SECUNDAIR ONDERWIJS Onderwijsvorm:
BSO
GRAAD:
DERDE GRAAD
LEERJAAR:
EERSTE EN TWEEDE LEERJAAR
Studiegebied:
Maritieme opleidingen
FUNDAMENTEEL GEDEELTE
Optie:
RIJN- EN BINNENVAART
Vak(ken):
TV Scheepvaart
Vakkencode:
IT-q
Leerplannummer:
2001/084 (nieuw)
8 Lt/w
1 ste lj.
6 Lt/w
2 de lj.
BSO – 3de graad – optie RIJN- EN BINNENVAART TV SCHEEPVAART (1ste leerjaar: 8 lestijden/week, 2de leerjaar: 6 lestijden/week)
INHOUD Visie ........................................................................................................................................................2 Beginsituatie............................................................................................................................................2 Algemene doelstellingen .........................................................................................................................2 Leerplandoelstellingen / leerinhouden.....................................................................................................3 Tv binnenvaart en navigatie ...............................................................................................................3 Tv theorie radar..................................................................................................................................7 Tv reglementen ................................................................................................................................11 Tv sloepgast en veiligheidscursus ...................................................................................................15 Tv topografie waterwerken...............................................................................................................17 Tv vervoer gevaarlijke stoffen ..........................................................................................................19 Pedagogisch-didactische wenken en timing .........................................................................................26 Tv binnenvaart en navigatie .............................................................................................................26 Tv radar............................................................................................................................................27 Tv reglementen ................................................................................................................................29 Tv sloepgast en veiligheidscursus ...................................................................................................30 Tv topografie waterwerken...............................................................................................................31 Tv vervoer gevaarlijke stoffen ..........................................................................................................32 Minimale materiële vereisten ................................................................................................................33 Tv binnenvaart en navigatie .............................................................................................................33 Tv radar............................................................................................................................................33 Tv reglementen ................................................................................................................................33 Tv sloepgast en veiligheidscursus ...................................................................................................33 Tv topografie waterwerken...............................................................................................................33 Tv vervoer gevaarlijke stoffen ..........................................................................................................33 Evaluatie ...............................................................................................................................................34 Timing en jaarplan.................................................................................................................................35 Bibliografie ............................................................................................................................................37
1
BSO – 3de graad – optie RIJN- EN BINNENVAART TV SCHEEPVAART (1ste leerjaar: 8 lestijden/week, 2de leerjaar: 6 lestijden/week)
2
VISIE In het technisch vak ‘Scheepvaart’ wordt de nodige theoretische kennis bijgebracht om de leerlingen voor te bereiden op het examen voor het behalen van het vaarbewijs A en B, zoals voorzien in bijlage 4 van het KB van 23 december 1998. Daarnaast wordt ook aandacht besteed aan de noodzakelijke ondersteunende kennis die noodzakelijk is voor het praktisch vak ‘Rijn- en binnenvaart’.
BEGINSITUATIE De leerlingen volgenden bij voorkeur de optie Rijn- en binnenvaart van de 2de graad BSO. Toch kunnen de leerlingen uit zeer veel verschillende studierichtingen komen, waardoor de vooropleiding nogal kan verschillen. Ook het feit of de leerlingen al dan niet uit een ‘schippersmilieu’ afkomstig zijn zorgt voor heel verschillende beginsituatie. Van de lerares/leraar wordt verwacht dat zij/hij zo vlug als mogelijk de beginsituatie van de leerlingen test om zo vlug als mogelijk eventuele achterstanden te kunnen wegwerken. Het gebruik van binnenklasdifferentiatie en inhaallessen buiten het normale lessenrooster zal hierbij van essentieel belang zijn.
ALGEMENE DOELSTELLINGEN Naast het bijbrengen van de noodzakelijke technische kennis, eigen aan het beroep, zal de leraar ook hebben voor de vereiste persoonlijkheidskenmerken: • • • • • • • • • • • •
Bewust veiligheidsbevorderend en preventief optreden Verantwoordelijkheidszin opbrengen en plichtsbewust handelen Zin voor samenwerking aan de dag leggen Kritisch ingesteld zijn ten opzichte van het eigen werk Zin voor orde en netheid nastreven Bereidheid tot permanente vorming en belangstelling voor technologisch vernieuwingen Economisch verantwoord omgaan met materialen Kwaliteitszorg alsook zin voor nauwkeurigheid, volledigheid en stiptheid nastreven Kostenbewust denken en werken Zin voor productiviteit ontwikkelen Groeien naar gestructureerd zelfstandig werken Het raadplegen van informatiebronnen aanmoedigen
BSO – 3de graad – optie RIJN- EN BINNENVAART
3
TV SCHEEPVAART (1ste leerjaar: 8 lestijden/week, 2de leerjaar: 6 lestijden/week)
LEERPLANDOELSTELLINGEN / LEERINHOUDEN TV BINNENVAART EN NAVIGATIE 1ste leerjaar: 2 lestijden/week 2de leerjaar: 2 lestijden/week Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 1
de verschillende markeringen herkennen. de verschillende markeringen interpreteren. de verschillende lichtkarakters per markering herkennen.
2
de verschillende markeringen herkennen. de verschillende markeringen interpreteren. de verschillende lichtkarakters per markering herkennen.
1 • • • • • • •
Betonningssysteem I.A.L.A. (herhaling) laterale markering gemodificeerde laterale markering cardinale markering losliggend gevaar markering veilig vaarwater markering bijzondere markering markering van een nieuw gevaar
2 • • • • • • • • • •
Betonningssysteem S.I.G.N.I. (herhaling) laterale hoofdmarkering laterale scheidingsmarkering laterale aanvullende markering cardinale markering afzonderlijk gevaar markering veilig vaarwater markering bijzondere markering markering van gevaarlijke punten en obstakels markering van de loop van de vaargeul markering van havens en aftakkingen
3
de betekenis van de verschillende tekens ontledend verklaren.
3 • • • • •
Verkeerstekens langs de vaarweg (C.E.V.N.I.) gebodstekens verbodstekens beperkingstekens aanwijzingstekens aanbevelingstekens
4
de meridianen aantonen op een kaart.
4 •
Kaartlezen sterrenkundige plaatsbepaling
de parallelcirkels aantonen op een kaart.
BSO – 3de graad – optie RIJN- EN BINNENVAART
4
TV SCHEEPVAART (1ste leerjaar: 8 lestijden/week, 2de leerjaar: 6 lestijden/week)
Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen de kenmerken van een meridiaan opsommen. de kenmerken van een parallelcirkel opsommen. de meridiaan van Greenwich aantonen op een kaart. de evenaar aantonen op een kaart. de kreeftskeerkring en de steenbokskeerkring aantonen op een kaart.
• • • • • •
meridianen en parallellen kaartschaal coördinaten kaartprojecties dieptecijfers en dieptelijnen kaartsymbolen
5 • • • • • • • • • • • •
Vaarweg bepalen op ruimere vaarwateren. ware koersen magnetische koersen kompaskoersen deviatiekromme ware peilingen magnetische peilingen kompaspeilingen kruispeilingen stroomdrift gegist bestek berichten aan zeevarenden lichtenlijst
meetgereedschap en kaartpasser gebruiken. een afstand bepalen volgens de lijnschaal van een kaart. een afstand bepalen volgens de breukschaal van een kaart. een afstand bepalen op de kaartrand. een afstand in zeemijlen omrekenen naar kilometers. een afstand in kilometers omrekenen naar zeemijlen. plaatsen situeren door middel van breedte en lengte. het verschil uitleggen tussen een Mercatorprojectie en een stereografische projectie. 5
de gevolgen van variatie uitleggen. de gevolgen van deviatie uitleggen. een ware koers meten. een kompaskoers aflezen. een stroomkaveling tekenen. een deviatiekromme opmaken. een kompaskoers berekenen. een ware koers berekenen. de bedoeling van een peiling uitleggen. het verschil uitleggen tussen een ware peiling, een magnetische pei-
BSO – 3de graad – optie RIJN- EN BINNENVAART
5
TV SCHEEPVAART (1ste leerjaar: 8 lestijden/week, 2de leerjaar: 6 lestijden/week)
Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen ling en een kompaspeiling. de resultaten van een peiling verwerken. koersen bepalen rekening houdend met wind (lager wal vermijden) koersen bepalen rekening houdend met ondiepten. afstand van een traject bepalen. vaartijd van een traject bepalen. positie bepalen door middel van een kruispeiling. positie bepalen met behulp van een satellietplaatsbepalingssysteem. de gemiddelde uursnelheid van het vaartuig vaststellen. berichten aan zeevarenden verwerken. symbolen uit de lichtenlijst verklaren. 6
uitleggen welke informatie uit Rijnatlas en Weska kan geput worden. de informatie uit Rijnatlas en Weska toepassen. openings- en bedieningstijden van bruggen en sluizen opzoeken in gidsen. uitleggen dat behalve het algemeen geldend scheepvaartreglement ook bijzondere havenverordeningen van toepassing zijn in de havens. de bijzondere havenverordeningen toepassen. actuele waterstanden noteren. de verschillende mogelijkheden opsommen om de actuele waterstanden te kennen. de waterdiepten bepalen van de verschillende riviergedeelten. de verschillende manieren opsommen om stremmingen op de Rijn te lokaliseren. het beste vaarregime terug vinden in het vaartijdenboek in functie
6 • • • • • • • • • • • •
Rijnvaartnavigatie Emmerich – Bazel Emmerich – Duisburg Duisburg – Keulen Keulen – Koblenz Koblenz – Mainz Mainz – Mannheim Mannheim – Straatsburg Straatsburg – Bazel gebruik van informatiebronnen havenverordeningen vaardiepten stremmingen vaarregime
BSO – 3de graad – optie RIJN- EN BINNENVAART
6
TV SCHEEPVAART (1ste leerjaar: 8 lestijden/week, 2de leerjaar: 6 lestijden/week)
Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen van de personeelsbezetting. steden langs de Rijn opsommen. havens langs de Rijn opsommen. kmr opnoemen van verschillende belangrijke plaatsen. plaatsen opsommen waar bruggen liggen over de Rijn. ondiepten (zandbanken) opsommen met naam en plaats. zijrivieren van de Rijn opsommen. plaatsen opsommen waar verplicht rechts-rechts verkeer op de Rijn van toepassing is. 7
aantonen dat zij in de praktijk beide systemen deskundig gebruiken 7 m.b.t. plaatsbepaling, koersbepaling, gemiddelde vaarsnelheid, afgelegde afstand, enz…
Plaatsbepalingssystemen zoals G.P.S. en D.G.P.S.
8
het kaart-plotsysteem tijdens de navigatie gebruiken door het invoeren van hun positie (coördinaten), het meten van afstanden, het nemen van peilingen, het bijvoegen of verwijderen van gegevens op de elektronische kaart, enz…
Kaart-plotsysteem
d.m.v. de beweging van hun schip over de elektronische kaart en de informatie verkregen door het radarbeeld zich in staat tonen een veilige vaart aan te houden. ze doen dit door hun plaats in de vaargeul optimaal te verzorgen en hierbij een volledige en correcte analyse te maken van de verkeerssituatie ter plaatse.
8
BSO – 3de graad – optie RIJN- EN BINNENVAART
7
TV SCHEEPVAART (1ste leerjaar: 8 lestijden/week, 2de leerjaar: 6 lestijden/week) TV THEORIE RADAR 1ste leerjaar: 2 lestijden/week 2de jaar: 0 lestijden/week Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 1
het gebruikte soort golven omschrijven. voortplantingssnelheid van de radiogolven opsommen. terugkaatsing van de golven verwoorden. het werkingsprincipe van de radar verwoorden. de kengetallen van radarapparatuur voor de binnenvaart kunnen opsommen. frequentie, golflengte en snelheid berekenen. de verschil tussen X- en S band kunnen berekenen en verwoorden. het doel en invloed op echo’s van het zendvermogen formuleren. de duur van een impuls berekenen. het aantal omwentelingen van de antenne kunnen formuleren en de invloed op waargenomen echo’s. de eisen gesteld aan de antenne verwoorden. de invloed van de antenne op de bundelbreedte verwoorden. het verschil in bundelbreedte tussen binnenvaart en zeevaart verwoorden. de informatie die verschijnt op het scherm verwoorden. het beeldscherm op de correcte manier afstellen. het ontstaan van het beeld verwoorden (traditioneel, rasterscan). het verschil tussen bereik en ingesteld bereik formuleren. de beperkingen van het toestel op korte afstand verwoorden. het begrip radiale onderscheiding verwoorden. de invloed van de radiale onderscheiding op het scherm verwoorden.
1
Theorie omtrent de radar
BSO – 3de graad – optie RIJN- EN BINNENVAART
8
TV SCHEEPVAART (1ste leerjaar: 8 lestijden/week, 2de leerjaar: 6 lestijden/week)
Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen het begrip Azimutale onderscheiding verwoorden. de invloed van de Azimutale onderscheiding op het scherm verwoorden. 2
de betekenis van de koersflits op het scherm verwoorden.
2
Interpretatie van het radarbeeld
3
Verstoring van het radarbeeld
de ligging van het eigen ten opzichte van oevers, boeien, andere verwoorden. de koers van het schip ten opzichte van oevers, boeien, andere verwoorden. de draaiing van het schip op het beeld verwoorden. de afstand tot voorwerpen bepalen ( schepen, boeien, andere). het verschil tussen bereik en schaalbereik verwoorden. het onderscheid verwoorden van het gedrag van de andere verkeersdeelnemers (stilliggend, tegemoet komend, in dezelfde richting varend, andere). de betekenis van de hulpmiddelen verwoorden ( koerslijn, afstandsringen, andere). de voor- en nadelen opsommen van nalichtspoor en decentreren van het beeld. beperkingen van de informatie verkregen door radar formuleren. verschillen tussen gebruikelijke en daglicht radarapparatuur opsommen. 3
storingen die vanuit het eigen schip komen verwoorden mogelijke maatregelen tot vermindering daarvan verwoorden het ontstaan van bijbundels door het uiteenvallen van de antennebundel verwoorden het ontstaan van schaduwvorming (blinde sectoren) formuleren het ontstaan van meervoudige reflectie formuleren
BSO – 3de graad – optie RIJN- EN BINNENVAART
9
TV SCHEEPVAART (1ste leerjaar: 8 lestijden/week, 2de leerjaar: 6 lestijden/week)
Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen storingen die vanuit de omgeving komen verwoorden mogelijke maatregelen tot vermindering daarvan verwoorden storingen veroorzaakt door regen of golfslag verwoorden storingen veroorzaakt door strooivelden (bruggen, andere) verwoorden het ontstaan van meervoudige reflectie verwoorden het ontstaan van schijndoelen (valse echo’s) formuleren het ontstaan van schaduwvorming (bocht, andere) verwoorden het ontstaan en verschijningsvorm formuleren van storingen uitgaande van andere radarapparaten maatregelen tot het opheffen daarvan formuleren 4
de tijd nodig voor de inwerkstelling en gereedheid van het toestel formuleren.
4
Bediening van het radarapparaat
5
Bochtaanwijzer
6
Bijzondere politievoorschriften
de wijze waarop het toestel in basisinstelling gezet wordt formuleren. de juiste afstelling van de afstemming verwoorden. de juiste afstemming van contrast formuleren. de juiste afstemming van de helderheid verwoorden. de juiste afstemming van de versterking formuleren. de juiste afstemming van de verzwakking verwoorden. de juiste afstemming van de filter formuleren. de beeldkwaliteit beoordelen. 5
het functioneren van de bochtaanwijzer verwoorden de gebruiksmogelijkheden van de bochtaanwijzer formuleren
6
het gebruik van marifoon tijdens radarvaart verwoorden koersafspraken met behulp van marifoon verwoorden
BSO – 3de graad – optie RIJN- EN BINNENVAART
10
TV SCHEEPVAART (1ste leerjaar: 8 lestijden/week, 2de leerjaar: 6 lestijden/week)
Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen de gebruikelijke mistseinen opsommen. de minimale materiele uitrusting van het schip opsommen voor het varen met behulp van radar. de minimale personeelsbezetting en bevoegdheden verwoorden voor het varen met behulp van radar. 7
manoeuvres verwoorden met behulp van radar ( koers houden, keren 7 op stil en stromend water, in en uitvaren van engte of havens, andere). het geven van commando’s verwoorden tijdens het varen op radar.
Varen met behulp van radar
BSO – 3de graad – optie RIJN- EN BINNENVAART
11
TV SCHEEPVAART (1ste leerjaar: 8 lestijden/week, 2de leerjaar: 6 lestijden/week) TV REGLEMENTEN 1ste leerjaar: 1 lestijd/week Decr. nr.
2de leerjaar: 1 lestijd/week LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 1
de artikels 1 en 2(uit het Reglement der Beneden-Zeeschelde en het 1 Scheepvaartreglement van de Westerschelde, met hun respectieve • toelichtingen) samenvatten, ze in mensentaal omzetten en toepassen op concrete vaarsituaties op vaarwegen in het algemeen.
Hoofdstuk 1:Algemene bepalingen: KB 23/12/’98 Art.1 tot en met 3
artikel 3 (uit het Reglement der Beneden-Zeeschelde en het Scheepvaartreglement van de Westerschelde, met hun respectieve toelichtingen) opzoeken en toepassen op concrete vaarsituaties. 2
de artikels 10, 13, 14, 15, 16, 17, 18 en 19 (uit het Reglement der 2 Beneden-Zeeschelde en het Scheepvaartreglement van de Wester• schelde, met hun respectieve toelichtingen) samenvatten, ze in mensentaal omzetten en toepassen op concrete vaarsituaties op vaarwe- • gen in het algemeen. • de artikels 4, 5, 6, 7, 8 en 9 (uit het Reglement der Beneden-
Hoofdstuk 2:Voorschriften betreffende het uitwijken: Afdeling 1:gedrag van schepen bij elk soort zicht (Art. 4 tot en met 10) Afdeling 2:gedrag van schepen in het zicht van elkaar (Art. 11 tot en met 18) Afdeling 3:gedrag van schepen bij beperkt zicht (Art. 19)
Zeeschelde en het Scheepvaartreglement van de Westerschelde, met hun respectieve toelichtingen) opzoeken en toepassen op concrete vaarsituaties. 3
de artikels 21, 24, 25, 26, 27, 28, 29, 30 en 31(uit het Reglement der 3 Beneden-Zeeschelde en het Scheepvaartreglement van de Wester• schelde, met hun respectieve toelichtingen) samenvatten, ze in mensentaal omzetten en toepassen op concrete vaarsituaties op vaarwegen in het algemeen.
Hoofdstuk 3: Lichten en dagmerken: Artikelen 20 tot en met 31.
de artikels 20, 22 en 23 (uit het Reglement der Beneden-Zeeschelde en het Scheepvaartreglement van de Westerschelde, met hun respectieve toelichtingen) opzoeken en toepassen op concrete vaarsituaties. 4
de artikels 34, 35, 36 en 37 (uit het Reglement der BenedenZeeschelde en het Scheepvaartreglement van de Westerschelde, met hun respectieve toelichtingen) samenvatten, ze in mensentaal omzetten en toepassen op concrete vaarsituaties op vaarwegen in
4 •
Hoofdstuk 4: Geluids- en lichtseinen: Artikelen 32 tot en met 37
BSO – 3de graad – optie RIJN- EN BINNENVAART
12
TV SCHEEPVAART (1ste leerjaar: 8 lestijden/week, 2de leerjaar: 6 lestijden/week)
Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen het algemeen. de artikels 32 en 33 (uit het Reglement der Beneden-Zeeschelde en het Scheepvaartreglement van de Westerschelde, met hun respectieve toelichtingen) opzoeken en toepassen op concrete vaarsituaties. 5
artikel 39 (uit het Reglement der Beneden-Zeeschelde en het 5 Scheepvaartreglement van de Westerschelde, met hun respectieve • toelichtingen) samenvatten, ze in mensentaal omzetten en toepassen op concrete vaarsituaties op vaarwegen in het algemeen.
Hoofdstuk 5: Duwvaart: Artikelen 38 en 39
artikel 38 (uit het Reglement der Beneden-Zeeschelde en het Scheepvaartreglement van de Westerschelde, met hun respectieve toelichtingen) opzoeken en toepassen op concrete vaarsituaties. 6
de artikels 55 en 56 (uit het Reglement der Beneden-Zeeschelde en het Scheepvaartreglement van de Westerschelde, met hun respectieve toelichtingen) samenvatten, ze in mensentaal omzetten en toepassen op concrete vaarsituaties op vaarwegen in het algemeen.
6 •
Hoofdstuk 9: Slotbepalingen: Artikelen 55 tot en met 59
7 •
RPR: Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen: Artikelen 1.01 tot en met 1.24
deze artikelen in mensentaal toelichten ze samenvatten.
8
de inhoud van deze artikelen toepassen op concrete situaties in de binnenvaart en dit op de diverse vaarwaters.
•
RPR: Hoofdstuk 2: Kentekens en diepgangschalen van schepen; meting: Artikelen 2.01 tot en met 2.05
de artikels 57 en 58 (uit het Reglement der Beneden-Zeeschelde en het Scheepvaartreglement van de Westerschelde, met hun respectieve toelichtingen) opzoeken en toepassen op concrete vaarsituaties. 7
deze artikelen grondig in mensentaal samenvatten en reproduceren. de inhoud van deze artikelen toepassen op concrete situaties in de binnenvaart en dit op de diverse vaarwaters.
8
9
de voornoemde artikelen toelichten (in begrijpbare taal) deze artikelen samenvatten en toepassen in werkelijke binnenscheepvaart situaties. (Uitgezonderd van de hierboven vermelde doelstellingen zijn de arti-
9 • • •
RPR: Hoofdstuk 3: Optische tekens van schepen: Algemene bepalingen (Artikelen 3.01 tot en met 3.07) A: Tekens tijdens het varen (Artikelen 3.08 tot en met 3.19) B: Tekens tijdens het stilleggen (Artikelen 3.20 tot en met 3.26)
BSO – 3de graad – optie RIJN- EN BINNENVAART
13
TV SCHEEPVAART (1ste leerjaar: 8 lestijden/week, 2de leerjaar: 6 lestijden/week)
Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen
10
kelen: 3.02 tem. 3.07; 3.12; 3.13; 3.19; 3.24; 3.26. Deze artikelen moeten de leerlingen in het RPR kunnen opzoeken en toepassen op werkelijke situaties)
•
Bijzondere optische tekens (Artikelen 3.27 tot en met 3.33)
de artikelen 4.01; 4.04; 4.05 en 4.06 + de bijlage 6 toelichten (in verstaanbare taal) en ze samen te vatten.
10
RPR: Hoofdstuk 4:Geluidsseinen van schepen; marifoon; radar: I. Geluidsseinen (Artikelen 4.01 tot en met 4.04 + bijlage 6) II. Marifoon (Art. 4.05) III. Radar (Art. 4.06)
deze artikelen te kunnen toepassen op concrete situaties. verklaren welke handelingen de schipper dient te verrichten om zijn eigen schip en dat van de schippers in zijn omgeving alsook alle elementen in zijn vaarwater niet in gevaar te brengen.
• • •
de andere artikelen opzoeken en vinden in het RPR en deze tevens toepassen zoals hierboven werd aangehaald. 11
de overige artikelen opzoeken en vinden in het RPR.
11 • • • • •
deze toepassen zoals hierboven werd aangehaald.
•
RPR: Hoofstuk 6:Vaarregels: I. Algemene bepalingen (Art. 6.01 en 6.02) II. Ontmoeten en voorbij lopen (Art.6.03 tot en met 6.11) III. Andere vaarregels (Art. 6.12 tot en met 6.22) IV. Veerponten (Art. 6.23) V. Doorvaren van bruggen; stuwen en sluizen (Art. 6.24 tot en met 6.29) VI. 'Slecht zicht varen' op radar (Art. 6.30 tot en met 6.34)
het artikel 7.07 toelichten (in begrijpbare taal).
12 •
RPR: Hoofdstuk 7:Regels van het ligplaats wezen: Art. 7.01 tot en met 7.07
13 •
RPR: Hoofstuk 8: Aanvullende bepalingen: Artikelen 8.01 tot en met 8.10
de artikelen : 6.04 tem. 6.10; 6.13 tem. 6.17; 6.20; 6.23; 6.30 tot en met. 6.34 toelichten (in begrijpbare taal). deze artikelen samenvatten. toepassen in werkelijke binnenscheepvaart situaties.
12
deze artikelen samenvatten. toepassen in werkelijke binnenscheepvaart situaties. de overige artikelen opzoeken en vinden in het RPR. deze toepassen zoals hierboven werd aangehaald. 13
het artikel 7.8.09 en 8.10 toelichten (in begrijpbare taal) ze samenvatten. deze artikelen toepassen in werkelijke binnenscheepvaart situaties. de overige artikelen opzoeken en vinden in het RPR.
BSO – 3de graad – optie RIJN- EN BINNENVAART
14
TV SCHEEPVAART (1ste leerjaar: 8 lestijden/week, 2de leerjaar: 6 lestijden/week)
Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen deze toepassen zoals hierboven werd aangehaald. 14
het artikel 15.01 tot en met15.09 + bijlage 10 kunnen toelichten (in begrijpbare taal) ze samenvatten. deze artikelen toepassen in werkelijke binnenscheepvaart situaties.
15
14 •
verbanden leggen tussen beide scheepvaartreglementen (beiden zijn 15 ze CEVNI-reglementen). ze verklaren in begrijpbare taal.
RPR: Hoofstuk15: Bescherming van het water tegen verontreiniging en verwijdering van afvalstoffen van schepen: Artikelen 15.01 tot en met 15.09 + bijlage 10 Het vergelijken van de reglement RPR met dat van het BPR.
BSO – 3de graad – optie RIJN- EN BINNENVAART
15
TV SCHEEPVAART (1ste leerjaar: 8 lestijden/week, 2de leerjaar: 6 lestijden/week) TV SLOEPGAST EN VEILIGHEIDSCURSUS 1ste jaar: 0 lestijden/week 2de jaar: 1 lestijd/week Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 1 1.1
de soorten en de preventie opnoemen.
1
Persoonlijke overlevingstechnieken
1.1
Noodsituaties en evacuatie
het alarm en het doel van de alarmrol aantonen. voorbereidingen, taken, afspraken en orders uitleggen en leiden. 1.2
de types reddingsboten, vlotten, rescue boot opnoemen (met uitleg).
1.2
Reddingsmiddelen
doel en gebruik van boei, gordel, overlevingspak uitleggen.
• •
Persoonlijke reddingsmiddelen: Praktijk (demonstratie) met reddingsmiddelen
1.3
Overleven op zee
een praktijk demonstratie van reddingsmiddelen volgen en nadoen. 1.3
de overlevingsgevaren op zee opnoemen. het gebruik van reddingmiddelen in dit verband aantonen.
1.4
de communicatie en de reddingsaspecten omschrijven.
1.4
Helikopter hulp
1.5
de reddingsmiddelen (o.a. SART, Epirb) opnoemen en gebruik en de functie ervan omschrijven
1.5
Nood radiouitrusting
1.6
roeicommando’s geven en correct uitvoeren
1.6
Roeicommando’s
2
2
Brandpreventie en brandbestrijding
2.1
de theorie omtrent vuur (klassen):verwoorden.
2.1
Inleiding, principes, theorie
2.2
de preventieprincipes verwoorden.
2.2
Brandpreventie
de aspecten i.v.m. scheepsconstructie en -uitrusting aantonen 2.3
de detectie systemen, principes en brandmelding omschrijven
2.3
Branddetectie
2.4
doel en werking van de installaties op schepen uitleggen
2.4
Vaste brandbestrijdingsmiddelen
2.5
doel, werking van blussers en beschermingsapparatuur uitleggen.
2.5
Diverse brandbestrijdingsmiddelen
2.6
alarmering, procedures opsommen
2.6
Organisatie brandbestrijding op schepen
de organisatie bij brandbestrijding op schepen omschrijven.
BSO – 3de graad – optie RIJN- EN BINNENVAART
16
TV SCHEEPVAART (1ste leerjaar: 8 lestijden/week, 2de leerjaar: 6 lestijden/week)
Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 2.7
diverse soorten branden (oefeningen), met situaties en persoonlijke veiligheid (ook in rook), bestrijden.
3
2.7
Praktijk; bestrijden en veiligheid:
3
Elementaire (eerste) hulp bij ongevallen
3.1
Algemeen: lichaam
3.1
principes, functies van lichaamsdelen verwoorden.
3.2
soorten letsels en behandeling in verschillende gevallen omschrijven, 3.2 (eventueel wat moet vermeden worden).
Letsels en behandeling
3.3
behandeling en vervoer van slachtoffers toelichten.
3.3
Slachtoffers
3.4
een demonstraties volgen en. uitvoeren
3.4
Praktijk
4
4 de belangrijkste aspecten van menselijke samenleving (algemeen en 4.1 op een schip) opnoemen.
4.1
Persoonlijke veiligheid en veiligheid in samenleving Algemeen samenleving en organisatie
,de organisatie aan boord uitleggen. 4.2
uitleg geven bij communicatie, sociale en veiligheidsaspecten in werk- en andere situaties aan boord
4.2
Communicatie, sociale en veiligheidsaspecten
4.3
de nood aan en het nut van training op verschillende boordsituaties inzien en begrijpen.
4.3
Training op verschillende boordsituaties:
BSO – 3de graad – optie RIJN- EN BINNENVAART
17
TV SCHEEPVAART (1ste leerjaar: 8 lestijden/week, 2de leerjaar: 6 lestijden/week) TV TOPOGRAFIE WATERWERKEN 1ste leerjaar: 2 lestijden/week 2de leerjaar: 0 lestijden/week Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 1
2
de grote reliëfeenheden en rivieren aanduiden op de Europese reliëf- 1 kaart. • de grote concentratiezones van bevolking en industrie pp een blinde • • kaart aanduiden het nut van de Rijn - Donauverbinding verwoorden. de hydrografische kenmerken van de Rijn in verband brengen met het reliëf (U). de loop van de Donau beschrijven (U).
3
de Belgische rivieren kunnen benoemen op een blinde kaart. de begin- en eindpunten van de voornaamste Belgische kanalen op kaart benoemen. de Belgische waterwegen rangschikken naar hun belang. (U)
4
de Antwerpse haven situeren t.o.v. de Noordzee en het hinterland. de verschillende Antwerpse haventrafieken rangschikken naar hun belang (uit statistische gegevens). (U) de haveninfrastructuur ten aanzien van het hinterland kunnen verwoorden.
•
Algemene kenmerken van de Europese waterwegen Algemeen Europees reliëf De hydrografische bekkens in Europa Ligging van concentratiezones qua bevolkingsdichtheid en industriële productie Typering van de dichtheid van Europese waterwegen
2 • • •
De Rijn-Donauverbinding De Rijn Het Rijn-Main-Donaukanaal De Donau
3
De algemene structuur van het Belgische vaarwegennet kaart van de Belgische rivieren kaart van de Belgische kanalen structuur van het waterwegennet: de verschillende verbindingen en hun capaciteiten
• • • 4 • • •
De Antwerpse haven Algemene (verkeers)geografische situering Typering van de haven als productie- en distributieknooppunt De ligging van de kanalen, dokken en sluizen
5 • • •
De overige Belgische havens en Noordzeehavens Algemene kenmerken van de Belgische binnenhavens Vergelijking tussen de Belgische zeehavens Algemene kenmerken van de overige Noordzeehavens
de Belgische binnenhavens en zeehavens op kaart aanduiden. 5
de ligging van de Belgische zeehavens in verband brengen met de omvang en aard van de trafiek. (U) de Noordzee-havens op een blinde kaart aanduiden. de aftakkingen en sluizen van de voornaamste Belgische waterwegen lokaliseren.
BSO – 3de graad – optie RIJN- EN BINNENVAART
18
TV SCHEEPVAART (1ste leerjaar: 8 lestijden/week, 2de leerjaar: 6 lestijden/week)
Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 6
de verschillende lichtsignalen opnoemen en bespreken. (U) het gabariet van de voornaamste Belgische vaarwegen in verband brengen met de aard van het scheepvaartverkeer, inzonderheid van de duwvaart.
7
het Franse of Nederlandse waterwegennet lokaliseren op een blinde kaart.
6 • • •
De infrastructuur van belangrijke Belgische scheepvaartwegen De Beneden- en Boven-Zeeschelde De Ringvaart en het Gentse waterwegennet De Bovenschelde tot de Frans-Belgische grens
7 • •
Optie: keuze tussen: de Nederlandse vaarwegen de Franse vaarwegen
BSO – 3de graad – optie RIJN- EN BINNENVAART
19
TV SCHEEPVAART (1ste leerjaar: 8 lestijden/week, 2de leerjaar: 6 lestijden/week) TV VERVOER GEVAARLIJKE STOFFEN 1ste leerjaar: 1 lestijd/week 2de leerjaar: 2 lestijden/week Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 1
de opbouw van een materie verwoorden. de kenmerken van een molecule uitleggen . de verschillende aggregatietoestanden opsommen. de eigenschappen van de vaste toestand opsommen. de eigenschappen van de vloeibare toestand opsommen. de eigenschappen van de gasvormige toestand opsommen. volgende begrippen verklaren : • smeltingswarmte, • stollingswarmte, • verzadigde damp, • damp druk, • kookpunt, • vlampunt, • soortelijke massa, • lineair en kubiek uitzettingscoëfficiënt, • ullage, • viscositeit, • oppervlaktespan ning, • adhesie, • mengen, • oplossen, • diffusie, • hydrostatische druk, • dampdichtheid, • gas, • damp, • permanente gassen. de betekenis van de ideale gaswet aantonen (de wetten van Boyle,
1 • • • • • •
Natuurkundige begrippen. materie molecule aggregatietoestanden begripsomschrijvingen ideale gaswet vloeistofwet
BSO – 3de graad – optie RIJN- EN BINNENVAART
20
TV SCHEEPVAART (1ste leerjaar: 8 lestijden/week, 2de leerjaar: 6 lestijden/week)
Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen Gay-Lussac, Charles.) de betekenis van de vloeistofwet, de wet van Raoult aantonen. 2
de verschillende delen van een stof opsommen. de betekenis van relatieve massa uitleggen. de betekenis van moleculengewicht uitleggen. de symbolen opsommen van: • waterstof, • koolstof, • stikstof, • zuurstof, • zwavel en • Chloor. zuren en basen herkennen door hun scheikundige formule.
2 • • • • •
Scheikundige begrippen. atomen en moleculen. protonen, elektronen en neutronen. symbolen zuren en basen koolstofverbindingen
de eigenschappen van koolstofverbindingen opsom men. enkele voorbeelden opsommen van verzadigde en onverzadigde koolstofverbindingen: • Alkanen of Paraffines, • Alkenen en Alkynen, • Alkadienen. de eigenschap van een cyclische koolstofverbinding opnoemen. de eigenschap van de aromaten opnoemen. 3
de relatie met andere reglementen schematisch aantonen.
3
Situering van het A.D.N.R. tussen de andere reglementen.
4
de verschillende delen van het A.D.N.R. opnoemen.
4
De indeling van het A.D.N.R.
5
Klasse-indeling.
aan de hand van randnummers , vlot de correcte richtlijnen vinden in het ADNR- reglement 5
het klassenummer per gevaar noemen. het gevaar noemen volgens het klassennummer.
BSO – 3de graad – optie RIJN- EN BINNENVAART
21
TV SCHEEPVAART (1ste leerjaar: 8 lestijden/week, 2de leerjaar: 6 lestijden/week)
Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen etikettering van colli's en containers herkennen. 6
de verschillende elementen opnoemen, welke noodzakelijk zijn om een brand in stand te houden. het verbrandingsproces uitleggen. de betekenis uitleggen van :
6 • • •
Brand en explosiegevaar. branddriehoek begrippen soorten
7 • • • • •
Brandblusmiddelen. verschillende brandblusmiddelen brandbestrijding aangepast aan de brandende stof verschillende brandklassen. gebruik van verschillende brandbestrijdingsmiddelen soorten explosies
8 • • • • •
Ongevallen met gevaarlijke stoffen bewustzijnsverlies vergiftiging door luchtwegen, spijsvertering en huid bloeding elektrocutie thermische en scheikundige brandwonden
• ontsteking- of ontbrandingstemperatuur • zelfontstekings- of zelfontbrandingstemperatuur. • ontvlamming-, ontploffing- of explosiegrenzen. spontane zelfverhitting kunnen uitleggen. de soorten explosies opsommen. 7
de eigenschappen van de verschillende brandblusmiddelen uitleggen. de toepassing van de verschillende brandblusmiddelen aantonen. de bijkomende gevaren van brandende chemicaliën opsommen. de verschillende brandklassen opsommen. de verschillende brandblusapparaten gebruiken.
8
de mogelijke gevaren opsommen die tijdens het werken met - en in de nabijheid van gevaarlijke stoffen kunnen ontstaan.
9
de belangrijkste beschermingsmiddelen opsommen
9 • uitleggen wanneer beschermingsmiddelen moeten worden gedragen. • beschermingsmiddelen doeltreffend gebruiken. • • ademhalingsmiddelen op de juiste wijze gebruiken.
Persoonlijke beschermingsmiddelen. kledij hoofdbescherming gelaatsbescherming handschoenen en laarzen
10
de mogelijke gevaren inschatten.
Eerste hulp bij ongevallen met gevaarlijke stoffen.
10
BSO – 3de graad – optie RIJN- EN BINNENVAART
22
TV SCHEEPVAART (1ste leerjaar: 8 lestijden/week, 2de leerjaar: 6 lestijden/week)
Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen de schriftelijke instructies juist interpreteren. een juiste diagnose vast stellen. de eerste hulp bieden. 11
de ruimten opsommen waar mogelijk gevaarlijke situaties ontstaan. de voorzorgsmaatregelen opsommen die moeten worden genomen alvorens een besloten ruimte wordt betreden.
• • • • •
bewustzijnsverlies vergiftiging bloeding breuken elektrocutie
11 • •
Werken in besloten ruimten. mogelijke gevaren ex-, tox- en ox-meter
12 • • • • • • •
Documenten. vervoersdocument schriftelijke instructies certificaat van goedkeuring stuwplan ladingjournaal beproevingsboek certificaten van elektrische inrichtingen, laad- en losslangen, brandblusinrichtingen, druktanks. attest van bekwaamheid
uitleggen welke meettoestellen worden gebruikt onder verschillende omstandigheden. de explosiemeter gebruiken . de toxiteitmeter gebruiken. de zuurstofmeter gebruiken. 12
de inhoud van het vervoersdocument opsommen. uitleggen wie het vervoersdocument moet opstellen indien het schip een ledige reis maakt met niet gas - vrije tanks. de verplichtingen t.o.v. het certificaat van goedkeuring opsommen. de geldigheidsduur van de verschillende certificaten noemen. de verantwoordelijkheid van de gezagvoerder uitleg gen m.b.t. de schriftelijke instructies uitleggen waarvoor het ladingjournaal wordt gebruikt. een stuwplan opmakken. uitleggen onder welke omstandigheden een stuwplan moet worden opgesteld. uitleggen waarvoor het beproevingsboek wordt gebruikt. de voorwaarden opsommen waar een deskundig persoon aan moet voldoen.
•
BSO – 3de graad – optie RIJN- EN BINNENVAART
23
TV SCHEEPVAART (1ste leerjaar: 8 lestijden/week, 2de leerjaar: 6 lestijden/week)
Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen de voorwaarden opsommen waar een deskundig persoon aan moet voldoen aan boord van een type C of een type G - schip de geldigheidsduur van een attest van bekwaamheid noemen. uitleggen hoe een attest van bekwaamheid kan worden verlengd. 13
de verschillende scheepstypen volgens het A.D.N.R. opsommen. de specifieke kenmerken van elk scheepstype be spreken of aantonen. uitleggen of aantonen wat een kofferdam is.
13 • • • •
Constructie en uitrusting van schepen. scheepstypen N - C - G. typische kenmerken van elk scheepstype ladingszone niveau-alarm
14 • • • • • •
Laden en lossen. afmeren aan/afkoppelen controlelijst laadgereed maken beluchten en ontluchten statische elektriciteit
15 • • • •
Voorschriften voor onderweg. optische tekens minimumafstanden het blijf-wegsignaal meld- en informatiesysteem
aantonen wat een ladingszone is. de vullinggraden per scheepstype opsommen. de werking van een niveau-alarminrichting bespre ken. 14
een schip deugdelijk afmeren in functie van het laden/lossen met laad/losslang, eventueel rekening houdend met stroming of getijde. uitleggen wanneer een schip laadgereed is. de formaliteiten, welke vervuld moeten worden alvorens te laden/lossen opsommen. een laad/losslang aan/afkoppelen rekening houdend met de voorschriften. problemen welke ontstaan door statische elektriciteit uitleggen en oplossen.
15
de optische tekens opsommen die gevoerd moeten worden. de voorschriften opsommen in verband met het doorvaren van sluizen. uitlegen welke ligplaatsen mogen worden gebruikt. de minimumafstanden tot andere schepen , kunstwerken en bebouwde kommen opsommen.
BSO – 3de graad – optie RIJN- EN BINNENVAART
24
TV SCHEEPVAART (1ste leerjaar: 8 lestijden/week, 2de leerjaar: 6 lestijden/week)
Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen het gebruik van het blijf-wegsignaal uitleggen. het meld - en informatiesysteem uitleggen. het meld - en informatiesysteem toepassen volgens de gespreksprocedure. 16
de bedoeling van het veiligheidsbesluit uitleggen. de inhoud van het veiligheidsbesluit juist interprete ren. de taken van de verantwoordelijke persoon opsom men. de bijzondere aandachtspunten opsommen alvorens de werkzaamheden beginnen. uitleggen onder welke omstandigheden men tanks mag leegdrainen en strippen. twee manieren van ventileren opsommen. de gevaren opsommen welke tijdens het ventileren kunnen ontstaan. uitleggen wanneer tanks zullen worden uitgespoten. de factoren opsommen waarmee men rekening houdt bij het uitspuiten van tanks. de gevaren opsommen welke tijdens het uitspuiten kunnen ontstaan. twee manieren van tankwassen opsommen. uitlegen waardoor een tankwasmethode wordt bepaald. de aandachtspunten opsommen indien men tanks zelf gaat wassen. soorten tankwasmachines opsommen. het gebruik van een tankwasmachine uitleggen. een keuze maken van best geschikte reinigingsmiddel in functie van het te wassen en te laden product. verschillende reinigingsmiddelen opsommen.
16 • • • • • • • • • • • • • •
Schoon - en gasvrij maken. veiligheidsbesluit tankschepen algemene aandachtspunten leegdrainen en strippen ventileren - ontgassen uitspuiten van tanks wassen van tanks zelf wassen reinigingsmethoden stomen van tanks en leidingen veiligheid tijdens het reinigen statische elektriciteit meten reinigen dampretoursysteem reinigen voor werfbezoek – gasvrijcertificaat
BSO – 3de graad – optie RIJN- EN BINNENVAART
25
TV SCHEEPVAART (1ste leerjaar: 8 lestijden/week, 2de leerjaar: 6 lestijden/week)
Decr. nr.
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen kunnen de gevaren opsommen bij het stomen van tanks en leidingen. de werkmethode uitleggen bij het stomen van tanks de gevaren opsommen die tijdens het reinigen van tanks kunnen ontstaan. uitleggen hoe de uitstoot van schadelijke stoffen kan vermeden worden
LEERINHOUDEN
BSO – 3de graad – optie RIJN- EN BINNENVAART
26
TV SCHEEPVAART (1ste leerjaar: 8 lestijden/week, 2de leerjaar: 6 lestijden/week)
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN EN TIMING De aspecten welzijn (veiligheid, gezondheid, hygiëne) en zin voor het milieu zullen, telkens waar ze toepasselijk zijn, bij de verschillende leerstofonderdelen behandeld worden. Pedagogisch is het niet verantwoord om de leerlingen tijdens de les de leerstof of de opgaven te laten noteren. Om tijdverlies te vermijden, wordt het gebruik van een goed handboek of van een door de leraar zelf gemaakte cursus aanbevolen. De timing is gemaakt voor 25 weken per schooljaar. De resterende tijd kan door de lerares/leraar vrij gebruikt worden voor uitdiepingen en/of uitbreidingen. Ook nieuwe ontwikkelingen kunnen hier eventueel aan bod komen. TV BINNENVAART EN NAVIGATIE Nr. 1
Pedagogisch-didactische wenken
Timing
Omdat er vaak nog een instroom is van nieuwe leerlingen en de leerlingen die de 2e graad hebben gevolgd noodzakelijk een opfrissing nodig hebben, zal betonning kort samengevat aangebracht worden.
6 lt
3
In tegenstelling tot de 2e graad, wordt de nadruk niet enkel gelegd op het herkennen van, maar moeten zij de verkeersborden bij het waarnemen verklaren
8 lt
4
De leerlingen attent maken op het dure meetgereedschap en passer en ze er op een verantwoorde wijze leren mee omgaan.
22 lt
5
De leerlingen laten werken op kopijen van verschillende kaarten. Alvorens de leerinhouden te integreren in een reisplanning (gegist bestek) elke leerinhoud afzonderlijk inoefenen en evalueren. Deze leerinhouden aanbrengen in overleg met de praktijkleraar (alvorens een reis op ruime vaarwaters wordt ondernomen )
14 lt
6
Er kan gekozen worden om bv. volgens een beurtrol: dagelijks of wekelijks de waterstanden te noteren langs de verschillende media.
40 lt
2
De leerlingen sensibiliseren voor het gebruik van en wegwijs maken in de verschillende gidsen en reglementen. Subdoelstellingen kunnen worden bereikt tijdens de voorbereiding van een reis. De subdoelstellingen dienen te worden bereikt per riviervak. 7 8
Link leggen met praktijk
10 lt
BSO – 3de graad – optie RIJN- EN BINNENVAART
27
TV SCHEEPVAART (1ste leerjaar: 8 lestijden/week, 2de leerjaar: 6 lestijden/week) TV RADAR Het is aangewezen bij de verwerking van de leerstof, na een beperkte theoretische omschrijving en in samenspraak met de collega praktijk, vooral toepassingen in de praktijk en demonstraties te geven. Het werken met, en demonstratie van verschijnselen op de beschikbare radartoestellen (rivier- en zeeradar), zijn hier zeker nodig. Nr. 1
Pedagogisch-didactische wenken
Timing
De interesse van de leerlingen kan opgewekt worden door te vertellen en te vergelijken met de waarnemingen van de vleermuis ’s nachts.
14 lt
Eenheden van tijd (tot nanoseconde) en frequentie (tot gigahertz) en omgezet in wetenschappelijke notatie herhalen. Het verband aantonen tussen wijziging in frequentie en golflengte. Oefeningen laten maken aan de hand van handleidingen van toestellen. Verwijzen naar de praktijksituaties en invloed laten ervaren tijdens boordpraktijk. Oefeningen laten maken aan de van handleidingen. Wijzen op verschil in gebruik op zee (ver van elkaar passeren, ruim water). Zonder correcte afstelling, geen goede radarvaart mogelijk. Uiteenzetten van de werking op gebruikelijke toestellen (zaagtandspanning) en daglicht (computer raster). Toelichten van beperkingen op een te klein schaalbereik en het verband met kaartschaal Dode zone rond het schip. Wijze op gevaar van onderschatting door deze fouten eigen aan het toestel. 2
Dit moet grondig gegeven worden, aangezien de eigen positie in het vaarwater het belangrijkste element is tijdens het varen
6 lt
Het verschil aantonen en verband leggen met zendvermogen Het onderscheid maken tussen relatieve beweging en relatieve koers. Verwijzen naar andere presentaties op zee Ook hier kan een aansluiting gezocht worden naar praktijk Wijzen op de voordelen maar nadruk leggen op de beperkingen De werking uiteenzetten op gebruikelijke toestellen (zaagtandspanning) en daglicht (computer raster) 3
Dit moet volledig aansluiten op de afstemmingsprocedure (gebruik van gain) en het soort en de plaats van de antenne
6 lt
Vooral aandacht schenken aan de beperkingen van het toestel en dat men steeds attent dient te zijn bij het radarvaren. Wijzen op verschil tussen gebruikelijke toestel ( geen ir) en daglicht toestel 4
Dit hoofdstuk kan best in het begin van het jaar gegeven worden, om de leerlingen. in staat te stellen vanaf de eerste reis te oefenen met radarvaart.
8 lt
Men begint best met het herkennen van de symbolen gebruikt op het toestel. Daarna ze te koppelen aan de werking in het toestel. Om tenslotte te eindigen met de juiste afstemprocedure te bespreken en te wijzen op de gevaren van teveel sea- en rain clutter Na het geven van het theoretisch gedeelte kan opdracht gegeven worden om te oefenen in de praktijk en te laten letten op effect van slechte afstemming van het toestel. 5
Het werkingsprincipe van de gyrotol kort uitleggen
4 lt
De mogelijke toepassing en vooral de tekorten van het toestel verklaren 6
nadruk leggen op korte en bondige gesprekken, bestaande uit informatie die je gaat geven en informatie die je wil verkrijgen (reeds gezien in vak marifonie)
6 lt
BSO – 3de graad – optie RIJN- EN BINNENVAART
28
TV SCHEEPVAART (1ste leerjaar: 8 lestijden/week, 2de leerjaar: 6 lestijden/week) Nr.
Pedagogisch-didactische wenken
Timing
verwijzen naar scheepvaartreglementen van toepassing op het bevaren gebied, alsook technische vereiste (ROSR) 7
Dit deel kan best aansluiten op 4
10 lt.
BSO – 3de graad – optie RIJN- EN BINNENVAART
29
TV SCHEEPVAART (1ste leerjaar: 8 lestijden/week, 2de leerjaar: 6 lestijden/week) TV REGLEMENTEN De leerstof dient gespreid te worden over twee jaar, voorkeur dient gegeven te worden aan: •
Het Reglement der Beneden – Zeeschelde en het Scheepvaartreglement voor de Westerschelde volledig te zien in het 1ste. jaar. Het Rijnpolitie Reglement volledig te zien in het 2de. Jaar.
•
Aan de hand van de wetteksten de leerlingen wegwijs maken naar een verstaanbare taal.
Nr. 1
Pedagogisch-didactische wenken
Timing
Om het toepassingsgebied te verklaren kan men best de link leggen naar het schoolreglement, het verkeersreglement en zo verder naar het Scheldereglement.
4 lt
Nadruk moet liggen op: Waar is dit van toepassing? (art. 1) Wat wordt bedoeld in het reglement ? (art. 2) dit artikel geeft een correcte beschrijving, dit is zeer belangrijk. 2
Art. 4 tem 10 dienen concreet aan te sluiten bij de vraag: Wat is veilig en verantwoord varen. Dit wordt best aan de hand van praktijk voorvallen verklaard. Geluidsseinen dienen gekend te zijn.
10 lt
Art. 11 tem 18 hier dient de nadruk te liggen op de speciale omstandigheden en voorrangsregels. Ook de gebruikte geluidsseinen dienen gekend te zijn. Art. 19 nadruk op niet in zicht van elkaar 3
De begripsomschrijving verdient speciale aandacht (art.21).
10 lt
Welke lichten de verschillende schepen voeren en verband leggen met eventueel gedrag verdient de aanbeveling. 4
Hier dient de nadruk te liggen op de betekenis van de geluidsseinen en verwijzen naar andere mogelijke communicatiemiddelen en hun nadelen.
4 lt
Ook eventueel gedrag kan besproken worden 5
Dit kan men brengen in een vertelvorm of laten opzoeken.
1lt
6
Kort bespreken
1lt
7
Verwijzen naar verschillen met Scheldereglement, nadruk leggen op praktijk situaties en linken leggen met andere gebruikers van het reglement (rechtbank, verzekering, e.a.)
10 lt
8
Dit volledig laten aansluiten op praktijk, tegelijk verwijzen naar GIP
2 lt
9
Wijzen op nieuwe gebruikte lichten en nadruk leggen op eventueel gedrag bij het zien van deze.
6 lt
10
Zie punt 4
4lt
Verschil met Scheldereglement ivmin verband met mistsein benadrukken 11
In vertelvorm en aan de hand van praktijk voorbeelden
4 lt
Speciale aandacht moet gaan naar geluidsseinen 12
Bijzondere aandacht art. 7.07 en link leggen met ADNR
1lt
13
Bijzonder aandacht voor art. 8.09 en link leggen met gepast gedrag
1 lt
14
Volledig praktijk gericht geven en belang van respect voor natuur benadrukken
1 lt
15
Gedurende het jaar verschillen bespreken
1lt
BSO – 3de graad – optie RIJN- EN BINNENVAART
30
TV SCHEEPVAART (1ste leerjaar: 8 lestijden/week, 2de leerjaar: 6 lestijden/week) TV SLOEPGAST EN VEILIGHEIDSCURSUS Het is aangewezen bij de verwerking van de leerstof, na een beperkte theoretische omschrijving van de leerinhouden, vooral toepassingen of oefeningen op de materie te geven. Visuele voorstellingen en demonstraties on the site zijn hier zeker nodig. Visuele beelden van noodsituaties zijn de beste manier om de motivatie van de leerlingen en ingesteldheid tot veiligheid en preventie te bevorderen. Deze cursus moet voor de Belgische Zeevaartinspectie opgesteld zijn door, en gegeven worden door kapiteins in de zeevaart en mensen uit de praktijk. Nr. 1
Pedagogisch-didactische wenken
Timing
Inleidend vertellen van voorvallen en illustreren met wat er fout ging of kan gaan; aansluitend de algemene en preventieve maatregelen illustreren en uitleggen zoals de alarmrol en andere procedures op zee (zie 1.2).
Belangrijk te benadrukken; Het is meestal veiliger het schip te vrijwaren en aan boord te kunnen blijven, dan de reddingsmiddelen te moeten gebruiken. ( zie ook brand en preventie)
10 lt
Verantwoordelijkheidszin bijbrengen door gevolgen van niet naleven te bespreken en door onderwijs - leergesprek de leerlingen de meeste veiligheidsaspecten zelf te laten vinden / begrijpen.
Veel demonstraties door afbeeldingen en / of bezoeken aan plaatsen waar reddingsmiddelen en materialen kunnen getoond en gebruikt worden. Bij demonstraties of oefeningen met reddingsmiddelen is het een voordeel als dit in barre weerssituaties kan, om de leerlingen te overtuigen van de te nemen voorzorgs- en veiligheidsmaatregelen. 2
Bij herhaling van geziene theorie de branden illustreren door video over grootschalige branden zoals vloeibaar - gasbranden, e.a. Ook hier snel over de theorie gaan; vragen over de materie opgeven en hoofdzakelijk voor scheepvaart didactisch videomateriaal tonen.
6 lt
Zoals bij preventie op schepen ook hier de specificiteit van organisatie voor schepen met nadruk op snelle actie en training benadrukken. Herhalen en benadrukken; Het is meestal veiliger het schip te vrijwaren en aan boord te kunnen blijven, dan de reddingsmiddelen te moeten gebruiken. In de mate van het mogelijke organiseren na vorige theorie; voorlopig georganiseerd, mits bekostiging door de school, op de marinebasis te Brugge. 3
In de mate van het mogelijke met didactisch videomateriaal illustreren en beroep doen op medische specialisten in training en opleiding industriële EHBO.
4 lt
4
Benadrukken en de leerlingen doen aanvoelen; het belang van teamgeest en van aanpakken van ieders verantwoordelijkheid. Door onderwijs - leergesprek en verwijzend naar geziene noodsituaties de leerlingen zelf (groepstaken) tot organisatiemodellen laten zoeken.
2 lt
5
Zoveel mogelijk met videomateriaal (Marpol) en verder gewoonten omschrijven en de mening of inhoud van competentie voorbrengen door vertellen en onderwijs - leergesprek. Collega’s over de inhoud van deze aspecten, tijdens boordpraktijk, laten demonstreren of benadrukken.
2 lt
BSO – 3de graad – optie RIJN- EN BINNENVAART
31
TV SCHEEPVAART (1ste leerjaar: 8 lestijden/week, 2de leerjaar: 6 lestijden/week) TV TOPOGRAFIE WATERWERKEN Het is belangrijk dat leerlingen in de derde graad BSO een dermate ruimtelijk inzicht ontwikkelen dat zij met vertrouwen de praktische realisatie van hun beroepsloopbaan kunnen aanvatten. Hiervoor is een basistopografische kennis noodzakelijk; zij dienen deze kennis operationeel te krijgen door over cartografische vaardigheden te beschikken. Er kan geopteerd worden voor zelfstudie van basistopografie, maar dan dient er klassikaal de nodige aandacht geschonken te worden aan de criteria om topografisch kaartwerk mogelijk te maken. Bovendien is demonstratie met behulp van een bepaalde kaart of kaartgedeelte noodzakelijk. Bij het uitbalanceren van de leerstof gelden in de derde graad dezelfde algemene methodologische principes als in de tweede graad: • • •
Het streven naar een systematische afwisseling in de leer- en werkmethoden, ook binnen één lesuur. Binnen een door de leraar opgemaakt lesscenario wordt ook continu beroep gedaan op de zelfactiviteit van de leerling. De verscheidenheid aan leermiddelen worden op een zo optimale wijze aangewend met maximale kansen op inbreng van de leerlingen.
Bij de didactische werkvormen kan in de derde graad meer aandacht bestaan voor doceermomenten, maar het langdurig en herhaald doceren is doorgaans slechts verklaarbaar omwille van traditie en veiligheidsargumenten (b.v. grote klassen, voorgekauwde leerstof, enz.). Toch kan deze lesvorm functioneel zijn, b.v. bij de formulering van een probleemstelling, bij weinig te visualiseren leerstof, bij het aanleren van een techniek, enz. Ze wordt dus bij voorkeur spaarzaam gebruikt en blijft beperkt tot korte lesmomenten. De frontale dialoogles biedt meer inbreng aan de leerlingen, maar de verleiding voor een dominante positie van de leerkracht is groot (b.v. voorbereide vragen, vaststaande in te vullen passages). Dergelijke lessen bestaan uit een logisch geordend geheel van lesonderdelen, waarbij ieder lesonderdeel beantwoordt aan één of meer lesdoelen. Als uitgangspunt voor ieder lesonderdeel worden één of meer concrete didactische werkdocumenten aangeboden (b.v. tabel, kaartuittreksel, enz.), vergezeld van enkele duidelijke en scherp afgelijnde opgaven, opdrachten, taken en zo weinig mogelijk oriënterende vragen. Het persoonlijk of in groep structureren van de leerstof ontstaat tijdens de lesopbouw op het bord of op transparant en dient in principe concreet te zijn, o.m. door gebruik te maken van exacte termen, symbolen, kleuren, pijlen, vraagtekens, omcirkeling, enz. Aldus kan ook geleerd worden hoe een geordende en overzichtelijke samenvatting kan tot stand komen. De geprogrammeerde instructie, b.v. onder de vorm van de zelfstandige verwerking van de primaire werkstructuur, vereist een gestructureerde werkvorm. Er dient verwezen te worden naar de inbreng van leermiddelen zoals het handboek, kaartmateriaal, monsters, schetsen, enz. zonder klassikale voorbereiding. Wel gaat aan de taakverwerking door de leerling een motiverend en oriënterend leergesprek vooraf en wordt ze gevolgd door een afsluitend leergesprek, liefst tussen de leerlingen onderling met de leraar als moderator. De samenhang tussen de verschillende onderdelen wordt gepland in een overzichtelijk jaarplan, waarin tevens de behandelde leerstof wordt aangeduid. Voor de verschillende onderdelen van het leerplan kan onderstaande indeling worden aanbevolen, maar afwijkingen kunnen verantwoord zijn: • • • • • • •
Algemene kenmerken van de Europese waterwegen: De Rijn-Donauverbinding: De algemene structuur van het Belgische vaarwegennet: De Antwerpse haven: De overige Belgische havens en Noordzeehavens : De infrastructuur van belangrijke Belgische scheepvaartwegen: Optie: keuze tussen Nederlandse en Franse vaarwegen
7 lestijden 6 lestijden 7 lestijden 10 lestijden 8 lestijden 8 lestijden 4 lestijden
BSO – 3de graad – optie RIJN- EN BINNENVAART
32
TV SCHEEPVAART (1ste leerjaar: 8 lestijden/week, 2de leerjaar: 6 lestijden/week) TV VERVOER GEVAARLIJKE STOFFEN Nr.
Pedagogisch-didactische wenken
Timing
1
Alledaagse didactische middelen gebruiken en waar mogelijk demonstratief aantonen.
4 lt
2
Gezien geen enkele voorkennis aanwezig is bij de leerlingen en de complexiteit van deze materie, moet voldoende aandacht en tijd worden besteed aan dit onderwerp.
4 lt
3
De verschillende reglementen waarin verwezen wordt naar het ADNR laten lezen.
2 lt
4
Het A.D.N.R. laten gebruiken.
6 lt
5
Daar waar mogelijk, alledaagse en meestal bekende producten gebruiken als voorbeeld per klasse.
6 lt
6
Aan de hand van voorbeelden en daar waar mogelijk (i.v.m. de veiligheid) demonstratief aanbrengen. Er kan eveneens gebruik worden gemaakt van videomateriaal.
4 lt
7
Tijdens een rondgang door de school en op de verschillende opleidingsschepen kunnen de verschillende brandblusmiddelen worden aangewezen. Demonstratie door brandweerkazerne
10 lt
8
Voorbeelden aanhalen (krantenartikels e.d.) van ongevallen.
4 lt
9
Fotomateriaal gebruiken . Het gebruik van beschermingsmiddelen demonstreren
4 lt
10
Leerlingen laten oefenen betreffende het verlenen van de eerste hulp.
10 lt
11
De leerlingen wijzen op de kostprijs van de meettoestellen.
4 lt
12
Laten opzoeken in het ADNR
4 lt
13
Laten opzoeken in het ADNR
4 lt
14
Vermits dit onderwerp zeer praktisch gericht is, zal men het belang van een stage aan boord van een tankschip moeten aantonen.
6 lt
15
Laten opzoeken in het ADNR
4 lt
16
Vermits dit onderwerp zeer praktisch gericht is, zal men het belang van een stage aan boord van een tankschip moeten aantonen.
4 lt
BSO – 3de graad – optie RIJN- EN BINNENVAART
33
TV SCHEEPVAART (1ste leerjaar: 8 lestijden/week, 2de leerjaar: 6 lestijden/week)
MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN TV BINNENVAART EN NAVIGATIE • • •
Rijnatlas Scheepvaartkaarten van alle vaarwaters in Nederland en Duitsland Weska
TV RADAR • • • • •
Overhead projector Slides De leerling moet over een rekenmachine beschikken Radartoestel van het gebruikelijke type en daglicht toestel Bochtaanwijzer en gyroscopische tol
TV REGLEMENTEN • •
Reglement der Beneden-Zeeschelde in boekvorm waarvan je de bladen kan verwisselen Scheepvaartreglement van de Westerschelde in boekvorm waarvan je de bladen kan verwisselen
TV SLOEPGAST EN VEILIGHEIDSCURSUS • • • • • •
een reddingssloep voor oefenen van roeien. Overhead projector en video voor continu voorstellingen didactisch materiaal zoals nood- en reddingsmiddelen videobanden over veiligheid, redding en medische onderwerpen. mogelijkheid voor uitstappen naar schepen of plaatsen met reële reddingsmiddelen en mogelijkheid voor training in brandbestrijding (in budget te voorzien) en EHBO
TV TOPOGRAFIE WATERWERKEN • • • • •
een aantal fysische en economische wandkaarten van België en Europa; plattegronden van Belgische en Europese havens; een overheadprojector; schoolatlassen zijn in voldoende exemplaren aanwezig (minimaal 1 exemplaar per 2 leerlingen); een selectie topografische kaarten (b.v. Antwerpse haven, Zeebrugge, Albertkanaal) en statistiekenbundels i.v.m. de Belgische en/of Europese binnenscheepvaart.
TV VERVOER GEVAARLIJKE STOFFEN • • • • • • • •
per leerling een A.D.N.R. reglement en A.D.R. - stoffenlijst. brandblusapparaat brandblusinrichting verbandtrommel veiligheidskledij zuurstofmeter giftigheidmeter explosiemeter
BSO – 3de graad – optie RIJN- EN BINNENVAART
34
TV SCHEEPVAART (1ste leerjaar: 8 lestijden/week, 2de leerjaar: 6 lestijden/week)
EVALUATIE Onderscheid moet gemaakt worden tussen de evaluatie van het leerproces en de evaluatie van het eindproduct. Bij de procesevaluatie wordt doorlopend gepeild naar de verwerking van het leerproces, met de bedoeling dit proces zo nodig bij te sturen, zodat elke leerling op de meest effectieve manier kan leren. De klemtoon ligt hierbij duidelijk op het optimaal functioneren van de leerling. Het verloop van het proces wordt, vooraf, door de leraar uitgetekend. Zij/hij bepaalt • • •
welke de verschillende stappen zijn; welke fouten op elk moment ontoelaatbaar zijn; welke fouten daartegen kunnen gemaakt worden.
Afhankelijk van het resultaat van feedback-momenten (kleine toetsen, gesprekken, volgsystemen, …) wordt het proces verder gezet of zo nodig bijgestuurd. Om de leerling te motiveren gebeurt dit in een constructieve, positieve sfeer. Productevaluatie gebeurt op het einde van het leerproces (bijvoorbeeld na een hoofdstuk, een opdrachtenreeks, een project, een trimester...). Hierbij wordt nagegaan in hoeverre de leerling de basisdoelstellingen bereikt heeft. Iedere evaluatie gebeurt in 3 stappen • •
Registreren (veelvuldig afnemen van proeven, oefeningen, opdrachten, kleine toetsen, …). Interpreteren (de gegevens toetsten aan de criteria of normen die de vakwerkgroepen vooraf duidelijk heeft bepaald).
Rapporteren (de leerling en de ouders krijgen op een duidelijke wijze een beeld van de vorderingen van de leerling door geregelde momenten van feedback voor de leerling en door een schriftelijke rapportering door middel van agenda, rapport...).
BSO – 3de graad – optie RIJN- EN BINNENVAART
35
TV SCHEEPVAART (1ste leerjaar: 8 lestijden/week, 2de leerjaar: 6 lestijden/week)
TIMING EN JAARPLAN De diverse leerinhouden zijn bedoeld om behandeld te worden gedurende 25 weken per schooljaar. De resterende tijd kan door de leraar vrij gebruikt worden voor uitdieping en/of uitbreiding van de leerstof. Eventueel kunnen in die resterende tijd ook nieuwe technieken behandeld worden. Van elke leraar wordt verwacht dat hij/zij in het begin van het schooljaar een jaarplanning maakt. Die planning kan gemaakt worden volgens het bijgevoegd model. Eenvormigheid is een noodzaak voor de verschillende collega’s binnen eenzelfde vakgebied De verschillende jaarplannen moeten zodanig gemaakt worden dat er – waar mogelijk – per week een coördinatie is tussen de verschillende vakken. Een overleg tussen de verschillende leraars zal absoluut noodzakelijk zijn! Tijdens het schooljaar zullen de vorderingen door de verschillende collega's samen regelmatig geëvalueerd worden met het doel de verschillende jaarplannen eventueel bij te sturen. De timing en de volgorde van de leerstofonderdelen is niet bindend. Indien afgeweken wordt, moet dit in overleg tussen de verschillende collega's gebeuren en moeten – indien nodig – de andere jaarplannen eveneens aangepast worden. Steeds moet erover gewaakt worden dat de noodzakelijke voorkennis aanwezig is.
BSO – 3de graad – optie RIJN- EN BINNENVAART TV SCHEEPVAART (1ste leerjaar: 8 lestijden/week, 2de leerjaar: 6 lestijden/week) Jaarplan
36
Optie: RIJN- EN BINNENVAART
Leerkracht: ............................…………………………..........................…………
Onderwijsvorm: ..............
Jaar: .........................
Vorderingsplan Graad: ....................
Schooljaar: …………………………………
Vak: ..........................................................................................
Leerplannummer: .........................………
Handboek/cursus:...........................................................................
Uren/week: ...........
JAARPLAN Week nummer
Nr in leerplan
VORDERINGSPLAN Leerinhouden
Gegeven op (datum)
Opmerkingen
BSO – 3de graad – optie RIJN- EN BINNENVAAR TV SCHEEPVAART (1ste leerjaar: 8 lestijden/week, 2de leerjaar: 6 lestijden/week)
37
BIBLIOGRAFIE DE LAMPER, J, Cursus Radar DE SMET, R, Cursus Radar zeevaartschool DENIS, J., Geografie van België, Brussel, Gemeentekrediet, 1992 VAN RHEENEN, G,. Zeevaartkunde voor kleine zeeschepen VAN RHEENEN, G., Navigatie instrumenten A.D.N.R. reglement Algemeen reglement der Scheepvaartwegen van het Koninkrijk Antwerpse Lloyd, Eiermarkt 23, 2000 Antwerpen, tel (03)234 05 50, fax (03)234 25 93 Bedrijfsbrandweer Decloedt & Zoon Bijzonder reglement van sommige scheepvaartwegen Binnenvaar Politiereglement Commando instructie van de Zeemacht, NBCD school Cursus Rivierradar, voormalig Technicum Diverse technische handboeken van verschillende radarmerken en toestellen Handboek Natuurkunde. Handboek Scheikunde. Handboek voor helpers Havencentrum Lillo, Scheldelaan 700, 2040 Antwerpen, tel. (03) 568 14 80, fax (03) 568 18 14 Het ABC van de brandveiligheid, Uitgeverij De Sikkel. Hinterland, Publitra, Brouwersvliet 33, bus 4, 2000 Antwerpen, tel. (03)232 10 66 Inleiding brandbestrijding aan boord Moezelvaart Politiereglement Nuttige adressen Politiereglement van de Beneden-Zeeschelde Reglement van Politie en Scheepvaart voor het Kanaal van Brussel naar de Rupel en van de haven van Brussel Rijnvaart Politiereglement Rijnvaartpolitiereglement. Scheepsreglement van de Beneden-Zeeschelde Scheepsreglement van het Kanaal Gent - Terneuzen Syllabus cursus nijverheidshelper Technische fiche van diverse radartoestellen Veiligheidsonderricht voor aan boord van schepen X, Binnenvaart in het Europa van Morgen, Antwerpen, Hinterland, 4de kwartaal 1993 (160 N)