Ontwikkeling van J-haak systemen
April 2011 Ray R. Keden, RCDD
Inhoudsopgave Ontwikkeling van het J-haak kabelweg ontwerp .............3 Ontwerp en eigenschappen van de componenten ...........4 J-haak .....................................................................................4 Hulpstukken voor het bevestigen van J-haken .........................5 Hulpstukken voor het verbinden van componenten.................6 Structuren...............................................................................7 Trekgereedschap .....................................................................8 Installeren .............................................................................9 Kabel media............................................................................9 Vulcapaciteit kabels ................................................................9 Trekspanning ........................................................................10 Buigstraal..............................................................................10 Afstand tussen bevestigingen................................................10 Gewicht ................................................................................11 Verbinden en aarden.............................................................11 Voorbereiding- en installatietijd .............................................11 Gelijkvormigheid................................................................12 Naleving van wetgeving ........................................................12 Naleving van normen ............................................................12 Certificering door derde partijen ...........................................13 Aanvullende onderzoeken.....................................................13 Milieu aspecten ..................................................................14 Gerecycled materiaal.............................................................14 Materiaalbesparing ...............................................................14 Conclusie.............................................................................14 Auteur .................................................................................15
2
Beknopte samenvatting Dit witboek begint met een kort historisch overzicht van de J-haak en geeft vervolgens uitvoerig informatie over de componenten, de installatievereisten en milieuaspecten van dit unieke kabelondersteuningssysteem voor industriële en utiliteits bekabelingsprojecten. Van het eerste originele idee begin jaren negentig via de eerste producten tot een volledig systeem. En vervolgens in 2006 een volledige herziening van het systeem door ERICO®, waarbij zowel feedback uit het veld als de laatste technologische ontwikkelingen werden verwerkt.
Ontwikkeling van het J-haak kabelweg ontwerp De voornaamste functies van een kabelweg zijn het (1) geleiden, (2) ondersteunen en (3) insluiten van kabels. De meest primitieve en goedkoopste versie is het “geschilderde of uitgetekende traject”, dat oorspronkelijk werd gebruikt in Groot-Brittannië. In deze methode worden er parallelle lijnen op de grond geschilderd (bijvoorbeeld onder een verhoogde vloer) en worden de kabels tussen deze lijnen geïnstalleerd. De lijnen geleiden kabels en sluiten ze in, terwijl de vloer als ondersteuning wordt gebruikt. Deze methode is echter gevoelig voor overstromingen en na enkele verplaatsingen, toevoegingen en wijzigingen moet de kabel insluitende functie in twijfel worden getrokken. In geval van aanvullende eisen van een kabelweg voor extra fysieke bescherming, bescherming tegen elektromagnetische interferentie, afdekking, beheerde toegang, toepassingen in de open lucht, scheiding tussen verschilende soorten kabel (koperen geleiders kabels/ glasvezel), enz, wordt het ontwerpen van kabelwegen ingewikkelder en duurder. Als gevolg verschenen er kabelwegsystemen zoals (gesloten) kabelgoten kabelladders, wandgoten, vloergoten enz. Deze kunnen gemaakt zijn van staal, aluminium, glasvezel of plastic. De meeste systemen hebben één ding gemeen: Ze ondersteunen de kabels continu, wat inhoudt dat elke centimeter kabel op een ander steunelement rust. Is dit echt nodig? Moet een kabel overal continu worden ondersteund om efficiënt te zijn? Niet iedereen is deze mening toegedaan. Enkele decennia geleden besloten sommige bedrijven om een ander kabelgootsysteem te ontwerpen voor bekabelingen: de kabellader. In dit ontwerp worden er rails gebruikt aan beide zijden die worden verbonden door sporten. De kabels worden dan loodrecht op de sporten geplaatst. De afstand tussen de sporten is gelijk aan de kabelondersteuningsafstand In de jaren 80 kwam de draadgoot van Europa naar Noord-Amerika en werd zeer populair voor het installeren van telecommunicatiekabels. Hoewel dit systeem nog steeds een continue ondersteuning levert, wordt de kabel gedragen door een raster van draden met een tussenruimte die klein genoeg is om beschadiging door een te sterke verbuiging te voorkomen. Ofschoon sommigen zeggen dat de kabeldruk op het raster met de tijd indeukingen veroorzaakt in de kabelmantel, heeft niemand het verband weten te leggen aan de hand van tests.
3
Een fabrikant analyseerde deze situatie en kwam tot de conclusie dat het tijd was om een systeem te ontwerpen met speciale steunen voor telecommunicatiekabels. Het systeem gaat uit van de kabeleigenschappen alsmede een niet continu kabelweg te ontwerpen. De voornaamste doelstellingen waren als volgt: • Multidirectionele kabelgeleiding door middel van diverse bevestigingselementen. • Ruime ondersteuningscapaciteit door middel van diverse maten kabelsteunen. • De kabels worden 360° ingesloten en gescheiden door middel van sluitingen en de mogelijkheid oom boomstructuren te creeren. • Beperkte buigradius dankzij het gepatenteerd ontwerp van het ondersteunende vlak. • Verminderde trekkracht dankzij een herbruikbaar gereedschap. Het J-haak systeem maakt deel uit van het CADDY® assortiment bevestigingselementen en steunelementen van ERICO. Het werd ontwikkeld en gepresenteerd aan de bedrijfssector op de BICSI® beurs van 1995. Er werden miljoenen J-haken verkocht en vele fabrikanten bieden tegenwoordig gelijksoortige ontwerpen haken aan. Het succes van deze installatiemethode is overduidelijk.
Ontwerp en eigenschappen van de componenten J-haak Het ontwerp van de originele J-haak is het zijaanzicht van de letter “J” met een halfrond bodemgedeelte. In tegenstelling tot vierkante J-haken vervangt dit ontwerp het aanmaken van verticale kabelkolommen door enkelvoudige drukpunten. In plaats hiervan worden de bovenste kabels genesteld, in een rond profiel, in de openingen met en bovenop de onderste kabels, zodat het gewicht gelijkmatiger wordt verdeeld. Het enigszins ronde steunvlak aan de binnenkant van de J-haak gaat verder in gladde afgeschuinde randen, en geven de kabels een buigradius die voldoet aan de standaard. Er zijn plastic riempjes of draadvormen beschikbaar om de J-haak te sluiten na het installeren van de kabels, om de kabels een insluiting van 360° te geven.
4
De gebruikelijke maten variëren van 19 mm (3/4 ”) tot 100 mm (4”) en kunnen meer dan 300 kabels verwerken. De originele J-haken werden gemaakt van veerstaal. Het meest gebruikte materiaal tot op heden is gegalvaniseerd staal, dat zowel binnen als buiten kan worden gebruikt. Sommige fabrikanten leveren J-haken gemaakt van kunststof. Een van de belangrijkste ontwerpelementen voor het CADDY® CAT LINKS systeem was de beslissing om alle maten J-haken dezelfde dikte van: 51 mm (2”) te geven, wat leidde tot een steunoppervlak van 54 mm (2.125”). Op grond van de huidige standaardeisen, zou dit voldoende zijn voor kabeldiameter van maximaal 13,5 mm (0,53”). CADDY® CAT LINKS is het enige systeem op de markt, dat deze kabeldoorsnede ondersteunt in alle maten J-haken. Vergelijk dit maar met de gebruikelijke doorsneden van: Cat. 5 UTP 4-paar kabel: 5.2 mm (0.21“) Cat. 6 U/UTP 4-paar kabel: 5.9 mm (0.23“) Cat. 6A F/UTP 4-paar kabel: 7.5 mm (0.30“) Optische 4-vezel kabel (plenum): 5.1 mm (0.20“) 75Ω Coaxkabel RG59: 4.6 mm (0.18“) 75Ω Coaxkabel RG6/U: 6.1 mm (0.24“) 75Ω Coaxkabel RG6 Quad. 6.6 mm (0.26“) Dit zorgt voor voldoende bovenruimte voor toekomstige kabelconfiguraties met meerdere aderparen. Een ander probleem dat regelmatig opduikt, is de zgn. “zink haar vorming”. Dit fenomeen beschrijft de vorming van dunne zinkpartikelen (zink haren) op met zink gegalvaniseerd staal, die na het afbreken, schade kunnen veroorzaken aan stroomvoorzienings- en communicatiesystemen. Deze zinkpartikelen geleiden stroom en kunnen kortsluiting veroorzaken. Kabelgoten of J-haken zouden de oorzaak kunnen zijn voor de vorming van deze schadelijke zinkpartikelen, als de kabelondersteuningssystemen elektrolystich gegalvaniseerd waren en niet bedekt met een tamelijk dikke epoxy poedercoating. Echter alle J-haken van CADDY® CAT LINKS zijn Sendzimir verzinkt; dit voorkomt de vorming zinkpartikelen. Hulpstukken voor het bevestigen van J-haken De meeste J-haken hebben een opening aan de bovenkant van de rug die kan worden gebruikt om ze vast te maken aan een muur of draagbalk met behulp van een schroef. Maar dit is op zich niet voldoende om J-haken tot een zeer universeel bevestigingselement te maken. Er werd daarom een hele reeks hulpstukken ontworpen om ze ook te kunnen bevestigen op plafonds, hulpstructuren, verhoogde systeem vloeren en op draadstangen. Het assortiment hulpstukken bestaat uit: • Hoeksteunen met montagegaten voor schroeven en klemmen geschikt voor direktmontage door middel van schiethamers en voor draadstangen in verschillende maten • Hulpstukken die met de hamer worden bevestigd met of zonder een draaihoek van 360° • Hulpstukken die worden vastgeschroefd met of zonder een draaihoek van 360° • Bevestiging aan Z Purlin • Bevestiging aan C Purlin • Bevestiging aan Strut montage profiel • Draadstang bevestiging • Bevestiging aan stalen balk
5
• Systeemvloer bevestiging • Systeemplafond T- bevestiging
Hulpstukken voor het verbinden van componenten In het verleden maakten de meeste J-haak systemen in de handel gebruik van klinknagels of schroeven om de J-haken vast te zetten met hulpstukken. Het gebruik van componenten met klinknagelverbindingen betekent dat de installateur een studie moet maken van het project om het nodige materiaal te bestellen. Het is moeilijk en duur voor een distributeur of installateur om alle soorten kabelklemmen van de vier J-haak maten op voorraad te hebben. Meestal is er veel verspilling van materiaal met deze methode nadat het project is voltooid. Samenstellingen met schroeven maakt samenstellen op locatie mogelijk, maar brengt ook veel extra werk met zich mee. CADDY® CAT LINKS, het meeste geavanceerde J-haak systeem, geeft u een derde optie met de nodige flexibiliteit voor de besluitvorming bij het installeren van kabelwegen op de bouwplaats, zonder dat dit extra werk met zich meebrengt. Namelijk door het gebruik van veerstaal beugels. We hebben de hoeksteunen al in het vorige hoofdstuk besproken. Daarnaast zijn er ook rechte steunen verkrijgbaar. Alle steunstukken kunnen worden gecombineerd met J-haken van elke maat en met alle standaard hulpstukken. De installateur kan zelf de beste afmetingen bepalen van het kabelweg, bijvoorbeeld door gebruik te maken van kleinere J-haken, op grotere afstand van de verdeler van de hoofdleiding. Door de afmetingen van het kabelpad te verkleinen, worden de totale installatiekosten lager.
6
Boom structuren De bedrijfssector kreeg al vroeg te maken met het hanteren van meer kabels dan de J-haken kunnen bevatten en moesten oplossingen ontwikkelen om verschillende kabels door afzonderlijke kanalen te leiden. Fabrikanten kwamen met oplossingen waarbij de J-haken werden gemonteerd op metaalprofielen, zoals platstaal, draagprofielen of stangen, in constructies met één enkele rij of met de ruggen naar elkaar, die vaak worden aangeduid met de naam “J-haak bomen”. De voordelen hiervan lagen voor de hand. In plaats van alle kabels in één enkele kabelgoot, beschikte de klant over afzonderlijke kabelpaden voor kabels van Cat. 5, Cat. 6, glasvezel en coaxkabels met de mogelijkheid om voice, data, CCTV, controlesystemen, brandalarm, verpleegoproepsystemen te scheiden en automatiseringssystemen te bouwen, om maar enkele voorbeelden te noemen. Helaas moesten deze structuren vaak in de fabriek of in de werkplaats worden samengesteld, wat aangepaste studies en lange leveringstermijnen vereiste. ERICO, de ontwikkelaar van het CADDY® CAT LINKS systeem, had echter een beter idee: ERICO ontwierp een veerstalen steunstructuur die de J-haken verticaal met elkaar verbindt. Door de haken eenvoudig aan elkaar te klikken kan de installateur nieuwe structuren samenstellen, zelfs met verschillende maten J-haken, op locatie en zonder schroeven. Een ander pluspunt is dat de J-haak kabelweg met de tijd kan worden aangevuld, totdat wordt overwogen om een extra kabelweg aan te leggen. Als de plafondhoogte dit toelaat kan er een ander J-haak systeem worden bevestigd onder het bestaande systeem, wat wellicht de meest voordelige oplossing is.
De hulpstukken en de structuur waaraan deze worden bevestigd (bijvoorbeeld het plafond) zijn bepalend voor de belastingsgrens van elke configuratie. Een voorbeeld: De CADDY® CAT LINKS hoeksteunen en structuursteunen zijn UL®-gecertificeerd voor 90 kilo (200lbs) elk. Als het plafond dit gewicht kan dragen, kan er een structuur van minstens zes J-haken van 100 mm (4”) worden aangelegd voor de ondersteuning van kabels van verschillende categorieën (zie onderstaande tabellen met de vulcapaciteit en het gewicht van de kabels.)
7
Trekgereedschap Volgens de industriestandaarden en in de praktijk de beste oplossing moeten de kabelwegen worden aangelegd op draagstructuren zoals kabelgoten, draadgoten en J-haken. En vele aannemers doen dat ook. Ze leggen de kabels uit in bundels op de vloer onder de draagstructuur en tillen deze dan op om ze erin te installeren. We hebben echter allemaal gezien hoe installateurs kabels van punt A naar punt B boven het plafond, langs hoeken en op en neer niveauverschillen trekken. De instanties die de standaarden definiëren hebben, zonder akkoord te gaan met deze methode, een buigradius voorgeschreven voor de verschillende kabelondersteuningssystemen die in de praktijk neerkomen op een minimum buigradius voor de bochtstukken van een kabelgoot. Door het intelligent aanleggen van J-haken in niet-continue kabelpaden wordt ook dit voorschrift in acht genomen. Sommige fabrikanten gaan zelfs een stap verder en leveren gereedschappen waarmee de kabels snel kunnen worden gepositioneerd en aangetrokken. Zo wordt het CADDY® CAT LINKS systeem bijvoorbeeld geleverd met een kabeltrekker die tijdelijk een drierollenbeugel aanbrengt onder elke derde of vierde J-haak. De kabel kan dan worden aangetrokken over een serie rubber rollen om de benodigde trekkracht te verminderen. Nadat de kabelbundel is door getrokken tilt de installateur hem in de J-haak.
Een passende beschrijving zou zijn: Het beste van twee werelden. Na het installeren van de kabels, kunnen de kabeltrekkers weer worden losgemaakt en opnieuw gebruikt voor een ander project. Vanwege de rubber rollen zijn de kabeltrekkers niet geschikt voor montage in een ‘plenum’. Na gebruik moeten ze worden verwijderd uit de ‘plenum’ ruimte.
8
Installatie Kabel media J-haken worden gebruikt voor telecommunicatiekabels van alle • Categorieën (bijvoorbeeld CAT3, CAT5e, CAT6, CAT6A) • Niet in een categorie ingedeelde kabels (beveiliging, audio/video) • Glasvezel kabel • Coaxkabels Bovendien zijn J-haken geschikt voor het dragen van • Draadgoot • Buizen • Kabelbuizen J-haken zijn geschikt voor installaties tot maximaal 600 volt. • Gepantserde kabels • Metaal afgeschermde kabels • Afgeschermde kabels • Instrumentatie Kabels • Modulair metalen en niet-metalen kabelsystemen (voorgefabriceerd met kabelbomen) De Amerikaanse kabel- en connectiviteitsfabrikanten hebben voor het merendeel J-haken geadopteerd als een beproefde methode voor het dragen van kabels. Als voorbeeld een connectiviteitsfabrikant die zelfs een gamma J-haken verkoopt. Hoe kunnen kabel fabrikanten de kabel garanderen voor langer dan 20 jaar, als er de geringste twijfel zou bestaan over de kabel dragende voorzieningen? Vulcapaciteit kabels Zie hieronder voor de aanbevolen maximum vulcapaciteit van de kabels Aantal kabels met een vullingsgraad van 70% J-haak J-haak Dwarsdoorsnede Ø Ø Oppervlakte (”2) (mm) (in.)
Cat. 5 4-paar UTP
Cat. 6 4-paar UTP
Cat. 6A 75Ω 75Ω Glasvezelkabel 4-paar Coaxkabel Coaxkabel 4 vezels UTP RG59 RG6 Quad
25
1
1.07
20
15
10
20
30
13
50
2
3.97
90
60
35
90
100
50
75
3
9.26
200
150
80
200
250
120
100
4
15.48
330
220
140
330
425
200
9
Trekspanning De maximum trekspanning voor gebalanceerde 4-aderige getwist paar kabels mag niet hoger zijn dan 110 N= (25 lbf) bij het installeren. De maximum trekspanning voor optische vezelkabels met vier of minder aders is 220 N= (50 lbf). Voor multiaderige kabels moeten de trekspanningsvoorschriften van de fabrikant worden gevolgd. TIASM-568C-0 doet aanbevelingen in clausules 5.3 voor kabels met koperen geleiders en in 5.4 voor Glasvezelkabel. Buig radius De minimum buigradius voor 4-aderige kabels mag niet minder zijn dan 4 keer de kabeldoorsnede tijdens en na het installeren. Voor optische vezelkabels voor binnenshuis gebruik, is de minimum buigstraal 50 mm (2 ”) tijdens de installatie en 25 mm (1”) na het installeren (zonder trekbelasting). Voor multiaderige kabels moeten de buigstraalvoorschriften van de fabrikant worden gevolgd. TIASM-568C-0 doet aanbevelingen in clausules 5.3 voor kabels met koperen geleiders en in 5.4 voor Glasvezelkabel. Afstand tussen bevestigingen J-haken in kabelpaden voor telecommunicatie-toepassingen moeten een hartafstand van 1.500 mm (5’) of minder hebben. Voor veranderingen van richting of van niveau is een kortere hartafstand noodzakelijk. Sommige kabel- en connectiviteitsfabrikanten raden in hun opleidingsmateriaal aan om kortere hartafstanden te gebruiken, bijvoorbeeld 1.200 mm (4’). Hoewel in onze ervaring een kortere hartafstand niet noodzakelijk blijkt, kan het ook geen kwaad. Het is goed om in de praktijk een maximum doorhanging van 300 mm (12”) te handhaven. De doorhanging is de verticale afstand van een theoretisch horizontale lijn tussen twee aangrenzende J-haken en het laagste punt van de kabels halverwege de twee J-haken. Door extra J-haken tussen beide te installeren wordt de doorhanging verminderd. De hartafstanden tussen J-haken voor vertakte circuits van maximaal 600 volt moeten voldoen aan de desbetreffende bekabelingsmethoden van hoofdstuk 3 van de National Electrical Code (NEC)® of aan de van toepassing zijnde nationale standaarden.
A A = 1.20 - 1.50 m B < 300 mm
B
10
Gewicht De onderstaande tabellen geven het gewicht aan van een J-haak die voor 70% is gevuld met kabel en die een kabelsegment draagt van 1.500 mm (5”) J-haak Ø (mm)
Cat. 5 4-paar UTP
Cat. 6 4-paar UTP
Cat. 6A 4-paar UTP
Glasvezelkabel 4 vezels
75Ω Coaxkabel RG59
75Ω Coaxkabel RG6 Quad
25
0.9 kg
0.9 kg
0.9 kg
0.5 kg
1.8 kg
0.9 kg
50
4.1 kg
3.4 kg
3 kg
2.5 kg
5.9 kg
3.2 kg
75
9.1 kg
8.6 kg
6.8 kg
5.5 kg
15 kg
8.2 kg
100
15.0 kg
12.7 kg
11.8 kg
9.1 kg
25.0 kg
13.2 kg
J-haak Ø (in.)
Cat. 5 4-paar UTP
Cat. 6 4-paar UTP
Cat. 6A 4-paar UTP
Glasvezelkabel 4 vezels
75Ω Coaxkabel RG59
75Ω Coaxkabel RG6 Quad
1
2 lb
2 lb
2 lb
1.2 lb
4 lb
2 lb
2
9 lb
7.5 lb
6.5 lb
5.5 lb
13 lb
7 lb
3
20 lb
19 lb
15 lb
12 lb
33 lb
18 lb
4
33 lb
28 lb
26 lb
20 lb
55 lb
29 lb
J-haken van CADDY® CAT LINKS zijn UL-gecertificeerd® voor een belasting van 27,3 kilo (60lb). De trekkracht die wordt gebruikt voor de UL test voor deze belasting is 81,8 kilo (180lb). Verbinden en aarden J-haken hoeven net als alle andere niet-continue kabelklemmen, niet elektrisch te worden aangesloten of geaard. Dit is uitsluitend vereist voor continue draagsystemen zoals kabel-, draadgoten en leidingen (zie 2011 NEC 250.92 (A)(1)).
Voorbereiding- en installatietijd Het is een feit dat J-haak kabelweg in minder tijd worden aangelegd dan kabelwegen met kabelgoten. Om te beginnen moeten de kabel dragende systemen worden opgeslagen, vervoerd en voorbereid. Kabelgoten worden meestal geleverd in stukken van 0,6 m (2’) tot 3 m (10’) met veel onderdelen voor het aan elkaar zetten en bevestigen. De transportkosten zijn hoog en bovendien is er veel opslagruimte nodig bij de distributeur, de installateur en op de bouwplaats zelf. Voor kabelgoten is meestal een tweede persoon nodig voor het optillen en monteren. Het toevoegen van een additionele kabelgoot is een tijdrovende taak. In tegenstelling hiervan worden J-haken geleverd in kleine dozen, die eenvoudig te verzenden, op te slaan en te verplaatsen zijn op de bouwplaats. Ze kunnen door één persoon worden gemonteerd. Het toevoegen van andere J-haken van CADDY® CAT LINKS op een bestaand kabelpad is een kwestie van “vastklikken”. Ook is er minder tijd nodig voor het installeren van hulpstukken voor J-haken. Het is daarom niet verbazend dat het gebruik van J-haken een arbeidstijdbesparing van maximaal 75% kan opleveren. 11
Voldoen aan geldende normen Naleving van de geldende normen J-haken moeten voldoen aan de eisen de National Electrical Code (NEC)© en vooral aan artikel 300.11 (Beveiligen en ondersteunen). Wanneer ze worden gebruikt voor voedingskabels van maximaal 600 volt moeten ze ook voldoen aan de voorschriften van de van toepassing zijnde bekabelingsmethoden van hoofdstuk 3 (Bekabelingsmethoden en materialen), bijvoorbeeld gepantserde kabels, beklede metalen kabels, niet-metalen beklede kabels en verschillende soorten leidingen en buizen die kunnen worden gedragen door J-haken. In Canada moet ook de Canadian Electrical Code (CEC®), Deel 1, worden gevolgd. De relevante clausules kunnen worden gevonden in Sectie 12. Naleving van normen Er zijn twee instituten voor het testen van J-haken in Noord-Amerika. De Telecommunications Industry Association (TIASM) levert de voornaamste eisen voor het ontwerpen en installeren in TIA-568 en TIA-569 (in de laatste edities). De TIA-568 standaarden hebben betrekking op telecommunicatiekabels en schrijven een bepaalde buigstraal voor bij kabels, die bepalend zijn voor de minimum buigstraal voor de kabelpaden, bijvoorbeeld op de J-haak. De TIA-569 normen geven de eisen op voor telecommunicatiekabelwegen en ruimten, bijvoorbeeld de maximum hartafstand tussen de J-haken. Een andere belangrijke norm is de standaard opgesteld door Laboratories’ UL 2239 “Hardware voor het ondersteunen van leidingen, buizen en kabels”. Hetzelfde document werd gepubliceerd voor Canada als CSA® C22.2 nr. 18.4-04. Deze norm geldt voor het testen van de corrosiebestendigheid, trekproeven enz. Deze tests zijn vrij streng voor een grote bedrijfszekerheid van de producten. Bijvoorbeeld als een fabrikant een nominale belasting van 27 kilo (60 lb) wil publiceren voor een J-haak, is er voor de test een trekkracht vereist van 82 kilo(180 lb), met een veiligheidscoëfficiënt 3. J-haken worden beschouwd als niet-continue klemmen en bevestigingsmiddelen in internationale standaarden als ISO®/IEC® 18010 en in nationale standaarden als EN50174 voor Europa en als 3084:2003 voor Australië en Nieuw-Zeeland.
12
Certificering door derde partijen Hoewel dit niet is vereist, streven de meeste J-haak fabrikanten naar een certificering door derde partijen om aan te tonen dat hun product voldoet aan UL 2239. Nadat de van toepassing zijnde testen zijn geslaagd, wordt het keurmerk toegekend. Voorbeelden van certificaties in Noord-Amerika zijn UL, cULus® (voor de U.S.A. en Canada), CSA en ETL® (Intertek). Om effectief te zijn moet de certificering betrekking hebben op alle onderdelen van het ondersteuning systeem en niet alleen op de J-haak. Let daarom op het keurmerk voor de hulpstukken enz. Aanvullende onderzoeken De afgelopen 15 jaar werden er onderzoeken uitgevoerd om aan te tonen hoe de J-haak systemen de transmissiekwaliteit van de kabels zou kunnen beïnvloeden. Een van de oorspronkelijke onderzoeken vond plaats in de laboratoria van een groot telecommunicatiebedrijf, met als doel de beweringen van het J-haak systeem te weerleggen. Na de J-haken aanvankelijk te hebben geïnstalleerd met een hartafstand van 1,5 m (5’) zoals aanbevolen door de fabrikant, werd de hartafstand vergroot tot 3 m (10’), 7,5 m (25’) en uiteindelijk tot 15 m (50’). De doorhanging volgens de aanbevelingen van de fabrikant is maximaal 300 mm (12”). Tijdens het onderzoek was de doorhanging bij een grotere hartafstand meer dan 1.200 mm (48”). De prestaties met betrekking tot overspraak tussen dradenparen aan de zijde van de signaalbron (NEXT) in categorie 5 kabels werd gemeten en de grafieken gaven frequenties weer van maximaal 500 MHz. Het onderzoek werd in 1999 voorgelegd aan de TIA commissie verantwoordelijk voor de standaarden voor transmissiekwaliteit (nu TIA-TR-42.7). Gelet op alle testresultaten, zelfs met de extreme opstelling met een hartafstand van 15 m (50’) en een doorhanging van 1.200 mm (48”), kwam het testrapport tot de conclusie dat J-haken “geen noemenswaardig effect hebben op NEXT prestaties”. Een ander onderzoek in hetzelfde laboratorium kwam in 2000 tot dezelfde conclusie voor ANEXT (onderlinge overspraak) prestaties. Meer recentelijk voerde ERICO ongeveer 130 tests uit (op meer dan 100.000 testpunten) om de prestaties te meten van categorie 6 kabels in J-haken, draadgoten, kabelrekken en leidingen. De tests werden verricht met een transmissie van maximaal 10 Gb, frequenties van maximaal 500 MHz en een afstand van maximaal 90 meter. De resultaten werden gepresenteerd op de BICSI conferentie in september 2007 in Las Vegas. De prestaties van de J-haken waren beter dan die van de andere onderzochte systemen. Dit is geen verrassing, wanneer men kijkt naar het feit dat parallel lopende kabels, wijzigingen van de relatieve positie van kabels ten opzichte van elkaar op het kabelpad, het bundelen van kabels en de afstand tussen de kabels veel invloed hebben op onderlinge overspraak. Door kabels in J-haken te ontbundelen werd er bijvoorbeeld 6 dB winst verkregen. Door de unieke samenstelling van kabels in J-haken worden korte gebundelde kabeldelen in J-haken afgewisseld door lange ongebundelde kabeldelen tussen J-haken, waar meer ruimte is tussen de kabels, zodat de relatieve positie van de kabels voortdurend verandert. De opzettelijk gecreëerde “chaos” in het kabeltraject is sterker dan bij andere ondersteuningsmethoden en leidt tot een aanzienlijke vermindering van onderlinge overspraak. Het zorgt tevens voor een betere warmteafvoer in PoE (Power over Ethernet) toepassingen. 13
Milieuaspecten Gerecycled materiaal J-haken van CADDY® CAT LINKS worden voor maximaal 80% gemaakt van gerecycled staal en kunnen opnieuw worden gerecycled. Materiaalbesparing J-haken vormen geen continu kabelpad en gebruiken daarom minder materiaal dan kabelgootsystemen. Het volgende voorbeeld laat zien hoe groot de materiaalbesparing is: Voor drie meter (10’) kabelpad gemaakt van draadgoten van 50 mm bij 300 mm (2” bij 12”) wordt er 6,4 kilo (14lb) staal gebruikt. Voor een kabelpad met dezelfde lengte aangelegd met drie J-haken van 100 mm (4”) wordt er 0,72 kilo (1.6lb) staal gebruikt. In dit geval is er sprake van een materiaalbesparing van 88%.
Conclusie • Geavanceerde J-haak systemen, als CADDY® CAT LINKS, voldoen niet alleen aan de eisen van industriestandaarden voor koper en glasvezelkabels maar overtreffen deze zelfs. • CADDY CAT LINKS is het meest flexibele ondersteuningssysteem dat voldoet aan de huidige en de toekomstige eisen voor kabelwegen met kabels met koperen geleiders en glasvezelkabels. • In vergelijking met continue ondersteuning systemen zoals kabel- en draadgoten en leidingen, zijn J-haken voordeliger. Minder logistieke kosten, kortere installatie tijden minder materiaal zorgen voor lagere totaal kosten. • Ook het milieu heeft hier baat bij: J-haken gebruiken aanzienlijk minder staal dan continue onder steuningssystemen en kunnen volledig worden gerecycled.
14
Auteur Ray Keden is de wereldwijd manager Codes & Standards bij ERICO International Corporation, Solon, Ohio. Ray heeft een masters in elektrotechniek en meer dan 45 jaar ervaring in de datacomsector in Europa en de Verenigde Staten. Hij is een RCDD en een BICSI ITS technicus. Ray is een kernlid van National Electrical Code Panel 3, een expert lid van ISO/IEC JTC1 SC25 WG3, een lid van de BICSI commissies voor Wetten & Standaarden en van de TIA-TR42 Engineering commissie. De afgelopen 15 jaar heeft hij veel artikelen geschreven in publicaties over elektrotechniek en telecommunicatie en heeft hij presentaties gegeven op conferenties op het Amerikaanse continent, in Europa, Azië en in Australië. Ray Keden kreeg in 2006 de Harry Pfister prijs voor Excellentie in de Telecommunicatiesector toegekend door de Universiteit van Zuid Florida, Afdeling Engineering.
BICSI is een gedeponeerd handelsmerk van BICSI, Inc. CEC en CSA zijn geregistreerde handelsmerken van Canadian Standards Association International. ETL is een gedeponeerd handelsmerk van Intertek Testing Services NA, Inc. IEC is een gedeponeerd handelsmerk van International Electrotechnical Commission. ISO is een gedeponeerd handelsmerk van International Organization for Standardization. NEC is een geregistreerd handelsmerk van, en de National Electrical Code (NEC) norm is een copyright van de National Fire Protection Association. TIA is een dienstmerk van Telecommunications Industry Association. cULus en UL zijn gedeponeerde handelsmerken van Underwriters Laboratories, Inc.
15
WAARSCHUWING ERICO producten mogen alleen worden gebruikt zoals is aangegeven op instructiebladen en het trainingsmateriaal voor ERICO-producten. Instructiebladen zijn beschikbaar op www.erico.com en bij uw ERICO klantenservice-vertegenwoordiger. Onjuiste installatie, verkeerd gebruik, verkeerde toepassing of het op andere wijze niet volledig naleven van de ERICO instructies kunnen tot gevolg hebben dat producten verkeerd functioneren en schade toebrengen aan eigendommen en resulteren in ernstige tot fatale gevolgen voor uw gezondheid. GARANTIE ERICO garandeert dat haar producten ten tijde van de verzending geen materiaal -of uitvoeringsgebreken vertonen. GEEN ENKELE ANDERE GARANTIE, EXPLICIET NOCH IMPLICIET (INCLUSIEF EEN GARANTIE VAN VERHANDELBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR SPECIFIEK GEBRUIK) ZAL BESTAAN IN RELATIE TOT DE VERKOOP OF HET GEBRUIK VAN ERICO PRODUCTEN. Schadeclaims voor fouten, tekortkomingen, gebreken of afwijkingen die bij inspectie vast te stellen zijn moeten schriftelijk worden ingediend binnen vijf (5) dagen nadat Koper de producten heeft ontvangen. Alle andere schadeclaims moeten schriftelijk bij ERICO worden ingediend binnen zes (6) maanden na de verzend -of transportdatum. Producten die beweerdelijk afwijkend of defect zijn moeten aan ERICO voor inspectie worden geretourneerd, en wel meteen nadat ERICO hiervoor conform haar retourneringsbeleid schriftelijke goedkeuring heeft verleend. Schadeclaims die niet met inachtneming van bovenstaande bepalingen en binnen de toegestane periode zijn ingediend zullen niet in behandeling worden genomen. ERICO is nimmer aansprakelijk voor producten die niet zijn opgeslagen of gebruikt overeenkomstig ERICO’s specificaties en aanbevolen procedures. Naar eigen keuze kan ERICO afwijkende of defecte producten waarvoor zij aansprakelijk is repareren of vervangen, dan wel de aankoopprijs aan Koper vergoeden. KOPER HEEFT GEEN ANDERE RECHTEN DAN VOORGAANDE, IN VERBAND MET DE DOOR ERICO GEGEVEN GARANTIE OF WEGENS SCHADE OF LETSEL VEROORZAAKT DOOR DE VERKOOP OF HET GEBRUIK VAN ENIG ERICO PRODUCT, WAARBIJ HET NIET UITMAAKT OF DEZE NU ZIJN GEBASSEERD OP WANPRESTATIE, ONRECHTMATIGE DAAD OF NALATIGHEID. BEPERKING VAN DE AANSPRAKELIJKHEID ERICO sluit iedere vorm van aansprakelijkheid uit, met uitzondering van door opzet of grove veronachtzaming van haar werknemers veroorzaakte directe schade. In voorgaand geval is de aansprakelijkheid van ERICO beperkt tot maximaal de totale aankoopprijs. ERICO is nimmer aansprakelijk voor enig door Koper geleden winst -of omzetverlies, voor schade als gevolg van productieonderbrekingen of vertragingen, noch voor arbeid, reparatie -of materiaalkosten of voor andere vergelijkbare of afwijkende gevolgschade die Koper geleden mocht hebben. Copyright ©2012 ERICO International Corporation, All rights reserved. CADDY, CADWELD, CRITEC, ERICO, ERIFLEX, ERITECH, and LENTON are registered trademarks of ERICO International Corporation.
F1089W-EUDU
F1410LT11EUDU
WB0512