elke dag een werelddocent 1
gs de foto’s loop die in de Malawi. Thuis, als ik lan Ik denk nog iedere dag aan n. of tijdens mijn wandelinge en van bepaalde muziek gang hangen. Bij het hor lokaal zie zitten en zie dat en in een goed ingericht Als ik op school de kinder moderner faciliteiten. wordt verbouwd, met nog de school van top tot teen vriendelijke mensen. Al die aakt. Al die lachende en Malawi heeft me diep ger geven. Het klaslokaal, ne dingen die we ze konden dankbaarheid voor de klei n grond. En die leerkrachte met 150 kinderen op de ingericht als een schuur, maken. Zij hebben mij weer het beste van willen die er elke dag enthousiast or. in wat je bezit en ga ervo te zijn op wat je hebt. Zet geleerd tevreden en trots e de energie waarmee ik r gaan relativeren. Ik wild In mijn werk ben ik mee keuzes gemaakt in wat ik niet kwijt raken. Ik heb uit Malawi terug kwam, deren gaan richten en . Ik ben mij meer op de kin wel en niet belangrijk vind s het begin van het nieuwe r wat ze zijn. Ik ben sind laat allerlei bijzaken voo kt thuis. ik kom voldaan en opgewe schooljaar veel rustiger en
Elke dag een werelddocent maakt deel uit van een serie van vijf projecten. Deze projecten, onder de noemer Elke dag de eerste, zijn tot stand gekomen op initiatief van de vakbonden in de sectoren Overheid en Onderwijs. Loyalis heeft deze projecten financieel mogelijk gemaakt. Zie voor meer informatie over deze projecten www.activeaging.nl
Ik ben geraakt door Afrika. Ik ben geraa kt door het gevoel dat het klopte tussen mij en Afrik a. Door de warme hartelijkheid van de mensen voor wie nie ts teveel is. Door de niet aflatende lac h van de kinderen, hu n positiviteit, hun gedrevenheid om iets te maken van het lev en. Door de open bereidheid van de Afrikaanse collega’s om te leren en te delen. Door hun vermogen om van alles en nog wat leermidd el te maken. Door de wildlife en Manyatta-ervarin g. Door de opbreng st voor mezelf van de groepsevaluatie s met mijn medereiz igers. En vooral, door de trots van de Afrikaanse mensen op wie ze zijn en wat ze hebben. Da t is een grote les op momenten dat ik in Nederland denk nie t te hebben wat ik zou moeten hebben . Met deze rugzak aa n ervaringen kan ik meer dan voorheen denken in mogelijk heden in plaats van belemmeringen en kan ik vooruit blijve n kijken als het eve n tegen zit. Mariska Smoes (Kenia, 2010) – 39
Veronique van der Horst (Malawi, 2010) – 56
3
kenia
oeganda
In de eerste week von d ik het lastig om het Engels van de Indiër En ik vond het heel s goed te verstaan. spannend om een pre sentatie in het Engel enorm gegroeid in mi s te geven. Ik ben jn Engels en heb vee l zelfvertrouwen opg ook lastig vond, wa edaan. Wat ik s dat de meeste Ind iërs niet gewend zijn om creatief en in oplossingen te denken . Anticiperen op wa t komen gaat, kennen maar niet waarom zij niet. Ik begreep zij ogenschijnlijk voo r de hand liggende technieken voor bijvoorbeeld het om gaan met combinati egroepen, niet zagen. het hun gewoon nie Ik heb ingezien dat t geleerd is om creati ef, kritisch en oploss Deze ervaringen heb ingsgericht te denken ben mij geleerd meer . te relativeren en me vertrouwen. Ik ben er op mezelf te iemand die perfectio nisme als valkuil ken geleerd dit weer een t. Deze reis heeft mi j klein beetje los te lat en.
india
malawi Inhoudsopgave
burundi
Judith van Wieren (India, 2009) - 33
ut multiclass teaching. I
I made an action plan abo
e e have trained others. I hop trained 9 teachers and thes ass will be trained in multicl by next year all teachers g to ners: dropouts are returnin teaching. Benefits to lear rs hou school the whole school school; learners remain in selves. s without absenting them and complete school day nded to without biases. To All learners are being atte n to classes. Attention is give teachers: easily handle two tiresome. both classes and it is not
Stella Nyirenda, n advisor,
PEA Primary Educatio Malawi
1. Voorwoord
8
2. Werelddocent een Wereldproject
10
3. Persoonlijke ontwikkeling en vitaliteit
16
4. Ontwikkeling van competenties
24
5. Werelddocenten en de kunst van de ontmoeting
34
6. Werelddocent in de toekomst
48
Bijlagen a. Lijst met deelnemers 2009 en 2010 b. Deelnemende organisaties
50 52
Colofon
58
5
kenia
1
india
oeganda
burundi Voorwoord
Edukans betrekt het onderwijs in Nederland bij ontwikkelingssamenwerking. Jaarlijks zijn zo’n 350.000 leerlingen op circa 2000 scholen actief voor Edukans. Daarmee wordt handen en voeten gegeven aan begrippen als samen delen en omzien naar elkaar. Het is belangrijk dat leerlingen zich oefenen in daden van betrokkenheid tegenover onverschilligheid. Een volgende logische stap is om het Nederlandse onderwijs ook inhoudelijk te betrekken bij ontwikkelingssamenwerking. De verbetering van de kwaliteit van onderwijs is daar een grote uitdaging. Wat zou het mooi zijn om hierbij de deskundigheid van onderwijsgevenden uit Nederland in te zetten. Loyalis zet zich in voor de bevordering van duurzame inzetbaarheid van werknemers in de sectoren Overheid en Onderwijs. Loyalis biedt producten aan om inkomensverlies zoveel mogelijk te voorkomen en ondersteunt werkgevers in allerlei vragen en kwesties die te maken hebben met de relatie mens - arbeid. Zo wil Loyalis ook bijdragen aan de vitaliteit van werknemers: aan hun gezondheid, aan hun bekwaamheidsontwikkeling en aan hun bevlogenheid voor het werk. Een programma als Werelddocent kan daaraan enorm bijdragen en zo bovendien een grote toegevoegde waarde genereren voor de kwaliteit van het onderwijs in Nederland. En zo ontstond het pilot project Werelddocent, gebruik makend van de ervaring en het enthousiasme van Edukans en gevoed door een financiële geste, waartoe besloten werd door de vakcentrales, vertegenwoordigd in het bestuur van de Stichting Loyalis.
malawi
op de onderwijskwaliteit in Burundi, India, Malawi, Kenia en Oeganda boden de verschillende reizen voor de deelnemers een oefening in bescheidenheid en tevredenheid, een herontdekking van verloren waarden, een grote levensles, een herwaardering van de eigen keuze voor het onderwijs, collegiale ontmoeting in buitengewone omstandigheden, zelfreflectie en relativeringsvermogen. En op basis waarvan menig deelnemer zijn school in beweging heeft gekregen en een kwaliteitsimpuls aan het onderwijs gegeven heeft. Voor ons is het duidelijk. Werelddocent is een geslaagd project. Het voorziet in een behoefte hier én in ontwikkelingslanden. En het vraagt om een vervolg. Edukans zal het project op eigen kracht verder trekken en als structureel programma in haar werk opnemen. In dat vervolg zal gezocht worden naar een vorm waarin het enorme verantwoordelijkheidsgevoel én enthousiasme van onderwijsprofessionals, hier én daar, nog meer een plek zal kunnen krijgen. Met dank aan al die helden die door hun formidabele inzet Werelddocent tot een groot succes hebben gemaakt. Kees de Jong, directeur Edukans Tom Faut, directeur Loyalis
“Werelddocent ben je niet voor 14 da gen”
In dit boekje kunnen we lezen welk een rijke oogst dat opgeleverd heeft. Afgezien van het positieve effect
9
kenia
2
malawi
burundi Werelddocent een Wereldproject
oeganda
india
Op welke manier kunnen Nederlandse docenten een bijdrage leveren aan onderwijs in ontwikkelingslanden? Met deze vraag startte Edukans, met financiële steun van Loyalis, het project Werelddocent. Nederlandse onderwijsprofessionals werken met hun collega’s in ontwikkelingslanden onderwijsadviezen uit. De adviezen worden verwerkt in de onderwijsprogramma’s van Edukans. Het project ging in 2009 als pilot van start. Inmiddels is Werelddocent een meerjarig project voor docenten en schoolleiders uit het Nederlandse onderwijs. In 2009 reisden 39 onderwijsprofessionals in de zomervakantie drie weken naar India, Oeganda en Burundi. In 2010 reisden opnieuw 52 professionals naar deze landen en werden Kenia en Malawi toegevoegd als reisbestemming. De docenten verdiepten zich in het onderwijs ter plaatse en werkten met hun collega’s en lokale partnerorganisaties van Edukans aan ideeën voor verbetering van het onderwijs. Wat willen we bereiken? Het doel van Werelddocent is tweeledig: In Nederland: - Inspireren en motiveren van deelnemers en verwerven of versterken van competenties die binnen het onderwijs belangrijk zijn. - Een bijdrage leveren aan de internationalisering van het Nederlandse onderwijs, doordat deelnemers hun reiservaring concreet toepassen in hun eigen onderwijspraktijk. In het buitenland: - Inspireren en motiveren van de deelnemende leerkrachten, schoolleiders en ondersteuners
uit het onderwijs. - Ideeën voor verandering en verbetering van het onderwijs analyseren en uitvoeren.
Korte weergave van de doelstellingen per land 1. Oeganda: streven naar een kindgerichte aanpak Overvolle klassen en weinig lesmateriaal. Dit gecombineerd met moeilijke leerlingen maakt dat Oegandese leerkrachten ongemotiveerd voor de klas staan. Doel van de Werelddocentreis naar Oeganda was dan ook: leerkrachten motiveren en inspireren. Werelddocenten bezochten zes basisscholen in de regio Teso, in het noordoosten van Oeganda. Ze gingen met vijf thema’s aan de slag: klassenmanagement & methodologie, coöperatief leren, creativiteit en persoonlijkheid van de leerling en taal-/leeslessen in de moedertaal. Uiteindelijk werden verbeteringsconcepten ontwikkeld samen met de betrokken Oegandese leerkrachten. Hierbij zorgden de docenten ervoor dat de concepten aansloten bij het nieuwe Oegandese (thematische) curriculum. De verbeteringsconcepten kunnen worden samengevat in een streven naar een meer ‘kindgerichte aanpak’. Ook na de bezoeken van de Werelddocenten blijven de scholen hun onderwijs verbeteren.In samenwerking met de pabo in Oeganda maken de scholen nieuw instructiemateriaal waarmee de ideeën van de Werelddocenten uitgevoerd kunnen worden. Tijdens de zomer van 2010 vertrok een tweede groep Werelddocenten naar Oeganda. Ze zagen dat in
11
veel klassen de kindgerichte lesmethodes werden toegepast. Toch vonden Oegandese leerkrachten het niet altijd makkelijk om de schuchtere kinderen evenveel bij de les te betrekken. Ook bleek dat coöperatief leren veel extra tijd kost. Daarom kwam time-management op de agenda van Werelddocent 2010. De Werelddocenten bezochten ook drie nieuwe scholen. Hier werkten ze samen met collega’s aan management, coöperatief leren en coteaching om ‘kindgericht leren’ in te voeren. Na twee weken werden alle conclusies en ideeën verzameld. De centrale vraag was: ‘Hoe kunnen we onszelf blijven motiveren en verbeteren voor kindgericht onderwijs?’ Het antwoord lag volgens de docenten in het belang van creativiteit om nieuwe lesmethodes uit te proberen en uit te werken. De scholen gaan zich ook inzetten om de kennis over kindgericht onderwijs te delen met collega’s op school en in de regio. En met de ouders, zodat deze meer betrokken raken bij het onderwijs van hun kind.
2. Burundi: beter Engels en meer ICT Verbeteren van de lessen Engels en beter gebruik van ICT-materiaal op school. Dat was wat de Burundese leerkrachten graag wilden realiseren. Wat zijn de resultaten ? Op ICT-gebied hebben de scholen een slag gemaakt. Zes van de negen leerkrachten die de ICT-cursus van de Werelddocenten volgden, werken actief met het materiaal op school. Op alle scholen geven de opgeleide leerkrachten hun kennis door aan collega’s. De leerkrachten maken veel gebruik van de Encarta encyclopedie. Logisch, wanneer je bedenkt dat deze software erg veel informatie biedt waar zij voorheen geen toegang toe hadden.
12
“Je hart zit er vol van, je lijf is er moe van, maar je wilt vertellen, je moet vertellen”
Ook de kwaliteit van de lessen Engels gaat met sprongen vooruit. De Engelse leerkrachten zorgen voor meer interactie in de les. Leerlingen hebben nu echt de kans hun Engelse communicatieve vaardigheden te verbeteren. Ze vinden het inmiddels normaal om in een groepje te werken of te discussiëren in het Engels. Dat was voor de start van Werelddocent wel anders! In 2010 stonden acht nieuwe Werelddocenten te trappelen om het werk van hun voorgangers verder te brengen. Met hun Burundese collega’s werkten ze nieuwe lesmethodes uit om op een actieve manier Engelse les te geven met meer aandacht voor spreekvaardigheid. Tachtig docenten Engels van 39 middelbare scholen werden getraind. Ook ICT kreeg opnieuw aandacht. De Werelddocenten hadden een ICT-specialist meegenomen die technische ondersteuning gaf bij het gebruik en onderhoud van computers op de scholen in Kirundo. Veertien leerkrachten leerden meer over het gebruik en onderhoud van computers in de klas. Aan het eind van drie intensieve weken in Burundi maakten de docenten een actieplan voor de
toekomst. De Burundese docenten wilden graag met de resultaten van de uitwisseling aan de slag in de klas én ze overbrengen op hun collega’s. Vooral de creatieve manieren van lesgeven spraken de docenten aan: het coöperatief leren, groepswerk, de liedjes en spelletjes die gebruikt kunnen worden in de klas en het gebruikmaken van discussies om Engels te oefenen.
3. India: beter onderwijs op dorpsscholen Beter onderwijs op dorpsscholen was de opdracht van de Werelddocenten in India. De punten waaraan de Werelddocenten volgens Edukans’ lokale partner Development Focus moesten werken, waren niet mis: 1. Gebrek aan betrokkenheid van de gemeenschap. 2. Docenten die overladen zijn met ander werk dan lesgeven. 3. Onderwijs in je moedertaal. 4. Kwaliteit van lerarenopleidingen. 5. Relevantie van onderwijs. Na een aantal weken van uitwisseling concludeerden de Indiase en Nederlandse docenten dat de grootste problemen liggen in het gebruik van faciliteiten en de kwaliteit van lesgeven. De schoolleiders spelen in de oplossing hiervan een belangrijke rol. Er is training nodig om hen hun school beter te leren managen. Om beter met de omgeving van de school te communiceren en om hun leerkrachten te coachen. Met goede ondersteuning lukt het docenten om hun lesgeven te verbeteren. De Werelddocenten zagen dat leerkrachten hun klassen beter moesten managen. Maar ook meer moesten letten op het indelen van tijd, het creatief gebruik van lesmateriaal en meer gericht op het kind les moesten geven. Ook hoort het
onderwijs aan te sluiten bij de lokale behoeften, zodat het relevant is voor de leerlingen. Betrekken van ouders bij de school is ontzettend belangrijk. Ouders kunnen eraan bijdragen dat schoolleiders en leerkrachten aangemoedigd worden om samen te zorgen voor beter onderwijs, in plaats van altijd naar de overheid te wijzen. Daarbij moeten ze wel beter geïnformeerd zijn over het nut van onderwijs. Ouders kunnen helpen op school. Er zelf leren lezen en schrijven, zodat zij hun kinderen beter kunnen begeleiden en bijdragen aan hun voortgang. Development Focus ging vervolgens aan de slag met activiteiten om de voorstellen van de Werelddocenten succesvol tot uitvoering te brengen. India werd in 2010 voor de tweede keer bezocht door een nieuwe groep Werelddocenten Om zoveel mogelijk leerkrachten te bereiken, werden leerkrachten, schoolhoofden, docenten van Teacher Training Centers ( pabo’s) en medewerkers van Development Focus getraind om hun kennis te delen met collega’s. Op deze manier wordt er naar gestreefd om duurzaam en kwalitatief goed basisonderwijs aan te bieden in de regio.
4. Kenia: kinderen actief betrekken bij de les In 2010 reisden de Werelddocenten voor het eerst naar Kenia. Samen met de Nederlandse docenten wilden de Keniaanse leerkrachten werken aan de omslag van ‘docentgericht onderwijs’ naar ‘kindgericht onderwijs’. De Werelddocenten bezochten basisscholen in Eldoret, een gebied ten Noordwesten van Nairobi, en in Kaijado, waar leerkrachten van twee scholen samenkwamen om deel te nemen aan het project.
13
De docenten zaten erg vast aan de nationale syllabus voor het primair onderwijs, die weinig ruimte biedt voor ‘kindgericht onderwijs’. Met de Werelddocenten ontdekten ze dat ze met eigen inbreng toch de leerling in hun lessen centraal kunnen zetten. De motivatie om creatiever les te geven schoot omhoog. Samen ontwikkelden de docenten veel ideeën voor actief leren. En tijdens de praktijklessen bleek meteen dat de kinderen veel actiever betrokken waren bij de les. Dit zal de leerresultaten van de Keniaanse kinderen zeker verbeteren.
5. Malawi: eyeopeners voor leerkrachten Op de meeste scholen in Malawi wordt heel klassikaal lesgegeven. Belangrijk thema tijdens de eerste Werelddocentreis in Malawi was dan ook de actieve betrokkenheid van leerlingen in de les. De Werelddocenten gingen naar zes basisscholen en een school voor speciaal onderwijs. De Werelddocenten introduceerden een nieuwe manier van lesgeven. Door de leerling centraal te zetten, stimuleer je actief leren en prikkel je de leerlingen om zelf na te denken en een actieve rol in te nemen. Deze manier van lesgeven geeft de leerkracht ook mogelijkheden om te differentiëren, bijvoorbeeld door groepswerk. Tijdens de training werden de docenten gefilmd. Hierdoor werden de Malawiaanse leerkrachten bewust van hun manier van lesgeven. Ook werd het belang van non-verbale expressie hen duidelijk. Een eyeopener voor de docenten. Dankzij de filmopnamen kunnen zij hun eigen verbeterpunten bepalen.
De lokale pabo was nauw betrokken bij het project. Op deze manier worden de nieuwe technieken en conclusies ook doorgegeven aan andere scholen in het district. Mildred Klarenbeek
What is right that makes the wrong things right. What a blessing that turns desertation into jubilation luck. Who knew that visitors from far away lands may greet me in my classroom. Our visitors, a blessing it is, you’re coming, your smiles, your laughter all blended into one. Look at me smiling on the walls of an office in Holland – overseas. Your leaving so soon has left us in tears of both joy and sorrow. Leaving us with the last laugh being the best. Your warmth, a charm expressing the love you leave and ready to share with us. Your company we loved. Look at the days flying like hell break loose only to make us miserable after the departure of our visitors. Your travel be smooth and may the Lord God guide you where you go and whatever you do. Thank you, Afscheidsbrief aan Werelddocenten Rabecca, 11 jaar Vibangalala school, Embangweni, Malawi
15
3
burundi
oeganda
malawi
india Persoonlijke ontwikkeling en vitaliteit
kenia
e rs) by facing, lik ide them (learne gu ly al tu ac ll go a od I wi By developing ild one by one. ch ch ea ng eti at me ng the child, wh t of course, aski at relationship. Bu th ess dr ad u yo oblem and then counseling exactly is the pr ally guide and tu ac u yo , sel un co u yo , lem ob me. And pr good children to of the now too lot a de ma s e not ha t there, they ar me, when am no e lik ly al re nding of ey th although the mi interest before, no d ha I y. iding pp gu ha the minding of But I din’t want . ly on g in d ch tea , ha made ans knowledge Through Eduk g. in sel un co d an me to like it. Stephan, Bukedea Teacher in P2 , Uganda Primary School
Het is inmiddels een bekend en geaccepteerd feit dat Nederlandse werknemers langer door zullen moeten werken. Vanwege vergrijzing en ontgroening als demografische realiteit, is er sprake van een dreigend personeelstekort in verschillende sectoren. Het beperken van vertrekregelingen en het verhogen van de pensioenleeftijd zijn de belangrijkste voorbeelden van ingrepen die bij willen dragen aan het voorkomen van een dergelijk tekort. In dit licht zijn werkgevers, meer en meer ondersteund door CAO-bepalingen, intenser dan enkele jaren geleden bezig met het ontwikkelen van een personeelsbeleid gericht op “duurzame inzetbaarheid”, in Overheid en Onderwijs ook wel bekend onder de noemer “Active Aging”. Het gaat dan om een set van maatregelen die gericht is op het door de levensloop heen gezond, bekwaam en gemotiveerd houden van de werknemer. Daar heeft de werknemer vooral zelf een verantwoordelijkheid in, maar de werkgever kan en moet daar een faciliterende rol in spelen. Bijvoorbeeld door taken zoveel als mogelijk af te stemmen op capaciteiten en wensen van de werknemer, door de werknemer coaching en begeleiding aan te bieden, door te investeren in ontwikkelings- of gezondheidsprogramma’s, door werkzaamheden in het kader van ‘het nieuwe werken’ minder tijd- en plaatsgebonden te maken, … Steeds openlijker wordt er gesproken over de vanzelfsprekendheid van de zoektocht van de werknemer naar de balans tussen werk, vitaliteit en veranderend enthousiasme en kwaliteit in de verschillende beroepsfasen. In het onderwijs heeft dat zo zijn eigen karakter: hoe kun je je als docent blijvend verhouden tot veranderende leerlingen, taakinvulling, schoolorganisatie, media en onderwijsmethodieken, zonder jouw balans en enthousiasme kwijt te raken?
Dreigend arbeidsmarkttekort is natuurlijk niet iets om blij van te worden, maar het feit dat deze een toenemende aandacht oproept voor het welbevinden van werknemers, is een heuglijke bijkomstigheid te noemen. Deze aandacht is trouwens niet alleen een gevolg van de dreigende personeelstekorten, maar ook van een bredere maatschappelijke wijziging in het denken over arbeidsrelaties. Van een vraaggestuurde opvatting komen we steeds meer terecht in een denken over arbeid als een wederzijds contract, waarin een zekere onderhandeling plaats vindt over de afstemming tussen de aard en organisatie van arbeid enerzijds en de bekwaamheden en ambities van de werknemer anderzijds. Deze dialoog dwingt beide partijen tot een voortdurende reflectie op de eigen positie. Reflectie en betekenisgeving zijn de basis voor verandering en vooruitgang. Wat aandacht krijgt groeit.
“We denken graag dat wij ons werk gekozen hebben, maar we zouden beter kunnen zeggen dat ons werk ons gevonden heeft” Deze uitspraak van Thomas Moore is een doordenker. Maar voor mij geeft deze goed weer wat ik versta onder vitaliteit. Om vitaal te kunnen werken moet je in de eerste plaats gezond zijn, moeten je professionele kennis en vaardigheden ontwikkeld zijn, en …., wellicht de lastigste conditie, moet je werk aansluiten bij je diepere persoonlijke verlangen naar zingeving
17
en betekenis. En dat verlangen laat zich slechts kennen door tijdens je loopbaan met een open geest te luisteren naar wat je innerlijke stem je meegeeft. In die zin wil ik de bedoeling van Moore begrijpen: in de herkenning van jouw diepere verlangen in en door de (werk)ervaringen die je hebt, word je als het ware door jezelf gevonden. En als het jou lukt om het zo door jou herkende verlangen te vertalen naar keuzes in je werk en naar de richting van je ambities, dan is een vitale loopbaan verzekerd. Om die reden gaf ik laatst een lezing over vitaliteitmanagement de titel: “Maak je droom waar”. De aard van ons verlangen verandert in de loop van een mensenleven, in de loop van een loopbaan. Vitaliteit vraagt onderhoud: een voortdurende reflectie op wie je in je diepste wezen bent en wil zijn. Om die te kunnen verbinden aan jouw ambities en kwaliteiten en zo voortdurend in een inspirerende baan te zitten en van jou een bevlogen werknemer te maken. Het helpt je in die reflectie als jouw werkgever en jouw werk je continu, door alle levensfasen heen, in de gelegenheid stellen om ervaring te hebben met uiteenlopende werkinhouden, rollen, verantwoordelijkheden. Vanuit een rijke schakering aan ervaringen is het makkelijker om jouw veranderende ambities en kwaliteiten telkens weer te herkennen. Als je dat lukt, spreken we van persoonlijke groei. Vanuit deze achtergrond is het hartverwarmend om deze reflectieve verslagen van Werelddocenten te lezen. Ze moeten werken in een volstrekt andere omgeving en met een team van collega’s die ze nooit eerder hebben ontmoet. De Werelddocenten worden daarin uitgedaagd: om de angst voor het onbekende te overwinnen, om een verhouding te bepalen tot een wereld vol met armoede, om hun eigen compassie en nederigheid te herkennen en erkennen, om te
18
Ik werd ge confrontee rd met enke persoonlijk le voor mij moeilijke si tuaties: wer land met ee ken in een n negatief reisadvies, terugreis, ee de moeizam n hernieuw e de confront persoonlijke atie met en emoties, he kele t moeten w groep colleg erken in ee a’s met vers n chillende m inzet, het te otieven en r plekke vo rm geven aan voorbereid een matig programm a, het kunn dat ik mijn en verdrage jonge kind n eren voor la verlaat. Het ngere tijd moeten om gaan met la en tegensla stige emotie g én tegeli s jkertijd po sitieve erva als een war ringen m groepsge voel, de verb met de Afr ondenheid ikanen en professionee betekenden l enthousias voor mij ee me, n grote leve nsles. Petra van Leeuw
en (Burun
di, 2009) –
41
ervaren dat ook in de slechtste omstandigheden resultaat geboekt kan worden, om een plaats te zien te verwerven binnen een groep onbekende mensen met verschillende kwaliteiten en persoonlijkheden. Deze Wereldreizen raken door hun aard andere waarden dan het werken thuis en dagen uit om de eigen normen en waarden, gevoed door een afwijkende culturele context, te herbezien en te heroverwegen. Persoonlijke en professionele zekerheden worden opgeschud. Dat maakt deze reizen duidelijk tot een inspirerende en vitaliserende ervaring. Het programma Werelddocent is een cadeau van onschatbare waarde aan de deelnemers en aan de scholen waarin ze werken. Het draagt bij aan het
Ik wilde heel graag iets bereiken. Ik wilde mezelf ontwikkelen. Ik wilde dat we wederzijds (wij Europeanen en zij Afrikanen) zouden leren. Ik wilde verschil maken voor minstens één van de Afrikaanse docenten. En tegelijkertijd was ik bang té idealistisch en perfectionistisch te zijn. Als ik nu terugkijk hebben we zoveel bereikt en achtergelaten. Vooral dat “we”. Ik heb geleerd te werken in een groep, samen te werken. Gebruik te maken van de mooie opvattingen en ideeën van anderen en te ervaren dat iedereen iets eigens, iets cruciaals heeft toe te voegen. Er was in onze groep onderling en met de Kenianen enorm veel vertrouwen, inspiratie, respect. Deze gezamenlijke succeservaringen hebben me enorm veel energie gegeven. En daarmee inspiratie en enthousiasme voor de toekomst. In dat groepsproces liep ik weliswaar op tegen bepaalde karaktereigenschappen, maar juist daarin zat de kans om me te ontwikkelen. Ik heb voor een aantal mensen iets kunnen betekenen. Voor Kenianen en voor medereizigers. Vooral dat laatste heeft me nog het meest verrast.
Marloes Kreuze (Kenia, 2010) - 27
19
Je wordt je erg bewust van de betekenis van cultuurverschillen. Als mens plak je vaak onbewust je eigen normen en waarden op die van de ander, omdat dat nu eenmaal voor jezelf een veilig en goed gevoel geeft. Als je in een klaslokaal aan het werken bent waar bijna niets aanwezig is en de kinderen op de grond zitten, dan besef je hoeveel je – ook in je werk – aan het invullen bent vanuit je eigen achtergrond en perspectief. Je realiseert je dat de leerkrachten en leerlingen daar niet dezelfde gevoelens en gedachten bij allerlei werkvormen kunnen hebben als jij. Vaak vraag je je bijvoorbeeld af of docenten in ons programma participeren vanuit beleefdheid of vanuit echte betrokkenheid. Je weet het nooit precies, er blijft altijd een bepaalde afstand. Je hebt meer tijd nodig om elkaar te leren kennen en vertrouwen te ontwikkelen. Ik heb er van geleerd om in de communicatie met de ander rustiger te zijn en tijd te nemen voor echt contact en me in te leven in de ander, niet al te zakelijk en direct op het doel af te stevenen en mensen “time for task” te geven. Caroline van Stralen (Oeganda, 2009) – 40
herkennen van de persoonlijke ambities, kwaliteiten en valkuilen van de deelnemers. Ze kennen zichzelf beter, weten zichzelf serieuzer te nemen zoals ze zijn, weten beter wat ze niet zo goed kunnen, durven zichzelf meer aan de ander aan te bieden, kunnen beperkende condities beter relativeren. In hun school zullen deze mensen lastiger worden, doordat ze meer opkomen voor wat zij denken dat goed is
in de had ik met name een rol In de reis naar Burundi lagen vers van n ke in het schrijve voorbereiding en ter plek over en rak afsp . Een gevolg van en bijhouden van weblogs me in cht bra Dat ere begeleiders. taakverdeling met de and licht met and iem r elijke rol. Voo Burundi in een wat afstand . lijk kke ema ong hier en daar wat dominante trekjes is dat r me Doo ng. ijki verr het voor mij een Gaandeweg de reis bleek nnen, spa ont r mee ik heiden rol, was over te geven aan mijn besc ht dac aan r mee kon en kleine dingen kon meer genieten van de n mij t Me ces. het groepspro hebben voor de mensen en in or kon ik een bindende rol hum en en mog relativeringsver de groep hebben. is van af heb ik er in de Malawi-re Gevoed door deze ervaring had hier Ik en. nem te ntwoordelijke gezien de rol van eindvera te elijk akk gem k delijkheid. Ik blij de logistieke verantwoor tact con Het . gen evin afwijkende omg opereren in onbekende en af, jk keli mak me g gin es en organisati met allerlei lokale mensen als ik, elde spe hier ook deuren. En werkte bindend en opende kelijk proces, zonder al te nadruk eps gro het in vanzelf, een rol te geven. s kan de eren and initiatief van aanwezig te zijn en door te veel niet ik als ver ctie diger en effe Een grote les: ik word aar n. op de voorgrond ga staa ) – 54
i, 2009 en Malawi, 2010
Louis Thijssen (Burund
22
Ik ben mijn problemen in het leven en in school in juistere proporties gaan zien. Het is niet voor iedereen in deze wereld en voor wat zij willen doen en niet willen doen. Dat doet stof opwaaien, maar als de school goed naar ze wil luisteren, zullen ze juist daardoor bijdragen aan professionele ontwikkeling, aan onderwijskundige vernieuwing en aan de kwaliteit van onderwijs.
vanzelfsprekend om vanavond te eten te hebben, om voortdurend verzekerd te zijn van elektriciteit en warm water, om nieuwe kleren te kopen als je daar zin in hebt. En daardoor besef ik meer dan ooit dat mijn keuze om lerares te zijn een keuze in vrijheid is. Ik doe het omdat ik van dit werk houd en dat die keuze niet, als voor veel Burundese leerkrachten, ingegeven is door economische motieven. Ik ben het nieuwe schooljaar met meer enthousiasme, gemak en vertrouwen begonnen. Ik klaag niet als het niet gaat zoals ik graag zou willen dat het gaat. Ik kan meer open staan voor andere didactische methodes. Ik sta steviger voor de klas omdat ik na mijn reis
prof. dr. Tinka van Vuuren bijzonder hoogleraar vitaliteitmanagement Open Universiteit Heerlen teamleider Loyalis Consult
naar Burundi weet dat dit het vak is dat ik wil uitoefenen. Ik wil lerares zijn!
Judith van Zoen (Burundi, 2009) – 34
23
4 kenia Ontwikkeling van competenties
oeganda
malawi india
burundi
In het huidige personeelsbeleid van het onderwijs komt gelukkig steeds meer aandacht voor het ontwikkelen van competenties. En dan niet alleen de competenties waarvan de school of de directie vindt dat ze verder ontwikkeld moeten worden, maar ook voor de competenties waarin een docent zichzelf wil ontwikkelen. Waar in het onderwijs begrippen als excellentie en talentontwikkeling steeds meer een plaats krijgen, komen deze begrippen ook steeds vaker voor als het om de individuele ontwikkeling van leraren gaat. Voor de vakorganisaties is het ontwikkelen van competenties een speerpunt. Goed personeelsbeleid bestaat uit meer dan het regelen van salaris en verlof. Het gaat er ook om dat medewerkers in het onderwijs blijven leren, dat zij zich steeds verder ontwikkelen in nauwe relatie tot wat er in de omringende maatschappij en in de wereld gebeurt. Kortom, het onderwijs vraagt om docenten die met twee benen in de wereld staan en van daaruit groeien in hun persoonlijkheid en hun vakmanschap. Uit de verslagen van de Werelddocenten wordt duidelijk dat de deelnemers zich op een groot aantal competenties verder ontwikkeld hebben. Deze competenties hebben minder met de vakinhoudelijke kant (het vakmanschap) te maken, maar meer met de (inter-)persoonlijke competenties en met zingeving. Veel van de genoemde ervaringen (en de bijbehorende competenties) zijn zowel van toepassing op het werken met kinderen als op het werken met en in een groep volwassenen. De rode draad in de ervaringen is niet zo zeer een doelgericht werken aan de versterking van de verschillende competenties. Veel meer gaat het om een bewustwording en een besef van het belang
Het is bijzonder om , als iemand die gra ag alleen werkt, te ervaren hoe je met een groep me nsen die je niet ken t, in korte tijd een res ultaat neer kunt zetten. He t was vaak werkelijk improviseren, zowel binnen de groep als ook in de samenwerking me t de Burundese leerkr achten. Maar als team heb je meer ideeën doorda t je elkaars ervaring en kunt delen en gebruiken . Het heeft mij geleer d los te laten dat all es per fect voorbereid moet zijn en dat je kunt vertro uwen op de kracht van een team door al die ver schillende kwaliteiten in te zetten. Petra van Leeuwen (Burundi, 2009) – 41
dat leraren moeten beschikken over een breed assortiment van competenties in het dagelijks werk, en het dagelijks leven. Onderstaand een overzicht van de competenties uit het Besluit Bekwaamheidseisen met daaraan toegevoegd de ervaringen van de Werelddocenten. Een aantal van de ervaringen zou ook bij andere dan de genoemde competentie geplaatst kunnen worden. Interpersoonlijke competentie De Werelddocenten werkten in een voor hen vreemde omgeving. Bij het niet direct bereiken van de ambities waren de Nederlandse leraren snel geneigd om zaken ‘over te nemen’. Toen zij zich dat realiseerden kwamen zij er achter dat het van belang is om anderen verantwoordelijkheid te geven en dat dat een positief effect heeft op de ontwikkeling van alle betrokkenen. Je hoeft niet alles voor de ander op te lossen. Pedagogische competentie Een docent die gaat werken in een totaal andere omgeving is vaak geneigd te denken aan werkwijzen
25
en oplossingen die goed werkten binnen zijn eigen omgeving. In de trant van “wat bij mij werkt (good practice) zal ook wel bij een ander werken. De Werelddocenten kwamen er al snel achter dat oplossingen moeten passen bij de context van de ander, niet bij die van de bezoekende docent zelf. Dat betekent dat eerst de personen en de context van de ander goed moet worden gekend en begrepen voordat je hem enigszins kunt ondersteunen bij zijn ontwikkeling. Als je uitgaat van je eigen norm, sla je regelmatig de plank mis. Bovendien, alle (sub-)culturen hebben een eigen normatief kader. Besef daarvan, zonder dat je de normen van de ander overneemt, is van groot belang om je pedagogisch handelen en je gedrag in een groep te bepalen. Vakinhoudelijke en didactische competentie Werken met collega’s in ontwikkelingslanden is een leerzame ervaring. Lerarenopleidingen zijn op een andere leest geschoeid. Vakinhoudelijk schort er helaas veel aan de opleidingen – die over het algemeen veel korter duren dan in Nederland. En dan de vele zgn. “Para-teachers”, leraren met een minimale opleiding van zes weken of minder. Wat kan van hen worden verwacht? Didactische vaardigheden zijn – net als in Nederland – sterk door de cultuur bepaald. Dat maakt ook dat kinderen een bepaald gedragspatroon verwachten van hun docent. De docent die uit Nederland voor korte tijd naar een ontwikkelingsland komt, zal zich onmiddellijk geconfronteerd weten met vakinhoudelijke en didactische vraagstukken die eisen stellen aan aanpassingsvermogen. In de aanpak moet hij/zij dan ook rekening houden met deze verschillen in tempo en leerstijl. Hoge verwachtingen van jezelf, telkens de lat wat hoger leggen, en hoge verwachtingen van de leerlingen: die twee moeten voor de bezoekende docent wel gelijk opgaan.
Organisatorische competentie Een school zonder drinkwater, zonder toiletten. Overvolle klassen. Vier kinderen in één schoolbank. Zestig kinderen – of meer - in één lokaal. Het is in die gegeven omstandigheden niet altijd mogelijk om de ideale situatie te creëren. Veeleer is het belangrijk om binnen die situatie te doen wat mogelijk is. Dat is ook het gevoel bij veel leraren in ontwikkelingslanden: doen wat mogelijk is. En het onderwijs zó organiseren dat zo veel mogelijk kinderen er baat van hebben. Het besef dat in de bezochte landen het onderwijs met veel minder middelen verzorgd kan worden dan bij ons, maakt dat je niet meer op zoek bent naar meer, maar dat je vanuit de gegeven situatie zoekt naar de beste oplossingen. Waar in Nederland goede planning vaak leidt tot resultaten is niet per se mogelijk in ontwikkelingslanden. Veel Werelddocenten kwamen er achter dat zij - ondanks al hun goede organisatorische kwaliteiten – vaak werden ingehaald door de realiteit.
Dankzij Werelddocent ben ik ook op
een andere manier
naar het leerproces van volwassenen
gaan kijken. In het
liggen, er moet leerproces moeten de doelen niet te hoog aan een ontwikkeling juist stap voor stap gewerkt worden n zich prettig (in de onderwijspraktijk). Mensen voele in kleine groepjes wanneer zij dialogen kunnen voeren wijspraktijk tot en komen n.a.v. een vraag uit de onder concrete oplossingen.
Hilde van der Draai (Oeganda 2009)- 24
27
Je komt dicht bij vragen rond wat nu echt de van onderwijs kern is en bij het be sef van de vrijh eid en enorme mog elijkheden in het Nederland se onderwijs. Ik zie nu meer ka nsen en mogeli jkheden voor het onde rwijs in mijn eigen school. Na de reis stel ik mezelf meer dan van tevoren vragen als: “differentieer ik genoeg?” of “gebruik ik we l genoeg verschillende werkvormen?”. Ik merk dat so mmige collega’s verand ering altijd als probleem erva ren. Ik probeer het, ze ker na deze re is, meer als ka ns te zien. Om het onderw ijs te verbeter en en op die m anier kinderen een nog betere ka ns in de maatsc happij te geven. Wan t ik realiseer m e meer dan oo it dat het daar om ga at: niet om de materialen, m aa r om kinderen. Om kinderen die willen leren. Marieke Grende l
(Oeganda, 2009
) - 25
dingen zeer nieuwe Ik heb niet zo der is het twikkeld. Eer ontdekt of on van zaken kken geweest een herontde . Zoals het lijk toe doen die er werke bereiding n goede voor belang van ee euwing derwijsverni wanneer je on dingen als orvoeren. En wilt gaan do compassie mmunicatie, effectieve co ermogen. en inlevingsv n den Berg Ingeborg va 09) - 55 (Oeganda, 20
Samenwerken met collega’s Een van de onderwerpen waarover in veel verslagen opmerkingen staan. Vooral het in een vreemd team geplaatst worden, daar je eigen weg in zoeken en tegelijk meewerken aan het groepsproces heeft een diepe indruk gemaakt op veel van de deelnemers. Het besef dat groepsprocessen belangrijk zijn om iets te bereiken, dat je elkaar nodig hebt om resultaat te boeken, komt veel terug. Samenwerking als basis voor succes. Daarbinnen is het belangrijk elkaar vertrouwen te geven en te willen leren van elkaar.
30
Samenwerken met de omgeving Juist in een omgeving die zo anders is dan de omgeving waarin je leeft en werkt, laat zien dat kennis van de omgeving onmisbaar is bij het maken van keuzes. De maatschappelijke context bepaalt in hoge mate wat kan en wat niet kan op een school. Het zou nog een hele ontdekkingstocht worden wanneer bezoekende Werelddocenten kennis zouden maken met de bureaucratische wereld van het onderwijs in ontwikkelingslanden, met de ‘transfers’ (overplaatsingen) waar heel veel leraren mee te maken krijgen. Bijvoorbeeld naar rurale gebieden en dan gescheiden leven van het eigen gezin en de familie. Wanneer bezoekende Werelddocenten zouden kennis maken met het salarissysteem, het ophalen van het salaris bij de dichtstbijzijnde bank (soms een halve dag reizen) om daar te ontdekken dat het salaris vertraagd is. Competentie in reflectie en ontwikkeling Veruit de meeste ervaringen hebben betrekking op reflectie en de eigen ontwikkeling. Het gevoel een wereldburger te zijn en het bewustzijn van de eigen welvaart en de eigen context heeft voor veel deelnemers tot reflectie op het eigen handelen en de eigen situatie geleid. Niet meer is belangrijk, maar beter. Als je minder hebt, ben je meer geneigd om in kansen te denken. Je gaat meer uit van het doel dat je wil bereiken, de manier waarop is minder relevant. Dat kan met meer en met minder middelen en voorzieningen. Reflectie heeft ook een politieke en maatschappelijke component. Elke Werelddocent zou ambassadeur moeten worden voor een versterking van onderwijs als belangrijk deel van de ontwikkelingssamenwerking. Geen Werelddocent kan akkoord gaan met een beleid dat bezuinigt op onderwijs bij ontwikkelingssamenwerking.
Voor de reis dacht ik niet veel te kunnen betekenen, dat het een meerjarenplan nodig had om veranderingen te kunnen zien. Ik ben geraakt door de ervaring dat we zo open en gelijkwaardig met de Malawiaanse collega’s konden werken. En dat ze onze adviezen en oefeningen zo ter harte namen. Ze pakten het gelijk op en brachten het in de praktijk. Na ons vertrek zijn ze zelfs zelf trainingen gaan geven in de vaardigheden die wij ze geleerd hebben. Ik ben onder de indruk van het gemak waarmee ze dat doen. Ik heb van deze ervaring geleerd dat ik zekerder mag zijn over mezelf, dat ik wel degelijk wat te brengen heb, dat ik betekenis heb als ik zeg wat ik denk en vind. Ik kom op school nu meer voor mezelf op.
Annemarie Geeraths (Malawi, 2010) – 25
31
Persoonlijke groei Veel opmerkingen zijn gemaakt over persoonlijke groei. Een deel ervan is wat moeilijk in competenties te vatten. Regelmatig wordt gemeld dat deelnemers meer rust hebben gevonden. De hectiek van onze wereld kunnen zij, na de ervaringen als Werelddocent, beter relativeren. Enkelen beschrijven dat als een andere kijk op het leven en op de wereld. Een aantal deelnemers meldt dat de trots op wie je bent en wat je doet is toegenomen. Het doet ertoe als je in het onderwijs werkt, maar je doet er ook toe als de mens die je bent. Je persoonlijke visie is belangrijk, ook in een groep.
in Nederland, maar ook op het ondersteunen van organisaties en werkers in het onderwijs in het buitenland. Vanuit het oogpunt van internationale solidariteit worden vooral kleinschalige projecten in het buitenland ondersteund, via onderwijsbonden in ontwikkelingslanden of via Edukans. Het project Werelddocent draagt daarmee bij aan het realiseren van de internationale doelstellingen van de vakorganisaties en het versterken van de competenties van de deelnemende docenten. Dat maakt deze projecten zo waardevol. Hans van Dinteren en Wouter van der Schaaf
Tot slot De Nederlandse vakorganisaties richten zich niet alleen op goed onderwijs en goede arbeidsvoorwaarden
Mijn taak, in 20 werkdagen 8 mensen opleiden tot ict-systeembeheerder, was lastiger dan ik vooraf had ingeschat. Ik heb meer uren gedraaid, zowel lesuren overdag als voorbereidingsuren in de avond, dan in Nederland en, anders dan verwacht, bleef het vakantiegevoel daardoor wat beperkt. Dat is voor een groot deel aan mezelf te wijten, heb ik ontdekt. Mijn gedrevenheid maakt nu eenmaal dat ik de mij voorgenomen doelstellingen, ook echt wil realiseren. En dat dan ook nog eens in een situatie waarin de basiskennis van ict bij de Burundese deelnemers eigenlijk op nul-niveau zat. Het bleek voor mij lastig me in die mensen te verplaatsen en me aan hun niveau aan te passen. Op dat punt heb ik wat gehad aan mijn Nederlandse groepsleden. Ze hebben me veel feedback gegeven op mijn didactische stijl. Deze ervaring heeft me veel opgeleverd. Door stil te staan bij mijn houding, kon ik me op een gegeven
Ik heb op didactisch gebied veel geleerd van mijn Nederlandse collega’s. Doordat je zo nauw samenwerkt, krijg je de kans om bij elkaar in de keuken te kijken en ideeën uit te wisselen. Ik vond het opvallend hoeveel werkvormen uit het basisonderwijs ook geschikt zijn om te gebruiken bij vreemde-talenonderwijs. En ik werd door de Afrikaanse omstandigheden gedwongen creatiever te denken. Als je niet kunt terugvallen op allerlei media en hulpmiddelen, boeken en computers, dan moet het allemaal uit jezelf komen.
moment overgeven aan het Afrikaanse tempo en kon ik accepteren dat de lessen niet altijd liepen zoals ik ze in mijn hoofd had. Marielle Bieleman (Burundi, 2009) – 37
Hanny Daniëls (Burundi, 2009) – 56
32
33
5 india
kenia burundi
oeganda
malawi
Werelddocenten en de kunst van de ontmoeting
to way you talk we are able On our side as teachers the try to talk like you people, recall and some of us even to And also it has given us with the accent (laughter). e now world teacher, becaus have a feeling that we are came rld teacher”. When you that’s the word used “wo ld t of them, we are all wor in we knew that we are par on cogiven us to remain firm teachers and also it has operative learning.
Joyce, Teacher in P5, Asuret Primary School, Uganda
De ervaringen die de Werelddocenten aan de lezer meegeven in dit boekje zijn heel herkenbaar. Contact zoeken met collega´s in een andere cultuur in een situatie van armoede en gebrek aan voor ons vanzelfsprekende faciliteiten, is een ervaring die grote indruk maakt en aanzet tot verandering. Het is opvallend hoezeer de ontmoetingen van Werelddocenten leiden tot een andere manier van kijken. Veel docenten kijken na de ontmoeting met collega´s in de landen waar zij verbleven, anders aan tegen hun eigen functioneren en hun eigen beroepspraktijk. Dat is volgens Ron Rijnbende wereldburgerschap optima forma.
Het is soms hartverscheuren d om te zien onder wat voo r omstandigheden zij daar met hun vak bezig zijn. Zon der of met weinig materiaal zo enthousiast les kunnen geve n is voor mij heel inspirerend geweest om weer met mijn eigen werk in Nederland te beg innen. Om tevreden te zijn met wat wij allemaal hebben. En wat ook indruk op me heeft gemaakt is dat alle kinderen over de hele wereld hetzelfd e zijn. Alleen hebben sommig e kinderen toevallig het wie gje ergens anders staan. Ik blijf er in mijn klas over praten, dat er wel hele grote verschillen op deze aarde zijn.
Ik voelde me een vreemdeling Mijn eerste bezoek aan Afrika was in 1992 in Sierra Leone. Alles was vreemd en anders, het was laat in de avond, donker, echt donker. Vuurtjes langs de landingsbaan, gevechten om de koffers, wachten bij de ferry, controles, overal slapende mensen, de boot met lichte slagzij puffend naar de overkant richting de hoofdstad Freetown, gitaarspel en verkondigers van het goede nieuws op een hellend dek. Overal jongeren die je begroeten met de revolutiekreet ´one-love´ en die graag een kleine bijdrage willen voor de road block wordt opgeheven. ´Ik ben anders, een vreemde die er niets van begrijpt en op afstand staat´, lag ik te denken, toen ik eindelijk mijn bed had gevonden. De razende airco gaf het op toen in de stad de stroom weer eens uitviel, de hitte trok binnen. Mijn wereld is onvergelijkbaar met deze wereld, een onoverbrugbare kloof.
Gelske Veltman
Doodgevroren Toch waren de twee werelden al enigszins met elkaar verbonden. Net voor mijn vertrek las ik een artikel - ik meen in HP/De Tijd - over twee jongens uit Sierra Leone die levenloos werden gevonden op Schiphol, doodgevroren
(Malawi,2010)- 49
tussen het landingsgestel. Ze hadden zich kennelijk niet gerealiseerd dat het behoorlijk vriest op tien kilometer hoogte. Een van hen had een briefje bij zich en de journalist schreef over zijn zoektocht naar de familie van deze jongens. Een aangrijpend verhaal over twee jonge gelukzoekers die voor veel geld, via Conakry op zoek gingen naar nieuw perspectief in het Westen. Helaas, zij moesten het met de dood bekopen. Ik was nu in het land dat zij ontvluchtten, een land in oorlog, vol bloeddiamanten, rivaliserende rebellengroepen die een wrede strijd voerden om de macht. Een strijd die was overgewaaid van Liberia naar Sierra Leone onder leiding van Charles Taylor. In de hoofdstad was er toen nog niet veel van te merken, afgezien van de Liberiaanse vluchtelingen. Er was zelfs sprake van een zeker optimisme en opwinding, een revolutie van de jeugd,
35
De instelling, flexibiliteit en het relativeringsvermogen van de Indiers heeft me aan het denken gezet. Dat we ons in Nederland druk maken over een komende vliegreis, over de boodschappen die nog gedaan moeten worden, over een taalschriftje wat niet volgens bestelling wordt afgeleverd: het bewijst allemaal dat we een goed leven leiden. Anders zouden we ons wel druk maken over de vraag of we vanavond te eten hebben! In India accepteren ze het leven zoals het is, zonder ergernis, zonder jaloezie naar elkaar. Het ervaren van die instelling geeft me veel rust. En wat mooi om te zien dat mijn leerlingen mijn relativerende ervaringen over kunnen nemen! Na een les over de Middeleeuwen vertelden ze me met open mond dat die akkerploeg, dat leitje en die waterput wel erg veel op India lijken. En dat dat in India in het nu is en in de Middeleeuwen duizend jaar geleden. Ze zijn zich er erg van bewust geworden dat de faciliteiten die we in Nederland hebben, niet vanzelfsprekend zijn. Lonneke Gerrits (India, 2010) - 26
alles zou nu anders worden. De 31-jarige kapitein Strasser had net de macht gegrepen. Dat de strijd tot 2001 zou duren wist toen nog niemand. Pikorde De gevoelens van vervreemding die deze eerste ervaringen met Afrika opleverden, maakten in de daarop volgende weken plaats voor verbondenheid dankzij de gesprekken met mijn begeleider Almammy Jansaneh (25 jr.). Hij was de office boy van onze partnerorganisatie, een manusje van alles. Hij had MTS bouwkunde gedaan, was talentvol en initiatiefrijk, nieuwsgierig ook. Hij had naast zijn
werk zelf een project opgezet voor kansarme jongeren, een kleine meubelwerkplaats. Almammy was voor mij degene die de brug sloeg tussen de werelden van verschil. Hij deelde iets van zichzelf. Tijdens de lange gesprekken op onze tocht door het binnenland werd de kloof steeds kleiner door wat hij vertelde over z´n ervaringen, dromen en ambities. Over de moeite die het kostte om in de eigen samenleving aan de bak te komen, een rol van betekenis te kunnen spelen. Het stak hem dat jonge mensen zo weinig kansen kregen en geblokkeerd werden door de bestaande hiërarchie. Hij gaf aan ook naar het Westen te willen om eindelijk de kans te krijgen meer uit z´n leven te halen.
Burgerschap en onderwijs
1
Burgerschap (Citizenship) is in landen die traditioneel gezien kunnen worden als belangrijke immigratielanden, Australië, Canada en de Verenigde Staten van Amerika al langere tijd een belangrijk punt van aandacht in het onderwijs. Door de hiervoor geschetste veranderingen sinds de laatste decennia is ook in Europa de aandacht voor burgerschapsvorming toegenomen. Burgerschap komt in Nederland in 1994 voor het eerst voor in overheidsdocumenten, en sinds 2004 communiceert de overheid nadrukkelijk dat er structureel gewerkt moet worden aan vernieuwing van de basis voor onze samenleving. Nederlandse scholen voor primair en voortgezet onderwijs zijn sinds 1 februari 2006 wettelijk verplicht om actief burgerschap en sociale integratie te bevorderen (Wet op het primair onderwijs, artikel 8 lid 3).
36
Het was heerlijk om weer in Afrika te zijn en om echt contact met de mensen uit Kirundo te hebben. Je bent er niet als toerist, maar als collega. Je krijgt een echt beeld van het leven van de Afrikaan, van hun professionele en persoonlijke omstandigheden. De onmacht die je voelt over de ongelijke verdeling en onrechtvaardigheid in de wereld is soms moeilijk los te laten. Regelmatig bekroop me het gevoel van zinloosheid over ons eigen project. Maar iedere keer weer kwam er die gedachte: “als je niets doet gebeurt er helemaal niets. Dit kan een beginnetje zijn….” Ik ben ervan overtuigd dat deze reis echt iets heeft opgeleverd, dat de leerlingen en leerkrachten in Burundi het gevoel hebben dat hun vakantie goed besteed is, dat ze er echt iets aan hebben gehad. Ik hoop dat het een opmaat is voor een duurzaam contact. Daar wil ik ook in investeren. Door opnieuw terug te gaan naar Kirundo en ons programma een vervolg te geven, door met mijn Nederlandse school een sponsorprogramma te organiseren, door een uitwisselingsproject te organiseren tussen leerlingen van mijn school en leerlingen in Kirundo.
Petra van Leeuwen (Burundi, 2009) – 41
38
Als office boy moest hij maar afwachten of hem ooit de gelegenheid gegund zou worden een stapje hoger te komen in de pikorde. Ik vertelde hem het verhaal over zijn leeftijdgenoten op Schiphol...
zijn de ander toe te laten. Maar ook een verhaal over de beperkingen van het overbruggen van culturele, religieuze en maatschappelijke verschillen. Dat heeft alles te maken met de essentie van (wereld)burgerschap.
Kansen voor talent ´Laat deze talentvolle Almammy de kans krijgen´, dacht ik, teruggekomen in Freetown en ik besloot hem aan te bevelen bij de General Secretary van onze partnerorganisatie. Wat mij betreft zou hij als bouwtechnisch assistent wel een steviger rol kunnen krijgen in ´ons´ renovatieprogramma van de scholen in de stad. Bovendien kon hij dan gelijk de voortgangsrapportages verzorgen, die tot dan toe vaak lang uitbleven. De General Secretary Kamara hoorde ons voorstel welwillend aan, het leek hem wel een goed idee. Tijdens het afscheid van Almammy bij de ferry meldde hij dat hij veel had nagedacht over onze gesprekken en dat zijn toekomst in zijn eigen land zou liggen, dat hij erin geloofde daar van meer betekenis te kunnen zijn. ´Gelukkig,´ dacht ik, ‘hij wordt geen kansloze asielzoeker die met enig geluk de toiletten mag dweilen in een AZC, in afwachting van zijn uitzetting.’ Ik stopte hem een fotocameraatje in handen, waarmee hij de voortgang van het renovatieprogramma kon gaan vastleggen en we namen hartelijk afscheid. Terug in eigen land kreeg ik na enkele weken het bericht dat Almammy was ontslagen, zonder opgaaf van redenen. Kennelijk had ik de welwillendheid van de General Secretary schromelijk overschat en had ik bovendien respect moeten tonen en het cameraatje aan hem moeten geven. Door mijn toedoen moest de talentvolle Almammy het veld ruimen (gelukkig konden we hem nog jarenlang verder helpen met zijn eigen project). Een verhaal over vervreemding, over een wereld van verschil, maar vooral ook over de menselijke ontmoeting, dat er een brug geslagen kan worden als we onszelf niet opdringen maar ruimte bieden en bereid
(Wereld)burgerschap Het begrip ‘burgerschap’ wordt in de onderwijssector steeds vaker gebruikt. Ik vind het niet zo’n inspirerend begrip omdat het gemakkelijk negatieve associaties oproept met ‘burgerlijkheid’. En ook het begrip wereldburgerschap spreekt niet onmiddellijk aan. Een peiling op de scholen wijst dat ook uit. Maar laat ik
a af waar reis naar Oegand g ik me na mijn aa vr k lij on rso zaken als Pe Nederland. Over uk over maak in dr zo h toc me ik ben zoveel teriële zaken. Ik k en andere ma lij ter ui g, din tegen komen kle oblemen die wij iveren! Zijn de pr at rel an ga er me etluttigheden. n ons druk om pi ama? We make dr ’n zo t ech u nk ik terug no zo’n moment de eigen drama. Op ndacht We creëren ons lachen. Mijn aa moet er enorm om t gevoel he aan Oeganda en wil in ons team t werk gericht. Ik en van ser ni is nu meer op he eld door het orga erken, bijvoorbe over en nk van ‘samen’ verst de l ik verder na tiviteiten. Ook wi en do te at buitenschoolse ac onderling. W tussen leerlingen we en nn de communicatie ku luiting. Hoe pesten en buitens respect ip gr be bij kwesties rond t e kunnen we he op coachen? Ho t he n va leerlingen daar p ijs? Bij de aftra n in ons onderw ntatie ese pr beter vorm geve n ht vragen in ee hiervoor aandac d bie ge schooljaar zal ik dit en emoties op mijn ervaringen over mijn reis en collega’s. delen met mijn ) - 29 (Oeganda, 2010 Mieke Thomas
39
elijk ag bij me op of het niet mog Steeds weer komt de vra rage andere manier nog een bijd zou zijn om op de een of gen eigd te denken dat de din te leveren. Wij zijn zo gen , dat dingen heel gewoon zijn die die je dagelijks doet, dat t. wee reen daar wel wat van af iedereen dat kan, dat iede r ove angir weten ze veel dingen Maar dat is niet zo. In Bol k zaa voor ons de gewoonste onderwijs niet. Dingen die toch manieren zijn om die ten van de wereld zijn. Er moe der dat zij zich gedwongen kennis over te dragen, zon zij kopiëren. Maar waardoor te voelen om onze modellen r voo n nu toe hun eigen modelle wel gemakkelijker dan tot en enk het onderwijs kunnen bed verdere ontwikkeling van en opzetten. niet daarin spelen? Ik weet nog Welke rol kunnen wij, ik, je s: dingen beginnen met focu hoe. Dat komt wel. Zulke . icht dacht is ergens op ger hebt ergens oog voor, je aan is het dan zo dat je iets ziet ik En op een gegeven ogenbl is het. Dat ga ik doen”. waarvan je zegt: “Ja, dat ia, 2009) – 63
Johan Bommerson (Ind
hier niet blijven hangen, uiteindelijk gaat het om wat er inhoudelijk wordt beoogd. En ‘burgerschap’ is ondertussen bij wet geïntroduceerd in het onderwijs. Het is de opdracht om ook in het onderwijs te werken aan goed omgaan met cultuurverschillen, te werken aan participatie in de democratische samenleving en een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van gezamenlijke maatschappelijke normen (en waarden). Wereldburgerschap is daar de vertaling van in internationaal en globaal perspectief. Het is duidelijk dat onze samenleving moeite heeft om de veranderingen als gevolg van migratie op een goede manier te verwerken. Bepaalde allochtone groepen isoleren zich in toenemende mate van de rest van de samenleving en autochtone groepen voelen zich verraden door de politieke elite die te lang de ´illusie´ van een
40
verdraagzame multiculturele samenleving heeft gepredikt, zonder serieus op de sociale en culturele problemen in te gaan. Inmiddels waait er een andere wind, niet alleen in Nederland maar in heel Europa. De nieuwe wind van het populisme legt vooral de nadruk op de eigen nationale cultuur en een integratiemodel in de vorm van sociale aanpassingsprogramma´s (inburgering). Zwart-wit gezegd: culturele en religieuze diversiteit wordt door een groeiende stroming in de samenleving vooral gezien als een hoge maatschappelijke kostenpost en een bedreiging voor de maatschappelijke stabiliteit. Met name de groei van het aantal islamitische allochtonen in de laatste 50 jaar wordt met stijgende argwaan bekeken. Alles moet ingezet worden om de ander om te vormen en in te passen. Opnieuw uitvinden Ik denk dat het van groot belang is om een andere inhoudelijke basis te zoeken voor burgerschap. Na de constatering van het multiculturele drama en de huidige reactionaire benadering van integratie (volledige sociale aanpassing) is een evenwichtiger visie nodig. Daarbij draait het om de vraag hoe gewerkt kan worden aan een leefbare samenleving, waarin burgers leren omgaan met diversiteit, er gericht gewerkt wordt aan een geheel van maatschappelijke waarden (en normen), en waarin de verschillende culturele en religieuze groepen een constructieve en actieve bijdrage leveren aan die samenleving. Wereldburgerschap voegt daar nog een internationale dimensie aan toe. Maar het is de vraag of er wel zo´n scherp onderscheid gemaakt moet worden tussen burgerschap en wereldburgerschap. Immers globalisering en mondialisering, de enorme wereldwijde mobiliteit, de opkomst van internet en social media leidt tot een wereldsamenleving die de kenmerken van een dorp heeft gekregen. Globalisering leidt tegelijkertijd tot lokalisering als een tegenbeweging, waarbij alle nadruk gelegd wordt op nationale culturen en eigenheden.
Het besef dat de wereld een groot systeem is van onderlinge afhankelijkheden, zorgt ervoor dat het traditionele onderscheid tussen een rijk Noorden (Westen) en een arm Zuiden niet meer zomaar opgaat. De opkomst van landen als China, India en Brazilië en wereldwijde migratie maken duidelijk dat problemen van duurzaamheid, uitsluiting en armoede niet langer eenzijdig verbonden zijn met ontwikkelingslanden. De verhouding arm-rijk en het grote probleem van de uitsluiting loopt door alle grenzen heen, ook in onze eigen samenleving. Ich und Du Ik zou willen pleiten voor een visie op (wereld) burgerschap waarin het denken van Martin Buber (1878 – 1965) een belangrijke plaats krijgt: de ontdekking en ontwikkeling van onszelf in de ontmoeting met de ander, het andere en De Ander (Buber in Ich und Du). Dus niet de focus op de ontwikkeling van de ander door de ontmoeting met onszelf! Want laten we eerlijk zijn, dat laatste correspondeert vaak meer met ons gedrag dan het eerste. Primair zijn we geneigd om de ander te veranderen, zodat hij/zij wat meer op ons gaat lijken. Zeker op het gebied van ontwikkelingssamenwerking is dat vanuit onze Westerse dadendrang de eerste reflex. Ik citeer uit de ervaringen van de Werelddocenten: ´Wat mij enorm verraste was de neiging bij de groep Nederlandse docenten om de situatie ter plekke zo snel mogelijk te willen veranderen´. Wij weten prima ´hoe de wereld in elkaar zit´, en het is de kunst om dit zo goed mogelijk over te dragen, zodat de ander zich kan aanpassen, denken we. Buber pleit voor een andere houding, die meer kansen biedt voor het opbloeien van de humaniteit. Een lerende houding. Edukans kiest voor een vorm van (wereld)burgerschap, die nauw aansluit bij wat Martin Buber stelde: mensen ontwikkelen zich aan de ander, in de ontmoeting met de ander. Het is opvallend dat in de
We hebben het project in Burundi direct ingestoken op duurzaamheid. Dit mag niet een eenmalig project zijn. Mede om die reden hebben we twee dagen geïnvesteerd in het contact met de docenten waaraan we les gaven. Om onderling vertrouwen en begrip te ontwikkelen, maar ook om aan te sluiten bij hun niveau en hun behoefte. Die collegiale ontmoeting is de beste manier om een blijvend resultaat neer te zetten. Om de duurzaamheid te bevorderen hebben we ook contact gezocht met lokale onderwijsoverheden en plannen gemaakt om een en ander te borgen, door middel van contracten en vervolgafspraken. Ook proberen we na het project zelf nog contact te onderhouden met de betrokken docenten in Burundi. Daartoe hebben mijn leerlingen bijvoorbeeld een website gemaakt met blog, om via dat medium in het engels te kunnen communiceren. Ik had al veel ervaring met werken met buitenlanders in Nederland. Om in dit project ook Afrika te leren kennen, de mensen, hun werk, hun idealen, hun visie, hun cultuur, is geweldig. Het heeft me geraakt en ik ben ook bezig om daar op eigen initiatief een vervolg aan te geven, via bijvoobeeld sponsorprojecten, het inzamelen van boeken en het maken van een website. Het is mijn bescheiden bijdrage aan het verminderen van de ongelijkheid in de wereld. Dat ik me daar bewuster van ben geworden en ook daadwerkelijk in actie ben gekomen, is een groot cadeau voor mij. Teunella Wolters (Burundi , 2009) – 47
41
teksten van de Werelddocenten die ontdekking nogal eens wordt aangegeven. Ik citeer: ‘In de Afrikaanse cultuur wordt uitgegaan van “wij”. “Wij” is belangrijker dan “ik”. In Oeganda werd onze groep onmiddellijk opgenomen in hun “wij”.’ Of: ‘... omdat we samen op die wereld wonen, zijn we wel iets aan elkaar verplicht. En als dat niet lukt, weet dat we in ieder geval allemaal aan elkaar verbonden zijn.´ Dat is een andere invalshoek dan die van het individualisme, waarin het primaat wordt gelegd bij de autonomie van het ´Ik´, vaak de basis voor modern pedagogisch en onderwijskundig handelen. Juist vanuit de individualistische principes valt er wel iets te leren van het Afrikaanse levensprincipe van Ubuntu (´Ik ben, omdat wij zijn´, in plaats van het Cogito ergo sum: ´Ik denk, ik ben´). Buber kiest echter voor nog een andere dimensie, tussen het individualisme en het collectieve. Ook hij legt nadruk op het belang van de gemeenschap als voedingsbodem voor het ik, maar het ´ik´ valt niet een op een samen met
j”. wordt uitgegaan van “wi In de Afrikaanse cultuur d onze wer a and Oeg In . “ik” “Wij” is belangrijker dan en men in hun “wij”. We war groep onmiddellijk opgeno kom. wel rm eno een dat voelde als er een onderdeel van en j”. “wi en bov t staa “Ik” ekeerd. In het westen is het omg de dat het de wereld ten goe Meer dan vroeger besef ik en will het den gaan van het wij: komt als wij meer uit zou nis. ken je en je ervaringen delen van je bezittingen, Claudine Horemans (Oeganda, 2009) - 47
Het reizen met deze gro ep docenten bood mij een prachtige kans om voor mezelf na te gaan hoe ik in een gro ep functioneer en welke positie ik wil inn emen. In Nederland erv oer ik patronen en gedrag van andere n en van mezelf in gro eps situ aties, die mij niet meer pasten. Bew ijzen wat je kan, com petitieve houding, haantje de voorste wil len zijn, leiding nemen, aanpassen, anderen laten bepalen. Ik heb in deze reis de ruimte gen omen om mezelf te zijn en te vertrouw en op de rust die ik kan ove rbrengen, op mijn talent om ver trouwen te geven, op het beschouwend kunnen zijn. Mijn bijd ragen vanuit mijn rus t en mijn achterover leunen, werkten ontspa nnend. We hebben vee l gelachen. In mijn dagelijkse werk is er bij mij en mijn colleg a’s een teamproces op gang gekomen waari n waarden als samenw erken, willen delen en van elkaar leren, ste eds prominenter worde n. Mijn ervaringen in Oeganda hebben mij n bijdrage daaraan ste rk bevorderd en me vooral gesterkt in de overtuiging een zel fsta ndige persoonlijkheid in een groep te kunnen zijn . Ik voelde me in de groep als impala’s: samen dravend in een kudde, het tempo aanpassend op elkaar , met de ruimte om als ind ividu soms hoge en dwaze sprongen te maken, soms even ach ter blij vend, maar altijd de aansluiting bij elkaar bewarend. Tineke Feenstra (Oe
ganda, 2010) – 58
de gemeenschap. Hij overstijgt het collectivisme, omdat de ander of ´het andere´ lang niet altijd deel uitmaakt van de eigen gemeenschap. Hij roept op tot het beoefenen van de empathie, de uitnodiging aan de ander om zich te laten kennen, ook over de grenzen van de eigen gemeenschap. Buber kiest vooral voor het relationele, binnen of buiten de eigen gemeenschap. Relatie of exploitatie Buber maakt onderscheid tussen een relationele verhouding en een gebruiksverhouding. Het onderkennen van dit onderscheid zou ons kunnen helpen om allerlei
42
oep ng bij de gr as de neigi w te as rr zo snel orm ve ter plekke Wat mij en de situatie om n te n ling die ik e doce teleurstel Nederlands ren. En de de n ra ve n oonten (ja wille diase gew mogelijk te bepaalde In ijd er ov e rd er tijd. “T nstatee re idee ov bij hen co er het ande t ov or en so ) n en as ee nee do men. Er w knikken, ak”, vond erd ra w r sp E . af t” is oe raak hoe het m is tijd, afsp “wij weten n en va t g ze in in e houd n de enorm onbewuste t gedaan aa einig rech w te or daardo a’s. ase colleg van de Indi voeligheid prestaties lturele ge cu r ee m gen d ha Ik . n bijgedra te mij hen daaraa Dit verras or vo is re t de el hadden Ik hoop da ze heel ve verwacht. seffen dat s. be af er ht n de Indiër ze ac stelling va heeft. Dat scheiden op be en de en n va ren rsteun kunnen le sen te onde het is om men dan door zinvoller t ën he ee t id da n en En ensen voorstelle m n ge de ei n n va n hu is het leve a coachen op di In in ven e blik en. Het le ze Westers ar met on over te nem da n te oe m het is. Wij daar, zoals maken. van willen r de in m of r ee m t nie ) - 50
ndia, 2009
ruyckere (I
B Brigitte de
Ik heb mogen ervaren dat in gebieden waar men in armoede leeft, leven mogelijk is. Soms was de ellende op scholen en dorpen zo overweldigend, dat je je niet eens kunt voorstellen dat onderwijs door kan gaan. De mensen daar hebben mij nog meer dan ooit duidelijk gemaakt dat onderwijs juist op zulke momenten van cruciaal belang is. En wie dan overeind blijft en vecht voor het goede is voor mij een held. Ik ben dankbaar dat ik met een aantal helden heb mogen optrekken. Door een ‘India-hoek’ die ik had ingericht en door het organiseren van een sponsorloop , werden de kinderen in mijn klas enorm betrokken. Ik merk dat ik tijdens mijn lessen regelmatig verwijs naar ervaringen die ik heb opgedaan en waar de kinderen hier ook iets aan kunnen hebben. Mijn levensrugzakje heeft door deze reis meer inhoud gekregen en daar ben ik echt heel blij mee! Jeannette Sibma (India, 2009) – 28
karikaturen en bevooroordeelde beeldvorming over de ander los te laten. Zeker in de huidige maatschappelijke verhoudingen is de ´relationele verhouding Ik - Jij´ ingeruild voor een gebruiksverhouding - en is de ander tot ding, probleem of object gemaakt. Daar ligt mijns inziens een van de belangrijkste knelpunten van het maatschappelijk debat. Het tot object maken van de ander betekent dat diegene ons ten diepste niets meer te zeggen heeft. Om daar doorheen te breken zijn echte ontmoetingen essentieel. Buber bepleit die ‘kunst van het ontmoeten’. Ontmoeten is niet soft maar weerbarstig, ingewikkeld en vraagt oefening. Daar begint dus (wereld)burgerschap. Kunst van de ontmoeting In het programma Werelddocent is dat eveneens de essentie. Het belangrijkste van dit programma is het oefenen in de kunst van de ontmoeting. Dat is de enige manier om echt betekenis te krijgen. In die oefening blijkt heel vaak dat we hard tegen onszelf aan lopen, dat we betrapt worden op onze dominantie. Dat we vaak tot in de vezels van ons bestaan geneigd zijn
om de ander te gebruiken in plaats van te ontmoeten. Dat bestaande machtsverhoudingen en onderlinge beeldvorming de echte ontmoeting heel makkelijk corrumperen. Dat geldt voor de ‘macht van de arme’, die zijn positie heel makkelijk kan exploiteren, en het betreft de ‘macht van de rijke’. De ervaringen van de verschillende Werelddocenten, zoals weergegeven in dit boekje, raken aan de denklijnen zoals hiervoor zijn geschetst. Werelddocent als programma staat in het teken van de kunst van de ontmoeting, de relatie tussen Ich und Du, de ontdekking van verschillen maar ook de overeenkomstigheid over de kern van humaniteit. Die ontmoeting vormt de belangrijkste basis voor innovatie en ontwikkeling van onderwijs, hier en in ontwikkelingslanden. De ontmoeting levert een enorme kracht op, die direct doorwerkt in de eigen ontwikkeling en functioneren van onderwijsprofessionals. Ron J. Rijnbende, bestuurder Edukans
Er zijn zo ontze ttend veel versc hillen tussen India en Nederla nd, maar toch zijn we ook ergens allemaa l hetzelfde. We willen allemaa l het beste uit on s leven halen. En het beste uit de kinderen op school. Want de kinderen van nu, zijn de were ldburgers die de toekomst maken! Het en thousiasme en de bevlogenheid van de Indiase leerkrachten he eft me geraakt en geeft me veel energie en insp iratie om terug in Nederla nd op mijn basis school weer aan de slag te gaan. Lonneke Gerri
ts
(India, 2010)
- 26
47
oeganda
6
india
burundi
malawi Werelddocent in de toekomst
kenia
Edukans blijft in de toekomst investeren in de verdere verbetering van het programma Werelddocent. Om het programma Werelddocent inhoudelijk te versterken maar toch ook betaalbaar en daarmee duurzaam te houden is de inzet van het Nederlandse onderwijsveld belangrijk. Het gaat daarbij niet alleen om individuele docenten maar ook om scholen (PO en VO), schoolbesturen, schoolleiders en het opleidingsonderwijs (HBO, WO). Edukans wil een deel van de invulling van het programma overlaten aan de deelnemers die graag iets willen blijven betekenen voor het onderwijs in ontwikkelingslanden. Deze expertise en inzet vanuit het Nederlandse onderwijsveld is belangrijk voor de inhoudelijke versterking van Werelddocent. Edukans wil daarmee meer eigenaarschap bij het onderwijsveld leggen. Om de kwaliteit en de eenheid in het programma te bewaken biedt Edukans duidelijke kaders en zullen eerdere deelnemers als vrijwilliger de groepen begeleiden zodat het werk van de voorgaande jaren doorgezet wordt. Om de efficiëntie binnen het programma te vergroten zullen alle reizen eenzelfde organisatiemodel krijgen. Edukans denkt hierbij aan een driejarig systeem waarin een school in het Zuiden in het eerste jaar vier dagen begeleiding en ondersteuning krijgt en in het tweede jaar drie dagen. Het laatste jaar wordt afgesloten met twee dagen begeleiding. Het grote voordeel van zo’n model is dat er minder maatwerk nodig is bij de organisatie van de reizen en dat vrijwilligers breder inzetbaar zijn. Een belangrijke doelstelling van Edukans is de verbetering van de onderwijskwaliteit in ontwikkelingslanden.
Ook voor het programma Werelddocent blijft dit centraal staan. Edukans blijft zich in de toekomst inzetten om goede resultaten te bereiken in ontwikkelingslanden en daarom is het van cruciaal belang dat de thema’s worden aangedragen door de docenten c.q. onderwijsorganisaties uit het land zelf. Aan de hand van de vraag uit het Zuiden wordt een team van onderwijsprofessionals in Nederland samengesteld en getraind. Door zich te verdiepen in de onderwijssituatie in ontwikkelingslanden en intensief samen te werken met een groep collega’s verwerven de Werelddocenten ook competenties die in het Nederlandse onderwijs belangrijk zijn. Vaardigheden die inzetbaar zijn bij burgerschapsvorming, maar ook de competenties als omgaan met verschillen, samenwerken, reflectie en het versterken van pedagogische en didactische ontwikkelingen. Edukans biedt aan de deelnemers deskundige voorbereiding en begeleiding van de reizen en inpassing in de lopende professionele onderwijsprogramma’s in ontwikkelingslanden. Elk jaar geeft Edukans scholen en docenten de mogelijkheid om te gaan participeren in het Werelddocentprogramma. Heeft u of uw school interesse ? Kijk dan eens op de website www.edukans. nl/werelddocent voor de meest actuele informatie of voor het (mail)adres van de projectleider. Frits Kruiswijk en Miet Chielens
“Jij maakt het verschil”
49
kenia Bijlage
1
india
oeganda
burundi
Lijst met deelnemers 2009 en 2010
malawi
A. Deelnemers en begeleiders 2009 India Johan Bommerson * Marlou Schouteten Loes van der Zande Irene Meertens Brigitte de Bruyckere * Maaltie Ramcharan Karin ten Cate Judith van Wieren * Judith van den Boogert * Jeannette Sibma * Mark Oortwijn Marieke Dufour Wim Kloezeman Oeganda Ingeborg van den Berg * Leo Trommel Hans Rawee Claudine Horemans * Caroline van Stralen * Stefan van den Hoff Martine Zuidam * Madelon Groenheiden Petra van Ravestein Marieke Grendel * Dick de Groot Femme Riemersma Hilde van der Draai * Burundi Hanny Daniëls * Hans Verkuijl
Rachel Heller Teunella Wolters * Petra van Leeuwen * Mariëlle Bieleman * Judith van Zoen * Judith Nijssen Stéphanie Mbanzendore Louis Thijssen * Deelnemers en begeleiders 2010 India Miriam Gerats Lonneke Gerrits * Miriam Heijster Debby Hol Monique Leyen Marian Macco Nienke Overman Marleen Stolmeijer Annemieke Visser Berend Wanders Ypie Zeijl Fariël Fatehmahomed Theo Hulshof Irene Meertens Oeganda Klaas Battenberg Fokje van den Berg * Marjolein Bos Tineke Feenstra * Sunita Konings Jenny Mulder Leonie Poel
Mieke Thomas * Merlijn Verstraeten Jessica Westerweel Ineke Wiertz Marieke Dongelmans Frits Kruiswijk Martine Zuidam * Burundi Niko Folgers Josiane Frans Jo-Anne Groefsema Keimpe Keuning Nicole Olvers Tine Siccama Hanneke Verkleij Dini Verkuijlen Petra van Leeuwen * Stéphanie Mbanzendore Teunella Wolters *
Malawi Anne Eggink Caroline Fecken Annemarie Geeraths * Veronique van der Horst * Robert Hulman Arlette van Kampen Truus Theelen Gelske Veltman * Gerda Viet Frouke Visser Ineke Wolfhagen Johan van der Pols Jeannette Sibma * Louis Thijssen * Van de deelnemers waarvan de namen van een sterretje zijn voorzien zijn citaten in dit boekje opgenomen.
Kenia Auke Bolhuis Paulina van Bostelen Marieke van Elburg Ineke de Geus Marloes Kreuze * Marian Molthof Marion Padberg Mariska Smoes * Gelske de Vries Annemarie Wering Marjory Wilhelmus Jeannette Berckenkamp Femme Riemersma Ivan Trouwborst
51
kenia
Loyalis Loyalis wil een bijdrage leveren aan de verbetering van de duurzame inzetbaarheid en de vitaliteit van werknemers in de sectoren Overheid en Onderwijs. Onderwijs maakt bijna de helft van de doelgroep uit. De betrokkenheid van Loyalis op die sector is dan ook groot.
Bijlage
2
malawi
burundi Deelnemende Organisaties
oeganda
india
Door Loyalis wordt in opdracht van het onderwijs al bijna 20 jaar een aantal grote administraties uitgevoerd voor bovenwettelijke sociale zekerheid. Bovendien herbergt Loyalis brancheorganisaties op het terrein van arbo- en verzuimaanpak voor het primair en het voortgezet onderwijs. In het onderwijs zijn relatief de meeste verzekeringen afgesloten voor inkomensverlies bij arbeidsongeschiktheid. Tevens is het de sector waar de meeste trainingen op het gebied van verzuim, vitaliteit en leeftijdbewust personeelsbeleid worden verzorgd. De medewerkers van Loyalis bezoeken daarmee bijna alle scholen in Nederland. Het is voor Loyalis dan ook een vanzelfsprekendheid om die betrokkenheid en verbondenheid bij de sector tot uitdrukking te brengen door participatie in een programma als Werelddocent. www.loyalis.nl,
[email protected], 045-5796111 Edukans, omdat onderwijs écht helpt Ieder kind heeft recht op onderwijs. Maar door armoede, aids, een handicap, oorlog of discriminatie gaan wereldwijd 72 miljoen kinderen niet naar school. Daar moet iets aan gebeuren! Edukans, de ontwikkelingsorganisatie voor onderwijs, helpt kansarme kinderen in ontwikkelingslanden naar school.
Edukans gelooft in scholing als de meest duurzame vorm van ontwikkeling. Onderwijs maakt weerbaar, geeft kinderen vaardigheden waar ze hun leven lang profijt van hebben. Daarom werkt Edukans aan meer scholen, meer schoolbanken, meer schoolborden, meer boeken en meer leraren in ontwikkelingslanden. Edukans steunt jaarlijks ruim 160 projecten voor goed en zinvol basis- en beroepsonderwijs. Het onderwijs in Nederland is voor Edukans een onmisbare schakel. Edukans betrekt ieder jaar duizenden leerlingen in Nederland bij onderwijs in ontwikkelingslanden. Door deze scholenprogramma’s wil Edukans kinderen en jongeren betrekken bij het leven van leeftijdgenootjes in ontwikkelingslanden. Leerkrachten en schoolleiders uit het Nederlandse onderwijs zetten hun kennis en expertise in. En werken in ontwikkelingslanden met hun collega’s aan beter onderwijs. Vanaf 2011 is Werelddocent een regulier onderwijsprogramma van Edukans. Edukans is bereikbaar via www.edukans.nl, 033-4606010 of
[email protected] AOb De Algemene Onderwijsbond is met 80.000 leden de grootste onderwijsbond in Nederland. De AOb is voor iedereen die in het onderwijs werkt: van leerkracht tot ondersteuner en directielid. De AOb heeft twee doelstellingen: sterke collectieve arbeidsvoorwaarden van de werknemers én kwalitatief goed onderwijs. Hoog op de agenda staan de versterking van het beroep leraar en de professionaliteit. Leden krijgen advies over werk
53
en inkomen en kunnen een beroep doen op een specialistenteam van juristen. Elke twee weken verschijnt ‘het Onderwijsblad’. Een vakblad met de laatste ontwikkelingen, handige tips en herkenbare columns. En er is een ruim aanbod van trainingen en workshops. De AOb werkt ook internationaal aan de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs en ondersteunt onderwijsbonden in ontwikkelingslanden. www.aob.nl,
[email protected], 030-2989898 CNVO CNV Onderwijs komt op voor het welzijn en de belangen van alle onderwijspersoneel. Naast werkenden in het onderwijs zijn ook studenten, gepensioneerden, werkzoekenden en andersactieven (arbeidsongeschikten e.d.) lid van CNV Onderwijs. Vanuit de kernwaarden rechtvaardigheid, verantwoordelijkheid en solidariteit richt CNV Onderwijs zich op de beroepsinhoud, individuele bijstand en collectieve belangenbehartiging. Daarin kiest CNV Onderwijs nadrukkelijk voor de dialoog. CNV Onderwijs is ook internationaal actief. Juist vanuit de kernwaarde solidariteit. We werken samen met andere bonden in Education International om op te komen voor arbeidsrechten en mensenrechten. Thema’s als werkdruk, gelijke kansen, pensioenen en bestrijding van racisme en discriminatie hangen daarmee samen. In samenwerking met CNV Internationaal worden projecten van onafhankelijke en democratische vakbonden in andere landen ondersteund. Via Edukans bevordert CNV Onderwijs kleinschalige onderwijsprojecten in ontwikkelingslanden die erop gericht zijn meer kinderen via
54
onderwijs kansen te bieden. Bij deze projecten zijn vaak leden van CNV Onderwijs betrokken. CNV Onderwijs is bereikbaar via: www.cnvo.nl , 030-7511003 of
[email protected] BWPD De stichting Burundian Women for Peace and Development is gezeteld in Rotterdam en is in 2001 opgericht door Burundese vrouwen die een bijdrage willen leveren aan de vrede en wederopbouw in Burundi. De activiteiten van de Stichting richten zich met name op de provincie Kirundo. Deze provincie is zwaar beschadigd door de burgeroorlog. Het vraagt veel inspanning om een nieuwe gemeenschap op te bouwen waarin mensen vreedzaam kunnen samenleven. BWPD richt zich in hoofdzaak op vrouwen en op het onderwijs voor jongeren. Op vrouwen omdat zij het meest hebben geleden onder de oorlog en in belangrijke mate zorgen voor het gezinsinkomen. Op het onderwijs voor jongeren omdat dit zeer gebrekkig is en goed onderwijs een voorwaarde is voor de toekomst van de jeugd. • Er zijn lokale vrouwengroepen gevormd die werken aan het vreedzaam oplossen van de conflicten door middel van mediation en advisering. Hiertoe worden o.a. vredes- en voorlichtingsactiviteiten georganiseerd. • Daarnaast werkt BWPD sinds 2009 samen met Edukans aan de bijscholing van leraren op middelbare scholen in het project Werelddocent. Jonge Burundese docenten hebben een kennisachterstand als gevolg van falend onderwijs tijdens de burgeroorlog. Voor verdere info over BWPD zie: www.burundesevrouwenvoorvrede.nl
55
De laatste winter was niet echt een
Alphons Laudy | Amsterdam Ambulante Dienst Triade | Horn Atlas College | Hoorn Basisschool De Ark | Huizen Basisschool de Biezenhof | Halsteren Basisschool Dûbel-len | Suwâld Basisschool het Anker | Emmen Basisschool Hidaya | Nijmegen Beatrixschool | Ermelo BMC | Amersfoort Burgemeester Amersfoordtschool | Badhoevedorp BWPD | Rotterdam CBS Mooitaki | Beetgumermolen CNV Onderwijs | Utrecht Cbs Willem de Zwijger | Roermond Centrum voor Nascholing | Amsterdam Corderius college Amersfoort | Amersfoort CSG Anna Maria van Schurman | Franeker De Egelantier | De Zilk De Sprinkplank | Hardewijk Eben Haëzerschool | Lienden Explosieven Opruimings Dienst | Culemborg Franciscusschool | Zaltbommel Gemeente Lisse | Lisse Hogeschool Zeeland | Vlissingen ICT Service Centrum UU | Utrecht Johannes Postschool | Sneek KBS De Speel- en Werkhoeve | Bodegraven KBS Dûbel-Ien | Suwâld Korczakschool | Goes Korczakschool | Middelburg Lorentz Lyceum | Arnhem Loyalis | Heerlen Maartens College | Haren Meester van de Brugschool | Woudsend Meridiaancollege ‘t Hooghe Landt | Amersfoort Montessorischool Beverwijk | Beverwijk
56
Noordelijke Hogeschool Leeuwarden | Leeuwarden OBS Delfshaven | Rotterdam Open Schoolgemeenschap Bijlmer | Amsterdam PCBS De Ark | Huizen RKBS Willibrord | Bergschenhoek sbo Dr. M van der Hoeveschool | Amersfoort SBO Petraschool | Eindhoven Sint-Lebuinisschool | Deventer Student VU | Amsterdam Tomotheüsschool | Linschoten UP4S | Deventer Universiteit Utrecht | Utrecht Van der Capellen Scholengemeenschap | Zwolle Vereniging voor PCBO Wymbritseradiel | Woudsend VCPO Spijkenisse | Spijkenisse Wateringse Veld College | Den Haag Willem van Oranjeschool | Woerden X11 school voor grafimedia | Utrecht
Dat mijn ruim 30-jarige onderwijservaring zo van pas zou komen, had ik niet durven dromen. In een vertrouwde sfeer worden mijn tips en aanwijzingen direct opgepikt en uitgeprobeerd door de Ugandese docenten. En dat leidt tot verrassende resultaten op het gebied van klassenmanagement: ze leren meer werken met differentiatie binnen de klas, het bevorderen van de zelfredzaamheid van de leerlingen, het gebruik maken van ruimte buiten de klas. Op het punt van complimenteren, het gebruik maken van muziek en dans als energizers en van doceren zonder goede hulpmiddelen, leer ik weer iets van de Ugandezen. Dit ga ik echt toepassen in mijn eigen groep. En ook zal ik het werktempo in Nederland naar beneden gaan bijstellen. En ik zal meer dan vroeger creatieve oplossingen gaan zoeken bij gebrek aan leermaterialen. Mijn onderwijspraktijk krijgt hier een behoorlijke impuls. Fokje van den Berg (Oeganda, 2010) - 57
n dat ik nu reis overgehoude Ik heb aan deze ’s te zeggen naar wat collega veel meer luister alde zaken. pa n visie is op be hebben en wat hu niet altijd en samenwerken Ik heb beter leren jven. Ik bli n mening te wille zo bij mijn eigen n aan me sa belangrijk is om weet nu dat het grijker lan be ar dat het nog iets te werken, ma en en rk ar iets toe te we is, om samen na behaalde het gezamenlijk te genieten van altijd aan t voldoet dat nie resultaat, ook al en. mijn eigen norm , 2009) - 33 Boogert (India Judith van den
topervaring voor me. Ik worstelde met wat sommigen miss chien een typisch dertigerdilemma noemen. Het ging om vragen als ”zie ik mijzelf nu tot m’n 60e voor de klas staan?”, “kan ik meer?”, “wil ik iets anders?”. Zelfs een burn out, inclusief bijbehorend begeleidingstraject, was er niet in gesla agd deze vragen er uit te rammen. Nog steeds gaapte er een kloof tussen wat ik graag wilde doen en wat ik dacht te kunnen. En toen kwam Werelddocent. De com binatie van reizen en een bijdrage aan het onderwijs lever en, sprak me enorm aan. Om geselecteerd te worden, was al een bijzondere ervaring en bevestiging van buitenaf : “ik kan dus toch wel wat en anderen zien dit ook!”. De erva ring van de kracht en flexibiliteit van vrouwen in Afrika en het besef van het enorme mondiale verschil in maatsch appelijke kansen, hebben me enorm geraakt. Maar het allerbelangrijkste is toch wel geweest dat ik in Oeganda heb ervaren dat ik het heer lijk vind om over beleid te praten en mensen te coachen. Voor de zomervakantie liep ik rond met de vraag of ik directeur wilde worden. Dat weet ik nog steeds niet, maar ik heb de stap durven zetten me op te geven voor een kweekvijvertraject. Daarnaast heb ik een collega van een andere school onder mijn hoede gekregen en ga ik haar begeleiden in het verbetere n van haar onderwijs. Ik weet niet of dit allemaal niet was gebeurd als ik niet naar Oeganda was geweest, maar de gesprekken met mijn groepsgenoten en met de Ugandezen hebben er zeker toe bijgedragen dat ik beter weet wat ik leuk vind. Ik ben enorm gemotiveerd aan het nieuwe schooljaa r begonnen en dat is de laatste jaren niet meer zo geweest. Ik weet weer waarom het gaat in het onderwijs en wat ik daar in kan betekenen. Martine Zuidam (Oeganda, 2009)
– 33
india Colofon Opdrachtgever: Loyalis Auteurs: Hans van Dinteren en Wouter van der Schaaf (Competenties), Mildred Klarenbeek (Werelddocent), Ron Rijnbende (Wereldburgerschap), Tinka van Vuuren (Persoonlijke ontwikkeling en vitaliteit) en Frits Kruiswijk en Miet Chielens (Werelddocent in de toekomst). Met medewerking van: Francis Huisman (CNVO), Trudy Kerperien (AOB) Ontwerp: Jeffrey van Mierlo en Ruben Veldman (fwd concept) Eindredactie en coördinatie: John Buissink ( De Blauwe Schuit)
Dit boekje is tot stand gekomen op initiatief van Louis Thijssen (Loyalis) en Mildred Klarenbeek (Edukans). De inspirerende aanmoediging door John Buissink (De Blauwe Schuit) en de deskundige adviezen van Frits Kruiswijk (Edukans) vormden essentiële bijdragen. Publicatie was onmogelijk geweest zonder financiële bijdrage van Loyalis. Zonder het enthousiasme en tomeloze inzet van tientallen Werelddocenten zou dit boekje nooit tot stand gekomen zijn. Wij zijn alle deelnemers hiervoor zeer erkentelijk.
burundi
Fotografie: Edukans, André Ruigrok Fotografie; Werelddocenten 2009 en 2010
oeganda
kenia
malawi