Enquête Bedrijventerrein Forepark Vereniging Beheer Forepark Keurmerk Veilig Ondernemen
Voorwoord De Vereniging Beheer Forepark wil graag samen met de ondernemers op het Forepark zorg dragen voor een goed bedrijventerrein. Het bestuur wil hierover met de ondernemers van gedachte wisselen. Voor u ligt om deze reden een gezamenlijke enquête. Wij verzoeken u vriendelijk deze serieus te beantwoorden. Belangrijke onderwerpen zijn: veiligheid, beheer, onderhoud, parkeren en samenwerkingsmogelijkheden. Voordat u begint: Wij verzoeken de ondernemer of de bedrijfsleider de vragenlijst in te vullen. Wij willen benadrukken dat alle gegevens vertrouwelijk worden behandeld. Het invullen van de vragenlijst duurt ongeveer 15 minuten. Mocht u nog vragen hebben over deze vragenlijst, dan kunt u contact opnemen met: - Dhr. W. van Wijk, bestuurslid Vereniging Beheer Forepark, 070 – 3177777 - Dhr. T. Compen, KVO Projectleider Forepark,
[email protected]
U kunt de vragenlijst retourneren in bijgesloten antwoordenvelop.
Wij stellen uw medewerking erg op prijs!
Pagina 1
A. Kenmerken van de onderneming 1.
Tot welke categorie behoort uw onderneming?
1. Industrie 2. Bouwnijverheid 3. Detailhandel 4. Groothandel 5. Logistiek 6. Zakelijke dienstverlening 7. anders, namelijk: …………………………………………………………………………….
2.
Hoe groot is uw personeelsbestand?
1. 1 - 5 personen 2. 6 -10 personen 3. 11 - 20 personen 4. 21 - 50 personen 5. meer dan 50 personen
3.
Dit bedrijf is een:
1. 2.
zelfstandige onderneming filiaalbedrijf
B. Vereniging Beheer Forepark (VBF) 4.
Bent u actief lid van de VBF?
ja nee
5.
Zo nee, kunt u aangeven waarom niet?
……………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………….
6.
Bezoekt u altijd de bijeenkomsten van de vereniging?
ja nee
7.
Zo nee, kunt u aangeven waarom niet?
……………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………….
C. Beheer openbare ruimte 8.
Bent u tevreden over het schoonhouden van straat/trottoir en het straatmeubilair in de directe omgeving van uw bedrijf ?
ja nee
9.
Bent u tevreden over het repareren van straat/trottoir en straatmeubilair in de directe omgeving van uw bedrijf?
ja nee
10. Bent u tevreden over het onderhoud van het ja openbaar groen in de directe omgeving van uw nee bedrijf?
11. Als u niet tevreden bent, waar ligt dit dan aan ? (u kunt meerdere antwoorden aankruisen)
te weinig schoonmaak de kwaliteit van de schoonmaak is onvoldoende herstel van kapotte dingen duurt te lang groen wordt onvoldoende onderhouden anders namelijk: ……………………………. …………………
…………………………………………………………………… 12. Hoe ervaart u de openbare verlichting in de directe omgeving van uw bedrijf ?
onvoldoende voldoende goed
Pagina 2
13. Hoe ervaart u het huidige toezicht door de gemeente?
voldoende onvoldoende weet niet anders: ……………………………………………………….. …………………………………………………………………..
14. Hoe ervaart u het toezicht door de politie?
voldoende onvoldoende weet niet anders: ……………………………………………………….. …………………………………………………………………..
15. Hoe ervaart u het toezicht door de brandweer?
voldoende onvoldoende weet niet anders: ……………………………………………………….. …………………………………………………………………..
D. Onveiligheidsgevoelens 16. Hoe vaak deden zich de laatste twaalf maanden in uw bedrijf situaties voor, waarin u of uw personeel zich onveilig voelde?
1-5 keer 6-10 keer 11 of vaker nooit (ga verder naar vraag 30)
17. In welke situatie deed zich dit voor? (meerdere antwoorden mogelijk)
als een personeelslid alleen aanwezig was als er personen aanwezig waren waar dreiging van uitging buiten openingstijden alarmopvolging buiten werktijd anders, namelijk: ……………………………………………..
18. Is volgens u de kans om als ondernemer slachtoffer te worden van een misdrijf in 2010 toegenomen, afgenomen of gelijk gebleven?
die is toegenomen die is afgenomen die is gelijk gebleven
19. Leven er bij u of bij uw personeel angstgevoelens door bedreigingen?
ja nee
20. Bent u of is uw personeel wel eens daadwerkelijk bedreigd?
nee ja, met lichamelijk geweld ja, met geestelijk geweld ja, zowel met geestelijk als lichamelijk geweld
E. Overlast
Overlast is vervelend gedrag, zoals rondhangen, lawaai veroorzaken, rommel maken, etc.
21. Heeft u als ondernemer overlast ondervonden?
ja nee (ga verder naar vraag 18)
22. Wat was de aard van de overlast? (meerdere antwoorden mogelijk)
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
rondhangen vernielen het personeel lastigvallen baldadigheid fietsen/skaten geluidsoverlast parkeeroverlast drugsoverlast anders, namelijk: …………………………………………………………………… Pagina 3
23. Wordt de overlast veroorzaakt door een specifieke groep? (meerdere antwoorden mogelijk)
nee, niet een groep in het bijzonder ja, door jongeren/scholieren ja, door zwervers/daklozen ja, door junks/alcoholisten/dealers anders, namelijk: …………………………………………………………….
24. Geef aan op welke tijdstippen een vorm van overlast met name (of meer dan anders) plaatsvindt? (meerdere antwoorden mogelijk)
8-24 uur 24-18 uur 18-24 uur 24-8 uur
F. Graffiti en vernieling
Graffiti is het bekladden of beschrijven van ruiten, muren of andere oppervlakten. Vernieling is het opzettelijk beschadigen van een bezit van het bedrijf.
25. Hoe vaak is uw bedrijf de laatste twaalf maanden het slachtoffer geworden van vernieling en/of bekladding van het gebouw of ander bedrijfsbezit?
1 keer 2 keer 3 keer 4 of vaker nooit (ga verder met vraag 27)
26. In welke mate was vernieling de afgelopen twaalf maanden voor uw bedrijf een probleem?
zeer ernstig probleem ernstig probleem niet zo ernstig probleem geen probleem
G. Diefstal uit uw bedrijf 27. Hoe vaak heeft u of uw personeel de laatste twaalf maanden iemand op heterdaad betrapt op diefstal goederen en/of geld uit uw bedrijf?
1. 1 keer 2 keer 3 keer 4 of vaker 2. nooit
28. In welke mate was diefstal de laatste twaalf maanden voor uw bedrijf een probleem?
1. 2. 3. 4.
zeer ernstig probleem ernstig probleem niet zo ernstig probleem geen probleem
29. Is er een vermoeden van interne diefstal door het personeel?
1. 2. 3.
ja nee daar zijn twijfels over
30. Welke van de volgende maatregelen zijn in uw bedrijf genomen om diefstal van goederen, geld of waardepapieren te voorkomen? (meerdere antwoorden mogelijk)
Organisatorische maatregelen, zoals 1. instructie van het personeel (regels over hoe op te treden) 2. training voor het personeel (cursus gevolgd) 3. Camerabewaking 4. Beveiliging 5. anders, namelijk: ……………………………………………………………
H. Inbraak 28. Hoe vaak zijn er in uw bedrijf de laatste twaalf maanden geslaagde inbraken geweest waarbij goederen of geld is gestolen?
1.
1 keer 2 keer 3 keer Pagina 4
2.
4 of vaker nooit
2.
1 keer 2 keer 3 keer 4 of vaker nooit
32. Zijn er de laatste twaalf maanden in uw bedrijf pogingen tot inbraak geweest?
1. 2.
ja nee
33. In welke mate was inbraak de laatste twaalf maanden voor uw bedrijf een probleem?
1. 2. 3. 4.
zeer ernstig probleem ernstig probleem niet zo ernstig probleem geen probleem
34. Welke van de volgende maatregelen zijn er genomen om inbraak in uw bedrijf te voorkomen? (meerdere antwoorden mogelijk)
Maatregelen in het bedrijf 1. goederen gemerkt 2. sluitingsronde (deuren en ramen controleren en kassa legen) 3. sleutelbeheer 4. inbraakwerende kast of kluis 5. waardevolle goederen in een aparte afgesloten ruimte
31. Hoe vaak is er sprake geweest in de afgelopen 12 maanden van inbraak in uw bedrijfsauto’s?
1.
Maatregelen in of aan het pand 6. verlichting bij de achteruitgang 7. goede sloten op alle deuren en ramen 8. rolluik/rolhek 9. glasbeveiliging (gelaagd glas of policarbonaat ) 10. het pand en de buitengevel ’s avonds verlichten 11. mistmachines Bewakingsmaatregelen 12. een inbraaksignaleringssysteem/alarmsysteem 13. toezicht door tv-circuit, bewaking - of surveillancedienst 14. anders, namelijk: ……………………………………………………………… 15. geen maatregelen
I. Beroving en roofovervallen
Bij beroving wordt gebruik gemaakt van bedreiging en/of geweld.
35. Hoe vaak bent u of is uw personeel de laatste twaalf maanden het slachtoffer geworden van beroving of een roofoverval?
1 keer 2 keer 3 keer 4 of vaker nooit
36. Welke van de volgende maatregelen tegen beroving en overvallen zijn er in uw bedrijf genomen? (meerdere antwoorden mogelijk)
Organisatorische maatregelen 1. instructie van het personeel (regels over hoe op te treden) 2. training voor het personeel (cursus gevolgd) 3. kluis 4. kluis met afstortmogelijkheid 5. kluis met afstortmogelijkheid en tijdsvertraging Toezichthoudende maatregelen Pagina 5
6. 7. 8.
goed zicht in het bedrijf van buitenaf controlerondes (letten op verdachte situaties of personen) bewakings- en surveillancedienst
Overige maatregelen 9. deurbeveiliging (controle via spion of camera) 10. overval -alarm (alarmknop en/of burenbel-systeem) 11. anders, namelijk: …………………………………………………………. 12. geen maatregelen
J. Bedreiging en intimidatie
Hierbij kan het gaan om onenigheid met een klant, om een tegenstribbelende (winkel)dief, maar ook om het afdwingen van ‘gunsten’ of geld waarbij gedreigd wordt met geweld.
37. Hoe vaak bent u of is uw personeel de laatste twaalf maanden bedreigd of geïntimideerd?
1 keer 2 keer 3 keer 4 of meer nooit (ga verder naar vraag 39)
38. Is hierdoor immateriële (menselijke) schade geleden?
1. 2. 3. 4.
ja, lichamelijk letsel ja, geestelijk letsel ja, geestelijk en lichamelijk letsel nee, geen schade
K. Aangifte en melding 39. Is er van de volgende feiten altijd aangifte of melding gedaan? a) Overlast b) Graffiti c) Vernieling d) Poging tot inbraak e) Inbraak f) Beroving / roofoverval g) Bedreiging / intimidatie 40. Indien u geen aangifte (voor één van bovengenoemde zaken) heeft gedaan, wat is hiervoor de reden?
1. 2. 3. 4. 5.
Ja
Meestal
Nee
Heeft zich niet voorgedaan
de schade was te onbeduidend het kost teveel tijd het helpt toch niet formulier te ingewikkeld anders, namelijk …………………………………………………
41. Zou u eerder aangifte doen, wanneer dat mogelijk zou zijn per…..? a) Telefoon b) Fax c) E-mail / internet
Ja
Nee
L. Brandveiligheid in uw bedrijf 42. Beschikte uw bedrijf in de laatste twaalf maanden over een door de brandweer goedgekeurd ontruimingsplan?
1. ja 2. nee, in voorbereiding 2. nee, nog geen actie ondernomen 3. nee, is voor ons bedrijf niet nodig
43. Hoe vaak deden zich de laatste twaalf
1. 1-2 keer Pagina 6
maanden in uw bedrijf wel eens brandgevaarlijke situaties voor?
2. 3-4 keer 3. 5 keer of vaker 4. nooit
44. Waren de nooduitgangen de laatste twaalf maanden altijd direct bereikbaar?
1. ja 2. nee
45. Welke van de volgende maatregelen voor brandpreventie zijn er in uw bedrijf genomen? (meerdere antwoorden mogelijk)
Organisatorische maatregelen 1. instructie van het personeel (regels en handelswijze) 2. training van het personeel (cursus gevolgd) 3. testen van de brandmeldinstallatie 4. legen van prullenbakken en asbakken 5. vrij houden van nooduitgangen (vrije doorgang) 6. opleiden (extra) bedrijfshulpverleners Maatregelen in of aan het pand 6. vluchtweg aanduiding 7. noodverlichting 8. brandblusinstallatie (sprinkler, droge blusleiding) 9. brandmeldinstallatie (rookmelder) 10. kleine blusmiddelen 11. anders, namelijk: ……………………………………………………………………………. 12. geen maatregelen
M. Tot slot 46. Wat heeft in uw ogen de hoogste prioriteit om de veiligheid te verhogen? (één antwoord mogelijk)
47. Heeft u nog opmerkingen, suggesties of reacties over de veiligheid in/op uw winkelcentrum/bedrijventerrein?
……………………………………………………………………… ……………………………………………………………………… ……………………………………………………………………… ……………………………………………………………………… ……………………………………………………………………… ……………………………………………………………………… ……………………………………………………………………… ……………………………………………………………………… ……………………………………………………………………… ……………………………………………………………………… ……………………………………………………………………… ……………………………………………………………………… ……………………………………………………………………… ……………………………………………………………………… ……………………………………………………………………… ……………………………………………………………………… ……………………………………………………………………… ……………………………………………………………………… ……………………………………………………………………… ……………………………………………………………………… ………………………………………………………………………
Hartelijk dank voor uw medewerking
Pagina 7