Keurmerk Veilig Ondernemen Centrum ’s-Hertogenbosch 1-meting
O&S Juni 2011
Samenvatting Sinds mei 2009 heeft ’s-Hertogenbosch het ‘Keurmerk Veilig Ondernemen Binnenstad’. In het kader van het KVO hebben de politie, brandweer, gemeente en ondernemersvereniging Hartje ’s-Hertogenbosch afspraken gemaakt om de veiligheid te verbeteren voor ondernemers, personeel en bezoekers van het centrum. De eerste fase van het KVO duurt twee jaar. Daarna wordt hercertificering van het KVO aangevraagd. Bij de hercertificering wordt het KVO-verband getoetst op zijn samenwerking en uitvoering van de maatregelen. Vanwege de hercertificering is deze 1-meting uitgevoerd. Door de veiligheid in het centrum te analyseren, wordt nagegaan of de veiligheid daadwerkelijk is verbeterd. Uit de 1-meting blijkt dat in de eerste fase van het KVO bijna alle doelstellingen zijn behaald. Eén doelstelling is momenteel nog niet gehaald. De overlast van rijdende (brom)fietsers in het voetgangersgebied is ongeveer gelijk gebleven, terwijl een afname werd nagestreefd. Wel wordt hard gewerkt om deze doelstelling alsnog te realiseren. Doelstellingen Keurmerk Veilig Ondernemen Binnenstad: 25 procent minder onveiligheidsgevoelens bij ondernemers en personeel 5 procent minder winkelcriminaliteit/winkeldiefstal Terugdringen van winkeldiefstal gepleegd door notoire plegers 25 procent minder (poging tot) diefstallen in de beleving van ondernemers 30 procent meer aangiftebereidheid bij ondernemers 15 procent minder auto-inbraken Bewustwording risico op geweldsituaties en leren de-escalerend optreden 30 procent minder graffiti en vernielingen in de beleving van ondernemers 53 procent van de ondernemers is tevreden over de schoonmaak van de openbare ruimte 20 procent minder overlast van rijdende (brom)fietsers in het voetgangersgebied Verminderen van overlast jeugd bij Kerkplein en Hinthamereinde De belangrijkste conclusies zijn: Minder onveiligheidsgevoelens onder ondernemers en personeel De onveiligheidsgevoelens onder ondernemers zijn sinds 2008 behoorlijk afgenomen. Zowel in het bedrijf als in de openbare ruimte voelen ondernemers zich veiliger. Het aantal ondernemers dat zich wel eens onveilig voelt in het eigen bedrijf is met 40 procent afgenomen. Het aantal ondernemers dat zich wel eens onveilig voelt in de directe omgeving van het bedrijf daalde met 62 procent. Minder winkelcriminaliteit Het aantal winkeldiefstallen is afgenomen. Dit blijkt zowel uit de politiecijfers als uit de beoordeling van ondernemers. Het aantal incidenten van winkeldiefstal is de afgelopen twee jaar met 27 procent afgenomen. Het aantal ondernemers dat aangeeft slachtoffer te zijn van diefstal van koopwaar of geld is zelfs met 75 procent afgenomen. Opvallend is dat ondernemers nu vaker een (winkel)dief op heterdaad betrappen. Ook ondernemen zij nu vaker actie na het op heterdaad betrappen van een (winkel)dief. 41 procent van de ondernemers heeft de dief vastgehouden en overgedragen aan de politie. In 2008 deed slechts 15 procent van de ondernemers dit. Minder vernielingen Tussen 2008 en 2010 is het aantal incidenten van vernieling met 34 procent afgenomen. Ook minder ondernemers geven aan slachtoffer te zijn geworden van vernieling of bekladding van hun gebouw of ander bedrijfsbezit. Ongeveer driekwart van de ondernemers is tevreden over het schoonmaken en repareren van wegdek en straatmeubilair in de directe omgeving van het bedrijf.
3
4
Inhoudsopgave 1.
Inleiding....................................................................................................................................7
1.1
Keurmerk Veilig Ondernemen .................................................................................................7
1.2
Keurmerk Veilig Ondernemen Binnenstad ..............................................................................7
1.3
Hercertificering.........................................................................................................................8
1.4
Veiligheidsanalyse ...................................................................................................................8
2.
Veiligheidssituatie Binnenstad .................................................................................................9
2.1
De veiligheidsindex ..................................................................................................................9
2.2
Rapportcijfer veiligheid ..........................................................................................................10
2.3
Onveiligheidsgevoelens binnenstadbewoners ......................................................................10
3.
Veiligheidssituatie centrum ....................................................................................................11
4.
Onveiligheidsgevoelens .........................................................................................................12
4.1
Onveiligheidsgevoelens in en om het bedrijf .........................................................................12
4.2
Angstgevoelens door bedreigingen .......................................................................................12
4.3
Kans op slachtofferschap ......................................................................................................12
5.
Vermogensdelicten ................................................................................................................13
5.1
Winkeldiefstal.........................................................................................................................13
5.2
Diefstal af/uit bedrijven en instellingen ..................................................................................15
5.3
Woninginbraken .....................................................................................................................17
5.4
Auto-inbraken.........................................................................................................................17
5.5
Diefstal van motorvoertuigen .................................................................................................18
5.6
Diefstal van (brom/snor)fietsen..............................................................................................18
5.7
Zakkenrollen ..........................................................................................................................19
5.8
Straatroof ...............................................................................................................................19
5.9
Overvallen..............................................................................................................................19
5.10
Derving...................................................................................................................................20
6.
Bedreiging en geweld ............................................................................................................21
6.1
Bedreiging..............................................................................................................................21
6.2
Mishandeling..........................................................................................................................22
6.3
Openlijk geweld......................................................................................................................22
5
7.
Openbare ruimte ....................................................................................................................24
7.1
Vernieling ...............................................................................................................................24
7.2
Vervuiling ...............................................................................................................................25
7.3
Beheer openbare ruimte .......................................................................................................26
8.
Overlast..................................................................................................................................28
8.1
Soorten overlast.....................................................................................................................28
8.2
Overlast van (brom)fietsers ...................................................................................................28
8.3
Jeugdoverlast.........................................................................................................................29
8.4
Drugs- en alcoholoverlast ......................................................................................................30
9.
Brandveiligheid ......................................................................................................................31
Bijlage 1: Cijfermatig overzicht KVO-indicatoren...................................................................................32
6
1.
Inleiding
1.1
Keurmerk Veilig Ondernemen
Voor het tegengaan van criminaliteit en onveiligheid is één element van bijzonder belang: samenwerking tussen veiligheidspartners. Door samen te werken, kunnen veiligheidsproblemen effectiever worden aangepakt en eenvoudiger opgelost. Samenwerking vormt dan ook de basis van het Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO). Het KVO is een certificeringsregeling. In het kader van de KVO certificering kunnen sterren worden verdiend. Een eerste ster wordt verkregen na afsluiting van een zogenaamde eerste fase ‘KVO samenwerken’. Het certificaat wordt behaald als ondernemingen (werknemers en werkgevers), gemeente, politie en andere relevante partijen gezamenlijk een aantal bewezen effectieve maatregelen treffen om de veiligheid in een winkelgebied of bedrijventerrein voortdurend op een hoger plan te brengen. Het KVO-certificaat wordt behaald als een samenwerkingsverband is georganiseerd en er een plan van aanpak is opgesteld op basis van een veiligheidsanalyse. Na een grondige en onafhankelijke beoordeling wordt bekeken of de aanvraag wordt gehonoreerd. Na het uitvoeren van de maatregelen kan een hercertificering worden aangevraagd. In de praktijk blijkt de periode tussen certificering en hercertificering ongeveer twee jaar in beslag te nemen. Na deze periode wordt het winkelgebied in een volgende fase opnieuw beoordeeld: de hercertificering. Deze fase heet ‘KVO continu samenwerken’. Beoordeling vindt plaats op basis van de uitvoering van de maatregelen, effectmeting en het bijgestelde plan van aanpak. Is de beoordeling opnieuw positief, dan wordt de tweede ster verkregen. Vervolgens vindt elke twee jaar opnieuw een beoordeling (hercertificering) plaats. Op deze wijze kunnen in totaal vijf sterren worden verkregen. 1.2
Keurmerk Veilig Ondernemen Binnenstad
Sinds mei 2009 heeft ’s-Hertogenbosch het ‘Keurmerk Veilig Ondernemen Binnenstad’. In het kader van het KVO hebben de politie, brandweer, gemeente en ondernemersvereniging Hartje ’s-Hertogenbosch afspraken gemaakt om de veiligheid te verbeteren voor zowel ondernemers, personeel als bezoekers van het centrum. De afspraken zijn gemaakt naar aanleiding van de in 2008 uitgevoerde nulmeting ‘Keurmerk Veilig Ondernemen Centrum ’s-Hertogenbosch’. De afspraken zijn in 2009 bekrachtigd in een convenant. Afbakening van het gebied Het centrum van ’s-Hertogenbosch is door de werkgroep van het Keurmerk Veilig Ondernemen verdeeld in vier verschillende gebieden, namelijk: 1. Kernwinkelgebied ’s-Hertogenbosch 2. Vughterstraat en omgeving 3. Orthenstraat en omgeving 4. Hinthamerstraat / Hinthamereinde De vier gebieden behoren tot de drie buurten Binnenstad Centrum, Binnenstad Oost en De Hofstad. Deze drie buurten rekenen we in deze rapportage tot het centrum van ’s-Hertogenbosch.
7
Doelstellingen De overall doelstelling van het KVO project is het verbeteren van de veiligheid voor ondernemers, personeel en publiek. Hiervoor zijn verschillende doelstellingen geformuleerd: Doelstellingen Keurmerk Veilig Ondernemen Binnenstad: - 25 procent minder onveiligheidsgevoelens bij ondernemers en personeel - 5 procent minder winkelcriminaliteit/winkeldiefstal - Terugdringen van winkeldiefstal gepleegd door notoire plegers - 25 procent minder (poging tot) diefstallen in de beleving van ondernemers - 30 procent meer aangiftebereidheid bij ondernemers - 15 procent minder auto-inbraken - Bewustwording risico op geweldsituaties en leren de-escalerend optreden - 30 procent minder graffiti en vernielingen in de beleving van ondernemers - 53 procent van de ondernemers is tevreden over de schoonmaak van de openbare ruimte - 20 procent minder overlast van rijdende (brom)fietsers in het voetgangersgebied - Verminderen van overlast jeugd bij Kerkplein en Hinthamereinde 1.3
Hercertificering e
Hercertificering is feitelijk gelijk aan het aanvragen van de zogenaamde 2 ster ten aanzien van het e Keurmerk Veilig Ondernemen, waarbij het eerste certificaat (1 ster) werd verleend. Bij de hercertificering wordt het KVO-verband wederom getoetst op zijn samenwerking en de uitvoering van de maatregelen. De hercertificering vindt meestal plaats op het moment dat het samenwerkingsverband zo’n twee jaar actief is. Vaak zijn rond deze tijd de grootste knelpunten is kaart gebracht en de maatregelen om deze aan te pakken uitgevoerd. Op basis van de 1-meting vindt een evaluatie plaats alsmede de hercertificering in het kader van het Keurmerk Veilig Ondernemen: het behalen van de tweede ster. 1.4
Veiligheidsanalyse
In 2008 is de nulmeting ‘Keurmerk Veilig Ondernemen centrum’s-Hertogenbosch’ uitgevoerd. In de nulmeting is de veiligheidssituatie voor de invoering van het KVO in beeld gebracht. Dit is gedaan met onder andere gegevens van de politie en de enquête Veilig Ondernemen (HBD) gericht op de veiligheidsbeleving onder ondernemers. Vanwege de hercertificering is deze 1-meting uitgevoerd. Door de veiligheid in het centrum opnieuw te analyseren, wordt nagegaan of er daadwerkelijk een verbetering van de veiligheid heeft plaatsgevonden. Tegelijkertijd wordt nagegaan of de KVO-doelstellingen zijn gehaald.
8
2.
Veiligheidssituatie Binnenstad
In dit hoofdstuk wordt een algemeen beeld geschetst van de veiligheidssituatie in de wijk Binnenstad. Dit wordt gedaan aan de hand van de veiligheidsindex en het oordeel van de binnenstadbewoners over de veiligheid in de Binnenstad. 2.1
De veiligheidsindex
De gemeentelijke veiligheidsindex is een soort veiligheidsthermometer. Het geeft volgens een vaste methodiek van objectieve en subjectieve gegevens weer hoe het met de veiligheidssituatie in de gemeente gesteld is. De objectieve indicatoren zijn afkomstig van de incidentenregistraties van de politie. De subjectieve indicatoren zijn de resultaten van de tweejaarlijkse enquête Leefbaarheid en Veiligheid (L&V). Een score van 25 is het maximum en ‘zeer veilig’, een score van 1 is het minimum en ‘zeer onveilig’. De Binnenstad heeft een indexcijfer van 16,9. De Binnenstad behoort tot de minst veilige wijken van ’s-Hertogenbosch. Dit heeft te maken met de centrumfunctie van de Binnenstad. De concentratie van veel mensen in een relatief klein gebied met uiteenlopende functies zorgt voor een hoger incidentpatroon als het gaat om overlast en criminaliteit. Zo zijn er in de Binnenstad relatief de meeste incidenten van drugsoverlast, geweld, auto-inbraken, fietsendiefstal, winkeldiefstal, bedrijfsdiefstal, vernieling en vervuiling. De veiligheidssituatie is de afgelopen jaren gestaag verbeterd. De verbetering van het afgelopen jaar is te danken aan een afname van het aandeel winkeldiefstallen en bedrijfsinbraken, auto-inbraken, drugsoverlast, geweld, vernielingen/verloedering en jeugdoverlast. Figuur 1: Veiligheidsindex Binnenstad
25
19,0
20
16,9
15
To tale stad B innenstad
10 2004
2006
2008
2010
Bron: Veiligheidsmonitor 2011
9
2.2
Rapportcijfer veiligheid
Momenteel beoordelen bewoners van de Binnenstad de veiligheid in de buurt met een rapportcijfer 6,7. Dit is ongeveer hetzelfde als in 2008. Voor de totale stad is tussen 2008 en 2010 het rapportcijfer voor de veiligheid in de buurt afgenomen van een 7,0 naar een 6,6. Figuur 2: Rapportcijfer veiligheid in de buurt
10 9 8 6,7
7
6,6
6
To tale stad B innenstad
5 2004
2006
2008
2010
Bron: Enquête Leefbaarheid en Veiligheid 2004-2010
2.3
Onveiligheidsgevoelens binnenstadbewoners
Van de bewoners van de Binnenstad geeft 2 procent aan zich vaak onveilig te voelen in de eigen 1 buurt. In 2008 gaf 3 procent van de inwoners dit nog aan . De Binnenstad neemt een middenpositie in ten opzichte van andere wijken in de stad. Eén procent van de binnenstadbewoners voelt zich vaak onveilig in het winkelgebied in de buurt. Zes procent van de binnenstadbewoners voelt zich vaak onveilig rond uitgaansgelegenheden. Dit aandeel 1 is het hoogst van alle wijken van ’s-Hertogenbosch. In 2008 bedroeg het aandeel nog 3 procent . Figuur 3: Percentage binnenstadbewoners voelt zich vaak onveilig
10% 8% 6%
6%
4% 2%
2%
1% 0% 2004 Eigen buurt
2006
2008
Winkelgebied
2010
Uitgaansgelegenheden
Bron: Enquête Leefbaarheid en Veiligheid 2006-2010
1
Er wordt geen significant verschil gevonden tussen 2008 en 2010.
10
3.
Veiligheidssituatie centrum
Met behulp van politiecijfers is voor het centrum een cijfermatig overzicht gemaakt van alle incidenten 2 die zijn geregistreerd bij de politie . Er zijn diverse incidenten die plaatsvinden in het centrum. Een aantal indicatoren rekenen we tot de ‘KVO-indicatoren’. Dit zijn diefstal/inbraak woning, diefstal uit/vanaf/van motorvoertuigen, diefstal van (brom/snor)fietsen, zakkenrollen, openlijk geweld, bedreiging, mishandeling, straatroof, overval, overige vermogensdelicten, drugs- en drankoverlast, vernieling/zaakbeschadiging, huisvredebreuk, diefstal/inbraak bedrijven en instellingen, winkeldiefstal, overlast jeugd. In het centrum is het totaal aantal geregistreerde incidenten tussen 2008 en 2010 gedaald van 9.041 naar 6.051 incidenten. Dit betekent een afname van 33 procent. De incidenten behorende tot de KVO-indicatoren daalden iets minder sterk. Tussen 2008 en 2010 daalde het aantal KVO-incidenten van 3.928 naar 3.090 incidenten. Dit is een afname van 21 procent. Figuur 4: Totaal aantal geclusterde incidenten in het centrum
10.000 9.041 8.000
6.780 6.051
6.000 4.000
3.928 3.090
3.806 2.000 0 2008
2009 KVO-indicatoren
2010 Alle indicatoren
Bron: BVH/GIDS 2011
2 Met behulp van GIDS (Gestructureerde Interactieve Database voor Strategische bedrijfsinformatie) is een cijfermatig overzicht gemaakt van alle incidenten die zijn geregistreerd in het in informatiesysteem BVH (Basisvoorziening Handhaving) van de politie Brabant-Noord. Dit overzicht is conform de indeling van het INP (Informatiemodel Nederlandse Politie).
11
4.
Onveiligheidsgevoelens
4.1
Onveiligheidsgevoelens in en om het bedrijf
Doelstelling: 25 procent minder onveiligheidsgevoelens bij ondernemers en personeel. De onveiligheidsgevoelens onder ondernemers zijn sinds 2008 behoorlijk afgenomen. Zowel in het bedrijf als in het openbaar gebied zijn ondernemers zich veiliger gaan voelen. In 2008 gaf 8 procent van de ondernemers aan dat zich regelmatig situaties voordoen in het eigen bedrijf, waarbij zij zelf of het personeel zich onveilig voelen. In 2011 is dit afgenomen tot bijna nul procent. In totaal voelt 25 procent van de ondernemers zich wel eens onveilig. In 2008 bedroeg dit percentage nog 41 procent. Dit betekent een afname van 40 procent. Hiermee wordt de doelstelling gehaald. Als men zich onveilig voelt in de winkel, heeft dit vooral betrekking op personen waar dreiging van uitgaat (62%). In 2008 gaf 6 procent van de ondernemers aan dat zij zelf of het personeel zich regelmatig onveilig voelen in de directe omgeving van het bedrijf. In 2011 is dit afgenomen tot één procent van de ondernemers. In totaal voelt 14 procent van de ondernemers zich wel eens onveilig in de directe omgeving van hun bedrijf. In 2008 bedroeg dit nog 38 procent. Dit betekent een afname van 62 procent. Gevoelens van onveiligheid doen zich voor bij de uitgang voor het personeel (35%), op slecht verlichte plekken (30%) en bij parkeerplaatsen (17%). Figuur 5: Ondernemers/personeel die zich in het afgelopen jaar soms/regelmatig onveilig voelden (n=209)
50% 40%
41% 38% doel
30% 25% 20% 14% 10% 0% 2008 In het bedrijf
2011 In de directe omgeving
Bron: Enquête Veilig Ondernemen (HBD)
4.2
Angstgevoelens door bedreigingen
Ook angstgevoelens door bedreigingen zijn tussen 2008 en 2011 onder ondernemers en personeel afgenomen. In 2008 gaf 16 procent van de ondernemers aan dat er angstgevoelens waren door bedreigingen. In 2011 is dit afgenomen tot 5 procent. Het aandeel ondernemers dat aangeeft dat zij of hun personeel daadwerkelijk is bedreigd is tussen 2008 en 2011 afgenomen van 48 naar 23 procent. 4.3
Kans op slachtofferschap
Sinds de invoering van het KVO schatten minder ondernemers in dat de kans om slachtoffer te worden van een misdrijf in drie jaar tijd is toegenomen. In 2008 gaf 58 procent van de ondernemers dit aan. Dit is afgenomen tot 22 procent in 2011. Vier procent van de ondernemers schat in dat de kans om slachtoffer te worden van een misdrijf de afgelopen drie jaar is afgenomen. In 2008 gaf één procent van de ondernemers dit aan.
12
5.
Vermogensdelicten
5.1
Winkeldiefstal
Doelstelling: 5 procent minder winkelcriminaliteit/winkeldiefstal. Aantal incidenten van winkeldiefstal In 2010 waren er in het centrum bijna 300 incidenten van winkeldiefstal. Dit is ongeveer 55 procent van alle winkeldiefstallen in ’s-Hertogenbosch. Positief is dat het aantal winkeldiefstallen zowel gemiddeld in de gemeente als in het centrum afneemt. In het centrum is het aantal incidenten van winkeldiefstal tussen 2008 en 2010 met 27 procent afgenomen. Hiermee is de doelstelling ruimschoots gehaald. Figuur 6: Aantal incidenten van winkeldiefstal in het centrum
1.000 800 600 403
445
400 294
doel
200 0 2008
2009
2010
Bron: BVH Politie
Doelstelling: Terugdringen van winkeldiefstal gepleegd door notoire plegers. Sinds 2008 is ingezet om het aantal winkeldiefstallen gepleegd door notoire plegers (veelplegers) terug te dringen. De veelplegersaanpak is verbeterd en er is door politie, OM en gemeente meer focus aangebracht op deze groep. Het aantal meerderjarige veelplegers in de gemeente is tussen 2008 en 2010 afgenomen van 241 3 naar 211. Het aantal minderjarige veelplegers is in dezelfde periode afgenomen van 22 naar 8 . Ook het aantal incidenten van veelvuldig door veelplegers gepleegde delicten is tussen 2008 en 2010 met 4 14 procent afgenomen, van 81 naar 70 incidenten per 1.000 inwoners . We nemen aan dat deze afnames zich ook in het centrum voordoen. Op basis daarvan is bovenstaande doelstelling gehaald.
Doelstelling: 25 procent minder (poging tot) diefstallen in de beleving van ondernemers. Slachtoffer van (winkel)diefstal Minder ondernemers geven aan dat zij slachtoffer zijn geworden van diefstal van koopwaar of geld. In 2008 was 68 procent van de ondernemers slachtoffer geworden van (winkel)diefstal, dat pas later is opgemerkt. In 2011 is dit afgenomen tot 17 procent. Dit betekent een afname van 75 procent. Hiermee wordt de doelstelling ruimschoots gehaald. 3 4
Bron: KLPD (cijfers 2010 zijn voorlopige cijfers). Bron: Veiligheidsmonitor 2011.
13
Figuur 7: Percentage ondernemers dat het afgelopen jaar tenminste één keer slachtoffer is geweest van diefstal van koopwaar en/of geld uit hun bedrijf (n=192)
100% 80% 68% 60% doel
40% 20%
17%
0% 2008
2011
Bron: Enquête Veilig Ondernemen (HBD)
(Winkel)dief op heterdaad betrapt Ondernemers betrappen nu vaker een (winkel)dief op heterdaad. In 2008 gaf 30 procent van de ondernemers aan een (winkel)dief op heterdaad betrapt te hebben. In 2011 is dit opgelopen tot 57 procent. Dit komt neer op een stijging van 87 procent. Figuur 8: Percentage ondernemers dat het afgelopen jaar tenminste één keer iemand op heterdaad heeft betrapt op diefstal van koopwaar en/of geld uit hun bedrijf (n=189)
100% 80% 60%
57%
40% 30% 20% 0% 2008
2011
Bron: Enquête Veilig Ondernemen (HBD)
Doelstelling: 30 procent meer aangiftebereidheid bij ondernemers. Aangiftebereidheid Ondernemers ondernemen nu vaker actie na het op heterdaad betrappen van een (winkel)dief. 41 procent van de ondernemers heeft de dief vastgehouden en overgedragen aan de politie. In 2008 bedroeg dit percentage nog 15 procent. Dit komt neer op een stijging van 171 procent. Hiermee wordt de doelstelling ruimschoots gehaald.
14
Figuur 9: Hoe heeft u of uw personeel gereageerd na het betrappen van een (winkel)dief? (n=44)
De dief vastgehouden en overgedragen aan de politie
41% 15% 41%
De dief aangesproken en laten betalen of teruggeven
56%
Signalement opgenomen
7% 18%
Niets gedaan
11% 11%
0%
2011 2008
20%
40%
60%
80%
100%
Bron: Enquête Veilig Ondernemen (HBD)
Slachtoffer van bedreiging door (winkel)dief In een aantal gevallen is de ondernemer of het personeel bedreigd door een (winkel)dief nadat hij/zij betrapt werd. In 2008 gaf 44 procent van de ondernemers aan dat een dief heeft gedreigd geweld te gebruiken. In 2011 is dit afgenomen tot 35 procent. Mate van problematiek Het aandeel ondernemers dat aangeeft dat (winkel)diefstal een (zeer) ernstig probleem is voor hun bedrijf is tussen 2008 en 2011 fors afgenomen. In 2008 gaf 37 procent van de ondernemers nog aan dat (winkel)diefstal een (zeer) ernstig probleem was voor hun bedrijf. In 2011 is dit afgenomen tot 17 procent. Maatregelen tegen winkeldiefstal Diverse maatregelen hebben bijgedragen aan het terugdringen van het aantal winkeldiefstallen. Zo is de ‘Collectieve Winkel Ontzegging’ ingevoerd om personen te kunnen weren die strafbare feiten hebben gepleegd of zich niet houden aan de huisregels. Ook trainingen aan ondernemers en personeel op het gebied van winkeldiefstal, overvallen en agressie, de ‘Winkelscan’ om “zwakke” plekken in de winkel op te sporen en de vereenvoudiging van het aangifteproces hebben hier aan bijgedragen. Om de winkeldiefstallen verder terug te dringen is sinds februari 2011 een civiele schadevergoeding ingevoerd, om de kosten te achterhalen op de dader. Elke betrapte dief dient een extra boete van € 151,- te betalen aan de winkelier. Uit een van de pilots bleek dat de derving met veertig procent 5 omlaag ging. Van de boete gaat waarschijnlijk een afschrikwekkende werking uit . 5.2
Diefstal af/uit bedrijven en instellingen
Aantal incidenten van diefstal af/uit bedrijven en instellingen In het centrum vonden vorig jaar 63 diefstallen en inbraken in bedrijven of instellingen plaats. Dit is ongeveer 14 procent van alle bedrijfsdiefstallen in ’s-Hertogenbosch. Positief is dat het aantal bedrijfsdiefstallen zowel gemiddeld in de gemeente, als in het centrum afneemt. Tussen 2008 en 2010 is het aantal bedrijfsdiefstallen in het centrum met 48 procent afgenomen.
5
Bron: www.stopwinkelcriminaliteit.nl
15
Figuur 10: Aantal incidenten van diefstal/inbraak in bedrijven en instellingen in het centrum
250 200 150
121 76
100
63
50 0 2008
2009
2010
Bron: BVH Politie
Slachtoffer van inbraak Minder ondernemers zijn slachtoffer geworden van een inbraak. In 2008 was 7 procent van de ondernemers slachtoffer geworden van een geslaagde inbraak, waarbij goederen of geld is gestolen uit het bedrijf. In 2011 is dit afgenomen tot 2 procent. Dit betekent een afname van 73 procent. Slachtoffer van poging tot inbraak Ook het aandeel pogingen tot inbraak is volgens de ondernemers afgenomen. In 2008 gaf 11 procent van de ondernemers aan dat bij hun bedrijf een poging tot inbraak heeft plaatsgevonden. In 2011 is dit afgenomen tot 8 procent. Dit betekent een afname van 27 procent. Figuur 11: Percentage ondernemers dat het afgelopen jaar tenminste één keer slachtoffer is geweest van (een poging tot) inbraak (n=198)
25% 20% 15% 10%
11% 7%
8%
5% 2% 0% 2008 Geslaagde inbraak
2011 Poging tot inbraak
Bron: Enquête Veilig Ondernemen (HBD)
Mate van problematiek Het aandeel ondernemers dat aangeeft dat inbraak een (zeer) ernstig probleem is voor hun bedrijf is tussen 2008 en 2011 afgenomen. In 2008 gaf 8 procent van de ondernemers nog aan dat inbraak een ernstig probleem was voor hun bedrijf. In 2011 is dit afgenomen tot 3 procent.
16
5.3
Woninginbraken
In het centrum vonden vorig jaar 52 woninginbraken plaats. Dit is ongeveer 4 procent van alle woninginbraken in de gemeente. In het centrum zien we na een stijging van de woninginbraken in 2009 (+76%), in 2010 een daling van de woninginbraken (-25%). Uiteindelijk is het aantal woninginbraken tussen 2008 en 2010 met 33 procent toegenomen. In de totale gemeente zien we dat de woninginbraken in dezelfde periode met 24 procent is toegenomen. Niet alleen in ’s-Hertogenbosch zien we een stijging van het aantal woninginbraken. Landelijk steeg 6 het aantal woninginbraken met 12 procent en in de provincie Noord-Brabant met 17 procent . Figuur 12: Aantal incidenten van woninginbraak in het centrum
250 200 150 100 50
69 52
39
0 2008
2009
2010
Bron: BVH Politie
5.4
Auto-inbraken
Doelstelling: 15 procent minder auto-inbraken. In het centrum vonden in 2010 189 incidenten van auto-inbraak plaats. Dit is ongeveer 11 procent van alle auto-inbraken in ’s-Hertogenbosch. Het aantal auto-inbraken is de afgelopen twee jaar afgenomen, zowel gemiddeld in de gemeente als in het centrum. Tussen 2008 en 2010 is het aantal auto-inbraken in het centrum met 60 procent afgenomen. Hiermee is de doelstelling ruimschoots gehaald.
6
Bron: Politie Brabant-Noord
17
Figuur 13: Aantal incidenten van auto-inbraak in het centrum
1.000 800 600
472
400
doel
268
200
189
0 2008
2009
2010
Bron: BVH Politie
Dat het aantal auto-inbraken de afgelopen twee jaar zoveel is afgenomen, is deels te danken aan de inzet van politie en gemeente. Er is onder andere toezicht geplaatst op hotspots en gezorgd voor goede verlichting op plaatsen waar veel auto’s werden opengebroken. Ook de inzet van de lokauto door de politie heeft bijgedragen aan de afname van het aantal auto-inbraken. 5.5
Diefstal van motorvoertuigen
In 2010 zijn er in het centrum 16 motorvoertuigen gestolen. Dit is ongeveer 7 procent van alle diefstallen van motorvoertuigen (auto’s, busjes, motoren enz.) in ’s-Hertogenbosch. Het aantal gestolen motorvoertuigen in het centrum is tussen 2008 en 2010 ongeveer hetzelfde gebleven. 5.6
Diefstal van (brom/snor)fietsen
In het centrum zijn vorig jaar bijna 600 (brom/snor)fietsen gestolen. Dit is ongeveer 36 procent van alle fietsendiefstallen in ’s-Hertogenbosch. Na een stijging van het aantal fietsendiefstallen in 2009 (+28%), is het aantal fietsendiefstallen in 2010 fors afgenomen (-38%). Het aantal fietsendiefstallen is onder andere teruggedrongen door toezicht in de hotspotgebieden. Figuur 14: Aantal incidenten van diefstal van (brom/snor)fietsen en motorvoertuigen in het centrum
1.000 800
956 748
600
588
400 200 19
13
16
2008
2009
2010
0
(brom/snor)fietsen
motorvoeruigen
Bron: BVH Politie
18
5.7
Zakkenrollen
Onder zakkenrollen verstaan we het stelen van eigendommen uit iemands zakken of diefstal uit of van iemands tas. Hierbij wordt geen geweld gebruikt. Is er wel sprake van geweld, dan is er sprake van een straatroof. Vorig jaar waren er in het centrum ongeveer 350 incidenten van zakkenrollen. Dit is ongeveer 61 procent van alle incidenten van zakkenrollen in ’s-Hertogenbosch. Het aantal incidenten van zakkenrollen in het centrum is tussen 2008 en 2010 ongeveer gelijk gebleven. Figuur 15: Aantal incidenten van zakkenrollen in het centrum
1.000 800 600 380 400
356
354
200 0 2008
2009
2010
Bron: BVH Politie
5.8
Straatroof
Straatroof is een vorm van diefstal met geweld. Niet alle diefstal met geweld is straatroof. Bij beroving van professionele en particuliere geld- en waardetransporten, wordt gesproken van een overval. Ook wanneer de beroving plaatsvindt in een besloten pand (zoals woningen, winkels en bedrijven), is er sprake van een overval. In het centrum waren vorig jaar 12 straatroven. Dit is ongeveer 22 procent van alle straatroven in ’s-Hertogenbosch. Het aantal straatroven is tussen 2008 en 2010 licht afgenomen. 5.9
Overvallen
Incidenten van overval Er is sprake van een overval wanneer de beroving plaatsvindt in een besloten pand, zoals woningen, winkels en bedrijven. Ook bij beroving van professionele en particuliere geld- en waardetransporten, wordt gesproken van een overval. Vorig jaar waren er 5 overvallen in het centrum. Dit is ongeveer 22 procent van alle overvallen in ’s-Hertogenbosch. Het aantal overvallen is tussen 2008 en 2010 gelijk gebleven. Slachtoffer van berovingen en roofovervallen Het aandeel ondernemers dat slachtoffer is geworden van beroving of een roofoverval is licht toegenomen. In 2008 was 2 procent van de ondernemers in het voorgaande jaar slachtoffer van een beroving of roofoverval. In 2011 is dit toegenomen tot 3 procent.
19
Figuur 15: Aantal incidenten van straatroof en overvallen in het centrum
100 80 60 40 24 20 0
20 12 5
0
5 2008
2009 straatroof
2010 overvallen
Bron: BVH Politie
5.10
Derving
Minder ondernemers geven aan dat de derving (niet bedoeld omzetsverlies) is toegenomen. In 2008 gaf 19 procent van de ondernemers aan dat de derving in twee jaar tijd was toegenomen. In 2011 is dit percentage afgenomen tot 13 procent. Ook wordt de derving steeds minder toegeschreven aan criminele derving. In 2008 gaf 52 procent van de ondernemers aan dat van de totale derving de criminele derving het grootst is. In 2011 is dit afgenomen tot 36 procent. Figuur 17: Percentage ondernemers dat aangeeft dat de derving de laatste twee jaar is vermeerderd
100% 80% 60%
40% 20%
19% 13%
0% 2008
2011
Bron: Enquête Veilig Ondernemen (HBD)
20
6.
Bedreiging en geweld
6.1
Bedreiging
Aantal incidenten van bedreiging Vorig jaar waren in het centrum 86 incidenten van bedreiging. Onder bedreigingen verstaan we bijvoorbeeld bedreiging met fysiek geweld, gijzeling, ontvoering, stalking en overige misdrijven tegen de persoonlijke vrijheid. Ongeveer 14 procent van alle bedreigingen in ’s-Hertogenbosch vindt plaats in het centrum. Positief is dat het aantal bedreigingen zowel gemiddeld in de gemeente, als in het centrum afneemt. Tussen 2008 en 2010 is het aantal bedreigingen in het centrum met 32 procent afgenomen. Figuur 18: Aantal incidenten van bedreiging in het centrum
250 200 150 126
93
100 86 50 0 2008
2009
2010
Bron: BVH Politie
Slachtoffer van bedreiging en intimidatie Minder ondernemers zijn slachtoffer geworden van bedreiging of intimidatie. Hierbij kan het gaan om onenigheid met een klant, om een tegenstribbelende winkeldief, maar ook om het afdwingen van goederen of geld waarbij gedreigd wordt met geweld. In 2008 was 49 procent van de ondernemers of personeelsleden slachtoffer van bedreiging of intimidatie. In 2011 is dit afgenomen tot 18 procent. Dit betekent een afname van 64 procent. Gevolgen van bedreiging en intimidatie Als gevolg van bedreiging of intimidatie kan men lichamelijk en/of geestelijk letsel oplopen. In 2008 gaf 35 procent van de ondernemers aan dat zij of hun personeelsleden door de bedreigingen of intimidatie immateriële (menselijke) schade hebben geleden. In 2011 is dit afgenomen tot 14 procent.
21
Figuur 19: Percentage ondernemers dat het afgelopen jaar tenminste één keer slachtoffer is geweest van bedreiging of intimidatie (n=198)
100% 80% 60% 49% 40% 20%
18%
0% 2008
2011
Bron: Enquête Veilig Ondernemen (HBD)
6.2
Mishandeling
In het centrum waren vorig jaar ruim 500 incidenten van mishandeling. Onder mishandeling verstaan we het toebrengen van lichamelijke verwondingen, pijn of andere schade aan een persoon. Ongeveer 25 procent van alle mishandelingen in ’s-Hertogenbosch vindt plaats in het centrum. Zowel in het centrum als gemiddeld in de gemeente neemt het aantal mishandelingen toe. In het centrum is het aantal mishandelingen de afgelopen twee jaar met 59 procent toegenomen. 6.3
Openlijk geweld
Vorig jaar waren in het centrum 67 incidenten van openlijk geweld. Onder openlijk geweld verstaan we het openlijk (dus op publieke plaatsen) en in vereniging plegen van geweld tegen personen. Niet alleen de ‘feitelijk’ dader is schuldig aan openlijke geweldpleging, maar ook een persoon die deel uitmaakt van de groep met geweldplegers en niets doet. Ongeveer 42 procent van alle openlijke geweldplegingen in ’s-Hertogenbosch vindt plaats in het centrum van de stad. Het aantal openlijke geweldplegingen in het centrum is de afgelopen twee jaar met 24 procent gestegen. Figuur 20: Aantal incidenten van mishandeling en openlijk geweld in het centrum
1.000 800 600
514
465
400 323 200 50 0
67
54 2008
2009 mishandeling
2010 openlijk gew eld
Bron: BVH Politie
22
Het aantal geweldsdelicten in de gemeente is het hoogst in het centrum van ’s-Hertogenbosch. Dit heeft alles te maken met de concentratie mensen, vooral tijdens de uitgaansuren waarbij in veel gevallen alcohol en/of drugs in het spel is. In 2009 hebben politie, OM, gemeente en Koninklijke Horeca Nederland afdelingen ’s-Hertogenbosch en Rosmalen afspraken gemaakt over de verbetering van de veiligheid tijdens het uitgaan. Deze afspraken zijn vastgelegd in het convenant Veilig Uitgaan (mei 2009).
Doelstelling: Bewustwording risico op geweldsituaties en leren de-escalerend optreden. Door het HBD is aan ondernemers en personeel de training ‘Veilig in de winkel’ aangeboden. In de training leren ondernemers en personeel hoe ze kunnen omgaan met agressie en geweld, winkeldiefstal en overvallen in de winkel, maar vooral ook hoe ze dit kunnen voorkomen.
23
7.
Openbare ruimte
7.1
Vernieling
Incidenten van vernieling cq. zaakbeschadiging In het centrum waren vorig jaar ongeveer 250 incidenten van vernieling (incl. bekladding/graffiti). Dit is ongeveer 11 procent van alle vernielingen in ’s-Hertogenbosch. Positief is dat het aantal vernielingen zowel gemiddeld in de gemeente, als in het centrum is afgenomen. Tussen 2008 en 2010 is het aantal vernielingen in het centrum met 34 procent afgenomen. Het aantal vernielingen is deels teruggebracht door het gebruik van hufterproof materiaal. Figuur 21: Aantal incidenten van vernieling cq. zaakbeschadiging (incl. bekladding/graffiti) in het centrum
1.000 800 600 389 323
400
256
200 0 2008
2009
2010
Bron: BVH Politie
Doelstelling: 30 procent minder graffiti en vernielingen in de beleving van ondernemers. Slachtoffer van vernieling of bekladding Minder ondernemers zijn slachtoffer geworden van vernieling of bekladding van hun gebouw of ander bedrijfsbezit. In 2008 was 50 procent van de ondernemers slachtoffer van vernieling of bekladding. In 2011 is dit afgenomen naar 27 procent. Dit betekent een afname van 46 procent. Hiermee wordt de doelstelling ruimschoots gehaald.
24
Figuur 22: Percentage ondernemers dat het afgelopen jaar tenminste één keer slachtoffer is geworden van vernieling en/of bekladding van hun gebouw of ander bedrijfsbezit (n=187)
100% 80% 60% 50% 40% 27%
doel
20% 0% 2008
2011
Bron: Enquête Veilig Ondernemen (HBD)
7.2
Vervuiling
Incidenten van vervuiling Vorig jaar waren er in het centrum ongeveer 260 meldingen van vervuiling. Dit is ongeveer 16 procent van alle meldingen van vervuiling in ’s-Hertogenbosch. Het aantal meldingen van vervuiling in het centrum nam tussen 2008 en 2009 met 14 procent af, maar is het afgelopen jaar weer met 7 procent toegenomen. Incidenten van illegale stort Daarnaast waren er in 2010 bijna 450 meldingen van illegale stort in het centrum. Dit is ongeveer 9 procent van alle meldingen van illegale stort in de stad. Positief is dat het aantal meldingen van illegale stort zowel gemiddeld in de gemeente, als in het centrum is afgenomen. Tussen 2008 en 2010 is het aantal meldingen van illegale stort in het centrum met 19 procent afgenomen. Maatregelen tegen vervuiling en illegale stort Om de vervuilingen en illegale stort een halt toe te roepen, zijn de tarieven van de milieustations per 1 januari 2009 gedaald. Sindsdien is in het centrum, evenals gemiddeld in ’s-Hertogenbosch, het aantal incidenten van vervuiling en illegale stort afgenomen. Ook de binnenstadbewoners ervaren minder rommel op straat. Tussen 2008 en 2010 is het aandeel binnenstadbewoners dat aangeeft dat rommel 7 op straat vaak voorkomt afgenomen van 45 naar 29 procent .
7
Bron: Veiligheidsmonitor 2011.
25
Figuur 23: Aantal meldingen van vervuiling in het centrum
1.000 800 600
473
555
448
400
244 283
262
200 0 2008
2009 Vervuiling
2010 Illegale stort
Bron: Meldpunt Openbare Ruimte, gemeente ’s-Hertogenbosch
De ervaren vervuiling Minder ondernemers ervaren vervuiling in de directe omgeving van hun bedrijf. Het aandeel ondernemers dat vindt dat er (erg) veel vervuiling is in de directe omgeving van hun bedrijf is tussen 2008 en 2011 afgenomen van 28 naar 14 procent. Figuur 24: Percentage ondernemers dat vindt dat (erg) veel vervuiling is in de directe omgeving van hun bedrijf (n=208)
50% 40% 30%
28%
20% 14% 10% 0% 2008
2011
Bron: Enquête Veilig Ondernemen (HBD)
7.3
Beheer openbare ruimte
Doelstelling: minimaal 53 procent van de ondernemers is tevreden over de schoonmaak van de openbare ruimte. In 2008 was 53 procent van de ondernemers tevreden over het schoonmaken en repareren van wegdek en straatmeubilair in de directe omgeving van hun bedrijf. In 2011 is dit aandeel toegenomen tot 74 procent. Hiermee wordt de doelstelling ruimschoots gehaald. Het aandeel ondernemers dat vindt dat het huidige toezicht voldoende is, is tussen 2008 en 2011 toegenomen van 46 naar 59 procent.
26
Figuur 25: Percentage tevreden ondernemers over het schoonmaken en repareren van wegdek en straatmeubilair in de directe omgeving van hun bedrijf (n=211)
100% 80%
74% doel
60% 53% 40% 20% 0% 2008
2011
Bron: Enquête Veilig Ondernemen (HBD)
De ondernemers die ontevreden zijn over het schoonmaken en repareren van de openbare ruimte, zijn ontevreden omdat het herstel van kapotte dingen te lang duurt (42%), er te weinig schoonmaakbeurten zijn (37%) en de kwaliteit van de schoonmaakbeurten onvoldoende is (37%). Figuur 26: Ondernemers zijn ontevreden over het schoonmaken en repareren van wegdek en straatmeubilair in de directe omgeving van hun bedrijf, vanwege… (n=52)
Herstel van kapotte dingen duurt te lang
42% 41%
Te w einig schoonmaakbeurten
37% 22%
De kw aliteit van de schoonmaakbeurten is onvoldoende 0%
37% 2011 2008
25% 10%
20%
30%
40%
Bron: Enquête Veilig Ondernemen (HBD)
27
50%
8.
Overlast
8.1
Soorten overlast
Ruim de helft van de ondernemers ervaart overlast van rondhangende mensen. Vervolgens ervaren ondernemers de meeste overlast van fietsers, skaters en geluidsoverlast. Ten opzichte van 2008 ervaren minder ondernemers baldadig gedrag en vernielingen. Bij de andere soorten overlast hebben zich geen noemenswaardige veranderingen voorgedaan. Figuur 27: Percentage ondernemers dat overlast ervaart van… (n=118)
55% 50%
Rondhangen 36% 36%
Fietsen/skaten
28% 24%
Geluidsoverlast
25%
Baldadigheid Vernielen
35% 14% 22%
Het personeel lastigvallen
12% 11%
Klanten lastigvallen
9% 12%
Straatverkoop
7% 8%
0%
2011 2008
20%
40%
60%
80%
100%
Bron: Enquête Veilig Ondernemen (HBD)
8.2
Overlast van (brom)fietsers
Doelstelling: 20 procent minder overlast van rijdende (brom)fietsers in het voetgangersgebied. Volgens de ondernemers is de overlast van (brom)fietsers in het winkelgebied tussen 2008 en 2011 niet veranderd. Volgens 31 procent van de ondernemers staan er (erg) veel fout of verkeerd geparkeerde fietsen bij hun bedrijf. Eveneens 31 procent van de ondernemers geeft aan dat er (erg) veel fietsers en bromfietsers zijn die door de winkelstraten en passages rijden. In de doelstelling werd gestreefd naar 20 procent minder overlast van rijdende (brom)fietsers in het voetgangersgebied. De doelstelling is vooralsnog niet gehaald. Er bestaat een grote kans dat de fietsenoverlast nu wel zal afnemen. In april 2011 zijn er drie gratis bewaakte fietsenstallingen geopend onder het voormalige postkantoor in de Kerkstraat, en in de parkeergarages in de Wolvenhoek en op het Burgemeester Loeffplein. In andere steden hebben 8 gratis fietsenstallingen geleid tot minder overlast van gestalde fietsen .
8
Bron: Gratis maakt bemind. Fietsverkeer. Februari 2008.
28
Figuur 28: Percentage ondernemers dat vindt dat (erg) veel (brom)fietsers door de winkelstraten en passages rijden (n=208)
50% 40% 32%
30%
31% doel
20% 10% 0% 2008
2011
Bron: Enquête Veilig Ondernemen (HBD)
8.3
Jeugdoverlast
Doelstelling: Verminderen van overlast jeugd bij Kerkplein en Hinthamereinde. Vorig jaar waren er 80 incidenten van jeugdoverlast in het centrum. Dit is ongeveer 6 procent van alle incidenten van jeugdoverlast in ’s-Hertogenbosch. Positief is dat het aantal incidenten van jeugdoverlast zowel gemiddeld in de gemeente, als in het centrum afneemt. Tussen 2008 en 2010 is het aantal incidenten van jeugdoverlast in het centrum met 49 procent afgenomen. Hiermee is de doelstelling gehaald. De afname van de jeugdoverlast is voornamelijk te danken aan het verdwijnen van de jeugdgroep die rondhing op het Kerkplein. Deze groep is geheel verdwenen. Figuur 29: Aantal incidenten van jeugdoverlast in het centrum
500 400 300 157
200
doel
105 100
80
0 2008
2009
2010
Bron: BVH Politie
29
8.4
Drugs- en alcoholoverlast
In het centrum waren in 2010 25 incidenten van drugs- en alcoholoverlast. Dit is ongeveer 21 procent van alle incidenten van drugs- en alcoholoverlast in ’s-Hertogenbosch. Het aantal incidenten van drugs- en alcoholoverlast in het centrum is in 2009 sterk afgenomen, met 83 procent ten opzichte van 2008. Ook in 2010 bleef het aantal incidenten van drugs- en drankoverlast relatief laag. Ook gemiddeld in de gemeente is het aantal incidenten van drugs- en alcoholoverlast sterk afgenomen (-81%). Figuur 30: Aantal incidenten van drugs/drankoverlast in het centrum
500 400 300 200
170
100
29 25
0 2008
2009
2010
Bron: BVH Politie
30
9.
Brandveiligheid
In 2010 waren er in totaal 22 branden in het centrum. Het betrof 13 binnenbranden en 9 buitenbranden. Dit is ongeveer 6 procent van alle binnen- en buitenbranden in ’s-Hertogenbosch. Het aantal branden neemt licht af. In 2007 betrof het nog 30 branden in het centrum. Figuur 31: Aantal binnen- en buitenbranden in het centrum
50 40 30 20
15
10
15
15
13
10
9
2009
2010
0 2007 Binnenbranden
Buitenbranden
Bron: Brandweer ’s-Hertogenbosch
31
Bijlage 1:
Cijfermatig overzicht KVO-indicatoren 2008
2010/2011
Toename / afname
Bron
Veiligheidssituatie Binnenstad Veiligheidsindex Binnenstad Rapportcijfer van binnenstadbewoners voor de veiligheid in de buurt % binnenstadbewoners voelt zich vaak onveilig in de eigen buurt % binnenstadbewoners voelt zich vaak onveilig in het winkelgebied in de buurt % binnenstadbewoners voelt zich vaak onveilig rond uitgaansgelegenheden
14,5 6,8 3% 1% 3%
16,9 6,7 2% 2% 6%
+17% ns ns ns ns
VM VM VM VM VM
Veiligheidssituatie centrum Totaal aantal KVO-incidenten in het centrum Totaal aantal incidenten in het centrum (alle indicatoren)
3.928 9.041
3.090 6.051
-33% -21%
P P
41%
25%
-40%
HBD
38%
14%
-62%
HBD
16% 48% 58%
5% 23% 22%
-67% -52% -61%
HBD HBD HBD
1%
4%
+64%
HBD
403 68%
294 17%
-27% -75%
P HBD
30%
57%
+87%
HBD
15% 44% 37%
41% 35% 17%
+171% ns -55%
HBD HBD HBD
121
63
-48%
P
7%
2%
-73%
HBD
11%
8%
-27%
HBD
8%
3%
-63%
HBD
39 472 19 748 354 20 5
52 189 16 588 356 12 5
+33% -60% -16% -21% +1% -40% 0%
P P P P P P P
Onveiligheidsgevoelens % ondernemers dat zich in het afgelopen jaar soms/regelmatig onveilig voelden in het bedrijf % ondernemers dat zich in het afgelopen jaar soms/regelmatig onveilig voelden in de directe omgeving van het bedrijf % ondernemers met angstgevoelens door bedreigingen % ondernemers dat wel eens daadwerkelijk is bedreigd % ondernemers schat de kans in dat de kans om slachtoffer te worden van een misdrijf de afgelopen drie jaar is toegenomen % ondernemers schat de kans in dat de kans om slachtoffer te worden van een misdrijf de afgelopen drie jaar is afgenomen Winkeldiefstal Aantal incidenten van winkeldiefstal in het centrum % ondernemers dat het afgelopen jaar tenminste één keer slachtoffer is geweest van diefstal van koopwaar of geld, dat pas later is opgemerkt % ondernemers dat het afgelopen jaar tenminste één keer iemand op heterdaad heeft betrapt op diefstal van koopwaar of geld % ondernemers heeft de dief vastgehouden en overgedragen aan de politie % ondernemers dat is bedreigd met geweld door de winkeldief % ondernemers dat aangeeft dat (winkel)diefstal een (zeer) ernstig probleem is voor hun bedrijf Diefstal af/uit bedrijven Aantal incidenten van diefstal/inbraak in bedrijven en instellingen in het centrum % ondernemers dat het afgelopen jaar tenminste één keer slachtoffer is geweest van een geslaagde inbraak % ondernemers dat het afgelopen jaar tenminste één keer slachtoffer is geweest van een poging tot inbraak % ondernemers dat aangeeft dat inbraak een (zeer) ernstig probleem is voor hun bedrijf Overige vermogensdelicten Aantal incidenten van woninginbraak in het centrum Aantal incidenten van auto-inbraak in het centrum Aantal incidenten van diefstal van motorvoertuigen in het centrum Aantal incidenten van diefstal van (brom/snor)fietsen in het centrum Aantal incidenten van zakkenrollen in het centrum Aantal incidenten van straatroof in het centrum Aantal incidenten van overvallen in het centrum
32
Overige vermogensdelicten % ondernemers dat het afgelopen jaar tenminste één keer slachtoffer is geworden van beroving of een roofoverval % ondernemers waarbij de derving de afgelopen twee jaar is vermeerderd % ondernemers waarbij van de totale derving de criminele derving het grootst is Bedreiging en geweld Aantal incidenten van bedreiging in het centrum % ondernemers dat het afgelopen jaar tenminste één keer slachtoffer is geworden van bedreiging of intimidatie % ondernemers dat door bedreiging/intimidatie immateriële (menselijke) schade heeft geleden Aantal incidenten van mishandeling in het centrum Aantal incidenten van openlijk geweld in het centrum Openbare ruimte Aantal incidenten van vernieling cq. zaakbeschadiging in het centrum % ondernemers dat het afgelopen jaar tenminste één keer slachtoffer is geworden van vernieling en/of bekladding van hun gebouw of ander bedrijfsbezit Aantal incidenten van vervuiling in het centrum Aantal incidenten van illegale stort in het centrum % ondernemers dat (erg) veel vervuiling ervaart in de directe omgeving van hun bedrijf % ondernemers dat tevreden is over het schoonmaken en repareren van wegdek en straatmeubilair in de directe omgeving van hun bedrijf % ondernemers dat vindt dat het huidige toezicht voldoende is
2008
2010/2011
Toename / afname
Bron
2%
3%
+85%
HBD
19% 52%
13% 36%
-33% -30%
HBD HBD
126 49%
86 18%
-32% -64%
P HBD
35%
14%
-60%
HBD
323 54
514 67
+59% +24%
P P
389 50%
256 27%
-34% -46%
P HBD
283 555 28%
262 448 14%
-7% -19% -50%
MOR MOR HBD
53%
74%
+40%
HBD
46%
59%
+30%
HBD
Overlast % ondernemers dat overlast ervaart van rondhangen 50% 55% ns 36% 36% ns % ondernemers dat overlast ervaart van fietsen/skaten % ondernemers dat overlast ervaart van geluidsoverlast 24% 28% ns 35% 25% -31% % ondernemers dat overlast ervaart van baldadigheid % ondernemers dat overlast ervaart van vernielen 22% 14% -39% % ondernemers dat overlast ervaart van het personeel lastig vallen 11% 12% ns % ondernemers dat overlast ervaart van klanten lastigvallen 12% 9% ns % ondernemers dat overlast ervaart van straatverkoop 8% 7% ns % ondernemers dat vindt dat (erg) veel (brom)fietsers door de winkelstraten en 32% 31% ns passages rijden % ondernemers dat vindt dat (erg) veel (brom)fietsen fout of verkeerd staan 30% 31% ns geparkeerd bij hun bedrijf Aantal incidenten van jeugdoverlast in het centrum 157 80 -49% Aantal incidenten van drugs- en alcoholoverlast in het centrum 170 25 -83% Bronnen: HBD: Enquête Veilig Ondernemen van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel (HBD) (2008-2011) MOR: Meldpunt Openbare Ruimte, gemeente ’s-Hertogenbosch (2008-2010) P: BVH Politie (2008-2010) VM: Veiligheidsmonitor / enquête Leefbaarheid en Veiligheid, afdeling Onderzoek & Statistiek (2008-2010) Toename/afname: ns verandering is niet significant (ns)
33
HBD HBD HBD HBD HBD HBD HBD HBD HBD HBD P P