FILMMUZIEKMAGAZINE
HELGE SLIKKER - Schreef warme muziek voor Kauwboy FRANK SKINNER - Portret van een vergeten Hollywoodmeester NUMMER 167 – 41ste JAARGANG – MEI 2012
1
Score 167 Mei 2012 41ste jaargang ISSN-nummer: 09212612 Het e-zine Score is een uitgave van de stichting Cinemusica, het Nederlands Centrum voor Filmmuziek Informatienummer: +31 050-5251991 E-mail:
[email protected]
Hoofdredactie: Paul Stevelmans
FILMMUZIEKMAGAZINE REDACTIONEEL Net zoals in de vorige twee edities van Score besteden we ditmaal aandacht aan een debuterende filmcomponist uit eigen land. Voor de film Kauwboy, die de afgelopen maanden op diverse filmfestivals prijzen in de wacht sleepte, schreef nieuwkomer Helge Slikker een kleinschalige, intieme score alsmede enkele ontroerende liedjes die de film voor jong en oud treffend wisten te begeleiden.
Voor al diegenen die filmmuziek uit de oude doos een warm hart toedragen, valt er in dit digitale nummer heel wat te beleven. Allereerst gaan we in het nieuwe gebouw van EYE, dat vorige maand feestelijk werd geopend door koningin Beatrix, Redactie: Henk rondkijken teneinde te stuiten op een heus bioscooporgel dat Maassen, Albert Pouw, eind jaren '20 in een Haagse bioscoop in gebruik werd Paul Stevelmans, Sijbold Tonkens, Robert genomen. En nu, in EYE, weer dienst doet. Eindredactie: Paul Stevelmans
Valkenburg, Julius J.C. Wolthuis Vormgeving: Paul Stevelmans
Met dank aan: Helge Slikker, Benelux Film Distributors, EYE, Martin de Ruiter, Uitgeve-
rij International Theatre & Film Books
Daarnaast richten we onze blik op een filmcomponist uit de oude doos: Frank Skinner. Wie kent hem nog? Ten slotte volgen er weer vele cd-recensies met als eerste een heel bijzondere box met 5 cd's met heel veel muziek uit Ben-Hur.
INHOUDSOPGAVE
3 Interview met Helge Slikker 6 Historisch bioscooporgel in EYE 8 Frank Skinner - portret 12 Boekbespreking 13 Cd-recensies
2
DE WARMTE VAN COUNTRYMUZIEK Helge Slikker over zijn muziek voor Kauwboy Buitenlands succes was de Nederlandse jeugdfilm Kauwboy al enkele maanden vooruitgesneld. In februari werd de film met twee prestigieuze prijzen op het Filmfestival van Berlijn onderscheiden en onlangs won de film prijzen in Frankrijk, Argentinië en Noorwegen. Bij de uitbreng in de vaderlandse bioscopen enkele weken geleden was de pers lovend over de film van regisseur Boudewijn Koole. Ook het natuurlijke spel van de jonge, onbekende Rick Lens als Jojo, alias de kauwboy, werd alom geprezen. De muziek werd geschreven door Helge Slikker (foto) die met enkele liedjes en de originele score ook een debutant was. kauw, had Koole enkele liedjes nodig die in de film worden gezongen door Jojo's afwezige moeder (Ricky Koole). Behalve You Are the One dat de film op iTunes en YouTube promoot, zitten er nog een paar liedjes in de film die Slikker schreef, alle in country-idioom. Slikker over deze stijl: ʽCountry heeft heel erg te maken met een soort aardsheid, een soort recht-door-zeezielsgevoel. Klassieke muziek zou er niet bij gepast hebben en rock zou ik in dit geval te plat vinden. Wat ik mooi vind aan country van iemand als Dolly Parton is dat alles wat ze zingt glashard en helder is. Je zou bijna denken: moet ik huilen? Ja, ik kan er echt om huilen en dat moest ook bij deze film.ʼ Moeder Met de liedjes rond de moeder creëerde Slikker een wereld teneinde de film rijker te maken en het verhaal een diepere laag te geven. Hierbij ging de componist net zo te werk als bij een toneelstuk: ʽIk maak in het theater heel veel muziek om de kleur van een familie te maken of aan te geven van welke muziek ze houden. Dat maak ik bijna allemaal zelf, terwijl ik van te voren weet dat niet alles in het stuk zal komen. Maar doordat het past bij de mensen of bij het gegeven zit je volgens mij bijna altijd goed. Vervolgens hoef je er maar iets uit te plukken en dat gaat werken. Precies dat wilde ik bij deze film ook, dat je voelt dat er achter die moeder nog meer muziek zit.
Helge Slikker (Utrecht, 1977) werkte na een opleiding aan de kleinkunstacademie Studio Herman Teirlinck te Antwerpen grotendeels in de toneelwereld. Vanaf 2002 was hij als acteur te zien in enkele stukken en schreef hij de muziek voor een lange reeks toneelstukken. Muziek werd al snel zijn hoofdbezigheid, ook in diverse acts buiten de theaterwereld. Via via kwam hij in contact met Boudewijn Koole die bezig was aan Kauwboy, zijn eerste lange speelfilm. Voor de film over Jojo, een 10jarige jongen die zich ontfermt over een 3
Zo zijn er nog meer liedjes die niet in de film zitten; we moesten als het ware een concert kunnen bedenken bij die moeder. Op die manier kunnen we dan gaan schuiven met de liedjes onder de film naar de plekken waar ze uiteindelijk terecht moeten komen.ʼ
ervoor behoeden dat als er emotionele dingen moeten gaan plaatsvinden, dat je dan naar de strijkers grijpt. Bij een volgende film zal ik dat misschien wel doen maar ik dacht nu nog even niet. De muziek bestaat nu uit warme country en een reeks verstillende pianoachtige meditatieve stukken die elkaar steeds afwisselen. Daar houd ik van bij een film, anders wordt het teveel een potpourri waarnaar je zit te kijken en te luisteren.ʼ Emotie Het verlies van de moeder in Kauwboy is voor zowel vader als zoon een trauma waarmee beiden lang worstelen. Emoties als pijn en troost kenmerken dit verwerkingsproces en al te snel zou dit alles kunnen ontaarden in overkill. Slikker: ʽHet is altijd een lastig spelletje: waar mag de emotie er dubbel en dwars bovenop liggen en wanneer moet het eronder?
Naast de liedjes schreef Slikker de rest van de muziek, de originele score. Slikker: ʽIk heb bij de underscore de country er een beetje uitgehaald door wat tegen te kleuren met pianopartijen. In het beeld zit een blauwige tint, die heb ik met pianomuziek proberen te versterken door de country er even uit te halen. En als dan de warmte van de countrymuziek terugkomt, denk je als toeschouwer onderbewust: Ha, daar is die moeder weer met die mooie stem. Dat was mijn vooropgezette plan.ʼ
Rick Lens als Jojo in Kauwboy.
Volgens mij is het bij deze film heel gedoseerd en goed gelukt.ʼ De laid-back gitaarklanken werken daarbij vooral sfeerbepalend. ʽIk wilde op geen enkele manier gaan schreeuwen in de film met mijn muziek, want dat moet het jongetje doen net als de vader. Als ik ook nog ga schreeuwen met mijn muziek, dan wordt het een overkill aan emoties. Maar goed, het blijft een zoektocht naar de juiste toon.ʼ
De spaarzame originele score werkt terughoudend, vaak op de achtergrond, zonder het gebeuren muzikaal al te zeer aan te dikken. Piano en gitaar spelen hier de hoofdrol terwijl strijkers geheel achterwege blijven. ʽIk houd van strijkers, ik vind ze prachtig, alleen wilde ik mezelf 4
Vader (Loek Peters), Jojo (Rick Lens) en Yenthe (Susan Radder) in Kauwboy. Een stapje verder gingen componist en regisseur bij de grafscène aan het einde van de film wanneer muziek helemaal ontbreekt. ʽMuziek kan hier niet, dan ga ik emotie maken, terwijl ik al een brok emotie zie. Dus daar hebben we de muziek meteen eruit gehaald en dat werkt zo uitstekend.ʼ
Dat kan bij een theatervoorstelling allemaal niet. Dat spelen met beelden helpt mede je klankkleur te bepalen waardoor je op gegeven moment zegt: O.k. deze vier instrumenten gaan het worden.ʼ Straalt het succes van de film nu ook af op de componist? ʽHet is niet dat ik er nu direct een opdracht aan over heb gehouden, hoewel ik met een aantal mensen weer ga samenwerken die ik bij de film heb ontmoet. Natuurlijk hoop ik dat Boudewijn nog zo'n mooie film gaat maken. Daarnaast lijkt het me hartstikke leuk een keer een telefoontje te krijgen uit Frankrijk: ʽWil je de muziek komen maken?ʼ Natuurlijk, wie wil dat niet? Maar ik ben ook wel nuchter genoeg om te denken: dit is op mijn pad gekomen en wat er komt, gaat er komen.ʼ
Wat heeft Slikker gefascineerd aan deze eerste kennismaking met filmmuziek? ʽFilm heeft een oneindigheid, theatermuziek verdwijnt echter na een tournee. Wat ik ook mooi vind, is dat film een groter publiek kan bereiken. Bij theater is het heel specifiek, je speelt voor een man of 350. En wat ook heel leuk is bij een film is de spielerei. Ik kreeg voor Kauwboy altijd beelden thuis gestuurd en dan zat ik in mijn studio muziek eronder te leggen met de gedachte: dit is het niet, dit is het wel.
PS
5
HISTORISCH BIOSCOOPORGEL IN EYE AAN HET IJ Onlangs werd het nieuwe gebouw van het Nederlands Filmmuseum, sinds enkele jaren EYE geheten, feestelijk geopend door koningin Beatrix. Het futuristische gebouw aan de oever van het IJ in Amsterdam herbergt enkele grote filmzalen, expositieruimtes, een winkel en meerdere ruimtes ter verpozing met een spectaculair uitzicht op het IJ en de stad. De programmering uit het oude gebouw in het Vondelpark wordt voortgezet aan het IJ. Deel van het programma was en is de reeks Cinema Concerten op de zondagmiddag. Een nieuwe aanwinst van EYE is een historisch orgel uit 1929.
Verantwoordelijk voor de programmering van de Cinema Concerten is Martin de Ruiter die ook als bandoneonspeler optreedt en tijdens de concerten regelmatig de piano bespeelt. Ook componeert hij muziek voor zwijgende films zoals The Spanish Dancer, een stille film uit 1923 die prominent onderdeel uitmaakte van het feestelijke programma bij de opening van het nieuwe gebouw. Pronkstuk van de grote zaal is een bioscooporgel uit 1929. De Ruiter: ʽHet is een historisch orgel dat gebouwd werd voor de Passagebioscoop in Den Haag. Daar is het ingebouwd geweest van 1929 tot 1985. EYE heeft het een poosje geleden gekocht en het is toen helemaal gerestaureerd en hier ingebouwd.ʼ Van het orgel staat alleen de speeltafel op het podium. Waar is de rest? De Ruiter: ʽHet orgel zelf, alle pijpen etc., zitten aan de zijkant van de zaal. Daar zit nu doek voor. Dus je hoort het wel, maar je ziet het niet. Een iets overijverige interieurdesigner heeft dat helemaal dichtgebouwd. Het wordt weer iets opengewerkt zodat je ook
vanuit de zaal een deel van het orgel kunt gaan zien.ʼ Restauratie Het orgel is lange tijd niet in gebruik geweest en is daarom geheel gerestaureerd door de firma De Wit & Zn. in Nieuw Vennep. De restauratie bestond onder meer uit het nazien op lekkage van de windladen, het voorzien van nieuw leer van de vele balgjes, het vervangen van de zwelkastmechanieken, het demonteren van de speeltafel, het controleren van het pijpwerk (metaal en hout), het vernieuwen van bekabeling, het afstellen van speelhulpen zoals xylofoon, trommels, buisklokken etc. Dit orgel beschikt over standaard pijpwerk maar heeft daarnaast ook veel geluidseffecten (sirenes, slagwerk, vogeltjes, trein) zoals men mag verwachten van een bioscooporgel. Maar er werd nog meer gesleuteld aan één van de weinige overgebleven filmorgels in Nederland. De elektrische schakelingen in 6
het orgel werden tijdens de restauratie omgebouwd naar elektronische die ‘MIDIcompatibel’ zijn, wat wil zeggen dat ze middels de computer aangestuurd en geprogrammeerd kunnen worden. Het wezenlijke historische karakter van het orgel wordt hierdoor niet aangetast, wel levert dit, naast veel meer betrouwbaarheid in het dagelijks gebruik, veel nieuwe mogelijkheden op. Bovendien levert dit een schat aan mogelijkheden op voor de educatieve projecten voor het primair en voortgezet onderwijs.
tweede zondag van de maand is Cinema Concert, dat is meer de klassieke benadering en elke vierde zondag van de maand zijn de Cinema Jazz Concerten, dat is eigenlijk een jazzmuziekdag.ʼ Hoe selecteert De Ruiter de te vertonen films? ʽEen groot deel van de films laat ik komen uit ons eigen archief, de collectie. En voor speciale titels haal ik films van buiten. Ik probeer een mix te maken van de grote titels zoals Metropolis, Nosferatu en Blackmail en de minder bekende titels. Maar nu, zeker voor de beginperiode hier in EYE, begin ik meer met de wat grotere titels om een groter publiek op te bouwen.ʼ Ook voor EYE spelen kosten en baten een rol. In het Vondelpark beschikte men over twee zaaltjes van 80 stoelen terwijl het IJgebouw vier zalen omvat waaronder de grote zaal met 300 stoelen. ʽEn die moeten natuurlijk wel vol zitten. Tot nu toe waren alle voorstellingen helemaal uitverkocht, dus het begin is goed. Ik heb er wel goede hoop in trouwens, want ik heb ook afgelopen jaren weer gemerkt dat er veel interesse is in dit soort voorstellingen: stille film met live muziek. Mensen komen daarvoor.ʼ
Wie gaat het orgel bespelen? De Ruiter: ʽWe hebben nog geen vaste bespeler. Voor de openingsvoorstelling heb ik een organist gevraagd. Maar er zijn enkele organisten in Nederland en in Duitsland die zich nog echt bezighouden met de begeleiding van stille films. En die ga ik uitnodigen om bij ons te komen spelen. Ik denk dat we tot een kleine pool organisten komen die het instrument kennen en die ook het metier van filmbegeleiding kennen of de komende tijd gaan leren.ʼ Zondagmiddag
Op de site van EYE (www.eyefilm.nl) kan het programma worden geraadpleegd. Deze maand worden Submarine (1928) van Frank Capra (13 mei) en De man met de camera (1929) van Dziga Vertov (27 mei) vertoond. De voorstellingen beginnen steeds om 16.00 uur.
De vertoning van stille films met live muziek - een historische traditie zoals we die kennen uit theaters als Tuschinski (Amsterdam), het Passage Theater (Den Haag) en het Rembrandt Theater (Utrecht) - is straks een vast programmaonderdeel van EYE, onder andere in de serie Cinema Concerten en Cinema Jazz Concerten. De Ruiter: ʽDe
PS 7
WEELDERIGE VIOLEN Canadees label eert de kunst van Frank Skinner Eind april 2007 verscheen Angel van François Ozon in de Nederlandse bioscopen. Het melodramatische verhaal over een jonge Engelse schrijfster van kasteelromans was rijk aangekleed, zocht de grenzen van het sentimentele op en kende een romantische score van Philippe Rombi. Regisseur Ozon wilde voor zijn film melodramatische muziek zoals die in de jaren '40 en '50 veelvuldig in Hollywoodfilms te horen was. In het bijzonder muziek van Frank Skinner, in de jaren '50 de favoriete en frequente componist van Douglas Sirk. Onlangs verscheen een van zijn bekendste scores op cd: een late erkenning van een vergeten Hollywoodmeester. bestemd voor films uit de B-categorie. Toch doet men hem te kort door hem weg te zetten als routineus componist die louter om den brode de ene na de andere film van gelikte muziek voorzag. Enerzijds repten collega's van een sympathieke, zeer behulpzame componist en anderzijds legde hij een werktempo aan de dag met soms meer dan twintig filmscores per jaar, een wapenfeit waar je niet snel om heen kunt. Uiteindelijk rest zijn faam grotendeels op de samenwerking met regisseur Douglas Sirk in de jaren '50. Skinner schreef voor een dozijn films van Sirk de muziek. Veelschrijver Skinner werd op 31 december 1897 geboren als Frank Chester Skinner in Meredosia, Illinois. Al op jonge leeftijd bespeelde hij verschillende instrumenten waaronder de kornet en de piano. Na een korte tijd muziek te hebben gestudeerd onder de fameuze Florenz Ziegfeld in Chicago belandde hij in de jaren '20 in New York. Hier zou hij in korte tijd uitgroeien tot een van de belangrijkste componisten en arrangeurs van Broadway. In 1935 kon hij zijn vaardigheden in Hollywood voortzetten, waar hij hielp met het arrangeren van de muziek voor de megaproductie The Great Ziegfeld die in 1936 een groot succes was en uiteindelijk drie Oscars zou verwerven, waaronder die
Dat Frank Skinner (foto) vandaag een vergeten componist is heeft diverse redenen. Allereerst heeft hij zijn jaren in Hollywood bij een kleine studio gewerkt. Van 1937 tot 1967 was hij een van de muzikale krachten van Universal. Daarnaast schreef hij zijn beste scores voor horrorfilms en melodrama's, genres die niet snel tot ingrijpende filmmuzikale vernieuwingen leiden. Maar misschien was Skinner niet ambitieus genoeg om door te breken tot het grote werk of om zijn artistieke horizon te verleggen, laat staan zich te wagen aan experimentele vormen. Veel liever bleef hij altijd keurig binnen de tonale grenzen van de filmmuziekkunst. Van de meer dan 250 scores van zijn hand waren er heel wat 8
voor de beste film. Een jaar later nam de kleine studio Universal Skinner in dienst voor een periode die dertig jaar zou duren. Anders dan de grote studio's grossierde Universal vooral in genrefilms: musicals, komedies, exotische fantasy, maar boven alles was de studio verantwoordelijk voor de betere horrorfilm, een reputatie die teruggaat naar 1931 toen zowel Dracula als Frankenstein het levenslicht zag. Voor veel van deze films stond geen enkele componist op de aftiteling. Vaak werd gebruik gemaakt van zogenoemde stock music, muziek die door diverse componisten werd geschreven en naar believen van de plank kon worden gepakt voor een soundtrack. Skinner schreef net als zijn collega's stock music die in een slordige 300 films werd gebruikt. Evenwel vertrouwde de studio hem beetje bij beetje toe complete scores te componeren, aanvankelijk voor talrijke B-films.
laatste film deelde hij de nominatie met de van oorsprong Oostenrijkse filmcomponist Hans J. Salter (1896-1994) met wie Skinner regelmatig samenwerkte, waaronder The Invisible Man Returns (1940) en The Wolf Man (1941). Niet alleen kwam zijn naam steeds vaker op de aftiteling voor, ook zat er tussen de vele films zo nu en dan een belangrijke film. When Tomorrow Comes (1939), Back Street (1941), Saboteur (1942) van Alfred Hitchcock, The Dark Mirror (1946) en The Naked City (1948) zijn ook nu nog films die tot de verbeelding spreken. Maar Skinner was van werkelijk alle markten thuis, voor praktisch elk denkbaar genre componeerde hij erop los en aldus prijkte zijn naam evenzeer op de credits van films van W.C. Fields als die van Abbott & Costello. Zijn werklust kende geen grenzen: in 1938 verschenen vijftien films met zijn muziek, in 1939 zelfs 23 en het jaar erna 21 en slechts heel langzaam liep dat aantal de volgende jaren iets terug met toch nog een jaargemiddelde van tien stuks tot ver in de jaren '50. Soaps In 1950 verscheen een boek van Skinners hand, getiteld Underscore. Het was de eerste handleiding ooit over de techniek van het componeren voor film. Ondanks de vele routineklussen bleef hij een gerespecteerd collega. Met steeds betere films als Harvey (1950), Bright Victory (1951) en The World in His Arms (1952) begon Skinner aan zijn meest vruchtbare periode. In 1951 scoorde hij The Lady Pays off, de eerste van twaalf scores die hij voor Douglas Sirk zou schrijven. Naast enkele komedies en avonturenfilms zijn het vooral de melodrama's van Sirk die Skinner zijn plaats in de filmmuziekgeschiedenis hebben verzekerd. Die faam begon met Magnificent Obsession (1954), een melodrama in de overtreffende trap. Op basis van bestaande thema's van componisten als Beethoven en Chopin ontwierp Skinner een groots liefdesthema alsook enkele compo-
Een eerste manifestatie van zijn kunnen bewees Skinner in 1939 met Son of Frankenstein, een score die in de jaren nadien van invloed bleek en zelfs een enkele maal werd gekopieerd. Als er één genre is waarin hij destijds excelleerde, dan was het wel het horrorgenre. In datzelfde jaar werd hij, samen met het hoofd van de muziekafdeling Charles Previn, zowaar genomineerd voor een Oscar voor de musical Mad About Music met Deanna Durbin. Vier nominaties zouden in de jaren daarna volgen, voor onder meer Back Street (1941) en The Amazing Mrs. Holliday (1943). Voor deze 9
sities die als perfecte underscore de vele dramatische ontwikkelingen in de film niet al te luidruchtig begeleidden. Daarbij schuwde de componist hemelse koorzang niet waarmee het verhaal van de tragische Jane Wyman die een ware wederopstanding dreigt te beleven een welhaast religieuze dimensie verkrijgt.
film Angst essen Seele auf (Rainer Werner Fassbinder, 1974) en Far From Heaven (Todd Haynes, 2002). Na deze zoete vioolklanken pakte Skinner de zaken in de volgende film van Sirk iets anders aan. Voor het zwoele Written on the Wind (1956) waren er de zoetsappige strijkers voor de heimelijke verlangens tussen Lauren Bacall en Rock Hudson enerzijds, en zette Skinner ritmische klanken in voor broer en zus Robert Stack en Dorothy Malone anderzijds. De verdorven uitspattingen van de laatste twee werden begeleid door (latin) jazz en deze mix van diverse stijlen maakt deze score tot een prachtig afgerond werk waarbij de componist regelmatig alle registers opentrekt wat niet misstaat bij deze soap die als film menigmaal uit zijn voegen dreigt te barsten. Skinner vervolgde de samenwerking met Sirk in 1957 met Interlude, een remake overigens van zijn vroegere succes When Tomorrow Comes, over een getrouwde dirigent die verliefd wordt op een andere vrouw. Een net als Written on the Wind gevarieerde dramatische score inclusief een stevig hoofdthema schreef Skinner voor opvolger The Tarnished Angels (1958), een drama over stuntvliegers met Rock Hudson, Dorothy Malone en Robert Stack in de hoofdrollen.
Rock Hudson en Jane Wyman in Magnificent Obsession.
Rock Hudson was de andere ster uit Magnificent Obsession. Samen met Jane Wyman speelde hij een jaar later in All That Heaven Allows. In deze tearjerker draait alles om een weduwe die gevoelens krijgt voor haar tuinman, dit alles tot grote afschuw van de hen omringende kleinburgerlijke samenleving. De verborgen verlangens die leiden tot een heftige verliefdheid worden steevast door mierzoete violen versterkt en Skinner doet er makkelijk een schepje bovenop door een solerende viool op de voorgrond te plaatsen waardoor de muziek grenst aan kitsch en zelfs een enkele keer deze grens overschrijdt. Waartoe dient dit sentimentele smachten allemaal? Om de toeschouwer nadrukkelijk te betrekken bij de onderhuidse passies van ogenschijnlijk brave, keurige medeburgers waardoor Sirk zijn stokpaardje van kritiek op de kleinsteedse samenleving makkelijker berijden kan. De identificatie met de tragische protagonisten wordt zowel op goede momenten (de viool) als op slechte momenten (de piano met noodlottige ondertoon) nog eens extra door vormgeving, kleurgebruik en regie versterkt. Dit beproefde soaprecept heeft in de jaren erna telkens opnieuw gewerkt, getuige ook de inofficiële remakes van laatstgenoemde
Emoties De films die Douglas Sirk in de jaren '50 voor Universal draaide, waren bijna zonder uitzondering grote commerciële successen. De pers keek indertijd echter neer op deze damesfilms die als banaal, overdreven en sentimenteel werden afgedaan. In de jaren '70 vond in Europa een herwaardering plaats van de regisseur en zijn films die opvielen door hun behandeling van actuele problemen en vooral door hun opmerkelijke vormgeving een intensievere duiding behoefden. Een prachtig voorbeeld van zo'n melodrama is de laatste film die Sirk draaide in Hollywood en daarmee ook een laatste samenwerking met Skinner: 10
Dochter (Sandra Dee) en moeder (Lana Turner) in Imitation of Life.
Imitation of Life (1959). De score voor deze film over een actrice die het helemaal gaat maken in de theaterwereld van New York klinkt weelderig en bestrijkt emoties van A tot Z want Sirk zet gaandeweg het verloop menig vraagteken bij zaken als de prijs van succes, racisme, ontbrekende moederliefde en veel meer. De actrice werd gespeeld door Lana Turner die onder andere regisseurs zou spelen in twee melodrama's met muziek van Skinner: Portrait in Black (1960) en Madame X (1966). Een jaar later ging de western Ride to Hangman's Tree in première, Skinners laatste voor Universal. Met deze wat obscure film sloot hij een dertig jaar lange verbintenis met een en dezelfde studio af, mogelijk langer dan andere filmcomponisten van naam in Hollywood hebben beleefd.
ven in zijn geboorteplaats Meredosia wat de terugkeer betekende van de wellicht bekendste inwoner van dit plaatsje ten westen van Springfield, de hoofdstad van Illinois. Van zijn ontelbare scores verscheen pakweg een handvol op elpee. Op cd verscheen op het Marco-Polo-label een aantal van zijn spraakmakende horrorscores. Met Imitation of Life wordt hopelijk een begin gemaakt met de cduitgave van een reeks scores die de man in herinnering roept die routineus, immer gedreven en vol overtuiging muzikaal gestalte gaf aan films uit vervlogen Hollywoodjaren. Written on the Wind zou een uitstekende keuze zijn voor een volgende cd: meeslepend, opwindend en altijd weer een feest voor het oor. En wat een film!
Skinner overleed een jaar later op 9 oktober 1968 in Beverly Hills en werd begra-
PS 11
BOEKBESPREKING: Alle bioscoopfilms van 2011 Een traditie die elk jaar weer wordt voortgezet: sinds 1980 biedt het Filmjaarboek een overzicht van alle films die in het achterliggende jaar in de vaderlandse bioscopen te zien waren. Het Filmjaarboek 2011/2012 wijkt niet af van dit stramien en schotelt de lezer op ruim 250 pagina's alle bioscoopfilms van 2011 voor. Nieuw dit jaar is de vermelding van een soundtrack bij de meeste films. speelduur, releasedatum en aantal kopieën dat in roulatie was. Nieuw is de vermelding van een soundtrack als deze van de betreffende film is verschenen. Afgesloten wordt met een korte beschrijving van de film door een steeds wisselende auteur. De vermelding van de soundtrack bij de films is een welkome toevoeging. Helaas ontbreken er soms soundtracks. Dat geldt niet alleen voor grote producties zoals The Adventures of Tintin: The Secret of the Unicorn, Harry Potter and the Deathly Hallows: Part 2 en Pirates of the Caribbean: On Stranger Tides waarvan men mag aannemen dat de score van een steeds gevestigde componist bekend is. Ook bij kleinschaligere producties zoals Baciami ancora, Les bien-aimés en My Son, My Son, What Have Ye Done ontbreekt de soundtrack. En soms zijn er films waarvan twee soundtracks verschenen zoals bij The Help, maar geen van beide wordt vermeld.
Het Filmjaarboek 2011/2012 oogt qua layout zeer aantrekkelijk. Van het merendeel der films is er een kleurenfoto op mooi glanzend papier. Ook het handzame formaat maakt de lectuur tot een aangename bezigheid. De inhoud is al jaren hetzelfde. Voorafgaande aan de lijst met films is er een bijdrage van de auteur van het jaar. Dat is dit keer Bas Blokker die in het kort zijn licht laat schijnen op regisseur Roman Polanski die op de valreep van 2011 met Carnage zijn opwachting maakte. Andere bijdragen gaan over het einde van de wereld in de arthouses en over de snelle opkomst van Video on Demand.
Misschien dat bij een volgende uitgave deze omissie kan worden rechtgezet, evenals het juist spellen van alle componisten, want wie Time Rice, Elvis Oresley en Gustavo Santaikakka zijn mag Joost weten. Hoewel ...... Voor de rest is dit naslagwerk een wederom geslaagde publicatie die geschikt is voor eenieder die graag bladert door een echt boek.
Hoofdmoot van het boek is natuurlijk de lijst met films die afgelopen jaar in de Nederlandse theaters draaiden. Per film worden alle medewerkers vermeld: zowel de acteurs als de mensen achter de camera dan wel de schermen waaronder uiteraard de componist, indien de film muziek bevatte. Voorts zijn er technische gegevens zoals
Filmjaarboek 2011/2012. Redactie: Hans Beerekamp, Mariska Graveland en Harry Peters. Uitgeverij International Theatre & Film Books, Amsterdam, 2012. ISBN: 978-90-6403-7788, 256 blz. Prijs: € 20. PS 12
CD-RECENSIES BEN-HUR FSM Vol. 15 No. 1 Box met 5 cd's, totale speelduur: ruim zes uur In Amerika is bij Film Score Monthly een box met 5 cd's verschenen van de film Ben-Hur uit 1959. De film won elf Oscars waaronder één voor beste muziek. Ben-Hur speelt zich af ten tijde van Christus. Judah Ben-Hur is een rijke Joodse prins in Judea die bezoek krijgt van zijn jeugdvriend Messala. Messala is ondertussen opperbevelhebber geworden van het Romeinse leger dat Judea bezet. Er ontstaat een ruzie tussen de twee en Ben-Hur wordt verbannen als galeislaaf. Als het schip zinkt tijdens een bloedige zeeslag ontsnapt Ben-Hur. Hij redt de Romeinse consul Quintus Arrius van de verdrinkingsdood. Op een vlot worden ze opgepikt door een ander Romeins schip. Ben-Hur wordt gehuldigd en wordt in Rome geadopteerd door Arrius. Judah bekwaamt zich in het wagenrennen en neemt het in Circus Maximus op tegen zijn rivaal Messala. Voor dit drieëneenhalf uur durend spektakel dat destijds in de bioscoop te zien was op 70mm grootbeeld heeft Miklós Rózsa in Rome, waar de film werd opgenomen, de muziek geschreven. Volgens velen is dit zijn beste score. Toen Miklós in Rome over het Circus Maximus marcheerde en er zijn inspiratie opdeed voor de Parade of the Charioteers kwam hij een Romein tegen die hem in het voorbijgaan “pazzo” (gek) toeriep. Maar toen Rózsa in een tv-interview naar zijn Oscar wees, zei hij dat hij blijkbaar toch niet zo pazzo was. Er zijn in de loop der jaren al heel wat plaat- en cdpersingen van Ben-Hur uitgebracht. Maar de schoonheid van deze soundtrack die echt alles heeft wat een score nodig heeft, heeft mij toch doen besluiten deze box aan te schaffen. Cd 1 en 2 bevatten de complete filmscore die ook al eerder op Rhino Records was verschenen. In Rome, waar de muziek ook voor de lp-versie is opgenomen, heeft Carlo Savina de score gedirigeerd. Deze versie staat op cd 3 plus aanvullingen met outtakes die niet in de film zijn terechtgekomen. Maar iemand heeft deze tapes toch bewaard blijkt nu. Erich Kloss heeft ook twee lp's vol gedirigeerd in Rome. Maar die naam staat alleen op de hoes om belastingtechnische redenen en voor de rechten van de muziek. De werkelijkheid was dat Miklós Rózsa deze lp's zelf heeft gedirigeerd, zo vertelde hij ooit in een interview. Het eerste Kloss (Rózsa) album staat op cd 4 plus alweer meer outtakes van muziek die we nog niet hadden. Het tweede Kloss album staat op cd 5 met nog meer bonusmateriaal. Welnu, het was opmerkelijk dat na het afspelen van alle vijf cd's achter elkaar (…) er bij mij geen moment kwam dat ik dacht: Ja, nou weten we het wel. De tracks zijn met zorg uitgezocht en geven het geheel een gevarieerd programma. De mastertapes zijn opgepoetst en klinken mooier dan ooit te voren. Een boekwerkje met 28 pagina’s in kleur is bijgesloten, en voor wie nog meer wil weten heeft men een weblink meegedrukt zodat er naast het boekje nog veel meer te lezen valt. En dit scheelt in de kosten van de cd-set. Anders was het een dik boekwerk geworden en dat doet de prijs stijgen. Ja, het is de mooiste Ben-Hur muziek ooit uitgebracht. En er zal niet nog meer muziek van verschijnen omdat dit alles is. Complimenten voor de makers die er zoveel zorg aan hebben besteed. De muziek van Ben-Hur is groots, romantisch, spannend, pompeus, rijk aan melodieën en onvergetelijk. Dit is niet zomaar een soundtrack, dit is Ben-Hur. ST 13
THE BEST EXOTIC MARIGOLD HOTEL Sony Classical 88691938522 21 tracks, 46:56 Afgelopen herfst verscheen The Debt van John Madden in de Nederlandse bioscopen. Voor deze thriller schreef Thomas Newman een spannende, maar weinig opzienbarende score. Ook voor Madden's opvolger, het luchtige The Best Exotic Marigold Hotel, schreef de Amerikaanse componist de muziek. Was Newman tien jaar geleden nog een van de meest invloedrijke en spraakmakende filmcomponisten ter wereld, verleden jaar kwam hij na een paar rustige jaren weer terug in de schijnwerpers met een handvol scores. Die terugkeer verliep niet echt stormachtig en wellicht heeft Newman gedacht nieuwe wegen in te moeten slaan om zijn rotsvaste reputatie te kunnen continueren. The Best Exotic Marigold Hotel is een op en top Britse komedie met tal van oudere Britse steracteurs die naar India trekken om er te kunnen genieten van een aangename levensavond. Het zal niemand verbazen dat Newmans tintelende, ritmische composities een Indiaas sausje krijgen. Aldus horen we instrumenten als de sitar, Bollywoodzang en klinkt het geheel inderdaad erg Indiaas, precies zoals dat in een Bollywoodmusical niet zou misstaan. Ondanks de weinig verrassende vondsten levert Newman toch weer een score af die zowel binnen als buiten de film weet te boeien. Net als voorganger The Iron Lady is dit een vooral ambachtelijke score die voor de afwisseling niet in Los Angeles werd opgenomen maar in Abbey Road in Londen. PS W.E. Interscope Records 0602527947310 12 tracks, 47:33 De Poolse componist Abel Korzeniowski borduurt met deze score voort op zijn succesvolle muziek voor A Single Man uit 2009. We horen wederom breed uitwaaierende composities die vrijwel alle een heldere, vaak tragische klankkleur kennen. En tragisch kan de liefdesgeschiedenis van de Engelse koning Edward VIII met de Amerikaanse Wallis Simpson worden genoemd die in W.E. van Madonna centraal staat. Korzeniowski laveert behendig tussen diverse stijlen: naast symfonische weldaad horen we enkele walsen met soloviool en enkele nummers die neigen naar minimal à la Nyman en Glass. Steeds voeren de strijkers de boventoon. Hoogtepunten zijn de twee meeslepende, wonderschone hoofdthema's. De cd wordt afgesloten door Masterpiece, een popnummer van Madonna waarvoor zij met coschrijvers Julie Frost en Jimmy Harry afgelopen januari een Golden Globe won. Voor al diegenen die een welluidende score op prijs stellen, is W.E. een aanhoudende streling van het oor. PS 14
LES ADIEUX À LA REINE Quartet Records QRO17 20 tracks, 69:53 In de Franse film Les adieux à la reine komt weinig muziek voor. Gedurende enkele momenten horen we muziek die een verontrustende en ontregelende indruk achterlaat. Geen vloeiende lijnen, laat staan een melodie valt hier te ontwaren. Geheel in lijn met de vaak schokkende camerabewegingen begeleidt Coulais' staccato score de laatste dagen van Marie Antoinette in het paleis van Versailles in het jaar 1789. Pas in de laatste track van de net geen 40 minuten durende score gaat Coulais op melodieuze wijze verder. Wat Coulais met zijn avant-gardistische muziek bereikt, is dat de kijker bij de les blijft dankzij de constante dreiging en de soms wonderlijke sfeer die uit deze muziek spreken. Twee andere scores staan verder op deze cd. Net als Les adieux à la reine zijn het films van regisseur Benoît Jacquot: Au fond des bois (2010) en Villa Amalia (2009). Meer nog dan Les adieux à la reine zijn deze scores vrij ontoegankelijk: de eerste is een twintig minuten lange compositie met een atonaal karakter en van Villa Amalia staan flarden score op de cd waarvan de laatste compositie iets van een melodie prijsgeeft. Coulais kennen we van enkele scores voor documentaires uit de dierenwereld. Dat is andere koek dan deze drie grillige scores: effectief tijdens het kijken naar de film, maar op cd vergen ze heel wat van de luisteraar. PS DR. SEUSS' THE LORAX Varèse Sarabande 3020671382 13 tracks, 46:15 Geen hedendaags filmcomponist is zo gespecialiseerd in het animatiegenre als John Powell. The Lorax is helaas geen originele film. Gelukkig weet Powell met zijn mix van aanstekelijke melodieën, actiemuziek en soms hemelse zang enige ironie en vaart in de filmhandeling te brengen. Daarbij lijkt deze score meer op een verzameling hits dan op een doorlopende, thematische stroom composities die als doel heeft de film samenhang te geven. Zoals dat met veel animatiescores het geval is, valt buiten de film beluistering van de muziek nogal eens zwaar. Ook bij The Lorax is dat het geval, maar zoals we dat van de Britse componist gewend zijn overheersen bij hem vaak de melodische stukken. Vergeleken met de illustere voorganger How to Train Your Dragon uit 2010 is The Lorax misschien meer een tussendoortje, maar dan wel eentje dat meestentijds weet te boeien zoals de afsluitende track Funeral For a Tree bewijst. Overigens stelde Maarten Spruijt ditmaal weer enkele samples ter beschikking. PS 15
UNA SU 13 Digitmovies CDDM 203 Cd 1: 13 tracks, 38:05 Cd 2: 36 tracks, 66:06 De Italiaanse komedie deed het goed in de jaren '60. De films werden zelfs naar Amerika geëxporteerd. De film Una su 13 (een van de 13; 12+1 in Amerika) is een film met onder andere Vittorio Gassman, Orson Welles, Sharon Tate (in haar laatste rol voordat ze werd vermoord), Vittorio de Sica en Terry-Thomas. Het is de voorloper van Mel Brooks' remake The Twelve Chairs (1970) naar hetzelfde boek over een kapper uit New York die dertien oude stoelen erft met in een ervan een verborgen fortuin. De Italiaanse versie (cd 1) heeft muziek van Carlo Rustichelli. Voor wie de muziek van Rustichelli kent, dit is hem weer ten voeten uit. Een hammondorgel, vrolijke melodieën en vocale begeleiding door I Cantori Moderni di Alessandroni (die vooral dankzij Morricone bekend zijn). Het is de eerste keer dat er muziek van deze film is uitgebracht en het is voor liefhebbers van Rustichelli een mooie aanwinst. Claudio Fuiano was weer de man achter de schermen die de mastertapes terugvond en de remastering voor zijn rekening nam. De tweede cd met muziek van Stelvio Cipriani voor de Engelstalige versie van de film is meer jazzy. Een typische jaren '60 klank die af en toe een beetje aan Mancini doet denken. Ook hij heeft het hammondorgel gebruikt. David Whitaker heeft een paar orkestrale shake-thema’s geschreven die voor symfonieorkest erg vrolijk klinken. Het boekwerkje is in het Italiaans, maar er is met de opmaak iets fout gegaan: de tekst staat tweemaal in het Italiaans op twee pagina’s afgedrukt. Ik gok dat op de tweede pagina de Engelse vertaling hoort te staan. Toch een leuke dubbel-cd. ST HAYWIRE Silva Screen Records SILCD1379 18 tracks, 35:30 Voor deze weinig enthousiast ontvangen film van Steven Soderbergh schreef de Noord-Ierse dj en componist David Holmes de score. Met Soderbergh werkte hij al eerder samen zoals Out of Sight (1998) en drie Ocean's-films (2001-2007). Haywire is een spannende agententhriller die het niet moet hebben van al te veel logica. Holmes' stijl is een mix van pop, jazz en modernere stijlen als jungle. Het geheel ademt een sfeer van opwinding en spanning, geknipt dus als begeleiding bij een film vol actie, dubbele bodems en achterdocht. De cd begint met het pakkende hoofdthema dat later enkele malen terugkeert, helaas zonder originele variatie. Ritme en jazzy grooves kenmerken deze score verder en het geheel klinkt erg cool en urban. Ook geschikt voor een rit in de auto door de grote stad. PS 16
TAKE SHELTER Milan Records M2-36558 21 tracks, 35:35 Voor Take Shelter van regisseur Jeff Nichols schreef de Amerikaan David Wingo deze kleinschalige score. Dreigende stormen en angstvisioenen spelen in het beklemmende drama een grote rol en regisseur Nichols wilde blijkens het cd-boekje dat de muziek gevoelens van onheil, terreur maar ook een gevoel van ontzag bij de hoofdpersoon, een bezorgde huisvader, moest opwekken. In dat alles is David Wingo geslaagd want de soundscapes die hij voor de film ontwierp zijn overweldigend en dreigend tegelijk. Met een klein gezelschap musici die allen een snaarinstrument bespeelden tegen de achtergrond van soundscapes schiep Wingo een score die effectief klinkt ondanks zijn beperkte omvang. In de laatste tracks doet een orkest met strijkers er nog een schepje bovenop. Het resultaat is filmmuziek die niet makkelijk in het gehoor ligt, maar wel een optimale muzikale begeleiding bij dit drama biedt. PS THE SAND PEBBLES Intrada MAF 7116 Cd 1: 32 tracks, 70:22 Cd 2: 18 tracks, 39:09 Een reus die ontwaakt. Zo zou je The Sand Pebbles van Robert Wise het best kunnen karakteriseren. Steve McQueen speelt een machinist op een Amerikaans oorlogsschip dat anno 1926 op de Yangtze rivier patrouilleert en allengs de ontwakende reus China tegenover zich ziet opdoemen. Zoals het een drie uur durend epos betaamt, begint de score met een heuse ouverture. Daarna volgen de main titles en ontvouwt componist Jerry Goldsmith op een brede schaal het muzikale landschap van deze destijds - vanwege de Vietnamoorlog - actuele film. Al aan het begin van de score zet Goldsmith de toon met een mengeling van westerse orkestrale muziek en oosterse klanken die een sinistere ondertoon met zich mee dragen. Hierbij maakt hij gebruik van oosters aandoende instrumenten, een experimentele aanpak die twee jaar later bij Planet of the Apes overtuigend werd herhaald. Het merendeel der composities kent dit samengaan van Oost en West, tot aan de daverende climax toe. Op cd 1 staat voor het eerst de gehele originele score. Op cd 2 horen we extra materiaal, source muziek zoals deze in de film her en der te horen is en een andere ouverture, namelijk het liefdesthema van Richard Attenborough, de bevriende collega van Steve McQueen, en zijn Chinese bruid. Op cd 1 staat de in de film gebruikte ouverture die het liefdesthema bevat van McQueen en Candice Bergen. The Sand Pebbles is een vroege epische score van Goldsmith die dankzij een rijkdom aan composities en een originele instrumentkeuze een huzarenstukje afleverde dat ook vandaag nog weet te imponeren. PS 17
POULET AUX PRUNES Milan Music 3993842 20 tracks, 49:45 Vijf jaar geleden verraste Olivier Bernet met zijn sprankelende score voor de Franse animatiefilm Persepolis van Marjane Satrapi en Vincent Paronnaud. Voor de nieuwste film van laatstgenoemden, Poulet aux prunes, schreef Bernet een op het eerste gehoor tamelijk merkwaardige score die moeilijk in een hokje valt te plaatsen. Na een symfonische opening volgt een mengelmoes aan stijlen die uiteenloopt van symfonische composities tot muziek met een oosterse klankkleur. Ook diverse etnische instrumenten duiden op een verafgelegen plaats van handeling. Om het mysterieuze te benadrukken schiep Bernet hier en daar een sprookjesachtige sfeer. Hoogtepunt van deze cd is een aantrekkelijk hoofdthema dat naar het einde toe in diverse variaties wordt herhaald. Bernet schreef prachtige nummers die maar ten dele avontuurlijk of eigenzinnig klinken, maar die het bijzonder goed doen op deze cd. PS NINO ROTA CENTENARY Kind of Blue KOB 10049 Cd 1: 17 tracks, 48:33 Cd 2: 17 tracks, 52:10 Er is over de gehele wereld volop aandacht geweest voor het eeuwfeest van Nino Rota. Verschillende cd's zijn uitgebracht. Ook voor deze uitgave heeft men de moeite genomen om oude partituren opnieuw in te spelen omdat de oude mastertapes in een brand verloren zijn gegaan. Het resultaat is twee cd's met een verzameling muziek voor film uit de periode 1933 -1979. Om kosten te besparen is regelmatig naar keyboards gegrepen in plaats van een voltallig orkest, maar het initiatief is leuk. Ook is de muziek het aanhoren waard, al gaat ook hier bij Rota weer op dat hij muziek vaak hergebruikt. Voor de film Roma, città libera uit 1946 hoor ik iets bekends: I vitelloni van Fel-lini uit 1953. Wel leuk om nu te weten dat het eigenlijk al in 1946 was geschreven. Amor di poeta wordt op de cd toegeschreven aan een opera uit 1978, hetzelfde thema zit ook in Giulietta degli spiriti van Fellini uit 1965. Toch heeft de dubbel-cd een stuk of tien nieuwe tracks die nooit eerder zijn uitgebracht. En daarmee is deze cd een mooie aanwinst. Nino Rota was een van de groten en een pionier in de wereld van de Italiaanse filmmuziek. Het is jammer dat men hem voornamelijk kent van The Godfather en de films van Fellini, maar dat waren dan ook vijftien stuks. Zijn andere filmcomposities zijn eigenlijk veel mooier en interessanter. Op de cd wordt verder vermeld dat de muziek is gespeeld door Solisti e Orchestre del Cinema Italiano. Een dirigent wordt nergens vermeld, ook geen namen van personen die dit tot stand hebben gebracht. Een must voor de liefhebbers van Rota. ST 18
INTOUCHABLES TF1 Musique 0602527918563 15 tracks, 57:07 In Frankrijk was Intouchables vorig jaar een enorme hit. Andere landen volgden gauw. Ook in Nederland is deze onweerstaanbare komedie over de vriendschap tussen twee ongelijke partners een opvallend succes, zeker voor een Franstalige film. Op de cd staat 20 minuten aan originele score die werd geschreven door de Italiaan Ludovico Einaudi. De vijf composities beschrijven in een rustig tempo en met een serieuze ondertoon de groeiende vriendschap die steeds hechter wordt tussen enerzijds de gehandicapte industrieel (François Cluzet) en anderzijds de zwarte ex-crimineel (Omar Sy) die ondanks of juist dankzij hun totaal verschillende achtergrond naar elkaar toegroeien. Enkele van Einaudi's stukken verschenen al eerder op cd. De nummers worden gedomineerd door piano en doen aanvankelijk minimalistisch aan. Later vult een orkestrale achtergrond de nummers aan tot grootse, melodieuze muziek. De rest van de soundtrack wordt gevuld met bestaande nummers: enerzijds klassieke werken van onder meer Vivaldi en anderzijds soulnummers van onder meer Earth Wind & Fire. Beide stijlen vertegenwoordigen - hoe kan het ook anders - beide filmpersonages. Ten slotte zijn er dialoogfragmenten uit de film die ook zonder beelden op de lachspieren werken. De mixed bag kent een édition prestige: cd plus kleine filmposter gehuld in een fraai vormgegeven kartonnen hoesje. Zoals bij dit soort soundtracks vaker het geval is, raakt de originele score - hoe aantrekkelijk ook - iets ondergesneeuwd door de overweldigende rest. PS MAN TO MAN MovieScore Media MSM11022 20 tracks, 39:04 Deze film van Régis Wargnier werd in 2005 ook in Nederland uitgebracht. Een cd verscheen onlangs op het Zweedse label MovieScore Media. Het drama over wetenschappelijke experimenten met pygmeeën in de negentiende eeuw werd in de jungle van Afrika en in Schotland opgenomen. De muziek werd geschreven door Patrick Doyle die in de jaren vóór Man to Man al enkele keren met de Franse regisseur had gewerkt. De score begint met enkele opzwepende nummers die de jacht op de pygmeeën in Afrika begeleiden en waarin we soms iets van oerwoudgeluiden kunnen horen. Al gauw verhuist de handeling naar Schotland en houdt Doyle het even rustig, maar al gauw sijpelt er door de muziek iets ongemakkelijks en dreigends. En weldra pakt het orkest weer groots uit als ook in Schotland de actie niet van de lucht is. Het oerwoudthema keert terug en Doyle stopt deze idyllische klanken die een herinnering aan het vrije leven aanstippen terug in de score. De vrij korte, maar uiterst melodieuze score omvat alleen de wezenlijke stukken. Een leuk walsje, getiteld Monkey Waltz, sluit deze bescheiden score van de Schotse componist met een kwinkslag af. PS 19
IMITATION OF LIFE Disques Cinémusique DCM 133 15 tracks, 64:31 Het Canadese label Disques Cinémusique maakte vooral naam met cd's met originele scores van Georges Delerue. Ook andere componisten krijgen een kans getuige deze recente release met muziek van de vergeten Amerikaan Frank Skinner. Imitation of Life is een supermelodrama uit 1959 met Lana Turner in een onbetwiste glansrol. Skinner schreef een score zoals hij die in de jaren ervoor voor regisseur Douglas Sirk vaker heeft geschreven: een door vooral hoge strijkers gedomineerde verzameling composities die van uitbundige vreugde tot in de meest tragische diepten reikten. Soms schurkt hij dicht tegen het sentimentele aan, maar net op tijd wordt het weer draaglijk. Behalve de gevarieerde composities valt op dat ook moderne muziek, lees jazz, moeiteloos door Skinner in het totale muziektapijt wordt geweven. Het titellied werd niet door Skinner geschreven maar door Sammy Fain (op tekst van Paul Francis Webster) en wordt behendig in de score verwerkt. Hoe zoet de muziek soms ook wordt, het blijft een weldaad voor het oor, maar meer nog een cruciale achtergrond bij de filmhandeling die baat heeft bij wisselingen in stemming van de vele personages. Aan het einde horen we Trouble of the World, een hartverscheurende gospel die in de film wordt vertolkt door Mahalia Jackson, maar op de cd vreemd genoeg door Lillian Hayman. En alsof dat alles nog niet genoeg is, bevat deze uitgave als afsluiter een suite in twee delen uit het ook door Sirk geregisseerde liefdesdrama Interlude (1957). Met pianospel à la Rachmaninov worden we meegevoerd naar de jaren '50, toen het leven nog zo ongecompliceerd leek, maar wel zo dramatisch. Deze release is een terechte erkenning van het talent van een vergeten Hollywoodcomponist. PS
20