Ex Topsporters
Schriftelijk verslag Onderzoek en Technieken Simon Schram 319988
Hanze Instituut voor sportstudies
15
Ex Topsporters Schriftelijk verslag onderzoek en technieken
Naam:
Simon Schram
Studentnummer:
319988
Opleiding:
Sport, Gezondheid en Management
Klas:
2H
Docent:
Sybren Mulder
Inleverdatum:
07-04-2015
Voorwoord Een topsportcarrière duurt vaak maar even, gemiddeld gezien gaat een atleet van Olympisch niveau op zijn 33ste levensjaar met pensioen. Deze leiden vaak een hectisch leven waarbij het leven in het teken staat van de sport. In jaar 2 van de opleiding Sport gezondheid en Management wordt het vak Onderzoek methoden en technieken aangeboden. Gedurende Blok 1 van het 2e jaar. In dit blok is het de bedoeling om zoveel mogelijk informatie bij elkaar te zoeken over de desbetreffende doelgroep. Bij het maken van dit verslag heb ik veel hulp gehad van docente Ruby Otter en ex. Topsportster dr. Ingrid Paul deze wil ik hier graag voor bedanken.
Inhoud Voorwoord .............................................................................................................................................. 3 Inleiding ................................................................................................................................................... 5 Doelgroepanalyse ............................................................................................................................ 5 1.
Methoden ........................................................................................................................................ 9 1.1 De proefpersoon ........................................................................................................................... 9 1.2 Beschrijving van de testen............................................................................................................. 9 1.2.1 Par-Q vragenlijst ................................................................................................................... 10 1.2.2 SF 36 test .............................................................................................................................. 11 1.2.3 Bloeddrukmeting .................................................................................................................. 12 1.2.4 submaximale fietstest (Astrand test) ................................................................................... 13 1.2.5 Beck Depression Inventory................................................................................................... 14 1.2.6. Beweging –en Artrosetest ................................................................................................... 15 1.2.7 Glucosemeting...................................................................................................................... 16 1.2.8 Hartslag meting. ................................................................................................................... 16 1.3 Procedure .................................................................................................................................... 17 1.4 Testprotocollen ........................................................................................................................... 18 1.4.1 Par Q vragenlijst ................................................................................................................... 18 1.4.2 Glucosetest ........................................................................................................................... 19 1.4.3 Beweegt –en Artrosetest...................................................................................................... 20 1.4.4 Bloeddrukmeting .................................................................................................................. 21 1.4.5 SF-36 test .............................................................................................................................. 22 1.4.6 Beck depression inventory ................................................................................................... 22 1.4.7 Astrand test .......................................................................................................................... 23 1.4.8 Hartslag Monitoring ............................................................................................................. 23 1.4. 9Einde testreeks ..................................................................................................................... 24 2.0
3.
Relatie tussen verschillende metingen ............................................................................. 24
Afronding ....................................................................................................................................... 25 3.1
Advies en Resultaten. ............................................................................................................ 25
3.2
Advies .................................................................................................................................... 32
3.3
Discussie ................................................................................................................................ 32
3.4
Onderzoeksvraag ................................................................................................................... 32
3.5
Evaluatie ................................................................................................................................ 33
Bibliografie ............................................................................................................................................ 34 Informerende brief ................................................................................................................................ 36 D. Interview ....................................................................................................................................... 38
E.
Ruwe Testgegevens ....................................................................................................................... 41 3.1 Par-Q vragenlijst .......................................................................................................................... 41 3.2 Glucosemeting............................................................................................................................. 43 3.3 Beweging & artrosetest ............................................................................................................... 44 3.4 Bloeddrukmeting ......................................................................................................................... 46 3.5 SF-36 Test .................................................................................................................................... 47 3.6 Beck depression inventory .......................................................................................................... 47 3.7 Astrand test ................................................................................................................................. 48 3.8 Hartslagmeting ............................................................................................................................ 49
Inleiding Topsporters hebben in intensieve carrière, in hun carrière wordt er veel van hun gevraagd zowel geestelijk als lichamelijk. Tijdens een sportloopbaan staat 1 ding centraal dat is sport. Alles wijkt hiervoor, opleiding, sociale contacten en beginnen na een topsportcarrière weer onderaan de ladder vaak wordt er gesproken van het zwarte gat. Niet alleen de psychologische factoren hebben invloed op het even van een topsporter. Een topsporter levert enorme fysieke inspanningen. Om deze inspanningen te kunnen leveren leven topsporters ook enorm gezond. Maar is het leveren van deze inspanningen wel zo gezond Dit onderzoek richt zich op de effecten van topsport in het verdere leven van deze persoon. In dit onderzoek staan duursporters centraal. Dit onderzoek betreft een N=1 Onderzoek dit houdt in dat er slechts 1 deelnemer onderzocht en getest wordt. Om te onderzoeken of ex-topsporters op latere leeftijd hinder ondervinden van hun carrière is de onderzoeksvraag -
In hoeverre heeft deze ex – duursporter op latere leeftijd last of profijt van zijn/haar topsportcarrière
Om to t een antwoord op deze vraag te komen zal er eerst moeten worden ingezoomd op de doelgroep. Hiervoor zal een doelgroepanalyse worden opgesteld gevolgd door een aantal testen en een semigestructureerd interview. Doelgroepanalyse In dit verslag worden topsporters, in het bijzonder duursporters onder de loep genomen. In deze doelgroepanalyse wordt er gekeken wat de mogelijke gezondheidsrisico’s (top) duursport met zich meebrengt. Tijdens een topsportcarrière zal een sporter er alles aan doen om tot grote prestaties te komen. Dit kan op latere leeftijd grote gevolgen hebben voor de gezondheid van de atleet. Een leven in de schijnwerpers gaat gebaat met veel aandacht en media interesse, druk van sponsoren om te presteren en vaak te druk voor sociale contacten. Het leven van een topsporter kent ups en downs.
In dit verslag wordt gericht op duursporters in het speciaal wielrenners. Specifiek voor het wielrennen geldt een houding waarbij men zich voorover over het stuur gebogen heeft om zo in mogelijk luchtweerstand te hebben. Hiernaast is de wielersport onderhevig aan valpartijen waardoor verschillende lichaamsdelen veel klappen moeten opvangen. Door slecht afgesteld materiaal kunnen er zich allerlei extra klachten zich voordoen. Veelvoorkomende klachten bij wielrenners zijn: lage rugklachten, schouder, arm, pols en handklachten, knieblessures en enkel en voetklachten. (klachten bij wielrenners, 2015) Door jarenlange duurarbeid vergroot de hartspier zich, deze gaat het bloed efficiënter rondpompen en heeft dus minder slagen nodig om de spieren in het lichaam te voorzien van bloed. Een duursporter, man of vrouw loopt na een sportloopbaan een aantal risico’s wat betreft het afbouwen van training. Na jarenlange duurinspanning vergroot de hartspier zich. Plots stoppen met topsport is daarom gevaarlijk (Extopsporter.nl, 2014), een Engels onderzoek waarbij de gevolgen van duursport onder de loep genomen worden 62 ex-wielrenners onderzocht zijn die gemiddeld zo’n 38 jaar geleden voor het laatst actief waren in wedstrijdverband. Deze groep is vergeleken met een controlegroep bestaande uit golfers. De groep wielrenners scoort significant hoger op hartkloppingen of abnormaal hartritme, hogere bloeddruk en flauwvallen bij opstaan. (Lüscher, 2007) Na een topsportcarrière worden sporters tegenwoordig opgevangen in een sociaal vangnet aangeboden door het NOC NSF* in samenwerking met Randstad uitzendbureau. Sinds 2010 bestaat dit initiatief om sporters na hun carrière te laten herintreden in het bedrijfsleven (NOC*NSF, 2015) Het zwarte gat waarin veel topsporters terechtkomen na hun carrière is per sporter heel verschillend. In het verloop van elke carrière zijn veel verschillende facetten die invloed hebben op de gewoonten en de leefstijl per persoon. Een sporter waarvoor per dag een geheel schema gemaakt is van trainingen, rust tot aan voeding en andere bezigheiden zal als dit is afgelopen eerder in een “zwart gat” terecht komen dan een sporter die al op zichzelf is aangewezen. (Hissink, 2013) Deze druk van buitenaf kan er voor zorgen dat sporters middelen aangrijpen die niet lichaamseigen zijn. Met name bij conditiesporten hebben deze middelen effect Tijdens een topsportcarrière kunnen verschillende middelen gebruikt worden om prestaties te verhogen. Veel gebruikte middelen passend bij de wielersport zijn: cafeïne, anabole steroïden, groeihormonen, bloeddoping en de bekendste van de laatste jaren EPO. Al deze stoffen hebben een prestatiebevorderend effect op atleten. Echter zijn er ook risico’s verbonden aan het gebruik van deze middelen. Cafeïne: cafeïne geeft sporters lichamelijk en geestelijk een boost, de vermoeidheid wordt tijdelijk onderdrukt en de concentratie neemt toe. Veelal wordt dit middel gebruikt in de finale (laatste 40km) van wedstrijden. Dit middel neemt echter ook gezondheidsrisico’s met zich mee; Hartkloppingen, paniekaanvallen en een verhoogde bloeddruk. (Drugskompas, 2014) Anabole steroïden: deze stof bootst de werking van lichaamseigen testosteron na, het zorgt voor een snellere spieropbouw en een verhoogde aanmaak van rode bloedcellen die er voor zorgen dat er meer zuurstof van de longen naar de spieren vervoerd kunnen worden. (de Hon, O., Coumans, B, 2008) Groeihormonen: Een groeihormoon zorgt er voor dat het lichaam makkelijker groeit. Op deze manier stimuleert het de spieropbouw en de botgroei/dichtheid. Dit hormoon is bij jongeren in de groei sterker aanwezig dan bij volwassenen. Sporters gebruiken dit om een beter effect uit trainingen te krijgen en zo sneller te “groeien”. Het op latere leeftijd alsnog injecteren van dit hormoon kan ook
vervelende consequenties met zich meebrengen. Mogelijke bijwerkingen zijn: spierzwakte, glucoseintolerantie, diabetes, hormonale stoornissen, vasthouden van zout/vocht waardoor zwellingen ontstaan, excessieve groei van schedel en handen. (Autoriteit, Z.D.) Bloeddoping: met name bij duursporten wordt met name het zuurstofenergie (aerobe) systeem aangesproken. Hierbij is het belangrijk dat de sporter zoveel mogelijke zuurstof van zijn longen naar de spieren kan vervoeren door het bloed. Sporters gaan daarom vaak trainen in zuurstofarme omgeving om zo het lichaam zo efficiënt mogelijk om te laten gaan met zuurstof. Op het moment dat ze dan weer in zuurstofrijk gebied zijn kunnen ze in verhouding meer zuurstof opnemen en vervoeren in het bloed. Het lichaam maakt in zuurstofarm meer rode bloedcellen wat de hematocrietwaarde (verhouding bloedplasma / rode bloedcellen vergroot. Tijdens zo’n trainingsstage in zuurstofarm gebied wordt er dan bloed afgenomen met een hoge hematocrietwaarde om deze later weer in het lichaam te injecteren. Bloeddoping is wellicht de meest bekende vorm van doping in de duursport. Met name bij de wielersport zijn hier veel gevallen van bekend. Ook dit type van dopinggebruik neemt gevaren met zich mee. Slecht opgeslagen bloed wordt onbruikbaar en kan zorgen voor: Bloedstolsels, koorts, nierschade, slecht functionerend immuunsysteem, bloeddrukdaling en hart/herseninfarcten. (autoriteit, 2015) EPO: (Erytropoëtine) is een stof die in ingespoten kan worden en door het lichaam opgenomen wordt. Deze werkzame stof stimuleert de ontwikkeling van rode bloedcellen die het zuurstof vervoeren naar de spieren. Ook dit goedje is erg bekend onder duursporters. Het gebruik van EPO zorgt ervoor dat er een hogere concentratie rode bloedcellen in het lichaam aanwezig is. Een te hoge hoeveelheid aan deze rode bloedcellen is gevaarlijk, het bloed wordt “stroperig” dik en beweegt zich moeilijker door kleine anderen heen. Dit verhoogt de risico’s op een beroerte of op hartfalen. (Flew, 2015)
Interview Het interview met de deelnemer is gehouden in een restaurant aan een 2 persoonstafel met daarbij een kop koffie. Hiermee is er getracht een open sfeer te creëren waarbij de deelnemer de interviewer vertrouwt. Met de deelnemer is een semigestructureerd interview gehouden waarbij de thema’s van te voren bepaald zijn door de interviewer en bekend zijn bij de deelnemer van dit interview. De thema’s uit dit interview zijn gehaald uit de doelgroepanalyse. Thema’s die aan bod komen zijn: het zwarte gat na sport, lichamelijke klachten en het gebruik van verboden middelen in die tijd. De deelnemer is te allen tijde in staat om het interview stop te zetten. Met toestemming van de deelnemer zal het interview worden opgenomen op een voice recorder. De deelnemer geeft in dit interview aan dat hij weinig wrok koestert uit de tijd dat hij prof geweest is, of dat hij dit inmiddels niet meer heeft. Lichamelijk heeft de deelnemer geen klachten, na wat doorvragen blijkt dat de cliënt af en toe duizelig is bij snel opstaan en na vrij intensief sporten ook last van duizeligheid/misselijkheid heeft. De deelnemer claimt tijdens de topsportcarrière altijd goed onderzocht te zijn. Over het gebruik van verboden middelen wil de deelnemer niks kwijt
Onderzoeksthema’s
Aan de hand van de doelgroepanalyse en het interview met deelnemer zijn een aantal testen geselecteerd. Deze zijn onderverdeeld in de volgende categorieën: geestelijk –en lichamelijk welzijn. Er is gekozen voor een 8-tal testen met daarin onderscheidt tussen fysieke en schriftelijke testen De thema’s van deze testen komen voort uit de doelgroepanalyse en het interview met de deelnemer. Er zullen een aantal algemene testen plaatsvinden op het gebied van gezondheid en kwaliteit van leven en een aantal specifieke testen die voortvloeien uit de analyse. De testen die gebruikt gaan worden zijn te vinden in het hoofdstuk 1. Methoden.
1. Methoden In dit hoofdstuk wordt de proefpersoon (N=1) beschreven. Tevens worden in dit hoofdstuk de procedures en testen beschreven bij deze testen zal de betrouwbaarheid en de validiteit vermeld worden.
1.1 De proefpersoon De persoon die meten, getest en ondervraagt zal worden zal geen naam worden gegeven en zal de rest van dit onderzoek onder de naam Mr. X worden vermeld vanwege privacy en emotionele blootstelling. De proefpersoon is 50 jaar en is 10 jaar beroepswielrenner geweest van zijn 21ste levensjaar tot aan zijn 31ste levensjaar. De proefpersoon is volledig belastbaar en functioneert op een normale manier in de maatschappij. De persoon heeft geen ziektes of andere aandoeningen.
1.2 Beschrijving van de testen Onder dit kopje worden de testen en meetinstrumenten beschreven. Naast de testen zal ook de betrouwbaarheid en de validiteit beschreven worden. Er is gekozen voor de volgende testen Paragraaf 1.2.1
Test Par-Q vragenlijst
1.2.2
SF- 36 test
1.2.3
Bloeddrukmeting
1.2.4
Astrand test
1.2.5
Beck depression inventory
1.2.6
Beweging en Artrosetest
1.2.7
Glucosemeting
1.2.8
Hartslag monitoring
Beschrijving test. Test of het mogelijk is om fysieke testen bij de deelnemer af te nemen. Lichamelijke, geestelijke en sociale gezondheid van de deelnemer De Diastolische(onderdruk) en Systolische (bovendruk) worden gemeten. Fysieke test waarbij een indicatie wordt gegeven van de conditie van de deelnemer Hierbij wordt de geestelijke gezondheid in kaart gebracht, er wordt gekeken of de deelnemer last heeft van depressie Schriftelijke test waarbij de lichamelijke beweegbaarheid van de deelnemer getoetst wordt Test waarbij het glucoseniveau in het bloed gemeten wordt. Gedurende een week wordt de rustpols van de deelnemer gemeten
referentie (corpusmentis, 2013) (Fysiovragenlijst, Z.D.) (Karen I. van der Zee, 2012) (Bloeddrukmeten, 2014) (Dackweiler, 2007) (Fitness, 2012) (Cink RE, 1981) (Engelen, 2012)
(Beweeg en Artrosetest)
(Jansen, 2011) (Lüscher, 2007)
Deze testen zijn gekozen doormiddel van de verkregen informatie uit de doelgroepanalyse en uit het afgenomen interview. In dit hoofdstuk bevinden zich de uitleg van de testen, in hoofdstuk 1.3 zullen de protocollen van deze testen verder worden uitgewerkt.
1.2.1 Par-Q vragenlijst
Deze test betreft een Par-Q vragenlijst en geeft inzicht in de fysieke en lichamelijke gesteldheid van de deelnemer. Dit is een verplichte test alvorens de andere testen uit te voeren. Bij vraagtekens uit de antwoorden van deze test moet de deelnemer doorgestuurd worden naar een specialist. Thema:
Gezondheid en lichamelijke beperkingen
Referentie vragenlijst: (corpusmentis, 2013) Wat wil ik meten? Een indicatie te verkrijgen of het verstandig is om eerst een huisarts te raadplegen voor het beginnen van lichamelijke activiteiten. Is het noodzakelijk deze test te gebruiken? Ja, zo wordt er voorkomen dat er onnodige risico’s genomen worden met de testen. En om de situatie van de deelnemer in kaart te brengen Hoe is de validiteit en de betrouwbaarheid? Over de Interne consistentie, Test-hertest correlaties, Construct validiteit zijn geen gegevens bekend. Betrouwbaarheid wordt gewaarborgd op basis van de informatie die de cliënt aangeeft.
1.2.2 SF 36 test
Om te meten of de deelnemer tevreden is over zijn leven en geen wrok koestert uit de tijd als profwielrenner. Hierbij wordt de link gelegd naar het zwarte gat waar veel ex-sporters last van kunnen krijgen. Deze test betreft de tevredenheid over de kwaliteit van leven van de deelnemer. Aan de hand van deze test kan gezien worden hoe de deelnemer zijn/haar kwaliteit van leven ziet. Het brengt onder andere de lichamelijke, geestelijke en sociale gezondheid van de deelnemer in kaart. Thema: ··Geestelijk welzijn Referentie vragenlijst: (Fysiovragenlijst, Z.D.) (Karen I. van der Zee, 2012) Wat wil ik meten?: de Rand 36 / SF36 vragenlijst is bedoeld om mentale gezondheid te meten. Het instrument bevat schalen voor fysiek functioneren, sociaal functioneren, rolbeperkingen door fysieke en emotionele problemen, energie, pijn en algemene gezondheidsbeleving. Een hoge score komt overeen met een goede gezondheidstoestand. Waarom wordt deze test gebruikt?: Deze test wordt gebruikt om de gezondheidstoestand van de deelnemer te meten. Hierbij wordt de link gelegd naar de ups tijdens en na de wielercarrière van de N=1. In deze test kan gezien worden hoe de deelnemer zijn kwaliteit van leven ziet. Hoe betrouwbaar en valide is deze test?: binnen de Sf36 vragenlijst worden verschillende vragen 1 2 3 4 5 6 7 8 Fysiek functioneren 1.00 Sociaal Functioneren 0.45 1.00 Rolbeperking (fysiek probleem) 0.59 0.56 1.00 Rolbeperking (emotioneel probleem) 0.22 0.54 0.39 1.00 Mentale gezondheid 0.26 0.62 0.33 0.61 1.00 Vitaliteit 0.50 0.67 0.57 0.49 0.71 1.00 Pijn 0.62 0.55 0.68 0.31 0.40 0.59 1.00 Algemene gezondheidsbeleving 0.60 0.55 0.57 0.36 0.49 0.67 0.62 1.00 Gezondheidsverandering 0.21 0.17 0.07 0.25 0.12 0.19 0.23 0.23 gesteld over uiteenlopende onderwerpen, in de tabel staan de correlaties tussen de vragen en de onderwerpen. Correlaties tussen de SF 36 schalen
Significatie niveau voor alle correlaties p<001, (Karen I. van der Zee, 2012)
9
1.2.3 Bloeddrukmeting
De bloeddrukmeting wordt gedaan om te kijken of de bloeddruk van de deelnemer is verhoogd na de jarenlange duurinspanning en daarbij behorende groei van de hartspier. Ook het gebruik van bepaalde prestatiebevorderende middelen kunnen invloed hebben op de bloeddruk: cafeïne verhoogd de bloeddruk (Drugskompas, 2014) waar het gebruik van bloeddoping (transfusies) een daling in de bloeddruk kan veroorzaken. (autoriteit, 2015) Ook omdat de deelnemer in het interview af en toe aangeeft duizelig te zijn bij opstaan en bij het tot rust komen na een intensieve inspanning is voor deze test gekozen. Thema:
Lichamelijke gesteldheid
Referentie vragenlijst:
(Bloeddrukmeten, 2014)
Wat wil ik meten? De lichamelijke gesteldheid van de cliënt, of de jarenlange inspanning effect heeft gehad op de bloeddruk van de persoon. De bloeddruk in rust. Waarom wordt deze test gebruikt?: Aan de hand van de gegevens verkregen uit de doelgroepanalyse, wordt er gekeken naar de bloeddruk van de deelnemer. Jarenlange duur arbeid op het gebied van sport zorgt ervoor dat de hartspier zich vergroot en geeft kans op een hogere bloeddruk. Hoe is het met de validiteit en betrouwbaarheid?: Criterium validiteit van de bloeddrukmeting, de gebruikte bloeddrukmeter (Omron M6) voldoet aan de richtlijnen van het internationale protocol. Systolische druk 0.1 ±2.0 mm en Diastolische druk 0.4 ± 1.5mm bij N=33. De gouden standaard hierbij is een kwikkolom bloeddrukmeter. (Dackweiler, 2007) Mits deze test volgens protocol wordt uitgevoerd is deze betrouwbaar. (mens en gezondheid, 2014) Bloeddruk
Laag
Systolisch <100 Diastolisch <60 (Bloeddrukmeten, 2014)
Normaal 100 – 135 60 -85
Licht verhoogd 135 -160 85 -100
Matig verhoogd 160 -180 100 - 110
Ernstig verhoogd >180 >110
1.2.4 submaximale fietstest (Astrand test)
In de Astrand test wordt gemeten hoe de fysieke gesteldheid van deelnemer is. In het verleden is de proefpersoon zo goed getraind geweest. Aan de hand van deze test is te zien hoe dit zich verhoudt tussen de normale Nederlandse bevolking en die van een ex-beroepswielrenner. Hiermee kan de onderzoeker zien of het leven als topsporter in het verleden nog conditionele voordelen met zich meebrengt op latere leeftijd. Thema: ···Lichamelijke gesteldheid Referentie:
(Fitness, 2012)
Waarom wordt deze test gebruikt?: Voor deze test is gekozen om de conditie van de deelnemer te onderzoeken, hierbij is gekozen voor de sport die de deelnemer eerder beoefend heeft. Op deze manier wordt de anaerobe drempel bepaald. De test is betrouwbaar en valide, per persoon zijn er verschillende testscores, over de betrouwbaarheid kan gecorrespondeerd worden dit kan te maken hebben met ziekte waardoor de testscore die dag minder uitvalt Betrouwbaarheid: 0.98 Mannen (Cink RE, 1981) Validiteit: De test is uitgevoerd zonder VO2max gasanalyse dit zorgt voor een onderschatting van de Anaerobe drempel van ongeveer 21% Gouden standaard voor deze test is een fietsergometertest met ademgas analyse. (Cink RE, 1981)
1.2.5 Beck Depression Inventory
De Beck depression inventory test is een test om depressie te achterhalen, sporters kunnen na een topsportcarrière in een zwart terechtkomen en hier niet meer uit komen (Hissink, 2013) . Aan de hand van deze test kan worden gezien in hoeverre de deelnemer depressieve gedachten heeft en wrok koestert naar het verleden. Thema:
Geestelijke gezondheid
Referentie:
((Bouman, 1985)
Wat wil ik meten?: De geestelijke gesteldheid van de cliënt, hoe tevreden is de cliënt met zijn leven en zit hij psychisch goed in elkaar Waarom wordt deze test gebruikt?: Deze test wordt gebruikt om te zien of de sportcarrière een mentale impact heeft gehad op de deelnemer. De omgang met druk en het zwarte gat na de sportcarrière zijn hieraan verbonden. Betrouwbaarheid en validiteit: deze vragenlijst is vanuit het Engels vertaald waardoor antwoorden mogelijk anders geïnterpreteerd worden. De reproduceerbaarheid (betrouwbaarheid) van deze test = R(Pearson), inter=0.82(p.0.001) populatie niet psychiatrische patiënten bij N=86 (Engelen, 2012)P Validiteit: Klinische inschatting: gemiddelde R(Pearson) = 0,72 (range = 0,55 – 0,96) (Engelen, 2012)
1.2.6. Beweging –en Artrosetest
Specifiek voor het wielrennen geldt een houding waarbij men zich voorover over het stuur gebogen heeft om zo in mogelijk luchtweerstand te hebben. Hiernaast is de wielersport onderhevig aan valpartijen waardoor verschillende lichaamsdelen veel klappen moeten opvangen. Door slecht afgesteld materiaal kunnen er zich allerlei extra klachten zich voordoen. De beweeg - en artrosetest brengt in kaart hoe beweegbaar de deelnemer is. (klachten bij wielrenners, 2015) . (klachten bij wielrenners, 2015) Thema: ··
Fysieke gesteldheid
Referentie:
(Beweeg en Artrosetest)
Wat wil ik meten?: Ik wil meten of de jarenlange fysieke arbeid klachten met zich meeneemt op de gewrichten van de cliënt. Waarom wordt deze test gebruikt?: Deze test wordt gebruikt om te zien of de deelnemer blijvende lichamelijke schade aan spieren en/of gewrichten heeft overgehouden aan de arbeid geleverd tijdens zijn/haar sportcarrière. Betrouwbaarheid: Validiteit:
Tussen de 0.57 / 0.67 bij N=120 (Kessler S, 2011)
100, P= patiënten met knie- en heupartrose: 0.81 (Kessler S, 2011)
1.2.7 Glucosemeting
Het gebruik van stimulerende middelen in de sport kan ervoor zorgen dat het lichaam een glucose intolerantie ontwikkeld. (Autoriteit, Z.D.) Doormiddel van een glucosemeting kan dit geconstateerd worden. Dit hoeft tevens niet de duiden op het gebruik van verboden middelen in het verleden. Thema:
lichamelijke gesteldheid
Referentie:
Glucosemeting
Wat wil ik meten?: de waarde van glucagon in het bloed van de deelnemer, aan de hand van het gebruik van doping kan het lichaam insuline resistent worden Waarom wordt deze test gebruikt?: Deze test wordt gebruikt om te zien of de deelnemer een verhoogde of juist verlaagde suikerspiegel in het bloed heeft. Betrouwbaarheid en validiteit: over de betrouwbaarheid en de validiteit zijn geen cijfers bekend. Er zijn veel variabelen die er voor zorgen dat de test anders kan uitvallen: positie van prikken, moment van eten en of de cliënt zijn/haar handen heeft gewassen. De glucosemeting kan ± 20% afwijken van de gouden standaard. (Jansen, 2011)
1.2.8 Hartslag meting.
Een sporthart is een veelvoorkomende kwaal bij ex duursporters. Door het trainen van de hartspier wordt deze groter en sterker, hierdoor hoeft het hart minder vaak te pompen om de dezelfde hoeveelheid bloed door de aderen te vervoeren. Veel topsporters hebben hierdoor een lagere rusthartslag. Hierbij wordt gemeten of dit bij deze ex topsporter nog steeds het geval is, of dat de hartspier zich weer heeft aangepast aan de andere leefstijl die de deelnemer heeft na de topsport. Thema:
Lichamelijke gezondheid
Referentie:
hartslagmeting
Wat wil ik meten?: Een week lang de rustpols van de deelnemer. Waarom wordt deze test gebruikt?: Deze test wordt gedaan om de rusthartslag van de deelnemer te kunnen bekijken, dit wordt gedurende een week gedaan om zo te kijken of het hart zich hersteld heeft van de duurinspanningen in het verleden. Betrouwbaarheid en validiteit: er zijn geen cijfers bekend over de betrouwbaarheid en validiteit, deze meting is slechts een indicatie voor de grote van de hartspier van de deelnemer. De mate van getraindheid heeft in invloed op. Maar ook ziekte en stress kan ervoor zorgen dat de hartslag hoger uitvalt dan gewoonlijk.
1.3 Procedure In dit hoofdstuk zal het proces duidelijk worden, op welke manier de testen gecommuniceerd gaan worden met de deelnemer en in welke volgorde de testen door de deelnemer zullen worden afgenomen. De deelnemer heeft in het interview aangegeven dat hij niet verder wil ingaan op doping gerelateerde vragen. Bij het afnemen van de testen is het belangrijk om niet teveel in te gaan op de mogelijke gevolgen van doping. De deelnemer is in eerste instantie benaderd met een brief, deze bestaat uit een uitnodiging om mee te doen met de testen van dit onderzoek. Hierin worden de testen beschreven en uitgelegd dat de gegevens vertrouwelijk behandeld zullen worden. Als de cliënt hiermee akkoord gaat kan het onderzoek in werking gesteld worden. Bij de eerste ontmoeting vindt meteen het interview plaats. Voorafgaande aan dit interview is het belangrijk om de stappen van dit onderzoek te doorlopen met de deelnemer. Deze moet te allen tijde op de hoogte zijn wat er met hem/haar gaat gebeuren en wat er met de resultaten wordt gedaan. Na de ontmoeting, uitleg en het interview is het verstandig om de Par-Q vragenlijst al af te nemen met de deelnemer. Deze vragenlijst geeft aan of het verstandig is een dokter te raadplegen alvorens fysieke testen te gaan doen. Mocht dit advies negatief zijn kunnen deze testen niet doorgaan. De glucosemeting wordt bij voorkeur op een nuchtere maag geprikt. Op deze manier is er geen teveel aan suikers in het bloed aanwezig en geeft het een goed beeld. Na het meten van de glucosewaarde is er ruimte voor een korte pauze waarbij de cliënt wat kan eten of drinken Hierna kan er een tijdstip afgesproken worden om de vervolgtesten te doen. In de voorgaande paragraven zijn de testen benoemd. Het is van belang dat deze testen op een nette manier worden afgehandeld. De volgorde van de testen is als volgt. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Par-Q vragenlijst* Glucosemeting** Beweeg –en Artrosetest Bloeddrukmeting SF-36 Test Beck depression inventory Astrand test Hartslagmonitoring***
*
De Par-Q vragenlijst wordt afgenomen bij de eerste ontmoeting
**
De glucosemeting wordt bij voorkeur op een nuchtere maag uitgevoerd.
***
De hartslagmonitoring vindt gedurende een week plaats
1.4 Testprotocollen Er wordt met vertrouwelijke gegevens gewerkt, het is daarom belangrijk om correct en net te werk te gaan met de gegevens van de Clint. Per test gelden andere regels en normen het is van belang om deze voor het testen te kennen om zo de cliënt van advies wat betreft kunnen voorzien 1.4.1 Par Q vragenlijst (Volledige test is te vinden in de bijlagen) De Par-Q vragenlijst wordt in het begin van het onderzoek afgenomen, deze geeft inzicht in de fysieke mogelijkheden en risicofactoren van de cliënt. Belangrijk bij deze vragenlijst is de cliënt de tijd en vrijheid de te geven om deze test in te vullen. Bekijk de testscore, zitten hier risicofactoren aan dan is het belangrijk om de cliënt door te verwijzen naar een huisarts alvorens verder te gaan met testen. Zijn hier geen bezwaren in dan kan het onderzoek vervolgd worden met de volgende testen.
1.4.2 Glucosetest
(De volledige test is te vinden in de bijlage van dit verslag). Omdat er met bloed gewerkt wordt is het van belang dat er schoon en efficiënt gewerkt wordt. De onderzoeker dient altijd handschoentjes te dragen en letten op de hygiëne.
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16.
Laat de cliënt zijn/haar handen wassen Stel de meter in Leg een teststrip klaar Doe het lacet in de prikpen en stel de diepte in Veeg eerst de vinger van de cliënt schoon met een desinfecterend doekje (prik nooit de duim of wijsvinger.) Het makkelijkst is de middelvinger. Waarschuw de cliënt voor een klein prikje en dat er bloed vrijkomt Prik de cliënt. Gooi het lacet in de daarvoor bestemde container. Veeg de eerste druppel bloed weg met een doekje. Laat het bloed er gewoon uitlopen en zet geen druk op de vinger. Laat de 2e druppel bloed op de teststrip vallen. Maak geen contact tussen de vinger en de teststrip, laat alleen het bloed de strip raken. Doe een strip in de glucosemeter Geef de cliënt een doekje of eventueel een pleister. Lees de waarde van de meter af. (zorg dat de cliënt deze niet kan zien) Bij een foutieve of extreme waarde geen paniek en doe de meting nogmaals. Blijven de waarden extreem, vraag of de cliënt iets raars gegeten heeft en doe de test op een later moment nogmaals of verwijs door naar de huisarts. Altijd nauwkeurig en schoon werken met deze test.
Resultatenkader:
Normaal Voorfase van diabetes Diabetes (Glucose waarden, 2013)
Nuchter Onder de 6.1 mmol/l Tussen de 6.1 en de 6.9 mmol/l Boven de 6.9 mmol/l
Niet nuchter Onder de 7.8 mmol/l Boven de 11 mmol/l
1.4.3 Beweegt –en Artrosetest (volledige test is te vinden in de bijlagen) De beweeg –en artrosetest is een schriftelijke test waarbij de cliënt een vragenlijst invult. Aan elk antwoord zijn punten verbonden, komt het totaal boven de 13 punten uit is het verstandig om een arts te raadplegen alvorens verder te testen. Resultatenkader: Aantal Punten 0 tot 6 punten 7 tot 12 punten
Risico Geen Artrose Geen specifieke klachten
13 tot 20 punten
Risicofactor
(Beweeg en Artrosetest)
actie Geen actie Klachten in de gaten houden, bij verergering specialist raadplegen Arts of specialist raadplegen
1.4.4 Bloeddrukmeting (Volledige test is te vinden in de bijlagen) Bij een bloeddruk meting wordt gemeten hoe de onder (diastolische) -en bovendruk (systolische) van het bloed op de bloedvaten. Deze waarde kan heel erg verschillen afhankelijk van het tijdstip, de activiteit die de cliënt net gedaan heeft. Is de cliënt bijvoorbeeld net op de fiets bij je gekomen, dan kun je beter even wachten met het afnemen van een bloeddruk test. Ook het nemen van een bakje koffie vlak voor een bloeddruk meting kan effect hebben op de uitslag van de test. Het is dus verstandig om bij een extreme waarde de test op een later moment nogmaals te doen. Is deze waarde nog buiten proportie. Is het verstandig een huisarts te raadplegen. Belangrijk is om geen paniek bij de cliënt te creëren. Na een hoge meting controleer je de waarde en doet eventueel de test nogmaals. Laat de cliënt de waarden ook niet zien om spanning te voorkomen. Bij een bloeddrukapparaat kan ook de rusthartslag gemeten worden. Ook deze waarde kan verschillen per persoon en moment van de dag. Het is verstandig om de cliënt zich eerst op zijn of haar gemak te laten voelen. Deze test kun je dus het beste niet als eerste uitvoeren en wachten tot de sfeer iets minder gespannen is. Werkwijze 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Laat de cliënt rustig op een stoel plaatsnemen. Zorg dat de cliënt zijn bovenarm ontbloot heeft Stel de cliënt op zijn/haar gemak Doe de elastische band om de arm van de cliënt bij voorkeur de niet dominante arm. Leg uit dat de band zich op pompt en best eventjes strak kan zitten De cliënt mag niet praten tijdens de test en gewoon rustig blijven. Zorg dat de cliënt het apparaat niet kan aflezen tijdens de test Mocht er een hele hoge of hele lage waarde uitkomen doe de test opnieuw en zeg dat het aan het apparaatje ligt. 9. Lees de gegevens af. (Blijven de resultaten buiten proportie stuur de cliënt dan door naar een huisarts of specialist). De uitkomsten uit de bloeddrukmeting zijn te refereren aan de volgende tabel. Bloeddruk
Laag
Systolisch <100 Diastolisch <60 (Bloeddrukmeten, 2014)
Normaal 100 – 135 60 -85
Licht verhoogd 135 -160 85 -100
Matig verhoogd 160 -180 100 - 110
Ernstig verhoogd >180 >110
1.4.5 SF-36 test
De SF-36 test bestaat uit een vragenlijst van 11 vragen waarbij de kwaliteit van leven gemeten wordt. Hierbij worden een aantal stellingen voorgelegd waarbij de deelnemer kan invullen hoe hij/zij zich voelt bij de stelling. Hierbij kunnen persoonlijke vragen gesteld worden. Hierbij is het belangrijk de deelnemer uit te leggen dat de gegevens volkomen vertrouwelijk zijn. (Volledige test is te vinden in de bijlagen)
1.4.6 Beck depression inventory (De uitslag van deze test is te vinden in de bijlage van dit verslag). De depressietest is een schriftelijke test die best confronterend kan zijn voor de afnemer. Het is verstandig om de deelnemer hier van te voren over in te lichten en deze te laten weten dat hij /zij te allen tijde mag stoppen met de afname van deze test.
1.4.7 Astrand test De Astrand fietstest wordt gebruikt om het conditieniveau van de deelnemer te meten. Bij deze test neemt de deelnemer plaats op een fietsergometer. Na een warming-up van 10 minuten op een licht verzet (100 watt). Gaat de test plaatsvinden. Het protocol van de Astrand test is beginnend bij 100 watt oplopend met 30 watt per minuut. Dit betreft een submaximale test waarbij de deelnemer niet maximaal dient te gaan. De bedoeling bij deze test is de Anaerobe drempel te bepalen bij de deelnemer. Bij het afnemen van de test is de hulp ingeroepen van gerenommeerd sportarts Ingrid Paul. (Paul) (Volledige test is te vinden in de bijlagen) Aan de Astrand test zijn een aantal voorwaarden verbonden. -
De cliënt mag maximaal tot 3 uur voor de test een lichte maaltijd hebben gegeten De dag voorafgaande en op de dag zelf geen zware training doen Vlak voor de test rust nemen (dit gebeurd doormiddel van de vragenlijsten) Omgeving moet tussen de 18-20 graden zijn Geen koffie, alcohol of sigaretten op de testdag gebruiken Zorg dat het medicijngebruik duidelijk is Geijkt materiaal gebruiken. (hartslag en wattagemeting.)
Protocol van de test zelf: -
Leg de test nogmaals uit. Stel de fietsergometer in op de juiste hoogte. Start de test. Noteer per minuut de wattage, hartslag en trapfrequentie De cliënt mag tijdens de test niet praten. Probeer non-verbaal contact te houden met de cliënt tijdens de test om te polsen of het goed gaat. Laat de cliënt direct na de test stoppen met trappen om de eventuele terugloop in hartslag te meten. Na 2 minuten kan deze weer rustig doortrappen (uitfietsen) Biedt eventuele hulp aan bij het afstappen van de fiets, de cliënt kan duizelig zijn van de inspanning (Fitness, 2012)
1.4.8 Hartslag Monitoring De hartslagmeting wordt gedaan gedurende een week. Hierbij vult de deelnemer zijn rusthartslag in met een daarbij behorende borgschaal van 1-10 hoe hij zich voelt die dag. Dit onderzoek is uitgevoerd op initiatief van de onderzoeker zelf om te meten of hier abnormale scores uitkomen. Door de inspanningen die de deelnemer in het verleden kan de hartspier gegroeid zijn. Als deze weer hersteld is tot normale proporties is dit een teken dat de hartspier zich weer hersteld heeft. Een normaal hart slaat tussen de 50-60 slagen in rust. Bij een sporter kan dit tussen de 30 en de 40 schommelen. (Sporthart, 2012)
1.4. 9Einde testreeks
Na de 8 testen komt er een einde aan de testreeks. Na de laatste fysieke test (Astrand test) kan de deelnemer zich omkleden en wordt er tijdelijk afscheid genomen. Op deze manier heeft de onderzoeker tijd om de resultaten op de juiste manier te interpreteren en tot een advies te komen. Er zal met de deelnemer een nieuw tijdstip afgesproken worden om de resultaten te interpreteren en een advies te geven aan de cliënt. De deelnemer zal aan het einde van het gesprek een kopie van de resultaten en een kopie van het advies meekrijgen aan het einde van het gesprek.
2.0 Relatie tussen verschillende metingen
Om een inzicht te geven in de relatie tussen de afgenomen testen zal er in dit hoofdstuk een kleine toelichting worden gegeven waarom er voor deze testen gekozen is. Uit de doelgroepanalyse is gebleken dat duursport, in dit geval wielrennen een aantal risico’s met zich meebrengt. In het interview is op deze gevaren nogmaals de nadruk gelegd. Dit is wel met beleid gebeurd omdat het privé zaken betreft van de cliënt. In eerste instantie om de gezondheid van de proefpersoon in kaart te brengen is er een Par-Q vragenlijst afgenomen. Na een positief resultaat van deze test kan het onderzoek worden voortgezet met de deelnemer. De testen hebben stuk voor stuk een link met het verleden van de cliënt. Zoals in het vorige hoofdstuk beschreven is er onderscheidt gemaakt tussen fysieke en mentale testen, de testen betreffende de fysieke gesteldheid bestaan uit de: glucosemeting, bloeddrukmeting, astrand test, beweeg -en artrosetest en de hartslag monitoring. De testen op het mentale aspect zijn onderverdeeld in de: Beck depression inventory en de SF-36 vragenlijst. Door de onderzoeker is gekozen om de nadruk op de fysieke gesteldheid te leggen, dit zijn vaste gegevens waar de testen op het gebied van de kwaliteit van leven en depressie moeilijker te linken zijn aan het verleden als topsporter.
3. Afronding De afronding van dit onderzoek zal een aantal punten bevatten. Er zal een antwoord gegeven worden op de onderzoeksvraag die is opgesteld in de inleiding van dit en er volgt een advies aan de cliënt betreffende de testen.
3.1 Advies en Resultaten. In dit hoofdstuk worden de testgegevens nadrukkelijk bekeken en besproken. Dit zal per test gebeuren. Paragraaf 1.2.1
Test Par-Q vragenlijst
1.2.2
SF- 36 test
1.2.3
Bloeddrukmeting
1.2.4
Astrand test
1.2.5
Beck depression inventory
1.2.6
Beweging en Artrosetest
1.2.7
Glucosemeting
1.2.8
Hartslag monitoring
Beschrijving test. Test of het mogelijk is om fysieke testen bij de deelnemer af te nemen. Lichamelijke, geestelijke en sociale gezondheid van de deelnemer De Diastolische(onderdruk) en Systolische (bovendruk) worden gemeten. Fysieke test waarbij een indicatie wordt gegeven van de conditie van de deelnemer Hierbij wordt de geestelijke gezondheid in kaart gebracht, er wordt gekeken of de deelnemer last heeft van depressie Schriftelijke test waarbij de lichamelijke beweegbaarheid van de deelnemer getoetst wordt Test waarbij het glucoseniveau in het bloed gemeten wordt. Gedurende een week wordt de rustpols van de deelnemer gemeten
referentie (corpusmentis, 2013) (Fysiovragenlijst, Z.D.) (Karen I. van der Zee, 2012) (Bloeddrukmeten, 2014) (Dackweiler, 2007) (Fitness, 2012) (Cink RE, 1981) (Engelen, 2012)
(Beweeg en Artrosetest)
(Jansen, 2011) (Lüscher, 2007)
Par-Q vragenlijst: Uit deze vragenlijst zijn geen redenen naar voren gekomen om verder te gaan met testen van de cliënt. Het is aan de cliënt om deze vragenlijst naar alle eerlijkheid in te vullen.
SF-36 Test: In deze test komt de kwaliteit van leven naar voren. Hierbij komt bij de cliënt een goed resultaat naar voren. De deelnemer scoort op alle gebieden van de test hoog. Hoe hoger de uitslag van de test des te hoger/beter de gezondheid van de cliënt op het betreffende onderdeel is. Met name op fysiek functioneren en pijn scoort de cliënt een hoge score. De deelnemer geeft aan geen pijn te hebben en fysiek prima kan functioneren. Bij het kopje rol emotie scoort de deelnemer ligt onder het gemiddelde. Het gaat hierbij om de Short Form van de Rand-36 test. Dit is een verkorte vragenlijst en door de deelnemer ingevuld. Hierbij worden de vragen gesteld aan de hand van de afgelopen 4 weken van de deelnemer. Om hier conclusies uit te trekken of de deelnemer last heeft van een blijvende depressie na het stoppen met topsport. Kan de onderzoeker concluderen dat dit niet het geval is. Dit kan per 4 weken verschillen. Vooralsnog ziet het er naar uit dat de cliënt een gelukkig leven heeft. FF RB P AG V SF RE MG
Fysiek Functioneren Rol Beperking Pijn Algemene Gezondheid Vitaliteit Sociaal Functioneren Rol Emotie Mentale gezondheid.
(al., 2011)
26
Simon Schram
Methoden en Technieken
Bloeddrukmeting: Tijd sinds laatste maaltijd: 3 uur
Systolische druk:
135 HG
(bovendruk)
Diastolische druk:
84 HG
(onderdruk)
Hartslag
65 slagen per minuut
De systolische druk moet rond de 120HG het liefst wat lager. Bij Mr. X is dit 135HG dit is een normale score let wel dat dit niet hoger wordt. De diastolische druk (onderdruk) van Mr. X is 84HG. Ook dit is een normale score. Er zijn geen indicatoren om je zorgen te maken. Aan zijn hartslag is te zien dat de cliënt wel voldoende ontspannen aan de test is begonnen. De uitkomst van de bloeddrukmeting kan beïnvloed worden door kort te eten vlak voor de test of door spanning/stress. De deelnemer vertoond normale waarden, er is geen reden tot maatregelen. De uitkomsten uit de bloeddrukmeting zijn te refereren aan de volgende tabel. Bloeddruk
Laag
Systolisch <100 Diastolisch <60 (Bloeddrukmeten, 2014)
27
Normaal 100 – 135 60 -85
Licht verhoogd 135 -160 85 -100
Simon Schram
Matig verhoogd 160 -180 100 - 110
Ernstig verhoogd >180 >110
Methoden en Technieken
Astrandtest: Naam:Mr. X
Tijd 1e min 2e min 3e min 4e min 5e min 6e min 7e min 8e min 9e min 10e min
Leeftijd : 50
Geslacht:M a n
Hartslag 101 111 120 135 145 150 157 160 -
Gewicht: 80
Wattage 100 130 160 190 220 250 280 310 340 370
Trapfrequentie 95 95 95 95 95 94 91 -
De Astrand test De deelnemer komt op een score van 280 watt rond zijn/haar omslagpunt. Deze is bepaald in samenwerking met sportarts (Paul) De hartslag en het wattage kunnen in de volgende tabel gelegd worden. Hieruit komt de geschatte maximale zuurstofopname in liters per minuut naar voren van de deelnemer. Hierbij is getracht om de Anaerobe drempel van de deelnemer in te kunnen inschatten. Bij een hartslag van 150 is de vermoedelijke anaerobe drempel behaald. Dit is in combinatie met een wattage van 250. Dit hoort bij een Vo2max van 38.125 Vo2max = (0.0136 x Wmax -0.35x1000) / lichaamsgewicht. (0.0136 x 250 – 0.35x1000)=3050 38.125
/ 80 =
(Cink RE, 1981)
28
Simon Schram
Methoden en Technieken
Referentietabel Vo2max: Leeftijd 20-24 25-29 30-34 40-44 45-49 50-54 50-54 55-59 60-65
Heel Slecht slecht <32 32-37 <31 31-35 <29 29-34 <28 28-32 <26 26-31 <25 25-29 <24 24-27 <22 22-26 <21 21-24
Matig
Gemiddeld
38-43 36-42 35-40 33-38 32-35 30-34 28-32 27-30 25-28
44-50 43-48 41-45 39-43 36-41 35-39 33-36 31-34 29-32
Goed 51-56 49-53 46-51 44-48 42-46 40-43 37-41 35-39 33-36
Heel Goed 57-62 54-59 52-56 49-54 47-51 44-48 42-46 40-43 37-40
Uitstekend >62 >59 >56 >54 >51 >48 >46 >43 >40
(BBC, 2013) De deelnemer heeft voor deze een gemiddelde score betreffende zijn leeftijd en gewicht. Een vo2max van 38 leert ons dat de cliënt niet specifiek nog conditionele voordelen heeft gehaald uit zijn of haar verleden als topsporter. Ter referentie: “ om profwielrenner te worden dient men minimaal een Vo2max van 70 hebben.” (Paul) De testpersoon in kwestie zal deze ook ooit gehad hebben om tot de prestaties te komen in het verleden.
Beck depression inventory: De cliënt heeft de vragenlijst ingevuld waarbij deze van te voren is ingelicht over de persoonlijke vragen die gesteld kunnen worden. Hierbij is verteld dat de deelnemer de test naar alle eerlijkheid moet invullen. De score die uit de test is gekomen komt op 7 punten. Hiermee geeft de test aan dat er sprake is van geen of een minimale depressie. In de test wordt niet om het tijdsvak gesproken dus er is een grote sprake van de emotionele staat van de betreffende dag. Dit kan effect hebben op de uitslag van deze test. De 7 behaalde punten betekenen geen reden tot paniek en er kunnen geen links getrokken worden naar depressie of naar het zwarte gat waar ex-sporters last van kunnen hebben. Score 0-9 10-14 15-20 21-30 31-40 (Engelen, 2012)
29
Kans op depressie Geen of minimale depressie Rand Licht Matig Diepe
Simon Schram
Methoden en Technieken
Beweeg –en artrosetest: De vragenlijst betreffende de beweeg –en artrosetest dient door de deelnemer ook ingevuld worden naar alle eerlijkheid. De deelnemer is 50 jaar oud en voelt zich nog prima gezien de SF-36 test. De score die uit deze test komt is 10 punten. Dit komt neer op een score waarbij er sprake is van een lichte vorm van artrose. Omdat de deelnemer aangeeft zich nog prima te voelen Resultatenkader: Aantal Punten 0 tot 6 punten 7 tot 12 punten
Risico Geen Artrose Geen specifieke klachten
13 tot 20 punten
Risicofactor
Actie Geen actie Klachten in de gaten houden, bij verergering specialist raadplegen Arts of specialist raadplegen
(Beweeg en Artrosetest) Glucosemeting: De glucosemeting is uitgevoerd, voor deze test is de deelnemer ingelicht over de functie van de test en dat deze beter werkt als de deelnemer deze uitvoert op een nuchtere maag. Aan de testresultaten is te zien dat er 5 uur voor de test voor het laatst een maaltijd genomen is. Hierbij gaat de onderzoeker uit van een nuchtere maag. Deze test kan beïnvloed worden door foutieve meting. Het aanraken van de teststrip met iets behalve bloed of het niet grondig schoonmaken van de geprikte vinger kan er voor zorgen dat de meting niet het juiste resultaat geeft. Volgens deze meting is er geen reden om vast te stellen dat de deelnemer lijdt aan glucose intolerantie of diabetes.
Tijd sinds laatste maaltijd
:
5
Uur
Gemeten glucosewaarde
:
5.8
mmol/l
Normaal Voorfase van diabetes Diabetes (Glucose waarden, 2013)
30
Nuchter Onder de 6.1 mmol/l Tussen de 6.1 en de 6.9 mmol/l Boven de 6.9 mmol/l
Simon Schram
Niet nuchter Onder de 7.8 mmol/l Boven de 11 mmol/l
Methoden en Technieken
Hartslag monitoring: Tijdens deze test is de deelnemer gevraagd om elke dag voor het opstaan zijn/haar ochtend hartslag te meten. Vervolgens dit te noteren met daarbij een borgschaal (schaal 1 tot 10) hoe de deelnemer zich die dag voelt. Hierbij was de vraag of de deelnemer en sterk verlaagde hartslag heeft vanwege de duur inspanning in het verleden. Uit de resultaten blijkt dat hier geen reden is om dit te vermoeden bij de deelnemer. De ochtendpols schommelt stabiel rond de 48. De borgschaal is gekozen om eventuele ziekte of stress bij de deelnemer vast te stellen en de relatie eventueel te kunnen zien met de daarbij horende hartslag.
Hartslag Gezondheid op borgschaal 1-10
31
Maandag 48
Dinsdag 47
Woensdag 48
Donderdag 49
Vrijdag 47
Zaterdag 48
Zondag -
7
8
7
7
7
7
-
Simon Schram
Methoden en Technieken
3.2 Advies Bij het bekijken van de uitslagen van alle testen en daarbij de koppeling te maken naar het verleden van de cliënt als topsporter zijn er geen rare dingen naar voren gekomen. In het voorgaande paragraaf staan de resultaten van de testen met de daar bijbehorende adviezen waar nodig.
3.3 Discussie De testen zijn uitgevoerd onder toeziend ook van de onderzoeker. Op een locatie waarbij de onderzoeker en de deelnemer alleen zijn en niet gestoord worden door derden. Het invullen van de vragenlijsten als de beweeg –en artrosetest, beck depression inventory en de SF36 test kan de onderzoeker er vanuit gaan dat de deelnemer deze naar geweten invult. Het kan echter zo zijn dat de deelnemer zich beter wil voordoen dan dat deze eigenlijk is. de testen als de glucosemeting en de bloeddrukmeting kunnen mogelijk verkeerd gaan door verkeerd gebruik van de materialen. Dit is dan de fout van de onderzoeker. Deze dient de protocollen als beschreven in dit verslag te volgen voor een goed resultaat. De astrand test is voor een onderzoeker zonder diploma’s een lastig uit te voeren test. Hierbij is de er hulp gevraagd van iemand met meer kennis op dit gebied. Er is naast de voorgaande testen gevraagd aan de deelnemer om zijn ochtendpols te meten en daar een borgscore te geven. Dit is aan de deelnemer zelf en hij kan deze makkelijk beïnvloeden door zomaar wat op te schrijven of dit te vergeten. Ook ziekte of stress kunnen hierbij een grote rol spelen. Bij alle 8 afgenomen testen zijn haken en ogen te vinden bij het kritisch kijken naar de testen. Dit neemt niet weg dat de onderzoeker moet uitgaan van eerlijke invulling en goed materiaal. De uitslagen van de testen wijzen allemaal 1 kant op en de onderzoeker heeft daarom geen reden om anders te vermoeden dan dat de deelnemer gezond is.
3.4 Onderzoeksvraag De opgestelde onderzoeksvraag luidt: In hoeverre heeft deze ex – duursporter op latere leeftijd last of profijt van zijn/haar topsportcarrière? Na de afgenomen testen is te concluderen dat de deelnemer een “normaal” leven lijdt. Uit de testen komen vrijwel alleen maar normwaarden naar voren. Dit betekend dat de deelnemer in ieder geval geen nadelig effect ondervindt van zijn wielercarrière. In de doelgroep zijn veel nadelige aspecten van het leven als wielrenner besproken, een aantal testen zijn hieraan verbonden. Bij deze testen komen geen extreme waarden naar voren en valt de cliënt prima binnen de norm die gesteld is. Ook zijn er in de waarden geen extreem positieve uitschieters. De cliënt beoordeeld zijn eigen leven vrij goed en is tevreden met hoe zijn leven verloopt zo blijkt uit de afgenomen kwaliteit van leven test.
32
Simon Schram
Methoden en Technieken
Uit de fysieke testen vallen geen bijzondere klachten op wat betreft lichamelijke ongemakken. De conditie van Mr.X is goed.
3.5 Evaluatie Aan de hand van de Star-Methode zal ik mijn eigen handelen in dit onderzoek evalueren.
Situatie, wat speelde er? Taak, Wat waren je taken? Activiteiten, wat heb je concreet gezegd en gedaan? Resultaat, wat gebeurde er daarna?
In dit onderzoek was het de bedoeling om een deelnemer te onderzoeken en daar vervolgens een onderzoek om heen te maken. De doelgroep en testen waren hierin een vrije keuze. Wel was de criteria dat het geen standaard doelgroep mocht zijn. Omdat ik zelf veel affiniteit met top en duursport heb viel voor mij de keuze op gepensioneerde topsporters. Hier heb ik vervolgens een doelgroepanalyse na de doelgroepanalyse kon ik gemakkelijk een onderzoeksvraag opstellen. Nadat ik de onderzoeksvraag had vastgesteld was het de bedoeling om testen te vinden die aansluit bij de vraag en de doelgroep. Nadat dit gebeurd was moest er een proefpersoon gevonden worden. omdat dit project in mijn geval los staat van stage heb ik zelf mensen aan moeten schrijven. Dit is gedaan doormiddel van een brief met uitnodiging. Nadat ik een geschikte persoon gevonden wordt zijn de tests uitgevoerd deze ging prima. Echter omdat ik niet bevoegd ben om een Astrand test uit te voeren heb ik hierin hulp gevraagd van sportarts dr. Ingrid Paul (Paul) Wat mijn valkuilen waren tijdens het proces is dat ik van te voren niet goed had bedacht wat ik wilde gaan zeggen tegen de cliënt. Dit zorgt bij het testen en het afnemen van de testen voor een drukke sfeer en lijkt slordig tegenover de cliënt. Het was in dit geval beter om zelf rustig in te lezen in de test en voor mijzelf ook een planning te maken van wat en wanneer. Het resultaat is dit onderzoek waarin in stap voor stap de stappen bij langs ga, ik vond het onderzoek een lastige opdracht, dit komt mede omdat ik hier weinig ervaring mee heb. Ik vond het leuk om met mensen te werken en de testen af te nemen. Het meeste plezier heb ik in de doelgroepanalyse gehad. Omdat het allemaal stof is die me interesseert en dicht bij me staat als zijnde sporter heb ik hier veel plezier in beleefd. Al met al denk ik dat het een geslaagde opdracht geweest is waarin ik en de cliënt een duidelijk beeld hebben gekregen van de mogelijke effecten van topsport. Gelukkig is hier voor de cliënt geen enkel spoor van.
33
Simon Schram
Methoden en Technieken
Bibliografie (sd). (Bouman, T. L. (1985). BDI. Enige ervaringen met de Beck Depression Inventory. Gedrag , 13-24. al., B. e. (2011). Norm Scale sf-36. Opgeroepen op april 7, 2015, van HQLO.com: http://www.hqlo.com/content/9/1/48/figure/F1 autoriteit, D. (2015). bloedmanipulatie. Opgeroepen op Maart 5, 2015, van doping autoriteiten: http://www.dopingautoriteit.nl/wat_is_doping/dopingcategorieen/bloedmanipulaties Autoriteit, D. (Z.D.). Groeihormonen. Opgeroepen op Maart 5, 2015, van Eigen Kracht: http://www.eigenkracht.nl/doping/groeibevorderaars/groeihormoon BBC. (2013). Vo2max figure. Opgeroepen op april 5, 2015, van preventdisease: http://preventdisease.com/news/articles/vo2_max_how_fit_athlete.shtml Beweeg en Artrosetest. (sd). Opgeroepen op Januari 3, 2015, van Bewegen Zonder Pijn: http://www.bewegenzonderpijn.com/bewegingstest/ Bloeddrukmeten. (2014). Bloeddrukmeten. Opgeroepen op Januari 3, 2015, van bloeddrukmeten: http://www.bloeddruk.net/bloeddruk-meten.html Cink RE, T. T. (1981). Validity of the Astrand-Ryhming nomogram for predicting maximal. Sports Med. corpusmentis. (2013, Januari 3). Physical Activity Readiness Questionnaire. Opgeroepen op Januari 2, 2015, van corpusmentis.nl: http://www.corpusmentis.nl/artikelen_projecten_online/PAR-Q.pdf Dackweiler, I. (2007). Bloeddrukmeter Omron M6 HEM-7001-E. Meetinstrumenten in de zorg. de Hon, O., Coumans, B. (2008). Anabole steroiden. In Doping in: Drugs en Alcohol, gebruik, misbruik en verslaving. Houten . Drugskompas. (2014). Opgeroepen op Februari 2015, 19, van Caffeine Effecten: http://drugskompas.nl/cafeine-effecten/ Engelen, E. v. (2012). Beck Depression Inventory (BDI. Meetinstrumenten in de zorg. Extopsporter.nl. (2014). Aftrainen na een sportcarriere. Opgeroepen op November 17, 2014, van Extopsporter.nl: http://www.extopsporter.nl/effecten_duursporten_langere_termijn Fitness, F. d. (2012, Juni 3). Astrand Test. Opgeroepen op Januari 2, 2015, van Fit door Fitness: http://fitdoorfitness.nl/testen/astrand-fietstest Flew. (2015). EPO. Opgeroepen op Maart 5, 2015, van Mens en gezondheid: http://mens-engezondheid.infonu.nl/diversen/38836-epo-wat-is-het-en-wat-doet-het.html Fysiovragenlijst. (Z.D.). SF-36. Opgeroepen op maart 19, 2015, van fysiovragenlijst: http://www.fysiovragenlijst.nl/docs/pdf/Rand%2036%20-%20Short%20Form%20_SF_%2036.pdf
34
Simon Schram
Methoden en Technieken
Glucose waarden. (2013, 05 29). Opgeroepen op maart 28, 2015, van Diep.info: http://www.diep.info/Diabetes-educatie-Hoge-bloedglucose-waarden-Wat-merk-je-van-hogeglucosewaarden Hissink, L. (2013, Januari 9). Na de top. Opgeroepen op November 18, 2014, van nadetop.wordpress.com: http://nadetop.wordpress.com/2013/01/09/de-psychologie-achter-hetzwarte-gat/ Jansen, R. (2011). Veel glucosemeters zijn ondeugdelijk. Pharmaceutisch Weekblad . Karen I. van der Zee, R. S. (2012). Handleiding SF 36 vragenlijst. Groningen: UMCG. Kessler S, G. A. (2011). The intermittent and constant pain score. Orthop Unfall. klachten bij wielrenners. (2015). Opgeroepen op Februari 19, 2015, van Medisch centrum back-up: http://www.mcbackup.org/sportarts/blessures/klachten-bij-wielrenners/ Lüscher, T. F. (2007). Sinus node disease and arrhythmias in the long-term follow-up of former professional cyclists. European heart journal , 71-78. NOC*NSF. (2015). Goud op de Werkvloer. Opgeroepen op November 17, 2014, van NOC*NSF: http://www.nocnsf.nl/goudopdewerkvloer Paul, I. Questionnaire, L. S. (2014). Life Satisfaction Questionnaire. Corpusmentis. Sporthart. (2012, 11 2). Opgeroepen op maart 28, 2015, van mens en gezondheid: http://mens-engezondheid.infonu.nl/aandoeningen/40093-wat-is-een-sporthart.html vragenlijsten fysiotherapie. (2014). Opgehaald van Fysiotherapie & wetenschap: http://www.fysiotherapiewetenschap.com/bestanden/38.pdf Zelftest, D. (2014, April 2). Zelfstest Depressie. Opgeroepen op Januari 2, 2015, van http://www.depressie.nl/zelftest-depressie/
35
Simon Schram
Methoden en Technieken
Informerende brief Hanzehogeschool Groningen Zernikeplein 7 9747 AS Groningen Mr. X xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx Wolvega, 10-11-2014 Betreft: Gezondheid onderzoek ex-topsporters Geachte heer/mevrouw, Namens de Hanzehogeschool Groningen en de opleiding Sport, Gezondheid & Management doen wij onderzoek naar de voor en/of nadelen die een topsporter ondervindt na het beëindigen van zijn/haar carrière. Binnen dit onderzoek wordt er gekeken naar de fysieke maar ook mentale aspecten die het doen van topsport nu nog als voor of nadeel hebben in uw leven. Voor u wordt u fysieke conditie en u mentale weerbaarheid in kaart gebracht en het helpt ons in het doen van het onderzoek naar topsport. Dit onderzoek bevat zoals eerder aangegeven een aantal tests, een Astrand test, bloeddrukmeting, een glucosemeting, depressietest, een test over de door u beleefde kwaliteit van leven, een Par-Q vragenlijst en een artrose -en beweegstest. Naast deze testen willen we u vragen om gedurende een week u ochtendhartslag op te meten. Meer informatie hierover zal u duidelijk worden bij de ontmoeting. Aan de hand van deze testen kunnen wij u gesteldheid in kaart brengen. Het maken van deze vragenlijsten zal ongeveer 30 minuten in beslag nemen de Astrand test, Glucosemeting en de Bloeddrukmeting zijn fysieke testen, voor deze testen zien wij u graag persoonlijk. Deze zullen met elkaar ongeveer 45 minuten in beslag nemen. Tijdens de Astrand test neemt u plaats op een fietsergometer en zal er een submaximale test uitgevoerd worden. Aan de hand van deze testen wordt u fysieke en mentale gesteldheid in kaart gebracht. Bij deze wil ik u graag uitnodigen om deze testen met ons uit te voeren, deze zullen in de maand maart plaatsvinden U bent er geheel vrij in om mee te doen aan dit onderzoek. U heeft altijd het recht om zich te ontdoen van verdere deelname, wanneer dit niet meer gewenst is. De gegevens die worden verstrekt zijn geheel anoniem en worden niet aan andere partijen doorgegeven. Voor eventuele vragen, neem dan contact met een van ons op. Bij deelname graag de toestemmingsverklaring ondertekenen (zie bijlage). Met vriendelijke groet, Simon Schram
Student Hanzehogeschool Groningen
[email protected]
36
Simon Schram
Methoden en Technieken
TOESTEMMINGSVERKLARING Voor deelname aan onderzoek: ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ●
Ik heb de brief goed gelezen en ben voldoende geïnformeerd over het onderzoek. Ik heb het recht om mijn toestemmingsverklaring op elk gewenst moment teniet te verklaren. Ik ben in de gelegenheid gesteld om vragen te stellen en mijn vragen zijn voldoende beantwoordt. Ik geef toestemming voor het inlezen en gebruiken van de gegevens in het cliëntendossier. Mijn resultaten en persoonlijke gegevens zullen vertrouwelijk worden behandeld. Ik heb er geen bezwaar tegen dat de onderzoeker mij na afloop vragen stelt over het onderzoek en/of uitnodigt voor verdere onderzoeken. Ik ben geïnformeerd over de wijze van terugkoppeling naar de Hanzehogeschool en R95 en dat eerstgenoemde geen persoonsgegevens over mij zullen ontvangen. Ik ben me ervan bewust dat ik geen aanspraak kan maken op vergoedingen of verzorging als er tijdens de duur van een onderzoek een blessure ontstaat. Deelname aan het onderzoek is op eigen risico. Ik heb er geen bezwaar tegen dat mijn onderzoeksgegevens op vertrouwelijke wijze worden bewaard en voor toekomstig onderzoek worden gebruikt. De Hanzehogeschool Groningen is eindverantwoordelijke van dit onderzoek. ● Ondergetekende verklaard dat de hierboven genoemde zowel schriftelijk als mondeling voldoende is geïnformeerd over het hierboven vermelde onderzoek. Hij/zij verklaart tevens dat een voortijdige beëindiging van de deelname van geen enkele invloed heeft op de zorg die hij/zij ontvangt.
Ik stem toe met deelname aan het onderzoek.
Naam: Geboortedatum:
xxxxxxx -----------
Handtekening:
Datum:
17-12-2014
Naam: Simon Schram Functie: Onderzoeker
37
Simon Schram
Methoden en Technieken
D. Interview Onder dit kopje staat het afgenomen interview met de onderzochte persoon. Omwille van de privacy van de cliënt zijn namen en eventuele adressen weggelaten of veranderd. De small talk om het interview heen heb ik weggelaten hier is de kern van het semigestructureerde interview. -
Dik gedrukte zinnen zijn van de interviewer en de schuin gedrukte zinnen zijn van de deelnemer
Doet u op dit moment nog aan de sport die u als professional ook bekleed hebt? Ik doe dit nog wel maar niet meer zo fanatiek, ik pak nu de fiets nog wel eens maar enkel voor mijn plezier met een paar vrienden. Zo’n 1 of 2 keer per week Doet u dit nog in competitieverband? Haha, nee dat heb ik achter me gelaten, ik vind het wel leuk om af en toe even met mijn fietsmaatjes elkaar te testen zegmaar….Meestal zoeken we bij elkaar de grens wel even op. Heeft u die competitie wel gemist? Toen ik net stopte met fietsen wel, het is wel heel lang onderdeel van mijn leven geweest natuurlijk maar daar heb ik nu zeker geen last meer van, Ik maak me nu geen illusies meer haha. Kan ik me voorstellen ja. Hoe was dit vlak na u carrière? Vlak na mijn carrière, heb ik de fiets een poosje niet aangeraakt. Dat had voor mijn gevoel op dat moment geen zin, en ik had er zelf ook geen zin meer in…Ik had het gevoel dat fietsen iets wat ooit mijn werk was nu een beetje zinloos was geworden. Al mijn vrienden die ik had opgebouwd fietsten nog en waren nog vaak onderweg voor de sport. Heeft u daarin steun gehad van u ploeg of werkgever? Nee, net als bij iedere ander baan per 1 januari van dat jaar liep mijn contract af en was ik werkeloos. Had u behoefte aan sociale opvang? Dat is natuurlijk moeilijk om te zeggen, ik denk wel dat, dat geholpen zou hebben, als wielrenner zijnde is de hele dag voor je uitgestippeld. Je gaat eten, trainen, weer eten, slapen en dan soms nog eens te trainen. Dat is je leven dag in dag uit. Als dat op een gegeven moment over is moet je daarvoor wat anders zoeken. Dat vond ik moeilijk. Kon u na uw wielerloopbaan makkelijk ander werk vinden? Mijn hele leven heeft in het teken van sport gestaan, toen ik jong was en ik over mijn carrière nadacht had ik altijd zoiets van dat komt later wel. Ik ben dan ook vrij vroeg gestopt met mijn opleiding om 38
Simon Schram
Methoden en Technieken
mijn geld te gaan verdienen met fietsen. Toen ik niet meer fietste voor mijn inkomen moest ik wat anders zoeken. Maar iemand van in de 30 die nog nooit werkervaring heeft opgedaan komt moeilijk aan een baan. Ik kon weer onderaan de arbeidsmarkt beginnen. Dat voelde wel als een klap in mijn gezicht toen. Heb je spijt gehad van de keuze om topsporter te worden? Ik heb vaak gedacht; wat als ik het anders gedaan had. Maar als ik nu terugkijk op mijn leven ben ik wel blij dat ik dat heb meegemaakt. Het heeft me wel een beetje gevormd tot wie ik nu ben Ondervindt u nu nog nadelen van het vele sporten in die tijd? Nee, eigenlijk niet. Ik ben wel eens hard gevallen met mijn fiets en daaraan heb ik wel wat littekens overgehouden. Maar dat zijn bedrijfsongevallen. Die heb je ook als je in de bouw werkt. Verder heb ik geen klachten. Ik word er vaak genoeg voor onderzocht hoor. Positieve aspecten dan? Ik kan nog steeds wel redelijk fietsen, maar dit heb ik niet te danken aan mijn jarenlange training die conditie ben ik wel kwijt. In mijn tijd als sporter heb ik wel geleerd om door te zetten en ben ik een teamspeler geworden met de wil om te winnen. Het heeft me wel getekend die tijd dat zeker. Moest u in die tijd al erg aan u voeding denken om topsport te bedrijven? Ja zeker, maar in die tijd was het nog niet zo verregaand als nu. Waar bestond het dieet voornamelijk uit, wat is er veranderd dan? Heel veel pasta en rijst. Koolhydraten, in die tijd was het ook heel normaal om veel vlees te eten. Dat doen profs tegenwoordig minder. Nu worden porties ook afgewogen om de renners exact op gewicht te houden. Vergeleken met nu deden wij toen maar wat. Wielrenners staan er om bekend een groot uithoudingsvermogen te hebben. Dit komt doordat het hart en de longen extreem getraind zijn. Bent u bang voor de gevolgen die dit kan hebben? Tijdens mijn carrière werden we vaak onderzocht en begeleid. Op het moment dat het ongezond zou worden zouden we daarvan op de hoogte gesteld worden. Ik dacht er verder ook niet heel veel over na. Bent u wel eens duizelig als u snel opstaat? Heel af en toe heb ik dit, maar volgens mij heeft iedereen dat wel eens. Dat klopt, heeft u het ook wel eens als u na het sporten thuis komt? Soms heb ik dat, als ik een stuk vrij intensief gefietst heb. Dat ik me dan niet zo goed voel als ik daarna thuis even op de bank zit. Wat merkt u dan? Een draaierig gevoel en soms een beetje misselijkheid. 39
Simon Schram
Methoden en Technieken
Wat betekent gezondheid voor u? Poe,..dat is een moeilijke vraag, dat ik lichamelijk geen klachten heb en gelukkig ben. Bent u dat? Ik voel me goed, en ik mag verder niet klagen. Haha, gelukkig. Volgt u het wielrennen van vandaag nog een beetje? Ja, ik mag nog graag naar het wielrennen kijken. Wedstrijden als de Amstel Gold race ga ik ieder jaar kijken. En alle klassiekers volg ik op tv. Dat is inderdaad een mooie wedstrijd. Heeft u een favoriete wielrenner? Ik ben groot van Cancellara als het om de Vlaamse klassiekers gaat daarnaast heb ik niet echt een uitgesproken favoriet, ik volg de Nederlandse renners graag. Wat vindt u van de perikelen rondom de wielersport de laatste paar jaar? Rondom doping bedoel je , ” Ja”. Dat is natuurlijk niet goed voor de sport. Het is een heel mooie sport die op deze manier verpest wordt. Waren deze doping perikelen ook in u periode al aan de orde? Het werd niet op zo breed uitgemeten in de media, nu gaat dat nieuws meteen de hele wereld over. Maar ook in mijn tijd werden er middelen gebruikt. Heeft u zelf ook verboden middelen gebruikt? Ik heb het daar liever niet over. Dat is prima, dat begrijp ik. Dan wil ik bij deze bedanken voor dit interview en ik hoop dat ik binnenkort mag uitnodigen voor wat testjes? Dat is prima, ik ben erg benieuwd hoe ik er voor sta.
40
Simon Schram
Methoden en Technieken
E.
Ruwe Testgegevens
3.1 Par-Q vragenlijst
41
Simon Schram
Methoden en Technieken
42
Simon Schram
Methoden en Technieken
3.2 Glucosemeting Tijd sinds laatste maaltijd
:
5
Uur
Gemeten glucosewaarde
:
6.0
mmol/l
Normaal Voorfase van diabetes Diabetes
43
Nuchter Onder de 6.1 mmol/l Tussen de 6.1 en de 6.9 mmol/l Boven de 6.9 mmol/l
Simon Schram
Niet nuchter Onder de 7.8 mmol/l Boven de 11 mmol/l
Methoden en Technieken
3.3 Beweging & artrosetest 1. Wat is uw leeftijd? Jonger dan 50 jaar
0
Tussen 50 jaar en 70 jaar
1
Ouder dan 70 jaar
2
2. Doen uw gewrichten pijn bij het bewegen? Ja, vaak en veel
2
Ja, soms
1
Nee, nooit
0
3. Voelen uw gewrichten stijf aan? Ja, vaak en veel
2
Ja, soms
1
Nee, nooit
0
4. Beweegt u nu minder soepel dan vroeger? Ja, veel minder
2
Ja, een beetje
1
Nee, er is geen verschil
0
5. Zijn uw gewrichten gezwollen? Ja, meerdere gewrichten
2
Ja, één gewricht
1
Nee, nergens
0
6. Maken uw gewrichten een krakend geluid bij het bewegen? Ja, vaak en veel
2
Ja, soms
1
44
Simon Schram
Methoden en Technieken
Nee, nooit
0
7. Voelen uw gewrichten stijf aan als u ’s morgens opstaat en wordt dat minder na wat beweging? Ja
2
Ja, maar het wordt niet minder
1
Nee, ik ben ‘s morgens niet stijf
0
8. Kunt u de dagelijkse activiteiten goed uitvoeren? Ja
0
Moeizamer dan vroeger
1
Nee
2
9. Kunt u goed lopen? Ja
0
Gaat wat moeizamer
1
Nee, slechts kleine stukjes of helemaal niet
2
10. Kunt u goed sporten? Ja
0
Ja, maar minder intensief
1
Nee
2
Resultatenkader: Aantal Punten 0 tot 6 punten 7 tot 12 punten
Risico Geen Artrose Geen specifieke klachten
13 tot 20 punten
Risicofactor
actie Geen actie Klachten in de gaten houden, bij verergering specialist raadplegen Arts of specialist raadplegen
(Beweeg en Artrosetest) 45
Simon Schram
Methoden en Technieken
3.4 Bloeddrukmeting Tijd sinds laatste maaltijd: 3 uur
Systolische druk:
135 HG
(bovendruk)
Diastolische druk:
84 HG
(onderdruk)
Hartslag
65 slagen per minuut
De uitkomsten uit de bloeddrukmeting zijn te refereren aan de volgende tabel. Bloeddruk
Laag
Systolisch <100 Diastolisch <60 (Bloeddrukmeten, 2014)
46
Normaal 100 – 135 60 -85
Licht verhoogd 135 -160 85 -100
Simon Schram
Matig verhoogd 160 -180 100 - 110
Ernstig verhoogd >180 >110
Methoden en Technieken
3.5 SF-36 Test (deze test is online uitgevoerd) http://www.sf-36.org/demos/SF-36.html
3.6 Beck depression inventory Uitslagformulier: Vraag
Score
A
0
B
0
C
0
D
0
E
0
F
0
G
0
H
1
I
1
J
0
K
0
L
0
M
1
N
1
O
0
P
1
Q
1
R
1
S
0
T
0
U
0
Totaal:
7
Score 0-9 10-14 15-20 21-30 31-40 41-63
47
Kans op depressie Geen of minimale depressie Rand Licht Matig Diepe Zeer ernstig
Simon Schram
Methoden en Technieken
3.7 Astrand test
Naam:
Mr. X
Leeftijd:
50
Geslacht:
Man
Astrandtest: Naam:Mr. X
Tijd
48
1e min 2e min 3e min 4e min 5e min 6e min 7e min 8e min 9e min 10e min
Leeftijd : 50
Geslacht:M a n
Hartslag 101 111 120 135 145 150 157 160 -
Wattage 100 130 160 190 220 250 280 310 340 370
Simon Schram
Gewicht: 80
Trapfrequentie 95 95 95 95 95 94 91 -
Methoden en Technieken
3.8 Hartslagmeting
Hartslag Gezondheid op borgschaal 1-10
49
Maandag 48
Dinsdag 47
Woensdag 48
Donderdag 49
Vrijdag 47
Zaterdag 48
Zondag -
7
8
7
7
7
7
-
Simon Schram
Methoden en Technieken