Fairness Tax – lijst van nog hangende problemen De problemen die rijzen door de wet van 30 juli 2013 kunnen in 4 categorieën worden gerangschikt: -
gewenste bevestigingen gewenste verduidelijkingen gewenste wijzigingen geïdentificeerde absurditeiten (discriminaties) overeenstemming met het Europees recht
1. Bevestigingen Een aantal verduidelijkingen die onontbeerlijk zijn voor de toepassing van de teksten komt niet in de wettekst zelf voor. Ze werden geformuleerd door de minister van Financiën in de memorie van toelichting of tijdens de parlementaire werkzaamheden: -
wijziging van artikel 207, 2de lid, WIB 92: de minister heeft in plenaire vergadering van de Senaat bevestigd dat de wijziging enkel wordt toegepast om de berekeningsgrondslag van de Fairness Tax te bepalen, en dat ze dus geen enkel gevolg heeft voor het bepalen van de belastbare basis in de vennootschapsbelasting (Annalen, Senaat, doc. 5-114, pagina 55). Het zou nuttig zijn dit uitdrukkelijk te bevestigen in de administratieve circulaire;
-
de verantwoording van de maatregel preciseert dat de dividenden bedoeld in artikel 537, WIB 92 in geen geval in aanmerking komen in het kader van de Fairness Tax (Doc 532891/004, pagina 13). Het zou nuttig zijn dit uitdrukkelijk te bevestigen in de administratieve circulaire;
-
de verantwoording van de maatregel preciseert dat de overdracht van de aftrek voor risicokapitaal bedoeld in artikel 536, WIB 92 niet in de berekening van het percentage wordt betrokken (Doc 53-2891/004, pagina 14). Het zou nuttig zijn dit uitdrukkelijk te bevestigen in de administratieve circulaire;
-
artikel 219ter, §1 bepaalt bovendien dat de Fairness Tax enkel wordt geheven op de dividenden bedoeld in artikel 18, 1ste lid, 1° tot 2bis, WIB 92. Het zou nuttig zijn de precieze draagwijdte van deze beperking goed duidelijk te maken in de administratieve circulaire en te bevestigen dat het diezelfde dividenden zijn die worden bedoeld in §2 van het artikel. Overigens rijst er een interpretatieprobleem wat de inkoop van aandelen betreft (zie hierna);
-
de verantwoording van artikel 219ter, §3 preciseert dat de reserves “opgebouwd voor het aanslagjaar 2014”, wat overeen komt met de reserves die zijn opgebouwd tot 31 december 2013 voor de vennootschappen die hun rekeningen per kalenderjaar afsluiten, als “voorheen belaste reserves” moeten worden beschouwd (Doc 53-2891/004, pagina 13-14). Het zou nuttig zijn dit uitdrukkelijk te bevestigen in de administratieve circulaire;
-
de verantwoording verduidelijkt dat de noemer van het percentage bedoeld in artikel 219ter, §4, WIB 92 het fiscaal resultaat is van het belastbaar tijdperk “na de eerste bewerking in de zin van artikel 74 van het KB/WIB 92” (Doc 53-2891/004, pagina 14). Het zou nuttig zijn dit
uitdrukkelijk te bevestigen in de administratieve circulaire, zonder afbreuk te doen aan de hierna voorgestelde wijziging.
2. Verduidelijkingen -
Artikel 219ter, §1 bepaalt dat de Fairness Tax enkel wordt geheven op de dividenden bedoeld in artikel 18, 1ste lid, 1° tot 2bis, WIB 92. Tijdens de besprekingen in de Kamer was de minister van oordeel dat de inkoop van eigen aandelen, die aanleiding geeft tot de betaling van een dividend, in aanmerking komt voor de Fairness Tax (Doc 53-2891/007, pagina 38). Een dergelijk dividend is echter in principe bedoeld in artikel 18, 1ste lid, 2ter, WIB 92. Het zou nuttig zijn deze interpretatie te herzien in de administratieve circulaire;
-
artikel 219ter, §3, 2de lid, WIB 92 is onbegrijpelijk. Wat heeft men willen zeggen met te preciseren dat de voor het aanslagjaar 2014 uitgekeerde dividenden nooit geacht kunnen worden afkomstig te zijn van de voor datzelfde aanslagjaar belaste reserves? Wij begrijpen dit zo, dat op de winsten van het aanslagjaar 2014 die worden uitgekeerd de Fairness Tax zal worden geheven, maar dat de Fairness Tax niet zal worden toegepast op de op basis van het aanslagjaar 2014 gereserveerde winsten, aangezien die na het aanslagjaar 2014 worden uitgekeerd. Het is van cruciaal belang dit zo spoedig mogelijk te bevestigen in de administratieve circulaire, want deze informatie is onontbeerlijk om de raden van bestuur in staat te stellen met kennis van zaken hun beslissingen te nemen;
-
de wetgeving rept met geen woord over de dividenden van medewerkers. De commentaar op het Wetboek van de inkomstenbelastingen (nr. 185/40) bepaalt dat inzonderheid de volgende inkomsten niet worden aangemerkt als uitgekeerde dividenden in de zin van 185/37, 1°: -
de presentiegelden verleend of toegekend door een CV aan haar leden van de raad van bestuur die stille vennoten zijn (voor de genieters zijn die presentiegelden geen dividenden, maar wel baten van winstgevende bezigheden als bedoeld in art. 27, WIB 92);
-
het totale bedrag van de eerste schijven van 5.000 F (te indexeren) van de inkomsten uit aandelen van door de Nationale Raad van de Coöperatie erkende coöperatieve vennootschappen, voor zover deze inkomsten niet worden toegekend aan binnenlandse vennootschappen of aan de BNI/ven. onderworpen buitenlandse lichamen met winstoogmerk (zie art. 21, 6° en art. 198, 5°, WIB 92);
-
de toekenning door een vennootschap aan haar aandeelhouders van nieuwe aandelen, wanneer die toekenning voortvloeit uit de opneming van reserves in het kapitaal (ook "bonusaandelen" genoemd - zie commentaar op art. 18, WIB 92).
Het zou nuttig zijn in de administratieve circulaire nader aan te geven wat er met deze inkomsten gebeurt ten aanzien van de Fairness Tax; -
deze zelfde circulaire zou ook nog, met voorbeelden ter ondersteuning, nader moeten aangeven hoe de Fairness Tax zal moeten worden toegepast op Belgische vestigingen van buitenlandse vennootschappen.
3. Wijzigingen -
Artikel 219ter, §4 bepaalt dat het in de noemer bedoelde fiscaal resultaat het fiscaal resultaat is van het belastbaar tijdperk (eerste bewerking) “exclusief de vrijgestelde waardeverminderingen, voorzieningen en meerwaarden”. Deze uitsluiting heeft tot concreet gevolg dat alle gevallen van vermeerdering van de beginsituatie van de reserves, die overeenkomen met de vrijgestelde winsten, zullen onderworpen worden aan de “Fairness Tax” zodra de betrokken bedragen als dividenden worden uitgekeerd en het bedrag van de dividenden hoger is dan de belastbare basis (voor zover minimum 1 euro wordt afgetrokken als aftrek voor risicokapitaal of als overgedragen verliezen). Deze belasting is enkel het gevolg van hun uitsluiting uit de noemer. Ze is overduidelijk in tegenspraak met de aangekondigde doelstelling van de wetgever om de dividenden die niet effectief werden belast wegens de twee voornoemde aftrekken alsnog aan de heffing te onderwerpen. Nergens wordt er melding gemaakt van enig voornemen om, bijvoorbeeld, de vrijgestelde meerwaarden, die overigens al onderworpen worden aan de afzonderlijke aanslag van 0,4%, te belasten, (er zou dus een juridische dubbele belasting zijn… van de vrijgestelde meerwaarden!). Deze situatie kan worden geïllustreerd met het onderstaande voorbeeld: o o o o o o o
Vrijgestelde meerwaarde op aandelen: 2.000 euro Uitgekeerde dividenden: 2.001 euro Resultaat van het belastbaar tijdperk: 1 euro Aftrek voor risicokapitaal: 1 euro Berekeningsgrondslag van de Fairness Tax: 2.001 – 0 = 2.001 euro Percentage: 1/1 = 100% Fairness Tax: 2.001 X 100% x 5,15% = 103,05
In dit voorbeeld wordt het gedeelte van het dividend dat niet werd belast wegens de aftrek voor risicokapitaal, d.i. 1 euro, belast tegen een tarief van 10.305%. Als de vrijgestelde meerwaarde op aandelen in de noemer begrepen was, zou het percentage 1/2.001, dus 0,0005%, zijn geweest. Derhalve dient artikel 219ter, §4, WIB 92, gewijzigd te worden door erin te bepalen dat de noemer overeenstemt met het fiscaal resultaat van het tijdperk, inclusief de aangegeven bedragen die bovenop de beginsituatie van de reserves zijn gekomen1. Als het daarentegen de wil van de regering was dergelijke vrijgestelde inkomsten (dubbel) te belasten (zoals de minister heeft laten verstaan in de plenaire vergadering van de Senaat Annalen, Senaat, doc. 5-114, pagina’s 55-56), dan zou dat officieel en publiekelijk bevestigd moeten worden. -
1
De Fairness Tax wordt onderworpen aan de regels die van toepassing zijn op het gebied van voorafbetalingen. Aangezien de algemene vergadering die het dividend goedkeurt pas bijeenkomt in het jaar dat volgt op het belastbaar tijdperk is het onmogelijk om tijdig het bedrag van de te verrichten voorafbetalingen te berekenen. Dit brengt de facto met zich dat het tarief van 5% (5,15% met de crisisbijdrage) steeds zal worden verhoogd omdat er geen of
Een alternatief zou erin bestaan artikel 219, §2, WIB 92 te wijzigen door erin te verwijzen naar de artikelen 215, 216 en 217, aangezien dit laatste artikel in het bijzonder bedoeld is voor de tegen de tarieven van 0,4% en van 25% belastbare meerwaarden.
onvoldoende voorafbetalingen zijn. Rekening houdend met de niet-aftrekbaarheid van de heffing, mag er dus van uitgegaan worden dat de effectieve aanslagvoet van deze heffing zal neerkomen op: 5,15 x 1,0225 (tarief van de vermeerdering voor het aanslagjaar 2014) x 100/66.01 (brutering van de VENB) = 7,98%!
4. Absurditeiten De toepassingsregels van de Fairness Tax hebben gevolgen die ofwel absurd, ofwel discriminerend kunnen zijn: -
Zoals vermeld onder punt 3, worden de “vrijgestelde” winsten belast. In het geval van de vrijgestelde meerwaarden op aandelen is er zelfs een juridische dubbele belasting (heffing van 0,412% en Fairness Tax). België is het enige land ter wereld dat zoiets heeft klaargespeeld!
-
Winsten worden belast en gereserveerd in het jaar N en vervolgens uitgekeerd in het jaar N+2, waarin overgedragen verliezen van het jaar N +1 worden afgetrokken. Deze situatie is die van alle bedrijven die cyclische activiteiten uitoefenen en die hun aandeelhouders een dividend moeten garanderen (familiale vennootschappen, genoteerde vennootschappen,… ). Volledig belaste dividenden, die worden uitgekeerd door vennootschappen die echt bedrijvigheid en werkgelegenheid in België scheppen, worden derhalve aan belasting onderworpen (dubbele belasting VENB + Fairness Tax). Deze situatie moet bijgestuurd worden, door het mogelijk te maken dat vanaf het jaar 2014 in de geboekte belaste reserves een onderscheid wordt gemaakt tussen, enerzijds, de werkelijk belaste en/of vrijgestelde winst, en anderzijds, het gedeelte van die belaste winst dat werd gecompenseerd door de aftrek voor risicokapitaal en/of door overgedragen verliezen. Met andere woorden, de nieuwe reserves moeten worden opgesplitst in de belaste reserves die worden onderworpen aan de Fairness Tax en die waarvoor dat niet gebeurt. Zoals werd aangestipt tijdens de voorbereidende werkzaamheden zou deze situatie de (cyclische) bedrijven er wel eens kunnen toe aanzetten hun winsten uit te keren in plaats van hun eigen vermogen te versterken, wat opnieuw riskeert de solvabiliteit van de Belgische vennootschappen te verzwakken. Naast het risicokapitaal wordt aldus gewoonweg ook het ondernemingsrisico (dat bijzonder belangrijk is voor de cyclische activiteiten) in België voortaan bestraft! Hetzelfde probleem doet zich voor wanneer het ontvangen DBI-dividenden zijn die worden gereserveerd (wat strijdig is met het Europees recht), of wanneer het gaat om bij overeenkomst vrijgestelde winsten die niet onmiddellijk worden uitgekeerd (wat strijdig is met de dubbelbelastingverdragen).
-
Hoe kan de toepassing van de Fairness Tax worden gerechtvaardigd in de context van de dubbelbelastingverdragen? Een Belgische vennootschap met een buitenlandse permanent establishment (PE – vaste inrichting) die in België is vrijgesteld, zal een hogere aanslag ondergaan dan een Belgische vennootschap zonder buitenlandse PE. Voorbeeld: o
Belco met in België vrijgestelde buitenlandse PE: Inkomsten van Belgische oorsprong = 1000 Vrijgestelde inkomsten = 300
o
Uitgekeerde dividenden = 1.300 Resultaat belastbaar tijdperk na eerste bewerking = 1.300 Vrijgestelde resultaten = 300 NID/verliezen = 700 Uiteindelijke belastbare basis = 300 Berekeningsgrondslag Fairness Tax = 1300 – 300 = 1000 Percentage = 53,85% (700/1300) Fairness Tax = 1000 x 53,85% x 5,15% = 27,73
Belco zonder buitenlandse PE: Inkomsten van Belgische oorsprong = 1000 Uitgekeerde dividenden = 1.000 Resultaat belastbaar tijdperk na eerste bewerking = 1.000 NID/verliezen = 700 Uiteindelijke belastbare basis = 300 Berekeningsgrondslag Fairness Tax = 1000 – 300 = 700 Percentage = 70% (700/1000) Fairness Tax = 700 x 70% x 5,15% = 25,24
5. Oordeel van de Europese Commissie De Europese Commissie werd om haar oordeel gevraagd over de overeenstemming van de maatregel met het Europees recht. Wanneer wordt het antwoord verwacht? Als men het voorbeeld 2 neemt dat is beschreven in afdeling 4 en de winsten vervangt door DBIdividenden, stelt men vast dat de uitkering ervan in het jaar N+2 leidt tot de toepassing van Fairness Tax op deze dividenden. Werd deze situatie (naast andere) meegedeeld aan de Europese Commissie? Ook hier zou moeten toegestaan worden om een “niet aan de Fairness Tax onderworpen” belaste reserve te boeken.