Financiële deskundigheid Examennummer: 12164 Datum: 18 september 2010 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur
Dit examen bestaat uit 5 pagina’s. De opbouw van het examen is als volgt: - 15 open vragen - een case met 5 open vragen
(maximaal 50 punten) (maximaal 50 punten)
Als bij een vraag een motivatie of berekening vereist is, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze motivatie of berekening ontbreekt. Geef niet meer antwoorden dan er worden gevraagd. Als er drie redenen worden gevraagd en u geeft er meer dan drie, dan worden alleen de eerste drie in de beoordeling meegeteld. De antwoorden dienen ingevuld te worden op bijgevoegd examenpapier. Schrijf duidelijk leesbaar. Toegestane hulpmiddelen: - Niet-programmeerbare rekenmachine
Wij wensen u veel succes!
3394 12164.16.v1.0
Financiële deskundigheid - Examennummer 12164 - 18 september 2010
Open vragen (50 punten)
De antwoorden dienen ingevuld te worden op bijgevoegd examenpapier. 1. Op welke vijf manieren kan het geregistreerd partnerschap eindigen? (5 punten) 2. Het heffingvrij vermogen bedraagt in 2009 € 20.661 per belastingplichtige. Dit bedrag wordt verhoogd met € 2.762 per minderjarig kind waarover het gezag wordt uitgeoefend. Het forfaitaire rendement is 4% van de gemiddelde rendementsgrondslag, voor zover dit uitgaat boven het heffingvrije vermogen. Fred is gehuwd en heeft twee kinderen, van 6 en 8 jaar. Hij geeft alle vermogensbestanddelen aan. Op 1 januari 2009 bedraagt het vermogen € 270.000 en op 31 december 2009 bedraagt het vermogen € 340.000. De gemiddelde rendementsgrondslag over 2009 bedraagt € 310.000. Hoeveel inkomstenbelasting is Fred verschuldigd in verband met de vermogensrendementsheffing? Laat uw berekeningen zien. (4 punten) 3. Welke drie motieven heeft een consument om te sparen? (3 punten)
3394 12164.16.v1.0
4. Francoise koopt een spaarbrief met een nominale waarde van € 12.000 en een looptijd van 6 jaar. De rente bedraagt 3,8% per jaar. Hoeveel ontvangt Francoise aan het eind van de looptijd? Laat uw berekeningen zien. (3 punten)
NCOI Opleidingsgroep
1
Financiële deskundigheid - Examennummer 12164 - 18 september 2010
5. Bij de berekening van het eigenwoningforfait gelden in 2009 de volgende bedragen en percentages: Als de WOZ-waarde
bedraagt het forfaitpercentage
Meer dan
maar minder dan
€-
€ 12.500
Nihil
€ 12.500
€ 25.000
0,20%
€ 25.000
€ 50.000
0,30%
€ 50.000
€ 75.000
0,40%
€ 75.000
en hoger
0,55%
Henk en Toos hebben hun woningschuld afgelost. De WOZ-waarde van hun woning is € 280.000. Hoeveel inkomstenbelasting moeten zij betalen over de inkomsten uit eigen woning? Motiveer uw antwoord. (3 punten) 6. Een man van 64 jaar vraagt zich in 2010 af of hij of zijn vrouw te maken heeft met het AOW-hiaat. De man is geboren in 1948, zijn partner in 1952. Zijn partner heeft geen eigen inkomen en ook nooit gehad. Hebben zij te maken met het AOW-hiaat? Motiveer uw antwoord. (3 punten) 7. Jantine is helaas door een vervelend ongeval arbeidsongeschikt geraakt. Er is geen uitzicht op enig herstel. In overleg met haar werkgever wordt besloten het UWV te vragen om een kortere wachttijd voor de WIA. 18 maanden na het ongeval wordt Jantine volledig en duurzaam arbeidsongeschikt verklaard. Zij ontvangt vanaf die dag een WIA-uitkering. De werkgever meent vanaf dat moment de loonbetaling te kunnen stopzetten. Heeft de werkgever gelijk? Motiveer uw antwoord. (3 punten) 8. Frits heeft een nieuwe baan gevonden bij administratiekantoor Gouden Bergen. Er geldt geen cao in deze branche. Frits krijgt een arbeidscontract voor bepaalde tijd aangeboden met een duur van één jaar en een proeftijd van twee maanden. Frits tekent en krijgt op dag 29 te horen dat het niet klikt en dat hij niet meer op het werk hoeft te verschijnen. De loonbetaling wordt stopgezet en het contract wordt beëindigd. Kan Frits zich hier tegen verzetten? Motiveer uw antwoord. (3 punten)
3394 12164.16.v1.0
9. Welke vijf taken heeft het organisatieonderdeel van een beleggingsonderneming, dat op onafhankelijke en effectieve wijze de compliancefunctie uitoefent? (5 punten)
NCOI Opleidingsgroep
2
Financiële deskundigheid - Examennummer 12164 - 18 september 2010
10. Stelling: een stichting mag geen winst maken. Is deze stelling juist of onjuist? Motiveer uw antwoord. (3 punten) 11. Jan, Louis en Klaas begonnen in 2008 een commanditaire vennootschap. Jan en Louis zullen beherende vennoten zijn, Klaas brengt € 50.000 in. In 2010 heeft de commanditaire vennootschap een schuld van € 100.000. Geef voor elke vennoot aan in hoeverre deze aansprakelijk is voor de schuld. (3 punten) 12. Hendrik brengt zijn onderneming in een besloten vennootschap (BV). Noem drie voorwaarden die nageleefd moeten worden om de geruisloze overgang toe te passen. (3 punten) 13. Jan en Joris besluiten een BV op te richten. Ze sluiten een voorovereenkomst af en beginnen alvast met hun onderneming. Tot hun grote verrassing behalen ze in die voorperiode een winst van € 40.000. Jan zegt dat ze hier inkomstenbelasting over moeten betalen, Joris denkt dat er vennootschapsbelasting over betaald moet worden. Wie heeft er gelijk? Motiveer uw antwoord. (3 punten) 14. Klaartje komt net van het MBO af en wil haar eigen zaak beginnen. Oom Leen biedt haar een lege BV te koop aan. Klaartje heeft daar wel oren naar: op school heeft ze geleerd dat dan niet op goedkeuring van het Ministerie van Justitie gewacht hoeft te worden. Haar vader waarschuwt Klaartje het niet te doen: hij vertrouwt Oom Leen niet. Welk risico loopt Klaartje als ze toch de lege BV overneemt? (3 punten)
3394 12164.16.v1.0
15. Wat is een Management Buy Out (MBO)? (3 punten)
3
NCOI Opleidingsgroep
Financiële deskundigheid - Examennummer 12164 - 18 september 2010
Case: Heiselmans BV (50 punten)
Erik Heiselmans heeft sinds 2004 een BV onder de naam Heiselmans BV. Hij geeft managementadviezen volgens een door hem zelf ontwikkelde methode, die hij Grazende Koeien noemt. Zijn methode is in beginsel simpel: hij vergelijkt de medewerkers van een organisatie met een kudde koeien. Je laat ze doen waar ze goed in zijn, dat komt de productiviteit ten goede. Verder geef je hun aandacht en controleer je regelmatig de productiviteit. Loopt die terug, dan onderzoek je de oorzaak en los je die op. Natuurlijk heeft hij zijn gehele methodiek van de juiste instrumenten voorzien. Zijn onorthodoxe methode heeft zich wel bewezen. Inmiddels heeft hij drie organisatieadviseurs in dienst, alsmede een secretaresse. Met de secretaresse loopt het niet zo soepel. Ze is 10 maanden geleden in dienst gekomen en heeft toen een jaarcontract gekregen. Helaas valt haar inzet tegen. Ze is altijd op tijd op haar werk, maar het komt regelmatig voor dat ze privételefoongesprekken van meer dan een half uur voert. Erik heeft besloten haar geen nieuwe arbeidsovereenkomst aan te bieden en op zoek te gaan naar een nieuwe secretaresse. Op de dag dat hij dit zijn secretaresse meedeelde is ze zo erg geschrokken, dat ze zich ziek heeft moeten melden. Ze is daarna niet meer op haar werk verschenen, maar zit met oververmoeidheidsverschijnselen thuis. Financieel gaat het ook goed, met zowel de BV als privé met Erik zelf. De laatste twee jaar lag de omzet van de BV rond € 2.000.000, en dat met een totaal aan activa van € 200.000. De winst van de BV voor belasting bedraagt de laatste twee jaar ongeveer € 400.000 per jaar. Erik ontvangt vanuit de BV een bruto jaarsalaris van € 100.000,- en een dividend van € 75.000. Hij overweegt zijn salaris te verhogen tot € 120.000 en dat ten koste te laten gaan van de dividenduitkering.
3394 12164.16.v1.0
Erik is nu 40 jaar, gehuwd met Sonja, ze hebben samen 2 kinderen van 9 en 13 jaar. Hij heeft een aardig kapitaal opgebouwd: zijn huis is vrij van hypotheek en hij heeft ongeveer € 300.000 aan spaar- en beleggingstegoeden. Hij heeft verder geen bijzondere lasten.
NCOI Opleidingsgroep
4
Financiële deskundigheid - Examennummer 12164 - 18 september 2010
Erik heeft geen arbeidsongeschiktheidsverzekering afgesloten. Hij is van mening dat hij dan wel minimaal een jaar arbeidsongeschikt moet zijn voor hij daar de noodzaak van inziet. In een gesprek met Sonja hebben ze dat onlangs besproken en Erik heeft toegezegd zijn assurantieadviseur om advies te vragen. Erik en Sonja zijn aan het sparen voor een motorschip. Ze hebben gezien dat het door hen gewenste model € 80.000 kost. Ze willen over 5 jaar dat bedrag bij elkaar hebben. Ze storten nu € 20.000, over 1 jaar € 15.000, over 2 jaar € 10.000, over 3 jaar € 10.000 en over 4 jaar € 10.000. Met de bank hebben ze een rente afgesproken van 4,5%. Vragen bij de case
1. Is het vanuit fiscaal oogpunt voordelig voor Erik om zijn salaris te verhogen ten laste van de dividenduitkering? Motiveer uw antwoord. (10 punten) 2. Hoort Heiselmans BV tot de kleine, middelgrote of grote ondernemingen? Motiveer uw antwoord. (10 punten) 3. Hoe lang moet Erik het salaris aan zijn secretaresse doorbetalen? Motiveer uw antwoord. (10 punten) 4. De assurantieadviseur heeft met Erik de mogelijkheden van een arbeidsongeschiktheidsverzekering doorgenomen. Ze hebben besloten een arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) af te sluiten. Erik blijft bij zijn besluit om het eerste jaar onverzekerd te laten. Geef aan in welke rubriek(en) Erik zich laat verzekeren. Motiveer uw antwoord. (8 punten)
3394 12164.16.v1.0
5. Zullen Erik en Sonja over 5 jaar genoeg geld hebben om de beoogde boot te kopen? Laat uw berekeningen zien. (12 punten)
5
NCOI Opleidingsgroep