EXAMENTRAINING SCHRIJFVAARDIGHEID VOOR VMBO 4 TG VOORBEELDEN VAN SCHRIJFOPDRACHTEN
7
Persoonlijke gegevens verstrekken 1. Stel jezelf voor (0301)
My name is … I am 16 years old and I live in Holland.
2. Zeg wie je bent en waar je woont (0401) 3. Stel jezelf voor (naam, leeftijd, jongen/ 3. meisje, woonplaats, land) (0602)
My name is Mark. I am 15 years old. I live in Eindhoven, in The Netherlands.
Een korte mededeling doen • bedanken • groeten • goede wensen overbrengen 1. Schrijf een passende slotzin; dank u bij voorbaat. (0401) dank voor uw aandacht (0401) dank voor uw snelle reactie (0401)
Thank you in advance. Thank you for your attention. I will be grateful for your quick response
2. Doe de groeten aan je ouders (-)
Give my regards to your parents.
Informatie geven 1. Ik schrijf deze brief omdat ik een 1. beschadigde enveloppe ontvangen 1. heb (0301)
I am writing this letter, because I have received a damaged envelope.
2. De enveloppe bevatte twee kaartjes 2. voor de musical Cats en een briefje 2. van Box Office in Londen. (0301)
The envelope contained two tickets for the musical ‘Cats’ and a note from Box Office in London.
3. Ik heb een folder van uw campagne 3. gezien, toen ik in juni in Zuid-Engeland 3. met vakantie was. (0401)
I saw a leaflet about your campaign, when I was on holiday in South-Engeland in June.
4. Vorige week heb ik uw advertentie 4. gelezen in News of the World. (-)
I read your advert in News of the World last week.
Informatie vragen 1. Krijg ik schadevergoeding, als mijn 1. kaartjes niet worden teruggevonden? 1. (0301)
Will you pay me compensation, if my tickets are not found?
2. Waar is het dichtstbijzijnde vertrek2. punt van de bus naar Harwich?(0302)
Can you tell me where the nearest point of departure is for the bus to Harwich?
3. Zijn er in Nederland ook winkels van 3. Sainsbury’s? (0401)
I wonder if there are Sainsbury’s stores in Holland, too.
EXAMENTRAINING SCHRIJFVAARDIGHEID VOOR VMBO 4 TG VOORBEELDEN VAN SCHRIJFOPDRACHTEN
8
Verzoeken of voorstellen doen 1. Wilt u mijn klacht snel beantwoorden 1. in verband met mijn reisplannen?(0301)
I hope you will deal with my complaint as soon as possible in view of my travelling plans?
2. Ik verzoek u mijn brief zo spoedig 2. mogelijk te beantwoorden, zodat ik 3. nog andere plannen kan maken.(0302)
I am asking you to answer my letter as soon as possible, so I will be able to make other . plans.
3. Is het mogelijk, dat ik iemand interview 3. voor mijn presentatie op school? (0401)
Is it possible for me to have an interview with someone for my school presentation?
4. Kunt u de uitnodiging voor mijn vriend 4. naar mijn adres sturen?’(0601)
Could you send my friend’s invitation to my address?
5. Kunt u mij meer informatie geven over 5. het zakgeld? (0602)
I wonder if you could tell me more about the pocket money?
Reageren op verzoeken/voorstellen/advertenties 1. Ik heb uw advertentie in L.A.M. met 1. grote belangstelling gelezen. De 1. beschrijving van de rondreis door 1. Schotland vind ik heel leuk. (0302)
I have read your ad in L.A.M. with great interest. I like the description of the Scottish tour very much.
2. Ik vind uw campagne geweldig. Ik 2. ben het helemaal eens met uw standpunt . over dierproeven. (0401)
I think your campaign is great. I absolutely 2. agree with your point of view about tests on animals.
3. Uw aanbod om vrijwilligerswerk te 3. komen doen voor uw organisatie spreekt 3. mij heel erg aan. (0602)
Your offer to come and work as a volunteer for your organisation appeals to me very much.
4. Ik ben het niet eens met uw aanbod van . schadevergoeding. (-)
I do not agree with your offer of compemsation.
Gevoelens uiten/iets willen of hopen 1. Ik wil in de eerste twee weken van juni 1. met vakantie gaan.(0301)
I want to go on holiday in the first two weeks of June.
2. Het ergert mij dat er nog steeds dier2. proeven worden gehouden. (0401)
It bothers me that tests on animals are still going on.
3. Ik wil over dit onderwerp een presentatie 3. houden op school. (0401)
I want to do a presentation about this subject at school.
4. Natuurlijk hoop ik dat hij zal worden 4. opgeroepen voor de audities. (0601)
Of course I hope he will be invited for the auditions.
EXAMENTRAINING SCHRIJFVAARDIGHEID VOOR VMBO 4 TG VOORBEELDEN VAN SCHRIJFOPDRACHTEN
9
Iets regelen of afzeggen 1. Ik wil graag een kamer reserveren voor 1. twee weken in juli. (-)
I want to book a room for two weeks in July.
2. Het spijt me, maar ik vrees dat ik mijn 2. reservering moet annuleren. Een van . reisgenoten heeft een ongeluk gehad.(-)
I am sorry, but I am afraid I have to cancel my booking. One of my fellow travellers has had an accident.
3. Ik wil je graag uitnodigen om bij ons te 3. komen logeren. (-)
I would like to invite you to come and stay with us.
4. Ik kan helaas uw uitnodiging om bij u te 4. komen logeren niet aannemen. (-)
Unfortunately I cannot accept your invitation to come and stay with you.
Slotzin schrijven (Met ‘Slotzin’ wordt niet de ‘Afsluiting’ bedoeld. Zie hieronder, punt 6!) 1. Ik hoop spoedig van u te horen.
I hope to hear from you soon.
2. Ik zal heel blij zijn als u mij spoedig laat weten wat u hebt besloten.
I will be very pleased if you let me know soon what you have decided.
Briefconventies (afspraken over de indeling en zo) gebruiken (bij een formele brief) 1. Adressering
Je eigen adres (zonder je naam) bovenaan. Denk aan Holland / The Netherlands Het adres van degene waar je brief heen gaat daar onder.
2. Datum
Niet digitaal (01-01-07), wel analoog (1 January 2007).
3. Aanhef (1)
Begin altijd met Dear …., Aan je liefje kun Dearest ….., schrijven.
4. Aanhef (2)
Ga verder met Sir/Madam, of Sir(s), Dus: Dear Sir/Madam, of Dear Sirs,
5. Aanhef (3)
Als je de naam van degene aan wie je schrijft kent, schrijf je die op. Dus: Dear Laura, Dear Mr. Jones, Dear Mrs. Beckham,
6. Afsluiting 6. - je weet de naam van de geadresseerde Yours sincerely, 6. - je weet de naam van de geadresseede niet Yours faithfully,
EXAMENTRAINING SCHRIJFVAARDIGHEID VOOR VMBO 4 TG
10
Grammatica De meeste problemen met de Engelse grammatica komen voor bij de onderdelen WOORDVOLGORDE en TIJDEN. TIPS VOOR DE WOORDVOLGORDE Wat is de grootste moeilijkheid? De woordvolgorde in het Engels is anders dan in het Nederlands. Wat is het grootste voordeel? De woordvolgorde in het Engels is bijna altijd hetzelfde. In je tekstboek (op bladzijden 112 en 113, bij de onderdelen 5 en 6) vind nuttige en bruibare regels voor de woordvolgorde. Er staan ook vier voorbeelden van verschillen tussen Nederlands en Engels. TIPS VOOR DE TOEKOMENDE TIJD Let op het grootste verschil tussen Nederlands en Engels: • in het Nederlands hoef je je niet precies aan een toekomende tijd te houden bijvoorbeeld: Ik doe dat morgen wel. (Ik zal het doen.) Ik schrijf die brief vandaag. (Ik ben het van plan.) • in het Engels moet je je precies aan een toekomende tijd houden bijvoorbeeld: I will do that tomorrow. (Ik zal het doen.) I am going to write that letter today. (Ik ben het van plan.) In de schrijfopdracht bij het examen moet je zeker de toekomende gebruiken. Dat kan op twee manieren: met will of shall (deze laatste vorm alleen bij I en we) met be (= am/is/are) going to bijvoorbeeld I hope you will deal with my complaint as soon as possible Kijk ook in je tekstboek, op bladzijde 113, bij onderdeel 8. TIPS VOOR DE VERLEDEN TIJD EN DE VOLTOOIDE TIJD Kijk eerst in je tekstboek, op bladzijden 115 en 116, bij de onderdelen 11, 12 en 13. Je kunt onder meer oefenen via www.digischool.nl Ga naar: • voortgezet onderwijs/Engels • oefenenen/grammatica • werkwoorden • tijden/tijden vergelijken • past simple/present perfect • past simple/past perfect VIA WWW.DIGISCHOOL.NL (OEFENEN/GRAMMATICA) KUN JE NOG VEEL MEER OEFENEN (O.A. MET DE TOEKOMENDE TIJD)
EXAMENTRAINING SCHRIJFVAARDIGHEID VOOR VMBO 4 TG
11
Woordenboekgebruik TIPS VOOR HET GEBRUIK VAN DE ALFABETISCHE LIJST Oefen nog eens met een woordenboek. Weet je nog hoe het moet? 1. Niet het eerste het beste woord ‘kiezen’ 2. Vetgedrukte cijfers (I. of II. of III. En 1., 2. of 3.) geven aan hoeveel verschillende 2. woordsoorten er zijn. 3. Kijk bij elke woordsoort, dus bij I. en II. en III. of 1. , 2. of 3. 4. Kijk of je (schuin gedrukt) voorbeelden leest waardoor je het woord beter begrijpt. 5. Je komt vaak uitdrukkingen (voorbeeldzinnen) tegen die je zo kunt gebruiken! 6. Let op: woorden die beginnen met hoofdletters zijn namen: ze staan meestal niet in een 6. woordenboek. KIES HET ‘BEKENDE’ Wat is een ‘schadevergoeding’ in het Engels? Wie het woordenboek gebruikt, komt uit bij ‘indemnification’ en ‘compensation’. Misschien staat er ook nog wel een uitdrukking bij: ‘to claim damages from somebody’ (van iemand schadevergoeding eisen). Als je opdracht is: ‘Vraag of je schadevergoeding kunt krijgen’, valt die laatste mogelijkheid af, want ‘vragen’ is iets anders dan ‘eisen’. Waarom neem je dan niet het eenvoudigste, misschien het meest bekende woord? Het woord ‘compensatie’ (‘compensation’) heb je vast wel eens eerder gehoord. TIPS VOOR HET GEBRUIK VAN DE BIJLAGEN Behalve een alfabetische woordenlijst bevat elk woordenboek: 1. Een lijst van gebruikte afkortingen. 1. Kijk die lijst een rustig door tijdens je voorbereiding op het examen. Je hoeft al die 1. afkortingen echt niet van buiten te leren, maar misschien zijn ze wel logisch, zodat je ze 1. begrijpt. 2. Diverse bijlagen. 2. Niet elk woordenboek heeft dezelfde bijlagen. Het ene woordenboek kan ook meer 2. bijlagen hebben dan het andere. Volgens de examenvoorschriften is elk woordenboe 2. toegestaan. 2. Zorg er in elk geval voor, dat je weet welke bijlagen in jouw woordenboek staan. 2. Dat kan bijvoorbeeld een lijst van onregelmatige werkwoorden zijn, maar ook uitleg over 2. de indeling van een brief, met veel bruikbare voorbeelden! 3. Let op: de indeling van een brief in een woordenboek kan anders zijn dan de indeling die 3. jij moet hanteren. Wij hebben de afspraak gemaakt, dat alle onderdelen van de brief tegen 3. de linker kantlijn worden geplaatst.
EXAMENTRAINING SCHRIJFVAARDIGHEID VOOR VMBO 4 TG
12
Spreektaal en schrijftaal Enkele voorbeelden van spreektaal in plaats van schrijftaal. Als je opdracht is dat je een formele of semi-formele brief moet schrijven, mag je geen spreektaal gebruiken. Voorbeelden van spreektaal zijn hieronder onderstreept. Hi, hello. Let me introduce myself. Thanks a lot. That’s a lot of money, you know. I’m gonna be angry. He’s gotta go. It ain’t me. Well, keep up the good work. I wanna tell you. Geen afgekorte vormen (samentrekkingen, van twee woorden tot één) Gebruik geen afgekorte vormen. Bijvoobeeld: it’s, I’ll, they won’t en zo meer.
Valkuilen (veel voorkomende fouten) En hoe vertaal je ‘als de kaartjes niet worden terug gevonden’? Het gaat met name om het woordje ‘als’. When = niet goed. As = niet goed. If = goed. (En als de kaartjes nou eens niet worden terug gevonden?) Kaartjes zijn geen ‘cards’, maar ‘tickets’ - als je er mee naar een voorstelling wilt. Reden = niet: cause. Reden = reason. Over 3 weken = niet: about 3 weeks. (About zou dan betekenen: ‘ongeveer’.) Over 3 weken = in 3 weeks. Wegens = niet: because. Wegens = because of. A copy of a letter = goed. A letter from Royal Mail = goed. Dus: ‘from’ betekent ‘ergens vandaan’ en daarom geldt: A copy from a letter = niet goed. Zo spoedig mogelijk = As soon as possible (2 x as) en dus niet: So soon as possible
Meer op de volgende pagina.
EXAMENTRAINING SCHRIJFVAARDIGHEID VOOR VMBO 4 TG
13
Valkuilen (veel voorkomende fouten) Ga niet in de fout door te proberen de deelopdrachten letterlijk (= woordelijk = woord voor woord) te vertalen. Dat moet je niet doen! Zeker niet, als je met ‘opgezochte’ woorden gaat werken. Dan krijg je zinnen als ‘The animals are going dead’ (Moet zijn: ‘The animals are dying.’) en ‘I annoy myself’ (Moet zijn: ‘It annoys me.’). In plaats van dat laatste kun je bijvoorbeeld ook schrijven: ‘I think it is terrible (that animal testing is still going on.)’ Kortom: doe gewoon. Doe niet moeilijk. Schrijf het in je eigen woorden, maar dan in het Engels. Wat is ‘campagne voeren’ in het Engels? Wie het woordenboek gebruikt, komt uit bij ‘campaign’ en anders niks. Dus ‘campaign’ (1 woord) = ‘campagne voeren’ (2 woorden) En hoe vertaal je ‘Als onderwerp heb ik gekozen’? Het gaat met name om het woordje ‘als’. When = niet goed. If = niet goed. As = goed. Kun je het hebben over een ‘Netherlands shop’? Nee. Het moet zijn ‘Dutch shop’. Kun je het hebben over ‘a few information’? Nee. Schrijf maar: ’some information’. Vakantie? Schrijf nou eens niet ‘vacation’, maar gewoon ‘holiday’. Can I have an answer back soon? = niet goed. Het woord ‘back’ is overbodig. I hope you will answer me back. = niet goed. ‘Answer back’ = ‘een grote mond (bek!) hebben’! Taalgebruik (verkeerde vormen) Gescheurd = niet: tear, maar: torn Beschadigd = niet: damage, maar: damaged Gevonden = niet: find, maar: found Betaald = niet: payed, maar paid Was = was en waren = were Stal = niet: stoled, maar stole Gestuurd/stuurde = niet: send, maar: sent In het woordenboek staat een lijst van onregelmatige werkwoorden. Een werkwoord dat daat niet bij staat is regelmatig: dus daarvan maak je de verleden tijd en het voltooid deelwoord zelf door het te laten eindigen op - ed! Ik woon = niet: I am living, maar I live We vinden niet = niet: we not find, maar: we do not find Hadden moeten zijn = niet: had must be, maar: should have been.
Meer op de volgende pagina.
EXAMENTRAINING SCHRIJFVAARDIGHEID VOOR VMBO 4 TG
14
Valkuilen (veel voorkomende fouten) Taalgebruik (verkeerde vormen) (ik) las = niet: readed, maar: read (spreek uit: red) gedaan = niet: do, maar: done ik woon = niet: I am living, maar: I live genomen = niet: take, maar: taken was = was en waren = were kk heb gekozen = niet: I have chose, maar: I have chosen ze gaven me = niet: they give me, maar: they gave me (a folder). ik nam mee = niet: I take, maar: I took (a leaflet) Taalgebruik (verkeerde volgorde) I am going soon to London I am in 3 weeks going to London Dit is een echte basisfout: die mág je niet maken. De volgorde is: eerst PLAATS, dan TIJD. Dus: I am going to London in 3 weeks. They are 64 pounds worth = niet goed. Moet zijn: They are worth 64 pounds. Now are the tickets gone = niet goed. Moet zijn: Now the tickets are gone. Ook dit is een fout die je niet mág maken. Je moet het onderwerp altijd vóór de persoonsvorm schrijven. Taal (spellingsfouten) Links staat de foute spelling en rechts de juiste spelling. I don’t now I don’t know What will you do know? What will you do now? It whas damaged It was damaged They where gone They were gone You’re letter Your letter Mij letter My letter Ticket’s Tickets Prove Proof (bewijs) (Prove = bewijzen!) Replay Reply (antwoord) (Replay = opnieuw afspelen) Your’s faithfully Yours faithfully (faithfully met kleine letter!) april April Copie Copy Whit my parents With my parents Verry very A interview an interview Wright a letter write a letter Algemeen Als je lange zinnen schrijft, maak je het moeilijker dan nodig is! Als je onduidelijk schrijft, is dat altijd in je nadeel. Als je aan (bijvoorbeeld) Royal Mail schrijft ‘I received a letter from Royal Mail’, leef je je niet goed in. Dat moet echt. Dus: ‘I received a letter from you.’