EXPERTS OP PAD IN ZAANSTAD Gastvrijheid en horeca door Geesje Duursma Geesje Duursma is de succesvolle uitbater van De Pleats, een dorpshuis annex horecaonderneming in het Friese Burgum. Zij laat zien dat maatschappelijke en commerciële doelen elkaar kunnen versterken. Ze is “hard voor de zaak, zacht voor de mens”. Geeft trainingen in gastvrijheid, onder meer aan gemeenten. De Kaaik Na de trieste entree, de loop langs een lege balie en kasten van de buitenschoolse opvang bots je tegen de glazen wand van het buurtcentrum aan. Het buurtcentrum doet mij denken aan een bedrijfs- of schoolkantine. De akoestiek is slecht, bar ziet er netjes uit, keuken is royaal, inrichting ongezellig. De horeca omzet is laag en een prijsstijging lijkt het beheer niet haalbaar. Het lijkt dat men niet in staat is om echt toegevoegde waarde te leveren aan het product, waardoor er ook een prijsopslag berekend kan worden. Gezien de zeer lage horeca omzet is mijn voorstel om automaten te plaatsen voor dranken, koffie en eventueel een gezonde snack. De beheerder kan de automaten bijvullen. De zaalruimten die te weinig verhuurd worden voortaan permanent verhuren aan de scholen en kinderopvang. De kinderopvang kan ook de keuken erbij gebruiken. De Kaaik krijgt veel ouders met kinderen over de vloer. Meer gericht richten op de jonge doelgroep, maar dan vanuit scholen en kinderopvang georganiseerd. Disco, kinder-kook-café, avondeten op school etc. De omvang van de ouderendoelgroep ontbeert kritische massa. Het is voordeliger deze mensen met een taxi te vervoeren naar ander wijkcentrum of horecagelegenheid dan in de Kaaik te ontvangen. De Veldschuit De Veldschuit oogt gastvrij. Een locatie waarbij je eigenlijk een mooi terras aan en op het water verwacht. Wij worden hartelijk ontvangen in de centrale ruimte. De inrichting geeft het idee dat er vooral oudere bezoekers komen. De twee dartborden verraden ook een jongere doelgroep. Er is een keurige keuken en de zalen zijn ruim en verzorgd. Wel is het kaal en zeer functioneel ingericht. De hoge wc deuren met kinderketting is een grappige gimmick. Verder staat de horeca omzet niet in verhouding tot het aantal bezoekers en personeelskosten. Ook hier durft men de prijs niet te verhogen. Alles is schoon en oogt verzorgd, maar het is ook kleurloos en kaal. De locatie is geweldig, afgezien van de hoogspanningsmast die bijna over het gebouw loopt. De eetcaféavonden worden goed bezocht. De eerste indruk is een gebouw voor ouderen voor een potje sjoelen en klaverjassen. De Veldschuit zit op een mooie locatie waar een horeca ondernemer zeker een goede boterham kan verdienen. De Noorddam De Noorddam oogt als een dorpshuis. Na de hal kom je gelijk in het café. Er is een grote zaal met podium en overal is goed over nagedacht. Zo is aan de achterkant de koek en sopie uitgifte voor de ijsbaan. Deze ruimte komt weer uit in de keuken. Er staan 3 biljarts en er is een grote bar. Aan de bar staan krukken die je voor € 100,00 per jaar kunt ‘huren’. Op alle manieren probeert het bestuur geld bij elkaar te sprokkelen om het gebouw en de activiteiten in stand te houden. De bar oogt professioneel, de keuken is klein maar netjes. De grote zaal is gedateerd, maar voelt wel aan als een ruimte waar je feest kunt vieren. De ontvangst is hartelijk en professioneel. Vanuit horeca oogpunt is de Noorddam de meest horeca gelijkende locatie. In een dorp waar geen zaalruimte is, is het goed dat er enige ruimte is om in beperkte Benchmark Buurthuizen - De Wijkplaats, 18 juni 2013
1
mate feesten te mogen organiseren. Een combinatie van drank en food catering door plaatselijke horeca ondernemer heeft mijn voorkeur.
De Pelikaan De vent maakt de tent en in dit geval: “De vrouw en haar gebouw” daar zorgt Annie voor. Het gebouw en de inrichting is gedateerd, maar Annie maakt er het beste van met de middelen die ze heeft. Zalen leveren waarde als ze in gebruik zijn, liefst elk moment van de dag en Annie zorgt hiervoor. Ze gaat achter groepen aan en zorgt daarnaast voor een compleet vergaderproduct met lunches en audiovisuele ondersteuning. Het is te merken dat er de hele dag ‘loop’ is in het gebouw, vooral door de cursisten van de muziekschool. De Pelikaan is de enige locatie die enigszins marktconforme prijzen rekent. De koffie kost € 1,50 en dat betalen de mensen ook graag. Hier geldt dat met professionaliteit voldoende toegevoegde waarde wordt geleverd aan het horeca product. Over veel zaken is praktisch goed nagedacht. Annie handelt als een zelfstandig ondernemer met hart voor de zaak. Ze denkt in kansen en uitdagingen, niet in problemen en onmogelijkheden. In de Pelikaan wordt er een combinatie gemaakt van vraag uit de markt en ook het aanbod van de maatschappelijke functie. Gastvrijheid en flexibiliteit zijn hier de verbindende factoren. Algemeen indruk Qua gastvrijheid en product springen de Noorddam en de Pelikaan eruit. De verklarende factor is ‘ondernemerschap’; tenslotte moeten ze beiden hun eigen broek ophouden. De Veldschuit en De Kaaik zijn meer beheersmatig en is horeca een bijzaak. Alle locaties verwachten door meer horeca te bieden de omzet te doen stijgen. De 1e aanname is dat meer horeca extra omzet en weinig extra kosten genereert. Op basis van het werken met vrijwilligers is dit gedeeltelijk juist. Maar ontstaat dan geen frictie met de horecabranche; is er wel sprake van een gelijk speelveld? Als buurtcentra de commerciële markt opwillen kan dit, maar dan op dezelfde voorwaarden als reguliere horeca en met hetzelfde prijsniveau. Vooral ook het werken met eten baart mij zorgen. Daar komt nogal wat bij kijken: zoals hygiëne, werken volgens de HACCP, voldoende koelruimte, veilige werkomstandigheden, brandveiligheid etc. Mijn idee is om privaat ondernemerschap en publiek geld slim(mer) te combineren. Mensen die kunnen betalen, die betalen het volle pond. Doelgroepen die minder draagkrachtig zijn kunnen de zalen tegen een gereduceerd tarief huren. Dat is mogelijk door buurtcentra te laten beheren en huren door een ondernemer. Deze krijgt van de overheid het verschil op de zaalhuur bijgelegd. Hetzelfde geldt voor koffie, thee en drankjes. Een ouderenclub betaalt bijvoorbeeld € 1,50 voor de koffie, de ondernemer krijgt € 0,25 toeslag. De ondernemer zorgt voor schoonmaak, agendabeheer, onderhoud etc. Een gedeelte van het lagere prijsniveau kan ook in de huurprijs verdisconteerd worden. Voor € 10.000 kunnen dan al 40.000 kopjes koffie geschonken worden…. Gastvrijheid is je welkom voelen. Dat voelde ik mij vooral in de Noorddam en de Pelikaan. Maar er is meer, denk aan sfeer, gezelligheid, aandacht, een glimlach, kennis en kunde, interieur etc. Alle locaties zijn buurtcentra met gedateerd interieur. Voor het bieden van gastvrijheid met een horeca-inslag zijn ze allen ontoereikend ingericht.
Benchmark Buurthuizen - De Wijkplaats, 18 juni 2013
2
Marketing en bedrijfsvoering door Willem van der Craats Willem van der Craats beschouwt zich als maatschappelijk projectontwikkelaar. Hij richt zich op marketing en bedrijfsvoering van bedrijven in het sociale domein. Willem is lid van het Amersfoortse expertteam dat bewoners ondersteunt bij het verzelfstandigen van hun buurthuis. De Kaaik Het feitelijke buurthuis met inloopfunctie zit goed weggestopt in de Multifunctionele Accommodatie (MFA) de Kaaik. De Kaaik heeft als MFA vooral de uitstraling van een school met gelegenheid voor kinderopvang. Een heldere positionering van de buurthuisfunctie voor de wijk ontbreekt. Waar zijn we van, wat doen we en voor wie doen we dat? Marketingtechnisch is De Kaaik een goed bewaard geheim. Promotie loopt via het communicatiekanaal van Welsaen met betrekking tot accommodaties en peuterspeelzaal. Soms wordt rondom activiteiten geflyerd, waarbij voor de activiteiten zelf geen budget beschikbaar is. Daarnaast zorgen de vrijwilligers voor mond tot mond reclame. Een gedragen ondernemerschap ontbreekt binnen De Kaaik. Men denkt, doet en handelt in termen van beheer. Daarbij lijkt het rooster met openingstijden leidend te zijn; wie opent en sluit, wie staat er achter de bar etc. Inkomsten uit de bar bedragen nog geen € 5.000,-. Ook met een ondernemende uitbater zal het lastig zijn hier een substantiële omzet te genereren. In verhouding tot de activiteiten met betrekking tot de welzijnsfunctie is sprake van een forse begroting. Met een omzet van € 268.873,- waarvan € 237.893,- subsidie moet in mijn ogen meer te maken zijn. De huisvestingskosten en personeelskosten zijn met respectievelijk € 102.708,- en € 107.973,- de grootste posten. De kengetallen bvo m² en aantal bezoekers ontbreken op dit moment. De financiële waarde per deelnemer c.q. m² is daardoor nog niet te berekenen. Op basis van vergelijkbare (welzijns)budgetten in gelijksoortige Vinex-wijken kan worden gesteld dat met het budget van de Kaaik meer te doen is dan er nu mee wordt gedaan. De Veldschuit Het buurtcentrum ligt op een schitterende plek aan het water. Vanaf de weg is het echter niet herkenbaar als een uitspanning met een inloopfunctie. De entree, inrichting en activiteiten sluiten vooral aan bij de ouderen. Jongeren worden nauwelijks bereikt. Ook dit buurthuis worstelt met een positioneringsvraag. Willen wel wat betekenen voor jongeren maar beleidsmatig kan dit niet (meer). Het buurthuis wordt vooral gedragen door oudere vrijwilligers (30) en beroepskrachten. Ook hier loopt de promotie via het communicatiekanaal van Welsaen. Werving van deelnemers gaat via mond tot mond reclame en ieder jaar promotie met een krantje. De huidige bezoekers beschouwen de Veldschuit vooral als een tweede thuishaven en ontmoetingsplek. Net als bij De Kaaik ontbreekt een gedragen ondernemerschap. Er is vooral sprake van beheer, waarbij het runnen van het gebouw centraal staat. Het middel is daarbij verworden tot doel. Van de ruim € 260.000, - aan inkomsten wordt meer dan driekwart besteed aan personeel (€ 124.417,-) en huisvesting (€ 80.273,-). Met een ondernemende uitbater valt er nog wel wat te exploiteren met de Veldschuit. Middels een 55+ bedrijf met fietsverhuur, kanoverhuur, picknickmandjes en terras aan de waterzijde kan een leuk seniorenplusbedrijf met een buurtkamer worden ontwikkeld. Ook hier ontbreken de kengetallen van m² en bezoekers. Een toegevoegde waarde per deelnemer en m² voor de € 240.000,- gemeentesubsidie is in deze fase moeilijk aan te geven. De Noorddam Dit buurthuis ligt op een mooie plek in het polderlandschap van Noord Zaanstad. Gevestigd in een kleine gemeenschap van geen 500 inwoners vormt De Noorddam een centrale plek voor Benchmark Buurthuizen - De Wijkplaats, 18 juni 2013
3
het verenigingsleven in West Knollendam. Marketingtechnisch loopt de promotie, hoewel met een eigen website, vooral langs de lijn van mond tot mond reclame. De structuur, aanpak en werkwijze van de Noorddam doet veel denken aan het verenigingsleven dat we kennen in de sportwereld. Hoge betrokkenheid in combinatie met persoonlijke verkoop. Er wordt vooral vraaggestuurd gewerkt. Uitgangspunt is dat De Noorddam er niet voor iedereen hoeft te zijn. Zo kiezen de tieners van West Knollendam ervoor om in het nabijgelegen Krommenie uit te gaan. Buurthuis en activiteiten zijn vooral een middel. Betrokkenheid van aantal vrijwilligers in relatie tot het aantal inwoners is hoog. De groep bestaat uit zo’n 60 tot 70 vrijwilligers. Er is sprake van een gedragen ondernemerschap door het bestuur van De Noorddam. Het hands-on-bestuur richt zich met de bedrijfsvoering op het realiseren van een sluitend verdienmodel. Inkomsten worden verkregen uit fondsen, sponsoring, verhuur en bovenal horeca. Gezocht wordt naar verlichting in de kosten met betrekking tot financiering van het gebouw. Hogere exploitatieopbrengst vanuit de horeca door een (beperkte) vrijstelling te krijgen voor feesten en partijen. De omzet van De Noorddam bedraagt nog geen € 50.000,-, maar het kent geen personele kosten. Kostenreductie enerzijds en omzetverhoging anderzijds moeten De Noorddam in de komende jaren in de zwarte cijfers houden. De Pelikaan Buurtcentrum De Pelikaan ligt in West Krommenie en oogt qua entree wat ongunstig. Na de verzelfstandiging rekent De Pelikaan Krommenie (16.000 inwoners) tot haar marktgebied. Net als De Noorddam is het buurthuis met een eigen label in de markt gepositioneerd. Met een website, flyers en mond tot mond reclame wordt de marketing vorm gegeven. De marketingtool van de Pelikaan is bovenal de huidige beheerster. Met haar persoonlijk netwerk, gevoel voor service en gemak is “Annie” bijna een sterker merk van de Pelikaan zelf. De combinatie van een bedrijfsmatige houding in de bedrijfsvoering en aandacht voor de aanpak van vraagstukken van doelgroep maken van het gebouw en de activiteiten een sociale onderneming. Ook bij de Pelikaan is sprake van gedragen ondernemerschap. Het bestuur van de Pelikaan vervult daarbij een toezichthoudende rol. Inkomsten worden bovenal verkregen uit verhuur (€70.000,-) op een begroting van € 99.000,-. Daarnaast bedragen de inkomsten uit horeca zo’n € 27.000,-. De focus van de bedrijfsvoering is erop gericht om te komen tot een optimale bezetting van het gebouw. Aan de kostenkant is het mogelijk om een goedkopere variant op de personele lasten te realiseren. Door gekozen detacheringsconstructie is er nu sprake van een opslag van 100%, waardoor de kosten op € 60.000,- komen in plaats van € 30.000,-. Algemene indruk De bedrijfsvoering van een buurthuis kan succesvol zijn als het vanuit een ondernemersinvalshoek wordt benaderd met eigenaarschap als kritische succesfactor. Horeca en verhuur zijn de inkomstenbronnen als het gaat om een sluitend verdienmodel, met goede marketing kan verhuur worden geoptimaliseerd. En met verruimende vergunningen kan meer omzet uit de horeca worden gehaald. Business is local en zal per casus aan de hand van een onderliggend bedrijfsplan moeten worden uitgebaat.
Benchmark Buurthuizen - De Wijkplaats, 18 juni 2013
4
Maatschappelijk rendement door Jochum Deuten Jochum Deuten is gespecialiseerd in het beoordelen van maatschappelijke effecten. Hij heeft naam gemaakt met de Effectenarena, een instrument waarmee een ‘goed gesprek’ gevoerd kan worden over de werkzaamheid van sociale interventies. Daarnaast is hij aanjager van het initiatief Wat werkt in de wijk. De Kaaik Het gebouw is ongelukkig: een brug, de ingang is verborgen, heeft geen duidelijk gezicht, ligt met de rug naar het kleine winkelcentrum (waar toch veel beweging is) en is onpraktisch (’s avond delen niet af te sluiten). Het gebouw biedt wel goede ruimtes. Er is geen liefde in het beheer; de sfeer is rommelig. Het lijkt een niemandsland, tussen twee scholen. Het heeft een duidelijke school/kinder-sfeer. Waarom zou je er komen als reguliere bewoner? Potentiële meerwaarde voor De Kaaik ligt in ondersteuning voor kinderen die dat nodig hebben en niet vanzelf krijgen, bijvoorbeeld door extra activiteiten in buitenschoolse tijden aan te bieden. En activiteiten voor ouderen / kwetsbaren (bijv. i.v.m. eenzaamheid > eetclubjes). Dat lukt maar beperkt; de inzet van mensen wordt door het gebouw gelijk op achterstand gezet. Welsaen zit bovendien vast in de constructie, waarin mensen deeltaken vervullen: het beheer is gericht op het intern regelen en anderen (‘de agogen’) moeten contact met buiten maken. Maar die hebben daar door kortingen weer geen tijd en budget voor. Daarmee komt een programma met duidelijke meerwaarde niet echt van de grond. Nu biedt De Kaaik ruimte/voorzieningen voor groepen/organisaties. De vraag is ook waar de wijk op zit te wachten: een jonge wijk, met drukke mensen (“meeste vrouwen werken hier”). Kortom: rendeert maatschappelijk niet echt, gezien het budget dat er jaarlijks in gaat zitten. Mogelijke oplossingsrichting in mijn ogen is allereerst het vergeven van ruimte aan kinder/school-partners, in ruil voor bijvoorbeeld a) gezamenlijk wijkactiviteiten, buiten schooltijd en b) mogelijkheid voor partijen/bewoners om goedkoop gebruik te maken van de ruimte. Daarnaast een goed budget (stel 25% van de besparing) beschikbaar stellen voor particuliere initiatieven voor kwetsbare inwoners; denk aan een kleine aanbesteding of iets in het winkelcentrum. De Veldschuit De Veldschuit is een locatie met een eigen, vriendelijk karakter, al oogt het wel wat noodgebouwachtig. Het heeft een mooie ligging, met Cruyff court (veel potentie voor jeugd), aan het water (kansen voor toerisme!), maar wel decentraal. Ook hier is Welsaen door de gemeente vastgezet in de constructie, met weinig ‘ruimte’ voor ondernemerschap en contact richting de wijk. Of laat Welsaen zich vastzetten…? De Veldschuit herbergt veel initiatieven: een tweedehands kledingwinkel, dartclub, sporadische begrafenis, groepen allochtone vrouwen, etc. Daarbuiten lijkt de maatschappelijke meerwaarde beperkt: groep ouderen die uit hun isolement getrokken worden. Voor jeugd lijkt het minder te lukken (afgezien het jaarlijkse huttenbouwfestijn). De Veldschuit is een illustratie van de teloorgang van het oude welzijnsideaal: een actief netwerk van mensen uit/voor de wijk, die allerlei activiteiten organiseren, de buurtbewoners kennen, waar vrijwilligers elkaar ronselen, waar je elkaars kinderen kent en aanspreekt op ongewenst gedrag, waar verschillende bewonersgroepen in aanraking met elkaar komen. Dat was eens… De Noorddam De Noorddam is het prototypische buurthuis van de kleine, hechte gemeenschap. Gedragen door bewoners. Ik signaleer een kip-ei verhouding: het buurthuis is mogelijk door een hechte
Benchmark Buurthuizen - De Wijkplaats, 18 juni 2013
5
gemeenschap en versterkt die hechte gemeenschap op zijn beurt. Het is de enige overgebleven voorziening in de buurt. Een vrijwilligersbestuur runt het, ondersteunt door andere vrijwilligers, met veel liefde/gevoel en stiekem een hoge mate van professionaliteit. Ze vinden/ritselen veel middelen in de gemeenschap. Er is een duidelijk ondernemende, maatschappelijke houding: een rijk programma aan activiteiten, er wordt gekeken waar behoefte aan is en/of gewoon geprobeerd of het een succes wordt. Met het streven om iedereen aan bod te laten komen. Men weet van nature waar er behoefte aan is omdat ze leven in de maatschappij. Er zit ook enige robuustheid in omdat meerdere mensen het dragen. De Pelikaan De Pelikaan is een perfecte illustratie van de waarde van een ware ‘trekker’: iemand die er voor gaat. Ondanks het niet ideale jaren ‘80-gebouw is er veel te doen en houdt het goeddeels zijn eigen broek op. Hét bewijs dat je ook in een buurthuis ‘toegevoegde waarde’ kunt leveren door persoonlijke aandacht en service. De persoonlijke ‘gunfactor’ door deze trekker Annie speelt daarin vast ook mee. En gewoon investeren in een goede website. De Pelikaan laat zien dat er een markt ligt voor zaalruimte: partijen die in deze tijden een hotel/conferentieoord te duur vinden, of doordat andere betaalbare ruimtes verdwijnen. Echter: de vraag is wat dat maatschappelijk oplevert… Niet veel, behalve dat het bijdraagt aan het in stand houden van de voorziening. Als buurthuis heeft De Pelikaan vooral betekenis op het niveau van Krommenie, niet zozeer alleen voor de directe buurt. Trekker Annie is natuurlijk ook haar eigen achilleshiel. Wie gaat het ooit overnemen? Maar dat is natuurlijk geen reden om het nu anders te doen. Algemene indruk De maatschappelijke waarde die men in Zaanstad nastreeft is vooral het voorzien in betaalbare ruimte voor tal van maatschappelijke initiatieven. Met andere woorden: het voor anderen mogelijk maken om hun maatschappelijk effect te realiseren, zoals een Speel-o-theek. Daarnaast bieden buurthuizen meerwaarde in het tegengaan van maatschappelijk isolatie en eenzaamheid door het bieden van ontmoeting (ouderen/andere kwetsbare inwoners, bijv. in eetgroepen) en het bieden van betekenisgevende tijdsbesteding en waardevolle ervaring voor vrijwilligers (blijft vaak impliciet). Ook is waarde te herkennen in het ondersteunen van jeugd, maar waarin de precieze doelstelling niet scherp wordt. Mogelijk het bieden van waardevolle tijdsbesteding voor kinderen die daar niet vanzelf aan toekomen, bijvoorbeeld door financiële/huishoudelijke situatie van ouders. Het bekende mechanisme van ontmoeting en voorkomen vereenzaming lijkt het hoofdeffect dat het meest op het netvlies staat. Maar dat lukt slechts beperkt. Men gaat bijvoorbeeld niet echt actief op zoek naar eenzame mensen (het kenmerk van eenzamen is immers dat deze zich maar moeilijk laten vinden/benaderen…) en ziet het bouwen aan een actief netwerk in de wijk niet als een kerntaak. Echt daaraan bijdragen vereist dus wel een stap extra. Er is zeer weinig besef van de maatschappelijke behoefte: voor wie wil je welk effect bewerkstelligen en hoe weet je dat? Zo is er geen sociaal marktonderzoek gedaan en een scherpe doelgroepenanalyse zijn we ook niet tegengekomen. De gemeente verwacht door het inhuren van een welzijnsorganisatie enige professionaliteit in huis te halen, maar maakt dat zelf wel heel lastig. 1) een welzijnsorganisatie heeft vaak niet het ondernemerschap dat gevraagd wordt, 2) wordt hun inzet door bezuinigingen veel te zwak ingezet (te lage dosis: ‘een paar uurtjes per week’, geen kinderwerk meer, geen contacten in
Benchmark Buurthuizen - De Wijkplaats, 18 juni 2013
6
de wijk meer, geen ... meer) en 3) worden ze op pad gestuurd zonder of met een onduidelijke maatschappelijke opdracht. Het gevaar van verzelfstandiging is dat alle energie gaat zitten in het vinden van ‘omzet’, waardoor je je maatschappelijke opdracht vergeet. Dat zie je al een beetje bij De Pelikaan. Betaalbaarheid van koffie en zalen is altijd een issue. “Mensen willen niet meer betalen”. Of: “sinds de prijs iets verhoogd is, komen er minder mensen”. Maar betaalbaarheid zit niet altijd in de laagste prijs, het zit ook in het leveren van meer toegevoegde waarde. Ook bij mensen met een krappe beurs zit soms betalingsbereidheid. Dat laat De Pelikaan zien. Mijn advies is om eerst een maatschappelijk marktonderzoek per wijk/kern te doen: wat is nodig? En is een buurthuis dan wel het beste en meest efficiënte middel? Kan de horecaondernemer het niet gewoon oppakken, of…? We zien hier dat een buurthuis een ondernemer/moreel eigenaar nodig heeft. Dit kan een persoon, een gemeenschap of groep zijn. Gemeente kan op verschillende manieren ondersteunen. Als zij financieel wil ondersteunen, doe dat dan bij initiatieven waar energie op zit: goede mensen, goed idee, mooie kans, goed partnership etc. Dan renderen de middelen het best. Stap dus af van gelijkheidsdenken (elke buurt evenveel) en reken als gemeente dan af op gerealiseerde effecten. Heb daarbij wel zorg voor wijken waar dan niets gebeurt, bijvoorbeeld door een sociaal wijkteam wat extra werkbudget te geven.
Benchmark Buurthuizen - De Wijkplaats, 18 juni 2013
7