CentERpanel jaargang 21, nummer 1 - 2011 Nederland leert Wat doen we als we ons schuldig voelen? Verveling Het vrijgevallen spaarloon Website voor panelleden Cookies op uw computer
Instituut voor dataverzameling en onderzoek
Nederland leert Formeel leren Uit de resultaten van de laatste vragenlijst komt naar voren dat 53% van de werkenden in de afgelopen twee jaar één of meer cursussen gevolgd heeft. Bij de niet-werkenden is dat 20%. Beide percentages zijn nauwelijks veranderd sinds de eerste peiling in 2004. Dat 47% van de werkenden in de afgelopen twee jaar geen cursus heeft gevolgd, betekent niet dat ze nooit in hun kennis en vaardigheden investeren: ruim een kwart (26%) heeft langer dan twee jaar geleden een cursus gevolgd. Toch blijft er een aanzienlijke groep werkenden– 1 op de 5–die nog nooit aan een cursus of training heeft deelgenomen. Wel valt er een interessante verschuiving in de cursusdeelname naar leeftijd te constateren: In 2010 is de cursusdeelname in de leeftijdsgroep 16-35 jaar lager dan in 2004, maar daar staat tegenover dat de cursusdeelname onder 50-plussers juist hoger is geworden. Oudere werknemers lijken hiermee steeds vaker in hun kennis te investeren om langer actief te kunnen blijven op de arbeidsmarkt. Deelname aan cursus en training door werkenden
2
Informeel leren De omvang van informeel leren wordt in de vragenlijst vastgesteld aan de hand van de vraag hoeveel procent van de werktijd wordt besteed aan taken waarvan men kan leren. Het percentage van de werktijd dat werknemers besteden aan activiteiten waarvan zij kunnen leren is tussen 2004 en 2007 afgenomen, en deze afname heeft zich tussen 2007 en 2010 doorgezet: Werknemers spenderen in 2010 ongeveer 28% van de werktijd aan taken waarvan zij kunnen leren. Informeel leren: ontwikkeling tussen 2004 en 2010 in percentage van de werktijd die men spendeert aan activiteiten waarvan men kan leren onder werkenden.
35
Informeel leren
Voor de derde keer is in oktober 2010 in het CentERpanel de ROA Levenslang Leren Enquête afgenomen in opdracht van het Research Centrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) van de Universiteit Maastricht. Eerder werden de vragenlijsten in 2004 en 2007 afgenomen. Het doel van de vragenlijst is om leeractiviteiten in Nederland te monitoren. Het gaat hierbij zowel om het volgen van cursussen of trainingen als informele leeractiviteiten (het leren door te doen).
30
25
20
2004
2007
2010
Ja, in de afgelopen 2 jaar
55%
52%
53%
Ja, langer dan 2 jaar geleden
22%
23%
26%
Nooit aan cursus of training deelgenomen
23%
25%
21%
2004
2007
2010
Jaar
door Didier Fouarge - ROA, Universiteit Maastricht
3
Wat doen we als we ons schuldig voelen? Als onderdeel van een afstudeerproject beantwoordden1096 CentERpanelleden van 16 jaar en ouder een vragenlijst over schuld. Een deel van de respondenten las een verhaaltje waarin ze zich voorstelden dat zij iets deden tegenover iemand waarover ze zich schuldig voelden of ter controle een verhaaltje waarin er niks aan de hand was (zodat mensen die zich schuldig voelden vergeleken konden worden met mensen in “normale” toestand). Een andere groep dacht terug aan een schuldervaring tegenover iemand en schreef deze op. Beide groepen beantwoordden daarna vragen over hoe ze zich zouden gedragen of daadwerkelijk hadden gedragen naar aanleiding van hun schuldgevoel. De centrale vraag van de onderzoekers was dan ook op wat voor manieren mensen reageren als ze zich schuldig voelen. Bijvoorbeeld, maken mensen het goed met “het slachtoffer”, gaan ze goedpraten wat ze deden, of laten ze het misschien via andere mensen goedmaken? En kan het zo zijn dat mensen die gefocust zijn op het goedmaken met het slachtoffer daarbij anderen om zich heen benadelen?
4
Eerder onderzoek naar schuld heeft aangetoond dat de emotie tot sociale, positieve gedragingen tegenover het slachtoffer leidt, ondanks dat een schuldervaring niet prettig voelt. Zo rapporteert traditioneel onderzoek naar schuld vaak dat mensen het goedmaken met het slachtoffer door bijvoorbeeld een cadeautje te kopen of excuses aan te bieden. In de wetenschappelijke literatuur is schuld dan ook beschreven als een morele emotie, die mensen aanzet tot “goed” gedrag en bijdraagt aan het welzijn van de samenleving. De onderzoekers betwisten dan ook niet dat schuld positieve effecten kan hebben. Wel denken zij dat de huidige literatuur een te beperkt beeld geeft van de reacties op schuld en dat sommige reacties minder direct “sociaal” te noemen zijn dan eerder gedacht werd. De resultaten van het onderzoek toonden aan dat naast de vaak gerapporteerde goedmaakreactie, mensen zich ook best kunnen voorstellen dat ze hun daad zouden goedpraten, het via andere mensen zouden goedmaken en dat ze door hun focus op het goedmaken met het slachtoffer andere mensen om zich heen zouden benadelen. Van de respondenten die zelf een schuldervaring herinnerden en rapporteerden hoe zij zich daadwerkelijk hadden gedragen in die situatie, gaf de grootste groep aan hun daad te hebben goedgepraat ( “het slachtoffer verdiende wat ik deed”). Dit is een erg verrassend resultaat: bij eerder onderzoek werd meestal het goedmaken als reactie belicht. Mogelijkerwijs is het resultaat nu anders omdat vorig onderzoek zich richtte op sociale effecten van schuld (vanuit het morele perspectief ), en allerlei andere reacties buiten beschouwing liet. Bovendien bestonden bij eerdere onderzoeken de respondenten vooral uit studenten, terwijl het huidige onderzoek zich richt op respondenten van verschillende achtergronden en leeftijden.
Na de meest voorkomende goedpraatreactie, waarvan maar 6% aangaf het helemaal niet goedgepraat te hebben (en dus maar liefst 94% toegaf hun daad tot op zekere hoogte te hebben goedgepraat), gaf de grootste groep aan het goedgemaakt te hebben met het slachtoffer (20% had het helemaal niet goedgemaakt). Daarna volgde het benadelen van anderen in de omgeving: 31% had dat helemaal niet gedaan, dus maar liefst 69% van de mensen had tot op zekere hoogte wel degelijk anderen om zich heen benadeeld vanwege de focus op het slachtoffer. Bij het benadelen van anderen kun je denken aan het hebben van minder tijd voor diegenen of het afzeggen van afspraken, omdat je het slachtoffer voor laat gaan.
cessen, zoals in de opvoeding en het onderwijs. Het huidige onderzoek biedt een breder perspectief op schuld door te laten zien dat er een aantal schuldreacties is naast de traditioneel gerapporteerde goedmaakreactie en dat deze meer destructief kunnen zijn dan eerder verondersteld werd. door Suzan Elshout - CentERdata
Een ander interessant resultaat was dat de grootste groep respondenten aangaf dat hun reactie helemaal geen moeite had gekost. Dit past bij het gegeven dat “goedpraten” de meest voorkomende reactie was, want jezelf vertellen dat het niet zo erg was wat je deed kost minder moeite dan het actief en persoonlijk goedmaken met iemand. Hierbij moet vermeld worden dat hoe minder moeite de reactie had gekost, hoe minder respondenten aangaven dat ze waren vergeven door het slachtoffer. In dit opzicht bestaat er dus een trade-off : Mensen willen het liefst zo min mogelijk moeite doen, maar hoe minder moeite de reactie kost, hoe minder waarschijnlijk het is dat ze zullen worden vergeven. De onderzoekers beargumenteren dat hun bevindingen op gespannen voet staan met de huidige toebedeelde sociale en morele rol van schuld in de samenleving. Het onderzoek toont aan dat reacties op schuldgevoelens niet beperkt zijn tot het sociale domein. Het is belangrijk om de brede waaier van reacties op schuldgevoelens verder te onderzoeken, zeker vanwege de belangrijke rol die schuld heeft in socialisatiepro5
Verveling Bijna alle panelleden maken het wel eens mee, een moment van verveling. Vaak gaat verveling gepaard met negatieve gevoelens. De meerderheid van de ondervraagde panelleden voelt zich op deze momenten dan ook onrustig (31%), lui (22%), lusteloos (18%) of nutteloos (17%). Toch zijn er ook panelleden die positiever zijn over het fenomeen verveling, 1 op de 7 panelleden voelt zich tijdens deze momenten juist ontspannen. Dit blijkt uit de resultaten van een vragenlijst die in januari van dit jaar is ingevuld door 1614 panelleden van 16 jaar en ouder. Momenten van verveling Een van de momenten waarop u zich kunt vervelen is tijdens het werk. Tegenwoordig kent men in het bedrijfsleven zelfs een vervelingziekte, een zogenaamde bore-out. Een bore-out wordt meestal veroorzaakt door routinematig werk, of werk onder het niveau van een werknemer. Gelukkig blijkt dit verschijnsel, zoals te zien is in de onderstaande cirkeldiagram, niet te gelden voor de panelleden van
het CentERpanel. Van de werkende panelleden geeft 1 op de 3 aan zich af en toe te vervelen tijdens het werk. Slechts 1% verveelt zich zeer vaak. Wachten op de bus, trein of in de rij bij de supermarkt veroorzaakt de meeste verveling. 1 op de 4 panelleden geeft aan zich in deze situaties regelmatig te vervelen, 1 op de 10 zelfs zeer vaak. Opmerkelijk is dat een ruime meerderheid (78%) van de panelleden aangeeft zich wel eens te vervelen tijdens feestjes. Ook familiebijeenkomsten zorgen volgens 67% voor verveling. Over de vakantie zijn de panelleden duidelijk positiever gestemd. Maar liefst 63% zegt zich op vakantie helemaal nooit te vervelen. Dag en seizoen De panelleden is gevraagd of ze zich op een bepaalde dag in de week vaker vervelen dan op andere dagen. Een klein deel van het panel (10%) geeft aan dat dit het geval is. Voor deze panelleden geldt zondag als de dag waarop zij zich het vaakst vervelen. Voor 1 op de 5 panelleden is verveling ook afhankelijk van het seizoen. Een duidelijke meerderheid (88%) verveelt zich het vaakst in de winter.
tussen mannen en vrouwen is het grootst bij de activiteit ‘vrienden opbellen’. Van onze vrouwelijke panelleden geeft 12% aan dit wel eens te doen bij verveling, bij de mannen is dit echter maar 3%. Spelletjes spelen, gamen of puzzelen Op de bank hangen Blokje om Vrienden opbellen Tv kijken Niets
vrouw
man
Kinderen In januari van dit jaar is de vragenlijst over verveling ook voorgelegd aan onze panelleden onder de 16 jaar. 249 kinderen vulden de vragenlijst in. Uit de resultaten van het onderzoek wordt duidelijk dat de kinderen alles aanpakken om zich maar niet te hoeven vervelen. Dit blijkt ook nodig, want slechts 4% verveelt zich helemaal nooit. Spelletjes spelen, gamen of puzzelen (51%), televisie kijken (49%), op de bank hangen (26%) en een vriend of vriendin opbellen (24%) zijn populaire activiteiten. Computeren wordt veelvuldig genoemd als extra activiteit. Wat gaan kinderen doen bij verveling? 51%
49%
Zeer vaak Regelmatig Af en toe Helemaal nooit
6
Wat gaat u doen bij verveling Wanneer u te maken krijgt met een moment van verveling zijn er verschillende activiteiten die u kunt gaan ondernemen. Televisie kijken (39%), maar ook spelletjes spelen, gamen of puzzelen (29%) zijn populair onder onze panelleden. De animo voor deze activiteiten is verschillend voor mannen en vrouwen. Mannen kijken net wat vaker naar de televisie, terwijl vrouwen liever een spelletje spelen of puzzelen. Het verschil
24%
26%
Vrienden opbellen
Op de bank hangen
22%
4% Niets
Televisie kijken
Spelletjes spelen, gamen of puzzelen
Iets anders
De kinderen zijn niet eensgezind over de dag waarop ze zich het meest vervelen. Alle dagen van de week zijn in het lijstje vertegenwoordigd, al springen de zondag (34%) en maandag (23%) er het meeste uit. Ook in de momenten van verveling is een aantal opvallende verschillen vastgesteld. Waar de volwassen aangeven zich maar af en toe te vervelen op het werk, geeft 79% van de kinderen aan zich op school tijdens de les wel eens te vervelen. Tijdens de pauze is dit echter nog maar 40%. Kinderen vervelen zich wel beduidend minder op feestjes, slechts 1 op de 3 geeft aan zich dan wel eens te vervelen. Wachten op de bus of trein blijkt ook bij de kinderen een grote veroorzaker van verveling. Stellingen Ter afsluiting van de vragenlijst is er een aantal stellingen aan de panelleden voorgelegd. Ook hier zijn opmerkelijke verschillen geconstateerd tussen de volwassenen en kinderen. De stelling ‘kinderen vervelen zich vaker dan volwassenen’ wordt door 52% van de kinderen met “eens” beantwoord. Bij de volwassenen zijn de meningen hier echter sterk over verdeeld. Ook de stelling ‘mannen (jongens) vervelen zich vaker dan vrouwen (meisjes)’ kent eenzelfde uitkomst. Kinderen zijn het duidelijk niet eens met deze stelling (58%), terwijl de meningen van de volwassenen hierover wederom verdeeld zijn. Het hebben van gezelschap blijkt bij de kinderen van invloed op de mate van verveling. De stelling ‘je verveelt je eerder in je eentje dan in gezelschap van anderen’ wordt door een meerderheid (77%) met “waar” beantwoord. Bij de volwassenen is dit minder van invloed. 33% beantwoordt deze stelling met “eens”, 26% met “oneens”. Gelukkig blijken de volwassenen en kinderen het op bepaalde punten toch met elkaar eens. Beide groepen zijn namelijk van mening dat je vervelen toch niet altijd zo erg is. door Lisanne Stoop - CentERdata
77
Het vrijgevallen spaarloon In september 2010 is het spaarloon, gespaard tussen 2006 en 2010, vrijgegeven. Maar wordt dit spaarloon (zo’n vier miljard euro) ook daadwerkelijk gebruikt en wordt zo de economie gestimuleerd, zoals het kabinet beoogde? Om dit te onderzoeken is in oktober een vragenlijst over het spaarloon aan u voorgelegd. In totaal hebben 1527 personen tussen de 20 en 70 jaar de vragenlijst ingevuld. Met een spaarloonregeling kunnen werknemers belastingvrij een deel van hun brutoloon sparen. Hiervoor geldt een maximaal belastingvrij bedrag van 613 euro per jaar. Normaal gesproken staat het spaarloon minimaal 4 jaar op een geblokkeerde spaarrekening. Tijdens deze periode kunnen werknemers in principe niet beschikken over de gespaarde bedragen. Het is wel toegestaan om het geld eerder van de rekening te halen voor de aankoop van een eigen woning, de financiering van een studie of een lijfrente, de start van een eigen onderneming, onbetaald verlof en kosten van kinderopvang, zonder dat er belasting over hoeft te worden betaald. Ongeveer een derde van de respondenten (525) respondenten heeft spaarloon opgebouwd. De vragenlijst richtte zich vervolgens op die respondenten. 38 procent van de respondenten die spaarloon hebben opgebouwd heeft dit bedrag in zijn geheel opgenomen (of is dit nog van plan), 3 procent neemt het bedrag deels op, 46 procent neemt het niet op, en 12 procent heeft het indirect al opgenomen via een lijfrente, hypotheek of een ander bestedingsdoel waarmee het spaarloon voortijdig opgenomen mag worden. De overige 1% weet nog niet wat ze gaat doen. Van de 241 respondenten die het vrijgekomen spaarloon niet opnemen (direct of indirect), zegt 83 procent dit niet te doen 88
omdat ze het geld niet nodig hebben. 31 procent van de respondenten geeft aan dat (ook) de (momenteel lage) rente en/of de vermogensrendementsheffing een reden is om het spaarloon niet op te nemen. Wat doen degenen die het spaarloon wel opnemen? Zetten zij het geld op een spaarrekening of besteden zij dit zodat de economie gestimuleerd wordt? En komen de extra uitgaven ten goede aan de binnenlandse consumptie of wordt het vrijgekomen spaargeld in het buitenland besteed (bijvoorbeeld op vakantie)?
ongeveer 16 procent van het vrijgekomen spaarloon geconsumeerd. Dit komt nagenoeg overeen met wat het Centraal Planbureau had becijferd: 15%. Vooral 55-plussers nemen relatief vaker het vrijgevallen spaarloon op. Het vrijgevallen bedrag wordt ook vaker opgenomen in sterk verstedelijkte gebieden, en door huishoudens met een relatief laag netto huishoudinkomen (lager dan € 2400 netto per maand). Huishoudens zonder kinderen nemen relatief minder vaak het vrijgevallen spaarloon op. door Hendri Adriaens, Marike Knoef, Jan Nelissen
De 215 personen die het spaarloon geheel of gedeeltelijk opnemen hebben in totaal 237 bestemmingen voor het geld aangegeven. (Men kon maximaal drie bestemmingen aanvinken.) De meest genoemde bestemmingen zijn echter: sparen of beleggen (53%), woning (18%), schuld aflossen (11%), huishouden (8%), auto (7%), elektronica (5%). Hoewel het vrijgekomen spaarloon gebruiken om een schuld af te lossen niet direct bijdraagt aan de stimulering van de economie, kan dit in de toekomst wel dat effect hebben. Immers, deze personen hoeven later minder geld uit te geven aan rente en aflossing van de schuld. 42 procent van de personen die het spaarloon (gedeeltelijk) opnemen, consumeert het geld (de bestemming “vakantie in het buitenland” wordt daarbij niet vaak genoemd). In veel gevallen wordt het spaarloon aan de woning besteed (keuken, meubels, onderhoudswerkzaamheden of een verbouwing). Daarnaast gaat het spaarloon ook relatief vaak op aan ‘gewone’ huishouduitgaven, of elektronica. In totaal wordt
Website voor panelleden Sinds het begin van dit jaar heeft het CentERpanel een eigen website:
http://www.centerpanel.nl/ Hier vindt u meer informatie over het CentERpanel (veelgestelde vragen, openingstijden van de helpdesk, hoe wij omgaan met uw privacy, achtergrondinformatie over onderzoek, enz.). Ook vindt u er een kopie van De CentERpanel zoals die nu hier voor u ligt. Neemt u eens een kijkje. We zijn benieuwd wat u ervan vindt! Reakties zijn welkom. 9
Cookies op uw computer E. r is bijna geen internetpagina meer te vinden die er geen gebruik van maakt: cookies. Maar wat zijn cookies nu eigenlijk? Waar komen ze vandaan en wat doen ze op uw computer? Vormen ze een gevaar voor uw computer? En misschien nog wel de meest interessante vraag: Wat hebt u er eigenlijk aan? Op deze vragen geven wij u hier een antwoord. We leggen eerst uit wat cookies nu precies zijn. Wat zijn cookies? Een cookie is een klein tekstbestandje dat door een website die u bezoekt op uw computer wordt geplaatst. In een cookie wordt–afhankelijk van de website die u bezoekt–informatie opgeslagen. Een volgende keer dat u de website bezoekt ‘ziet’ de website dat er eerder een cookie is geplaatst. De website leest de informatie uit dit cookie zodat u deze informatie niet elke keer opnieuw hoeft in te typen. Zo maakt de inlogpagina van CentERdata ook gebruik van een cookie. Nadat u uw huishoudnummer en wachtwoord hebt ingevuld en op de knop ‘Inloggen’ hebt geklikt, wordt er door onze website een cookie op uw computer geplaatst. In dit cookie zijn uw inloggegevens opgeslagen zodat u bij een volgend bezoek aan de vragenlijstpagina direct bij uw vragenlijsten komt zonder dat u elke keer uw huishoudnummer en wachtwoord hoeft in te typen.
vullen, deze worden door de website uit het cookie gehaald en voor u ingevuld. Een standaard cookie blijft op uw computer staan en blijft bruikbaar zolang dit niet wordt verwijderd. De vragenlijstpagina van CentERdata maakt gebruik van dit type cookie (een zogenaamd inlogcookie). Sessie cookie: Een sessie cookie is alleen geldig voor een bepaalde tijd of zolang u de betreffende website aan het bezoeken bent. Met andere woorden, als u uw browser afsluit (bv. Firefox, Internet Explorer) of als u de website enige tijd niet hebt bezocht, wordt het cookie ongeldig en kan het niet meer gebruikt worden: de sessie is verlopen. Bij een nieuw bezoek aan de website zal er een nieuw sessie-cookie worden geplaatst. Zo maken bijvoorbeeld banken gebruik van sessie cookies wanneer u aan het internetbankieren bent. Third-party cookie: Een cookie dat op uw computer wordt geplaatst door de website die u bezoekt is een zogenaamd ‘first-party’ cookie. Het komt echter ook voor dat er door een derde partij een cookie op uw computer wordt geplaatst, een ‘third-party’ cookie. Dit type cookie wordt vaak gebruikt door adverteerders en dus voornamelijk gebruikt voor commerciële doeleinden. CentERdata maakt géén gebruik van dit type cookie. Het werkt bijvoorbeeld zo:
Verschillende smaken…. Er bestaan verschillende soorten cookies. De meest voorkomende cookies zijn: Standaard cookie: Dit is een cookie waarin bijvoorbeeld inloggegevens worden opgeslagen of gegevens die u eerder in een formulier op internet hebt ingevuld. De volgende keer dat u de website bezoekt hoeft u de gegevens niet opnieuw in te 10
U bezoekt de website www.voorbeeld1.nl waar een cookie wordt geplaatst door de website www.adverteerder-X.nl . Vervolgens bezoekt u de website www.voorbeeld2.nl waar ook een cookie wordt geplaatst door www.adverteerder-X.nl. Als u na verloop van tijd de website van www.adverteerder-X .nl bezoekt dan kan deze adverteerder aan de eerder geplaatste cookies zien waarin u geïnteresseerd bent en relevante aanbiedingen
aan u doen. Met andere woorden: Als uit de third-party cookies blijkt dat u op andere websites op zoek was naar spannende boeken, dan kan de adverteerder bij een bezoek aan zijn website u aanbiedingen doen van spannende boeken. Zijn cookies gevaarlijk voor uw computer? Nee, cookies zijn niet gevaarlijk voor uw computer. In tegenstelling tot wat wel eens wordt gedacht is een cookie geen virus en kan het geen schade aanbrengen aan uw computer.
Mocht u naar aanleiding van dit stuk vragen hebben over hoe CentERdata met cookies omgaat, neemt u dan contact op met de helpdesk van CentERdata. Als u meer wilt weten over cookies in het algemeen, zoekt u dan eens op internet naar ‘cookies’. U zult zien dat er een schat van informatie beschikbaar is.
Zijn cookies te verwijderen of te blokkeren? U kunt op elk moment dat u dat wilt cookies van uw computer verwijderen. Houdt u er echter rekening mee dat als u cookies verwijdert u ook cookies verwijdert die wellicht handig zijn in het dagelijks gebruik. We nemen de vragenlijstpagina van CentERdata weer als voorbeeld: Als u dit cookie verwijdert moet u bij het eerstvolgende bezoek aan onze website uw huishoudnummer en wachtwoord weer invullen. U kunt het plaatsen van cookies ook blokkeren. Maar wanneer u hiervoor kiest, zult u al snel merken dat u problemen zult hebben met het bezoeken van een groot aantal websites aangezien het gebruik van cookies zeer veel wordt toegepast. Het is dan ook niet aan te raden om het accepteren van cookies uit te schakelen. U kunt er bijvoorbeeld wel voor kiezen bepaalde type cookies voortaan te weren, of alleen cookies van bepaalde websites te weren of te accepteren. Internetbrowsers zoals Firefox en Internet Explorer accepteren standaard cookies. Bij de instellingen van deze programma’s kunt u dit naar wens aanpassen. Wilt u weten hoe u dit kunt doen? Bezoek dan eens de website www.centerpanel.nl en kijk onder “veelgestelde vragen”. Hier vindt u beschrijvingen hoe u uw cookie instellingen kunt aanpassen.
11
www.centerdata.nl Antwoordnummer 60685, 5000 WB Tilburg T: 0800 023 1415, E:
[email protected]
12