9
Croon Elektrotechniek B.V.
Procurement Hoofdkantoor Rotterdam Schiemond 20-22 3024 EE Rotterdam Postbus 6073 3002 AB Rotterdam Telefoon 088 - 923 33 44 www.croon.nl
Energie audit Croon Elektrotechniek B.V.
Datum opgesteld
20 december 2013 Datum gewijzigd
9 januari 2014 Referentie
1401-0482r Project Auteur(s)
CO2-Prestatieladder EMS
J.A. (Sjaak) Visser
Versie
1.4 Status
Definitief Blad
1 van 9
9
Versie
Datum opgesteld
1.4
20 december 2013
Status
Datum gewijzigd
Definitief
9 januari 2014
Blad
Referentie
2 van 9
1401-0482r
Distributielijst Naam B.C.G. Arkenbout D.E.J. Knops B.J. Hoogerwerf M. Korstanje A.J. Vroegindeweij
Versiebeheer Versie 1. 1.1 1.2 1.3
Datum 20 dec 2013 7 jan 2014 8 jan 2014 8 jan 2014
1.4
9 jan 2014
Auteur J.A. Visser M. Korstanje B.J. Hoogerwerf J.A. Visser / M. Korstanje J.A. Visser
Opmerkingen Draft Review Review Review
Datum 20-12-2013 7-1-2014 8-1-2014 8-1-2014
Definitief
9-1-2014
9
Versie
Datum opgesteld
1.4
20 december 2013
Status
Datum gewijzigd
Definitief
9 januari 2014
Blad
Referentie
3 van 9
1401-0482r
Inhoud
1
Introductie
4
2 2.1 2.1.1 2.1.2 2.2 2.2.1
Energie-aspecten Energieverbruik panden Elektriciteitsverbruik Gasverbruik Energieverbruik uitvoering projecten Wagenpark
5 5 6 6 6 7
3
Toekomstig energieverbruik
8
4
Gebruikte processen en systemen
9
9
1
Versie
Datum opgesteld
1.4
20 december 2013
Status
Datum gewijzigd
Definitief
9 januari 2014
Blad
Referentie
4 van 9
1401-0482r
Introductie
Croon Elektrotechniek B.V. (verder te noemen Croon) heeft een inventarisatie uitgevoerd, over alle energiestromen voortkomend uit haar bedrijfsvoering. Dit document geeft de uitkomst weer van de energie-audit die is uitgevoerd t/m H1 2013 en geeft invulling aan de punten 2.A.3 en 1.B.2 uit de CO2-prestatieladder. De energie-audit is opgenomen in de standaardprocedure van Croon en geeft jaarlijks een overzicht van alle relevante energiestromen. Basis voor de energie-audit zijn de documenten per vestiging met betrekking tot het energieverbruik op het gebied van elektriciteit, gas en de gegevens onderliggend aan het CFA-rapport, waarin het brandstoffenverbruik is vermeld. De documenten die als basis hebben gediend, zijn te vinden op: O:\Werkgroepen\Lc-Rt\WG-Mvo-Croon_TBI\CO2-prestatieladder\..... (zie ook onderliggende mappen en files) De documenten met de belangrijkste info hebben de volgende naamvoeringen:
Verklaring_Elektriciteit_2013_H1_herzien.xlsx;Verklaring_Gas_2013_H1.xlsx; Verklaring_Stadsverwarming_2013_H1.xlsx;Verklaring_Papierverbruik_2007_2013_H1.xlsx; Croon_HVL VLieg_Vaar reizen 01jan. - 30jun.2013.xlsx
EMS
.xlsx”;
Managementrapportage_Elektra_Gas2013H1.xlsb. Dit document bevat het overall verbruik inclusief historie en analyse.
9
2
Versie
Datum opgesteld
1.4
20 december 2013
Status
Datum gewijzigd
Definitief
9 januari 2014
Blad
Referentie
5 van 9
1401-0482r
Energie-aspecten
Het energieverbruik van Croon is te splitsen naar verbruik in panden, wagenpark, projecten en overig verbruik zoals bijvoorbeeld vliegreizen. Vastgesteld is dat de totale inventaris, zoals opgesteld in de brondocumenten, de significante energieverbruiken en energieverbruikers bevat. In dit hoofdstuk wordt verder ingegaan op de uitgevoerde inventarisatie en worden aanbevelingen gedaan voor toekomstige inventarisaties en verder uitwerkingen van het EMS.
2.1
Energieverbruik panden
Croon Elektrotechniek beschikte in H1 2013 over 18 vestigingen en 8 deelnemingenlocaties (voormalig HVL), verdeeld over Nederland. Per 15 november 2013 is er ook een vestiging Hoogvliet aan toegevoegd. Deze wordt opgenomen in de H2-2013 periode. Het verbruik in de panden bestaat uit elektriciteitsverbruik voor verlichting, verwarming, klimaatbeheersing, ICT en overige middelen (zoals koffieapparaten, koelkasten, etc.) en het verbruik van gas ten behoeve van verwarming. De vestiging Almere gebruikt als enige vestiging stadsverwarming voor de verwarming van het pand. Er is voor de vestigingen Roosendaal, Apeldoorn Wilmersdorf en Apeldoorn Landdrostlaan een EPA opgesteld. T.a.v. verwarming zijn in Rotterdam 3 ketels (significant gasverbruik) vervangen door Hoog Rendement typen. De in Den Haag vervangen Cv-Ketel door een WKK is in 2013 nog verder afgeregeld i.c.m. de andere verbruikers in het pand. Verder is er voor het noodstroomaggregaat aan de Schiemond in Rotterdam beperkt verbruik van diesel. De ter monitoring geïnstalleerde slimme meters zijn vanaf Q3 2013 ook benaderbaar door de vestigingsverantwoordelijken, waar voorheen alleen de Facilitair Manager dit kon. Men kan nu lokaal monitoren en alert reageren. Dit proces moet begin 2014 nog beter ingebed worden in de dagelijkse routine. In 2013 was dit product door de leverancier nog niet leverbaar t.b.v. de bestaande portalkoppeling, momenteel wordt onderzocht of en wanneer de bemetering slimmer kan/moet worden gemaakt. De verwachting is dat het energieverbruik vnl. in het weekend en het gasverbruik in het algemeen nog verder omlaag kan. Aanbevelingen algemeen: -
-
Voor sommige vestigingen geldt dat de actielijst te lang is geworden de afgelopen jaren. Q1 2014 wordt de top-3 a 5 acties voor de 8 significante gebruikers (vestigingen) vastgesteld waarmee het grootste resultaat behaald kan worden. Ivm integratie met HVL zijn de panden van deze deelneming in 2013 nog niet geanalyseerd op de de Croon-methode. Dit zal in H1 2014 plaatsvinden. E zullen na de integratie met HVL diverse acties centraal uitgevoerd worden voor alle panden waar dit technische mogelijk is. De stooklijn van de verwarmingsinstallaties en de aan/uitschakeltijden dienen te worden geoptimaliseerd/gecontroleerd.
9
2.1.1
Versie
Datum opgesteld
1.4
20 december 2013
Status
Datum gewijzigd
Definitief
9 januari 2014
Blad
Referentie
6 van 9
1401-0482r
Elektriciteitsverbruik
Voor elke vestiging is een uitgewerkte inventaris aanwezig van de grootste energieverbruikers. Het verbruik is naar een jaarlijks verbruik toegerekend waar nodig. Uitlezing van het elektriciteitsverbruik is per 1-1-2011 automatisch m.u.v. Almere, Delft, Warschau en CS-A15. Er is per vestiging een trendanalyse aanwezig van het verbruik per halfjaar. In het EMS totaaloverzicht is dit over hele jaren gedaan. Verlichting, ICT en Klimaatbeheersing blijven de grootste gebruikers. Nieuwe ICT-apparatuur bestaat uit de energiezuinige uitvoeringen, kopieermachines gaan na korte tijd in een slaapmodus en verbruiken dan minimaal, ipv desktops wordt overgegaan op thin-clients en de servers worden regelmatig geactualiseerd en mede daardoor zuiniger. Tevens worden de aan/uit schakelaars waarop de apparatuur per ruimte is aangesloten goed gebruikt en uitgezet bij vertrek. Het aantal bewegings-/lichtsensoren zijn uitgebreid en worden beter ingeregeld tbv energiebesparing verlichting. De instellingen van koffiezetapparaten is in onderzoek. Deze verbruiken gedurende 24-uur stroom terwijl het effectief gebruik ca. 10 uur/dag is. Om naast het directe elektriciteitsverbruik ook de indirecte CO2-emissie van dit verbruik te reduceren heeft TBI besloten tot gezamenlijke inkoop van windenergie (Wind 220 van Essent). Croon heeft het gebruik van deze groene stroom in bijna alle vestigingen gerealiseerd, m.u.v. Warschau. Delft is per 1-1-2013 overgegaan op duurzame energie in de vorm van waterkracht. Focus mbt elektriciteit ligt dus op energiebesparing. De CO2-uitstoot hiervan is al geminimaliseerd door de inkoop van windenergie/waterkracht. Aanbevelingen: Doorzetten van de trendanalyse per aandachtsgebied ten behoeve van volledig inzicht in het energieverbruik; Doorvoeren en continueren van een meerjaren reductieplan en monitoren van de voortgang; Onderzoek naar verbeterde sturing van het energieverbruik middels KPI’s Reductiemogelijkheden welke zijn onderzocht maar niet zijn toegepast beter inzichtelijk maken. Nagaan wat de invloed is van de wijziging in soort verwarming op het totaal beeld dat voor verbruik wordt gerealiseerd. 2.1.2
Gasverbruik
In 14 vestigingen wordt aardgas gebruikt. De vestigingen Almere, Barendrecht en Den Helder gebruiken geen gas. Het aardgasverbruik van de vestigingen is bekend. Dit is in de regel gedaan aan de hand van de meterstanden. Sommige gasmeters zijn automatisch uitleesbaar gemaakt. In een aantal vestigingen is het aardgasverbruik niet inzichtelijk vanuit meterstanden en/of rekeningen. Hier wordt het verbruik geschat op basis van een normberekening met het aantal m2 vloeroppervlakte. Uit de analyses blijkt dat het gasverbruik per pand grote verschillen vertoont. De wijze van klimaatbeheersing per pand verschilt. Croon is zich hiervan bewust en kijkt naar mogelijkheden tot verbetering. Aanbevelingen: opzetten en doorzetten trendanalyse en opzetten kpi’s naar gebruikssoort; opzetten meerjarig reductieplan en monitoren van de voortgang. 2.2
Energieverbruik uitvoering projecten
Het grootste energieverbruik bij de uitvoering van de werkzaamheden is het transport van personeel naar het werk bij de klant op locatie. Meer dan 70% van het vervoer gebeurt met voornamelijk lease auto’s.
9
Versie
Datum opgesteld
1.4
20 december 2013
Status
Datum gewijzigd
Definitief
9 januari 2014
Blad
Referentie
7 van 9
1401-0482r
2.2.1 Wagenpark De klanten van Croon bevinden zich door heel Nederland. Hierbij wordt gebruik gemaakt van lease auto’s om naar de klant te rijden. Het grootste gedeelte, 78%, van het wagenpark rijdt op diesel. Vanuit de opgave van de leasemaatschappij is er een analyse van labels van auto’s gedaan. Daarbij is gesteld dat de nieuwere typen service auto’s 10% minder verbruik hebben, dan de auto’s van vier jaar geleden. Via planning (inzet van medewerkers op locatie) wordt gekeken naar de minimale kmmogelijkheid. We achten een reductie van 15% tot 2020 met het huidige vervangingsbeleid en technische vernieuwingen de komende jaren nog haalbaar. Daarnaast loopt binnen Croon een initiatief om, waar mogelijk, elektrisch vervoer in te zetten. Voor service-activiteiten in stadse omgevingen blijft actief gestuurd worden op het inzetten van elektrische scooters. In 2012 zijn de eerste stappen gezet om middels “Het Nieuwe Rijden” in combinatie met e-Driver 2.0 (www.e-driver.nl) het CO2-verbruik van het wagenpark terug te dringen. Deze actie is vertraagd omdat momenteel gekeken wordt om dit samen met de leasemaatschappij op te pakken. De reden is dat onderhandeling rondom het gehele TBI-contract Wagenpark voorrang had, dit i.v.m. mogelijke herziening leverancierskeuze.) De huidige situatie in de bouw- en installatiemarkt waardoor er voor de projecten steeds verder van de vestigingen gereisd moet worden, heeft ervoor gezorgd dat er veel meer autokilometers gemaakt moeten worden (en dus ook meer CO2 wordt uitgestoten). Sinds het derde kwartaal 2012 krijgen alle berijders via e-mail een scorecard van hun auto ten aanzien van verbruik, schadeverloop etc. Deze rapportage is gebaseerd op de afwijking ten opzichte van de ECEnorm. Deze rapportage gebeurt periodiek per half jaar. Acties naar aanleiding van aanbevelingen uit het vorige verslag: • Bepaal kpi’s (verbruik per km, verbruik per medewerker) en maak een actieplan om de kpi’s te monitoren (zie bovenstaand verhaal over de scorecard); Gereed • Introduceer “Het nieuwe rijden” en promoot dit actief om te zorgen dat het verbruik per km naar beneden gaat (zie bovenstaand verhaal over “Het Nieuwe Rijden” en de e-driver 2.0); Wordt in 2014 uitgevoerd. • Onderzoek de mogelijkheid tot verder doorvoeren van het elektrisch/full-hybride rijden (de keuze voor elektrisch plug-in hybride wordt vanuit de directie gestimuleerd o.a. door het opnemen van de MIA/VAMIL subsidie in de normofferte en het niet in de normofferte opnemen van de laadoplossing(en)). Traject loopt. Aanbevelingen: • Pas de leaseregeling aan ten aanzien van de maximale CO2 uitstoot per klasse en borg dat dit halfjaarlijks beoordeeld wordt; • Beoordeel de huidige leaseregeling ten aanzien van het toegestane privé gebruik op mogelijkheden om dit te monitoren en bewaken (excessen zijn van grote invloed op de CO2 uitstoot), verder is het privé gebruik (ca. 10.000 - 15.000 km per jaar) al gauw 35% van het totaal gecontracteerde kilometrage van de leaseauto (en dus ook de CO2 uitstoot); • Monitor m.n. de plug-in hybride op het brandstofverbruik, dit dient minimaal te zijn om ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk elektrisch gereden wordt. Aansluitpunten zijn uitgebreid incl. op privé-adres. Randvoorwaarden en business case voor volledig elektrisch of plug-in rijden worden op voorhand bepaald en uitgewerkt. Indien deze niet passen wordt er geen plug-in c.q. elektrische auto toegekend. Randvoorwaarden zijn o.a. laadpunt op de vestiging en op of nabij de thuislocatie.
9
3
Versie
Datum opgesteld
1.4
20 december 2013
Status
Datum gewijzigd
Definitief
9 januari 2014
Blad
Referentie
8 van 9
1401-0482r
Toekomstig energieverbruik
Er is een inschatting van het toekomstig energieverbruik gegeven naar aanleiding van de te nemen reductiemaatregelen. Deze is weergegeven in het de totaalsheet van het EMS. Aanbevelingen: • Actieve sturing inrichten om de gedane acties expliciet te maken.
9
4
Versie
Datum opgesteld
1.4
20 december 2013
Status
Datum gewijzigd
Definitief
9 januari 2014
Blad
Referentie
9 van 9
1401-0482r
Gebruikte processen en systemen
Het proces van Energie Management is in 2010 ingevoerd. De processen en procedures ten behoeve van beheer zijn ingevuld. Daarbij is na de eerste opzet een meer gedetailleerde opzet gekozen om meer inzicht te krijgen in de energiehuishouding per vestiging. De mogelijkheden tot continue verbeteringen zijn opgenomen in de individuele reductieplannen per vestiging. De gebruikte methoden en parameters zijn afkomstig van typeplaatjes, informatie van leveranciers en van algemeen geaccepteerde normen en externe methoden. De betrouwbaarheid wordt voldoende geacht voor de inventarisatie en het doel van het energiemanagement systeem. Ten behoeve van het EMS is voornamelijk gebruik gemaakt van MS-Excel. Om de kans op fouten zoveel mogelijk te voorkomen wordt het ‘6 ogen principe’ toegepast. Eén persoon is verantwoordelijk voor de vulling, één persoon is verantwoordelijk voor de rapportage en één persoon controleert. Dit wordt als voldoende beschouwd.