ENGLISH, WE WILL DO BETTER! LESSON NINE Lees de volgende woorden 2 of 3 keer aandachtig door! worry = zorg; joy = vreugde; vein = ader; tonsil = amandel; lonely = eenzaam; disease = ziekte; plaster = gips; prescription = recept; salad = salade; bandage = verband; chest = borstkas; breath = adem; stomach = maag; juice = sap; skin = huid; muscle = spier; liquid = vloeistof; wrist = pols; tooth = tand; skull = schedel; cheek = wang; injury = letsel; addiction = verslaving; mood = stemming; scare = litteken; victim = slachtoffer; spoon = lepel; plate = bord; bowl = schaal; tray = dienblad; salt = zout; pepper = peper; vegetable = groente; chips = friet; sweets = snoep; pub = café; empty = leeg; liquor = sterke drank; drunk = dronken; coffee maker = koffiezetapparaat
WORD SEARCH 1
S A T M N H B P N E W B E
D T O O T K L A O L K A R
Y O O A O A Q L I C I N A
D R E M S T D E T S S D C
N R U T A K H K P U B A S
B O E J E C O U I M P G V
B R I E N N H F R E Q E B
C N H T L I Q J C O C M B
J C Y J C O P E S H W Y L
E S A E S I D M E N R T Z
M I T C I V D S R N I K S
S K U L L U T D P J S E B
Als je klaar bent met deze woordzoeker, bedek je de vertaling en overhoor je jezelf.
J H T O N S I L A P T E V
Het is beste dat je deze woordzoekers kopieert. Streep elk woord dat je gevonden hebt door. Schrijf de betekenis in het tabelletje. Veel succes!
Zoek de volgende woorden in WS 1 op! vein = __________________________ tonsil =__________________________ disease =__________________________ plaster =__________________________ prescription =________________________ bandage =__________________________ chest =__________________________ breath =__________________________ stomach =__________________________ skin =__________________________ muscle =__________________________ wrist =__________________________ tooth =__________________________ skull = __________________________ cheek =__________________________ injury =__________________________ addiction =__________________________ mood = __________________________ scare = __________________________ victim = __________________________
WORD SEARCH 2 Doe deze woordzoeker niet meteen achter de vorige woordzoeker! Lees de woorden die bovenaan de vorige pagina staan nog een keertje door!
N D R U N K L I Q U O R L
L O M A Y A R T E X T R X
H W O V C P F Y J M M R G
C S O P L U Y F M O P Z M
U D C B S B L I K T Y T V
R E K A M E E F F O C E Y
E T A L P Q N Y Y E G Y Q
S O Z S X D O N C E P R N
P W A A I E L I T C E R S
B L E U N I U A H B P O A
T B Q E E J B I H V P W L
R I E R T L P X H Q E M A
Als je klaar bent met deze woordzoeker, bedek je de vertaling en overhoor je jezelf.
Zie de volgende pagina!
L D D J E S N C H O R C D
Streep elk woord dat je gevonden hebt door. Schrijf de betekenis in het tabelletje. Veel succes!
Zoek de volgende woorden in WS 2 op! spoon = __________________________ plate = __________________________ bowl = __________________________ tray =__________________________ salt = __________________________ pepper = __________________________ vegetable = _________________________ chips = __________________________ salad = __________________________ sweets = __________________________ pub = __________________________ empty = __________________________ liquor = __________________________ drunk = __________________________ coffee maker = ______________________ juice = __________________________ liquid = __________________________ lonely = __________________________ joy = __________________________ worry = __________________________
Opdracht 2: Leer de volgende zinnetjes van het Engels naar het Nederlands.. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20.
Our caravan is damaged = Onze caravan is beschadigd. Do you know the traffic rules? = Ken je de verkeersregels? The car crashed into a tree. = De auto botste tegen een boom. Parking is prohibited = Parkeren is verboden. Grandma was hit by a car = Oma werd aangereden door een auto. This passport is not valid = Dit paspoort is niet geldig. Mind the traffic! = Pas op het verkeer! How do you spend your leisure(time)? = Hoe besteed je je vrije tijd? He visited China recently = Hij bezocht kort geleden China. When does the ferry sail? = Wanneer vaart de veerboot af? There are many water birds in this area. = Er zijn veel watervogels in dit gebied. He works in a London suburb = Hij werkt in een voorstad van Londen. Their house hasn't been sold. = Hun huis is niet verkocht. He sacrificed his live for his country = Hij heeft zijn leven geofferd voor zijn land. We've got plenty of time = We hebben tijd genoeg. Write your name in capital letters! = Schrijf je naam in hoofdletters! There was a traffic jam = Er was een verkeersopstopping. He wrote his signature under the letter = Hij zette zijn handtekening onder de brief. When did you receive my letter? =Wanneer heb je mijn brief ontvangen? Can you lend me your book? = Kun je je boek aan mij uitlenen?
EEN WEERBERICHT Lees onderstaand weerbericht goed. Je zult enkele woorden moeten raden. Beantwoord daarna de vragen. SATURDAY NIGHT Rather (= nogal) cloudy across Scotland and parts of Northern Ireland, some rain or showers (buien) in the north. There will be clear periods elsewhere, and remaining dry. This will lead to a few fog patches (mistbanken) in central areas. SUNDAY A very warm day with some sunshine, but clouds developing in central and eastern areas, leading to a few showers. The best of the sunshine will be in the west. MONDAY Cloud and rain will spread into western Scotland and parts of Northern Ireland. Otherwise, some sunshine, but a few scattered (verspreide) heavy showers developing in central areas, these drifting north. TUESDAY A slow moving area of showery rain will affect central and eastern areas, heavy and thundery in places. Most other parts dry, warm with some sunshine, but it will be cooler in the north and east.
1. Welke weersverschijnselen worden genoemd in de verwachting voor zaterdagavond en zondag? A. Regenbuien, hagel en zon. B. Regenbuien, mist en zon. C. Regenbuien, wind en zon. 2. En welke weersverschijnselen worden genoemd in de verwachting voor maandag en dinsdag? A. Halgelbuien, zware regenbuien en zon. B. Bewolking, regen, zware regenbuien, onweer en zon. C. Bewolking, regen, mist, onweer en zon. 3. Waar wonen de mensen die op zondag het meest van de zon kunnen genieten? A. B. C. D.
In het noorden. In het oosten. In het zuiden. In het westen.
4. Voor zaterdagavond wordt motregen voorspeld voor het zuiden van Groot-Brittannië. A. Waar. B. Niet waar. 5. Op dinsdag wordt er A. regen voorspeld voor het midden en oosten van Groot-Brittannië B. warm en zonneschijn voor andere delen C. koeler in het noorden en het oosten. A. B. C. D.
A, B en C zijn juist. A is juist, B en C zijn onjuist. A en B zijn juist, C is onjuist. A, B en C zijn onjuist.
Kijk na!
Ga verder op de volgende pagina!
ANTWOORDEN 1. 2. 3. 4. 5.
B B D B A