CentERpanel jaargang 24, nummer 1 - 2014 Inleveren pensioen Opletten met “gratis” software Prinsjesdag 2014 Patiënteninformatie Evaluatie CentERpanel 2014
Instituut voor dataverzameling en onderzoek
Inleveren pensioen 40% van de deelnemers bereid pensioen in te leveren voor verantwoord beleggen Als het beleggingsbeleid van pensioenfondsen aansluit bij de ideeën van deelnemers over verantwoord beleggen, dan is ruwweg veertig procent bereid daarvoor pensioen in te leveren. Dat concluderen onderzoekers Rachel Pownall en Arian Borgers, verbonden aan TIAS/Tilburg University. In maart 2011 zijn in het CentERpanel 1806 panelleden hierover bevraagd. Pownall en Borgers onderzochten welke beleggingen deelnemers graag uitgesloten willen zien. Daarnaast vroegen ze welke criteria deelnemers belangrijk vinden bij de selectie van ondernemingen om in te investeren. Vervolgens was de vraag of deelnemers bereid zijn te betalen als pensioenfondsen deze voorkeuren volgen. Voor zo’n veertig procent van de deelnemers is dat dus het geval. Hierbij geldt dat hoe sterker de voorkeuren zijn, des te sterker de bereidheid is daarvoor in te leveren. Verder is het zo dat deelnemers met een hogere opleiding en een hoger inkomen significant vaker willen betalen voor hun voorkeuren. Mannen en drinkers (iedereen die wekelijks minstens één glas alcohol drinkt) zijn juist significant minder vaak bereid pensioen in te leveren.
vaak vanuit dat die vooral maximaal moeten renderen. We vroegen ons af of dat uitgangspunt nog steeds standhoudt bij de groeiende maatschappelijke betrokkenheid, en blijkbaar vindt er dus een kentering plaats.’ Ze stelt verder dat pensioenfondsen nauwelijks rekening houden met persoonlijke waarden en wensen bij het samenstellen van investeringsfondsen. Gezien de resultaten is er volgens haar reden dit wel te doen. ‘Klanten van investeringsmaatschappijen hebben sterk uiteenlopende ideeën over het soort investeringen dat het bedrijf voor hen moet doen.’
De grootste aversie hebben deelnemers tegen beleggingen in de wapenindustrie en in bedrijven die mensenrechten schenden. Investeringen in tabak en alcohol roepen minder weerstand op, met name deelnemers die zelf roken en/of drinken hebben daarmee minder moeite. Volgens de onderzoekers ondergraven de resultaten de algemene aanname dat maximaal rendement het belangrijkste is. ‘We zien dat mensen steeds vaker maatschappelijk verantwoorde producten verkiezen boven alternatieven, ook al zijn die geregeld duurder,’ zo stelt Pownall. ‘Hierbij geldt waarschijnlijk het uitgangspunt dat je meer betaalt voor een beter product. Maar in geval van investeringen gaan we er
2
Bron: IPNederland (vakblad voor de Nederlandse pensioenfondssector), 12 augustus, auteur Olaf Boschman
Meer weten? In het tijdschrift Journal of Behavioral and Experimental Finance van maart 2014, pp. 27-44 is het artikel verschenen, getiteld “Attitudes towards socially and environmentally responsible investment”.
3
Opletten met “gratis” software Het internet staat vol met gratis software. Volledige programma’s waar door de ontwikkelaars veel tijd in is gestoken. Vaak gaat dat ”gratis” dan ook vergezeld door andere programma’s die zich onopvallend laten mee-installeren. Op die programma’s zit u waarschijnlijk niet te wachten. Hieronder enkele voorbeelden:
JAVA
ADOBE Ook Adobe wordt veel gebruikt. Bekende programma’s zijn bijvoorbeeld Adobe Reader of Adobe Flash. Beide programma’s hebt u nodig om websites of bestanden te kunnen bekijken. Helaas heeft Adobe een overeenkomst gesloten met McAfee (een anti-virus programma) dat, wanneer u niet goed oplet, automatisch geïnstalleerd wordt. De kans is zeer groot dat u al een goed werkende virusbescherming hebt, en wordt er zo –volstrekt onnodig– een tweede aan toegevoegd. Let ook hier goed op het vinkje wanneer u het programma gaat installeren.
Wanneer u een programma gaat installeren krijgt u meestal de mogelijkheid om te kiezen voor een standaard (standard) of aangepaste (custom) installatie. Kies in zo’n geval altijd voor de aangepaste installatie. Mocht er een verborgen optie meekomen, dan wordt deze vanaf dat moment zichtbaar. Zie hieronder voor een voorbeeld:
Standaard of aangepaste installatie?
Een veel gebruikt programma dat nodig is om sommige pagina’s te kunnen bekijken is JAVA. Wanneer u gewend bent om tijdens het installeren alleen maar op “next” te drukken, wordt automatisch de heel vervelende Ask-toolbar geïnstalleerd. Haal dus de vinkjes weg bij “Install de Ask Toolbar” en “Set and keep Ask as my default…”. Op die manier wordt Ask niet geïnstalleerd.
4
te odig om b r e v o en Misschi tijd r kies al a a m . en… u vermeld ma dat m a r g o r p oor het v . n e e l l a talleren s n i n e nloaden w o d t l i w u ies hebt t p o e g i De over nodig. t e i n t u absolu
5
Politiek op Prinsjesdag belangrijker dan traditie In het weekend na Prinsjesdag is een vragenlijst voorgelegd over de tradities van Prinsjesdag en over een aantal politieke onderwerpen. Wij wilden weten hoe mensen met Prinsjesdag meeleven en of de rituelen rond Prinsjesdag belangrijker zijn dan de inhoud. De meeste panelleden (57%) hebben de troonrede niet gezien maar hebben het nieuws over de troonrede wel gevolgd (72%). Televisie, kranten en tijdschriften blijven de belangrijkste bronnen van het nieuws, slechts 6% heeft het nieuws voornamelijk via internet en/of de sociale media gevolgd. Groot deel is niet geïnteresseerd in de hoedjes maar kan wel meezingen Prinsjesdag gaat gepaard met een aantal tradities. Een klein deel van de panelleden (9%) is er wel eens bij geweest in Den Haag en heeft de rijtoer of de troonrede zelf meegemaakt. Dat zijn vaker 55-plussers, mensen die vrijwilligerswerk doen, met pensioen zijn of huisvrouw/huisman zijn. Het zijn ook vaker panelleden die in een sterk stedelijk gebied wonen, waarschijnlijk uit Den Haag of directe omgeving. Veel meer panelleden dan verwacht, ongeveer een kwart, zijn wel eens in de Tweede Kamer geweest (op Prinsjesdag of op een andere dag). Daarbij is er een groot verschil tussen hoger en lager opgeleiden: van de panelleden met een universitaire opleiding is 43% er wel eens geweest, terwijl dat bij panelleden met een vmbo opleiding 14% is. De verwachting was dat men ook geïnteresseerd is in Prinsjesdag vanwege het feestelijk karakter en de pracht en praal waarmee het gepaard gaat. Dat blijkt maar ten dele het geval: 46% is helemaal niet geïnteresseerd in de kleding en de hoedjes en 27% let op het algemene feestelijke beeld en niet speciaal op de hoeden of jurk van koningin Máxima. Een andere traditie die bij Prinsjesdag hoort is het zingen van het Wilhelmus als de koning op het Binnenhof aankomt. Bijna alle panelleden (84%) kunnen in ieder geval het eerste couplet helemaal meezingen en 32% 6
kent ook nog het zesde couplet. Hier zien we dat vrouwen en protestanten het Wilhelmus vaker kennen: van degenen die zichzelf tot de PKN rekenen kent 61% het eerste en het zesde couplet, terwijl dit 22% is bij de rooms-katholieken en bij de helft van de bevolking die zichzelf niet tot een religie rekent. Kritisch op de inhoud van de troonrede In de troonrede werd dit jaar gesproken over voorzichtig herstel. Hoe geloofwaardig vindt men dat na een aantal jaren op rij economische achteruitgang? De helft kan hier wel in meegaan en daarbij zijn vooral de hoger opgeleiden veel positiever gestemd dan de anderen en is de groep tussen de 35 en 44 jaar het meest positief. Ouderen zijn juist opvallend negatief. Dit komt nog meer naar voren bij de vraag of men dit jaar meer, minder of evenveel heeft uitgegeven dan vorig jaar. Hierbij geven 65-plussers vaker aan dat zij minder hebben uitgegeven. In de toelichting geven de panelleden aan dat het pensioen hetzelfde blijft of minder wordt en dat alles wel duurder wordt. Panelleden die meer hebben uitgegeven hebben dat vaak gedaan om duurzame spullen aan te schaffen (bv. meubels of een auto), een extra aflossing op de hypotheek te doen, maar ook de eigen bijdrage voor de ziektekostenverzekering en het collegegeld van studerende kinderen wordt genoemd.
opgeleid. Jongeren lopen het minst warm voor de politiek en zodoende zien we ook onder studenten en scholieren weinig belangstelling. Naast het voorzichtige economische herstel waren de internationale ontwikkelingen ook een onderwerp in de troonrede. De meeste panelleden maken zich wel een beetje (58%) of veel (15%) zorgen om de veiligheid in Nederland naar aanleiding van de internationale spanningen. Hier maakt opleiding niet uit, wel maken vrouwen zich wat meer zorgen dan mannen en zien we dat degenen die zich tot de PKN of de RK kerk rekenen, en de kleine groep die zich tot de Islam rekent, zich meer zorgen maken.
Prinsjesdag leeft Prinsjesdag is een politieke traditie die leeft onder de Nederlandse bevolking: de meeste panelleden volgen het nieuws over de troonrede en voelen zich betrokken bij de politiek. Ouderen verwachten minder vaak dat het eind van de economische crisis ook voor hen persoonlijk in zicht komt. Hoewel onderzoeken laten zien dat ouderen een betere financiële positie hebben dan ooit, ervaren panelleden dat zelf anders. Zij gaan uit van de verwachting die zij voor hun pensionering hadden en vinden de resultaten nu tegenvallen. Jongeren, ook studenten en scholieren, lijken zich opvallend afzijdig te houden van de politiek. Zij zijn hier veel minder mee bezig dan ouderen en zijn ook minder vaak zelf in de Tweede Kamer geweest. De kloof tussen politiek en burger lijkt voor 65-plussers over de inhoud te gaan en voor jongeren over politieke interesse in brede zin.
De maatregelen die in de troonrede zijn aangekondigd raken de meeste mensen, en vooral in negatieve zin. Hierbij valt op dat panelleden met een lager inkomen iets vaker dan panelleden met een hoger inkomen denken dat zij er door de maatregelen op achteruit gaan. Een kwart van de bevolking is niet geïnteresseerd in politieke onderwerpen, maar de resterende drie kwart is tamelijk of zelfs zeer geïnteresseerd. De geïnteresseerden zijn vaker mannen, wonen vaker in stedelijk gebied en zijn hoger 7
Patiënteninformatie
Informatievoorziening rondom de patiënt De Raad voor de Volksgezondheid en Zorg (RVZ) is een onafhankelijk adviesorgaan voor de regering en voor het parlement. Hij zet zich in voor de volksgezondheid en voor de kwaliteit, de toegankelijkheid en doelmatigheid van de gezondheidszorg. Daarover brengt hij strategische beleidsadviezen uit. Die schrijft de Raad vanuit het perspectief van de burger.
Kern van het advies
Ten behoeve van kwaliteitsverbetering en vermindering van administratieve lasten moeten gegevens door zorgaanbieders eenmalig, uniform en gestandaardiseerd worden vastgelegd, geschikt voor hergebruik. Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) dient aan haar systeemverantwoordelijkheid invulling te geven door regie te voeren om de noodzakelijke veranderingen voor een informatievoorziening rondom de patiënt te realiseren. Dat is niet alleen in het belang van de patiënt, maar vooral ook voor zorgverlening, bestuur, beleid, uitvoering, onderzoek en toezicht, met als basis zoveel mogelijk ‘registratie aan de bron’.
Dit advies bepleit als toekomstperspectief dat de patiënt/ burger/verzekerde (verder patiënt genoemd) kan beschikken over al zijn gezondheidsgegevens, als hij dat kan en wil. In eerste instantie via internet door een muisklik op een knop op een website (naar analogie van Blue Button, een initiatief van de overheid in de VS), uiteindelijk in de vorm van een levenslang persoonlijk gezondheidsdossier (PGD).
Daarnaast bepleit dit advies dat niet-identificeerbare gezondheidsgegevens transparant dienen te zijn voor publieke doeleinden, zoals beleids-, uitvoerings- en onderzoeksdoeleinden. Bij het ontwerp van systemen die dit mogelijk maken, moet de privacy van patiënten centraal staan (Privacy by design), zodat deze gegarandeerd is.
In juli is een advies uitgebracht door de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, mede op basis van een vragenlijst die werd voorgelegd aan 2730 CentERpanelleden. 1925 (71%) hebben de vragenlijst volledig ingevuld.
Het PGD bevat (digitale) kopieën van bestaande (elektronische) medische dossiers van zorgaanbieders/zorgverleners (verder te noemen zorgaanbieders) en gegevens die de patiënt daar zelf aan toevoegt. Ten behoeve van de patiënt dient er voor het PGD in aanvulling op het medisch beroepsgeheim, dat voor zorgaanbieders geldt, een ‘patiëntgeheim’ te komen dat de patiënt beschermt tegen de oneigenlijke invloed van politie en opsporingsdiensten, schade- en levensverzekeraars, financiële 8
instellingen, ICT-bedrijven en andere, al dan niet commerciële partijen die macht kunnen uitoefenen om toegang te krijgen tot de inhoud van het PGD.
Welke problemen lost dit advies op? De RVZ constateert op dit moment de volgende problemen: • de patiënt heeft geen overzicht over zijn eigen gegevens bij zorgverleners; • de zorgaanbieder heeft geen compleet overzicht van de gegevens van de patiënt; • er zijn onvoldoende gegevens beschikbaar voor publieke doeleinden in de zorg, zoals beleids-, uitvoerings- en onderzoeksdoeleinden; • privacy lijkt tot nu toe nog vaak een struikelblok te zijn om
zorgaanbieder, met toestemming van de patiënt, over betere informatie beschikken waardoor de kwaliteit van de zorgverlening toeneemt. Ook van patiënten zonder PGD beschikken zorgaanbieders over betere informatie door ‘registratie aan de bron’. Bovendien ondersteunt het PGD partnership tussen patiënt en zorgaanbieder. De informatieoverdracht tussen zorgaanbieders verbetert.
Wat zijn de gevolgen voor zorgverzekeraars? Door betere kwaliteitsinformatie kunnen zorgverzekeraars betere zorg inkopen. niet tot het individu te herleiden gezondheidsgegevens beschikbaar te stellen voor publieke doeleinden in de zorg; • bij informatie-overdracht tussen zorgaanbieders is vaak sprake van dubbele gegevensverstrekking; • er is onvoldoende interoperabiliteit tussen zorg informatiesystemen en onvoldoende bereidheid om wel aanwezige informatie met elkaar te delen.
Wat zijn de gevolgen voor de patiënt? Door het PGD kan de patiënt altijd en overal over zijn gezondheidsgegevens beschikken, waardoor hij meer partner in zijn zorg/behandeling wordt en de kwaliteit en betaalbaarheid van de aan hem verleende zorg toeneemt als gevolg van een betere informatievoorziening. Verder nemen zijn keuzemogelijkheden en bewustwording over zijn gezondheid toe.
Wat zijn de gevolgen voor de overheid? De overheid krijgt de beschikking over betere –niet tot het individu te herleiden– stuurinformatie. De overheid (VWS) moet in het kader van haar systeemverantwoordelijkheid de regie nemen om het voorgaande te verwezenlijken. Het Kwaliteitsinstituut moet proactief gaan handelen op tempo, inhoud en tot stand komen van de professionele standaarden, meetinstrumenten en registraties voor de kwaliteit van zorg. Met de decentralisatie van zorgtaken krijgen gemeenten van begin af aan de kans de informatievoorziening rondom de patiënt op te bouwen.
Wilt het hele rapport lezen? U kunt dit vinden op de website van de RVZ: http://www.rvz.net/uploads/docs/Advies_Patienteninformatie.pdf
Wat zijn de gevolgen voor zorgaanbieders? Door eenmalige, uniforme, gestandaardiseerde vastlegging aan de bron en meervoudig hergebruik neemt de administratieve lastendruk uiteindelijk af. De kwaliteit van de klinische registraties neemt toe. Door het PGD kan de 9
Evaluatie CentER panel 2014 .
In het CentERpanel is een vragenlijst afgenomen met als doel het evalueren van o.a. de vragenlijsten en de helpdesk van CentERdata. De vragenlijst is in augustus voorgelegd aan in totaal 2555 panelleden van 16 jaar en ouder. Uiteindelijk hebben 1748 panelleden de vragenlijst volledig ingevuld. Een respons van 52,6%.
De vragenlijsten De meeste mensen vinden actualiteitenvragenlijsten het leukst en interessantst om in te vullen. Vragenlijsten met een economische inslag worden over het algemeen het vervelendst gevonden, gevolgd door vragenlijsten met een wetenschappelijk experiment.
Vervelend • Panelleden jonger dan 24 jaar vinden vaker vragenlijsten waarin de actualiteit centraal staat het vervelendst om in te vullen • Panelleden van 65 jaar en ouder vinden wetenschappelijke experimenten vaker het vervelendst om in te vullen dan jongere panelleden • Panelleden tussen de 25 en 44 jaar vinden vragenlijsten met een economische inslag vaker het vervelendst om in te vullen • Hoger opgeleiden vinden vragenlijsten over sociale thema’s vaker het vervelendst om in te vullen • Mannen vinden vragenlijsten met sociale thema’s vaker vervelend om in te vullen • Vrouwen vinden vragenlijsten met economische thema’s vaker vervelend om in te vullen
Welk soort vragenlijsten vindt u het ___________ om in te vullen? vragenlijsten:
waarin de actualiteit centraal staat
vragenlijsten met een economische inslag
over sociale thema’s
met wetenschappelijke experimenten
leukst
51,3%
6,2%
28,4%
14,1%
interessantst
37,7%
10,5%
26,5%
25,3%
vervelendst
4,2%
51,8%
12,6%
31,4%
Leuk • Panelleden van 65 jaar en ouder vinden actualiteitenvragenlijsten vaker leuk dan jongeren onder de 35 jaar • Jongeren onder de 35 jaar geven vaker dan panelleden van 65 jaar en ouder aan vragenlijsten met een sociaal thema leuk te vinden • Panelleden van 65 jaar en ouder vinden vragenlijsten met een economische inslag vaker leuk • 25 t/m 34-jarigen geven vaker aan wetenschappelijke experimenten leuk te vinden dan panelleden van 65 jaar en ouder • Hogeropgeleiden vinden wetenschappelijke experimenten vaker leuk • Mannen geven vaker aan vragenlijsten over actualiteiten en vragenlijsten met een economische inslag leuk te vinden • Vrouwen geven vaker aan vragenlijsten over sociale thema’s leuk te vinden Interessant • Panelleden van 65 jaar en ouder vinden vaker actualiteitenvragenlijsten en vragenlijsten met een economische inslag interessant • Panelleden tussen de 25 en 44 jaar vinden vaker wetenschappelijke experimenten interessant • Lager opgeleiden vinden vaker actualiteitenvragenlijsten interessant • Mannen vinden vragenlijsten met een economische inslag interessanter • Vrouwen vinden vragenlijsten over sociale thema’s interessanter
10
De meeste panelleden vinden de vragen niet erg ingewikkeld. Ook hebben ze weinig moeite met het bedienen van de toetsen om de vragen te beantwoorden. Iets meer dan de helft van de panelleden heeft een hekel aan informatie opzoeken om de vragen te kunnen beantwoorden. Panelleden ouder dan 65 jaar vinden de vragen vaker ingewikkeld. Hetzelfde geldt voor lager opgeleiden, zij moeten ook vaker lang nadenken over de antwoorden. Bij de meeste panelleden (62%) is er niet echt een specifieke vragenlijst bijgebleven. Wanneer panelleden aangeven dat er wel vragenlijsten zijn bijgebleven, zijn dit de financiële vragenlijsten (over inkomen/werk/pensioenen (19%)), de vragenlijsten over gezondheid en zorg (13,4%), en de vragenlijsten over voedsel zoals die over tomaten en de bio-industrie (11,9%). Uitspraken over vragenlijsten mee eens
niet mee eens of oneens
mee oneens
Ik vind de vragen vaak erg ingewikkeld
7,3%
20,4%
72,3%
Ik heb moeite met het bedienen van de toetsen die moeten worden gebruikt om te antwoorden
3,8%
5%
91,2%
56,2%
22,4%
21,3%
6,5%
28,1%
65,5%
Ik heb er een hekel aan als ik informatie moet opzoeken om de vragen te kunnen beantwoorden Ik moet vaak lang nadenken over de antwoorden
Panelleden geven aan gemiddeld 17,8 minuten per week te besteden aan het invullen van de vragenlijsten. Iets meer dan veertien procent vindt de vragenlijsten vaak lang. 81,4% geeft aan dat de vragenlijsten afwisselend lang en kort zijn.
11
Wat vindt u van de lengte van de vragenlijsten? % De meeste vragenlijsten zijn erg lang
2,8
Een groot percentage van de panelleden geeft aan dagelijks gebruik te maken van het internet (buiten het invullen van de vragenlijsten). Maakt u weleens gebruik van internet (anders dan voor het invullen van vragenlijsten)?
Meer dan de helft van de vragenlijsten is erg lang
11,6
De vragenlijsten zijn afwisselend lang en kort
81,4
Meer dan de helft van de vragenlijsten is kort
3,9
Nee, bijna nooit
5,7
De meeste vragenlijsten zijn erg kort
0,3
Ja, ongeveer 1 keer per jaar
0,6
Ja, een paar keer per jaar
1,1
Ja, ongeveer 1 keer per maand
0,6
Ja, ongeveer 1 keer per week
3,1
totaal
100
Rapportcijfer vragenlijsten De panelleden geven de vragenlijsten van CentERdata gemiddeld een 7,6 als rapportcijfer.
%
Ja, een paar keer per week
18,2
Ja, 7 dagen per week
De apparatuur/het internet De meeste panelleden (79,3%) vullen de vragenlijsten in op de PC of op de laptop. Opvallend is dat vooral panelleden van 65 jaar en ouder aangaven een desktop PC te gebruiken voor het invullen van de vragenlijsten. Panelleden tussen de 25 en 44 jaar gaven vaker aan een tablet te gebruiken. Maakte u het laatste half jaar voor het invullen van de vragenlijsten meestal gebruik van een computer/laptop, een simPC, of een ander apparaat? % Desktop computer
41,8
Laptop
37,5
simPC
1,4
Tablet
16,7
Smartphone
2,3
Anders
0,3 totaal
12
100
70,6 totaal
100
Vergoeding De meeste panelleden vinden de financiële vergoeding die ze krijgen voor het invullen van de vragenlijsten precies goed (72%). 92,9% vindt het precies goed dat de uitbetaling een keer per kwartaal gebeurt. Vindt u in het algemeen de (financiële) vergoeding voor het invullen van de vragenlijsten te laag, precies goed, of te hoog? % Te laag
27,8
Een g root p e van d e pan rcentage ellede aan d n ageli jks ge geeft make bruik nv te (buite an het int ernet n het de vra invullen v a genli jsten) n .
Wat vindt u van de periode (een keer per kwartaal) waarop de uitbetaling van de vergoeding plaatsvindt? % Te lange periode tussen de uitbetalingen
3,8
Precies goed
92,9
Te korte periode tussen de uitbetalingen
3,3 totaal
100
Contact tussen panelleden en panelbeheer Als panellid kunt u op verschillende manieren contact opnemen met de helpdesk van CentERdata. Dit kan door een opmerking te plaatsen via het hoofdscherm op de vragenlijstpagina, via e-mail of per telefoon. Het merendeel van de panelleden (97,7%) heeft het laatste halfjaar de helpdesk niet gebeld. Van de panelleden die wel gebeld hebben, geeft 54,3% aan dit gedurende werkdagen te doen. 28,6% neemt contact op tijdens het weekeinde, en 17,1% geeft aan dit in het weekeinde én op werkdagen te doen. Degenen die de helpdesk bellen, doet dit vanwege technische problemen met de computer of internetverbinding (42,5%), omdat ze hun inloggegevens kwijt zijn (7,5%), om door te geven dat iemand in zijn/haar huishouden niet meer meedoet (12,5%), omdat hij/zij de vraag niet begreep (7,5%), om door te geven wanneer hij/zij geen vragenlijsten in kan vullen (7,5%), of omdat ze tijdens het invullen van een vragenlijst niet verder kunnen (30%). In 75% van de gevallen worden de panelleden direct geholpen, 27,5% wordt teruggebeld, 10% kreeg geen gehoor en 5% geeft aan niet te zijn geholpen. Zo’n 95% van de panelleden die wel eens gebeld heeft, geeft aan dat ze vriendelijk te woord zijn gestaan door de helpdesk medewerkers. Bent u het eens of oneens met onderstaande uitspraken over de helpdesk van CentERdata? 1 = beslist wel, 5 = beslist niet 1
2
3
Precies goed
72
Medewerkers van de helpdesk staan mij vriendelijk te woord
65
30
2,5
0
2,5
100
Te hoog
0,2
Problemen of vragen worden snel opgelost en/of beantwoord
50
40
5
2,5
2,5
100
De oplossing van problemen of het antwoord op vragen is over het algemeen goed
52,5
40
2,5
2,5
2,5
100
De helpdesk is goed bereikbaar
47,5
40
7,5
2,5
2,5
100
totaal
100
4
5
Totaal %
13
Op welke manier wordt u het liefst herinnerd om de vragenlijsten in te vullen?
Over het algemeen zijn de panelleden tevreden met de helpdesk van CentERdata. Dit blijkt ook uit het rapportcijfer dat de helpdesk krijgt: een 8,5
%
Panelleden maken meer gebruik van de knop “opmerking maken” dan van de telefonische helpdesk. 14,7% van de panelleden geeft aan dit te hebben gedaan. Panelleden maakten vooral gebruik van de knop om door te geven wanneer men geen vragenlijst in kon vullen (42,5%).
Telefonisch
1,6
Via een kaartje
2,6
Via een brief Waarvoor hebt u de knop ‘Stuur bericht aan panelbeheer’ gebruikt? % Om door te geven wanneer ik geen vragenlijsten kon invullen
0,6
Via e-mai
88,1
Ik hoef niet herinnerd te worden om de vragenlijsten in te vullen
13,2
42,5
Omdat er technische problemen waren met mijn computer of simPC
9,6
Omdat ik tijdens het invullen van een vragenlijst niet verder kon
Wat vindt u van het panelblad De CentERpanel?
16,9
%
Omdat ik een vraag uit een vragenlijst niet begreep
5,7
Ik lees de CentERpanel bijna helemaal en vind het leuk om op die manier op de hoogte te worden gehouden
Om een verhuizing door te geven of een gewijzigd e-mailadres
10
Ik lees de CentERpanel maar half, ik blader er doorheen
Om een vraag te stellen over een vergoeding
6,1
Ik lees de CentERpanel nooit
Om door te geven dat een lid van het huishouden uit huis is
8,8
Ergens anders voor
28
42,3 43 14,7 Totaal
100
Waar zou u meer over willen lezen in De CentERpanel? Wat vindt u van de uitnodigingse-mail?
% %
Meer algemene informatie voor panelleden
37,5 72,2
Ik hoef niet zo nodig via een e-mail herinnerd te worden dat ik de vragenlijsten kan invullen
12,1
Meer onderzoeksresultaten
Ik vind het prettig om via een e-mail eraan herinnerd te worden dat ik de vragenlijsten kan invullen
82,2
Andere onderwerpen
Ik heb nog nooit zo’n e-mail gehad
6,9
5,6 Totaal
100
Wat vindt u van de herinneringse-mail?
Wanneer panelleden langer dan 2 weken geen vragenlijst hebben ingevuld sturen wij een herinneringskaartje. 10,3% geeft aan wel eens zo’n kaartje ontvangen te hebben, 80,8% hiervan vindt dit een prettige manier om herinnerd te worden.
Wat vindt u van de website www.centerpanel.nl? % Ik vind wat ik zoek op de website Ik heb de website nog nooit bezocht Ik mis informatie op de website
9,6 40,5 0,2
Ik wist niet dat deze website er was
49,7
Totaal
100
Ongeveer de helft van de panelleden wist niet dat er een website voor panelleden is en 40,5% heeft de website nog nooit bezocht. We nodigen u graag uit om er eens een kijkje op te nemen! 14
15
www.centerdata.nl Antwoordnummer 60685, 5000 WB Tilburg T: 0800 023 1415, E:
[email protected]
16