o pi n i e
Factor van invloed of toch liever
actor met invloed? De ‘kunst’ van het beïnvloeden
Carré 7 - 2010 pagina
006_CA07.indd 6
18-6-2010 8:24:47
Lkol P.D.R.M. (Piet) IJntema
Dit artikel is geschreven op persoonlijke titel en is nergens en in geen enkele zin de weergave van het formele en officiële standpunt van de Defensieorganisatie. Het artikel gaat in op een actueel en relevant onderwerp. De schrijver heeft niet de pretentie de wijsheid over beïnvloeden in pacht te hebben en stelt zich slechts ten doel het denken over dit onderwerp te stimuleren.
Voor het goed kunnen beoordelen van de situatie in een mogelijk inzetgebied en het op basis daarvan kunnen ontwikkelen van een succesvolle specifieke aanpak (concept of operations) is het dan noodzakelijk dat wordt nagegaan:
Recente ervaringen
• welke invloed deze actoren (kunnen en of willen) hebben op de bestaande situatie en de gewenste situatie,
Westerse krijgsmachten zijn de afgelopen decennia vooral na of misschien wel ten gevolge van het vallen van de Muur - op veel verschillende manieren in veel verschillende situaties met veel verschillende opdrachten ingezet. Nadat krijgsmachten na afloop van de Tweede Wereldoorlog specifiek werden uitgerust en toegerust op een grootschalig conflict, hebben zij de laatste decennia juist veel ervaring opgedaan met andersoortig optreden. Aanvankelijk werd verondersteld dat operaties in soort waren te onderscheiden en daarmee ook om verschillende soorten eenheden en verschillende soorten benaderingen vroegen. Inmiddels is wel duidelijk dat krijgsmachten elke inzet doctrinematig op dezelfde manier moeten benaderen en er geen geld is om verschillende soorten materieel aan te schaffen en te onderhouden. Binnen de NAVO is operations are operations al weer enkele jaren een breed gedragen adagium. Vaak werden en worden krijgsmachten tijdens hun inzet gelijktijdig of vrij snel achter elkaar met verschillende soorten geweldsintensiteit geconfronteerd. Daarbij werden en worden zij geacht gelijktijdig mee te werken aan de (weder)opbouw van een regio, te assisteren bij humanitaire hulpverlening en op te treden tegen dreiging. Elke operatie vraagt om dezelfde benadering en daarbinnen om een specifieke afgestemde aanpak 1). Er is naar mijn mening een aantal constante factoren in alle afgeronde, lopende en toekomstige operaties te onderkennen: • succes in een operatie (het realiseren van de geformuleerde desired endstate) is relatief en niet langer meer alleen afhankelijk van het bestrijden van tegenstanders alléén; • het realiseren van de desired endstate is niet mogelijk door alléén de inzet van het militaire machtsinstrument; - het realiseren van de desired endstate is afhankelijk van de mate waarin de belangrijkste actoren het gewenste gedrag (supporting effects) gaan en blijven vertonen; - het realiseren van het gewenste gedrag (supporting effects) is afhankelijk van het vermogen en de vaardigheid de belangrijkste actoren te beïnvloeden.
• welke actoren in een inzetgebied relevant zijn,
• waarom deze actoren zich gedragen zoals ze zich gedragen (politieke, etnologische, religieuze en sociaaleconomische achtergronden) en wat hun ambities zijn, • en hoe het gedrag van deze actoren het beste kan worden beïnvloed. Het gaat er bij een operatie vooral om álle relevant geachte doelgroepen zodanig te beïnvloeden dat zij het voor de desired end state noodzakelijk geachte gedrag gaan en vooral ook blijven vertonen zodat de oorsprong/ oorzaak van het gevaar, de spanning, het conflict en instabiliteit is verdwenen 2). Structuur
In dit artikel ga ik specifiek in op de beantwoording van de hierboven vermelde vragen. Allereerst zal ik beknopt stil staan bij de algemene vraag: waarom gedragen mensen, groepen van mensen en dus ook staten zich zoals ze zich gedragen? Vervolgens zal ik aangeven waarom volgens mij het denken in effecten zo belangrijk is voor het realiseren van gedragsveranderingen bij mensen. Daarna zal ik met behulp van een vereenvoudigd, door mij zelf ontworpen, theoretisch model beschrijven hoe staten of groepen van staten op basis van een geformuleerde desired end state een effectieve strategie kunnen ontwikkelen voor de inzet van het militaire machtsinstrument. Dit deel van mijn artikel gaat vooral in op het denken op het operationele en het strategisch niveau. Hierbij zal ik mij richten op de vraagstukken: • op welke manier kunnen ingezette militaire eenheden op basis van de door de CDS geformuleerde opdracht invulling geven aan de door de politieke leiding voorziene rol en • hoe kunnen ingezette militaire eenheden het gedrag van de voor hen en door hen relevant geachte actoren beïnvloeden 3)? Aan het einde van het artikel ga ik kort in op de beïnvloedingsactiviteiten op de tactische niveaus (brigade- en bataljonstaakgroep). Dit artikel biedt zeker niet de allesomvattende oplossing voor gecompliceerde problemen in complexe omgevingen. Het beoogt slechts de mindset van de lezer te beïnvloeden en hem/haar een hulpmiddel te
Carré 7 - 2010 pagina
006_CA07.indd 7
18-6-2010 8:24:56
en een viertal actoren met invloed: • de formele leider(s) boven de groep • de informele leider(s) binnen de groep • de trendsetter(s) binnen de groep en • de opiniemakers van buiten de groep.
Een samenleving zou je kunnen omschrijven als een groep mensen die met de haar ter beschikking staande middelen in een door haar gekozen ruimte (fysiek en/of mentaal) probeert haar individuele en collectieve belangen te realiseren. Groepsgedrag verklaard.
bieden om, op basis van een eigen beoordeling, op het tactische niveau een bijdrage te leveren aan het ontwikkelen van doeltreffende en aanvaardbare wijzen van militair optreden. Na het lezen van deze publicatie stopt het denken niet, maar begint het pas. Het doel van dit document is slechts het denken succesvoller te laten verlopen. Gedrag van mensen en staten
Als het succes van de individuele mens of een groep mensen (o.a. staten) in het verwezenlijken van eigen wensen en het verdedigen van eigen belangen afhankelijk is van het beïnvloeden van het gedrag van andere mensen en andere groepen (o.a. staten), dan is het belangrijk om te weten waar een mens of een groep zich door laat leiden. Alleen als duidelijk is waardoor zij zich laten leiden, bestaat er een gerede kans om het gedrag van mensen zodanig te beïnvloeden dat zij het gewenste gedrag gaan en zo mogelijk blijven vertonen. Pas dan bestaat er ook een gerede kans dat de beïnvloedende partij zijn belangen kan verwezenlijken en daarmee zijn doelstellingen kan realiseren. Een individu staat nooit op zich en maakt altijd deel uit van een groep mensen (een samenleving). In de meeste gevallen is een individu tegelijkertijd lid van meerdere groepen (samenlevingen). Een getrouwde man met 2 kinderen bijvoorbeeld, is lid van zijn eigen gezin, is lid van zijn eigen familie, is lid van de aangetrouwde familie, is daarbij mogelijk ook nog werknemer van een bedrijf, is een van de ouders van de school waar zijn kinderen onderwijs volgen en is misschien ook nog lid van een (sport)vereniging. Zijn gedrag wordt bepaald door zijn individuele belangen en de collectieve belangen die ieder van de hierboven genoemde groepen (samenlevingen) heeft. Een mens wordt daarom regelmatig gedwongen belangenafwegingen te maken en/of water bij de wijn te doen. In deze beslissingen laat hij zich vaak leiden door het idee dat overleven zonder samenleven niet mogelijk is.
Een ideologie kan binden en verblinden.
Je zou kunnen zeggen dat de wereld één grote samenleving is die bestaat uit veel verschillende samenlevingen. Er zijn in deze wereld volgens mij theoretisch gezien, drie verschillende hoofdsoorten samenlevingen te onderscheiden die ieder hun eigen identiteit en (gedrags-)regels kennen: • Een samenleving met een gemeenschappelijke niet-religieuze ideologie (bijvoorbeeld: socialisten, communisten, kapitalisten, liberalen); • Een samenleving met een gemeenschappelijke religieuze ideologie (bijvoorbeeld: islam, christendom, hindoeïsme); • Een samenleving met een gemeenschappelijke afkomst of achtergrond (nationaliteit, stam, regio en cultuur) (bijvoorbeeld: Koerden, Nederlanders, Tukkers). Slechts zelden zul je een samenleving tegenkomen die de zuivere vorm is van een van de drie hierboven genoemde hoofdsoorten. Meestal is er sprake van een mengvorm. Een samenleving is ook geen homogene groep en bestaat bijna zonder uitzondering uit een groot aantal van elkaar verschillende subgroepen. Om de doelstellingen en de belangen te kunnen verwezenlijken, hebben samenlevingen ruimte nodig en middelen. Ruimte kan
Een groep mensen laat zich bij haar beslissingen omtrent gedrag leiden door een viertal factoren van invloed: • de ervaringen die de groep eerder heeft opgedaan • alle nieuwe ervaringen • de toekomstverwachtingen en • de nog niet gerealiseerde wensen
Carré 7 - 2010 pagina
006_CA07.indd 8
21-6-2010 9:16:46
bestaan uit fysieke ruimte of mentale ruimte. Middelen zijn van nature aanwezig of worden aangeschaft of veroverd. Staten, te beschouwen als een grote samenleving met dezelfde nationaliteit en een legitieme grondslag, hebben de beschikking over verschillende legitieme machtsinstrumenten: diplomatiek vermogen, economisch vermogen, civiel vermogen en militair vermogen, die voortdurend worden ingezet om de status quo te handhaven. In sommige gevallen is een samenleving niet tevreden met de status quo en voelt zij zich gedwongen fysieke of mentale ruimte te veroveren of te houden of het aantal en soort beschikbare middelen uit te breiden of te behouden. Op die momenten zet een legitieme samenleving doelbewust haar machtsinstrumenten in (overigens niet altijd zichtbaar voor de ‘buitenwereld’). Andersoortige samenlevingen maken gebruik van alle haar ter beschikking staande middelen, waarbij soms het doel de middelen heiligt. Overleven is immers het doel. Het ultieme doel/belang van een samenleving is het bereiken c.q. het behouden van het door haar gewenste niveau van belangenverwezenlijking 4). Hierbij is er dan wel een balans tussen alle individuele belangen binnen de samenleving en de gemeenschappelijke collectieve belangen. Het individu laat zich daarbij leiden door de behoeftehiërarchie van Maslow. Het collectief laat zich leiden door het hoogst haalbare. Beide kenmerken zich door het gegeven dat er in veel gevallen naar een hoger niveau van belangenverwezenlijking wordt gestreefd als er eenmaal een bepaald gewenst niveau is bereikt. In die zin kun je stellen dat de mens nooit tevreden is. Dat is misschien ook wel de belangrijkste reden dat er sprake is van voortdurende belangenstrijd en voortdurende verandering en dus ook vooruitgang. Als je naar de wereldgeschiedenis kijkt, zou je kunnen stellen dat samenlevingen voor het verwezenlijken van doelstellingen en het behartigen van de belangen bij gebrek aan ruimte of gebrek aan middelen, voorheen in eerste instantie keken naar andere samenlevingen die in hun directe bereik lagen. Daarbij werd dan vaak in eerste instantie geprobeerd de belangen veilig te stellen door samenwerking. Door gebrek aan vertrouwen in elkaar op basis van eerdere negatieve ervaringen waren samenlevingen gedwongen hun gelijk te bevechten en daarom vooral expansief ingesteld. Samenlevingen hadden nog veel te winnen. Interstatelijke conflicten en oorlogen waren vaak een zaak van buurlanden. In sommige gevallen probeerde men eerst via diplomatie, economische druk of via slim huwen het grondgebied uit te breiden. Lukte dat niet, dan werd er gevochten om grond. In andere gevallen probeerden staten via handelsmissies juist bepaalde middelen (grondstoffen) te verkrijgen op plaatsen op de aarde waar dat nog relatief eenvoudig was (zonder al te veel gebruik van de beschikbare machtsinstrumenten). Het koloniseren van overzeese gebieden is daarvan een voorbeeld. Ook het verbreiden van een religieuze ideologie via het woord of het zwaard (de kruistochten in de vroege middeleeuwen en de Jihad, die nu gevoerd wordt) kan
Religie als bindmiddel binnen een samenleving.
worden gezien als het realiseren van doelstellingen en het verwezenlijken van belangen door een religieus georiënteerde samenleving. Veel staten hebben in de afgelopen eeuwen een voor hen ideale mix ontwikkeld voor de inzet van de hen ter beschikking staande legitieme instrumenten van macht (de comprehensive approach). Op die manier zijn er in de loop der eeuwen zogenaamde min of meer stabiele staten en regio’s ontstaan. Het kenmerk van een dergelijke staat resp. regio, is dat álle daarin aanwezige samenlevingen op hoofdlijnen tevreden zijn met de mate waarin de individuele en collectieve belangen zijn verwezenlijkt. Er zijn geen grote conflicterende belangen. Deze staten zijn daardoor vooral behoudend ingesteld. Zij hebben immers veel te verliezen. Staten en samenlevingen die nog niet zo ver zijn in hun ontwikkeling, vertonen vaak een hoge mate van instabiliteit. Deze instabiliteit wordt veroorzaakt door het feit dat de daarin aanwezige samenlevingen juist (nog) niet allemaal tevreden zijn over de mate van belangenverwezenlijking. Sommige samenlevingen zijn daarom nog expansief ingesteld. Men heeft nog veel te winnen en weinig te verliezen. Door groepen van mensen die een bepaalde ideologie nastreven, worden falende en labiele staten en instabiele regio’s bovendien nog eens gezien als een perfecte schuilplaats om plannen voor te bereiden. Op die manier kunnen deze groeperingen in die regio’s vanaf grote afstand toch nog een bedreiging vormen voor de stabiele staten en regio’s. Dit besef heeft er toe geleid dat moderne stabiele staten voor het behoud van hun stabiele samenlevingen, bereid en verplicht zijn machtsinstrumenten in te zetten in of in de directe omgeving van instabiele regio’s. A Fragile State. A fragile state still has a viable host nation government, but it has a reduced capability and capacity to secure, protect and govern the population. Without intervention, it is likely to become a failed state. A Failed State. A failed state is where remnants of a host nation government, or some form of potential host nation government, may still exist. However, in such states, the government does not have a monopoly on the use of force, cannot provide security or simple basic services,
Carré 7 - 2010 pagina
006_CA07.indd 9
18-6-2010 8:25:15
De relatie tussen militaire activiteiten en het ‘grote plan’.
and is not sufficiently legitimate or effective to protect its borders, citizens, or even itself. It may exert a very weak level of governance and rule of law in all or part of the state but, overall, the mechanisms and tools of governance have largely collapsed. Bron: UK JDP 3-4 Security and Stabilisation: The Military Contribution In het vervolg van deze publicatie zal ik de term ‘samenleving’ niet meer gebruiken. In plaats daarvan zal ik de term ‘actoren’ hanteren, om binnen de operational environment de doelgroepen te benoemen waarop de inspanningen van de militaire eenheid gericht zullen (moeten) zijn. Denken in effecten
De verschillende actoren in een operational environment.
Hoewel er in de diverse NATO-publicaties 5) omschrijvingen zijn te vinden van het begrip ‘effect’ is het moeilijk om hiervoor een goede sluitende definitie te formuleren. Toch geeft de ‘omschrijving’: het directe, indirecte, gewenste, ongewenste, verwachte, onverwachte, positieve en negatieve gevolg van bewust of onbewust handelen een redelijk compleet beeld. Dit handelen (in militaire termen: actie) was bij krijgsmachten in het verleden vooral gericht op de (vaak fysieke) capaciteiten van de (vaak militaire en regulier optredende) tegenstander. Al weer enkele jaren wordt bij planning en uitvoering van acties ook aandacht besteed aan de mentale component van de tegenstander. Ervaringen in recente operaties hebben geleerd dat militaire acties op elk niveau ook effecten hebben of juist moeten hebben op andere actoren zoals irregulier optredende groepen, internationale organisaties (IO’s), non-gouvernementele organisaties (NGO’s), de plaatselijke bevolking en het thuisfront. Vice versa zal ook het optreden (de bewuste en onbewuste daden) van deze andere actoren directe, indirecte, gewenste, ongewenste, verwachte, onverwachte, positieve en negatieve effecten hebben op het optreden van krijgsmachten. De krijgsmacht en ook alle andere actoren worden vandaag en in de toekomst geconfronteerd met een complexe werkelijkheid, die (plaatselijk en tijdelijk) snel kan veranderen. Daarom is bij het plannen en uitvoeren van operaties en acties het denken in effecten of misschien beter gezegd: het denken vanuit effecten cruciaal voor succes in deze nieuwe werkelijkheid.
Er is een duidelijk verschil tussen het begrip ‘effect’ en activiteit! Termen als misleiden, vernietigen, vertragen, binden en neutraliseren leiden vrijwel direct tot meetbare effecten. Deze termen zijn doorgaans nog wel gemakkelijk te vertalen naar activiteiten als aanvallen, veroveren en verdedigen. Voor termen als ondersteunen, ontmoedigen, aanmoedigen, stimuleren, beïnvloeden en overtuigen geldt dat echter minder. Het is dan ook niet vreemd dat militaire planners moeite hebben om een door de politiek geformuleerde desired endstate via decisive conditions en supporting effects te vertalen naar concrete acties (militaire taken en activiteiten). De militaire activiteiten die doctrinematig worden ondergebracht bij de categorie stability activities en ten doel hebben organisaties (gouvernementeel en non-gouvernementeel) dan wel lokale, regionale en nationale overheden te (onder)steunen bij het volwaardig uitvoeren van hun specifieke taken en verantwoordelijkheden, kunnen hierbij hulp bieden. Met het plannen van activiteiten wordt dát gedrag bij de relevant geachte actoren nagestreefd dat uiteindelijk een bijdrage kan leveren aan het bereiken van de (politieke) desired endstate. Het gewenste gedrag van een geselecteerde doelgroep als reactie op de militaire activiteit, is het supporting effect dat kan leiden tot het realiseren van een decisive condition. Hiervoor is in het recente verleden de filosofie effect based approach to operations (EBAO) bedacht. N.B. Het denken in effecten of beter gezegd het denken vanuit effecten 6) is zoals al gesteld een filosofie en geen exacte wetenschap omdat het menselijk gedrag weliswaar te verklaren is, maar niet 100% te voorspellen of te beïnvloeden is! Van desired endstate naar doelgericht en doeltreffend militair handelen
Als staten of groepen van staten doelstellingen formuleren betreft het bijna altijd het bereiken of handhaven van een door hen gewenste toestand in een bepaald land of regio. Een staat of groep van staten moet daarvoor invloed uitoefenen op een groot aantal actoren, dat een rol speelt bij het bereiken van de desired endstate. In of in de directe omgeving waarin een ingezette eenheid zal moeten gaan optreden (hierna operational environment genoemd) krijgt zij bijna altijd
Carré 7 - 2010 pagina 10
006_CA07.indd 10
18-6-2010 8:25:25
te maken met drie (hoofd)soorten actoren: • de actoren van wie de houding en het gedrag een positieve invloed hebben op het bereiken van de desired endstate, • de actoren van wie de houding en het gedrag een negatieve invloed hebben op het bereiken van de desired endstate 7) en • de actoren van wie de houding en het gedrag (nog) geen invloed hebben op het bereiken van de desired endstate. Men moet zich goed (blijven) realiseren dat binnen elke (hoofd)soort vaak veel van elkaar verschillende groeperingen bestaan die ieder om een separate en van elkaar verschillende aanpak en benadering vragen. Deze actoren kunnen van huis uit aanwezig zijn in de operational environment, daar voor het behartigen van hun belangen naar toe zijn gegaan of van buiten de operational environment hun invloed proberen uit te oefenen. Een staat of groep van staten zal zich moeten richten op álle door hen relevant geachte actoren. Ook de actoren die van buiten en van afstand hun invloed (kunnen en of willen) uitoefenen, moeten daarbij in beschouwing worden genomen. Van elke onderkende doelgroep zal men moeten proberen het gewenste gedrag (gewenst voor het bereiken van de desired endstate) te verkrijgen. De ingezette militaire eenheid zal zich namens de staat of groep van staten slechts richten op die actoren die een rol (kunnen) spelen bij de planning en uitvoering van de ontvangen opdracht (als onderdeel van het ‘grote plan’) en op wie de militaire eenheid invloed kan/mag uitvoeren. Er zijn grosso modo drie hoofdlijnen waarlangs een staat of groep van staten het gedrag van de doelgroep kan proberen te beïnvloeden: • De staat of groep van staten kan zich richten op de (mentale en fysieke) ruimte die de doelgroepen nodig hebben om hun belangen te verwezenlijken. • De staat of groep van staten kan zich ook focussen op de middelen die de doelgroepen nodig hebben of denken nodig te hebben voor het realiseren van hun specifieke belangen. • En last but not least kan de staat of groep van staten speciale aandacht geven aan het beantwoorden van de vraag waar het gedrag van de doelgroepen vandaan komt. Het aangrijpen van de oorsprong/oorzaak 8) kan naast het aangrijpen van de middelen en de ruimte een grote bijdrage leveren aan het bereiken van de desired endstate. Het vergt in bijna alle gevallen een aanpak langs verschillende wegen tegelijk. Een staat of groep van staten heeft vier verschillende soorten machtsinstrumenten die zij kan inzetten voor het bereiken van de desired endstate: • het militaire instrument, • het economische instrument, • het diplomatieke instrument en • het civiele instrument.
Deze instrumenten kunnen worden ingezet op de hierboven vermelde drie hoofdlijnen. Met het inzetten van diplomatieke middelen en methodes en het spelen van het economisch machtspel kan door staten veel worden bereikt. Soms moeten ook andere middelen worden ingezet en is gebruik van gelegaliseerd geweld noodzakelijk. De inzet van het militaire instrument om gebieden te veroveren of te behouden, capaciteiten van opponenten uit te schakelen of opponenten uit te manoeuvreren, is bekend. De inzet van dit machtsinstrument om ook de oorzaak/oorsprong van gedrag van geselecteerde doelgroepen aan te grijpen is voor velen een nieuw verschijnsel. Het gebruik van het civiele instrument kent weliswaar een lange traditie, maar is bij velen minder bekend. Het helpen van een andere staat bij de (weder)opbouw van een onderwijssysteem, gezondheidszorgsysteem en juridisch systeem blijkt in de praktijk een belangrijke bijdrage te leveren aan het bereiken van een blijvende desired endstate in bepaalde regio’s.
De verschillende wegen die leiden naar een doel.
De essentie is dat een staat of groep van staten de verschillende instrumenten niet los van elkaar of slechts achtereenvolgens inzet, maar juist altijd kiest voor een op de situatie en elkaar afgestemde optimale mix. De instrumenten hebben daarbij de beschikking over zowel fysieke als niet-fysieke capaciteiten. Staten zullen achtereenvolgens en/of gelijktijdig álle instrumenten van macht (moeten) inzetten in een zorgvuldig gekozen strategie en zowel de fysieke als de niet-fysieke capaciteiten (moeten) gebruiken om uiteindelijk de desired endstate te (kunnen) bereiken. In de diverse fasen van conflictbeheersing zal voor elk machtsinstrument weer een andere rol (kunnen) zijn weggelegd en een andere bijdrage (kunnen) worden gevraagd. Internationaal wordt deze aanpak aangeduid met de term comprehensive approach. De uitvoerende elementen van het militaire machtsinstrument in casu de ingezette militaire eenheden, moeten er rekening mee houden dat zij tijdelijk en plaatselijk ook een bijdrage zullen moeten leveren aan het wegnemen of juist in standhouden c.q. versterken van de oorzaak/oorsprong van het gedrag van een geselecteerde doelgroep. Het tijdelijk leveren van steun op gebieden die eigenlijk het domein zijn van het civiele instrument is in die fasen van conflictbeheersing dan ook een normale militaire activiteit en niet een specifieke operatie.
Carré 7 - 2010 pagina 11
006_CA07.indd 11
18-6-2010 8:25:33
ingegeven door de intentie om uit menslievendheid een bepaalde staat of regio te helpen. De oorsprong is er juist in gelegen om de belangen van de eigen staat of staten te verwezenlijken. Stabiliteit in andere staten en regio’s kan immers een belangrijke bijdrage leveren aan veiligheid en stabiliteit op het eigen grondgebied en de eigen regio. De focus op de actoren van wie de houding en het gedrag een negatieve invloed hebben op het bereiken van de desired endstate
De verschillende machtsinstrumenten van een staat.
Omdat de inzet van machtsinstrumenten door staten in het verleden veelal plaatsvond bij een conflict (belangenstrijd) met een andere staat (interstatelijk conflict) richtte men zich vaak vooral op de militaire tegenstander. Dat geldt zeker voor de vertegenwoordigers van het militaire machtsinstrument. Het ingrijpen van de Verenigde Staten in Vietnam, het ingrijpen van de SovjetUnie in Afghanistan en het ingrijpen van Nederland in Nederlands-Indië, hadden naast een focus op de militaire tegenstander ook een focus op de andere relevant geachte actoren. Dit ingrijpen vond echter nog steeds plaats in die gebieden die deel uitmaakten van de eigen invloedssfeer. Al weer enige tijd zetten staten hun machtsinstrumenten ook in andere staten en/of regio’s in, zonder dat er sprake is van een conflict met die staten en/of regio’s. De instabiliteit in die staten/regio’s vormt dan de bedreiging. We spreken dan van intrastatelijke conflicten. In dit soorten conflicten richt men zich niet alleen op de veroorzakers van de instabiliteit, maar ook op de andere soorten actoren. De focus op de actoren van wie de houding en het gedrag een positieve invloed hebben op het bereiken van de desired endstate
De Comprehensive Approach.
De oplossing van een intrastatelijk conflict, het realiseren van een stabiele situatie en het bereiken van de desired endstate, is in veel gevallen afhankelijk van het succes dat staten hebben bij het herstellen dan wel instellen van een betrouwbaar en geaccepteerd openbaar bestuur in een fragile of failed state. Daarvoor is het belangrijk dat alle actoren die daarin een rol kunnen of juist moeten spelen worden ondersteund. Een staat of groep van staten zal een goed doordacht plan moeten opstellen waarin voor alle machtsinstrumenten een rol is weggelegd voor het ondersteunen van al die actoren die een positieve invloed hebben of kunnen hebben op het bereiken van de desired endstate. Uiteindelijk is het de bedoeling dat er een stabiele situatie wordt bereikt die door de eigen staat dan wel regio zelf kan blijven behouden zonder dat er steun of ingrijpen van buitenaf nodig is. De inzet van de machtsinstrumenten in instabiele staten en/of regio’s is er daarmee feitelijk op gericht om uiteindelijk overbodig te zijn. Men moet mijns inziens goed beseffen dat het bereiken van de desired endstate, het ondersteunen van de actoren die daaraan een bijdrage (kunnen) leveren en het in het zadel helpen van een eigen organisatie niet wordt
In de meeste gevallen zullen er in een operational environment ook actoren aanwezig zijn die door hun houding en gedrag een dreiging vormen voor het bereiken van de desired endstate. Ook deze groep verdient bij het opstellen en uitvoeren van een plan de juiste soort en hoeveelheid aandacht. Om de negatieve invloed van deze doelgroep uit te schakelen of te neutraliseren moet niet alleen worden gedacht aan de inzet van het militaire machtsinstrument. Ook via het civiele, diplomatieke en economische instrument kan getracht worden het ongewenste gedrag van een aantal actoren aan te grijpen. Politieke en economische embargo’s kunnen ook leiden tot gedragsveranderingen. Het financieel steunen en het ter beschikking stellen van bepaalde civiele capaciteiten aan actoren, die zich uit onvrede met een situatie in een bepaalde regio negatief opstellen, kan ook leiden tot het stoppen van dat ongewenste gedrag en het aannemen van een neutrale en later mogelijk zelfs positieve houding. Er wordt overigens bijna nooit snel een duurzaam resultaat geboekt. Hoewel sommige inspanningen een direct positief resultaat kunnen hebben (quick impact projects) en ook zeker moeten worden verricht, moeten snel waarneembare positieve symptomen/reacties niet worden verward met een structurele vooruitgang of verbetering. De focus op de actoren van wie de houding en het gedrag (nog) geen invloed hebben op het bereiken van de desired endstate
Naast de zogenaamd bevriende en de zogenaamd vijandige actoren verdienen vooral de doelgroepen die (nog) geen keuze hebben gemaakt voor een van de
Carré 7 - 2010 pagina 12
006_CA07.indd 12
18-6-2010 8:25:43
partijen, en/of (nog) geen invloed hebben op het bereiken van de desired endstate de aandacht van een staat of groep van staten. Deze doelgroepen kunnen namelijk tijdens de planning en uitvoering van allerlei soorten acties van de diverse machtsinstrumenten alsnog een keuze maken en daarmee alsnog positieve dan wel negatieve invloed (gaan) uitoefenen. Dit zijn de doelgroepen die uiteindelijk de balans kunnen laten doorslaan. Internationaal spreekt men wel eens van de zgn. fence sitters. Ook voor de beïnvloeding van deze doelgroepen kunnen of vaak moeten álle machtsinstrumenten, op de situatie en op elkaar afgestemd, worden ingezet. Synthese
Het bereiken van een desired endstate in een staat of regio die als instabiel en onacceptabel wordt aangemerkt is een zeer gecompliceerde operatie waarbij alle machtsinstrumenten door een staat of groep van staten moeten worden ingezet. In een fase waarin er nog geen sprake is van veiligheid zullen de vertegenwoordigers van het militaire machtsinstrument een hoofdrol vervullen. In een latere fase als de veiligheid voor de andere machtsinstrumenten een acceptabel niveau heeft bereikt, zullen de vertegenwoordigers van het economische en het civiele instrument de hoofdrol kunnen gaan vervullen. Staten richten zich op alle relevant geachte doelgroepen en maken gebruik van allerlei soorten capaciteiten. Staten zullen het beïnvloeden van al deze doelgroepen langs meerdere wegen laten plaatsvinden. Het bereiken van een desired endstate is geen eenvoudige zaak en vereist doorgaans een lange adem. De werkelijkheid is complex. Elke zorgvuldig geregisseerde en gerealiseerde gedragsverandering van partij X heeft mogelijke (positieve en negatieve) effecten op de houding en het gedrag van alle andere partijen. Daarnaast voert elke actor nog eens zijn eigen regie over zijn eigen gedrag en beïnvloedt daarmee en daardoor mogelijk onze houding en ons gedrag en dat van alle andere actoren. Naast de rationeel verklaarbare redenen voor gedrag, laten mensen zich nog leiden door emotie of tijdelijk opportunisme. Het plannen van gedragsveranderingen en het beïnvloeden van doelgroepen en het meten van resultaten, is niet zozeer een wetenschap maar vaak ook een kunst of een zaak van trial and error. Het bereiken van doelstellingen in omgevingen en samenlevingen die qua aard en soort verschillen van die westerse staten in hun eigen (directe) omgeving gewend zijn, vergt vooral veel inlevingsvermogen, aanpassingsvermogen, doorzettingsvermogen en uithoudingsvermogen. Militaire activiteiten op het niveau van bataljon en brigade die (kunnen) leiden tot beïnvloeding van gedrag van geselecteerde doelgroepen
Militairen en zeker commandanten moeten zich mijns inziens realiseren dat anderen hun houding en gedrag in eerst instantie laten afhangen van de afweging of en in hoeverre zij in staat (zullen) zijn om hun eigen individuele en collectieve belangen te verwezenlijken. Daarnaast laten zij zich in hun houding en gedrag
Wie helpt wie?
t.a.v. militairen vooral leiden door het (voor)oordeel dat zij sowieso hebben ten aanzien van. militairen als vertegenwoordigers van staten. Er bestaat enerzijds een hoop vertrouwen in militairen, maar anderzijds ook nog wel eens de nodige dosis reserve. Soms zijn groepen mensen op basis van eerdere ervaringen hoopvol gesteld over de inzet van militairen en soms hebben ze daarom juist helemaal geen verwachtingen meer. Bij het beïnvloeden van de perceptie en het gedrag van andere actoren, die een relevante rol spelen in het operatiegebied, moet op het niveau van brigadeen bataljonstaakgroep vooral worden gedacht aan wat binnen de NAVO-doctrine Presence, Posture and Profile (PPP) wordt genoemd, Psychological Operations (PSYOPS) en Key Leader Engagement (KLE). Daarbij kunnen en moeten commandanten op deze niveaus m.i. ook Civil Military Cooperation (CIMIC) en Public Affairs (PA) gebruiken. Presence, Posture and Profile (PPP) De aanwezigheid van militairen alleen al en de manier waarop zij zich presenteren en zich gedragen, heeft een niet te onderschatten effect (hoewel soms niet direct meetbaar) op de meningsvorming van andere actoren. Militairen moeten beseffen dat elk handelen of nalaten van handelen directe of indirecte gevolgen kan en zal hebben op de houding van anderen en daarmee op hun (toekomstige) gedrag. De houding en het optreden van elke individuele militair (en dan zeker dat van de commandant) en elke patrouille bepalen in eerste instantie de beoordeling door derden. Je kunt maar een keer een eerste indruk achterlaten. Psychological Operations (PSYOPS) Steeds vaker worden ook aan de brigade- en bataljonstaak groep PSYOPS -elementen (PSE) toegevoegd, die overigens in zeer belangrijke mate van uitvoerend niveau zijn. De functionele aansturing vindt plaats vanuit de speciale PSYOPS-cel op het niveau van de Combined Joint Task Force (CJTF). Dit laat overigens onverlet dat PSE’s op de tactische niveaus hun eigen campagnes en programma’s plannen die gebaseerd en afgestemd zijn op de lokale omstandigheden. Daarbij wordt wel binnen de aangegeven bandbreedte gewerkt. Een goede analyse van de doelgroep (Wie wil ik bereiken? Elke groep heeft zijn eigen kenmerken en dus recht op een eigen benadering) en de juiste keuze
Carré 7 - 2010 pagina 13
006_CA07.indd 13
18-6-2010 8:25:56
de ingezette militaire eenheid (de military key leader) verwacht immers hetzelfde. Belangrijk voor het behoud van eenheid van opvatting en eenheid van inspanning, is dan wel dat zij op de hoogte zijn van het Key Leader Engagement Plan van het naasthogere niveau 9). Vaak staan hierin onder andere dwingende aanwijzingen over thema’s, af te geven signalen en de uitvoering (bv. Welke key leader wordt door wie benaderd met welke boodschap?) en de rapportageplicht.
Ongewenst gedrag of gedrag vanwege een ongewenste situatie?
van het inzetmiddel (schriftelijk, mondeling of visueel) zijn daarbij doorslaggevend voor het behalen van succes. Bij het bepalen van een concept of operations moeten commandanten op het tactische niveau ook doelbewust en doelgericht nadenken en besluiten over de mogelijke inzet van PSYOPS. Enerzijds zal hun optreden in lijn moeten zijn met de van bovenaf uitgezette PSYOPS en anderzijds kunnen zij als commandanten ter plaatse (met vaak specifieke actuele kennis van de situatie en omgeving) een bijzondere bijdrage leveren aan het ontwerpen en bijsturen van deze PSYOPS. Daarbij moeten commandanten zich realiseren dat nationale voorbehouden (caveats) een rol (kunnen en zullen) spelen bij operaties. Nederland kent geen parate PSYOPScapaciteit. Er is alleen op brigadeniveau een stafofficier PSYOPS in de Sectie 3 opgenomen. PSE’s (bestaande uit een commandogroep, een sectie doelgroepanalyse en een Product Development Center (PDC), en Tactical PSYOPS Teams (TPT’s) worden meestal tailormade samengesteld en aan in te zetten eenheden toegevoegd. Vaak is dan nog een (aanvullende) opleiding nodig. Deze opleidingen worden momenteel verzorgd door de opleidings- en trainingsrichting PSYOPS van het Defensie Inlichtingen en Veiligheidsinstituut (DIVI).
CIMIC goed ‘verkocht’ (in beeld gebracht) kan grote invloed hebben.
Key Leader Engagement (KLE) De functionarissen en eenheden die contacten onderhouden met de lokale bevolking en de lokale autoriteiten (commandant, CIVREP, POLAD, PRT, CIMIC etc.) kunnen of liever gezegd moeten een belangrijke rol spelen in het beïnvloeden van de lokale key leaders. De houding en het gedrag van te beïnvloeden groepen wordt namelijk in veel gevallen bepaald door het gedrag en de houding van de formele leider van een groep of de trendsetter binnen een groep (de informele leider). Men moet zich overigens (blijven) realiseren dat de key leader wordt gekozen door de te beïnvloeden groep en niet door de ingezette militaire eenheid. In sommige gevallen zal moeten worden gesproken en zaken moeten worden gedaan met personen die in eerste aanleg als opponent worden gezien. Vergeving en verzoening (reconciliation) en in sommige gevallen zelfs (eer)herstel (rehabilitation) zijn dan noodzakelijk. Daarnaast moet de ingezette eenheid beseffen dat deze key leaders altijd voor vol willen worden aangezien en met respect moeten worden behandeld. De commandant van
Civil Military Cooperation (CIMIC) Ook of misschien wel juist de goed geselecteerde CIMIC-projecten kunnen een sleutelrol spelen bij het bereiken van het gewenste gedrag van tevoren uitgekozen doelgroepen. Bij de keuze voor projecten en activiteiten moeten commandanten ter plaatse zich voortdurend realiseren dat successen op de korte termijn voor het eigen optreden niet altijd ook op de langere termijn een bijdrage leveren aan het bereiken van de desired endstate. Het ondersteunen van lokale autoriteiten gericht op het creëren van een functionerend en betrouwbaar overheidssysteem is doorgaans een zaak van de lange adem en kent niet altijd meetbaar succes op de korte termijn. Juist een functionerend en betrouwbaar overheidssysteem is echter een absolute voorwaarde om op de langere termijn de militaire operatie succesvol te kunnen beëindigen. Public Affairs (PA) Public Affairs The function responsible to promote NATO’s military aims and objectives to audiences in order to enhance awareness and understanding of military aspects of the Alliance.This includes planning and conducting media relations, internal communications and community relations. (Bron: MC 0457/1, NATO Military Policy on Public Affairs, 19 Sep 2007) Sommige commandanten zijn in het verleden geconfronteerd met de gevolgen van een wat minder goed voorbereid optreden in de media. Een proactieve houding op het gebied van PA is geboden, waarbij naast het verstrekken van de informatie die de ‘ontvanger’ wil horen of zien vooral ook de gelegenheid kan of liever
Carré 7 - 2010 pagina 14
006_CA07.indd 14
18-6-2010 8:26:08
gezegd moet worden gebruikt voor het verstrekken van informatie die de ‘zender’ wil afgeven. Het thuisfront in Nederland, de lokale leiders/bevolking en de internationale gemeenschap moeten een boodschap krijgen die de operatie ondersteunt en de moraal en het moreel van de troepen via een indirecte weg hoog houdt. De commandant van een ingezette eenheid richt zich daarbij in eerste instantie tot de actoren die zich in zijn operatiegebied (invloedssfeer) bevinden, maar is zich er voortdurend van bewust dat informatie bijna altijd ook effect heeft op andere toeschouwers en toehoorders. Zowel CIMIC als PA kunnen een commandant goede mogelijkheden bieden om langs een indirecte weg het gedrag van relevante actoren te veranderen. En hoewel men het bijna zou vergeten, heeft juist vaak het doelbewust, tijdig, tijdelijk en doelgericht inzetten van alle beschikbare specifieke militaire middelen de gewenste invloed op het gedrag van een of meerdere geselecteerde doelgroepen. Ook schieten is een vorm van beïnvloeden. Synthese
Ook op het niveau van bataljon en brigade heeft men verplichtingen en mogelijkheden om zorgvuldig geselecteerde doelgroepen in de eigen omgeving te beïnvloeden. Men moet zich er daarbij wel rekenschap geven van het feit dat zij slechts een klein radertje zijn in een heel groot geheel. Eigenhandig en eigenzinnig
optreden zonder rekening te houden met alle andere nog belangrijkere actoren moet te allen tijde worden voorkomen. Het is niet voor niets dat er gesteld wordt dat commandanten op de hoogte moeten zijn van het oogmerk van hun bovengestelde commandanten. En niet voor niets krijgen commandanten vandaag de dag de steun van een groot aantal specifieke adviseurs. Afsluitend
Het realiseren van eigen doelstellingen en het verwezenlijken van eigen belangen is vooral afhankelijk van het vermogen om het gedrag van zorgvuldig geselecteerde anderen (doelgroepen) te beïnvloeden. Dat geldt niet alleen voor individuen maar ook voor groepen. Men moet zich daarbij wel (blijven) realiseren dat men ook zelf voortdurend bedoeld of onbedoeld wordt beïnvloed door de (steeds veranderende) omgeving (de factoren weer en terrein) en in het bijzonder door de andere actoren die in dezelfde omgeving (kunnen en of willen) optreden. Het verwezenlijken van de eigen doelstellingen (een zorgvuldig geformuleerde desired endstate) is doorgaans pas een feit als er sprake is van een duurzame door de doelgroepen zelf gedragen gedragsverandering. Niet de eigen perceptie, maar de perceptie van de doelgroep(en) is daarbij doorslaggevend! Alleen als commandanten en eenheden zich hiervan bewust zijn, kunnen zij op termijn een actor met invloed worden i.p.v. een factor van invloed blijven.
Noten 1) Dit geldt ook voor operaties op het nationale grondgebied! 2) Bij een operatie ter voorkoming van of direct na een natuurramp richt men zich niet op de actoren maar op de factoren die ten grondslag liggen of lagen aan de ramp. 3) De ingezette militaire eenheid moet zich vanaf het begin voortdurend realiseren dat er soms onverwachte actoren een relevante rol kunnen gaan spelen en dat effecten van handelingen niet altijd direct zichtbaar zijn en direct zichtbare effecten op de langere termijn een andere invloed kunnen hebben dan zich in eerste instantie laat aanzien. 4) Vaak is dit een combinatie van welvaart, welzijn en stabiliteit. 5) O .a. AJP-01 (Allied Joint Doctrine), AJP-3.9 (Joint Targeting) en Concept for Alliance Future Joint Operations (CAFJO) 6) O p basis van de opgedragen supporting effects worden immers de necessary military activities gepland en uitgevoerd. 7) D eze categorie is verder onder te verdelen in: -De actoren die er bewust op uit zijn om de realisatie van de desired end state met geweld te voorkomen. -De actoren die er bewust op uit zijn om de realisatie van de desired end state te voorkomen zonder gebruik te maken van geweld. -De actoren die door hun houding en gedrag onbewust het bereiken van de desired end state hinderen of voorkomen. 8) Internationaal worden wel eens de termen core grievances of root causes gebruikt. 9) Als dit plan op het naast hogere niveau (nog) niet beschikbaar is, moet de eenheid zelf een Key Leader Engagement Plan ontwikkelen en ter goedkeuring voorleggen aan het naast hogere niveau.
Carré 7 - 2010 pagina 15
006_CA07.indd 15
18-6-2010 8:26:19