:-: ldoo-rn-::.=-=z"" uld"-w-ea-'1
19
re onvoldoende. Dit beeld komt overeen met dat wat geschetst werd door de sleutelpersonen.
V Conclusies Wat bevolkingsopbouw betreft is Zuidwest als geheel een redelijk gemiddelde wijk, die gezien de ontwikkelingen enigszins vergrijst. De buurten komen met elkaar overeen, alleen de buurt Bouwhof valt op door een uitzonderlijk laag percentage 65-plussers. De samenstelling van de huishoudens in Zuidwest wordt gekenmerkt door een hoog aandeel gezinnen en relatief weinig alleenstaanden. Het percentage niet-Nederlanders kan in Zuidwest laag genoemd worden, met name in Ugchelen is dit percentage bijzonder laag (8,7%). De economische positie van de bevolking van Zuidwest is bovengemiddeld en daarmee hangt samen de bovengemiddelde woningvoorraad (relatief weinig huurwoningen, hoge gemiddelde WOZ-waarde, relatief veel 'dure' huurwoningen). Verschillen tussen buurten zijn er natuurlijk wel. De economische positie van de bevolking is in Ugchelen en De Bouwhof het sterkst. De woningvoorraad bestaat in deze buurten voornamelijk uit eengezinskoopwoningen. De woningvoorraad in De Heeze (36% meergezinswoningen, 57% huurwoningen) bestaat ten opzichte van de andere buurten in Zuidwest voor een relatief groot deel uit woningen die tot de onderkant van de markt gerekend kunnen worden. Het is dan ook niet opmerkelijk dat de economische positie van de bevolking van De Heeze gemiddeld zwakker is dan van de rest van Zuidwest. De stabiliteit van de buurten binnen Zuidwest lijkt met de samenstelling van de bevolking en de woningvoorraad samen te hangen. In Ugchelen en De Bouwhof, waar de bevolking een sterke economische positie heeft en de woningvoorraad 'aantrekkelijk' is, wordt weinig verhuisd, terwijl De Heeze een hoog verhuizingspercentage kent. De gehechtheid aan de buurt verschilt per buurt en is het meest beperkt in de Westenenk en Winkewijert (respectievelijk 4,7% en 2,1% verhuizingen binnen de buurt). De populariteit van koopwoningen in Zuidwest is moeilijk te bepalen omdat de benodigde verkooptijd de afgelopen jaren sterk wisselde. De populariteit van de huurwoningen, afgemeten aan het aantal woonbonnen, blijft iets achter bij Apeldoorn gemiddeld. Volgens sleutelpersonen is Ugchelen wel beduidend populairder dan de rest van Zuidwest. De leefbaarheid in Zuidwest wordt gemiddeld iets lager beoordeeld dan in Apeldoorn als geheel, maar vergelijkbaar met dergelijke wijken elders in het land. Binnen Zuidwest wordt de leefbaarheid verschillend beoordeeld. De puurt Westerenk valt op doordat deze als enige buurt in Zuidwest een onvoldoende voor leefbaarheid heeft gekregen. De lage beoordeling ten opzichte van Apeldoorn is opvallend omdat het aantal politiemeldingen per 1.000 inwoners lager is dan in Apeldoorn gemiddeld. Er wordt alleen relatief vaak ingebroken in Zuidwest. Wat betreft de verkeersveiligheid behoort Zuidwest tot een middelmatige wijk, waar het aantal ongevallen het afgelopen jaar flink is toegenomen. Binnen de buurten van Zuidwest verschilt de leefbaarheid aanzienlijk. Met name de buurt Westenenk scoort zeer laag en verdient dan ook de nodige aandacht.
22
5 ZUID I Algemeen Oppervlakte Woningen Woningen/ha Bewoners Personen/ha Huishoudens
6 km 2 8.443 14,0 18.574 30,7 8.430
De wijk Zuid is opgebouwd uit negen buurten: Brummelhof, Vogel kwartier, Staatsliedenkwartier, Componistenkwartier, Rivierenkwartier, Malkenschoten en Kayersmolen-Noord, -Midden en -Zuid. Zuid heeft bij Apeldoorners het imago van een volksbuurtachtige wijk, waar men alleen wil wonen als men er geboren is. Een belangrijk deel van de woningvoorraad van Zuid bestaat uit goedkope eengezinswoningen. Daarnaast bestaat de woningvoorraad in Zuid voor bijna een derde uit meergezinswoningen, wat voor Apeldoornse begrippen relatief veel is. In de buurten tussen het centrum en de ring (Brummelhof, Vogelkwartier en Staats lieden kwartier) is een deel van de woningvoorraad vooroorlogs. Dit is een combinatie van (semi-) vrijstaande (kleine) woningen, rijtjes eengezinswoningen en middelhoogbouw. Dit laatste type is met name te vinden in het Staatslieden kwartier, waar de helft van de woningen uit nieergezinswoningen bestaat. De buurten ten zuiden van de ring (Componistenkwartier en Rivierenkwartier) zijn (vroeg-)na-oorlogse uitbreidingswijken, gekenmerkt door een strakke verkaveling en veel openbaar groen. Het Componistenkwartier is bijna geheel gebouwd in de jaren vijftig en is de buurt met het hoogste aandeel eengezinswoningen (85%) in Zuid. De naastgelegen buurt, Rivierenkwartier, is bijna geheel in de jaren zestig voltooid . Recent zijn er in beide buurten op een aantal plaatsen nieuwe woningen bijgebouwd. De buurt!3n gelegen aan de A 1 en het kanaal (Malkenschoten en Kayersmolen-Noord, -Midden en -Zuid) hebben een functie als werkgebied; hier staan nagenoeg geen woningen.
23
merklpoeltle woningen
% verhuizende bewoners en % verhuizingen binnen de buurt
--
14% 12%
r-
10% 8%
-
l- r-.... l- r-....
Silo ··
4'10 2% 0%
4-
-+-
4-
4-
140 120 100 80
_Apeldoom, vertrokken _Zuid, vertrokken --Apeldoorn, binnen d, buurt --Zuid, binnen de buurt
1883 1994 1995 1995 1997
eo 40 20 0
mu1etlegraad aanbieding.. dagen greed ve1l
woonbonnen
I_Apeldoorn _ZUid I
Ook de koopwoningen in Zuid lijken gezien de benedengemiddeld benodigde verkooptijd populair. Het verschil tussen de benodigde verkooptijd in Zuid en in Apeldoorn gemiddeld is de laatste jaren wel kleiner geworden.
111 Vitale Stad Werkgelegenheid Zowel het totaal aantal arbeidsplaatsen als het gemiddelde aantal arbeidsplaatsen per inwoner is tussen 1994 en 1998 gestegen, waarbij de grootste stijging plaatsvond in het laatste jaar. De industrie is in Zuid de grootste werkgever (24% van de arbeidsplaatsen), gevolgd door de detailhandel (18%), de zakelijke dienstverlening (15%) en de financiële instellingen (14%). De groei van het laatste jaar is grotendeels toe te schrijven aan de zakelijke dienstverlening. Ondanks het relatief grote aandeel werkgelegenheid in de detailhandel en de dienstverlening, sectoren die zich lenen voor kleine bedrijfjes, zijn er relatief weinig bedrijven met maximaal 5 arbeidsplaatsen. Bijna driekwart van de werkgelegenheid in Zuid bevindt zich op locaties waar nauwelijks gewoond wordt, langs de snelweg en het kanaal, en dan met name in de buurt Malkenschoten. Brummelhof, nabij het Centrum, is met een aandeel van 9% van de totale werkgelegenheid de woonbuurt met de meeste werkgelegenheid. Voorzieningenniveau Het voorzieningen niveau in Zuid wordt door sleutelpersonen maar net voldoende genoemd. 0,8 120 0,5 Er is één wijkwinkelcentrum, Hart van Zuid, dat 0,4 110 goed loopt. Verder zijn er drie buurtwinkelcen0,3 100 tra : Kayershof, Maasstraat en Schubertplein. 0,2 Het toekomstperspectief van de eerste twee is 90 0,1 niet zo gunstig. Het toekomstperspectief van 0,0 80 het Schubertplein is aanzienlijk verbeterd door 1994 1995 1998 1997 1998 g.m. per Inwoner _Apeldoorn _ Zuid de recente opknapbeurt en een bloeiende winIOtI.1 (g.rndexllrd) --Apeldoorn - - Zuid keliersvereniging. L _ _':':"-_ _~========--I De buurthuizen in de wijk worden volgens de sleutelpersonen goed bezocht. Het ontbreken van voortgezet onderwijs in Zuid wordt als gemis ervaren. De wijk wordt redelijk goed ontsloten door het openbaar vervoer; hier komen dan ook weinig klachten over. ontwikkeling lIntei Irb,ld,plllte,n
0,7
r - - - - - - - - - -- --,.
130
Economische Kracht De economische kracht van de huishoudens blijft in Zuid ver achter bij die van Apeldoorn gemiddeld. Zowel het opleidingsniveau als het inkomen is in Zuid beduidend lager.
26
Maar liefst 50% van de beroepsbevolking van Zuid heeft maximaal het LBO doorlopen. Dit percentage is het dubbele van het gemiddelde van Apeldoorn. In Zuid heeft ook maar liefst bijna 52% van de huishoudens een benedengemiddeld inkomen, terwijl dit in geheel Apeldoorn slechts 39% is. De verschillen in inkomen tussen de buurten zijn niet zo groot: het Staatsliedenkwartier is met een gemiddeld besteedbaar huishoudinkomen van f 40.050 de 'armste' buurt en De Brummelhof met f 46.700 de 'rijkste' buurt (echter nog altijd lager dan het Apeldoornse gemiddelde). opleiding beroepsbevolking
huishoudinkomen
100% Ounlversiteit 80%
I!IHBO DMBO
40%
I!IMULOIMAVO
a LBO
20%
25%
20%
l!lHAVONWO
60%
30%
l!lbasisschool
15%
10% 0%
0% Apeldoorn
Zuid
26.770 126.770136.970
136.970/52 .160
/52 .160- >/66.630 168.630
II!IApeldoorn I!lZuid I
IV Duurzame stad Politiemeldingen en verkeersveiligheid Het aantal politiemeldingen per 1.000 inwoners blijft in Zuid iets achter bij het Apeldoornse gemiddelde. Alleen 1997 was een uitschieter in negatieve zin wat betreft het aantal meldingen van diefstal uit de woning . Net als in heel Apeldoorn neemt ook in Zuid het aantal meldingen van overlast en verkeersongevallen toe. De toename is in Zuid wel relatief sterk. Verkeersongevallen doen zich voornamelijk voor in de nauwelijks bewoonde buurten Maikenschoten en Kayersmolen. De toenemende overlast wordt grotendeels veroorzaakt door drugsgebruik (Componistenkwartier) en baldadigheid en vandalisme. De overlast als gevolg van rondhangende jeugd wisselde de laatste jaren sterk. poiitiemeldlngen OZuid 1996 aZuid 1997 I!IZuid 1998 I!IApeldoorn 1998
geluidshinder
ove~ast ~liiil._ geweld
dietstaluitwonlng
!!!~:~=L==l=
verkeersongevallen 10
15 20 aantal meldingen per 1.000 Inwoners
25
Volgens de 'Notitie aanpak verblijfsgebieden' vinden er in Zuid inderdaad relatief veel verkeersongevallen plaats (in woonbuurten per kilometer weglengte 14,4 ongevallen in de periode 1995-1997). Alleen het Centrum scoort slechter. Behalve deze objectieve beoordeling van de veiligheid is er in de notitie ook een subjectieve beoordeling gegeven op basis van het aantal klachtbrieven en een beoordeling van stratenpatroon, parkeren en sluipverkeer. Volgens de subjectieve beoordeling is Zuid zelfs de meest onveilige wijk binnen Apeldoorn. 27
30
6 ZUIDOOST I Algemeen Oppervlakte Woningen Woningen/ha Bewoners Personen/ha Huishoudens
6 km' 11.027 18,6 29.953 50,5 10.950
De Maten, zoals Zuidoost over het algemeen wordt genoemd, is een grote uitbreidingswijk, gebouwd in de jaren zeventig en tachtig . Bijna 20% van de ApeldoOrnse bevolking woont in deze wijk. De wijk wordt aan alle kanten begrensd door fysieke barrières: de spoorlijn, het Apeldoorns kanaal en de snelweg A 1. Het geïsoleerde karakter van de locatie wordt nog versterkt door de woonervenstructuur van de wijk. De vormgeving is kleinschalig en introvert. De woningen liggen aan woonerven en zijn naar binnen georiënteerd. Gestapelde wooncomplexen komen slechts op enkele plaatsen voor, bijvoorbeeld in het centrumgebied bij winkelcentrum de Eglantier. Er zijn geen doorgaande autoroutes door de woonbuurten. Centraal in de wijk ligt een groot park, het Matenpark. De woonbuurten zijn van elkaar gescheiden door groenstroken. In de hele wijk komt veel versnipperd buurtgroen voor, waardoor de wijk een zeer groene indruk maakt. Dat de buurten onderdeel uitmaken van De Maten, is aan de naamgeving alleen al herkenbaar. Uitzondering is de buurt Kuipersveld , een bedrijvengebied tegen het kanaal aan. In deze buurt wonen bijna geen mensen. Ook in de buurt Matenhoek wonen weinig mensen.
31
De mobiliteit verschilt per buurt. In 1997 is in Matenhoeve maar 9% van de bevolking verhuisd, terwijl in Matengaarde dit aandeel twee keer zo hoog lag. De buurt Matenveld kent relatief veel verhuizingen binnen de buurt en een kleiner aandeel mensen dat verhuisde naar een woning buiten Apeldoorn dan gemiddeld in Zuidoost. De mutatiegraad van de corporatiewoningen in Zuidoost is niet hoog. Dit wordt voor een deel veroorzaakt doordat de corporaties veel eengezinswoningen in Zuidoost bezitten. Dit woningtype heeft in heel Apeldoorn een lagere mutatiegraad dan de meergezinswoningen. Hoewel de mutatiegraad van de eengezinswoningen laag is, heeft volgens de sleutelpersonen een deel van de dure woningen als functie tijdelijke opvang van bewoners die een koopwoning zoeken . De flats en seniorenwoningen in de Maten hebben een gemiddelde of iet bovengemiddelde mutatiegraad. Het aantal ingestuurde bonnen per aangeboden woning is in Zuidoost gemiddeld. De aangeboden woningen in de buurt Matengaarde krijgen veel reacties en de woningen in Matenhorst en Matendonk relatief weinig reacties. Dit kan ook te maken hebben met het aangeboden type woning . Voor heel Zuidoost blijkt dat vooral op de seniorenwoningen weinig reacties komen . Volgens de sleutelpersonen heeft De Maten bij de echte Apeldoorners niet zo'n goed imago. De meeste Apeldoorners gaan niet zo snel aan de 'overkant' van het kanaal wonen en al helemaal niet in De Maten. Er zijn echter nog genoeg belangstellenden voor de woningen in Zuidoost. Er verhuizen bijvoorbeeld bewoners van de hoogbouw in Zevenhuizen naar een eengezinswoning in de Maten.
111 Vitale Stad Werkgelegenheid Zuidoost is echt een woonwijk, er is weinig werkgelegenheid in de wijk zelf. De afgelopen jaren is de werkgelegenheid wel sterk gestegen. Tussen 1996 en 1998 is het aantal arbeidsplaatsen toegenomen met 20%. De bedrijven in Zuidoost zijn vooral gevestigd op het industrieterrein in de buurt Kuipersveld . Dit zijn vooral bedrijven die zijn gespecialiseerd in zakelijke dienstverlening, industrie of bouwnijverheid. Daarnaast zit er nog enige werkgelegenheid in de buurten Matengaarde en Matenhoek. Hier gaat het vooral om onderwijs, gezondheidszorg, welzijnszorg, (detail)handel en zakelijke dienstverlening. De kleine bedrijfjes ($; 5 werknemers) zitten vooral in de woonbuurten en houden zich vooral bezig met detailhandel en zakelijke dienstverlening. Voorzieningenniveau De Eglantier is het belangrijkste winkelcentrum 120 van Zuidoost. Het is centraal gelegen in de o,s buurt Matengaarde. Na de binnenstad vormt de 0,4 110 Eglantier het grootste winkelgebied van Apel0,3 100 doorn. In de notitie 'De toekomstige structuur 0,2 90 van buurt- en wijkwinkelcentra in Apeldoorn' 0.1 80 wordt aangegeven dat de uitstraling van het 0,0 1994 1995 1996 1997 1998 winkelcentrum te wensen overlaat, maar dat gem. per inwoner _Apeldoorn _ Zuidoost gezien het draagvlak en de branchering het tota.al (gelndexeerd) Apeldoorn -Zuidoost winkelcentrum haar positie moet kunnen be. houden. Naast de Eglantier zijn er nog drie kleinere winkelcentra: De Maat, Gildenhof en Musketiersveld. De Maat en Musketiersveld lopen redelijk. Gildenhof is: er volgens de genoemde notitie aanmerkelijk slechter aan toe; het draagvlak voor dit winkelcentrum is te gering. ontwikkeling aantal arbeidsplaatsen
0,6 . -_
34
_ _ __ _ _ __ _........,. 130
Economische Kracht Het aandeel van de beroepsbevolking dat alleen de basisschool heeft voltooid, is klein : slechts 8%. Relatief veel mensen, bijna een derde van de beroepsbevolking, heeft een MBO-opleiding. Het huishoud inkomen in De Maten ligt boven het gemiddelde van Apeldoorn. Binnen Zuidoost hebben de huishoudens in de buurten Matenveld en Matenhoeve gemiddeld een hoger inkomen dan de huishoudens in de andere buurten. Hoewel het individuele inkomen in deze twee buurten lager dan het gemiddelde van Apeldoorn is, behoren Matenveld en Matenhoeve wel tot de buurten met de hoogste huishoudinkomens van Apeldoorn. Dit wordt waarschijnlijk veroorzaakt door een relatief groot aandeel tweeverdieners. De huishoudens in Matenhorst hebben juist een relatief laag inkomen (ook lager dan het gemiddelde van Apeldoorn). opleiding beroepsbevolking 100%
T .....- - . . . . ,
===
.....
80%
huishoudinkomen
- r - - - -- - - -- -- - - - - , 25% .1-- - - - - - - -
30%
o universiteit 8 HBO
20%
8 HAVONWO
60%
15%
OMBO 40%
8MULOIMAVO
20%
8LBO
10% 5%
8 basisschool
26.770 /26.770.. 138.970
0% Apeldoorn
Zuidoost
/38.970/52.160
/52.160- >168.630 [68.630
18Apeldoorn 8 Zuidoost I
IV Duurzame stad Politiemeldingen en verkeersveiligheid Het aantal politiemeldingen per 1.000 inwoners is in Zuidoost, vergeleken met Apeldoorn als geheel laag als het verkeersongevallen betreft, en hoog bij overlastklachten. Het lage aantal verkeersongevallen zal waarschijnlijk samenhangen met de structuur van de wijk. Het meeste verkeer is bestemmingsverkeer en door de woonervenstructuur is in veel straten maar een beperkte snelheid mogelijk. Uit de 'Notitie aanpak verblijfsgebieden' blijkt dat Zuidoost een gemiddelde verkeersveiligheid heeft. Negatieve uitzondering is de buurt Matendreef, waar relatief veel verkeersongevallen met letsel zijn geregistreerd, veel klachten over de verkeerssituatie worden gemeld en ook de wijkraad en de gemeente redelijk negatief zijn over de verkeerssituatie. polillemeldingen OZuidoost 1996
geluidshinder
overtast
I!IZuidoost 1997 . Zuldoost 1998
.ii'iiii~
I
1998
geweld . . . .
diefstal uit woning verkeersongevallen
I'liijiiijfi~~i~J!!II!III!!!!~J 10
15
20
25
aantal meldingen per 1.000 Inwoners
35
38
7 NOORD I Algemeen Oppervlakte Woningen Woningen/ha Bewoners Personen/ha Huishoudens
7km 2 5.428
8,3 12.678 19,3 5.225
De wijk Noord is qua oppervlakte één van de grotere wijken, maar qua inwonertal juist één van de kleinere. De wijk bestaat uit negen buurten: Parken, Spainkbos, Loolaan-Noord, Het Loo, Kerschoten-West, Kerschoten en de nauwelijks bewoonde buurten De Vlijt, Stadhoudersmolen en Hommelbrink. Parken, de buurt ten noorden van het centrum, heeft een groen karakter door het sfeerbepalende zware geboomte. Het gebied bestaat vooral uit oudere (monumentaie) vooroorlogse villa's en twee-onder-een-kap-woningen, met straatgericht wonen. De ruime stedenbouwkundige opzet geeft deze voormalige landgoederen een luxe uitstraling. De buurt Kerschoten ligt nog net binnen de ring. De woningvoorraad in deze buurt bestaat voornamelijk uit rijtjeshuizen uit de jaren zestig . Door de positieve uitstraling van de ruime woonomgeving is het een populaire buurt. De overige (bewoonde) buurten binnen de ring hebben voornamelijk een stedelijk karakter, met straten met eengezinswoningen en wat hogere bebouwing voor ouderen. Buiten de ring, aan de rand van het stedelijk gebied, ligt de buurt Hommelbrink, waar recent enkele kleinere nieuwbouwprojecten zijn gerealiseerd. De meeste bedrijvigheid is langs het kanaal gesitueerd in de buurten De Vlijt en Stad houdersmolen.
39
90% van de aangeboden huurwoningen stond in Kerschoten. Het aantal keren dat een woning moet worden aangeboden voordat deze daadwerkelijk geaccepteerd wordt, ligt in Noord (= Kerschoten) iets lager (1,59) dan in Apeldoorn (1,75). De benodigde tijd om een woning te verkopen, wat een beeld geeft van de populariteit van de koopwoningen, was in Noord de afgelopen jaren langer dan in Apeldoorn gemiddeld, terwijl in 1994 en 1995 de woningen in Noord juist nog relatief snel verkocht werden.
111 Vitale Stad Werkgelegenheid De werkgelegenheid in Noord steeg relatief snel in de periode 1994-1996, zowel in totaal als gemiddeld per inwoner. Na 1996 is de werkgelegenheid weer in dezelfde mate afgenomen. Gemiddeld per inwoner zijn er in Noord nog altijd meer arbeidsplaatsen dan in Apeldoorn als geheel. In verhouding tot het aantal bewoners per buurt is er relatief veel werkgelegenheid in de buurten De Vlijt, Stadhoudersmolen en Hommelbrink. De werkgelegenheid, onderscheiden naar sectoren, komt in Noord redelijk overeen met Apeldoorn gemiddeld. Het verschil is dat er in Noord relatief gezien iets meer werkgelegenheid is in de bouwnijverheid en het onderwijs, en iets minder in de industrie en het openbaar bestuur. De grootste bron van werkgelegenheid is in Noord, evenals in Apeldoorn als geheel, de detailhandel. Kleine bedrijvigheid (bedrijven met maximaal vijf arbeidsplaatsen) komt relatief gezien iets meer voor dan in Apeldoorn gemiddeld. Voorzieningenniveau De voorzieningen in Noord zijn geconcentreerd 0.7 , - - - - - in het wijkwinkelcentrum aan de Koninginnel0,6 110 aan en in het buurtwinkelcentrum aan het Mer0,5 0,4 catorplein (Kerschoten). De Koninginnelaan 0,3 100 heeft een functie voor heel Apeldoorn en loopt 0,2 dan ook goed. Actief beleid is wel vereist inza90 0,1 ke de parkeer- en verkeerssituatie. Het buurt0,0 80 1994 1995 1996 1997 1998 winkelcentrum in Kerschoten ondervindt nogal wat concurrentie van de Koninginnelaan en de gem. per _ Noord lDIaa/(gelndexeerd) -Apeldoorn -Noord Vlijtseweg (grote supermarkt), maar kan desL _ _~ _ _ ondanks met een actief beleid goed blijven functioneren, De buurte" binnen Noord worden redelijk goed ontsloten door het openbaar vervoer. Tot slot is in Kerschoten nog een goed functionerend buurthuis aanwezig. ontwikkeling aantal arbel_ds--,-pl_aa_tse_n_--,. 120
i'--I_ApeIdoorn
_=========::::!.......J
Economische Kracht Hoewel het opleidingsniveau in Noord gemiddeld iets hoger is dan in Apeldoorn als geheel, lijkt de economische kracht ongeveer gelijk. De verdeling van de inkomens is in Noord echter beduidend anders dan in Apeldoorn gemiddeld. Zo zijn er in Noord enerzijds relatief veel huishoudens die tot de laagste inkomenscategorie gerekend kunnen worden , maar ook relatief veel die tot de hoogste inkomenscategorie behoren. De middencategorieën zijn in Noord ondervertegenwoordigd. De huishoudens met een hoog inkomen wonen voornamelijk in de Parken (buurt met het op een na hoogste gemiddeld besteedbare inkomen van Apeldoorn) en in iets mindere mate in Het Loo. Huishoudens in Spainkbos en Loolaan-Noord hebben gemiddeld een besteedbaar inkomen dat met het gemiddelde van Apeldoorn vergelijkbaar is. Huishoudens in Kerschoten en Kerschoten-West moeten het met beduidend minder doen.
42
opleiding beroepsbevolking 100% T ~~~~
r----~
80%
huishoudinkomen
o universiteit _ HBO
25% , - -- - -- - -20%
_ __ _---,
i--;;;;Ir'-'îf---___-
_ HAVONWO
80%
I!JMBO 40%
10% ·1-11}',i~--.~;JJ -
_MULOIMAVO
_ LBO
20%
. basisschool 0%
Apeldoorn
Noord
26.770 /26.770/38.970
/38.970/52.160
/52 ,160- >/68.630 /68.630
r.:1_:-:-A-pe-:-:l d-oo-rn---::I!1::-::N:-oo-rd-:-l1
IV Duurzame stad Politiemeldingen en verkeersveiligheid Het aantal meldingen dat per 1.000 inwoners jaarlijks bij de politie binnenkomt van geluidshinder (met name in 1996), diefstal (met name in 1997) en verkeersongevallen, is in Noord relatief hoog. Het relatief hoge aantal inbraken (voornamelijk in Kerschoten , Parken en Loolaan-Noord) kan volgens sleutelpersonen worden verklaard uit de goede uitvalswegen in Noord. Het aantal meldingen van overlast of geweld is in Noord daarentegen relatief laag. Duidelijke trends gedurende de afgelopen jaren zijn er niet, er is alleen een lichte stijging te constateren in het aantal meldingen van overlast en verkeersongevallen. Ook uit de 'Notitie aanpak verblijfsgebieden' blijkt dat Noord één van de verkeersonveiliger wijken is. Met name in de subjectieve beoordeling, waarin de wijkraad en de gemeente een beoordeling gaven op basis van stratenpatroon, parkeren en sluipverkeer, valt Noord in negatieve zin op. Kerschoten en Parken werden als het meest onveilig aangemerkt, gevolgd door Spainkbos, Loolaan-Noord en Kerschoten-West. politiemeldingen 111Noord 1996 . Noord 1997
geluidshinder
. Noord 1998 1998
ove ~ ast
geweld diefstal uit woning verkeersongevallen
o
10
15 20 25 aantal meldingen per 1.000 inwoners
30
Leefbaarheid In de leefbaarheidsmonitor krijgt Noord de meest positieve totaalbeoordeling van de stedelijke gebieden. Behalve de totaalbeoordeling zijn ook alle afzonderlijke rapportcijfers voor de verschillende items boven het gemiddelde. Ditzelfde geldt wanneer de beoordelingen van Noord worden vergeleken met beoordelingen van dergelijke oude ruime wijken in andere steden in het land. Noord scoort gemiddeld bijna een heel punt hoger. Er is wel enig verschil in beoordeling tussen de buurten: de score varieert van een 7,25 voor Loolaan-Noord (nog altijd boven het gemiddelde van heel Apeldoorn) tot een 8,37 voor Het Loo . Op buurtniveau waren er benedengemiddelde beoordelingen voor de groen- en speelvoorzieningen in Spainkbos, Loolaan-Noord en Het Loo, voor ongewenste activiteiten in Loolaan-Noord en verkeersoverlast in Kerschoten-West en Loolaan-Noord . Dat er te weinig 43
11 Ongedeelde stad Mate van uitsortering Ruim een derde van de huishoudens in Noordoost bestaat uit twee volwassenen zonder kinderen. Het aandeel alleenstaanden is wat lager dan gemiddeld. Het percentage huishoudens met kinderen is vergelijkbaar met Apeldoorn als geheel. Daarbij valt wel op dat er relatief veel eenouder-gezinnen in Noordoost wonen. De leeftijdsopbouw is vergeleken met Apeldoorn als geheel, gemiddeld. Dit was een aantal jaren geleden anders. In 1982 was maar 7% van de bevolking ouder dan 65 jaar, inmiddels is dit aandeel verdubbeld. De prognose is dat het aandeel ouderen de komende jaren verder zal toenemen. Bij de jongeren was de ontwikkeling precies omgekeerd: in 1982 was 21% van de bevolking tussen 10 en 20 jaar, maar inmiddels is dit aandeel gehalveerd en zal waarschijnlijk nog verder afnemen. Tussen de buurten is er weinig verschil in leeftijdsopbouw. bevolking naar leeftijd
huishoudtype 40% , - - - - - - - - - - - - - - - ,
eS-piu.
30% -1-- - -
40-65~
20%
20-40~
10% Cl Noordoo.t 1982 .Noordoost 1990 • Noordoost 1998
10-20 0-10
!!...--4--+---I .Apeldoom 1998 0%
10%
20%
30%
0%
alleenslaand
2echtpaar l.ouder overige pel1lOnen +kind(eren)+kind(eren)
I _Apeldoom
40%
- Noordoost
I
In Noordoost wonen in vergelijking met het gemiddelde van Apeldoorn relatief veel nietNederlanders: 18%. Een kwart van deze groep (5% van de totale bevolking) is van Turkse afkomst. In de buurten Sprenkelaar, Anklaar en Sluisoord wonen weer meer nietNederlanders dan in de andere buurten in Noordoost. Daarbij valt vooral op dat bijna alle Turkse bewoners van Noordoost in deze drie buurten wonen . Wat de economische positie van de bevolking betreft, valt in Noordoost met name het aandeel mensen met een uitkering op. Relatief veel huishoudens zijn werkloos en hebben een uitkering. Het aandeellaagopgeleiden en huishoudens met een laag inkomen is vergelijkbaar met het gemiddelde van Apeldoorn. In de buurten Anklaar, Sprenkelaar en Sluisoord is het percentage werklozen onder de beroepsbevolking 9% of meer, terwijl de werkloosheid in Zevenhuizen maar 3% is. etniciteit niet-Nederlanders
economische positie
60% , - - - - - - - - - - - - - - - , 40%
% laag opgeleid
(basisschool) 20%
+-- - - -- - -
20% -1-'-- - - -
% hh in laag.tei>Ci;;::_ _I-+J.........--. % overige uitkering inkomenscat. (beroepsbevolking)
0% -j-J----_+_
Antil.! Surin.
46
Turks
Overige niet geïnd.
Overige gelnd. % werkloos (beroepsbevolking)
Kenmerken woningvoorraad Driekwart van de woningvoorraad in Noordoost is gebouwd tussen 1960 en 1980. In tegenstelling tot heel Apeldoorn behoort de meerderheid van de woningen in de wijk tot de categorie huurwoning. Bijna driekwart van deze huurwoningen is eigendom van de woningcorporaties. Hoewel in Noordoost de hoogbouwflats prominent aanwezig zijn door hun locatie langs de Laan van Zevenhuizen, bestaat toch de meerderheid (72%) van de woningvoorraad uit eengezinswoningen. Dit is maar iets lager dan het gemiddelde van Apeldoorn (78%). Uitgaand van de WOZ-waarde heeft Noordoost relatief veel goedkope koop- en huurwoningen. De woningen die verhuurd worden door de corporaties, zijn echter niet allemaal goedkoop. Voor deze woningen geldt dat 46% een huur heeft hoger dan f 775 (gemiddeld Apeldoorn 29%). De corporaties verkopen een deel van hun eengezinswoningen in Noordoost. Deze woningen hebben over het algemeen een hoge huur en zijn daardoor niet meer geschikt voor de huishoudens met een laag inkomen. De buurt Zevenhuizen heeft een duidelijk afwijkende woningvoorraad ten opzichte van de andere buurten van Noordoost. Een relatief groot aandeel van de woningen in deze buurt is gebouwd voor de oorlog (30%) of juist na 1980 (59%). In deze buurt staan veel koopwoningen (83%) en bijna alleen eengezinswoningen (94%). De hoogbouwflats staan vooral in de buurt Anklaar (44% van de woningvoorraad). Deze buurt is bijna geheel gebouwd in de jaren zestig. De overige meergezinswoningen staan vooral in de buurten Sprenkelaar en Sluisoord. kenmerken woningvoorraad
huurvoorraad naar prlJaklesae
% huurwoningen 80%
% goedkope huur (OOZ
% goedkope koop (\<\OZ
Stabiliteit In 1997 is 15% van de bevolking van Noordoost verhuisd. Dit is meer dan de voorgaande jaren en ook iets hoger dan het gemiddelde van Apeldoorn (13%). Het aandeel verhuizingen binnen de eigen buurt was in 1997 10% en daarmee vergelijkbaar met Apeldoorn gemiddeld. De gemiddelde woonduur van de bewoners is iets lager dan voor Apeldoorn gemiddeld geldt. Zowel het aantal verhuizingen als het aandeel verhuizingen binnen de buurt is de afgelopen jaren tamelijk stabiel. In de buurt Zevenhuizen is de gemiddelde woonduur wat hoger en er verhuizen minder mensen dan in de andere buurten. Als de bewoners uit deze buurt wel verhuizen, dan zoeken ze meestal een woning buiten de buurt, elders in Apeldoorn. De buurt Anklaar kent een hoge mobiliteit. In 1997 heeft bijna één op de vijf bewoners (19%) een andere woning betrokken . Relatief vaak gaat het dan om een woning in de eigen buurt (17% van de verhuizingen). Net als in Zevenhuizen wordt in de buurten Sluisoord en De Mheen relatief weinig verhuisd binnen de buurt. De mutatiegraad van de corporatiewoningen in Noordoost is relatief hoog met 11%. Dit wordt bijna geheel veroorzaakt door de hoge mutatiegraad van de flats: 14%. De eengezinswoningen in de wijk hebben juist een lage mutatiegraad (3%). Ditzelfde beeld is te zien bij de aanbiedingsgraad. Een flatwoning in Noordoost wordt gemiddeld twee keer aangeboden voordat deze verhuurd wordt, en een eengezinswoning maar 1,4 maal. Voor het verhuren van de specifiek voor jongeren bedoelde woningen moet nog meer moeite worden gedaan. 47
Sprenkelaar. Ondanks deze daling is in Sprenkelaar het aantal inbraken per 1.000 inwoners beduidend hoger dan in de andere buurten. Het aantal geregistreerde verkeersongevallen in Noordoost is in 1998 sterk gestegen, maar is nog altijd lager dan gemiddeld in Apeldoorn. Vooral in Zevenhuizen en De Mheen gebeuren veel verkeersongevallen. In Zevenhuizen is het aantal ongevallen in 1998 ook sterk gestegen. Uit de 'Notitie aanpak verblijfsgebieden' blijkt dat wat betreft ongevallen, klachtenbrieven over de verkeerssituatie en subjectief oordeel van gemeente en wijkraad, Noordoost een middenpositie inneemt. Leefbaarheid In de leefbaarheidsmonitor, waarin sleutelpersonen de diverse aspecten van leefbaarheid hebben beoordeeld, krijgt Noordoost gemiddeld het rapportcijfer 6,8. Dit is iets lager dan Apeldoorn gemiddeld: 7,1. Binnen Noordoost krijgt de buurt Zevenhuizen het hoogste cijfer (7,5) en Sluisoord het laagste cijfer (6,2). Voor de afzonderlijk categorieën krijgt Noordoost gemiddelde rapportcijfers, vergelijkbaar met Apeldoorn als geheel. Bereikbaarheid van voorzieningen en de kwaliteit van de woningen zijn de enige categorieën waar gemiddeld hoger dan een zeven wordt gegeven. Dit zijn ook de onderdelen die iets beter gewaardeerd worden dan in heel Apeldoorn gemiddeld. Alle andere onderdelen hebben een cijfer gekregen tussen 6 en 7. De buurt Sluisoord krijgt een wat slechtere waardering voor de sociale structuur en de bevolkingssamenstelling naar sociaal-economische en etnische achtergrond dan de andere buurten in Noordoost. Als Noordoost wordt vergeleken met vergelijkbare gemengde wijken elders in Nederland, dan blijkt Noordoost op bijna alle onderdelen beter of hetzelfde te scoren. Iets lager wordt er gescoord voor de categorie samenstelling van de bevolking. Het slechte imago van Noordoost wordt volgens de sleutelpersonen veroorzaakt door de uitstraling en de problemen van de 10-hoogflats. De problemen rond deze flats begonnen medio jaren tachtig. Drugsoverlast, criminaliteit en prostitutie kwamen rond de flats steeds vaker voor. Er werden verschillende maatregelen genomen om de problemen tegen te gaan, onder meer extra aandacht voor beheer en de inzet van huismeesters. Vanaf begin jaren negentig werd de situatie langzamerhand wat beter en inmiddels is de situatie acceptabel, maar nog wel labiel. De sleutelpersonen geven aan dat de situatie in en rond de flats nog steeds veel aandacht vraagt. De wijkteams en de corporaties overleggen minimaal elke zes weken. Recentelijk is door een van de corporaties het plan opgevat om camera's te plaatsen in liften en hal.
V Conclusies De wijk Noordoost (of Zevenhuizen zoals de wijk over het algemeen genoemd wordt) wordt geassocieerd met hoogbouw. Toch bestaat maar een deel van de wijk uit hoogbouwflats en wordt de meerderheid van de woningvoorraad gevormd door eengezinswoningen. Noordoost is grotendeels gebouwd in de jaren zestig en zeventig. De leeftijdsopbouw van Noordoost is vergelijkbaar met heel Apeldoorn; ook tussen de buurten zijn er weinig verschillen in leeftijdsopbouw. Er zijn wel verschillen tussen de buurten wat betreft het aandeel niet-Nederlanders, gemiddeld huishoudinkomen en werkloosheid. In de buurten Sprenkelaar, Anklaar en Sluisoord wonen relatief veel niet-Nederlanders in vergelijking met de andere buurten in Noordoost. Het gemiddeld besteedbaar inkomen van de bewoners in deze buurten ligt lager dan in andere b!Jurten en het aandeel werklozen is hoger. Dit zijn ook de buurten waar de meeste meergezinswoningen staan. Van alle meergezinswoningen in Noordoost staat 88% in deze drie buurten. In deze buurten bestaat ook meer dan de helft van de woningvoorraad uit huurwoningen. In de buurt Anklaar staan de meeste flats; dit is ook de buurt waar de meeste bewoners verhuizen. In 1997 heeft bijna één op de vijf bewoners (19%) een andere woning betrokken. Opvallend daarbij is dat veel bewoners in dezelfde buurt een nieuwe woning betrekken. Het is heel goed denkbaar dat bewoners doorstromen van een hoogbouwflat naar een eengezinswoning. Algemeen geldt voor de huurwonin50
gen in Noordoost dat de eengezinswoningen populairder zijn en een lagere mutatiegraad hebben dan de meergezinswoningen. De buurt Zevenhuizen heeft duidelijk een andere positie dan de rest van Noordoost. De woningvoorraad is of ouder (vooroorlogs) of juist nieuwer Uaren tachtig); er staan voornamelijk eengezinswoningen en het merendeel is eigendom van de bewoner. De huishoudens in Zevenhuizen hebben gemiddeld een hoger besteedbaar inkomen en verhuizen minder vaak dan de huishoudens die elders in Noordoost wonen. Er wonen relatief veel Nederlanders in deze buurt. Samenvattend: Noordoost heeft het imago van hoogbouwwijk, maar dit is slechts ten dele waar. De hoogbouw, specifiek de 10-hoogflats, blijft wel kwetsbaar. De situatie in de andere delen van de wijk is wel positief. De woningen zijn over het algemeen kwalitatief goed en er zijn vrij veel voorzieningen in de wijk.
51
11 Ongedeelde stad Mate van uitsortering Net als in veel andere nieuwbouwwijken wonen in Oost veel gezinnen met kinderen en weinig alleenstaanden. Dit is terug te zien in de leeftijdsopbouw. Jonge kinderen maken een relatief groot deel uit van de bewoners van Oost: 17% van de bevolking is jonger dan 10 jaar. Daarnaast is de groep 20-40 jaar groot. Ouderen zijn er weinig. Het aandeel bewoners van 65 jaar en ouder is de afgelopen jaren zelfs nog verder gedaald. Het aantal bewoners in Oost is de afgelopen jaren sterk toegenomen, maar het aantal ouderen groeide minder snel. De verwachting is dat het aandeel ouderen vanaf nu wel langzaam gaat stijgen, maar lager dan gemiddeld in Apeldoorn zal blijven. De verwachting is dat het aandeel kinderen (tot 14 jaar) nog tot 2006 zal toenemen (25%). In de buurt Welgelegen wonen in verhouding tot de rest van Oost, meer jongeren (10-20 jaar) en bewoners vanaf 40 jaar. In de buurten Steenkamp (Woudhuis) en Osseveld wonen nog meer kinderen dan elders in Oost; één op de vijf bewoners is jonger dan 10 jaar. Bijna de helft (46%) van de bewoners in de buurt Schoonlocht (Osseveld-Oost) heeft een leeftijd tussen 20 en 35 jaar (Apeldoorn gemiddeld 21%). bevolking nur leeftijd
hulshoudtype 40% ., - - - - - - -
20-40
.Oost 1882 .Oost 1980 .Oost 1998
10-20 0-10 '---4-
0%
20"4
- + - - - - 1 .Apeldoorn 1998
40"4
0%
alleen· staand
2·
echtpaar
1-ouder
overige
personen +klnd(eren) +klnd(eren)
60%
Er wonen relatief weinig niet-Nederlanders in Oost (11 %). Binnen de groep nietNederlanders zijn er weer relatief weinig Turken en relatief veel bewoners uit de geïndustrialiseerde landen (2,5% totale bevolking) . In de buurt Schoonlocht is het aandeel nietNederlanders vergelijkbaar met het gemiddelde van Apeldoorn. De economische positie van de bewoners van Oost wijkt sterk af van het gemiddelde van Apeldoorn. Er zijn maar weinig mensen die niet meer opleiding dan basisschool hebben genoten, weinig mensen met een uitkering en relatief weinig mensen die tot de laagste inkomenscategorie behoren. etniciteit niet-Nederlanders
economische positie
8O%r-----------------------~
% laag opgeleid (ballnchool)
20"/.
40"4 ·1- - - - - - 20"4
15%
-1-- - - - - -
% hh in ~"" . .,........~!óii-f-~~ % overige uitkering Inkomen.cal. (beroepebeVoiking)
0%
AntiIJ Surin. .ApeIdoorn
54
TIUks
• Oost
I
Overige niet gelnd•
Overige gelnd. %werldool (beroepsbevolking)
1=:'1doorn1
Kenmerken woningvoorraad De belangrijkste kenmerken van de woningvoorraad in Oost zijn : recent gebouwde laagbouwen koopwoningen. 82% van de woningen is na 1980 gebouwd en 69% zelfs na 1990. In de wijk staan maar weinig huurwoningen (26%) en er staan bijna alleen eengezinswoningen in de wijk (98%). Bij de huurwoningen in Oost is het aandeel seniorenwoningen relatief hoog (34%) en zijn er relatief weinig woningen met een huur lager dan f 775. De bouwperiode van de woningen in buurt Welgelegen wijkt af van het gemiddelde in Oost. In deze buurt, die aan het centrum grenst, is een derde van de woningvoorraad vooroorlogs en de helft gebouwd in de jaren tachtig . In de buurten Osseveld, Schoonlocht en Steenkamp is tussen de 82% en 90% van de woningen gebouwd in de jaren negentig. kenmerken woningvoorraad
huurvoorraad naar prlJ.klane
% huulWoningen 45% .
% goedkope hUUf~~_IHI-_~---<
(\\OZ<Jl00.000)-
%
meergezins
I=~I % goedkope koop
(\\OZ
Stabiliteit De woonduur van de hoofdbewoners in Oost is korter dan in Apeldoorn gemiddeld, wat niet verwonderlijk is gezien de recente bouwperiode van de woningen. In Oost zijn de afgelopen jaren veel nieuwe mensen komen wonen en relatief weinig mensen uit de wijk vertrokken . De meeste van deze bewoners (80%) waren al woonachtig in Apeldoorn . Ondanks de recent gebouwde woningvoorraad is toch nog 8% van de verhuizingen binnen de eigen buurt (Apeldoorn gemiddeld 10%). Dit geldt met name voor de buurt Steenkamp (Woudhuis). In de buurt Welgelegen wordt bijna niet binnen de eigen buurt verhuisd (3%). Naar deze laatste buurt verhuizen relatief veel bewoners van buiten Apeldoorn . marktpositie woningen
% verhuizende bewonera en % verhuizingen binnen de buurt
1~.--------------.
14%
12% 10%
8"/0
-'\
6%
r= /
"'-.
I"-
verhuisd
-
Oost.
verhuisd
- -Apeldoorn. binnen de buurt
4%
- -Oost
2"/. 0%
_Apeldoorn.
4-
-+-
-+-
4-
1993 1994 1995 1996 1997
binnen de buurt
120 100 80 80
i- - - - - - - - - - - -
~
20
o muta!ieg'aad aanbiedingsgraad
dagen
woonbonnen
ver1
,r::.:-::ApeId---:-::-oor - n-'. =Oo::---Cst"l
De mutatiegraad van de huurwoningen van de corporatie is 9%. De hoogte van de mutatiegraad wordt vooral veroorzaakt door de hoge mutatiegraad van de jongerenhuisvesting. De eengezinswoningen hebben, voor dit type woning, ook een relatief hoge mutatiegraad: 7%. De mutatiegraad van de seniorenwoningen is laag. De gemiddelde verkooptijd van de bestaande woningen door de jaren heen is stabiel en vergelijkbaar met het gemiddelde van Apeldoorn. De sleutelpersonen gaven aan dat de verkoop van de nieuwbouwwoningen erg goed liep. Er zijn de afgelopen periode maar weinig woningen uit Oost in de woningkrant 55
heid. Dit heeft, volgens de sleutelpersonen, tot gevolg dat er weinig ruimte voor de oudere jeugd is. De bewoners verwachten dat de problemen met rondhangende jongeren in de toekomst zullen toenemen. De ontsluiting van de nieuwe buurten Steen kamp en Schoonlocht laat, volgens de sleutelpersonen, te wensen over. In de spitsuren willen veel auto's de wijk uit of in en ontstaan er opstoppingen.
V Conclusies Oost is wat bevolkingsopbouw betreft een van de eenzijdigste wijken van Apeldoorn. De bewoners vertonen veel onderlinge overeenkomst wat betreft huishoud samenstelling, leeftijd, opleiding en inkomen. Dit is niet verwonderlijk gezien de eenzijdig samengestelde woningvoorraad. De woningvoorraad van Oost bestaat uit bijna alleen maar eengezinswoningen, waarvan het merendeel recent is gebouwd. Het is dus niet verwonderlijk dat er veel gezinnen met kinderen in Oost wonen. Gezien de leeftijdsopbouw van de bewoners is het waarschijnlijk dat ook een deel van de tweepersoonshuishoudens in de (nabije) toekomst kinderen zal krijgen. Het merendeel van de woningvoorraad bestaat uit koopwoningen in de middeldure en dure categorie. De relatief hoge inkomens van de huishoudens is hierdoor te verklaren. De buurt Welgelegen wijkt iets af van de andere buurten, zowel qua woningvoorraad als qua bevolking. De woningen zijn iets ouder en dat geldt ook voor de bevolking. Het aandeel kleine kinderen is kleiner dan in de andere buurten en het aandeel jongeren weer wat groter. De overlast van rondhangende jongeren is in deze buurt ook het grootst. De huishoudens in Welgelegen zullen over het algemeen een aantal jaren eerder in de wijk zijn komen wonen dan in de recent opgeleverde buurten. Oost is een echte woonbuurt. Behalve de werkgelegenheid voortkomend uit de instelling Groot Schuylenburg, is er weinig werkgelegenheid in de wijk. Uit de gesprekken met de sleutelpersonen en de leefbaarheidsmonitor komt een positief beeld naar voren over de leefbaarheid in de wijk. Men is tevreden over sociaal-economische en etnische samenstelling van de bevolking en over de sociale structuur. Er is weinig criminaliteit en overlast en men voelt zich over het algemeen veilig in de wijk. Groot minpunt is het nog ontbreken van voldoende voorzieningen in de wijk. Dit geldt met name voor de nieuwe buurten aan de andere kant van de ringweg: Steenkamp (Woudhuis) en Schoonlocht (Osseveld-Oost). Daarbij worden zowel winkels, speelvoorzieningen voor jonge kinderen als ruimte voor oudere jeugd genoemd. Dit laatste zal vooral over een aantal jaren belangrijk worden, als het aantal jongeren is toegenomen. Verkeersoverlast en verkeersveiligheid wordt ook genoemd als een knelpunt, maar hier zijn ook positievere meningen over.
58
10 LANDELIJK GEBIED I Algemeen Oppervlakte Woningen Woningen/ha Bewoners Personen/ha Huishoudens
288 km 2 6.200 0,2 19.500 0,7 5.923
De definitie van het Landelijk gebied is eenvoudig: dat deel van Apeldoorn dat niet tot het stedelijk gebied behoort. In praktijk bestaat het Landelijk gebied uit verschillende componenten, waaronder dorpen, bosgebieden, recreatiegebieden , verspreid liggende huizen en boerderijen met bijbehorende landbouwgronden. Het Landelijk gebied beslaat 84% van het grondgebied van de gemeente Apeldoorn, terwijl er maar 13% van de bevolking woont. In het structuurplan Landelijk gebied worden de volgende zones onderscheiden : IJsselvallei, Stuwwalrand, StuwwalNeiuwe en de agrarische enclave Uddel/Meerveld. De IJsselvallei is het gebied oostelijk van het Apeldoorns kanaal. De zone wordt gekarakteriseerd als een gebied met een grootschalig landschap, dat wordt doorsneden door grote infrastructurele werken . De hoofdfunctie van het gebied is landbouw. In dit gebied liggen het dorp Klarenbeek en de buurtschappen Wenum en Beemte. De zone Stuwwalrand ligt westelijk van het Apeldoorns kanaal en oostelijk van het Centraal Veluws Natuurgebied (CVN) . In dit gebied is er sprake van een combinatie van natuur, landbouw, recreatie en wonen. De dorpen Beekbergen, Loenen, Lieren en het buurtschap Oosterhuizen zijn in deze zone gelegen . De zone StuwwalNeiuwe ligt ten westen hiervan en is onderdeel van het nationaal kerngebied Veluwe . Het gebied wordt gekenmerkt door uitgestrekte bossen en heidevelden. De dorpen in dit gebied zijn Hoog Soeren en Hoenderloo. De àgrarische enclave Uddel/Meerveld ligt in het CVN en wordt gekarakteriseerd als een landschappelijk kleinschalig gebied. De open ruimten , waar wordt gewoond en gewerkt (landbouw) , zijn omringd door bossen en heidevelden. Het dorp in dit gebied is Uddel.
59
11 Ongedeelde stad Mate van uitsortering Er wonen relatief weinig alleenstaanden in het Landelijk gebied en relatief veel huishoudens met kinderen. De leeftijdsopbouw van de bevolking van het Landelijk gebied wijkt weinig af van de leeftijdsopbouw van heel Apeldoorn . De afgelopen jaren is vooral het aandeel jongeren van 10-20 jaar sterk gedaald. Het aandeel ouderen (vanaf 65 jaar) is de afgelopen jaren gestegen en zal naar verwachting ook in de toekomst verder toenemen. De prognose is dat het aandeel 65-plussers geleidelijk zal toenemen van 14,8% in 1998, tot 21,4% in 2020. Tussen de gebieden zijn er wel verschillen. Uddel heeft een jonge bevolking, 19% van de bewoners van dit dorp is jonger dan 10 jaar en ook nog eens 19% valt in de leeftijdscategorie 10-20 jaar. In Uddel wonen veel grote gezinnen. Bijna de helft van alle gezinnen heeft drie of meer kinderen (Apeldoorn 18%). Ook in de omgeving van Uddel, in het agrarisch gebied rond het dorp, wonen erg veel kinderen. In het bosgebied Beekbergen-Zuid bestaat een groot deel van de bevolking uit bewoners van diverse instellingen. De bevolkingssamenstelling van dit gebied is daardoor afwijkend van de rest van het Landelijk gebied. In Hoenderloo valt het grote aandeel jongeren op. In dit dorp is dan ook een jeugdinternaat gevestigd. bevolking naar leeftijd
huishoudly pe 40% . , - - - - - - - - - - - - - - . . . . . . ,
65-plus
30"10 . j -- -__ 40-65 20%
20-40 10%
10-20 alleenstaand
0-10 0%
10%
20%
30%
40%
2echtpaar l-ouder overige personen +kind(eren)+kind(eren)
_Apeldoorn
OUlOd.geb.
I
In het Landelijk gebied wonen bijna alleen maar Nederlanders. Nog geen 6% van de bevolking behoort tot de categorie niet-Nederlanders. Bij deze groep niet-Nederlanders valt op dat er bijna geen Turken in het Landelijk gebied wonen. Bij de economische positie valt vooral op dat er weinig mensen zijn met een uitkering. Daarnaast zijn er relatief veel mensen met een lage opleiding: 18% van de bewoners van het Landelijk gebied heeft als hoogst voltooide opleiding basisschool. In het bosgebied Beekbergen-Zuid en het agrarisch gebied Wiesel ligt het percentage werklozen en het aandeel personen met een uitkering iets hoger dan gemiddeld in het Landelijk gebied. Dit zal waarschijnlijk samenhangen met de instellingen in deze gebieden. Tussen de overige buurten is er weinig verschil. etniciteit niet-Nederlanders
economische positie
80% , . - - - - - - - - - - - - - - , 60%
+ - - - -- - - - - r , . .- - - - j
40%
+ - - - - - - - - - 1. : '11- - - - 1
20%
+-- - - - ==----1• .
% laag opgeleid
(~~~,!"chool) 1
AntiiJ Surin. I_Apeldoorn
60
Tur1<s
IJ Land.geb.1
Overige niet geind.
% hh in laagste~:s::~ttt-_ _ _ % overige uitkering inkomenscat. (beroepsbevolking) Overige geind.
I-Apeldoorn I - - Land.geb.
% werkloos (beroepsbevolking)
Kenmerken woningvoorraad De woningvoorraad in het Landelijk gebied wijkt sterk af van het gemiddelde in Apeldoorn . Er zijn in het Landelijk gebied meer oudere woningen, meer koopwoningen, meer eengezinswoningen en de woningen zijn over het algemeen duurder. De woningvoorraad in het Landelijk gebied is heel gevarieerd wat betreft bouwperiode. De woningvoorraad in de dorpen is meestal naoorlogs, terwijl de verspreid gelegen woningen/boerderijen voor het grootste deel voor de oorlog zijn gebouwd. In Beekbergen en Uddel is minimaal de helft van de woningvoorraad na 1970 gebouwd. In Loenen is veel gebouwd in de jaren vijftig en zestig . Vooral in Klarenbeek en Uddel zijn de afgelopen jaren relatief veel woningen gebouwd. Bijna alle woningen in het Landelijk gebied zijn eengezinswoningen, alleen in Beekbergen en Loenen is een klein aandeel meergezinswoningen te vinden. Driekwart van alle woningen in het Landelijk gebied wordt bewoond door de eigenaar. De huurwoningen staan vooral in de vier grootste dorpen. Van de 1446 huurwoningen in het gebied wordt 71 % verhuurd door een woningcorporatie. Deze woningen staan vooral in de dorpen Loenen, Beekbergen en Uddel. Relatief veel van deze huurwoningen vallen in de prijscategorie 1 775-1 850. Er worden bijna geen woningen met een huur hoger dan 1 850 verhuurd. kenmerken wonlngvoorread
huurvoorraad naar priJsklas..
% huurwoningen 45%
% goedkope huur~ . -+-~~-r-"'" % ",",gezin. (WOZ
% goedkope koop (WOZ
Stabiliteit De gemiddelde woonduur van de hoofdbewoners in het Landelijk gebied is hoog. In Klarenbeek is de woonduur ongeveer gelijk aan het gemiddelde van Apeldoorn, maar hier zijn de laatste jaren dan ook veel nieuwe woningen gekomen. In het bosgebied Beekbergen-Zuid ligt de gemiddelde woonduur van de bewoners duidelijk lager dan het gemiddelde van Apeldoorn als geheel. Dit zal waarschijnlijk worden beïnvloed doordat in dit gebied veel instellingen zijn gehuisvest. Het aantal verhuizingen in het Landelijk gebied ligt wat lager dan gemiddeld in Apeldoorn. Als bewoners verhuizen, blijven ze relatief vaak in het eigen dorp wonen . Opvallend daarbij is dat het aandeel verhuizingen binnen de eigen buurt in 1997 een heel stuk lager was dan de jaren ervoor. Maar nog steeds is dit hoger dan gemiddeld in Apeldoorn. 'Yt v.rhulz.nd. b.won.rs en 'Yt v.rhulzlng.n blnn.n d. buurt 25% 20% 15% 10% 5% 0%
1
' .
1893 1884 1985 1888 1887
_Apeldoorn, verhuisd E::::ILand.geb, verhuisd --Apeldoorn, binnen de buurt - - Land.geb, binnen de buurt
msrktposltl. woningen 180,--------------, 140 +-- - - - ----f"::::1- - -- j 120 +-- - - - -- ---1 100 80 80 40 20
o mutallegraad aanbledlng.graad
dagen verkooptijd
woonbonnen
r::1·:-;A-:pe-.-:ld-:oo..... rn-:"'~L;-a-nd:-.g-:-:eb-,·1
61
In de dorpen Uddel en Loenen verhuizen relatief weinig bewoners. In Uddel is een groot deel van de verhuizingen binnen het dorp. Van de 'nieuwe' bewoners die in 1997 in Uddel kwamen wonen, was 30% afkomstig uit Uddel zelf en 48% uit een gemeente buiten Apeldoorn. Maar weinig nieuwe bewoners waren afkomstig uit de rest van Apeldoorn. De sleutelpersonen gaven ook aan dat Uddel een hechte gemeenschap vormt, waarbij het geloof een belangrijke rol speelt. De dorpsgebondenheid is in dit dorp het sterkst. Voor buitenstaanders is het dorp meestal niet zo aantrekkelijk. De bewoners uit Hoenderloo verhuizen heel weinig naar een woning elders in Apeldoorn en omgekeerd verhuizen ook heel weinig Apeldoorners naar Hoenderloo. Bij de woningen die in het Landelijk gebied verkocht werden, was de verkooptijd gemiddeld langer dan in de rest van Apeldoorn. Bij de huurwoningen van de corporatie ligt de mutatiegraad laag. Op de woningen die vrijkomen en worden aangeboden in de woningkrant, komen gemiddeld 15 reacties (Apeldoorn gemiddeld 31). Dit lijkt erg laag, maar om in aanmerking te komen voor een huurwoning in een van de dorpen moet de toekomstige huurder een zogenaamde dorpsbinding hebben. In praktijk komt maar een beperkt aantal mensen voor een leeggekomen woning in aanmerking . Deze kandidaten hebben gemiddeld wel veel meer punten dan de kandidaten voor de woningen elders in Apeldoorn. Ook uit de gesprekken met de sleutelpersonen bleek dat de huurwoningen in de dorpen erg populair zijn en dat er lange wachttijden voor zijn .
111 Vitale Stad Werkgelegenheid De meeste werkgelegenheid in het Landelijke gebied zit in de sectoren gezondheids- en welzijnszorg , industrie, openbaar bestuur en overheidsdiensten, en landbouw. In het bosgebied Meerveld zit een concentratie van werkgelegenheid in de sector openbaar bestuur en overheidsdiensten, en in Beekbergen in de gezondheidszorg- en welzijnszorg. Detailhandel en horeca behoren tot de middencategorie wat betreft werkgelegenheid, maar zijn wel gespreid over bijna het hele Landelijke gebied. Deze sectoren zullen het vooral moeten hebben van de grote aantallen verblijfs- en dagtoeristen die in de zomer het gebied bezoeken. In het Landelijk gebied zijn relatief veel kleine bedrijfjes (5 5 arbeidsplaatsen), grotendeels gericht op de detailhandel en zakelijke dienstverlening. Voorzieningenniveau Winkels zijn vooral gevestigd in de grotere dorpen. Dit zijn vooral winkels voor de eerste le0.5 110 vensbehoeften. Volgens de sleutelpersonen 10~_~;::::: l ~ 0,4 ~ 100 pen de voorzieningen in de meeste dorpen te0,3 1rug. Behalve afname van het aantal winkels 0,2 .. .. 90 wordt ook een terugloop van het openbaar ver0,1 voer, scholen en sportvoorzieningen genoemd. 0,0 80 Net als op de andere onderdelen zijn er per 1994 1995 1996 1997 1998 gem. perinwoner l _Ape1doorn c::::::JLand.geb. dorp weer verschillen . Door de sleutelpersonen totaal (geTndexeerd) Apeldoorn Land.geb worden de volgende onderdelen genoemd. In Hoenderloo is nog een aardige supermarktvoorziening; deze kan vooral bestaan doordat veel toeristen het dorp bezoeken en gebruikmaken van de supermarkt. In Uddel zijn alleen voorzieningen voor de dagelijkse behoeften. In Hoog-Soeren is er nauwelijks openbaar vervoer en er zijn geen winkels, maar er komt wel een SRV-wagen. Het voorzieningenniveau in Loenen neemt af. Veel voorzieningen vloeien weg naar Beekbergen of Eerbeek. Recentelijk is de bibliotheek in Loenen gesloten. In Klarenbeek zijn wel wat winkels voor dagelijkse levensbehoeften, maar er zijn te weinig voorzieningen voor ouderen . In de dorpen Wenum en Beemte zijn geen winkels of scholen. ontwikkeling aantal arbeidsplaatsen
0,6
120
I
62
Economische Kracht Meer dan een kwart van de huishouden valt in de hoogste inkomenscategorie. Het gemiddelde huishoudinkomen is in de meeste gebieden hoger dan in Apeldoorn als geheel. Uitzondering is het bosgebied Beekbergen-Zuid, waar de huishoudens in 1996 een gemiddeld inkomen hadden van 1 38.900 (Apeldoorn 1 47.150). Waarschijnlijk wordt dit gegeven beïnvloed door de bewoners van de instellingen in dit gebied. Uitschieters naar boven zijn vooral te vinden in de overige gebieden rond Beekbergen (± 1 69.700), het agrarisch gebied Uddel (f 78.850) en het dorp Hoog-Soeren (1 70.800). Door de sleutelpersonen werd aangegeven dat relatief veel instroom in het gebied bestaat uit huishoudens met hoge inkomens. Bij de opleiding van de beroepsbevolking valt op dat een groot aandeel hiervan basisschool of LBO als hoogst voltooide opleiding heeft en maar weinig mensen HBO. opleiding beroepsbevolking
huishoudinkomen 30%
100%
Ounlveraitelt
80%
I!IHBO _HAVONWO
80%
flMBO
40%
_MULOIMAVO .LBO
20%
I!I basiaschool 0%
Apeldoorn
Land. gebied
25% 20%
-
..
-
1-
~I-
10%
-
1-
-
c--
5%
-
r-
I-
-
15%
,-
0% 26.770 /26.770· /38.970
/38.970· /52.180
/52.160- >/88.630 /68.630
I_Apeldoorn Oland.geb· 1
IV Duurzame stad Verkeersveiligheid Gemeten naar het aantal ongevallen per kilometer weglengte is de verkeersveiligheid in het Landelijk gebied als geheel beter dan in de rest van Apeldoorn. Deze relatief gunstige cijfers nemen echter niet weg dat er lokaal flinke overlast wordt ondervonden van de verkeersdruk. In de 'Notitie aanpak verblijfsgebieden' komt naar voren dat er relatief veel ongevallen gebeuren in Beemte, Uddel, Beekbergen en Loenen en relatief weinig in Wenum. Door de sleutelpersonen werd aangegeven dat met name in de dorpen waar de doorgaande weg dwars door het dorp loopt (bijvoorbeeld in Loenen en in Beekbergen), het vele (vracht)verkeer voor gevaarlijke situaties kan zorgen . De sleutelpersonen hebben de indruk dat het aantal (bijna-)ongelukken toeneemt. Leefbaarheid In de recent gehouden leefbaarheidsmonitor krijgt het Landelijk gebied een erg goede beoordeling. Met een 8,4 als totaalcijfer voor leefbaarheid scoort het Landelijk gebied duidelijk beter dan de rest van Apeldoorn (Apeldoorn gemiddeld 7,1). De positieve beoordeling van de leefbaarheid wordt ook bevestigd door de sleutelpersonen. Kenmerkend daarvoor is ook de actieve bijdrage van de dorpsraden aan diverse projecten. De sleutelpersonen benadrukken de sterke sociale structuur in de dorpen. Dit blijkt ook uit de leefbaarheidsmonitor. Vooral in Uddel komt dit sterk naar voren : in de leefbaarheidsmonitor worden hoge cijfers gegeven voor sociale structuur, etnische samenstelling en sociaaleconomische samenstelling van de bevolking. Wel wordt door de sleutelpersonen aangegeven dat het restrictieve bouwbeleid en de hoge huizenprijzen het moeilijk maken voor de jongeren om in het dorp een eigen woning te vinden. Dit wordt door sommige bewoners gezien als een bedreiging voor de sociale structuur. Door de sleutelpersonen wordt de bosrijke woonomgeving als belangrijke aantrekkingskracht genoemd voor de instroom van huishoudens met hoge inkomens uit het Westen. Dit is goed te zien in een dorp als Hoog-Soeren. 63
Het Landelijk gebied heeft dus vele positieve punten, maar er zijn ook enkele minder positieve onderdelen. Met name bij de bereikbaarheid van voorzieningen is het rapportcijfer in de leefbaarheidsmonitor lager dan gemiddeld. Dit geldt echter niet voor alle dorpen. Het voorzieningenniveau in Klarenbeek, Uddel en Beekbergen wordt gemiddeld of bovengemiddeld gewaardeerd. Het zijn met name de dorpen Hoog-Soeren, Beemte, Wenum en in iets mindere mate Lieren, die een slechte score krijgen. In deze dorpen zijn dan ook geen of bijna geen winkels. Ook bij de categorie verkeersoverlast is de score van het Landelijk gebied niet zo hoog als in de andere categorieên. Verkeersoverlast wordt ook genoemd door de sleutelpersonen. De huidige infrastructuur is volgens de sleutelpersonen niet berekend op het toenemende verkeer, waarbij de problemen zich vooral voordoen in de zomer als de toeristen toestromen. Uit de gesprekken met de sleutelpersonen komen bij een aantal dorpen specifieke leefbaarheidsproblemen naar voren. In Uddel geeft de bio-industrie volgens de sleutelpersonen soms overlast in de vorm van stank, herrie en stof. Dit komt niet terug in een slecht rapportcijfer bij de leefbaarheidsmonitor. Een van de sleutelpersonen merkte daarover op dat vooral de bewoners die afkomstig zijn uit het Westen, eerder last ondervinden of klagen over dit soort activiteiten. Hoenderloo is een aantrekkelijk dorp, ook voor toeristen. Als keerzijde van het toerisme in Hoenderloo wordt de weekenddrukte in de zomer genoemd als mogelijke bron van overlast. Lieren zelf is niet echt toeristisch, maar dat geldt wel voor de stoomtrein die door het dorp rijdt. De stoomspoorlijn Apeldoorn-Dieren zorgt voor rook- en roetoverlast. Beekbergen is meer stedelijk dan de andere dorpen. De overlast in dit dorp komt dan ook niet door toerisme of agrarische industrie, maar door rondhangende jongeren en het verkeer. Loenen en Beekbergen liggen dicht bij de A 1 en A50; naast enige geluidsoverlast worden de snelwegen door de sleutelpersonen ook genoemd als een oorzaak voor de relatief hoge inbraakcijfers in deze dorpen. In de gebieden waar de huizen wat verder van elkaar liggen, is ook meer sprake van inbraak.
V Conclusies Algemeen wordt het Landelijk gebied ervaren als een prettige woonomgeving . Er is een sterke sociale structuur. De populariteit is over het algemeen groot, zowel bij de eigen dorpsbewoners als bij buitenstaanders die op zoek gaan naar wonen in een landelijke omgeving. Wel wordt aangegeven dat het restrictieve bouwbeleid en de hoge huizenprijzen het moeilijk maken voor de jongeren om in het dorp een eigen woning te vinden. Er wonen, vergeleken met Apeldoorn, minder alleenstaanden en meer gezinnen met kinderen. In het Landelijk gebied is het aandeel ouderen hoger dan gemiddeld in Apeldoorn. Het gemiddeld huishoudinkomen is bijna overal in het Landelijk gebied hoger dan in Apeldoorn als geheel. Dit zal waarschijnlijk worden beïnvloed door het kleine aantal alleenstaanden in het gebied, zodat er vaak meerdere inkomens per huishouden zijn. De woningvoorraad wijkt heel sterk af van de rest van Apeldoorn: bijna alleen eengezinswoningen, heel veel koopwoningen en over het algemeen duurdere woningen. Het grootste nadeel, voor een deel van de dorpen, is het beperkte aanbod van voorzieningen. Daarnaast is er op sommige plaatsen in het gebied sprake van verkeersoverlast. Algemeen wordt het Landelijk gebied ervaren als een prettige woonomgeving. Door een van de sleutelpersonen werd het Landelijk gebied kernachtig omschreven: "Goede omgeving als je gezond bent en een auto hebt".
64
11
VERGELIJKING VAN DE WIJKEN In de voorgaande hoofdstukken zijn alle wijken afzonderlijk beschreven en steeds vergeleken met het gemiddelde van Apeldoorn. Om te weten waar Apeldoorn de komende jaren extra aandacht aan moet schenken en beschikbare middelen voor moet inzetten, is het juist ook interessant om de wijken ten opzichte van elkaar te positioneren. Hiertoe zijn de statistische gegevens die in de voorgaande hoofdstukken per wijk gepresenteerd zijn, eenvoudig op een rij te zetten. Directe conclusies kunnen daaruit echter nog niet afgeleid worden. Enerzijds omdat vele aspecten met elkaar samenhangen en in die samenhang bekeken moeten worden, anderzijds omdat de aspecten ook grotendeels samenhangen met kenmerken van de wijken die niet direct door de getoonde gegevens worden weergegeven, zoals ligging, bouwperiode en wijktypologie. Bovendien geven de getoonde gegevens voornamelijk de huidige situatie weer, terwijl juist ook de toekomst van belang is. Het toekomstperspectief dient dan ook betrokken te worden bij de interpretatie van de gegevens en het trekken van conclusies. Rekening houdend met bovenstaande punten is ervoor gekozen de vergelijking van de wijken en daarmee de positionering van de wijken ten opzichte van elkaar in drie stappen te laten verlopen. Allereerst zijn voor de meest relevante gegevens de wijken op een rij gezet door middel van staafdiagrammen. In deze figuren is steeds het gemiddelde van Apeldoorn aangegeven (weergegeven door een blauwe lijn), zodat duidelijk wordt in hoeverre de diverse wijken hiervan afwijken. De wijken die het sterkst bovengemiddelde scoren worden in de figuren weergegeven door een groen staafje en de wijken die het sterkst benedengemiddelde scoren door een rood staafje. Hierbij moet worden opgemerkt dat het gemiddelde van Apeldoorn niet als een norm gezien moet worden waarnaar gestreefd zou moeten worden. Het gemiddelde is in dit geval niet meer dan een cijfer waarmee zaken vergeleken kunnen worden. Diverse geanalyseerde gegevens worden op deze wijze boven elkaar gepresenteerd, waardoor al snel duidelijk wordt welke wijken veelal bovengemiddeld of veelal benedengemiddeld scoren. Per thema, Ongedeelde stad, Vitale stad en Duurzame stad, wordt bekeken in hoeverre de afzonderlijke gegevens een relatie vertonen en of de verschillende gegevens per thema per wijk in dezelfde richting wijzen, op basis waarvan een uitspraak gedaan kan worden. Ook hier wordt, als gevolg van de beschikbaarheid van de gegevens, net als in de beschrijving van de wijken, de meeste aandacht geschonken aan het thema Ongedeelde stad. Het is kenmerkend voor de thema's Vitale stad en Duurzame stad, dat het ingewikkeld is om hier gegevens over te vinden . Na de analyse per thema worden alle gegevens in een tabel bij elkaar gebracht. Vervolgens wordt gekeken in hoeverre er wijken zijn die over het algemeen juist in positieve zin afwijken van het gemiddelde van Apeldoorn, in hoeverre er wijken zijn die juist in negatieve zin afwijken van het gemiddelde en of er ook wijken zijn die gemiddeld zijn of die zeer wisselend afwijken (dan weer positief dan weer negatief) van het algemene beeld van Apeldoorn. Om te kunnen beoordelen of een afwijkend beeld 'goed' of 'slecht' is, is het noodzakelijk om de geschetste uitkomsten in relatie te zien met de typologie, ofwel het woonmilieu van de wijken, dat veelal samenhangt met de ligging en de bouwperiode van de wijk. Is een wijk een naoorlogse uitbreidingswijk, een recente nieuwbouwwijk of vervult de wijk een geheel eigen functie binnen de stad. Bepaalde uitkomsten die bijvoorbeeld op het eerste gezicht negatief lijken, zoals veeloverlastmeldingen, kunnen inherent zijn aan een bepaald gebied, zoals bijvoorbeeld het stedelijk centrumgebied, en hoeven dus niet per definitie als alarmerend aan65
geduid te worden. Bovendien zal de populariteit van diverse woonmilieus in de toekomst verschillend zijn, waardoor ook het toekomstperspectief van de wijken verschillend is. Uiteindelijk wordt aan de hand van de uitkomsten van de quick scan, in relatie tot de woonmilieus, een oordeel gegeven over de huidige positie van de wijk en de verwachtingen voor de toekomst. Op basis daarvan kan vervolgens aangegeven worden aan welke wijken en buurten in eerste instantie extra aandacht zal moeten worden besteed.
66
Wijkvergelijking naar thema Ongedeelde stad Uit de hiernaast getoonde figuren blijkt dat er een samenhang is tussen inkomen, werkloosheid, het percentage nietNederlanders en de samenstelling van de woningvoorraad . Zo worden de wijken Zuidwest, Oost en het Landelijk gebied, behalve door een hoog inkomen, ook gekenmerkt door een laag werkloosheidspercentage en een laag percentage niet-Nederlanders. Ook de woningvoorraad vertoont overeenkomsten: relatief hoge percentages koopwoningen en eengezinswoningen. In deze wijken blijken er jaarlijks relatief weinig mensen te verhuizen. De samenhang met de vraagdruk naar de woningen, afgemeten aan woonbonnen en verkooptijd, is minder eenduidig. Oost lijkt zeer populair door het vele aantal woonbonnen dat per aangeboden woning wordt ingestuurd. De vraagdruk in Zuidwest kan gemiddeld genoemd worden. De vraagdruk in het Landelijk gebied lijkt laag, maar de cijfers zijn vertekend door de relatief hoge prijzen van koopwoningen en de aparte criteria voor de toewijzing van woningen in het Landelijk gebied. Een dergelijke samenhang, maar dan in omgekeerde zin, is er ook in de wijken Centrum, Zuid en Noordoost. Deze wijken met een benedengemiddeld inkomen, kennen bovengemiddelde percentages werkloosheid en niet-Nederlanders, en de woningvoorraad wordt gekenmerkt door relatief veel huurwoningen (geldt niet voor het Centrum) en meergezinswoningen. In deze wijken vinden jaarlijks juist relatief veel verhuizingen plaats. De vraagdruk loopt ook in deze wijken uiteen. In Zuid lijkt de vraagdruk vrij hoog, minder is dit in de wijken Noordoost en Centrum. De overige drie wijken, West, Zuidoost en Noord lijken de meer gemiddelde wijken. Het huishoudinkomen ligt in deze drie wijken net iets boven het gemiddelde van Apeldoorn. Op de overige items scoren de wijken afwisselend boven, dan wel onder het gemiddelde van Apeldoorn, waarbij de afwijkingen minder groot zijn dan bij de
huishoudinkomen (*1.000)
c
w
zw
Z
ZO
N
NO
0
LG
werkloosheid
c
w
zw
Z
ZO
N
NO
0
LG
zo
N
NO
0
LG
% niet-nederlanders
c
w
zw
Z
% huurwoningen
~Inn, o , I, 1,0,1,1, .1 c
w m
Z
ro
N
~
0
~
% huurwon. <1775 van totale voorraad
~lo, n,0,1,0,DJI ,- i.1 c
w m
z
ro
N
~
0
~
% meergezinswoningen
~11,D , D ,n ,D ,n , n , _ ,_ 1 c
w m
Z
ro
N
~
0
~
N
NO
o
LG
% verhuizende bewoners
~:! I 15% .
'm w
c
,n,I w
zw
z
ZO
67
Basisgegevens wijken Wijken
huishoudinkomen
% werk- % niet- % huur% huur% meer% verhui- ingestuurloosNeder- woningen woningen gezinszende de bonnen heid landers woningen bewoners
% basisschool
ontw. arbeidsplaatsen I (Index)
beoordeling leefbaarheid
overlastmeld ingen
verkeersongevallen **
.
Cluster I
Oost Landelijk I gebied Zuidwest
54.600 54.460
3.8% 3.3%
11,1 % 5,5%
25,7% 24,3%
10,8% 13,2%
1,7% 1,7%
10,5% 10,2%
40,1 15,1*
8,6% 17,7%
118,6 . 108,8
7,5 8,4
9,5
53.350
4.4%
11,2%
33,8%
24,7%
12,8%
10,7%
25,8
13,0%
129,1
6,7
6,2
22,2
52.0001 52,300 1 51 .6501
6.0% 6.3% 5.9%
13,4%1 16,4% 1 15,3% 1
36,8%1 39,1% 1 53,1% 1
33,9%1 37,5%1 26,2%]
27,7%1 26,5%1 18,1%]
14,5% 11 ,9% 12,5%
56 ,1 33,1 29,7
9,0% 18,9% 8,3%
101 ,6 1 109,81 124,1]
7,91 7,4J 7,11
4,3 1 5,9] 10,3 ]
28,5 12,5 18,0
48,250
8.8%
20,9%
58,5%
31 ,6%
27,7%
15,5%
18,7
14,5%
131,5
6,8
7,9
20,2
43.600 42,850
7.6% 8.7%
14.4% 16,6%
40,5% 55,2%
38,9% 51,7%
48.4% 31,9%
20,4% 12,8%
35,4 39,4
7,2% 25,9%
102,9 125,8
6.4 5,9
27,1 5,9
80,7 21 ,3
-
28,8
-
Cluster 11
Noord 1 West 1 Zuidoost 1 Cluster 11/ Noordoost Centrum Zuid
50.100 Apel6.1% 21,7 14,1% 43,5% 31,0% 12,9% 14,4% 112,6 7,1 7,7 22.4% 30,8 doorn .. .. .. *BIJ het aanbieden van woningen in het Landelijke gebied gelden beperkingen: in veel gevallen komen alleen gelnteresseerden met een dorpsbinding in aanmerking voor toewijzing ; dit drukt het aantal reacties. "per 1,000 inwoners
Positionering van de wijken
Dat er verschillen tussen de wijken zijn wat betreft bevolkingsopbouw en woningvoorraad, is inmiddels wel aangetoond. Dit is een natuurlijke situatie die zich in elke stad voordoet en voor een deel voortkomt uit het groeiproces dat Apeldoorn de afgelopen decennia heeft doorlopen. De inzichten ten tijde van de bouw hebben grote invloed op de huidige bevolkingssamenstelling. De wijken en buurten met veel koopwoningen en veel eengezinswoningen hebben over het algemeen een bevolking met een gemiddeld hoog inkomen en een laag werkloosheidspercentage. Dat er verschillen zijn tussen de wijken hoeft echter geen probleem te zijn. Het is juist de bedoeling dat een stad verschillende woon milieus kan bieden aan verschillende bewoners met verschillende wensen. Eenzijdig opgebouwde wijken kunnen echter wel een probleem worden als dit samengaat met een achteruitgang van de leefbaarheid, een negatief imago, teruglopende belangstelling en het ontbreken van keuzevrijheid van de bewoners. Om de wijken op de juiste manier te kunnen positioneren is het dus van belang om de statistische gegevens te bezien in relatie tot het type wijk (woonmilieu) en de te verwachten belangstelling voor een dergelijke wijk in de toekomst. Landelijk is er de afgelopen jaren al veel aandacht besteed aan de te verwachten ontwikkelingen in woonmilieus en woonvoorkeuren. In de nota 'Woonverkenningen, wonen in 2030', worden aan de hand van woonmilieutypologieën de toekomstige verwachtingen geschetst. De verwachting is dat de vraag van woonconsumenten naar de centrum-stedelijke en landelijke woonmilieus in de toekomst sterk zal groeien. Bij het centrum-stedelijke woonmilieu ligt de nadruk op de nabijheid van veel voorzieningen en een dynamische woonomgeving. Het landelijke woonmilieu wordt gekenmerkt door rust, ruimte en groen. De verwachting is dat de buiten-centrumgebieden het de komende jaren het moeilijkst gaan krijgen. De meeste vroeg-naoorlogse wijken vallen in deze categorie. Deze wijken, gebouwd in de jaren vijftig en zestig, bestaan uit een combinatie van kleine laagbouwwoningen en meergezins-middelhoogbouw. De woningen in deze wijken zijn vaak woontechnisch verouderd en de wijken zelf kampen met een gebrek aan uitstraling. De vrees is dat de combinatie van veel goedkope huurwoningen en weinig koopwoningen, de kans vergroot op een bevolking met een laag inkomen en weinig perspectief. Voor de toekomst van de zogenaamde randmilieus, zoals bijvoorbeeld laagbouwwijken uit de jaren zeventig, wordt een beter toekomstperspectief geschetst. Belangrijk daarbij is wel de vraag of de huidige bewoners, de toekomstige ouderen, in deze wijken willen blijven wonen wanneer de kinderen het ouderlijk huis hebben verlaten. De getypeerde woonmilieus zijn ook in Apeldoorn terug te vinden. De gemaakte analyses, die de huidige positie van de wijken weergeven, kunnen nu in verband gebracht worden met het toekomstperspectief voor het betreffende woonmilieu. De wijken waarvoor geldt dat ze zowel nu een goede positie hebben als waarvan gezien het woonmilieu verwacht kan worden dat ze het in de toekomst ook goed, of zelfs nog beter zullen gaan doen, hebben de meest riante positie. Deze wijken zullen ver komen op 'eigen' kracht en zijn niet de locaties waaraan in eerste instantie extra aandacht hoeft te worden besteed. Het andere uiterste zijn de wijken die nu al een minder gunstige positie hebben en waarvan tevens verwacht kan worden dat die positie verder terugloopt wanneer er geen inspanningen geleverd worden (bijvoorbeeld de kwetsbare buiten-centrumwoonmilieus). De huidige positie van de wijken en de te verwachten toekomstige ontwikkelingen, gezien de woonmilieus, worden hieronder per cluster en per wijk (en indien relevant ingezoomd naar buurt) bij elkaar gebracht.
71
trekkingskracht op hoogopgeleide jongeren en op ouderen die graag nabij voorzieningen willen wonen. Ook kenmerkend voor een centrum-stedelijk milieu is de relatief grote mobiliteit (veel verhuizingen). Een grote doorstroming hoeft geen probleem te zijn zolang de wijk populair blijft. De wijk is nu al populair en naar verwachting zal de populariteit van dit type woonmilieu alleen maar verder toenemen. Het benadrukken van het centrum-stedelijke karakter biedt voor de toekomst verdere mogelijkheden. Zuid kan getypeerd worden als een vroeg-naoorlogse wijk, met relatief veel meergezinswoningen en veel goedkope huurwoningen. De bevolking is vrij eenzijdig en heeft over het algemeen een zwakke sociaal-economische positie. Het gemiddeld inkomen is laag, de werkloosheid relatief hoog en een groot deel van de bevolking is laag opgeleid. Door de opbouw van de woningvoorraad en de sociaal-economische positie van de bevolking , kan Zuid een kwetsbare wijk genoemd worden . Hoewel het imago van de wijk niet erg goed is en ook de beoordeling van de leefbaarheid in de wijk door professionals achterblijft bij het gemiddelde, lijkt er in de wijk geen sprake van echte problemen. De overlastmeldingen zijn vergelijkbaar met het gemiddelde van Apeldoorn, evenals het aandeel verhuizingen. Bovendien is de mutatiegraad van de huurwoningen lager dan gemiddeld en is er veel belangstelling voor de aangeboden woningen. De wijk heeft een bepaalde groep bewoners dus duidelijk wat te bieden, maar daarbij zal men wel aandacht moeten blijven besteden aan de kwaliteit van de woningvoorraad en een aantal specifieke leefbaarheidsonderdelen. Recente inbreidingsprojecten in Zuid en de aandacht voor ouderenhuisvesting zijn hier voorbeelden van . Er is nog wel enig verschil in het toekomstperspectief voor de verschillende buurten van Zuid. De buurt Brummelhof, die nu de sterkste positie heeft binnen de wijk, zal haar positie vermoedelijk alleen maar verder versterken omdat deze nog tot een centrum-stedelijk woonmilieu gerekend kan worden, in tegenstelling tot de andere buurten van Zuid, die een typisch vroeg-naoorlogs woonmilieu kennen. Noordoost is een uitbreidingswijk uit de jaren zestig en zeventig. In Noordoost is er niet zozeer een scheiding tussen de buurten, maar vooral tussen de laagbouw en de hoogbouw, en daarbij hebben de 10-hoogflats weer een specifieke positie. Deze flats hebben een slecht imago en een kwetsbaar woonklimaat. De bewoners in deze flats hebben over het algemeen een laag inkomen en de werkloosheid is hoog. In en vooral rond de flats is er relatief veel overlast. De mutatiegraad in deze flats is hoog en de belangstelling voor deze woningen beperkt. Het probleem is hier niet de kwaliteit van de individuele woning, maar de massaliteit van de flats als geheel in combinatie met overlast in en rond de flats. Zonder inspanning zal de positie van de flats niet verbeteren; in de toekomst neemt de vraag naar dit type woning in een dergelijk woonmilieu namelijk alleen maar verder af. De aandacht zal zich vooral moeten richten op de leefbaarheid. Een voorbeeld daarvan zijn de buurtconciërges, die reeds in dit gedeelte van Noordoost actief zijn. De rest van de wijk bestaat vooral uit eengezinswoningen met een gemiddeld naoorlogs laagbouwmilieu en een gemengde bevolking. Hoewel de belangstelling voor dit woonmilieu in de toekomst vermoedelijk zal afnemen, behoeft dit deel van de wijk nog geen dringende aandacht gezien de differentiatie van woningvoorraad en bevolking.
Eindconclusie In de positionering van de wijken is reeds een aantal keren opgemerkt naar welke wijken of delen van wijken als eerste de aandacht uit zou moeten gaan. Achtereenvolgens zijn dit de wijk Zuid (uitgezonderd de buurt Brummelhof), de buurt Orden binnen de wijk West en de hoogbouwflats in Noordoost. In deze analyse zijn deze delen van Apeldoorn gesignaleerd
74
als kwetsbaar, zowel nu als in de toekomst. Om de positie van deze wijken in de toekomst te verbeteren zullen er maatregelen genomen moeten worden . Deze maatregelen kunnen zowel fysiek als sociaal zijn . Zo kan de stedenbouwkundige situatie, de woningvoorraad of de inrichting van de woonomgeving aangepast worden, maar ook kan het beheer geïntensiveerd worden, de betrokkenheid van de bewoners vergroot worden of kunnen er specifieke projecten opgezet worden ten behoeve van bijvoorbeeld de werkgelegenheid of jongerenactiviteiten. Om te bepalen wat er in de genoemde delen van Apeldoorn moet gebeuren om de positie te versterken, moeten de wijken nader onder de loep genomen worden. Dit vergt dan ook nader onderzoek. Verder dient extra aandacht uit te gaan naar de overlastproblematiek in bepaalde delen van de stad. Ten eerste geldt dit voor het Centrum, hoewel de overlast in het Centrum nog geen extreme vormen aanneemt. Ten tweede geldt dit voor de overlast veroorzaakt door jongeren in Zuidoost. Tot slot zijn er ook enkele wijken of delen van wijken genoemd waarvan de positie in de toekomst onzeker is. Deze wijken zullen om die reden in de toekomst dan ook nauwlettend in de gaten gehouden moeten worden . Dit geldt voor de vroeg-naoorlogse buurten in Zuidwest (Westenenk, Winkewijert en De Bouwhof) en de buurten met een relatief goedkope naoorlogse woningvoorraad in Noord (Kerschoten, Kerschoten-West en Spainkbos).
75
76
BIJLAGE A BEGRIPPENLIJST aanbiedingsgraad:
aantal malen dat een woning moet worden aangeboden voordat deze geaccepteerd wordt
bewoners:
bevolking van de wijk inclusief tehuisbevolking
etniciteit:
etniciteit bepaald - via nationaliteit - via geboorteland - via geboorteland vader - via geboorteland moeder
huishoudens:
personen wonend in één woning
huishoudinkomen:
netto besteedbaar huishoudinkomen per jaar
mutatiegraad:
percentage van de woningen dat leeg komt na verhuizing van de hoofdbewoner
politierneldingen geweld:
aantal meldingen dat bij de politie binnenkomt en betrekking heeft op geweld met of zonder letsel
politierneldingen overlast:
aantal meldingen dat bij de politie binnenkomt en betrekking heeft op overlast door jeugd, daklozen, drugsgebruikers of vandalisme
politierneldingen verkeersongevallen: aantal meldingen dat bij de politie binnenkomt en betrekking heeft op verkeersongevallen met materiêle schade, letselschade of dodelijke afloop prijsklasse huurvoorraad:
subsidiabele huur per maand
verhuizende bewoners:
alle bewoners die verhuizen (naar een woning binnen de wijk, naar een woning elders in Apeldoorn of naar een woning buiten Apeldoorn)
% verhuizingen binnen de buurt:
aantal bewoners dat bij een verhuizing binnen de eigen buurt blijft wonen als percentage van alle verhuizende bewoners
verkooptijd:
aantal dagen dat een woning te koop staat voordat de woning verkocht is
werkloosheid:
beroepsbevolking met werkloosheidsuitkering
woonbonnen:
aantal reacties van geïnteresseerden die in aanmerking willen komen voor een te huur aangeboden woning 77
78
BIJLAGE B
BRONNEN De Quick Scan is gebaseerd op: A) bestaande rapporten, onderzoeken en notities B) interviews met sleutelpersonen C) statistische materiaal, geleverd door de Gemeente Apeldoorn (onder andere Digistad)
A) Bestaande rapporten, onderzoeken en notities Literatuurlijst: • Gemeente Apeldoorn Dienst Ruimtelijk Ordening en Wonen, Apeldoorn in Cijfers 1998, 1998 • Gemeente Apeldoorn Dienst Ruimtelijk Beheer, Het karakter van Apeldoorn, werknotitie ruimtelijke aspecten t.b.v. het structuurplan, juni 1987 • Gemeente Apeldoorn Dienst Ruimtelijk Beheer, Structuurplan Apeldoorn, deelplan stedelijk gebied, januari 1990 • Gemeente Apeldoorn Dienst Ruimtelijk Ordening en Volkshuisvesting, Structuurplan landelijk gebied, november 1993 • Gemeente Apeldoorn, Concept Leefbaarheidsonderzoek, oktober 1998. • Gemeente Apeldoorn Afdeling Mobiliteit, Prioriteitsvolgorde aanpak verblijfsgebieden, oktober 1998. • Instituut Midden- en Kleinbedrijf Gelderland, De toekomstige structuur van buurt- en wijkwinkelcentra in Apeldoorn, 1995. • Apeldoorn, architectuur en stedenbouw 1850-1940, Zwolle, 1997. • Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, DGVH, Woonverkenningen MMXXX, Wonen in 2030, Den Haag, 1997.
B) Sleutelpersonen De volgende sleutelpersonen zijn geïnterviewd: Corporatiemedewerkers: • Dhr. T. Herbrink, Woningstichting De Goede Woning • Dhr. D. de Man, Woningstichting Beter Wonen • Dhr. J. Oostenrijk, Ons huis • Dhr. A. v.d. Weiden, Woningbouwvereniging St. Joseph Wijkcoördinatoren: • Mw. T. Hupkes, Wijkcoördinator Noord en West • Dhr. H. Jansen, Wijkcoördinator Zuidwest en Zuid • Dhr. J. Leijden, Wijkcoördinator Noordoost, waarnemend Wijkcoördinator Oost en Zuidoost • Dhr. Th. Van Luijk, Wijkcoördinator Binnenstad • Dhr. A. Mantje, Wijkcoördinator Dorpen.
C) Statistisch materiaal Het statistisch materiaal is grotendeels verwerkt in de figuren in de wijkbeschrijvingen. Hierna volgt een tabel waarin per figuur wordt aangegeven welke bron is gebruikt en wat de peildatum van de gegevens is. Verder zijn er eventueel opmerkingen toegevoegd. In de tweede, soortgelijke tabel staan de bronnen en peildata van de gegevens die niet in de figuren zijn gebruikt maar wel in de tekst zijn verwerkt. Ook is er nog een begrippenlijst toegevoegd, waarin de gebruikte begrippen gedefinieerd of toegelicht worden. Tot slot worden de concrete cijfers weergegeven, waaraan de figuren zijn ontleend.
79
(Xl
o
.', , .~"'~, ?"t-~'~.~.~~~ "llB'áft·'1r Ongedeelde Stad
~1'IIiUIa"
:~~:I"3;'1v~~~~~~~n .....<~~j~7~J}t~
. 'i't,
,<:.'1:~..,:;: ~~lFf-~,'!t! .!j\'I
..'i . .'l\ . •-~
Bevolking naar laeftijd
Gemeente Apeldoom
Huishoudtype Etniciteit niet-Nederlanders Economische positie => % laag opgeleid => % uitkering => % laagste inkomensklasse
Gemeente Apeldoom Gemeente Apeldoom
1 januari 1 januari 1 'anuari 1 januari 1 'anuari
1982 1990 1998 1998 1998
=> Gemeente Apeldoom => Sociale dienst, Gemeente Apeldoom => Gemeente Apeldoom
=> 1998 => 1 januari 1998 => 1 januari 1996
=> op basis van steekproef => => categorieên gebaseerd op 10%-klassen I waarden Centrum en West zijn gemiddelde Centrum+West
Kenmerken woningvoorraad => % huurwoningen => % meergezinswoningen => INOZ-waarde
=> Gemeente Apeldoom => Gemeente Apeldoom => Gemeente Apeldoom
=> 1 januari 1998 => 1 januari 1998 => 1 januari 1992
Huurvocxraad naar prijsklassen % verhuizende bewoners en % verhuizingen binnen de buurt Marl<tpositie woningen => mutatiegraad => aanbiedingsgraad
DGW, Ons Huis, St. Joseph, Beter Wonen Gemeente Apeldoom
1 januari 1999 gedurende 1997
=> DGW, Ons Huis, St. Joseph, Beter Wonen => DGW, Ons Huis, St. Joseph, Beter Wonen
=> gedurende 1998 => gedurende 1998
=> waarden Centrum en West zijn gemiddelde Centrum+West => exclusief landelijk gebied I waarden Centrum en West zijn gemid-
=> dagen verkooptijd => woonbonnen
=> nvm-makelaars (via Gemeente Apeldoom) => woonwinkel (via Ge~nte Apeldoom)
=> gedurende 1998 => gedurende 1998
=>
PWE tabellenpakket 1997, Gemeente Apeldoom Gemeente Apeldoom Gemeente Apeldoom
1998 1 januari 1996
=> => => woningen gebouwd na 1992 zijn omgerekend naar het niveau van 1992 waarden Centrum en West, zijn gemiddelde Centrum+West
delde Centrum +West
Vitale Stad Ontwikkeling arbeidsplaatsen Opleiding beroepsbevolking Huishoudinkomen
1994 tlm 1998
cijfers landbouw in 1998 niet correct, cijfers landelijk gebied 1998 handmatig bijgesteld I 00 basis van steekproef categorieên gebaseerd op 10%-klassen I waarden Centrum en West zï n aemiddelde van Centrum+West
Duurzame Stad Politiemeldingen ---
1Politie (via Gemeente Apeldoom)
11996 tlm 1998
1verkeersongevallen: ongevallen op alle wegen (van woonbuurten tot snelwegen) met materiêle schade, letsel of dodelijke afloop I overlast: overlast door jeugd, daklozen, drugsgebruik of vandalisme
~;lîIfo '~~I\l;'
,~".
C!l'*i"i<
I,B(On
'";?
~~'lI'~'~>,t ~",rlî$!"'ól'~
·.dlIl,"iiljf>elldïtUm]ll[i'é;f.lil'· ""'\1
Ongedeelde Stad Prognose ling
bevolkingsontwikke- VSO/MICRO Ingenieursbureau B.v.
1998
CBS Regionaal inkomensonderzoek (RIO) (via Gemeente Apeldoorn) Gemeente Apeldoorn Woonwinkel,(via Gemeente A!Jeldoorn) Gemeente Apeldoorn
Gemiddeld besteedbaar huishoudinkomen WoningvoomJad naar bouwjaar Ingeschreven woningzoekenden Gemiddelde woonduur
~"'" , .'>'
f'<,>;'
. ~: "' ,~.
' ~'. '
'1'i.'
,~
Uitgangspunten: -migratiesaldo=O vanaf 2005 -bevolking is exclusief tehuisbevolking I -ileen rekeninll Ilehouden met dalinll Ilem, woninQbezettinll
1996 1998 1998 1998
Vitale Stad
I
I
Duurzame Stad Verlceersveiligheid
Gemeente Apeldoorn (Notitie aanpak verblijfs- Oktober 1998 gebieden)
Leefbaarheid
Gemeente Apeldoorn (Leefbaarheidsmonitor)
1998
Buurt en wijkindeling kwamen niet geheel overeen met indeling tbv de quick scan, Ongevallen per kilometer weglengte: hiertoe worden alleen de wegen in woonbuurten mee!lerekend.
I
.11:
I.kt&:;.l.
~'!oI: ~IL
Cijfers Figuren Ongedeelde Stad Bevolking naar leeftijd 1982 Apeldoorn Centrum West Zuidwest Zuid Zuidoost Noord Noordoost Oost Landelijk.gebied
0-10jaar 13,6% 9,8% 9,2% 11,6% 10,4% 25,2% 9,1% 13,1% 10,3% 12,5%
10 - 20 jaar 17,4% 13,7% 18,1% 17,7% 16,9% 14,6% 15,4% 21,0% 16,2% 20,0%
20 -40 jaar 31,1% 35,3% 23,5% 30,5% 29,3% 42,3% 25,9% 31,0% 40,8% 26,3%
40 - 65 jaar 25,9% 24,8% 31,3% 27,7% 30,3% 14,3% 27,6% 28,0% 24,1% 28,0%
65-plus 11,9% 16,3% 17,9% 12,4% 13,1% 3,6% 22,0% 6,8% 8,7% 13,3%
totaal 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0%
absoluut 140759 6661 18448 11822 19596 26133 13605 21513 3453 19528
1990 Apeldoorn Centrum West Zuidwest Zuid Zuidoost Noord Noordoost Oost Landeliik.gebied
0-10jaar 11,9% 9,0% 9,5% 13,6% 9,1% 17,6% 8,8% 10,8% 11,4% 10,7%
10 - 20 jaar 14,2% 9,2% 11,7% 13,9% 11,5% 18,6% 12,2% 14,5% 12,1% 15,3%
20 - 40 jaar 30,8% 40,2% 25,3% 30,9% 32,1% 33,9% 25,3% 31,1% 36,1% 27,7%
40 - 65 jaar 29,4% 22,8% 32,6% 29,8% 30,9% 24,3% 29,5% 33,1% 32,8% 31 ,9%
65-plus 13,7% 18,8% 20,9% 11,9% 16,4% 5,7% 24,2% 10,6% 7,7% 14,5%
totaal 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0%
absoluut 147583 8921 17393 15024 17796 32278 12788 20008 4126 19249
,
1998 Apeldoorn Centrum West Zuidwest Zuid Zuidoost Noord Noordoost Oost Landeliik.gebied
0- 10 jaar 8,5% 10,9% 12,1% 11,2% 12,9% 9,6% 12,0% 17,1% 11,8% 11,9%
10 - 20 jaar 7,5% 10,3% 13,5% 9,6% 16,8% 10,8% 11,1% 10,9% 12,0% 12,1%
20 - 40 jaar 37,3% 23,5% 26,5% 32,2% 29,4% 24,2% 29,4% 38,2% 26,7% 29,2%
40 - 65 jaar 26,8% 33,7% 34,2% 30,2% 33,3% 31,8% 32,5% 27,7% 33,5% 32,0%
65-plus 19,9% 21 ,7% 13,6% 16,8% 7,6% 23,6% 15,0% 6,1% 16,0% 14,8%
totaal 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0%
absoluut 9304 16899 15064 18574 29953 12678 19051 11407 19450 152380
Huishoudtype
Apeldoorn Centrum West Zuidwest Zuid Zuidoost Noord Noordoost Oost Landelijk.gebied
82
alleenstaand 26,7% 43,4% 31,1% 21 ,5% 33,5% 21,2% 32,7% 24,9% 16,9% 17,7%
2-personen 33,2% 32,6% 36,0% 33,9% 32,7% 29,1% 34,5% 35,5% 34,4% 32,7%
echtpaar +kind(eren) 29,6% 14,9% 24,8% 35,9% 23,5% 39,4% 23,3% 26,7% 38,8% 34,6%
1-ouder +kind(eren) 4,7% 2,6% 3,9% 3,9% 5,2% 5,8% 4,3% 6,9% 3,4% 4,1%
overige
totaal
absoluut
5,7% 6,4% 4,2% 4,8% 5,0% 4,4% 5,1% 6,0% 6,4% 11,0%
100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0%
59721 4637 7276 5648 8286 10950 5225 7651 4125 5923
Etniciteit niet-Nederlanders
Apeldoorn Centrum West Zuidwest Zuid Zuidoost Noord Noordoost Oost Landelijk gebied
Antiliaansl Surinaams
Turks
8,7% 7,4% 5,7% 7,2% 6,1% 13,1% 5,8% 9,1% 11,0% 8,9%
15,6% 5,1% 24,6% 15,2% 30,6% 4,9% 5,4% 24,7% 7,5% 1,3%
overige niet geïndustrialiseerde landen 54,4% 61,3% 50,0% 58,5% 45,1% 59,6% 63,6% 49,1% 54,1% 61,5%
overige geïndustrialiseerde landen 21,3% 26,2% 19,7% 19,1% 18,2% 22,4% 25,2% 17,1% 27,4% 28,2%
totaal
absoluut
100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%
21502 1346 2756 1690 3090 4583 1672 3972 1338 1055
Economische positie % laag opgeleid (basisschool)
Apeldoorn Centrum West Zuidwest Zuid Zuidoost Noord Noordoost Oost Landelijk gebied " overige uitkering
% overige uitkering" (beroepsbevolking)
14,4% 4,4% 7,2% 5,3% 18,9% 4,4% 13,0% 2,6% 25,9% 6,1% 8,3% 3,5% 9,0% 4,7% 14,5% 6,8% 8,6% 1,6% 17,7% 2,2% = uitkering niet zijnde een werkloosheidsuitkering
% werkloos (beroepsbevolking)
6,1% 7,6% 6,3% 4,4% 8,7% 5,9% 6,0% 8,8% 3,8% 3,3%
% huishoudens in laagste inkomenscategorie « '26.770) 19,4% 21,5% 21,5% 16,3% 24,8% 15,0% 22,6% 19,9% 12,2% 19,0%
% goedkope koop (WOZ<j150.000) 39,4% 37,2% 27,0% 28,5% 59,3% 70,3% 22,8% 46,1% 33,2% 11,1%
% goedkope huur (WOZ<jl00.000) 32,2% 42,0% 38,5% 20,8% 41,8% 25,9% 41,5% 38,4% 5,3% 8,6%
Kenmerken woningvoorraad % huurwoningen Apeldoorn Centrum West Zuidwest Zuid Zuidoost Noord Noordoost Oost Landelijk gebied
43,5% 40,5% 39,1% 33,8% 55,2% 53,1% 36,8% 58,5% 25,7% 24,3%
% meergezinswoningen 22,4% 48,4% 26,5% 12,8% 31 ,9% 18,1% 27,7% 27,7% 1,7% 1,7%
Huurvoorraad naar prijsklasse
Apeldoorn Centrum en West Zuidwest Zuid Zuidoost Noord Noordoost Oost Landelijk gebied
<1775 71,2% 96,0% 73,0% 93,7% 49,3% 92,3% 54,0% 42,0% 54,5%
1775 - 1850 21,1% 2,9% 9,9% 6,0% 32,4% 5,1% 36,7% 50,7% 44,7%
>1850 7,6% 1,1% 17,1% 0,2% 18,3% 2,7% 9,3% 7,3% 0,9%
totaal 19457 3095 1542 4026 4065 1279 3232 1197 1021
83
:
11:!...::.
I
, .,. r
''U'O'
% verhuizende bewoners en % verhuizingen binnen de buurt verhuizende bewoners Apeldoorn Centrum West Zuidwest Zuid Zuidoost Noord Noordoost Oost Landelijk gebied
verhuizingen binnen de buurt Apeldoorn Centrum West Zuidwest Zuid Zuidoost Noord Noordoost Oost Landelijk gebied
1993
1994
1995
1996
1997
10,9% 17,2% 10,7% 8,7% 10,8% 9,6% 15,3% 12,5% 7,6% 8,3%
13,0% 19,1% 12,5% 10,5% 12,6% 12,3% 16,8% 15,2% 9,0% 10,3%
12,9% 19,3% 12,2% 10,6% 13,1% 12,8% 14,9% 13,5% 8,5% 12,0%
12,7% 20,4% 12,0% 11,1% 13,7% 11 ,2% 15,0% 13,8% 9,5% 11,3%
12,9% 20,4% 11,9% 10,7% 12,8% 12,5% 14,6% 15,5% 10,5% 10,2%
1993
1994
1995
1996
1997
10,0% 11,8% 14 ,6% 6,3% 12,4% 5,8% 5,6% 10,4% 11 ,0% 15,5%
9,8% 9,3% 13,1% 9,0% 11 ,8% 7,0% 5,7% 10,3% 5,4% 15,3%
10,3% 9,5% 11,4% 9,4% 11 ,7% 8,0% 5,9% 8,1% 9,2% 19,9%
11,4% 11,8% 13,4% 9,7% 12,7% 7,9% 8,3% 8,9% 10,2% 21,1%
9,6% 10,4% 15,2% 6,8% 11 ,0% 7,4% 5,7% 10,4% 7,6% 119%
Marktpositie woningen mutatiegraad 1998 Apeldoorn Centrum West Zuidwest Zuid Zuidoost Noord Noordoost Oost Landelijk gebied
84
8,4% 9,0% 9,0% 8,9% 7,3% 7,2% 8,5% 10,9% 9,2% 6,1%
aanbiedingsgraad 1998
gemiddelde verkoootiid 1998 1,75 1,73 1,73 1,65 2,12 1,52 1,59 1,95 1,33
aantal bonnen 62,1 79,3 64,9 64,0 58,6 49,3 79,4 32,4 60,2 90,5
30,8 35,4 33,1 25,8 39,4 29,7 56,1 18,7 40,1 15,1
Cijfers Figuren Vitale Stad Ontwikkeling aantal arbeidsplaatsen arbeidsplaatsen per Inwoner Apeldoorn Centrum West Zuidwest Zuid Zuidoost Noord Noordoost Oost Landeliik aebied
totaal (geYndexeerd) Apeldoorn Centrum West Zuidwest Zuid Zuidoost Noord Noordoost Oost Landelijk gebied
1994
1995
1996
1997
1998
0,45 1,23 0,47 0,53 0,53 0,15 0,63 0,20 0,31 0,41
0,46 1,21 0,49 0,55 0,54 0,17 0,66 0,21 0,29 0,42
0,47 1,22 0,47 0,64 0,56 0,16 0,68 0,22 0,24 0,42
0,47 1,20 0,48 0,66 0,57 0,19 0,65 0,24 0,23 0,42
0,50 1,28 0,52 0,69 0,65 0,20 0,64 0,27 0,21 044
1994
1995
1996
1997
1998
100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
102,39 97,47 104,34 103,82 102,64 106,52 105,51 103,99 110,30 102,40
103,50 98,82 97,78 121,05 106,62 103,33 110,17 106,34 108,20 102,42
106,06 97,21 100,75 123,75 110,80 118,63 105,12 115,13 114,60 103,49
112,65 102,86 109,83 129,05 125,80 124,09 101,64 131 ,50 118,60 108,80
Opleiding beroepsbevolking
Apeldoorn Centrum West Zuidwest Zuid Zuidoost Noord Noordoost Oost Landelijk gebied
basisschool
LBO
MULOI MAVO
MBO
HAVOI VWO
HBO
universiteit
14,4% 7,2% 18,9% 13,0% 25,9% 8,3% 9,0% 14,5% 8,6% 17,7%
20,6% 16,0% 13,4% 26,2% 24,0% 19,8% 15,6% 20,8% 13,0% 35,3%
13,5% 11,2% 10,3% 16,0% 13,6% 14,2% 16,5% 14,7% 16,6% 10,3%
23,2% 23,5% 17,5% 25,2% 21 ,8% 30,6% 24,7% 20,0% 26,9% 17,6%
8,6% 9,2% 11,9% 7,2% 4,9% 7,1% 9,6% 11 ,6% 10,5% 6,7%
15,5% 24,9% 21 ,7% 10,0% 8,6% 17,0% 19,5% 12,8% 19,9% 8,1%
4,2% 8,1% 6,3% 2,4% 1,2% 2,9% 5,2% 5,5% 4,4% 43%
Huishoudinkomen
19,4% 21 ,5% 16,3% 24,8% 15,0% 22,6% 19,9% 12,2% 190%
19,9% 21,9% 16,1% 26,9% 16,4% 18,0% 20,5% 14,3% 19,6%
20,6% 20,5% 21,3% 20,9% 22,0% 18,6% 20,9% 23,5% 17,6%
21,1% 18,5% 22,8% 17,3% 27,3% 17,7% 22,3% 26,8% 18,1%
>'68.630 19,0% 17,7% 23,5% 10,0% 19,3% 23,1% 16,5% 23,2% 256%
85
I
Cijfers Figuren Duurzame Stad Politiemeldingen 1996 aantal meldingen per 1.000 Inwoners Apeldoorn Centrum West Zuidwest Zuid Zuidoost Noord Noordoost Oost Landelijk gebied
verkeersongevallen
diefstal uit woning
geweld
overlast
geluidshinder
19,2 64,8 12,4 17,8 17,0 18,7 26,5 18,1 26,4
4,2 6,2 6,5 0,0 4,6 3,3 7,8 6,4 7,1
3.7 28,0 1,8 1,5 1,6 3,6 2,9 3,3 1.2
5,7 18,0 2,8 6,1 3,7 9,3 3,7 4,1 7,3
3,3 9,5 2,5 2,0 2,5 2,8 7,0 5,2 2,2
1997 aantal meldingen per 1.000 Inwoners Apeldoorn Centrum West Zuidwest Zuid Zuidoost Noord Noordoost Oost Landelijk gebied
verkeersongevallen
diefstal uit woning
geweld
overlast
geluidshinder
19,4 70,2 10,3 17,5 19,1 16,4 27,9 18,0 28,9
5,3 7,8 8,1 3,6 7,1 3,5 10,9 5,6 6,2
3,7 28,5 1,9 2,4 2.4 2,6 2,0 3,1 2,7
6,3 22,8 3,8 6,7 3,2 10,1 4,1 5,4 6,3
2,5 5,3 1,9 2,5 2,6 2,4 3,8 4,0 1,6
1998 aantal meldingen per 1.000 inwoners Apeldoorn Centrum West Zuidwest Zuid Zuidoost Noord Noordoost Oost Landelijk gebied
verkeersongevallen
diefstal uit woning
geweld
overlast
geluidshinder
21,7 80,7 12,5 22,2 21,3 18,0 28,5 20,2 28,8
4,4 8,3 7,9 6,5 4,0 2,4 7,3 5,0 3,0
3,9 28,4 1,5 1,3 2,3 4,3 2,8 3,1 1,7
7,7 27,1 5,9 6,2 5,9 10,3 4,3 7,9 9,5
3,3 8,2 3,6 2,0 3,1 2,8 3,9 6,0 2,7
86
87
88
89
90
Delft University Press
ISBN 90-407-1923-3
9 789040 719233
ot6 ONDERZOEKSINSTITUUT OTB TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT