INDEX Inleiding ............................................................................................................................... 2 Deel I: Waarden ................................................................................................................... 6 Het mensbeeld ................................................................................................................. 6 Vrijheid en verantwoordelijkheid ....................................................................................... 7 Waardigheid en fundamentele gelijkheid .......................................................................... 9 Gerechtigheid ................................................................................................................... 9 Solidariteit ....................................................................................................................... 10 Eerbiediging van de integriteit van de aarde en de Schepping ....................................... 11 Subsidiariteit en verscheidenheid ................................................................................... 11 Onze maatschappijvisie .................................................................................................. 13 De sociale markteconomie ............................................................................................. 13 Godsdienst en politiek .................................................................................................... 14 Deel II: Nieuwe uitdagingen voor onze samenlevingen ..................................................... 16 Wereldomvattende uitdagingen ...................................................................................... 16 Samenleving en cultuur .................................................................................................. 18 Gezin en demografie ...................................................................................................... 19 Onderwijs en jeugd ......................................................................................................... 21 Immigratie en integratie .................................................................................................. 21 Economische, sociale en territoriale samenhang ........................................................... 22 Verdieping van het ethische debat ................................................................................. 24 De rol van politieke partijen ............................................................................................ 24 Bescherming van nationale minderheden ...................................................................... 26 Het belang van de regio's ............................................................................................... 26 Vrijheid in het internettijdperk ......................................................................................... 27 Deel III. De Europese Unie ................................................................................................ 28 De EU - Een Unie van Waarden ..................................................................................... 28 Europa in een geglobaliseerde wereld ........................................................................... 29 Wat kan Europa beter doen? Subsidiariteit en vermogen tot handelen .......................... 38 Economie, arbeidsmarkten, innovatie............................................................................. 39 Onderwijs en onderzoek ................................................................................................. 42 Uitbreiding ...................................................................................................................... 42 Milieu, klimaatverandering en energie ............................................................................ 43 Immigratie en integratie .................................................................................................. 44 Demografische veranderingen........................................................................................ 44 Dichter bij de burgers - De toekomst van de Europese instellingen ............................... 45 Economische en monetaire unie .................................................................................... 47 Burgers voorop ............................................................................................................... 51 Ter afronding ..................................................................................................................... 54
2
EVP-Basisprogramma (Aangenomen door het EVP-congres in Boekarest, 17 - 18 oktober 2012)
Inleiding 001. De Europese Unie (EU) en haar lidstaten staan voor ernstige en ongekende uitdagingen. Die bieden ook nieuwe kansen. Indien de uitdagingen niet worden aangepakt en de kansen niet worden benut, riskeert Europa permanente crisis, stagnatie en verval. Indien we de uitdagingen aanpakken en onze mogelijkheden goed benutten, kunnen we de crisis overwinnen, Europa versterken en leiden naar meer welvaart. 002. Onze politieke familie vormt de drijvende kracht achter de Europese integratie. De Europese christendemocraten stichtten in 1976 de Europese Volkspartij (EVP), toen de eerste Europese partij. Ze is de partij van het centrum en centrum-rechts. Na het einde van de Koude Oorlog, twee decennia geleden, heeft deze partij mee de basis gelegd voor een eengemaakt en vrij Europa. In de jaren negentig van de vorige eeuw werd de eenmaking versterkt en werd de snelle expansie van Euro-Atlantische instellingen voorbereid. In dat decennium overheerste een gevoel van optimisme over de mondiale verspreiding van de vrije democratie en de sociale markteconomie. De EVP nam bij deze ontwikkelingen het voortouw. Het EVP-basisprogramma goedgekeurd in Athene 1992, weerspiegelt die tijdsgeest. Dat blijkt ook uit de verklaring de ‘Unie van Waarden’ in Berlijn 2001 over de uitbreiding van de EVP aan de vooravond van de toetreding tot de EU van de Centraal- en Oost-Europese democratieën. 003. De strijd tegen armoede, geweld, het gebrek aan respect voor menselijke waardigheid en mensenrechten blijven wereldwijd belangrijke uitdagingen. In het eerste decennium van de 21ste eeuw staken nieuwe uitdagingen de kop op. Het Westen voert wereldwijd een toenemende mondiale strijd zonder voorgaande met opkomende economische machten. Weliswaar wint het democratische gedachtegoed terrein in sommige delen van de wereld, maar elders voeren verholen autoritair bestuur en fundamentalistische, antiwesterse denkwijzen de boventoon. Deze ontwikkeling vereist een nauwere trans-Atlantische samenwerking. Klimaatverandering, de aantasting van het
3
milieu, de uitputting van natuurlijke rijkdommen, migratiegolven, de volatiliteit van de mondiale markt, falende staten, terrorisme en internationale criminele netwerken vereisen een betere mondiale samenwerking. 004. De EU, die na een lang en complex proces haar structuren heeft hervormd, moet nu haar
economische
en
politieke
bestuur
verbeteren.
Zij
moet
tevens
haar
concurrentiekracht en duurzame en inclusieve groei herwinnen alsook voortdurend inspanningen leveren om het vertrouwen van de burgers in de Europese instellingen en in het Europees project te versterken. Tegen de achtergrond van veelvuldige demografische uitdagingen, worden de EU en haar lidstaten geconfronteerd met een tijdperk van afbouw van de schuld met een omvang zonder voorgaande. Tot de demografische uitdagingen behoren een vergrijzende bevolking, de noodzaak om veel immigranten doeltreffender en sneller in de maatschappij te integreren - vaak onder druk van technologische innovatie en jongeren kansen te bieden. Het maatschappelijk middenveld en maatschappelijke organisaties worden belangrijker dan ooit tevoren. 005. Al deze uitdagingen, zowel mondiaal als Europees zowel collectief als individueel, kunnen alleen met succes worden aangegaan als we uitgaan van fundamentele waarden. Deze waarden zijn in de afgelopen twintig jaar onveranderd gebleven. Sinds 2000 is het aantal aangesloten EVP-lidpartijen bijna verdubbeld. Vooral vanuit Centraal- en OostEuropa sloten centrum- en centrum-rechtse partijen aan bij de EVP. Zij hebben daarmee de politieke reikwijdte van onze familie vergroot en haar verrijkt met nieuwe ideeën, die hun oorsprong vinden in hun ervaringen vanuit het verleden. Omdat zij een rol hebben gespeeld bij de bevrijding van hun landen van het communisme beseffen zij, veel sterker dan anderen, dat vrijheid en mensenrechten niet vanzelfsprekend zijn, maar elke dag weer moeten worden beschermd. Verenigd in een politieke familie die nu ruimer is dan ooit tevoren, bekrachtigen wij daarom eens te meer onze verbintenis met de gezamenlijke kernwaarden van de EVP. 006. Deze waarden zijn: de waardigheid van het menselijk leven in elke fase van zijn bestaan, vrijheid en verantwoordelijkheid, gelijkheid en gerechtigheid, waarheid, solidariteit en subsidiariteit. Zij ontspruiten aan het christelijke mensbeeld. Het algemene welzijn is het einddoel. Om dat te bereiken is een sterke, civiele samenleving onontbeerlijk. Daarbij laten wij ons leiden door de rede en de ervaringen uit het verleden. In onze politieke en
4
maatschappelijke keuzes laten wij ons inspireren door de constante noodzaak aan verandering en het juiste gebruik van instrumenten om die verandering te bewerkstelligen, evenals respect voor het verleden en de wijze waarop onze waarden erkenning hebben gevonden en de interpretatie ervan zich heeft ontwikkeld. 007. Wij zijn ervan overtuigd dat zonder een sterkere EU het welzijn voor iedereen niet kan worden bereikt en onze kernwaarden niet kunnen worden verwezenlijkt. Voor deze Unie zijn de vrije democratie en de sociale markteconomie wezenskenmerken. Een sterkere EU vraagt om meer samenwerking en vereist dat op sommige gebieden de toepassing van de communautaire methode in de Europese besluitvorming in stand wordt gehouden of zelfs wordt uitgebreid. Cruciaal voor het toekomstige succes van het Europese project is het maatschappelijk draagvlak voor dit project. Omdat jongere generaties vrede, welvaart en veiligheid vaak als iets vanzelfsprekends zien, moeten we meer nadrukkelijk uitleggen dat de huidige vrede en welvaart, nu op het hoogste peil sinds de Tweede Wereldoorlog, het resultaat zijn van verstandig en moedig beleid. Dat beleid heeft geleid tot het ontstaan van de EU en heeft haar gesteund doorheen haar evolutie. We moeten uitleggen dat de economische voordelen die het gevolg zijn van de Europese integratie aanzienlijk de nadelen overstijgen. 008. De combinatie van deze kernwaarden en instrumenten vormt een samenhangend geheel waarmee wij ons onderscheiden van al onze politieke concurrenten. Socialisme en de radicale milieubeweging geven niet dezelfde prioriteit aan vrijheid, persoonlijke verantwoordelijkheid en subsidiariteit. Het liberale gedachtegoed heeft geen oog voor solidariteit en inherente waarden. Populisme en de radicale milieubeweging staan op gespannen voet met vooruitgang, democratie en de sociale markteconomie. Populisme, nationalisme en euroscepticisme zijn onverenigbaar met een sterke en efficiënte EU die de uitdagingen van de toekomst het hoofd kan bieden. 009. De EU bevindt zich in een diepe economische crisis ten gevolge van ongebreidelde uitgaven gedurende decennia, ten gevolge van een gebrek aan concurrentiekracht van sommige lidstaten, ten gevolge van verkeerde praktijken, ten gevolge van een gebrek aan regelgeving voor de financiële markten en gebrekkige instrumenten om fundamentele problemen in de lidstaten en op Europees niveau aan te pakken. Om opnieuw duurzame economische groei te realiseren en om de toekomstige welvaart in de hele EU veilig te
5
stellen, moeten we meer mensen aan het werk krijgen en ervoor zorgen dat zij langer werken. Dit kunnen we enkel bereiken indien we steunen op de waarden waaraan onze politieke familie zo sterk is gehecht. We zullen de economische en monetaire unie moeten verdiepen, het economisch bestuur versterken en betere en efficiëntere coördinatieinstrumenten ontwikkelen in fiscaal en grensoverschrijdend sociaal beleid. Ook moeten we onverminderd onze concurrentiekracht op de geglobaliseerde markten blijven versterken, onbenutte groeimogelijkheden aanboren en protectionistische en versplinterde markten bevrijden van overregulering en bureaucratie. Wij beseffen dat deze doelstellingen niet gemakkelijk bereikt zullen worden, maar indien onze politieke familie deze uitdagingen niet aanpakt, dan zal niemand anders het doen. 010. Twintig jaar geleden verkeerde Europa in een overwinningsroes. Inmiddels zijn er veel nieuwe uitdagingen bijgekomen, maar is er ook enorme vooruitgang geboekt op het gebied van een stabieler en welvarender Europa. Onze politieke familie heeft in dit proces de voortrekkersrol gespeeld en zal dit blijven doen door vast te houden aan haar kernwaarden maar ook door haar strategieën af te stemmen op de uitdagingen van vandaag en morgen. De taken die voor ons in het verschiet liggen, zijn het versterken van het besef van doel en richting, om deze waarden opnieuw te bekrachtigen, om ze toe te passen op de uitdagingen en mogelijkheden die voor ons liggen en om vanuit deze waarden de politieke strategieën te ontwikkelen waarmee we de EU helpen de huidige kritieke situatie te bezweren. Samen kunnen we bouwen aan een Europa dat stabiel, vrij en welvarend is, veilig is voor onze kinderen en goed voor de wereld.
6
Deel I: Waarden
Het mensbeeld 101. Wij, de partijen die samen de EVP vormen, bekrachtigen de onvervreemdbare waardigheid van elke mens, vanaf het begin en in elke verdere fase van zijn bestaan. Wij beschouwen de mens niet als het object maar als het subject van de geschiedenis. Wij erkennen de joods-christelijke waarden en het Grieks-Romeinse erfgoed als onze fundamenten. Wij beschouwen iedere man en iedere vrouw als een uniek menselijk wezen, dat onvervangbaar is, volkomen onherleidbaar, van nature vrij en vatbaar voor transcendentie. Wij verklaren in het bijzonder dat mannen en vrouwen allen van nature even waardevol en betekenisvol zijn en derhalve van nature gelijkwaardig. Zij hebben dezelfde rechten en plichten. 102. Wij hechten veel waarde aan het juiste evenwicht tussen traditie en moderniteit; ze vullen elkaar aan. Enerzijds respecteren wij de instellingen en waarden die de Europese geschiedenis
hebben bepaald
en
hebben
geleid
tot
stabiele,
samenhangende
samenlevingen. Anderzijds laten wij ons leiden door twee fundamentele ideeën die ten grondslag liggen aan de moderniteit: Vooruitgang, de idee dat wij kunnen en moeten werken aan een betere toekomst door voortdurende verandering, en de Europese Verlichting, met haar oproep om onszelf te bevrijden van zelf opgelegde afhankelijkheid door beroep te doen op de rede. 103. Omdat mensen vrij, verantwoordelijk en onderling afhankelijk zijn, nemen zij actief deel aan de constructie en verbetering van de samenleving. 104. Vrijheid is een onvervreemdbaar deel van de mens. Iedereen heeft het recht en de plicht om de volledige verantwoordelijkheid te dragen voor zijn daden en die te delen met zijn naasten en alle anderen om de integriteit van onze geschapen wereld te vrijwaren. 105. Vooruitgang is het resultaat van veelvuldige inspanningen om het welzijn van allen te bereiken via verschillende wegen, met vallen en opstaan, en via dialoog. De mens bereikt de waarheid niet vanzelf en de mens is van nature feilbaar. Daarom erkennen wij dat
7
niemand een perfecte samenleving zonder pijn of conficten kan ontwerpen, laat staan opbouwen. Wij verwerpen elke vorm van totalitarisme dat op een dergelijke ambitie is gebaseerd. Elke mens is in staat zijn eigen idee van wat goed is, te hebben, na te jagen en te herzien. In een democratische rechtsstaat worden mensen met verschillende opvattingen over wat goed is met hetzelfde respect en dezelfde zorg bejegend, mits aan deze opvattingen uitdrukking wordt gegeven volgens de waarden van tolerantie en indien ze democratisch zijn. 106. Het gedachtegoed en het politieke handelen van de EVP zijn gebaseerd op fundamentele, onderling afhankelijke, even belangrijke en universeel toepasbare waarden: vrijheid en verantwoordelijkheid, fundamentele gelijkheid, recht, waarheid, solidariteit en subsidiariteit. Wij achten deze waarden universeel, niet uitsluitend westers, hoewel zij historisch gezien wel in het Westen zijn ontstaan en zich hebben ontwikkeld in dialoog met andere culturen. Dit geldt nadrukkelijk voor de gelijkheid van vrouw en man, de scheiding tussen staat en religieuze instellingen, de scheiding van machten, democratie en de rechtsstaat. Vrijheid en verantwoordelijkheid 107. Gedurende ruim twee decennia hebben we in Europa meer verenigd en vrijer geleefd dan ooit tevoren. Dit is deels het gevolg van een proces van Europese integratie, waarvan het succes alle verwachtingen heeft overtroffen. Maar het is tevens het gevolg van de bevrijding van Midden- en Oost-Europa van het totalitaire communisme en de bevrijding van sommige Zuid-Europese landen van autoritaire regimes. De ervaring dat totalitarisme en dictatuur zijn afgeworpen, dat het beroven van fundamentele individuele en politieke rechten werd uitgeroeid, dat werd gestreden voor vrijheid, waarbij het persoonlijke welzijn en soms zelfs het eigen leven op het spel zijn gezet, is een verrijking voor heel Europa. In onze politieke familie heeft dit geleid tot een nog sterkere en onomkeerbare inzet voor de menselijke vrijheid en een consequente afwijzing van totalitair en autoritair bestuur. Zelfs na 20 jaar kunnen (en mogen) de inspanningen van deze partijen, die actief zijn in voormalige communistische landen, om democratische waarden hoog te houden, niet verslappen vanwege de ingebakken en hardnekkige autocratische tradities of vanwege het feit dat opvolgers van voormalige communistische partijen het doen voorkomen alsof ze zich hebben bekeerd tot Europese normen.
8
108. Wij geloven dat echte vrijheid samengaat met autonomie en verantwoordelijkheid, niet met onverantwoordelijke onafhankelijkheid. Van echte gerechtigheid en solidariteit kan alleen sprake zijn indien vrijheid door iedereen als een wezenlijke voorwaarde wordt aanvaard. 109. Volgens deze gedachte draagt iedereen verantwoordelijkheid jegens de integriteit van de geschapen wereld. Personen, groepen, gemeenschappen, volkeren, naties en staten dienen daarom verantwoording af te leggen aan elke levende mens, ook aan toekomstige generaties, die ieder afzonderlijk een uniek onderdeel vormen van de geschapen wereld. 110. Daarom streeft de EVP ernaar om iedereen in staat te stellen om in hun dagelijkse bestaan hun onvervreemdbare rechten, waarvan wordt erkend dat deze aan iedereen toebehoren, uit te oefenen. Dit behelst zowel het recht om hun gaven, talenten en mogelijkheden ten volle te ontplooien en te benutten als de plicht om deze in dienst te stellen van de gemeenschap en om te allen tijde ernaar te streven de waarden van gerechtigheid en solidariteit in relatie tot anderen toe te passen. 111. Overheden ontlenen hun legitimiteit aan de noodzaak om de geschikte voorwaarden te scheppen voor de persoonlijke ontplooing van allen, zowel als individu als in gemeenschappen. Elke gezagsdrager, openbaar of particulier, moet, ongeacht het niveau van uitoefening, derhalve in de bres springen voor het algemeen belang en het welzijn van de gehele mensheid beschermen, met speciale aandacht voor de allerarmsten en de meest kwetsbaren, in alle omstandigheden. 112. Het algemeen welzijn mag echter niet worden verward met de optelsom van alle individuele belangen. Deze belangen dienen evenwel altijd verenigbaar te zijn met een gepaste eerbeid voor de rechten van elke persoon: individueel, burgerlijk en politiek, economisch en maatschappelijk, religieus, cultureel en collectief. 113. Het recht van volkeren op zelfbeschikking en de vrije uitoefening van hun legitieme rechten kan niet worden ingeroepen om wie ook het recht te ontzeggen om zijn of haar grondrechten uit te oefenen of om het volk op het pad van geweld te leiden.
9
114. Deze eerbied voor de vrijheid en gelijkwaardigheid van anderen dient volgens de EVP ook naar voren te komen in de manier waarop wij met elkaar omgaan, discussiëren en communiceren, vooral ook in het publieke debat, ongeacht de opvatting en overtuiging van anderen, en in de manier waarop wij spreken over andere groepen en hun overtuigingen, minderheden en instellingen. 115. Wij vinden het nodig om het recht op gewetensbezwaar te eerbiedigen. Waardigheid en fundamentele gelijkheid 116. Alle mensen hebben gelijke rechten omdat ze van nature dezelfde intrinsieke waardigheid hebben. In relatie tot anderen wordt de vrijheid van ieder persoon daarom begrensd door de eerbiediging van de vrijheid en waardigheid van anderen, als afgeleide van de erkenning van diezelfde fundamentele gelijkheid. Niettegenstaande hun onderlinge verschillen op het gebied van gaven, talenten en vaardigheden moet iedere persoon zich in vrijheid en gelijkwaardigheid kunnen ontplooien ongeacht zijn of haar afkomst, geslacht, leeftijd, ras, seksuele gerichtheid, nationaliteit, godsdienst, overtuiging, maatschappelijke rang of gezondheidstoestand. Gerechtigheid 117. Uit de rechtsidee volgt dat de noodzakelijke voorwaarden voor individuele personen en de gemeenschap waartoe zij behoren, afhankelijk van hun aard en doelstellingen, om hun vrijheid te doen gelden, te allen tijde moeten worden gewaarborgd. Het kenmerkende van gerechtigheid is dat aan elke individuele persoon zijn of haar rechten worden toegekend en dat er actief wordt gestreefd naar gelijke kansen en een leven in de samenleving dat is gebaseerd op wederzijds respect. Het is de verantwoordelijkheid van de staat, van sociale partners en het maatschappelijk middenveld om via wetgeving, samenwerking en participatie op alle niveaus - particulier, nationaal en internationaal sociale rechtvaardigheid te waarborgen. 118. Een dimensie van gerechtigheid is eerbiediging van de wet en de onpartijdige toepassing ervan. Burgers moeten voor de wet gelijk zijn. Wetten evolueren voortdurend conform de dynamiek van de beschaving en technische vooruitgang, maar ze moeten
10
altijd oog hebben voor de menselijke waardigheid en de mensenrechten. Ze moeten in vrijheid worden aanvaard door het volk en de gemeenschap waartoe het behoort. 119. Wetten moeten evolueren op basis van de universele eerbiediging van de fundamentele en onbetwistbare rechten van mensen, zoals deze zijn omschreven in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van 1948, in het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden van 1950 en het Handvest van de Grondrechten van de EU zoals deze zijn bevestigd in het Verdrag van Lissabon van 2009. 120. Recht mag niet willekeurig zijn of worden verward met de dictatuur van de meerderheid. Recht vereist respect voor de minderheid, aan wie geen meerderheid de vrije uitoefening van haar rechten kan ontzeggen. Recht vereist tevens dat maatregelen en beleid die niet verenigbaar zijn met fundamentele mensenrechten worden afgezworen. Solidariteit 121. Gerechtigheid en solidariteit zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Aangezien alles wat één persoon overkomt consequenties heeft voor anderen, duidt solidariteit op het besef van de onderlinge afhankelijkheid en de onderlinge verbondenheid van mensen. Het staat ook voor praktisch handelen, delen, effectieve hulpverlening en rechten en plichten met betrekking tot personen en de gemeenschap waartoe zij behoren. 122. Solidariteit is een gezamenlijke verantwoordelijkheid: de sterken dienen de behoeftigen te helpen en de behoeftigen dienen op hun beurt zelf inspanningen te verrichten om hun situatie te verbeteren in de mate waarin zij daartoe in staat zijn. 123. Door de eenheid van de mens in ruimte en tijd te bevestigen, zien we solidariteit niet alleen als een horizontaal gegeven tussen mensen van alle generaties en alle plaatsen, maar ook als een verticaal gegeven; verwijzend naar de legitieme belangen van toekomstige generaties en de eerbiediging van de Schepping. 124. Solidariteit begint thuis, in het gezin, en is onmisbaar voor het welzijn van allen binnen gemeenschappen, naties en de EU als geheel. Het subsidiariteitsbeginsel vereist
11
dat solidariteit altijd in balans wordt gehouden door individuele verantwoordelijkheid en zelfverwezenlijking. In een tijd van globalisering geven solidariteit en de afwijzing van hebzucht uitdrukking aan de erkenning van het welzijn van allen wereldwijd. De onderlinge afhankelijkheid en het gemeenschappelijk politiek doel van de EU-lidstaten vragen om Europese solidariteit. Institutionele solidariteit tussen Europese lidstaten onderling vereist echter dat de lidstaten hun wettelijke verantwoordelijkheid opnemen. Eerbiediging van de integriteit van de aarde en de Schepping 125. Wij verzetten ons tegen een onbedachtzame en onrechtvaardige uitbuiting van de Aarde zonder respect voor het begrensde zelfherstellende vermogen van de natuur. Ons mensbeeld vraagt om verantwoord beheer van de Aarde teneinde te voorzien in de gerechtvaardigde behoeften van allen. Zij moet de leefomstandigheden en de levenskwaliteit
van
iedereen
verbeteren
en
tegelijkertijd
duurzame
ontwikkeling
waarborgen ter bescherming van de gewettigde belangen van toekomstige generaties. Dit houdt in dat we, vanuit het voorzorgsbeginsel, geen beleid mogen voeren en geen praktijken mogen hanteren waarvan we de gevolgen in de toekomst niet kunnen overzien. Wij moedigen nieuwe technologie, onderzoek en innovatie aan, aangezien daarin de sleutel voor duurzame ontwikkeling ligt. De EU dient op dit gebied een voortrekkersrol te vervullen. 126. We dienen derhalve onze persoonlijke, nationale en Europese verantwoordelijkheid ten volle aan te wenden bij de aanpak van het probleem van klimaatverandering en we moeten op alle niveaus deze schadelijke evolutie tegengaan en ons beleid aan de gevolgen ervan bijstellen. 127. Strenge milieu- en maatschappelijke normen zijn essentiële voorwaarden voor goede leefomstandigheden. Wij geloven in het gezond verstand van de mensen zelf. Wetten dienen ervoor om het juiste kader te scheppen voor een geïnformeerde en beredeneerde besluitvorming. Subsidiariteit en verscheidenheid 128. Wij zijn van mening dat democratie een essentiële voorwaarde is voor het leven van mensen als burgers en voor welvarende samenlevingen. Democratie is altijd gebaseerd
12
op de rechtsstaat, de scheiding van machten en vrije verkiezingen. De betrokkenheid van burgers bij het openbare leven en bij besluiten die iedereen aangaan, vormt een wezenlijk element van democratie. Wij achten inspraak van burgers op alle niveaus een onmisbaar middel voor het bereiken van waarachtige democratie. 129. Het subsidiariteitsbeginsel betekent dat gezag moet worden uitgeoefend op het niveau waar het zowel het meest effectief is als het dichtst bij de burger staat, op voorwaarde dat het gezag op dat niveau daadwerkelijk kan worden uitgeoefend. Beleid, maatregelen en wettelijke kaders die het meest effectief zijn op Europees niveau moeten worden overgedragen aan de EU, terwijl taken die op toereikende wijze kunnen worden uitgevoerd op een lager niveau niet naar een hoger niveau mogen worden overgedragen. Alle bestuurslagen binnen de EU moeten op transparante wijze samenwerken teneinde deze taken te voltooien. 130. De grenzen die het subsidiariteitsbeginsel aangeeft, dragen tevens bij tot een specifieke scheiding van machten omdat zij concentratie van macht voorkomt. Wij bepleiten een sterk bottom-upsysteem, dat zich uitstrekt van mondige individuen en gezinnen en hun verbanden, lokale gemeenschappen, steden, regio's en lidstaten tot op het niveau van de EU. 131. Indien overheden fundamentele mensenrechten schenden, heeft de internationale gemeenschap van staten de plicht om beschermende maatregelen te treffen op basis van verdragen, conventies, overeenkomsten en andere teksten, en ook door een verplichting te codificeren om in te grijpen met gaandeweg strenger, maar altijd proportionele middelen om de schendingen een halt toe te roepen, waarbij tevens sprake moet zijn van strenge internationale, democratische controle. 132. De bestaansgrond van de soevereiniteit van staten bestaat erin het algemeen welzijn en het welzijn en de ontplooiing van hun burgers te waarborgen en om de internationale rechtsorde met respect voor de menselijke waardigheid te verdedigen en te herstellen. Dit betekent echter ook dat landen hun soevereiniteit moeten delen in supranationale en internationale organisaties als zij niet afzonderlijk in staat zijn effectief te handelen. Zij dienen hun krachten te bundelen in internationale en mondiale samenwerkingsverbanden en conventies.
13
Onze maatschappijvisie 133. Onze waarden moeten dienen als richtsnoer voor zowel de politieke orde als op het terrein van de economie, de maatschappij en de cultuur. 134. Economische ontwikkeling op basis van ieders bijdrage kan geen welzijn en vrede bevorderen tenzij de vruchten ervan worden gedeeld met het oog op het verbeteren van de leefomstandigheden van elke persoon en zijn of haar persoonlijke ontplooiing. Dat is ook de reden waarom wij voorstander zijn van de sociale markteconomie en ons geroepen voelen duurzame stelsels op basis van solidariteit en verantwoordelijkheid te ondersteunen en te ontwikkelen. 135. We moeten erover blijven waken dat misbruik van economische macht niet leidt tot een beperking van vrijheid, tot ongelijkheid of tot onrecht. Daarom is het van belang om de concurrentie tussen de krachten van de markt te waarborgen evenals solidariteit en sociale rechtvaardigheid te bevorderen. 136. Subsidiariteit komt niet alleen verticaal tot uitdrukking in het politieke stelsel maar ook horizontaal in de samenleving, mits die samenleving in vrijheid kan worden opgebouwd. Overheden dienen derhalve mensenrechten en fundamentele vrijheden te eerbiedigen, de betrekkelijke autonomie van maatschappelijke groeperingen te erkennen en te ondersteunen en niet de plaats in te nemen van het particulier initiatief tenzij dit zwak of niet aanwezig is. In diezelfde geest wil de EVP een krachtig maatschappelijk middenveld stimuleren door middel van de werkzaamheden van non-gouvernementele organisaties en de vorming van verenigingen. Ook zijn wij van mening dat de EU rechtstreeks relaties moet
aangaan
met
verenigingen
van
producenten,
consumenten,
vakbonden,
handelskamers en andere sociaaleconomische en maatschappelijke spelers. De sociale markteconomie 137. De idee van de sociale markteconomie is ontstaan in de donkerste periode van de Europese geschiedenis, in de jaren dertig en veertig van de vorige eeuw, als tegengif tegen crisis, totalitarisme en oorlog. Met deze idee werd voortgebouwd op ideeën en beleid die in de negentiende eeuw en de eerste decennia daarna waren ontwikkeld door
14
maatschappelijke en kerkelijke organisaties. De sociale markteconomie is bovenal een uitermate politiek concept om de menselijke vrijheid te beschermen door middel van het behoud en de ontwikkeling van de markt. Zij is in Europa het duidelijkst tot uitdrukking gekomen in de politieke ideeën van christendemocraten in de eerste decennia na de Tweede Wereldoorlog en vormt een grondbeginsel van onze politieke familie. Zij staat voor een economische en maatschappelijke orde die is verankerd in verdragen en die persoonlijke vrijheid, rechten van particulier eigendom en vrije marktconcurrentie verzoent met sociale rechten, openbaar belang en duurzame ontwikkeling. Onze politieke familie moet de arbeids- en ondernemersethiek, die iedereen in staat stelt te voorzien in zijn of haar eigen levensonderhoud, opnieuw beklemtonen. De EVP is voorstander van een sterke sociale dialoog en heeft oog voor de belangrijke rol die sociale partners spelen. 138. De allerzwaksten van onze samenleving verdienen solidariteit voor zover zij niet in hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien. Dit beleid mag echter nooit in tegenspraak zijn met het grondbeginsel van persoonlijke verantwoordelijkheid in een competitieve marktomgeving. Na de ervaring van een ernstige wereldwijde financiële en economische crisis moet het bevorderen en versterken van de beginselen van de sociale markteconomie op Europees en mondiaal niveau in een steeds meer met elkaar verstrengelde mondiale economie onze hoogste prioriteit vormen. Markten moeten zo vrij mogelijk kunnen opereren en oneerlijke praktijken en protectionistische maatregelen die de vrije concurrentie en vrije handel tegengaan moeten uit de weg worden geruimd. 139. Een sociale markteconomie op Europees en mondiaal niveau moet gebaseerd zijn op het beginsel van ecologische duurzaamheid. Dit houdt een toenemende aandacht in voor hernieuwbare
energiebronnen,
de
geleidelijke
afbouw
van
niet-duurzame
energieproductie, het efficiënte gebruik van energie, het behoud van biodiversiteit en de bescherming en het herstel van natuurlijke hulpbronnen (water, lucht en land). Het betekent tevens dat economische groei de factoren moet ondersteunen die de levenskwaliteit van mensen bevorderen. Godsdienst en politiek 140. Wij, de lidpartijen van de EVP, bevestigen opnieuw het verband tussen christelijke waarden, die zijn gebaseerd op het Evangelie, en het christelijke culturele erfgoed en de
15
democratische idealen van vrijheid, fundamentele gelijkheid van alle mensen, sociale gerechtigheid en solidariteit. Tegelijkertijd benadrukken wij de scheiding tussen kerk en staat en de noodzaak om te onderscheiden tussen de rol van de kerk en de staat in de samenleving en tussen godsdienst en politiek. Het Evangelie is geen partijprogramma. Echter, bovenstaand onderscheid mag nooit een rechtvaardiging zijn om kerken uit het publieke domein te weren of leiden tot een devaluatie van de noodzaak aan voortdurende dialoog en interactie tussen het politieke en het godsdienstige domein. Deze dialoog moet worden versterkt. De EVP is blij met artikel 17 van het Verdrag betreffende de werking van de EU en beschouwt dit als een cruciaal instrument, bijvoorbeeld met betrekking tot de kwestie van de vervolging van christenen en andere godsdienstige groeperingen in de wereld. De vrijheid van godsdienst, inclusief het recht van bekering en het recht om geen godsdienst aan te hangen, staat op hetzelfde niveau als alle andere fundamentele mensenrechten. 141. Wij erkennen de Grieks-Romeinse en joods-christelijke wortels van onze beschaving en de Verlichting als bron voor onze inspiratie en we willen ons voornamelijk positioneren als een partij van waarden, evenwel niet confessioneel gebonden. Dit geldt zowel voor hen onder ons die in God geloven als bron van waarheid, gerechtigheid, het goede en schoonheid en voor wie gelooft dat de mensheid geroepen is om bij te dragen tot Gods werk van schepping en vrijheid als voor wie dit geloof niet deelt maar dezelfde universele waarden vanuit andere bronnen eerbiedigt. 142. Indien de EVP deze waarden verwerpt, verwaarloost of laat verwateren, zal zij verworden tot slechts een machtsinstrument, zonder ziel of toekomst, en verspeelt zij daarbij tevens de universele en oorspronkelijke aard van haar boodschap, die is gebaseerd op een globale erkenning van de onherleidbare complexiteit van elke mens en van het maatschappelijke leven.
16
Deel II: Nieuwe uitdagingen voor onze samenlevingen 201. De EVP-lidpartijen zijn de voortrekkers en de drijvende kracht achter het Europese Project. Dit project is nog niet voltooid. Het naoorlogse Europa is heropgebouwd, oorlog is inmiddels een dreiging uit een ver verleden, en de beweging in de richting van totalitarisme is omgekeerd; het continent is nagenoeg verenigd en kent meer vrede en welvaart dan ooit. Dat is evenwel geen reden voor zelfgenoegzaamheid. 202. De 21ste eeuw biedt ons niet alleen spectaculaire nieuwe mogelijkheden maar evenzeer uitdagingen en bedreigingen. Globalisering vraagt om een veelzijdig antwoord, maar dat moet wel een sterk en samenhangend Europees antwoord zijn. De enorme machtsverschuivingen op economisch en geopolitiek gebied vergen een nieuwe gezamenlijke streven naar innovatie en competentie gesteund op waarden evenals een visie en strategie op lange termijn. Demografische ontwikkelingen, klimaatverandering, bedreigde voedselzekerheid, afnemende biodiversiteit en nieuwe schaarsten maken ingrijpende veranderingen onvermijdelijk. 203. Wij geloven dat de wereldomvattende ontwikkelingen die zich in de afgelopen tientallen jaren hebben voltrokken een hernieuwde bevestiging zijn van het Europese sociale model en van de noodzaak om dit model verder uit te bouwen. Alleen zo kunnen wij concurrentiekracht behouden. Wereldomvattende uitdagingen 204. Na de overwinning op het totalitarisme, de ontwikkeling van de voorwaarden voor verzoening en het voorkomen van oorlog in Europa worden we geconfronteerd met een spectaculaire verschuiving in de machtsverhoudingen wereldwijd en de opkomst van een nieuw wereldlandschap. Dit gaat gepaard met ingrijpende demografische en economische veranderingen. Bovendien beperken culturele en financiële beperkingen de slagkracht van Europa om grotere geopolitieke verantwoordelijkheden op zich te nemen. Het einde van de Koude Oorlog en de succesvolle strijd tegen armoede en onderontwikkeling in vele landen scheppen nieuwe mogelijkheden voor vreedzame internationale samenwerking en een sterker mondiaal bestuur. Aan de andere kant doen zich in toenemende mate dreigingen voor als gevolg van regionale onzekerheid, falende staten, de zoektocht naar
17
natuurlijke hulpbronnen, onopgeloste territoriale geschillen, terrorisme en nieuwe en oude massavernietigingswapens die in handen vallen van landen en andere spelers. In dit nieuwe politieke landschap moet Europa zich ervan bewust zijn dat het zijn invloed op mondiale aangelegenheden, die tot dusverre aanzienlijk is geweest, makkelijk kwijt kan raken, mede ook doordat de Verenigde Staten, de voornaamste bondgenoot van Europa, haar aandacht steeds meer naar andere delen van de wereld verlegt. Deze kansen en bedreigingen op het gebied van internationaal en buitenlands beleid vergen een vooruitziend, toegewijd, sterk en creatief antwoord van de EU. Zij bieden een nieuwe rechtvaardiging voor een volgehouden en intensere Europese integratie. 205. Globalisering en de informatiemaatschappij vergroten de onderlinge afhankelijkheden en besmettingsrisico's tussen landen en tussen economische regio's. Zij kunnen derhalve veel sneller dan vroeger evolueren tot negatieve economische ontwikkelingen. Globalisering en toenemende onderlinge afhankelijkheid vormen voor de Europese economie echter niet alleen bedreigingen, maar bieden haar tevens enorme kansen. De groeiende koopkracht in vele delen van de wereld en de groeiende wereldhandel bieden nieuwe kansen voor de Europese export van goederen en diensten, terwijl de mondiale arbeidsdeling de kosten van veel basisproducten voor Europese consumenten heeft doen dalen. Er zijn miljoenen nieuwe banen gecreëerd. Maar aan de andere kant heeft diezelfde arbeidsdeling geleid tot aanzienlijk banenverlies op ons continent. Bovendien staat de concurrentiekracht van Europa
op
de
wereldmarkt
op
ongekende
schaal
onder
druk,
vooral
inzake
bevolkingsopbouw, onderwijs, onderzoek en ontwikkelingspatronen, evenals gebrekkige geografische mobiliteit. Bovendien is het pijnlijk duidelijk geworden dat ons huidig patroon van buitensporige publieke en particuliere uitgaven, mogelijk gemaakt door leningen en kredietverstrekkingen, onhoudbaar is, niet alleen met het oog op toekomstige generaties, maar ook op de korte termijn. Het staat vast dat de economieën van de eurolanden enorm zijn gegroeid door de invoering van de euro. De invoering ervan is bijgevolg onomkeerbaar of kan enkel worden teruggedraaid ten koste van dramatische en onbeheersbare gevolgen. De hamvraag voor burgers en politici is of we bereid en in staat zijn om alle economische, financiële en institutionele consequenties van één munt te dragen. Als EVP worden we daarom geconfronteerd met de drievoudige uitdaging: een intensieve, brede hervorming en modernisering van onze economieën om te kunnen inspelen op de eisen van wereldwijde concurrentie; het herstel van het evenwicht tussen onze publieke en particuliere inkomsten en onze uitgaven zonder economisch verval en grootschalige werkloosheid, evenals het tot
18
stand brengen van institutionele hervormingen essentieel voor het handhaven van een gemeenschappelijke munt. De redding van het Europese Project in het licht van deze uitdagingen vergt visie en deskundigheid. 206. De industriële revolutie, bevolkingsgroei, technologische mogelijkheden en bovenal de enorme toename van productie en consumptie lopen tegen de grenzen aan van wat de Aarde kan voortbrengen en kan verdragen. In sommige gevallen is de maximale draagkracht al overschreden. Dit evenwicht herstellen is niets minder dan een zaak van overleving van de mensheid en vormt een fundamentele uitdaging voor deze en toekomstige generaties. Bovendien worden onze economieën al geconfronteerd met schaarste vooral wat energie betreft. Drastische wijzigingen in onze productie- en consumptiepatronen zijn onvermijdelijk en de opwarming van de aarde maakt ze nog dringender. Aan de andere kant kunnen bestaande technologieën en de ontwikkeling van nieuwe technologieën niet alleen alternatieven scheppen voor onhoudbare trends in onze economieën en levenswijze, maar bieden ze ook beloftevolle nieuwe perspectieven van verandering, innovatie, werkgelegenheid en groei. Het vergroenen van onze economieën biedt kansen - nationaal, regionaal en mondiaal - voor nieuw ondernemerschap en doortastende oplossingen voor schaarste. Het kan een nieuwe inkomstenbron vormen zowel voor moderne als voor tot dusverre minder ontwikkelde samenlevingen. Deze derde overkoepelende uitdaging is tegelijkertijd een onontbeerlijke nieuwe reden voor Europese samenwerking. Uitdagingen op milieugebied vergen immers oplossingen die de nationale grenzen overstijgen. De meeste daarvan vereisen een mondiale benadering, waarbij een pleidooi voor de visie en belangen van Europa enkel effect kan hebben als ze gepaard gaat met een sterk, gezamenlijk en vooruitziend beleid en aanpak. Samenleving en cultuur 207. Europa kent een lange geschiedenis van cultuur, rationaliteit, vooruitgang, kennis en humanisme. Als EVP geloven wij dat er een gemeenschappelijke Europese cultuur is die zich in mondiaal opzicht onderscheidt. Daarom pleiten wij voor een versterking van een maatschappelijke structuur die ruimte biedt aan gezinnen, plaatselijke gemeenschappen,
19
verenigingen van burgers, regio's en naties. Wij hechten grote waarde aan de eigen verantwoordelijkheid van burgers, aan een evenwicht tussen commerciële en non-profitinitiatieven, inclusief culturele activiteiten, en tussen betaalde en vrijwillige betrokkenheid. Dit verdient te worden ondersteund door de overheid. 208. Het aanmoedigen van een sterk besef van Europese identiteit, als essentiële voorwaarde voor een dynamische EU, moet zijn gebaseerd op de maatschappelijke, culturele en spirituele verscheidenheid van ons continent. Deze verscheidenheid omvat ook de bijdrage van andere godsdiensten dan het jodendom en christendom zoals de islam. 209. Tegelijkertijd dienen wij officiële lokale en regionale talen en het recht op onderwijs in de moedertaal op een voldoende aantal scholen enerzijds en meertalig onderwijs, waardoor Europese burgers in staat worden gesteld eenvoudig met elkaar te communiceren anderzijds, te beschermen en te bevorderen. 210. Wij zien dat er in de media een grote noodzaak bestaat voor het beschermen en bevorderen van waarden die losstaan van puur commerciële belangen en voor het ontwikkelen van eigentijdse culturele expressies. Dit geldt ook voor nieuwe media, de architectuur en ruimtelijke ordening, kunsten en de letterkunde alsmede het behoud van ons culturele erfgoed en de verrijking ervan door middel van het bevorderen van culturele uitwisseling en mobiliteit. Gezin en demografie 211. Het gezin is, volgens artikel 16 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, de natuurlijke en fundamentele groepseenheid van de samenleving en heeft recht op bescherming door de samenleving en de staat. Het gezin is onvervangbaar als de kerninstelling waar liefde en liefdadigheid, mededogen en menselijke solidariteit worden gekoesterd en geleerd. Op die manier verbindt het verschillende generaties. Het is de ruimte waarin ouders en kinderen verantwoordelijkheid nemen en elkaar solidariteit bewijzen. Hechte gezinnen vormen tevens een essentiële voorwaarde voor een betere demografische ontwikkeling.
20
212. Wij zijn ons bewust van de noodzaak van nieuwe evenwichten in onze samenlevingen tussen betaalde en beroepsmatige arbeid aan de ene kant en de zorg voor het gezin aan de andere kant, ter versterking van de onderlinge solidariteit tussen generaties. Tegelijkertijd vereisen de demografische uitdagingen waarvoor wij staan een langere deelname aan het arbeidsproces en meer aandacht voor de zorg voor en opvoeding van kinderen, ook in de vorm van voorzieningen voor dagopvang en andere maatschappelijke diensten alsmede in de vorm van een inrichting van arbeid waarin het privéleven en werk met elkaar kunnen worden verzoend. Wij benadrukken de noodzaak om de inzet van ouders als opvoeders te erkennen binnen het kader van het sociaal beleid. Wij geloven dat het fiscaal beleid erop moet zijn gericht om gezinnen en de onderlinge solidariteit tussen generaties te ondersteunen. 213. De EVP weigert om abortus te beschouwen als methode voor gezinsplanning. Wij pleiten voor ondersteunende programma's en initiatieven die ouders en gezinnen helpen om ieder kind te kunnen verwelkomen, in het bijzonder als er sprake is van problemen of van niet-geplande zwangerschappen. Er mag geen sociale druk worden uitgeoefend op ouders die besluiten om een kind met een handicap te aanvaarden. 214. Het feit dat de levensverwachting van Europeanen toeneemt, als gevolg van technologische en medische vooruitgang en een gezondere manier van leven, is op zichzelf een positieve ontwikkeling. Het heeft echter ook gevolgen voor pensioen- en zorgverzekeringsstelsels, die niet onbeantwoord kunnen blijven. De verhouding tussen de werkende bevolking en gepensioneerden zal steeds ongunstiger worden. Een hogere productiviteit kan slechts ten dele deze ontwikkeling compenseren. Daarom moet de gemiddelde totale arbeidsduur van mensen worden verhoogd. Er is een toenemende noodzaak om een gezondere levensstijl en preventieve gezondheidszorg te bevorderen. Mensen die langer gezond en actief zijn, hebben een positief effect op de productiviteit en de concurrentiekracht. Tegelijkertijd moet Europa meer investeren in onderwijs en opleiding, onder meer op het gebied van taal, arbeidsmobiliteit en ondernemerschap voor jonge mensen.
21
Onderwijs en jeugd 215. Onderwijs en kennis zijn voor Europa van fundamenteel belang, maar er valt op dit gebied nog werk te verzetten. Sinds enige jaren staat Europa voor de uitdaging om zich verder te ontwikkelen als kenniseconomie en -maatschappij. De doelstellingen van concurrentiekracht en wetenschappelijk potentieel staan onder druk door het wegtrekken van hoogopgeleiden enerzijds en de financiële crises anderzijds. Tegelijkertijd vormt onderwijs een hoeksteen voor de ontplooiing van mensen tot succesvolle en ontwikkelende professionals. 216. Wij geloven dat onderwijs en opleiding zich hebben ontwikkeld tot een levensstijl en een hulpbron. De afhankelijkheid daarvan is in Europa daarom nog nooit sterker geweest. In een snel veranderende wereld dragen jongeren de specifieke verantwoordelijkheid om de toekomst van Europa gestalte te geven. Het is een bijzondere uitdaging om hun door middel van onderwijs een goede start te bieden. Immigratie en integratie 217. Migratie binnen de EU en immigratie van buiten Europa zijn een realiteit. Al eeuwen lang hebben ze Europa verrijkt. De Europese economie heeft er belang bij om goed gekwalificeerde werknemers vanuit de hele wereld aan te trekken, maar immigratie moet niet worden gezien als het enige antwoord op demografische uitdagingen. De uittocht van hogeropgeleiden moet worden voorkomen. De bevoegdheid om te beslissen over wie wel en wie geen toegang krijgen tot de nationale arbeidsmarkt ligt bij de lidstaten. Het zal bovendien altijd nodig blijven om asiel te verlenen aan mensen die elders worden vervolgd. Immigranten en vluchtelingen moeten worden behandeld op basis van eerbiediging van mensenrechten. 218. Wij geloven dat het absoluut noodzakelijk is om ook de problemen aan te kaarten die het gevolg zijn van een gebrek aan integratie en van illegale immigratie, in het bijzonder ten aanzien van de opkomst van “parallelle samenlevingen” van immigranten die de kernwaarden uit onze constituties, zoals de vrijheid van het individu en de gelijkheid van mannen en vrouwen voor de wet niet naleven. Mensenrechten, vrijheid en tolerantie moeten binnen elke culturele en godsdienstige gemeenschap in Europa worden
22
geëerbiedigd. Nergens in de EU mag een vrijhaven worden geboden aan sektarische gerechtelijke stelsels. 219. Immigranten dienen de taal van het ontvangende land te beheersen dan wel te leren en kennis te hebben van de geschiedenis en karakteristieken van hun nieuwe omgeving, zich aan de wet te houden en respect te tonen voor het culturele erfgoed en de onderliggende waarden van dat land en hun burgerrechten en -plichten in hun lokale en nationale gemeenschap uit te oefenen. Dit is in de eerste plaats bedoeld om alle immigranten in staat te stellen om hun rechten ten volle uit te oefenen. Aan de andere kant zal de EVP alle vormen van discriminatie van immigranten bestrijden. Mensen hebben het recht om hun eigen godsdienst en cultuur te beleven zolang de wet wordt nageleefd. Gettovorming door etnische groeperingen dient te worden aangepakt. De mogelijkheid om te werken vormt een belangrijk aspect voor inburgering in een samenleving. Voorzieningen voor samenwerking en ontmoetingen tussen immigranten en hun gezinnen enerzijds en medeburgers van de ontvangende landen anderzijds moeten worden gestimuleerd. 220. Het creëren van een gemeenschappelijk asielbeleid is een doelstelling waartoe alle lidstaten van de EU zich hebben verbonden. Een dergelijk beleid dient echter voort te bouwen op bestaande regels ten aanzien van het Europees asielbeleid. Dit beleid moet tevens solidariteit tonen met lidstaten waarvan de nationale asielopvang onder bijzondere en onevenredig grote druk staan, met name vanwege hun geografische ligging of hun demografische situatie. In het geval van oorlog of rampen, zowel natuurlijke als door de mens veroorzaakte, dienen de EU en haar lidstaten voorzieningen te treffen om degenen die internationale bescherming nodig hebben in de EU op te vangen. Zodra de situatie op het terrein dit toelaat, dienen zij te worden gestimuleerd om terug te keren. Economische, sociale en territoriale samenhang 221. Een wezenlijk kenmerk van de EU is samenhang, sociaal, territoriaal of economisch. Het beoogt de verwezenlijking van het principe van solidariteit en beklemtoont dat de maatschappelijke vrede enkel houdbaar is zonder grote of blijvende scheidingslijnen. Die samenhang kan worden gestimuleerd door verschillen tussen landen te overbruggen, door de grensoverschrijdende en territoriale samenwerking uit te breiden evenals de
23
samenwerking tussen regio’s binnen de landen te versterken. Zij kan ook worden gerealiseerd door het overwinnen van verschillen binnen onze samenlevingen op het vlak van maatschappelijke stand, etniciteit, nationale herkomst of leeftijd. Deze samenhang staat vandaag onder toenemende druk als gevolg van de groeiende ongelijkheid en armoede, die vaak gepaard gaan met stijgende werkloosheid vooral bij jongeren. 222. De uitdagingen liggen nu vooral op nationaal niveau, waar een halt moet worden toegeroepen aan het ontstaan van een nieuwe onderklasse. De grootste dreiging voor de maatschappelijke
samenhang
binnen
onze
samenlevingen
ontstaat
wanneer
werkloosheid, gebrek aan onderwijs en immigranten zich concentreren in bepaalde buurten of wijken, wat maar al te vaak leidt tot verpaupering van hun leefomgeving, radicalisering, drugsverslaving, geweld en criminaliteit. Bovendien dienen overheden en sociale partners ook steeds alerter te zijn voor het verschijnsel van armoede zelfs bij diegenen
die
werken
en
bij
ouderen.
Hoewel
dit
in
de
eerste
plaats
de
verantwoordelijkheid is van nationale en plaatselijke overheden, daarbij ondersteund door initiatieven vanuit het maatschappelijk middenveld en zelfhulpbewegingen, kan ook de EU haar steentje bijdragen tot het oplossen van deze problemen door voorwaarden te scheppen voor werkgelegenheid en economische groei, evenals door gebruik te maken van haar coördinerende competenties op het gebied van de bestrijding van misdaad en verdovende middelen. 223. Naast de economische en sociale dimensie heeft samenhang ook een territoriale dimensie. Territoriale samenhang ondersteunt een versterkte concurrentiekracht tussen landen en regio's. 224. De EVP wil tevens meer aandacht besteden aan het probleem van vroegtijdige schoolverlating en gebrek aan onderwijs bij de jongere generatie. Hier is voor de EU een belangrijke doch subsidiaire rol ten aanzien van de lidstaten weggelegd en zij zou bijvoorbeeld ondersteuning moeten bieden aan programma's op het gebied van onderwijs, mobiliteit en levenslang leren. 225. De EVP bekrachtigt opnieuw haar inspanningen om het recht van iedere mens op onderwijs en de vrijheid van ouders inzake de schoolkeuze te bevorderen.
24
Verdieping van het ethische debat 226. Technologie speelt een steeds grotere rol zowel bij de aanvang als aan het einde van een mensenleven. De morele consequenties van onze beslissingen voegen nieuwe dimensies toe aan onze politieke, maatschappelijke en persoonlijke keuzes. Op hetzelfde moment vergen deze nieuwe mogelijkheden om de implicaties van ons gedrag en onze beslissingen voor de komende generaties te meten een ongekende afweging van huidige versus toekomstige consequenties. 227. De EVP bekrachtigt opnieuw haar visie over de menselijke persoon, het menselijk leven en de geschapen wereld zoals deze staan omschreven in ons basisprogramma dat in 1992 in Athene is aangenomen en in onze verklaring “Een Unie van waarden” in Berlijn in 2001. Niet alle aspecten van technologische ontwikkelingen en ethische vragen komen in deze documenten aan bod. Daarom moeten nieuwe technologieën steeds opnieuw worden beoordeeld aan de hand van de beginselen die in deze documenten staan weergegeven. Technologische vernieuwingen moeten altijd gepaard blijven gaan met een systematisch en ondersteunend ethisch debat. De EU moet geen fondsen ter beschikking stellen van technologieën die duidelijk in strijd zijn met de waarden die in bovenvermelde documenten werden geformuleerd. Op andere gevoelige gebieden dient financiering door de EU te worden vergezeld van onderzoek naar gerelateerde ethische aspecten. 228. Het menselijk leven dient vanaf de geboorte tot aan het natuurlijke einde te worden beschermd. Genetisch ingrijpen aan het begin van het mensenleven moet beperkt blijven tot interventies met het oog op de genezing van ziekten. Een selectie van kunstmatige menselijke
embryo's
aanwenden
voor
onderzoeksdoeleinden
of
commerciële
toepassingen moet in de hele EU worden verboden. Ook dient er een verbod te komen op advertenties voor abortus en euthanasie. De rol van politieke partijen 229. Politieke partijen zijn een onmisbaar onderdeel van de vertegenwoordigende democratie. Ze spelen een doorslaggevende rol bij de vertegenwoordiging van algemene, particuliere en wijdlopige belangen van mensen, bij het ter verantwoording roepen van overheidsinstellingen, bij het betrekken van mensen bij het politieke proces en bij het
25
bevorderen van democratische idealen. Daarom dienen politieke partijen zowel de gelijkheid tussen mannen en vrouwen te bevorderen als te zorgen voor verscheidenheid op hun kieslijsten en in al hun interne organen. Politieke partijen op nationaal en Europees niveau dienen zich voor wat hun organisatie en functioneren betreft te houden aan de regels van interne democratie. Bovendien moeten ze waakzaam blijven voor ideologieën en groeperingen die zich tot doel stellen om de erfenis van vreedzame politieke samenwerking en democratie, die in Europa is bereikt, teniet te doen. 230. Politieke partijen spelen een sleutelrol bij het samenbrengen van burgers en overheid. De vertegenwoordigende democratie vormt de brug tussen burgers en overheid. Ook op Europees niveau zijn politieke partijen onmisbaar bij het dichter bij elkaar brengen van burgers en de Unie en bij het verbinden van het Europese besluitvormingsproces met de participatie van de basis van het electoraat. Op basis van een combinatie van vrijwillige bijdragen en financiering door de Unie dienen deze Europese partijen de beschikking te hebben over de middelen om eigen onderzoek te laten verrichten door onafhankelijke denktanks, om campagnes voor de Europese verkiezingen te voeren en om toegang tot de media te verkrijgen. 231. De steeds grotere rol van besluitvorming op Europees niveau dient gepaard te gaan met toezicht op en uitbreiding van de integriteit, transparantie en onafhankelijkheid van Europese beleidsvormers en parlementsleden. Financiële bijdragen moeten zonder meer transparant zijn. 232. De EVP zal permanent actief werken aan het verkrijgen en versterken van het vertrouwen onder de burgers, door met hen in gesprek te gaan, door aanwezig en transparant te zijn en door verantwoording af te leggen. De EVP streeft naar een diepere integratie met de partijen die deel uitmaken van de EVP op basis van subsidiariteit, terwijl zij er tevens naar streeft het volledige potentieel van institutionele beleidsvorming van de Unie te realiseren. Tegelijkertijd dient de EVP in te spelen op de veranderingen in de onmiddellijke omgeving van Europa en de politieke krachten in deze landen die dezelfde fundamentele waarden delen, ondersteuning te blijven bieden. 233. De EVP stimuleert en ondersteunt de actie van haar parlementaire fracties in elke Europese organisatie, in de EU, de Raad van Europa, de OVSE en de NAVO.
26
Bescherming van nationale minderheden 234. Autochtone nationale minderheden en traditionele minderheden zoals hier bedoeld zijn groepen die al generaties lang in hetzelfde gebied woonachtig zijn terwijl nationale grenzen zijn verschoven. Hun rechten en inspanningen om eigen culturele tradities te behouden en om hun eigen taal te spreken moeten door de natiestaten worden geëerbiedigd en bevorderd, zoals ook de minderheden de constitutionele orde van het land waarvan zij burger zijn dienen te eerbiedigen. De EU, met duidelijke verplichtingen om op coöperatieve wijze problemen op te lossen, zowel door minderheden als door nationale overheden, moet helpen bij het beantwoorden van deze complexe kwestie, die in de Europese geschiedenis dikwijls aan de basis van conflicten heeft gelegen. 235. Wij menen dat de EU gaandeweg een verzameling wettelijk bindende communautaire normen en standaarden voor de bescherming van personen en gemeenschappen die behoren tot een minderheid kan ontwikkelen. Terzelfder tijd kan zij positieve maatregelen en te implementeren beleidsinstrumenten stimuleren teneinde tot een minderheid behorende personen en groepen te beschermen. Het principe om beste praktijken te delen, ligt aan de basis van een concrete en efficiënte Europese strategie voor autochtone nationale minderheden en traditionele minderheden. Het belang van de regio's 236. De EVP ondersteunt de bijdrage van het Comité van de regio's als een politieke vergadering en als een institutioneel orgaan van de EU, dat de belangen van regio's en steden verdedigt. Het Verdrag van Lissabon heeft de rol van de regio's en de lokale overheden binnen de EU versterkt alsmede de institutionele rol van het Comité van de regio's in het gehele wetgevende proces. De EVP bepleit en koestert een sterke positie van de regio's als cruciale component van de EU om te beantwoorden aan de vitale behoefte om het democratisch tekort binnen de EU te verkleinen. Zij spelen een belangrijke economische, culturele en maatschappelijke rol en overstijgen soms de landsgrenzen van de betreffende lidstaten. Wij zien de stimulering van de regio's en de lokale overheden alsmede hun samenwerking in veel opzichten als een toegevoegde waarde in het proces van Europese integratie.
27
Vrijheid in het internettijdperk 237.
De
recente
ontwikkelingen
op
het
gebied
van
informatie-
en
communicatietechnologie, vooral wat sociale media op het internet betreft, beïnvloeden ons leven en onze samenlevingen op ongekende wijze. Dit heeft geleid tot het ontstaan van een mondiaal maatschappelijk middenveld en onze mogelijkheden voor economische groei vergroot door middel van innovatie en de ontwikkeling van een digitale éénheidsmarkt, alsmede voor de vrijheid van meningsuiting en ongehinderde toegang tot informatie. Tegelijkertijd zijn er nieuwe bedreigingen ontstaan voor intellectueel eigendom, persoonlijke privacy en persoonlijke integriteit. De EVP staat voor een redelijk evenwicht tussen persoonlijke vrijheid en maximale creativiteit en regelgeving om cybercriminaliteit en elk misbruik van digitale technologieën tegen te gaan, waaronder ook inbreuk op rechten van intellectueel eigendom, terwijl zij tegelijkertijd ook het ontwikkelen van nieuwe zakelijke modellen in de digitale omgeving wil stimuleren. Ook op het internet dienen de mensenrechten te worden geëerbiedigd. Dat omvat het persoonlijke recht op gegevensveiligheid. De bescherming van persoonlijke gegevens op het internet mag alleen worden opgeheven als er sprake is van criminele activiteiten. 238. Technologische ontwikkelingen hebben een ingrijpend effect op het politieke proces. In combinatie met maatschappelijke ontwikkelingen heeft dit bijgedragen tot een ongekende versnelling van politieke ontwikkelingen, tot een afnemende langdurige binding van
kiezers
aan
één
partij
en
daarmee
tot
een
toegenomen
grilligheid
en
onvoorspelbaarheid alsmede een verzwakking van grote volkspartijen. De EVP en de partijen die bij haar zijn aangesloten zullen hier rekening mee moeten houden en constant moeten werken aan hun vaardigheden om gebruik te maken van de technologische mogelijkheden en tegelijkertijd de persoonlijke communicatie met de kiezers in stand te houden en de politiek dichter bij de burgers te brengen. Bij deze communicatie dient sprake te zijn van tweerichtingsverkeer. Met name de mogelijkheid van communicatie van gewone kiezers tot de partijtop moet worden vergroot. Tegelijkertijd kan niets het op de rechtsstaat gebaseerde democratische meerpartijenstelsel vervangen. De EVP zal haar leden aanmoedigen om de mogelijkheden van het internet voluit te benutten als hulpmiddel om het politieke proces open te breken en om burgers, die tot dusverre niet betrokken zijn, te bereiken. Sociale media spelen hierin een rol.
28
Deel III. De Europese Unie
De EU - Een Unie van Waarden 301. De volkeren van Europa zijn in de loop van vele eeuwen geëvolueerd tot onderscheiden en zelfbewuste naties. Ondanks hun nationale verschillen hebben ze nog steeds een gedeelde culturele erfenis, die teruggaat op de Hebreeuwse profetieën, de Griekse filosofie en het Romeinse recht, in harmonie met elkaar gebracht en aangevuld door de christelijke boodschap en de joods-christelijke waarden. Het concept van de natiestaat is in alle stadia van culturele ontwikkeling intact gebleven: de Renaissance, de Verlichting en de moderniteit. De natiestaat als vorm van politieke organisatie en manier van leven is een voorbeeld geworden voor de hele wereld. 302. We staan voor enorme uitdagingen die de landsgrenzen van de natiestaten overstijgen en die vragen om een oplossing op Europees niveau. Het Europese project, een steeds hechtere unie van verenigde natiestaten, beoogt niet de ontbinding van de natiestaten van Europa, maar is een noodzakelijke voorwaarde om nationalisme, dat onze burgers zoveel kwaad heeft gedaan, te vermijden en om de burgers de reële mogelijkheden
terug
te
geven
om
zich
te
kwijten
van
hun
belangrijkste
verantwoordelijkheden. Europese integratie is een noodzakelijke voorwaarde voor het oplossen van de fundamentele problemen waarmee onze naties worden geconfronteerd en als zodanig de doorslaggevende doorbraak in de geschiedenis van ons continent. Op de puinhopen van de Tweede Wereldoorlog en losgeworsteld uit de greep van totalitarisme heeft de Europese integratie de burgers van de EU blijvende vrede, vrijheid, stabiliteit en welvaart gebracht. Wij, Europeanen, kunnen er trots op zijn dat we in onze recente geschiedenis deze gemeenschappelijke aanpak hebben weten te realiseren. 303. Bovendien heeft de Europese manier van vreedzame samenwerking en integratie zich ontwikkeld tot een voorbeeld voor andere regio's in de wereld. Dit schept voor ons de basis om de waarden te bevorderen die Europese samenlevingen kenmerken en inmiddels een lange geschiedenis hebben, te weten vrede, vrijheid, democratie, gelijkheid tussen vrouwen en mannen, de rechtsstaat, tolerantie en particulier bezit gebaseerd op de sociale markteconomie.
De
EU en haar lidstaten moeten, samen met
onze
29
transatlantische
partners
en
andere
internationale
spelers
die
dezelfde
gemeenschappelijke waarden delen, blijven opkomen voor die waarden, die de grondslag vormen voor onze samenlevingen en die hebben bijgedragen tot democratie, mensenrechten en de internationale rechtsorde. Wij moeten onze inspanningen opvoeren om democraten over de hele wereld die onze hulp nodig hebben, te ondersteunen en om autoritaire en fundamentalistische ideologieën te bestrijden. 304. Het succes van de toekomst van de EU blijft gewaarborgd indien alle Europese lidstaten en de Europese instellingen een gemeenschappelijke gerichte en coherente visie voor de toekomst hebben. De EVP is van mening dat de bevordering van het Europese model cruciaal is als we willen dat Europese waarden impact hebben in een snel veranderende wereld. De EVP blijft zich inzetten voor de idee van politieke integratie van de EU. Deze idee heeft zich historisch ontwikkeld; vandaag de dag blijft zij het beste antwoord op de uitdagingen van de toekomst, zoals globalisering, migratie, nieuwe veiligheidsdreigingen, klimaatverandering en energiezekerheid. Het is nu onze taak om de EU aan te passen aan de werkelijkheden en behoeften van de 21ste eeuw door de juiste prioriteiten te stellen en door de EU dichter bij de burgers te brengen. Europa in een geglobaliseerde wereld 305. Uit de toenemende verstrengeling van onze samenlevingen en economieën volgt de noodzaak
van
Europese
actie,
niet
alleen
om
een
interne
markt
en
een
rechtsgemeenschap tot stand te brengen, maar ook om vrijheid, gelijke kansen, solidariteit en duurzaamheid te versterken daar waar de natiestaat alleen dit niet zelf meer ten volle kan waarborgen. De EU dient zich echter ook, in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel, te beperken tot die taken die niet in toereikende mate op een lager niveau, maar wel beter op Europees niveau kunnen worden aangepakt. Een slanke EU is gebouwd op zelfbestuur door lokale en regionale overheden en de identiteit en rol van de natiestaten. De EU is geen staat maar werkt met instrumenten van een federale unie op die beleidsterreinen waar de lidstaten haar de bevoegdheden heeft overgedragen. 306. In overeenstemming met de toewijding aan Europa, die christendemocraten vanaf het prilste begin aan de dag hebben gelegd, roept de EVP op tot een geleidelijke maar ook vastberaden beweging naar een werkelijke politieke unie, aan de hand van de
30
fundamentele lijnen die in 1992 in Athene in het basisprogramma zijn aangenomen, en tijdens de daaropvolgende congressen zijn bevestigd. Wij willen een Europese politieke unie. De EU zal in de komende jaren een fundamentele hervorming moeten ondergaan. De Unie en de lidstaten zullen meer bevoegdheden gezamenlijk uitoefenen. 307. De institutionele opzet van de EU moet verder worden ontwikkeld rondom haar basisbeginselen. Dit vergt van de Europese instellingen dat ze alle burgers en alle lidstaten gelijke aandacht moeten schenken. Zij heeft democratisch representatieve instellingen nodig inclusief een effectiever Europese Commissie, alsmede een mechanisme ter waarborging van beter economisch bestuur in het hart van de Unie. De medebeslissingsprocedure tussen de Raad van Ministers en het Europees Parlement moet transparanter worden. De Raad van Ministers moet als tweede kamer in het openbaar over wetgeving beslissen. Zij moet een grotere mate van participerende democratie toelaten, hetgeen nieuwe vormen van directe interactie tussen burgers en de Europese instellingen, zoals het burgerinitiatief, inhoudt. De rechtstreekse verkiezing van de Voorzitter van de Europese Commissie is één van onze doelstellingen. Dit zou het waarneembaar democratisch tekort binnen de EU verminderen en een sterkere gemeenschappelijke identiteit onder de burgers van de EU creëren. 308. Het spreekt voor zich dat de EU, nu zij al ruim een halve eeuw een voorbeeld voor de wereld is van verzoening en welvaart voor het gehele Europese continent, betrokken moet zijn bij het opstellen van de regels en normen van het nieuwe internationale systeem. Zowel onze burgers als onze mondiale partners verwachten van Europa dat het de uitdagingen van de 21ste eeuw aangaat, een prominente en proactieve rol speelt in internationale
onderhandelingen,
levensvatbare
innovatieve
voorstellen
doet,
verantwoordelijkheid neemt en Europese waarden over de hele wereld bevordert. Echter, om een effectief en tijdig antwoord te hebben op deze nieuwe roeping en de mondiale uitdagingen die dit met zich meebrengt, moet Europa met één stem kunnen spreken en optreden als één entiteit. 309. Een geglobaliseerde wereld vraagt om een mondiaal bestuur. Het is daarom absoluut noodzakelijk dat internationale organisaties worden versterkt opdat zij beter kunnen reageren op machtsverschuivingen in de wereld. De Verenigde Naties (VN) met name hebben de grootste legitimiteit om mondiale problemen aan te pakken en op te lossen.
31
Ook voor het Internationaal Monetair Fonds (IMF) zou een sterkere rol moeten worden weggelegd aangezien deze instelling bijdraagt tot meer stabiliteit en zekerheid op de internationale financiële markten. De versterking van de Wereldhandelsorganisatie (WHO) is van fundamenteel belang voor de mondiale welvaart en helpt conflicten bezweren die ontstaan als gevolg van uiteenlopende nationale belangen. Het wegnemen van barrières en een betere toegang tot de wereldmarkt moeten vergezeld gaan met vastberaden inspanningen voor een doeltreffender internationale samenwerking op het gebied van de regelgeving. 310. De nieuwe mondiale werkelijkheid vereist ook de hervorming van bestaande en/of de oprichting van nieuwe instellingen. Flexibele instellingen, zoals de G20, winnen aan belang en onderstrepen het toegenomen gewicht van opkomende economieën in Azië, Latijns- Amerika en Afrika. 311. Om onze economieën te versterken en als gevolg daarvan onze internationale aantrekkingskracht op te bouwen en Europa neer te zetten als een sterke mondiale speler is betere coördinatie en integratie van nationaal economisch en budgettair beleid vereist. Dit zal in Europa een herleving van economische activiteit en jobcreatie betekenen. Een periode van economische moeilijkheden kan alleen worden overwonnen door middel van vastberaden stappen op het vlak van de Europese integratie. Dit is van belang niet alleen om groei te waarborgen maar ook voor de stabiliteit van de euro. De gemeenschappelijke markt en de gemeenschappelijke munt kunnen het best worden ondersteund door middel van gemeenschappelijke politieke besluitvorming. 312. Wij menen dat de economische dynamiek van Europa niet alleen verenigbaar is met sociale verantwoordelijkheid, maar, sterker nog, er een noodzakelijke voorwaarde voor is. Er kan geen sprake zijn van sociale samenhang en politieke stabiliteit als er niet ook tegelijk sprake is van duurzame economische ontwikkeling en een krachtig antwoord op fraude, belastingontduiking en witwaspraktijken. Economische en politieke integratie van Europa zijn doelstellingen waarbij alle Europese burgers baat hebben. Deze doelstellingen dienen te worden nagestreefd met de bestaande Europese verdragen en onder eerbiediging van Europese regels, het gelijkheidsbeginsel, de communautaire benadering en actieve ondersteuning van de burgers.
32
313. Een sterkere betrokkenheid van de EU bij de preventie van internationale crisissen, het ondersteunen van democratische ontwikkeling, het bestrijden van fundamentalistisch terrorisme en conflictoplossing zijn van het uiterste belang. Europa moet kunnen bijdragen tot evenwichtige en levensvatbare diplomatieke oplossingen. 314. De EU moet beter bekwaam zijn om politieke prioriteiten te stellen en na te streven. Zij moet mondiaal blijven optreden in situaties waar ze een nuttige rol kan vervullen. Wij zijn er ook van overtuigd dat de EU ten volle de mogelijkheden moet benutten die worden geboden in het Verdrag van Lissabon om haar buitenland- en veiligheidsbeleid te versterken. Het versterken van het gemeenschappelijk buitenland- en veiligheidsbeleid, alsmede van het veiligheids- en defensiebeleid, ter aanvulling op het transatlantische bondgenootschap, alsook de actieve en gezamenlijke verdediging van mensenrechten en de bestrijding van armoede op mondiale schaal in internationale betrekkingen zullen cruciaal zijn voor de verdere ontwikkeling van de EU. Ook dient de EU te beschikken over betere operationele mogelijkheden op het gebied van defensiebeleid. Het is een centrale doelstelling om te komen tot een bijzonder hechte vorm van samenwerking tussen de EU en de NAVO. Dit laat het specifieke karakter van het veiligheids- en buitenlandbeleid van bepaalde lidstaten echter onverlet. 315. Hoewel de kans op een aanval op Europees grondgebied met conventionele wapens klein is, dient de EU op haar hoede te blijven en haar inspanningen op het gebied van non-proliferatie van massavernietigingswapens, terrorisme, georganiseerde misdaad en regionale conflicten te versterken. Derhalve dient de EU samen te werken met partners en overeenkomsten te bevorderen die het regionale evenwicht bewaren. Tegelijkertijd dient de EU haar inspanningen op te voeren om de risico's van energieafhankelijkheid, klimaatverandering, piraterij en ongecontroleerde handel in conventionele wapens ongedaan te maken. 316. Ter versterking van de diplomatieke inspanningen en de vastberadenheid van de EU om de vrede op het continent te bewaren en om stabiliteit en democratie over de hele wereld te waarborgen, moeten de EU en haar lidstaten beschikken over effectieve militaire mogelijkheden. De EU moet ook haar inspanningen opvoeren voor gemeenschappelijke aanbesteding,
specialisatie,
onderzoek
en
ontwikkeling
en
opleiding
om
de
doeltreffendheid van haar militaire mogelijkheden te vergroten. De financiële en
33
economische crisis dwingt ons onze begrotingsefficiency radicaal te verbeteren, de positieve effecten van civiele en militaire synergieën te realiseren, en militaire en civiele middelen samen te brengen en te delen. Dit is ook van belang met het oog op de nieuwe verantwoordelijkheden contraterrorisme,
op
alsmede
het
gebied
van
vredehandhaving,
bedreigingen
van
onze
crisisbeheer
conventionele
transport-
en en
communicatiemiddelen. Het versterken van onze defensie tegen cyberdreigingen via verbeterde samenwerking op Europees niveau is van bijzonder belang en vormt een aanvulling op reeds bestaande NAVO-mogelijkheden op dit gebied. 317. De EU heeft ook een sterk belang in en verantwoordelijkheid voor haar naaste geografische buren. Het Europees nabuurschapsbeleid bestrijkt landen van het Middellandse Zeegebied tot aan het Zwarte Zee-gebied en de Kaukasus, maar eerbiedigt tevens het unieke karakter van elk land. Het proces van stabilisatie en democratisering in de naburige landen heeft een hoge prioriteit en draagt bij tot het versterken van hun eigen stabiliteit, veiligheid en welzijn en tot die van de EU. Met het oog op de opstand tegen autoritair bewind en barre economische omstandigheden in Noord-Afrika en het MiddenOosten dient de EU haar instrumentarium te versterken om de overgang naar democratie en een sociale markteconomie in deze landen te ondersteunen teneinde de stabiele en veilige zone rondom haar te vergroten en tevens aandacht te schenken aan de staat van de democratie en economie bij de oostelijke buurlanden. Dit omvat politieke dialoog, handel, ontwikkelingshulp en de ondersteuning van het maatschappelijk middenveld. Er dient in dat opzicht speciale aandacht te worden geschonken aan de jongeren in die regio via Europese uitwisselingsprogramma's en onderwijsvoorzieningen. Onze steun aan de vrijheidsbewegingen in het Midden-Oosten en Noord-Afrika gaat hand in hand met een sterke inzet voor een speciaal partnerschap tussen de EU en Israël. De EU dient zich in te zetten voor de stabilisatie van vrede in het Middellandse-Zeegebied. Wij dienen een beleid van dialoog na te streven met het oog op een betere eerbiediging van fundamentele mensenrechten om zo de Europees-Mediterraanse gemeenschap te versterken. 318. Derhalve is het Europese nabuurschapsbeleid versterkt met benaderingen op maat van de specifieke situatie van elk partnerland in het belang van de EU en onze buurlanden. Wij zijn ervan overtuigd dat een effectiever samenwerking van de EU met deze landen, en met meer aandacht voor mensenrechten, godsdienstvrijheid en andere fundamentele vrijheden, democratie, de rechtsstaat en goede betrekkingen met
34
buurlanden op basis van een duidelijkere voorwaardelijkheid, ook de stabiliteit en veiligheid van het omliggende gebied zal verbeteren. De EVP erkent de bijdrage die het Europese nabuurschapsbeleid kan leveren voor de landen die te maken hebben met een instroom van immigranten afkomstig uit conflictgebieden in de nabije omgeving van de EU. 319. Het Oostelijk partnerschap van de EU verdient bijzondere aandacht. Wij dienen derhalve ons instrumentarium ter bevordering van democratie en mensenrechten te verfijnen en meer de nadruk te leggen op goed bestuur, maatregelen ter bestrijding van corruptie en de rechtsstaat. Historisch gezien hebben de landen van het Oostelijk partnerschap altijd sterke banden onderhouden met de rest van Europa en delen zij onze democratische waarden en culturele erfgoed. De moeizame geschiedenis van deze regio, waar men maar al te vaak een onafhankelijkheidsstrijd heeft moeten voeren, vereist een speciale inzet van onze kant om deze landen bij te staan op een nauwgezette en praktische manier. Deze ondersteuning dient niet alleen bij te dragen tot de versterking van de Europese waarden maar ook tot het opbouwen van functionerende democratische structuren in de landen van het Oostelijk partnerschap en tot het versterken van hun economieën. Vanuit strategisch perspectief zal dit hen ook ondersteunen om hun soevereiniteit en territoriale integriteit opnieuw te bekrachtigen en hun onafhankelijkheid van hun sterkere buren, hetzij van politieke hetzij van economische aard, opnieuw te doen gelden. Bovendien zal op de langere termijn het verstevigen van hun banden met de EU ook in het voordeel werken van de EU-landen. Wij blijven het beginsel “meer voor meer” ondersteunen voor wat betreft het leveren van financiële bijstand en blijven vooruitgang belonen. 320. De Arctische regio wordt steeds belangrijker, vanuit economisch oogpunt maar ook gezien de noodzaak van meer samenwerking bij het benutten van onlangs geopende zeeroutes, de bescherming van het milieu en vele andere belangrijke kwesties. Daarom dient de EU een samenhangend beleid ten aanzien van het Arctische gebied te formuleren. 321. Hoewel het transatlantisch samenwerkingsverband steeds meer onder druk komt te staan vanwege de opkomende machtscentra in Azië en Latijns-Amerika, zal het volgens de meeste criteria een van de krachtigste pijlers van een multilateraal systeem blijven. Het kader van de betrekkingen tussen de EU en de VS blijft de hoeksteen van ons extern
35
beleid. Er dienen stappen te worden ondernomen om deze betrekkingen te verstevigen en er
moet
worden
gezocht
naar
manieren
waarop
het
transatlantisch
samenwerkingsverband op basis van onze gedeelde waarden en overtuigingen de nieuwe mondiale uitdagingen kan aanpakken. Het totstandbrengen van een transatlantische markt zonder
belemmeringen
samenwerkingsverband
zou kunnen
zo'n
basis
bieden en
voor zorgen
een
versterkt
transatlantisch
voor economische groei en
werkgelegenheid. 322. Voor wat Rusland betreft, het grootste buurland ten oosten van de EU, is het van belang om nauwe en vergaande betrekkingen te ontwikkelen om samen te werken in kwesties van gemeenschappelijk belang, zoals stabiliteit buiten de oostgrenzen van de EU, energiezekerheid en internationale aangelegenheden. Daarom moet er een open en realistische dialoog worden gevoerd met Rusland over prioriteitskwesties. Eerbiediging van mensenrechten en fundamentele vrijheden moeten een prominente plaats op de agenda behouden. Bij de formulering van beleid met betrekking tot Rusland dient de EU derhalve rekening te houden met de situatie in de gemeenschappelijke buurlanden. De EU dient pogingen om Europa op te delen in invloedssferen of -zones van ongelijke soevereiniteit en veiligheid te weerstaan en tegelijkertijd te werken aan een brede agenda om democratie, mensenrechten en de rechtsstaat, die tevens de economische aantrekkingskracht vergroot en buitenlandse investeringen aantrekt, te bevorderen. 323. Europa is een mondiale speler en moet op een open en constructieve wijze omgaan met opkomende economische machten maar ook al hun activiteiten op het internationale podium kritisch volgen. Europa dient geprivilegieerde betrekkingen te onderhouden met die landen in Azië, Latijns-Amerika en Afrika die onze waarden delen. De EU dient bovendien strategische partnerschappen te sluiten met opkomende machten, die hun toenemende mondiale verantwoordelijkheden dienen te aanvaarden. 324. Het is van wezenlijk belang dat de EU haar veiligheidsstrategie herziet en haar energiebeleid integreert in haar buitenlandbeleid jegens derde landen teneinde een strategisch extern beleid met belangrijke partnerlanden te formuleren. Zij dient een benadering te ontwikkelen ten aanzien van klimaat- en energiebeleid die de energiezekerheid van de EU vergroot, met inbegrip van toegang tot natuurlijke hulpbronnen en grondstoffen, en tegelijkertijd haar concurrentiekracht en interne
36
energiemarkt te versterken. De voltooiing van het trans-Europese energienetwerk en de ontwikkeling van nieuwe bronnen en routes moet een prioriteit zijn voor de energiezekerheid van de EU. Wij zetten ons in voor een efficiënt beheer van onze natuurlijke hulpbronnen en voor de transformatie van Europa in een sterke energieefficiënte en koolstofarme economie. Bovendien is de onderhandelingspositie van de EU gunstiger en sterker als zij spreekt met één stem en onderling technologische know how deelt. De EU dient derhalve haar leidende positie op het gebied van de bestrijding van klimaatverandering en opwarming van de aarde te bestendigen, maar ook de effecten daarvan
het
hoofd
te
bieden.
Wij
dienen
voortdurend
onze
productie-
en
consumptiepatronen aan te passen en onze internationale en diplomatieke agenda daarmee in overeenstemming te brengen. 325. Toenemende illegale migratiestromen, de handel in illegale wapens, de handel in verdovende middelen, mensenhandel en internationaal terrorisme vormen uitdagingen die de geglobaliseerde wereld met zich meebrengt. Europa moet haar grenzen beschermen en een evenwicht zien te vinden tussen het minimaliseren van de dreiging van misdaad en het maximaliseren van gemak en comfort voor reizigers. De EU is een gebied waar vrijheid, gerechtigheid en veiligheid heersen. Dit vraagt om duidelijke structuren ter ondersteuning van slachtoffers van misdaad en hun rechten. Aangezien de misdaad zich nu vrijelijk over interne grenzen kan verplaatsen, is het van belang dat de EU een actieve rol speelt door het coördineren van taken tussen de lidstaten teneinde op te komen voor de rechten van slachtoffers. Verhoging van de veiligheid van de buitengrenzen door Frontex verder uit te bouwen en intensivering van gezamenlijke operaties tussen lidstaten is een dringende noodzaak, evenals de oprichting van een Europese kustwacht. De EU moet ook op doeltreffende wijze samenwerken met de grensbewakingsautoriteiten van externe landen, met name van die landen waarvan is vastgesteld dat zij een bron of doorgangsroute vormen voor illegale immigratie. Teneinde het aantal vluchtelingen in lidstaten van de EU niet buitensporig te laten oplopen, moet de EU meer humanitaire hulp bieden aan lokale gemeenschappen in derde landen die vluchtelingen welkom heten en zich richten op het bestrijden van armoede en instabiliteit in hun wortels. 326. Het is in onze tijd onaanvaardbaar dat wereldwijd anderhalf miljard mensen honger lijden en onder de armoedegrens leven. Europa moet een leidende rol blijven spelen bij de intensivering van mondiale ontwikkelingssamenwerking, armoede blijven bestrijden en
37
economische en sociale ontwikkeling blijven ondersteunen in Afrika en in de onderontwikkelde landen elders. De afwezigheid van democratie en mensenrechten vormt in verschillende regio's een belangrijk obstakel voor economische en sociale ontwikkeling. De EU moet democratie, dialoog en ondersteuning tot de belangrijkste prioriteiten in haar betrekkingen met derde landen blijven rekenen. In ons gemeenschappelijk optreden dient de bevordering van landbouw en voedselproductie prioriteit te krijgen. Beleid op het gebied van milieu en gezondheid alsmede beleid voor beter onderwijs en de ontwikkeling van de fysieke infrastructuur zijn allemaal terreinen waarop de EU substantiële bijdragen zou kunnen leveren om de Millenniumdoelstellingen en bijgevolg een betere wereld te realiseren. Het EU-partnerschap met ons buurcontinent Afrika moet worden versterkt en effectiever worden. In het geval van de afronding van de bestaande overeenkomsten tussen de landen uit Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS) en de EU moeten we ervoor zorgen dat de centrale elementen daarvan worden opgenomen in nieuwe afzonderlijke samenwerkingsmechanismen met Afrika, de regio van de Stille Oceaan en het Caribisch Gebied. De EVP is ervan overtuigd dat de toepassing van de beginselen van de sociale markteconomie de ontwikkeling van armere en opkomende economieën het beste dient. Ondersteuning van deze ontwikkelingen moet voldoende ruimte
bieden
gouvernementele
voor
ondernemerschap
organisaties
en
en
moet
investeringen, het
coöperaties
combineren
van
en
niet-
persoonlijke
verantwoordelijkheid en solidariteit belonen. 327. De EU dient haar betrekkingen met de landen van Latijns-Amerika en hun volkeren te blijven ontwikkelen en zij dienen de vroegere donor-ontvanger-afhankelijkheid te overstijgen. Nu vele van die landen op weg zijn zelfvoorzienend en soms zelfs welvarend te worden, dienen wij, op basis van onze gemeenschappelijke waarden en wederzijdse banden, samen te werken op gebieden van wederzijds strategisch belang. De EU en beide Amerika's zouden moeten streven naar een strategisch partnerschap in de nieuwe mondiale orde. Wij bepleiten een humaan globaliseringsproces. 328. Wij zijn ervan overtuigd dat ingrijpende hervormingen op het gebied van de mondiale armoedebestrijding nodig zijn. De doeltreffendheid ervan zal niet alleen worden bepaald aan de hand van de omvang van onze bijdragen, inclusief de ambitie om 0,7% van het BNP voor ontwikkelingssamenwerking opzij te zetten maar ook door de samenhang van ons algehele ontwikkelingsbeleid en door coördinatie en specialisatie tussen afzonderlijke
38
lidstaten en de Commissie. In alle Europese overeenkomsten met derde landen moet de EU erop toezien dat er een degelijke “democratie- en mensenrechtenclausule” inclusief “godsdienstvrijheidsclausule” wordt opgenomen, die op doeltreffende wijze wordt geïmplementeerd. Mondiale eerbiediging van de vrijheid van godsdienst moet overal ter wereld
volledig
worden
geïmplementeerd.
In
buitenlandse
betrekkingen
dient
conditionaliteit een belangrijke rol te spelen. Wat kan Europa beter doen? Subsidiariteit en vermogen tot handelen 329. De Europese integratie is een enorm succesverhaal. Wij zijn vastbesloten om een oplossing te vinden voor de problemen waarmee de EU wordt geconfronteerd in tijden van economische en financiële crisis, waarbij de grondslagen van de EU onder grote druk kwamen te staan. Tot dusverre zijn deze grondslagen stevig en veerkrachtig gebleken, maar als politieke kracht moeten wij zien te waarborgen dat ze dit ook in de toekomst blijven. 330. Voor alle uitdagingen die voor ons liggen is het van doorslaggevend belang dat we reageren op de zorgen van onze burgers en dat we erin slagen hen volledig bij het proces te betrekken. Solidariteit en sociale, economische en territoriale samenhang zijn belangrijke doelstellingen van Europese integratie. Het succes van het gehele project hangt af van de steun van alle EU-burgers. 331. De EVP is ervan overtuigd dat er een duidelijke meerderheid in heel Europa een sterke EU wil die effectief problemen aanpakt op Europees niveau: die problemen, en alleen die problemen, die niet in voldoende mate kunnen worden aangepakt door de afzonderlijke lidstaten zelf. 332. Onze politieke methoden, die zijn gebaseerd op subsidiariteit en solidariteit, horen de beginselen te zijn waardoor onze samenlevingen zich laten leiden. Een duidelijker verdeling van bevoegdheden tussen Europese, nationale en subnationale niveaus, solidariteit en personalisme alsmede het versterken van de Europese eenheid en het spreken met één stem, zullen daarbij van doorslaggevend belang zijn. Alleen dan zullen we in staat zijn optimaal te reageren op mondiale, Europese, nationale, regionale en lokale uitdagingen.
39
333. Vele van deze uitdagingen zijn in al onze samenlevingen dringende problemen, zoals de dreiging van terrorisme, grensoverschrijdende criminele netwerken, illegale immigratie, mensenhandel, georganiseerde misdaad en grootschalige politieke corruptie. Sommige van
deze
uitdagingen
zijn
gemeenschappelijk,
zoals
economische
heropleving,
ondersteuning van onderzoek en opleiding, energiebeleid of gemeenschappelijke infrastructurele projecten en kunnen derhalve alleen op effectieve wijze worden aangepakt door de handen ineen te slaan. Economie, arbeidsmarkten, innovatie 334. De economie hoort er te zijn voor de mensen en niet andersom. In plaats van een reeks individuele en ad hoc-oplossingen is Europa meer gediend met een stabiel, samenhangend, ambitieus, op groei en op de lange termijn gericht economisch en financieel perspectief in tijden van crisis en daarna. Een primaire focus van dit economisch perspectief voor de lange termijn moet liggen op het scheppen van banen en het in stand houden van een hoog werkgelegenheidsniveau. 335. We geven hoge prioriteit aan het scheppen en behouden van hoogwaardige banen, gebaseerd op een hogere kwalificatie van onze bevolking. In dit opzicht blijven we voortdurend kleine en middelgrote ondernemingen (KMO’s) en ondernemerschap stimuleren als bron voor banen en groei. Het is van wezenlijk belang om ons te richten op belangrijke bedrijfstakken met een groeiend banenscheppend potentieel (zoals de groene economie, gezondheids- en maatschappelijke zorg, digitale economie). Concurrentie dient maatschappelijk duurzaam te blijven en schadelijke concurrentie tussen Europese werknemers uit te sluiten. De sociale dialoog dient een belangrijk mechanisme te blijven om de cohesie te versterken in tijden van structurele hervormingen. We dienen grotere inspanningen te verrichten om de relevantie van onze onderwijs- en opleidingssystemen te verbeteren in aansluiting op de toekomstige behoeften van de arbeidsmarkten. De rol van praktische vaardigheden in het secundair en hoger onderwijs dient te worden versterkt. Ook benadrukken wij het belang van de overgang van school naar kwaliteitsbanen voor onze jonge werknemers als maatregel om werkloosheid onder jongeren tegen te gaan. 336. De eenheidsmarkt vormt de ruggengraat van de EU; haar correct functioneren is de basis en het kader voor economisch herstel in Europa. We dienen ons er derhalve voor in
40
te zetten dat de wetgeving betreffende de eenheidsmarkt op correcte wijze wordt nageleefd door het bestuur ervan de versterken en tegelijkertijd de sociale dimensie ervan niet uit het oog te verliezen. Sterk leiderschap van de Europese instellingen en politieke verantwoordelijkheid van de lidstaten zijn nog steeds vereist om de resterende beperkingen van de vrijheden van de eenheidsmarkt weg te werken: het project is niet voltooid zolang burgers en bedrijven nog niet volledig kunnen profiteren van haar mogelijkheden. Arbeidsmobiliteit is in dit opzicht van zeer groot belang. De Europese eenheidsmarkt
vraagt
ook
om
Europese
octrooiwetgeving.
Voltooiing
van
de
eenheidsmarkt is van bijzonder groot belang voor de digitale economie. Of de eenheidsmarkt goed functioneert is enerzijds afhankelijk van de gezamenlijke inspanning van de lidstaten, die ervoor moeten zorgen dat de wetgeving betreffende de eenheidsmarkt volledig en tijdig wordt omgezet en geïmplementeerd, en anderzijds van de EU, die het lidstaten makkelijker moet maken om te voldoen aan het wettelijk kader. 337. De KMO’s vormen de ruggengraat van onze sociale markteconomie, aangezien zij de grootste bijdrage leveren in de EU op het gebied van het scheppen van banen. De Europese economie heeft behoefte aan gezonde KMO’s. KMO’s hebben nood aan een stabiel kader waarmee een level playing field wordt gecreëerd waarin marktfalen wordt aangepakt en waarin sprake is van sterk concurrentiebeleid. Onze politieke familie moet ijveren voor de creatie van een omgeving waarin KMO’s kunnen groeien en vernieuwen en waarin individuele mensen, in het bijzonder jonge mensen en vrouwen, enthousiast zijn om zelf een bedrijf op te zetten. Om dit te bereiken moeten de administratieve lasten, met name voor micro-ondernemingen, aanzienlijk en continu worden verminderd. KMO’s zullen hun groeipotentieel realiseren door middel van een betere toegang tot kapitaal en tot zowel de eenheidsmarkt als de internationale markt. Om de vruchten te plukken van hun innovatiepotentieel zullen KMO’s moeten worden gesteund bij het tot stand brengen van creatieve samenwerkingsverbanden tussen industrie en de academische wereld, aangezien synergieën van groot belang zijn voor creativiteit en toekomstige groei. Op die manier wordt het ondernemerschap een katalysator voor innovatie en duurzame ontwikkeling in Europa. 338. Met het oog op mondiale concurrentie moet Europa zijn jongeren, zijn creatieve mensen, zijn hardwerkende werkgevers en werknemers, zijn uitvinders en zijn
41
ondernemingen openlijk ondersteunen en aanmoedigen en moet Europa opnieuw een favoriete locatie worden voor alle nieuwe banenscheppende activiteiten. 339. Economisch beleid moet leiden tot stabiele overheidsfinanciën. De huidige generaties zouden het fundament voor een welvarende en stabiele economie voor toekomstige generaties moeten leggen. We moeten de overheidsfinanciën beschermen en de EU voorbereiden voor toekomstige uitdagingen. Daarom zeggen wij neen tegen beloften die zouden leiden tot ongedekte uitgaven. Economisch beleid zou moeten bestaan uit het opbouwen van overschotten, een evenwichtige begroting, een terugdringing van de overheidsschuld tot minder dan 60% van het BNP, zoals is vastgesteld door het Stabiliteits- en Groeipact, meer vrijhandel en concurrentie binnen de EU. Alle geledingen van de samenleving dienen op eerlijke en evenwichtige wijze de lasten te dragen. 340. Know-how is cruciaal voor economische groei en nieuwe werkgelegenheid. We moeten derhalve optimale voorwaarden scheppen om onze samenleving tot een kenniseconomie om te vormen. Investeringen in onderwijs en onderzoek vormen voor het realiseren van deze fundamentele doelstelling een essentieel element. Het toekomstige succes van de Europese economie zal worden bepaald door de gepaste financiële investeringen in deze sectoren. 341. De EU is nog altijd de grootste economische wereldmacht en er is geen enkele reden waarom Europa in de wereld niet zou leiden op het gebied van innovatie en wetenschap. Om de hoge levensstandaard te behouden dient de EU de anderen voor te blijven. In het algemeen zouden de best presterende instellingen voor hoger onderwijs en wetenschap moeten kunnen rekenen op een voorkeursbehandeling bij de toewijzing van fondsen. Nauwere coördinatie tussen nationaal en Europees beleid op dit gebied is wenselijk vooral ten aanzien van beleid dat erop is gericht om overheidsuitgaven te verhogen als hefboom om de investeringen in onderzoek en ontwikkeling te versterken. Het is duidelijk dat we in Europa een meer innovatievriendelijke omgeving nodig hebben; dit betekent minder bureaucratie, meer flexibiliteit om werk en gezinsleven te kunnen combineren en meer grensoverschrijdende samenwerking op het gebied van onderzoek en ontwikkeling. 342. Alleen als we de onderlinge afhankelijkheid tussen de “voorwaarden om te komen tot meer werkgelegenheid” en “hoge sociale standaarden” accepteren, zullen we de sociale
42
samenhang kunnen vrijwaren. Wij dienen tevens mobiliteit te bevorderen via investeringen in onderwijs en opleiding, vooral op het gebied van talenkennis in het bijzonder voor jonge mensen. Tegelijkertijd dient Europa meer stimulansen te bieden aan getalenteerde mensen om het wegtrekken van hoogopgeleide jongeren naar de overkant van de Atlantische Oceaan tegen te gaan. Onderwijs en onderzoek 343. Het is onze overtuiging dat hoger onderwijs moet worden beschouwd als cruciaal beleidsgebied op Europees niveau. Alleen op die manier kunnen wij een kenniseconomie vestigen en op globaal vlak concurrentieel zijn. Een belangrijke prioriteit is de constante ontwikkeling van hoger onderwijs en het onderzoeksbeleid, en de aanmoediging van het moderniseringsproces in de lidstaten. 344. De EU moet een voortdurende en verstandige investering in hoger onderwijs en onderzoek aanmoedigen. We kijken uit naar een verdere en stabiele harmonisering tussen de stelsels voor hoger onderwijs en onderzoek in Europa. De EU dient hervormingen in de stelsels voor hoger onderwijs, onderzoek en innovatie te bevorderen en te coördineren. Wij menen dat enerzijds de banden tussen het bedrijfsleven en het hoger onderwijs en anderzijds de banden tussen wetenschappelijk onderzoek en hoger onderwijs strakker moeten worden aangehaald. Uitbreiding 345. De uitbreiding is één van de meest geslaagde beleidsterreinen van de EU en heeft in hoge mate de aantrekkelijkheid van het Europese model bewezen. Uitbreiding van de EU blijft een belangrijk antwoord op de tweevoudige uitdaging om de rol van Europa in de wereld te versterken en om de omliggende landen te stabiliseren. EU-Uitbreiding heeft bewezen een effectief instrument te zijn voor het bevorderen van vrijheid, democratie, vrede, stabiliteit, economische ontwikkeling, mensenrechten en de rechtsstaat in heel Europa. 346. De EVP is altijd al een voorstander geweest van sterke banden met alle landen van het Europese continent. Het is ons streven om een waarlijk verenigd Europa te vormen door middel van lidmaatschap en strategisch partnerschap. Door nauwere banden, zullen
43
landen die inspiratie vinden in de Europese verwezenlijkingen geneigd zijn de gemeenschappelijke Europese waarden te delen. Kandidaatlanden dienen volledig aan alle specifieke criteria en eisen te voldoen voordat ze kunnen toetreden. Tegelijkertijd moet er oog zijn voor de integratiecapaciteit van de EU om nieuwe landen toe te laten. Verder dienen Europese landen die geen lid van de EU kunnen of willen zijn de mogelijkheid van een strategisch partnerschap met de EU te worden geboden. Dit concept dient concreter te worden uitgewerkt om een reëel alternatief voor volledig lidmaatschap te vormen. Mogelijke opties zijn multilaterale overeenkomsten waarin deelname aan de eenheidsmarkt
en
nauwe
samenwerking
op
het
gebied
van
buitenland-
en
veiligheidsbeleid worden geregeld. Een juist evenwicht tussen uitbreiding van de EU en versterking van haar identiteit en vermogen tot efficiënt handelen zou daarom tot stand moeten worden gebracht. Milieu, klimaatverandering en energie 347. Ook klimaatverandering vormt een belangrijke mondiale uitdaging met een significante impact op toekomstige generaties. Natuurrampen die over de hele wereld in toenemende mate voorkomen alsmede stijgende prijzen van gas en olie tonen de noodzaak van een snelle en moedige stap naar de modernste en efficiëntste technologieën aan. Concrete en toekomstgerichte stappen naar hernieuwbare en koolstofarme energiebronnen kunnen de nadelige effecten van klimaatverandering afwenden en tegelijkertijd onze afhankelijkheid van geïmporteerde fossiele brandstoffen verminderen. De EU moet op dit gebied de koploper blijven, omdat het milieu niet alleen door de afzonderlijke staten kan worden beschermd. De EU dient op dezelfde wijze de problemen in verband met de watervoorziening aan te pakken en de afbraak van het milieu in het algemeen en de teruggang van de biodiversiteit in het bijzonder tegen te gaan en bij te dragen tot de instandhouding en het herstel van natuurlijke hulpbronnen (lucht, water, grond). 348. De afhankelijkheid van fossiele brandstoffen uit politiek instabiele regio's is een andere belangrijke reden om efficiënter met energie om te gaan, koolstofarme energiebronnen te promoten en energiebronnen en -aanvoerroutes te diversifiëren. De toenemende mondiale vraag naar energie zal, in combinatie met afnemende reserves, energie duurder maken. We moeten daarom op zoek naar nieuwe wegen om de
44
energiezekerheid voor onze burgers te waarborgen en een concurrerende en stabiele omgeving voor het Europese bedrijfsleven te verzekeren. Transport is belangrijk voor personen en goederen. De mondiale handel neemt toe en dat kan leiden tot groei. Daarom dient de transportsector vaart te zetten achter het terugdringen van het gebruik van fossiele brandstoffen en een aanzienlijke reductie van de uitstoot van broeikasgassen. Immigratie en integratie 349. Het gevoel van samenhorigheid en het delen van dezelfde waarden en beginselen moeten als voorbeeld worden gesteld en versterkt teneinde de steun van de bevolking voor het Europese project niet te verliezen. We mogen niet toegeven aan angst, haat en geweld maar moeten juist meer samenwerken en ons solidair tonen met de gematigde stemmen uit verschillende culturen. 350. De EU heeft een immigratiebeleid nodig dat een antwoord biedt op de toenemende druk door migratiestromen enerzijds en de noodzaak om de uitdaging van de eigen demografische situatie het hoofd te bieden anderzijds. De noodzaak van een gemeenschappelijk beleid voor gecontroleerde, doelgerichte immigratie, aan het voorkomen van illegale immigratie, aan een doeltreffender grensbewaking, aan de implementatie van terugkeerakkoorden en de integratie van legale migranten in de brede samenleving is vanzelfsprekend vanuit het oogpunt van een doeltreffende controle op immigratie alsmede van de elementaire vereiste van overeenstemming en solidariteit tussen de lidstaten onderling. 351. Toenemende divergentie tussen de bevolkingsgroei in de ontwikkelde landen enerzijds en die in de ontwikkelingslanden anderzijds en klimaatverandering zullen naar alle waarschijnlijkheid nog meer druk zetten op de migratie van zuid naar noord. Dit kan leiden tot sociale spanningen als dit een aanzienlijke daling van de levensstandaard tot gevolg heeft vanwege grootschalig verlies van talenten en vaardigheden. Demografische veranderingen 352. Wij moeten ons er ook van bewust zijn dat er weinig economieën in de wereld zijn met een soortgelijk demografisch profiel: het hoofd bieden aan een vergrijzende bevolking
45
moet de hoogste prioriteit van de EU worden. Eén van de manieren om dit te doen is onze beroepsbevolking verder te kwalificeren op verschillende vaardigheden. 353. Dit zou ook bepalingen moeten omvatten zoals de verhoging van de effectieve pensioenleeftijd en aanmoedigingen voor oudere burgers om actief op de arbeidsmarkt te blijven. Er dienen binnen een transparanter en beter gereguleerde financiële infrastructuur particuliere pensioenfondsen te worden opgezet ter aanvulling op de publieke pensioenfondsen en duidelijk gedefinieerde bijdragen moeten worden gestimuleerd via gunstige belastingssystemen. 354. Er moeten bijkomende maatregelen worden getroffen om de tewerkstellingsgraad te verhogen vooral voor bevolkingsgroepen waarvan het potentieel essentieel is om aan de toekomstige uitdagingen van de arbeidsmarkt te voldoen: oudere werknemers, jongeren en vrouwen in het algemeen. Er moeten speciale maatregelen worden getroffen ter bevordering van de integratie van mensen met een beperking op de arbeidsmarkt. 355. Het is bovendien noodzakelijk om de combinatie van tewerkstelling en gezinsleven te verbeteren. Hoewel er duidelijk oog moet zijn voor het belang van het gezin bij de opvoeding van kinderen, moet een gezinsvriendelijk beleid ook gericht zijn op instrumenten die een bewezen positief effect hebben op de demografische trends zoals de beschikbaarheid van kinderopvang en gezinsondersteuning in de eerste jaren na de geboorte. Dichter bij de burgers - De toekomst van de Europese instellingen 356. Het verdergaand proces van de Europese integratie vereist het versterken van democratische deelname in de Europese besluitvorming. Op die domeinen waar de lidstaten bevoegdheden hebben overgedragen aan de EU, dienen democratische procedures te worden toegepast. In dit opzicht is het niettemin nodig om de banden tussen de Europese instellingen, vooral het Europees Parlement, en de nationale parlementen te versterken. Het Verdrag van Lissabon heeft de weg vrijgemaakt voor nationale parlementen om het beginsel van subsidiariteit in het besluitvormingsproces te waarborgen. Solidariteit en sociale, economische en territoriale samenhang zijn belangrijke doelstellingen van Europese integratie.
46
357. Het Europees Parlement is vandaag de dag de enige democratisch verkozen instelling van de EU; het is uitgegroeid tot een instelling met een centrale rol in de besluitvorming binnen de EU. De lage opkomst bij verkiezingen voor het Europees Parlement toont aan dat het de Europese politiek ontbreekt aan de nodige betrokkenheid van de burgers. De verkiezingen voor het Europees Parlement moeten echte Europese verkiezingen worden. Daarmee bedoelen we dat er meer reële Europese kwesties aan bod moeten komen, omdat we de democratische rechten van de Europese kiezers ernstig nemen. Kiezers moeten beseffen dat hun deelname aan deze verkiezingen van belang is voor de legitimiteit van het Europese project. 358. Daarom moeten we ook onze pan-Europese politieke partij verder ontwikkelen en het debat in grotere mate op Europa richten. Het Europese proces dient een prominentere plaats te hebben in het politieke debat. Bijgevolg moeten wij een democratischer, transparanter en efficiënter Europa uitbouwen. De burgers van de EU hebben het gevoel dat ze geen invloed hebben op de Europese besluitvorming; ze keren zich af van gemeenschappelijke projecten en gaan op zoek naar nationale identificatie. De Europese instellingen dienen er daarom, in nauwe samenwerking met de lidstaten, voor te zorgen dat de burgers vertrouwen kunnen hebben in de effectiviteit, efficiëntie en reële toegevoegde waarde van programma's van de Unie. Als zodanig moeten burgers in hun eigen taal toegang hebben tot alle besluiten en informatie van de EU. De EVP, die dit beschouwt als een wezenlijk element om de EU en haar burgers met elkaar te verzoenen, is groot voorstander van meertaligheid. 359. De toekomst van de EU zal, boven alles, afhangen van haar daadwerkelijke vermogen om op de specifieke problemen die voor de burgers van belang zijn te anticiperen, aan te pakken en op te lossen. Om aan deze uitdaging het hoofd te bieden, moet de EU op alle niveaus democratisch ter verantwoording kunnen worden geroepen en dient er sprake te zijn van transparant, efficiënt en effectief bestuur. Zij heeft een efficiënt kader nodig dat de belangen van haar lidstaten overbrugt en beantwoordt aan de behoeften van haar burgers op basis van vrijheid, democratie, verantwoordelijkheid, gelijkheid, gerechtigheid, solidariteit en subsidiariteit.
47
360. De EU dient de reikwijdte en verantwoordelijkheden van haar instellingen te vereenvoudigen en te verduidelijken. Bovendien zal een vereenvoudiging van de wetgeving en de invoering van een hiërarchie erin, de transparantie en consistentie van het rechtssysteem bevorderen en leiden tot een beter begrip van de EU onder de burgers. 361. Versterking van de instellingen van de EU, van de communautaire besluitvorming en van de verantwoordelijkheden zijn een noodzakelijke voorwaarde tot verwezenlijking en verbetering van transparantie, efficiëntie, democratische verantwoording en het vermogen om als eenheid op te treden, teneinde de enorme uitdagingen die voor ons liggen het hoofd te kunnen bieden. Sterker nog, het is een noodzakelijke, hoewel niet voldoende, voorwaarde voor het succes van haar toekomstige uitbreiding. 362. De EU moet worden geconsolideerd door in staat te blijven haar doelstellingen te realiseren zelfs indien er nieuwe lidstaten toetreden. Daarom is het van doorslaggevend belang
dat
grote
institutionele
veranderingen
worden
afgehandeld
voor
toetredingsonderhandelingen. Economische en monetaire unie 363. De euro is onomkeerbaar en wij steunen de maatregelen van lidstaten en EUinstellingen die nodig zijn om het vertrouwen van het publiek en de markten in de stabiliteit van de munt te vergroten. De EVP beschouwt de euro als een van de krachtigste uitdrukkingen van het Europese integratieproces. De voordelen van de euro, als onze eenheidsmunt, wegen verreweg op tegen de kosten. De kansen voor burgers, bedrijven en economieën wegen zwaarder dan de risico's, maar er is meer economische en fiscale integratie nodig om deze kansen ten volle te benutten. Om burgers, bedrijven en investeerders een stabiele economische omgeving te bezorgen is meer discipline van alle lidstaten, meer convergentie op basis van beste praktijken en een betere coördinatie van het fiscaal beleid van de afzonderlijke lidstaten nodig. 364. Als fundamentele voorwaarde voor goed economisch bestuur binnen de EU geldt dat zowel de lidstaten als de Europese instellingen zich van hun verantwoordelijkheden kwijten. De EVP is bereid om de beperkingen die het gevolg zijn van een gemeenschappelijk monetair beleid en afzonderlijk, soms afwijkend fiscaal beleid op
48
nationaal niveau aan te pakken. Gezien de noodzaak om een gemeenschappelijk economisch beleid te ontwikkelen, behelst het lidmaatschap van een monetaire unie verantwoordelijkheid en solidariteit voor de eenheidsmunt. Dit vereist gezond beleid, fiscale discipline en continue economische hervorming. Het vereist tevens dat een significant aandeel van de belastingen wordt gekanaliseerd via de Europese begroting. 365. Toenemende onderlinge afhankelijkheid tussen onze Europese economieën met een eenheidsmarkt en -munt vergt een verdere versterking van economisch bestuur. Wij hebben de instrumenten en instellingen nodig die in staat zijn om onze samenvallende economische doelstellingen te implementeren. Wij zijn vastbesloten om de drijvende kracht te zijn achter de aanpassing van de Europese instellingen, van hun beleid en instrumenten zodat toekomstige economische crisissen kunnen worden voorkomen en de toekomst van de euro, onze eenheidsmunt, kan worden veiliggesteld. Geloofwaardig economisch bestuur veronderstelt het vastleggen van concrete doelen en verbintenissen. De Europese Commissie dient dergelijke doelen te formuleren en de implementatie ervan nauwgezet te volgen. Daartoe moet de Commissie een systeem van aanbevelingen, correcties en sancties opmaken en uitvoeren. De Raad kan alleen dergelijke besluiten opschorten of afwijzen met een gekwalificeerde meerderheid. 366. Gezien de meeste lidstaten hebben toegezegd zich aan te sluiten bij de eenheidsmunt zodra zij aan de criteria voldoen, zijn wij ons bewust van de noodzaak voor een grotere convergentie tussen de EU en de eurozone. Daarom bepleiten wij dat de lidstaten die geen deel uitmaken van de eurozone wel worden betrokken bij het besluitvormingsproces, indien het invloed heeft op hun economische en monetaire zaken. Wij zien dit als een instrument om de impact van besluiten van de eurozone op alle EUlidstaten te beoordelen en als hulpmiddel om de coördinatie tussen huidige en toekomstige leden van de eurozone te versterken. Wij zijn ervan overtuigd dat elke lidstaat fiscale discipline in acht moet nemen. Gezien de financiële, economische en politieke risico's verzetten wij ons tegen elke oproep om lidstaten uit de eurozone te zetten. Dit zou een gevaar voor de stabiliteit van de euro inhouden en een terugslag voor het proces van Europese integratie. 367. Wij bepleiten de onafhankelijkheid van de Europese Centrale Bank (ECB) en de primaire doelstelling van de ECB om te zorgen voor prijsstabiliteit voor de eurozone. De
49
lage inflatiecijfers die de ECB nastreeft, zorgen voor een stabiele koopkracht voor onze burgers. Wij verwelkomen elke maatregel van de ECB om binnen de grenzen van zijn statuut de stabiliteit van het Europese financiële stelsel als geheel mogelijk te maken. 368. Een hoog niveau van overheidsschulden en private schulden creëert macroeconomische en financiële kwetsbaarheden, aangezien de mogelijkheden van regeringen om goed in te kunnen spelen op onvoorziene economische ontwikkelingen daardoor worden beperkt, en hen afhankelijk maken van de markt. Landen met hoge schulden staan voor bijkomende uitdagingen om economische groei mogelijk te maken. Er moet een verstandig fiscaal beleid worden gevoerd zodat het vertrouwen van de markten wordt gewaarborgd en er voorzieningen worden getroffen voor onvoorziene gebeurtenissen. Wij moeten de stabiliteit van de eurozone op zo'n manier verzekeren dat die geloofwaardig is voor investeerders en hun een stabiel en voorspelbaar investeringsklimaat biedt. Het behoud van het vertrouwen van investeerders moet tijdens het besluitvormingsproces te allen tijde prioriteit krijgen. Dit kan het beste worden gerealiseerd door middel van hervormingen en handhaving van het in het Verdrag vastgelegde “no-bailout-principe”. Dit sluit onderlinge solidariteit tussen de lidstaten niet uit. 369. Wij zijn ons bewust van de risico's die voortkomen uit onhoudbare schulden en zijn sterk gekant tegen de opstapeling van private schulden en overheidsschulden die hoger zijn dan wat de draagkracht te boven gaat. Te hoge overheidsschulden drukken onredelijk zwaar op toekomstige generaties en zijn derhalve onaanvaardbaar. Ons beleid dient altijd in overeenstemming te zijn met de doelstellingen van de sociale markteconomie en met duurzame economische objectieven. Wij dienen tevens te erkennen dat fraude op grote schaal, belastingontduiking en corruptie hebben bijgedragen tot de economische en financiële crisis. Daarom moeten alle financiële- en hulppakketten worden gekoppeld aan maatregelen om dergelijke misdadige praktijken te bestrijden. 370. Wij bepleiten een zodanige hervorming van de Europese economie dat stabiliteit, maatschappelijk welzijn en welvaart zijn gewaarborgd. Dit houdt in dat er maatregelen worden getroffen om inefficiënte socialezekerheidsstelsels en arbeidsmarktsregulering te hervormen op zo'n wijze dat veilige werkgelegenheid en groei worden gestimuleerd. Structurele hervormingen dienen ook te worden gebaseerd op concrete maatregelen ter stimulering van de werkgelegenheid en sociale integratie. Gezond fiscaal beleid is
50
ongetwijfeld
een
bron
Begrotingsconsolidatie
voor
groei
moet
altijd
en
werkgelegenheid
rekening
houden
op met
de
lange
het
termijn.
effect
dat
begrotingsmaatregelen hebben op onze arbeidsmarkt. 371. De EVP is van mening dat concurrentiekracht en economische convergentie naar het niveau van de best presterende lidstaten essentiële factoren zijn voor het lange termijn succes van onze eenheidsmunt. Het verminderen van onderlinge discrepanties en onevenwichten tussen EU-lidstaten dient een langetermijndoelstelling te zijn voor EUbrede coördinatie van economisch beleid. Wij blijven overtuigd voorstander van structurele hervormingen als middel om groei te bewerkstelligen. In dit opzicht geloven wij in de correlatie tussen lonen en productiviteitsniveaus en in het ondersteunen van economische groei door middel van een concurrentie in een volledig voltooide economische eenheidsmarkt. Wij zijn ons bewust van de noodzaak om de effectieve arbeidsduur in Europa te verhogen om de concurrentiekracht en de betaalbaarheid van onze pensioenstelsels te waarborgen. 372. De EVP erkent de noodzaak om investeringen ten behoeve van toekomstige groei effectiever te financieren. In dit opzicht dienen we de effectiviteit van de Europese Investeringsbank (EIB) verder te verhogen en beter gebruik te maken van de expertise van de EIB om de toegang tot krediet voor bedrijven te verbeteren. 373. Ten behoeve van het maatschappelijk welzijn van mensen is het van belang dat er één gemeenschappelijke dag in de week is waarop niet wordt gewerkt. Al eeuwenlang is dat in Europa de zondag. Voor het behoud van de culturele wortels van Europa is het van belang om op te komen voor de zondag als algemene rustdag in heel Europa. 374. De EVP onderstreept de noodzaak van hervorming van het mondiale bank- en financieringswezen. Banken dienen terug te keren naar hun primaire functie, namelijk dienstbaar zijn aan de reële economie en ondernemerschap en economische ontwikkeling stimuleren. Banken dienen economische groei en jobcreatie mogelijk te maken. Een betrouwbaar bankwezen is essentieel voor onze welvaart. Financiële dienstverlening dient economische spelers te helpen om risico's in verband met hun economische activiteiten te beheren en tot een minimum te beperken, niet om aan te zetten tot speculatie. Het is van belang dat de EU-lidstaten de bevoegdheid hebben om zelf strengere bepalingen in te
51
voeren bijvoorbeeld via kapitaalvereisten waaraan banken moeten voldoen. Europese regelgeving dient te worden gezien als minimumnorm. Wij beogen een financiële sector die beter in staat is om schokken als gevolg van financiële en economische druk op te vangen. Wij zijn ons ervan bewust dat sterkere en veiligere banken op de korte termijn wellicht minder winsten genereren, maar zijn tevens van mening dat de stabiliteit van de opbrengsten alsmede de stabiliteit van het bankwezen als geheel opwegen tegen zowel de micro- als de macro-economische kosten. Ook zijn wij vastbesloten om te garanderen dat de hervorming van het mondiale financiële stelsel niet zal leiden tot een concurrentienadeel voor Europese banken en op geen enkele wijze extra lasten mag creëren voor het financieren van economische activiteiten in Europa. 375. De EVP beschouwt continue verbeteringen op het gebied van productiviteit en concurrentiekracht als primaire oplossing voor het bestrijden van economisch falen, waarmee we worden geconfronteerd, en als noodzakelijke voorwaarde voor duurzame economische groei op de lange termijn. De structurele fondsen van de EU dienen op zo'n manier te worden toegewezen dat zij beantwoorden aan de aanvankelijke bedoeling, namelijk de verbetering van de concurrentiekracht van regio's met een zwakker concurrerend vermogen. De Europese Commissie dient er derhalve voor te zorgen dat deze fondsen op effectieve en duurzame wijze worden aangewend. 376. De instellingen van de EU en de lidstaten dienen bereid te blijven om EU-lidstaten die te kampen hebben met economische problemen te helpen uit solidariteit, op basis van wederkerigheid en onder strikte voorwaarden. Overheden in de ontvangende landen dienen hun Europese en internationale verplichtingen na te komen en op nationaal niveau structurele hervormingen door te voeren om het toekomstperspectief van haar economie te verbeteren, om het vertrouwen van investeerders terug te winnen en ten behoeve van een herstel van duurzame overheidsfinanciën. Burgers voorop 377. Europa dient de nieuwe uitdagingen aan te gaan en te voldoen aan haar hoge doelen. Demografische ontwikkelingen en vergrijzende bevolkingen bieden zowel belangrijke mogelijkheden als enorme uitdagingen, met ingrijpende gevolgen voor onze samenlevingen. De hervorming van onze Europese samenleving moet uiting geven aan de
52
solidariteit tussen generaties en de zorg voor onze oudere burgers zonder afbreuk te doen aan datgene waar komende generaties recht op hebben. Zij dient de overdraagbaarheid van sociale rechten, mobiliteit en het welzijn van een vergrijzende bevolking te bevorderen teneinde hen in staat te stellen hun pensionering te beleven als een periode van welzijn, niet als één van pijn en isolering. 378. Ziekten en epidemieën, die zich niets aantrekken van landsgrenzen alsmede mogelijk opzettelijke gezondheidsdreigingen (bioterrorisme) vormen nieuwe uitdagingen voor de volksgezondheid. Europa dient grensoverschrijdende gezondheidszorg te bevorderen om de burgers het hoogst mogelijke beschermingsniveau te bieden. 379. De EVP is van mening dat de Europese burgers de hoogst mogelijke levensstandaard verdienen en dat hun rechten als consument efficiënt dienen te worden beschermd. Op het niveau van de Unie moeten wezenlijke gemeenschappelijke regels en praktijken op het gebied van consumentenbescherming worden afgesproken, in combinatie met de noodzakelijke uniforme handhaving van deze regels. Om deze rechten te waarborgen is het van vitaal belang dat de verspreiding van toegankelijke en relevantie informatie wordt gewaarborgd om consumenten in staat te stellen onafhankelijke en geïnformeerde keuzes te maken. 380. Europa geniet over de hele wereld bekendheid om haar hoogwaardige landbouwproducten, die ten grondslag liggen aan ons gastronomisch erfgoed. Wij dienen deze kwaliteit te behouden en waar mogelijk te verhogen. Er moeten daarom strenge normen worden gesteld aan de productie van veilig en gezond voedsel en organische producten moeten nog meer worden gestimuleerd. Deze voedselveiligheid alsmede voedselzekerheid en een constante en gewaarborgde levering van producten zijn onmisbare elementen van onze visie van een modern landbouwbeleid. Tegelijkertijd zal het gemeenschappelijk landbouwbeleid van de EU, dat in de afgelopen tientallen jaren al is gemoderniseerd, nog verder worden hervormd om te komen tot een duurzaam model voor landbouw, rekening houdend met voedselschaarste als gevolg van bevolkingsgroei en klimaatverandering alsmede de economische functie van het platteland. 381. Deze hervorming dient rekening te houden met de nieuwe en sterk gestegen mondiale behoefte aan landbouwproducten (zowel voedsel- als andere producten) door
53
een groeiende wereldbevolking, door een substantiële verschuiving in voedingspatronen (meer vleesconsumptie) en door het gebruik van biobrandstof. Terzelfder tijd dienen we rekening te houden met de slinkende landbouwmogelijkheden in bepaalde regio's buiten Europa vanwege klimaatverandering en waterschaarste. Met het oog hierop moeten mogelijkheden worden gecreëerd voor de continue ontwikkeling en aanpassing van de landbouwcapaciteiten van de EU. 382. Om de wettelijke rechten van Europese burgers te beschermen moet toegang tot het gerechtelijke systeem minder duur en minder ingewikkeld worden, zaken dienen binnen een acceptabele termijn te worden behandeld echter zonder dat het justitieel apparaat wordt overbelast. Daarom is het nodig om alternatieve systemen te promoten voor het beslechten van geschillen, zoals arbitrage of bemiddeling, die sneller en minder belastend zijn, zonder dat de nationale openbare orde in het gedrang komt. Tegelijkertijd zijn verbeteringen
vereist
op
het
gebied
van
doeltreffendheid
ten
aanzien
van
grensoverschrijdende geschillen via systemen van juridische ondersteuning, die reeds aanwezig zijn in alle lidstaten. De EVP bepleit tevens het opzetten van een gemeenschappelijk
kader
subsidiariteitsbeginsel
voor
volledig
politie
en
gerespecteerd
justitiële wordt.
samenwerking, Een
evaluatie
waarin van
het alle
rechtshandhaving- en gerechtelijke systemen en het uitwisselen van goede praktijken zijn van cruciaal belang om deze samenwerking te versterken en om tijdig en efficiënt te reageren op grensoverschrijdende criminaliteit. 383. Het Handvest van de Grondrechten, dat is opgenomen in het Europese recht, biedt burgers extra bescherming, ook tegen hun eigen lidstaten. De verwachte toetreding van de EU tot de Europese Conventie voor de Rechten van de Mens (EVRM) zal deze bescherming verder versterken. De bescherming betreft de burgers als consumenten, werknemers, gepensioneerden, patiënten, studenten, ambtenaren en als onderdanen van de EU, met betrekking tot de Europees administratie en de namens haar handelende personen. De EVP wil dat er wordt gezorgd voor de veiligheid van burgers in het dagelijkse leven door middel van betere gezondheidszorg, hoogwaardig voedsel, strenge milieunormen en een doeltreffende bescherming van hun rechten als consument.
54
Ter afronding 401. Wij, de aangesloten lidpartijen van de EVP, zijn vastbesloten om de leidende rol van onze politieke familie in de ontwikkeling van de EU te handhaven en uit te breiden. Trouw aan onze waarden en openstaand voor verandering zullen wij ons tot het uiterste inspannen om de uitdagingen van onze tijd aan te gaan en oplossingen uit te werken voor een betere EU. 402. Een betere EU is bovenal een sterkere en efficiëntere EU, die onze burgers vrijheid, veiligheid, duurzaamheid en welvaart biedt, die de afzonderlijke landen alleen nu en in de toekomst niet kunnen bieden. Het is een Unie die haar economische dynamiek en mondiale concurrentiekracht terugwint via de voltooiing van de eenheidsmarkt en die haar economische toekomst veiligstelt, niet alleen door middel van een eenheidsmunt, maar ook door middel van gemeenschappelijk economisch bestuur. 403. Een betere EU is een unie met een open vizier naar de wereld, die bijdraagt tot de verspreiding van mensenrechten en een pluralistische democratie, die democraten en de verdedigers van mensenrechten waar ook ter wereld helpt en voor hen opkomt, die zich inzet voor vrede en duurzaamheid en die actief betrokken is bij ‘global governance’ door middel van sterke internationale instellingen. Zij is een unie met sterke instrumenten voor een effectief gemeenschappelijk buitenland-, veiligheids- en ontwikkelingsbeleid en met de politieke wil om deze instrumenten in te zetten, ten dienste van Europa en de gehele mensheid. 404. Een betere EU is tevens een unie die dichter bij de burger staat en inspeelt op zijn zorgen, die stevig is verankerd in het subsidiariteitsbeginsel en bereid is om democratische participatie te versterken. Dit impliceert sterke Europese partijen, die in staat zijn om op constructieve wijze in het Europees Parlement en in het groeiende Europese publieke domein op te treden en om de kloof tussen burgers, nationale partijen en nationale regeringen aan de ene kant en de instellingen van de EU aan de andere kant te overbruggen. 405. Wij willen onze positie als grootste partij in Europa verstevigen. Dit betekent dat we moeten werken aan zowel uitbreiding als cohesie. We streven ernaar om ons aan te
55
passen aan plaatselijke omstandigheden en tegelijkertijd ons algehele profiel aan te scherpen alsook om invloed uit te oefenen buiten de grenzen van de EU via stabiele netwerken van dialoog en samenwerking. Wij zullen onze partijstructuren en -organen continu moderniseren. Bovenal zullen we echter een beleid gebaseerd op de stevige grondslag van onze kernwaarden blijven ontwikkelen. Net als in de tweede helft van de twintigste eeuw willen wij als EVP een cruciale rol blijven opnemen om Europa in staat te stellen ook in deze eeuw een antwoord te geven op de spectaculaire nieuwe uitdagingen en mogelijkheden.