.El t s
TUSSEN VECHT EN EEM Centrale Organisatie van Vrienden van de Historie van het Gooi en Omstreken
Tussen. Vecht en Eem - jaargang 3, afl.5 - sept.1973 V o o r w o o r d "In't voorleden Ligt het heden. In het nu,wat worden zal" (Bilderdijks "Afscheid". Een jubileum ! Ongemerkt gaat dit zelden voorbij. Een mijlpaal op den levensweg is bereikt S En men blijft staan, om een blik te weroen op den afgelegden weg. Overzien wil men, wat men gedaan heeft in de afge lopen peridoe, wat tot stand is gekomen in dien tijd, wat het resultaat geweest is van ons leven en stre ven . Een Jubileum van onze vorstin ! Vijf en twintig jaar heeft H.M.de Koningin aan het hoofd gestaan van het volk der Nederlanden, vijfentwintig jaar heeft Zij met de Natie geleefd en gestreefd om een stap verder te komen op den levensweg van geheel een volk. Een mijl paal op dezen weg is bereikt. uok ons volk zal een blik achter zich slaan. In verschillende vormen zal dit Jubileum vastgelegd worden. Ook wij willen hiertoe het onze bijdragen. Met dit Ge denkboek bieden wij U een blijvende herinnering aan deze heugelijke gebeurtenis . . . . Zoo hebben wij gemeend de herinnering levendig te hou den aan het Jubileum van onze Vorstin, aan den dag, waarop de klokken van heel ons land verkondigden, dat vijfentwintig jaar geleden de Koningin zelf de regeering aanvaarde óver het volk van de lage landen aan de zee en over het heerlijke Indie. We hopen ons doel bereikt te hebben . . ." (Uit *."Gedenkboek 1898-1923" , ter herinnering aan het 25-jarig regeeringsjubileum van H,M.Koningin;.. Wilhelmina). Al zijn onze bewoordingen in deze tijd wel wat anders, toch is ohze felicitatie aan H.M.Koningin Juliana er niet minder hartelijk om. Wij hopen met de uitgave TVE 3-83
van dit Oranjenummer onze bijdrage aan de feestelijk heden rond haar jubileum geleverd te hebben. Tevens hebben wij in dit nummer aandacht besteed aan de her denking van de bevrijding van Naarden in 1673 door Prins Willem III. U •U •
Oranje en het Gooi ~~j Op 5 september zullen ook de inwoners van deGooise gemeenten op velerlei manieren hun aanhankelijkheid aan het huis van Oranje vieren, in dankbaarheid ge denkend dat koningin Juliana 25 jaar geleden de zwa re taak op zich nam om haar land en volk als vorstin te dienen. Vergeleken met de Oranjefeesten in vorige eeuwen zal er veel aan de wijze van vieren veranderd zijn, maar een aantal onderdelen van de vieringen zijn als van ouds ! Het "illumineren" bijvoorbeeld -en ik dank hier bij vooral aan de "vetpotjes" in Laren en de brandende "turfpotjes" in Naarden- vond reeds eeuwen her plaats. In een bekdnmaking van het Naarder stadsbestuur uit de l8e eeuw lezen wij: "Burgemeesteren en Regeerders van de stad Naarden communiceeren aan de burgers en inwoonders deser stad de blijde tijding dat gistermorgen ook dsen lande ge lukkig gebooren is de jonge erffprins van Orange en Nassau en permittere dieswegens alle endeider van de sen avond ten halff neegen uijren hunne huijsen te il lumineren en voorts desen dag en een goed gedeelte van de nagt alle betamelijke vreugde daar over te bedreiiven. Actum Naarden den 9 maart 17^8" (GAN, C IV I, blz.205). Dat"betamelijke" vreugde stond er niet voor niets,om dat wanordelijkheden als openbare dronkenschap of het schieten met snaphanen (=geweren) bij gelegenheden als deze zich nog wel eens voor deden! Een ander onderdeel, dat wij in onze hedendaagse vie ringen nog steeds terug vinden, is de volksspelen. Ringsteken met versierde sjezen, zaklopen en kruiwa genraces enz. waren de hoogtepunten op z o n feest in Grootvaderstijd; al dan niet voorafgegaan door een au bade door de schooljeugd bij het bordes van het gemeen tehuis. TVE 3-8^
In menig Goois gemeente zijn dit trouwens nog de pij lers waaromheen het Oranjecommité zijn feest bouwt ! Als illustratie het heerlijke Oranjefeest, dat in Blaricum gevierd werd bij gelegenheid van de kroning van koningin Wilhelmina in 1 8 9 8 . "De Dorpsstraat werd versierd met aan palen verbonden linten, die als het ware een dak vormden boven de straat. Vele particulieren hadden op primitieve,doch alleraardigste wijze de gevels van hun huizen en boerderijden versierd en er heerste de dagen vóór de ei genlijke feestdag reeds een zeer geanimeerde stemming in afwachting van de grote dag, toen het hek eerst goed van de dam was. Ook toen waren er ringstekerijen, kinderspelen en volksspelen, die gehouden werden op het terrein van de voormalige Rotonde. Met de schoolkinderen had de heer Veldhuis een acht tal gelegenheidsliederen ingestudeerd en men had het muziekkorps van de voormalige schutterij te Hilversum als begeleiding van de zang kunnen verkrijgen. ^Dat muziekkorps,dat al enige jaren eerder in Blaricum was opgetreden ter gelegenheid van het huwelijk van Burgemeester Hosang, moet zich bij de feesten van zijn goede zijde hebben laten zien en er lustig op los heb ben geblazen." Het feest werd door de gemeente gesub sidieerd met ƒ 50 •- • (n® e Bel",6-^+-“73) Natuurlijk werd er die dag ook een grootse optocht ge houden. Optochten schenen in die tijd bij de normale feestelijkheden te horen. Toen Naarden op 16,17 en 18 augustus 1923 het feest vierde ter gelegenheid van het zilveren regeringsjubileum van koningin Wilhelmina ontbrak een dergelijk evenement ook daar niet: er werd een historische optocht gehouden. Vanaf het terrein van de (nu verdwenen) militaire barakken op de Keverdijk aan de Meerstraat trok de tocht via de door de be woners van de Turfpoortstraat opgerichte poort van turven door de nauwe vestingstraatjes. In het open rijtuig waarin de organisatoren hadden plaats genomen ontbrak natuurlijk de bekende historieschrijver Ds.F.W. Drijver niet! (gegevens: H.Poolman) Hoe vaak éagen de Gooiers eigenlijk hun gevierde vor sten en vorstinnen ? De keren dat een der leden van het huis van Oranje in TVE 3-85
het Gooi officieel op bezoek was,zijn zeer miniem. Als men van een "bezoek" mag spreken,dan was prins Willem III in l6?3 bij de bevrijding van Naarden de eerste Oranjetelg die een Gooise gemeente bezocht. Bijna 100 jaar later was prins Willem V nogmaals in de vesting (zie elders in dit nummer), terwijl weer ruim 150 jaar later koningin Wilhelmina met prinses Juliana een feestvierend Hilversum (500 jaar zelf standig in 192*0 met een bezoek vereerden. Misschien waren er meer officiële bezoeken, (o.a. koningin Wil helmina bij een vrouwenvereniging te Naarden) maar enkele minder officiële bezoeken zijn bekender geble ven. Koning Willem III behoorde bijvoorbeeld tot de bezoekers van de Bussumse renbaan op de h.ei in looi, de koninginnen Anna Paulowna, Sophie en Emma waren herhaaldelijk in de zomermaanden op het voormalig "Paviljoen" te Blaricum, rpins Hendrik bezocht regel matig een der buitens in es-Graveland, terwijl konin gin Juliana en Prins Bernhard op "schapenburgh" hun verlovingsfeest vierden. Ook op andere manieren echter bemerkten de Gooiers de belangstelling van leden van het'huis van Oranje. Toen b.v. in l86l te Huizen veel kinderen wees of halfwees geworden waren ten gevolge van een zware storm,waarin veel vissers de dood vonden,kwam een grote gift van koning Willem III voor de stichting van een weeshuis. Nog altijd draagt het huis, nu geen weeshuis meer maar een kindertehuis, de naam van de schenker: "De Oranjehof". Overigens waren de Gooiers niet de gehele geschiede nis door zo trots op de leden van het huis van Oranje. De komst van de Fransen in 1795 deed vele sympathiegevoelens vergeten. Laren b.v. kon trots in een van de eerste "bezettings jaren" aan de departementale bestuurders melden, dat er zich geen "Oranjeklanten" onder haar burgers be vonden. Naarden, na enige tegenstanders te hebben geelimineerd d.m.v. verbanning, deed hetzelfde, ofschoon het stads bestuur desondanks te kampen had met "onwilligen . in 1797 moet het de schoolmeester officieel vermanen om het feit, dat hij bij het drinken van een borrel TVE 3-86
"op de prins" zou hebben getoost. (GAN,C III l^,blz. 3^0). De meerderheid der Naarders was in deze tijd niet Oranjegezind. Kerkmeesters van de Grote Kerk in no vember 1795 konder zonder protesten het uit dankbaar heid aan de bevrijding in 1 6 7 3 opgerichte monument van Willem III onthoofden. Ook enkele blazoenen wer den uit de ker verwijderd (GAK, C III 13» blz.52). De Hilversummers daarentegen, die in 1795 °°k samen met de Fransen rond de vrijheidsboom hadden gedanst, hadden na een jaar ervaring met de Fransen Oranje op eens weer lief l Toen op 20 januari 1796 de municipaliteit in het Rechtshuis aan het vergaderen was,kwam er een grote volksoploop. Enkele mannen drongen naar binnen om daar het in het Rechtshuis opgeborgen Oran je op te eisen. De municipal!teit moest - om ongeluk ken te voorkomen - door de ramen naar buiten vluch ten. (Gesch.v.Gooiland III,blz.250). Gemeenten, die in deze Franse tijd (en ook wel in la ter jaren) als "Oranjegezind" bekend stonden, waren Huizen en Loosdrecht. In een brief, waarin de municipaliteit van Laren zich bij een lid van het "Committé van Financiën" beklaagt over het langer uitblijven van de vergoedingen voor onderhoud der Fransen dan in andere Gooise gemeenten, lezen wij: "Waaren onze ingezetenen zulke ijveraars voor Oragne en vervolgers (=aanhangers) geweest als die van Huizen en i e Loosdregten, dan zouden wij denken het langer wagten is een straf voor vorigen zonden, maar daar de onzen zo eenparig als ergens altijd en nog voor vrijheid en ge lijkheid hebben geijvert ... enz." (GAL, L.l88). Met de nieuwe ontwikkelingen in ons vaderland kwam echter ook de Gooise aanhankelijkheid aan het huis van Oranje terug. De Oranjevorsten uit de 19e en 20e eeuw kwamen de mensen overtuigender over dan de prinsen stadhouders uit vroeger tijd? de liefde kwam nu van twee kanten: de vroegere legeraanvoerder bleek in zijn nageslacht een warm hart te hebben. Daarom werd de naam van leden van het Oranjehuis aan vele straten,pleinen,plantsoenen en gebouwen in de gooise gemeenten geschonken. Daarom werden de medaillons van koning Willem III en TVE 3-8?
koningin Sophie in de in 1877 gebouwde Utrechtse poort in Naarden aangebracht, daarom ook waren er de vele Wilhelminabomen in onze regio en staan zelfs in de kei van Laren de namen van leden van ons vorsten huis gegrift; een teken van verbondenheid tussen Oranje en het Gooi. J.V.M.Out, Eemnes Een bezoek van Prins Willem V aan Naarden De 6de oktober 1772 was een grote dag voor Naarden. Z.K.Hoogheid kwam die dag de schutterij inspecteren. In het resolutieboek van de stad Naarden lezen wij, dat de stad de eer had om Zijne Doorluchtige Hoogheid de Heere Willem V, Prince van Oranje en Nassau, Erfstad houder, Capitein-Generaal en Admiraal der Verenigde Provinciën te mogen ontvangen. De schutterij was 's morgens om 6 uur in de wapens ge komen en had zich bataljonsgewijs opgesteld voor de stadzijde der Utrechtse poort. Onder het luiden der klokken steeg de prins om half acht bij het ravelijn uit zijn rijtuig en kwam te voet de poort door. Hij pas seerde de beide compagnieën en werd door de officie ren met hun vaandels ontvangen, terwijl de schutters onder het slaan der trommen en het spelen der pijpers het geweer presenteerden. Na het kruitmagazijn te heb ben bezocht begaf de prins zich naar het huis van de kommandant, Jacobus Hendrik ïhierena, in de Vrouwen straat (in het verlengde van de Kloosterstraat), waar de burgerij gelegenheid kreeg te defileren voor de prins, die zich in de deuropening van het huis had opgesteld. Hierna kregen de officieren de gelegenheid de audi ëntie bij te wonen, waarbij kolonel Thierens een toe spraak hield, welke door de prins werd beantwoord. De schutterij,inmiddels opgesteld in de Schipperstraat marcheerde ondertussen onder bevel Van de luitenants naar het plein achter het Arsenaal. De prins moest daar bij zijn vertrek via een paar planken de gracht oversteken, omdat de brug op dat moment afgebroken was om door een nieuwe vervangen te worden. Over Muiden zou hij door naar Den Haag reizen. TVE
3-88
Ter gelegenheid van het bezoek van de prins werd ook een speciale krijgsraad gehouden. Hierin verklaarde kolonel Thierens,dat hij in de vergadering van de Vroedschap had voorgesteld de luitenants de rang van kap.luitenant toe te kennen, de oudste sergeant van beide compagnieën de titel van luitenant, de jongste sergeants de rang van sous-luitenant en de kap.armees (beroepsmilitairen die instructie gaven aan de schutters) ter sergeant. De twee laatsten zouden echter geen zitting krijgen in de krijgsraad. Dit alles was in verband met de voorbeeldige wijze waarop de schutterij zich aan de prins van Oranje had gepresenteerd. De prins betuigde zijn dank hiervoor en verklaarde, dat er geen plaats in Holland was,waar de schutterij op z o ’n goede orde was gebracht als in Naarden en ook hij pleitte voor verhoging in rang voor de offi cieren . Gegevens: Gem.archief Naarden: C V 4. D.Franzen, Naarden Herovering van Naarden in 1673 Onder de titel "Het Kampjaar 1672" gaf ik in dit tijd schrift (juli/aug.en sept.1972) de beschrijving van Tobias van Domselaer in lo7^ in "Eet Ontroerde Neder landt" van de inname van Naarden door de Fransen in juni 1 6 7 2 en de mislukte poging tot herovering van de stad door Prins Maurits. Nadien werden van Staatse zijde geen serieuze poging en meer ondernomen totdat op 13 september 1673 Naar den door de Prins van Oranje van de Fransen werd be vrijd, een feit dat in september a.s. zal worden her dacht . In verband hiermede laat ik hier het omstandige ver haal volgen dat van Domselaer van beleg en inname geef t ,vooraf gegaan door een beschrijving van de maat regelen die de Fransen namen om de vesting zo goed mogelijk in een verdedigbare toestand te brengen. "Philippes de Procé,Heere du P a s ,commandeerde van wegen den Koning van Vrankrijk binnen de Stadt Naerden., Hij had dien Koning van zijn 1^ Jaren af in den
TVE 3-89
Oorlogh gedient. Als nu Naerden i n ;t voorleden Jaar, 1672,door 100 of 120 Franse Ruyters was ingenomen als in t eerste Deel van dezen Oorlogh verhaalt is zoo zijn die voorsz Ruyters,onder;t gebiedt van den Heer Mazel,omtrent ik dagen daar in gebleven. Tien Compagnieën van't Dolfijns Regiment waren er daar na ook zoo lang. Deze beyde leefden er naar hun believen: In voegen dat er - toen de Heer du Pas daar in trade ■ een groot gebrek van alle dingen was. Men bracht voort in de plaats 19 Compagnien van d ’ eerste Bataillon van Turenne,en 6 Compagnien van't Re giment der Koningin. Deze Stadt stondt in zulk een slechte staat dat de Heer du Pas 8 dagen daarna ver plicht was daar te doen arbeyden om zich van d 5aanval len - die men tegen hem gedaan kon hebben - te be schutten Alles was in wanordening. De groene Doornhegge was in veel plaatsen gebroken en de Bolwerken gescheurt en open; In voege dat er een man te Paerdt lichtelijk kon inkomen. De Berstweeringen waren zeer dun en zoo laegh dat men daar voor tot aan de middel bloot stondt. De mond der haven - die in de Stadts Gracht quam - was zonder ketenen; en daar was niets •t welk d ‘ingang belette. Zoo dat Naerden een geheel open Stadt was. De Heer du Pas was deshalven genoodzaakt voort een Palissade achter de groene Hegge te maken, de Borstweeringen te verzwaren en te verhoogen en in !t overige zoo veel als hem mogelijk was te verzorgen, •t welk van mijn Heer van Rochefort, die toen te Utrecht was en in het landt geboodt, goet gekeurt wierd. Drie Maenden daar na zont men er de Heer Ingenieur Chasserak om eenige Buytewerken af te steken: Deze beval dat men er drie halve Manen zou maken, dat is voor yder Poort een, daar op de Heer du Pas aan hem vertoonde dat er noodtzakelijk noch een afgesteeken diende te wezen tusschen het Bolwerk van !t Magazijn en het vierkant Bolwerk, omdat de Gordijn tusschen deze 2 Bolwerken zoo lang is dat zy malkander nau welijks konden beschermen. Chasserak bekende wel dat dit waar was maar zeyde dat hy er geen bevel toe had
TVE 3-90
en dat men zoo weynigh kosten als't mogelijk was wil de doen. Deze Ingenieur,wegh trekkende,liet d ;aftrek der werken aan de Heer Ingenieur de Beaufort,aan de welke de Heer du Pas klaaghde dat de halve Maan,naar de Zee-kant,die hij maken dee,niet docht en te kleyn was en dat de Borstweeringen niet bestandigh tegen 't Geschut waren. Deze antwoorde dat het wel waar was maar dat echter aan hem belast was d'aftrek en !t ontwerp van de Heer van Chasserak te volgen. Men weet dat hy,om een plasdank te begaan,alleenlijk de zuynigheyt had betracht en de zeekerheyt van de plaats verwareloost: De Generaals van’t Heyr hebben 5t gezien,en hoewel z y ’t zelfde zeer slacht oor deelden, zoo hebben zy er niets af gezeght. De Gouverneur du Pas dan,geen meester van die werken zijnde om hen na zijn afmeetingen te maken,verzuymde niet in't geen dat aan hem stondt? Gelijk een waakent oogh hier op te houden dat de Werk-lieden .ge trouwelijk en geduurighlijk arbeyden en dat ten minu ten den Konings geldt nut telijk besteedt zou worden. En zeeker men heeft door zijn goede toezicht niet meer besteedt dan 15 of 16000 gulden, in al't geen men gemaakt heeft om deze plaats te versterken. Daar is niet een die den Koning zoo weynig heeft gekost als deze en d ’ingenieurs weten wat men met zulk een kleyne zomme geldts kan uytrichten. De Gouverneur bracht wel haast door zijn voorzichtigheyt en goet beleydt de wanordeningen in de Stadt te rechte en men vondt door zijn naerstigheyt en door de goede ordeningh die hy onderhouden dee ten minsten de noodzakelijke behoeften in deze plaats,daar men by na in'teerst van honger storf. Hy verzorghde in d 'onderhouding der Krijghs-benden, hoewel er in't begin geen ordre in de munitie was gestelt en geen Commissaris daar geweest had. Ey dee van alles uytdeelen,Graan vergaderen,Ovens maken, Bakkeryen oprechten en Magazijnen van voeragie, en een Siekhuys toestellen en is bij deze naerstigheydt en zuynigheydt volstandigh gebleven zoo lang hy te Naerden heeft geweest. De Koning was er af bericht en heeft meermaals betuyght dat hy met zijn beleyt vernoeght was,gelijk den Hartogh van Luxemburg zelfs TVE 3*91
de Heer du Pas verzeekert heeft. Deze bezigheyt vertraaghde niet d'yver die hy tot d :andere gewichtiger uytwerkzelen van zijn Ampt had 5 Gelijk de bewaring van de plaats,de Partyen,die hy verzendt en de naerstigheydt die hy aanwende om be richt van t :geen te hebben dat in des Vyandts landt gebeurde. Wyders hoe groote zuynigheydt hy ook tot de welstant van des Konings dienst heeft getoont,zoo zou men echter niet konnen verwijzen dat hy de minste spaarzaamheyt tot zijn voordeel heeft bewezen, zelfs niet in de Paspoorten,die hy dagelijks in zeer groot getal uytgaf. Zijn beleydt is altijt zonder verwijt van eygenbaat geweest,dewijl hy geen ander voordeel als dat van de Koning kende. d'Inwoonders zijn zeer verre geweest van over hem te klagen,gelijk zy over eenige anderen wel gedaan hebben. In tegendeel, dewijl zy zulk een eerlijk beleydt zagen, zoo keerde een groot deel van hen,die eerst uyt gevlucht waren,weer in de Stadt ,daar men, gelijk ook op t :Landt,gelijkelijk d'oprechtheyt en bescheydenheyt van de Gouverneur prees. Dit zijn" waarheden die zijn Vyanden zelven zouden moe ten toestemmen en de heele Werelt is er een getuyge
af. De Stadt leght in een zeer open velt hebbende ter rechterhant de Zuyder-Zee,die er omtrent 800 treden af is. De vlakte is ter slinkerhandt. Daar omtrent waren veel geboomten en Tuynen,met Speel-huyzen.die de Heer du Pas genoodzaakt was neder te werpen. Hy dee ook de hooghten slechten die er te na by waren. Deze plaats wierdt tot verscheyde malen van de Vyan den gedreyght. Sijn Hoogheyt de Prince van Oranje quam er met eenige 1000 mannen,om haar by nacht aan te tasten maar,ontdekt zijnde,durf d e 51 niet t^ wagen,terwijl de wakkerheyt en de goede wacht die men daar hieldt,altijdt belette yets tegen de zelve aan te van gen. Deze zelfde wakkerheyt maakte dat de Gouverneur zijn naerstigheyt verdubbelde tot de voltrekking der kleyne Buytenwerken ,die echter onvolmaakt zijn geble ven om dat men hem belette geduurende de drie leste Maanden,die voor die beleegring gingen,daar aan te werken. Hy klaaghde dikwijls daar over aan de Generaal en aan TVE 3-92
d ’Intendant: Maar zy namen geen acht op zijn klachten en waren geduurighlijk bezigh met de Werklieden te gebruyken tot het landt,-t welk onder water gezet was,droogh te maken. De Gouverneur had noch een andere reden om te klagen daar op hy geen groote vernoeging verkreegh. Want hy ziende dat men hem d 8oude Krijghsbenden ,die in :t be gin aan hem gegeven waren,had benomen en dat hy geen anderen dan nieuwe en slechte recreutes en nieuw ge worden Volk h a d ,vertoonde krachtighljjk aan den Hartogh van Luxemburg van wat belang het voor de Stadt was dat men anderen aan hem zondt. Hy deed dikwijls hier op aanhouden zonder eenige voldoening op zijn begeerten te bekomen. Het gevolgh heeft wel getoont van wat belang dit was e n ■t is voor hem een groot ongeluk dat den Hartogh van Luxemburg hem niet heeft willen gelooven. Dusdanigh was de gelegentheydt der Stadt Naerden (als der Staten Garnizoen die Stadt verlieten en de Fransen daar zonder slagh of stoot binnen quamen) volgens de beschrijving van den Heer du Pas, uyt zijne Apologia of Verantwoording getrokken. Van dezen Com mandants beleeftheden en rekkelijke regeering weten niet alleen zijne Franse Officieren en Soldaten maar ook zelf d-Inwoonders,die daar in bleven en de uytgevluchte die op deze goede Faam wederom daar binnen quamen,genoeghzaam getuygenissen te geven zoo dat hy schier van niemand gehaat is geworden als van den Hartogh van Luxemburg,den Intendant Robbert en die het met haar hielden en dat alleen daarom om dat hy van alle andere geprezen wierdt. Onder de Ingezete nen der Stadt Naerden was eenen,genaamt Karei de la Lande,van Franse afkomst,eertijds een Koopman geweest tot Amsterdam en nu aldaar te Naerden,om zich te ver lustigen ,woonachtig; deze hielt al te grooten cor respondentie met den Fransen Gouverneur du Pas en andere Oversten,zoo dat het met scheele of nijdige en argwanige oogen van sommige Inwoonders wierdt aange zien waar door hem, na het weder overgaan der Stadt Naerden aan der Staten zijde,zeer veel moeyelijkheden zijn aangedaan. TVE 3-93
B e l e g h en V e r o v e r i n g d e r S t a d t N a e r d e n d o o r d o o r Sijn H o o g h e y t , d ‘H e e r P r i n s v a n O r a n j e n . N a d a t d en P r i n c e v a n Condé n u v a n U y t r e c i i t met ee n t a m e l i j k L e g e r was o p g e b r o k e n en z i c h e e r s t i n de Meye r y e v a n den Bos en o m t r e n t d i e S t a d t e e n t i j d t l a n g o p g e h o u d e n i s Hy v a n d a a r en v o r d e r n a a r V l a a n d e r e n v e r t r o k k e n a l s w a n n e e r h e t Sijn H o o g h e y d t d ; H e e r P r i n s v a n O r a n g i e n n u d a c h t t i j d t t e zijn om y e t s l o f f e l i j k s t o t v e r l i c h t i n g van den V ereen d en S t a a t t e g e n h e t f r a n s g e w e l t by d e r h a n d t t e nemen dewijl e r nu g e e n g e w e ld i g h L ege r van F r a n s e n i n : t V e r e e n i g t N e d e r l a n t w a a r t e nemen w a s . D i t v o o r n e e m e n was a l e e n t i j d t l a n g v o o r g e s l a g e n g e w e e s t , d a n de V y a n d e l i j k e V l o o t e n op d e H o l l a n d s e en Z e e u s e k u s t e n h a d d e n ’ t b e l e t d o o r d i e n men ‘ t K r i j k s - v o l k a l d a a r m o s t by d e r h a n d t h o u d en om h e t L a n d e n d e r E n g e l s e n ( d a a r zoo v e e l v a n g e s n o r k t en g e d r e y g t w i e r d t ) t e k o n n e n t e g e n s t a a n . De Z e e - s l a g h n u z o o V i c t o r i e u s op d e n 21 A u g u s t v o o r de N e d e r l a n d e r s u y t g e v a l l e n en de E n g e l s e en F r a n s e K r i j g s - V l o o t e n u y t de Zee g e s l a g e n en v e r j a a g h t z i jn de , w a a r d o o r de V r e e s v a n ' t L an de n d e r E n g e l s e n i n r o o k was v e r d w e n e n , z o o d e d e men de K r i j g s - t r o u p e n , d i e i n Z e e l a n d t en d a a r o m t r e n t t o t b e w a r i n g d e r z e l v e r B t r a n d e n g e l e g e n h a d d e n , b y ' t L e g e r v a n Sijn H o o g h e y d t t e zamen komen 6t w e l k de n 29 a u g u s t i z i c h b e g o n t e be w e g e n om op t e b r e k e n : 7 R e g i m e n t e n v a n ’ t z e l v e w i e r d e n i n g e s c h e e p t m e t l a s t om n a a r en d o o r H o l l a n d t t e v a r e n m e t v o o r g e v e n om v e r d e r n a V r i e s l a n d t ge v o e r t t e w e r d e n en a l d a a r de I n v a l l e n d e r M u n s t e r s e n B i s s c h o p s t e h e l p e n t e g e n s t a a n ,maar k r e g e n wel h a a s t C o n t r a - p a t e n t om t o t o m t r e n t Ams ter dam en op n a d e r o r d r e bij Muyden z i c h t e o n t s c h e p e n , d o c h zy w i e r d e n a l e e r d e r o n t l o s t , t r o k k e n voorby A m sterd am ,o v er een B r u g h op V l o t - s c h u y t e n , o v e r de R i v i e r d e n A m s t e l g e l e y t , b y d e D ie m er M e e r , m a a r c h e e r e n d e zoo a l v o o r t s n a d e V e c h t - s t r o o m , b y d e r e s t v an h e t L e g e r . Met h e t v e r d e r e G r o s quam Sijn H o o g h e y d t va n R a a m s d o n k , d o o r Loon o p ’ t z a n d t en We rk e nd am , o v e r d e B r u g h t e H a r d i n g s V e l t en S c h o o n h o v e n n a A l f e n en v a n h i e r d o o r O u d e r k e r k p a s s e e r e n d e w ie rd a l l e d i t V olk, den 5 September d e s n a c h t s i n ee n s c h r i k k e l i j k e s t o r m en o n w e e r met S c h u y t e n o v e r de V e c h t i n Ss G r a v e l a n t g e z e t a l w a a r TVE 3 - S *
200 Fransen hun meenden tegen te houden,maar wierden wel haast op de vlucht gedreven,daar meeder Macht hun had konnen belemmeren. Ter zelver tijdt quamen eenlge Staten Uytleggers op de Maas voor Bommel, (om de Vyanden te misleyden) alwaar zy in de nacht zoodanigh op die Stadt schooten,dat er omtrent hO Menschen doodt bleven. En om de Fransen alweder ande re gedachten te doen nemen waren ook 1500 Staatse Ruyters dicht onder de Stadt Grave geweest. Den Hertogh van Luxemburg, *t opbrengen van dit Le ger hebbende vernomen,quam met 5 of 6000 man te Tiel duchtende dat het de Graaf of Bommel zoude gelden,om daar mede de gedachte Steden te secondeeren, doch zedert hebbende vernomen dat dit Leger zich in 'sGravelant had geposteerd quam hij weder te Uytrecht, alwaar Hy grooten Krïjghs-Raadt hield t, die 2 uur en duurde,waar op alle de Stukken aldaar op de Wallen wierden gebracht en eenige 100 man na Breukelen ge zonden,maar beducht zijnde dat het Naerden wel mocht gelden,zont hy noch eenige Wagens met Provisie der waarts,doch die wierden alle van de Staatse gekregen Zoo ras waren Sijn Hoogheyts Voor-troupen niet o p 81 harde Landt of den Grave van Waldek dede haar op ’t Kerkhof te Loosdrecht, Ankeveen, en Hilversum posteeren. En Sijn Hoogheyt daar by gekomen gad den 6 September ordre aan de Heer Fariau met een partye Ruyterye de Stadt Naerden te berennen gelijk by den zelven volbracht wierd volgende daar op het gansche Gros van;t Leger,bestaande in 25000 man. Ondertussen was dit volgende alom afgekondigt: ’Waars chouwinge. Vry-Leger,in de Loosdrecht,tot Kortenhoef,!s Gravelandt,Ankeveen en Hilversum. De Staten van Hollandt en West-Vrieslandt, Allen den genen die dezen zullen zien of hooren lezen, Saluyt. Doen te weten: Alzoo tot onderhoudt van ’s Landts Militie, de welke by den anderen leght, en noch vor der gebracht werdt in de Loosdrecht, Tot Kortehoef, 's Gravelandt, Ankeveen en Hilversum, in forme van een _ Leger, vereyscht wordt, dat successivelijk derwaarts gevoert werden, notabele quantiteyt van Vivres en andere necessiteyten,zoo tot onderhoudt van de Militie, als Voeragie voor de Paerden gereTVE 3-95
quireerto ZOO 1ST, Dat Wy,m±ts dezen allen en eenen yegelijken van Onze goede Ingezetenen en Onderdanen, daar van wel hebben willen verwittigenden eynde de zelve naar de voorzeyde Plaatzen willen voeren, en doen voeren,allerley Provisie voor de Militie en Paerden vooren geroert: Welken Toevoer derwaarts zal mogen werden gedaan,zonder eenige Imposten te werden betaalt. En ten eynde niemandt daar van ignorantie pretendeere,en een yder weten moge waar naar hy hem hebbe te reguleeren: Ordonneeren en lasten wy, dat dezen zal werden gepubliceert en geaffigeert, alomme daar het behoort, en te geschieden gebruykelijk is. Gedaan in den Hage,op den 2 September,1673 Onder stondt, Ter Ordonnantie van de Staten En was ondertekent; Simon van Beaumont. Sijn Hoogheyt nam zijn Quartier te Bussum. En zoo dra de Stadt rondsom beslooten was wierden de Circumvalatien opgeworpen,de trencheen en Loopgraven gemaakt en Batteryen vervaerdight zoo van de Water als Landtzijde,waar toe't Geschut van Amsterdam quam. Den 8 di to,de Batteryen in volkomen perfectie zijnde gebracht, wierd op de Stadt zeer hevigh gescho'oten,91 geen in 't gantsche Belegh geduurigh wierd gecontinueert, antwoordende die van binnen maar flauwtjes daar op, wijl ze geen zwaar en maar 19 stukken Geschut,daar van eenige noch onbruykbaar,binnen hadden,waar door de Loopgraven te meerder wierden voort-gezet. 11 Garni zoen daar binnen bestondt uyt 800 Switzers,l80 Paer den, 15 Compagnien van Turennes Regiment, 16 Compagnien van Navarre, 16 Compagnien van Normandyen en l8 Compagnien van La Mother 'tzamen 2930 man sterk. De Belegerde seynden ook met vuuren van den Tooren om hulp aan die van IJytrecht,doch dat en bewaarde haar geenzints jwantnoewel den Bertogh van Luxemburgh uyt de geconquesteerde Steden,een Leger te Zeyst by malkander vergaderden van omtrent 10000 man sterk,om Naerden te Ontzetten,waar by noch quamen b Regimen ten Paerden van den Bisschop van Munster,als dat van Hel,Westerholt,Masbagh en Graaf Roys,zoo en dorst Hy echter niet wagen om een proef tot het Ontzet te doen,maar zont geduurigh party en uyt om Sijn Hoogheyts Leger te recognosseren (die alle niet weder quamen) TVE 3-96
en onder die een partye van 1000 Paerden,onder de Graven de Gassion en de Koure,welke dicht onder 't Leger quamen,maar des Princen Ruytery opgezeten gingen zij datelijk door en verborgen zich in een Bosch in Embuscade: Dus geviel't dat als den 9 dito den Baron de Trukses met omtrent 300 Paerden was uytgereden hy by Amersfoort een gelijk partye aantrof en gelukkelijk sloegh,maar weder keerende ,passeerde hy voorby deze Hinderlage,waar uyt de Franse haar doen datelijk vertoonden,zulks dat hy er noodzakelijk most doorslaan of gevangen blijven,welk eerste hy met een manhaftigheyt aanvangende,doode veel van deze Troup, doch de Franse te sterk,kregen een partye van de Staten gevangens in deze ontmoeting bleef den Rit meester Heemskerk,een wakker soldaat,van des Princen Volk,en den Baron de Trukses wierd zelfs gewont; echter sloegen er een partye der Staatse noch door, mede brengende i n ct Leger eenige Franse gevangen. 's Maandaghs den 11,de Loopgraven zeer voortgezet zijnde,stelde Don Francisco d 'Augourt o , Luytenant Ge neraal van de Spaanse Ruytery (Commandeerende de Hulp-denden in Sijn Hoogheyts Leger) voor dat man, om de Franse schrik aan te jagen,de Contrescarpen aan te tasen en haar alzoo beletten eenige Uytvallen te doen,gelijk zy voorgenomen hadden; 51 welk by Sijn Hoogheyt en de Generaals Persoonen zijnde goet gekeurt zo wierd vast gestelt's nachts dan 11 de Contrescarp van twee zijden te bestormen,benevens het Ravelijn voor de Huyzer Poort. Alles daar toe vaerdigh zijnde, en den avondt gekomen,wierd den Marquis Wargnies, wiens Wacht-beurt het w a s ,gecommandeert den Aanval te doen; alsmede den Rijngraaf met het Regiment van Palm aan d'andere zijde. Omtrent 11 uuren viel den Marquis de Warignies mat zijn geheel Regiment op st Contrescarp aan en den Rijngraaf m e t ’t Regiment van Palm, zijnde Mariniers ,ondersteunt van't half Regiment van den Colonel Wee, op d'andere zijde,hebbende zich als Volontaires hier onder begeven de Colonels Sout eland e en Cassiopijn, den Luytenant Collonel Wijnber gen en den Sergeant Majoor Hardenbroek,benevens den Capiteyn Ladder. Den Luytenant Collonel Blanche, TVE
3-97
Capiteyn Spangen,en noch 2 andere Capiteyns onder de Spaanse,waren d-eerste op't Contrescarp gevolght van al de rest,ontmoetende eerst een dichten hagelbuy van Musquet-kogels,doch dit niettegenstaande daar op aandringende en de Palissaden af-kappende geraakten er,na 3 uuren tegenstandt,Meesters van als ook van't Raveleijn, vluchtende de Franse in grote Verwarring na de Stadt,waar de Staatse lichtelijk mede ingekomen zouden hebben,had de furie haar niet in onordre ge bracht,want den gantzen nacht hielden de Fransen op de Wal slechte Wacht,in deze Aanval bleef van des Princen zijde den Capiteyn Ladder, en den Collonel Palm en Soutelande wierden hier gequetst,doch*t ge tal der dooden van de gemeene Soldaten was aan de zijde der Belegerde groter als aan die van de Belege raars . Des anderen daags,zijnde den 12 September,de Beleger de 't Contrescamp verlooren ziende,verzochten stilstandt van Wapenen,om haar dooden af te halen,doch-t zelve wierdt van Don Francisco d'Agourto afgeslagen. Maar hy liet noch even gestadigh van de Batteryen op de Wal speelen,gelijk zulks geduurigh was gedaan,waar door al eenige schade aan de Wal geschiede?den Rijngraaf deede van gelijken en men begon toen Takke-bosschen en alle gereetschappen aan de brengen om de Gracht te dempen en een algemeenen storm te doen, waar toe ook het Gebedt wierde gedaan,door:t geheele Leger,hetwelk de Belegerde merkende deden het teken van te willen parlamenteeren en verzochten met den Heer Don Francisco d Agourto te spreken,de welke dit verstaande,zoo dede hy aanstonts zulks S]jn Hoogheyt bekent maken: De Ostagiers die wegens de Belegerde uyt quamen waren den Marquis de Laurier,Veltmarschalk over de jRuytery,den Heer de la Mo the,commandeer ende •t Regiment van Navarre en den Majoor van't zelve Re giment: Daar tegens gingen van des Princen zijde bin nen de Stadt den Heer de Leau,Collonel van een Regi ment Voetvolks,den Graaf van Tilly,Luytenant Collonel van den Marquis de Wargnies en Capiteyn Franq onder:t zelve Regiment. De Ostagiers van de Belegerde met Don Francisco d'Agourto by Sijn Hoogheyt gekomen wier den met een Middaghmaal by d'Agourto getracteert en ' Jt
TVE 3-98
A c c o o r t g e m a a k t : D a t zy me t v l i e g e n d e V a e n d e l e n , s l a a n d e T r o m m e l e n , b r a n d e n d e L o n t e n , v o l l e g e w e e r en 2 s t u k k e n G e s c h u t z o u d e n u y t t r e k k e n n a Arnhem: Welk A c c o o r t zijnde g e t e k e n t , z o o b r a c h t h e t den M a j o o r b i n n e n d e S t a d t om d e n G o u v e r n e u r d a a r v an t e b e r i c h t e n d i e h e t ook a a n n a m j w a a r o p de M a r q u i s de W a r g n i e s de b e z e t t i n g v a n ee n P o o r t en den R i j n g r a a f v a n ee n B o l w e r k nam. Den 13 S e p t e m b e r , zijnde d en d a g h v a n ' t u y t - t r e k k e n , g e s c h i e d e z u l k s o n d e r t o e z i c h t van d en R i j n g r a a f en d en F r a n s e n G o u v e r n e u r du P a s j d o c h a l v o o r e n s d e d e Sijn H o o g h e y t de F r a n s e b e t a l e n a l h e t g e e n e d a t zy a e n de B u r g e r s s c h u l d i g h w a r e n 5z e l f s een Fransfflan me t e e n P a e r t van zijn W a e r t m e e n e n d e d o o r t e g a a n , m o s t op a a n k l a c h t e , 8t z e l v e w e d e r g e v e n : 8s M id d a g h s t e n e e n u u r e n g e s c h i e d e d !u y t t o c h t i n d e z e r v o e g e n : E e r s t quam ee n S p a a n s e K e t e l - t r o m , me t 1 Compagnie S p a a n s e P a e r d e n om de F r a n s e t e c o n v o y e r e n . Doen v o l g h d e n 50 Wagens me t B a g a g i e . 30 Wagens m e t z i e k e n en g e q u e t s t e n . 2 S t u k k e n G e s c h u t , w a a r va n d ’ e e n b l e e f l e g g e n , v e r m its d A ffuyt brak. E e n i g e Vrouwen t e P a e r t . Een C a r m e l i t e r Monnik t e P a e r t . Een o v e r d e k t e B e d d e , m e t ee n g e q u e t s t O f f i c i e r , v a n 2 M uyl-Esels gedragen. Een Compagnie R u y t e r s Den F r a n s e n G o u v e r n e u r v a n N a e r d e n . Den Commandant v a n de S w i t z e r s ^ Comp ag nie n S w i t z e r s De F r a n s e I n f a n t e r y , 200 0 man s t e r k . 2 C o mp ag nie n R u y t e r s . I n d i t u y t - t r e k k e n w i e r d e n e e n i g e O v e r l o o p e r s i n de Bagagie-wagens v erb o rg en g e v o n d e n ,d ie a l l e d a a r uyt genomen en n a d e r h a n t n a v e r d i e n s t e n g e s t r a f t w i e r d e n . Den G o u v e r n e u r du P a s , v o o r by Sjjn H o o g h e y t r i j d e n d e , g r o e t e d en z e l v e n z e e r b e l e e f t , z e g g e n d e d a t hy r e d e n e n h ad g e h a d de P l a a t s zoo v r o e g h o v e r t e g e v e n . He t s c h e e n v o o r y d e r e e n t e n h o o g h s t e n w o n d e r l i j k , d a t men zoo ee n s t e r k e P l a a t s me t h o o g e a e r d e w a l l e n , d i e de F r a n s e z o o d a n i g h v e r s t e r k t h a d d e n , z o o h a a s t e l i j k TVE 3 - 9 9
over gaf,daar noch geen gebrek aan eenigh dink, en omstrent de 3000 Man binnen was,trekkende zy lieden 2700 gezonde sterk uytjdaar en boven was ‘t Contrescharp noch maar alleen in des Princen Handen, en alzoo zy er zoo sterk in waren hadden zy noch licht een storm konden uytstaan. In deze Belegeringe waren aan der Staten zijde in't geheel omtrent 100 dooden en 200 gequetsten: daar tegens hebben de Belegerde daar al veel meer laten zitten, en81 is wonderlijk datter in een Belegeringe meer van binnen als buy ten blijven. Behalvens de gequetste Officiers in't Contrescharp,(v;aar van hier voor gezeyt is) waren noch aan der Princen zijde gequetst, Don Barnardo de Sermiento,den Baron de Salins, Lieutenant Collonel van’t .Regiment van Vaudemont, 2 Soons van den Collonel Palm,en Capiteyn de Wit. Alle Officiers hadden haar in dit Belegh byzonder wel gequeten en zelfs had zich Sijn Hoogheyt over al bege ven,zoo in de Loopgraven,als op de Batteryen,geen gevaar ontziende,om yder met zijn exempel aan te moe digen . De Stadt Naerden op den 13 September 1673 aldus aan Sijn Hoogheyt d'Heer Prins van Oranjen overgegeven zagh men de zelve zoo hier en daar tamelijk beschadight: Daar binnen vont men noch wel voor 6 Weken Montkost als: 1720^0 ponden Meel, zijnde van half Rog ge en half Tarwe, 20 Lasten Rogge, 5 Lasten Erweten en andere Lijftocht meer: Dan Krijghstuygh vont men daar noch wel 16500 ponden Boskruyt (hoewel den vorsz. Heer du Pas maar van 8000 poden voorgeeft), 2000 pon den Musket-kogels,en Kanon-kogels naar advenant,daar waren noch 7 stukken Metaal Kanon,op eenige der zelve stont HARDERWIJK,de welke van daar hier waren ge bracht doen de Franse beslooten hadden Harderwijk te verlaten: op andere Stukken stont UYTRECHT,onder wel ken een was van die naam met der zelver Stadts Wapen daar op gegooten benevens deze woorden: Thomas Both me Fecit,1578. Het Laat- of Vonk-gat van dit Stuk was door't veel gebruyken uytgebrandt en wel drie maal zoo wijdt dan't behoorde: Voorts zagh men deze h Vaersjes daar op gehouwen of gegraveert: TVE 3-100
Des Aerdt-bodems ronde kloot, Heb IK in drie Jaren, Door Avontuuren groot, Hit Olivier rondtsom gevaren.. Dit Stuk zoude (by aldien het kon spreken) konnen ge tuygen dat de 2 Elementen,of Kooft-stoffen des W e relds,als Water en Aerde,te zamen,de gedaante van e een ronden Kloot uytbeelden: want na den inhoudt van deze voorsz.Vaerskens heeft het zelve met Olivier van Noordt,een Uytrechts man,d'eerste der Nederlan ders, als Generaal over A der zelver Schepen,in de Jaren 1598,99,1600 en l601,den gantschen Aerdt-kloot omgezeylt. Als nu de Fransen den 13 September 1673 uyt Naerden vertrokken quam den Graaf van Stierum,met zijn Regi ment weder daar binnen en zijn aanstonts de daar ront om liggende Boeren op ontboden om de Werken van, de Belegering,om de Stadt heen,te slechten en die van binnen te herstellen. Daar quamen ook eenige Gedepu teerde (daar onder den Heer Raadt-Pensionaris Fagel) uyt den Hage om Sjjn Hoogheyt over deze overwinning te begroeten en vorder te raadtplegen van't gene nu te doen stondt met des Landts Militie,die noch met een goedt deel Volks stont versterkt te worden. Des anderen daaghs,den lA S ep t emb er ,quam Sijn Hoog heyt d'Heer Prins van Oranjen zelfs binnen Naerden en wierd aldaar van de Borgery en duyzenden nieuws gierige Liefhebbers uyt de omleggende plaatzen ( (schoon het zeer slordigh,nat en regenachtigh weer was) verwellekomt en toe gejuyght. Sijn Hoogheyt stelden op alles goede ordre en dan Graaf Koningsmark tot Gouverneur en den Collonel Stokheym tot Commandeur daar binnen. Den volgenden dagh zijn de Spaanse Krijghs-Off icieren,die hun hier wel gedragen hadden,heerlijk onthaalt,bedankt en ge prezen,gelijk mede de Duytse,daar onder den Collonel Palm,die met zijn Regiment het Contrescarp had overweldight,vechtende noch wel 3 uuren na dat Hy van een Granaat in den arm gequetst was: Zijn eene Zoon was dwars door't lijf geschooten en d'andere gewont. Den 16 September wiert een Dank-predicatie door Do TVE 3-101
de Roy in de Stadts Kerk gedaan uyt Psalm 66 vers 13 Ik zal met Brand-offeren in u Huys gaan. Ik zal mijne geloften betalen, en Ik: Die mijne lippen hebben geuytet ende mijn morit heeft uytgesproken,als mij bange was. Waar Sijn Hoogheyt met de Generaals Perzoonen present waren. Over deze Victory is uytgeschreven de volgen de DANK-DAGH : Dewijl het Godt Almachtigh goedertierentlijk belieft heeft,het hoogh wijs beleyt van Sijn Hoogheyt den Heere Prince van Orangie dermaten te zegenen dat de Stadt Naerden,zedert dat de zelve eenige weynige dagen geattacqueert was geweest,is overgegeven,het Franse Guarnizoen na gemaakte Capitulatie,daar uyt getrok ken en onder de gehoorzaamheyt van dezen Staat ge bracht i s ,eene zake daar aan den zelven Staat ten hooghsten is gelegen,zoo vinden Wy goet,dat in de respective Steden van onzen Lande van Hollandt en Westvrieslandt,op Donderdagh aanstaande,die wezen zal den 21 dezer loopende Maant,des na-middaghs zal wer den gedaan een Predicatie en Gebedt in alle Kerken, om Godt den Heere te looven en te danken over zijn on verdiende genade in 't veroveren van de voorsz.Stadt Naerden aan den Lande betoont en om voorts Sijn God delijke Majesteyt te bidden en te smeken dat de zelve de Wapenen van den Staat ten besten te willen zege nen en voorspoedigh maken,en dat na de voorsz.Predi catie de Klokken in de voorsz .Steden,den tijdt van een uur geluyt en het Kanon eens gelost zal werden,daar van wij U L. mits dezen wel hebben willen adverteren, met serieuse begeerte,dat onze goede meyninge dienthelve binnen de Stadt ... door U L. goede voorzorge zal worden nagekomen,gevende daar van mede adverten tie aan de Franse en Engelse Kerken, die aldaar zou den mogen zijn 5 En ons daar toe verlatende,beveelen wy U L. in bescherming Godes. Geschreven in den Hage, den l 8 September,1673-" Tot zover van Domselaer. Zoals ik de vorige maal reeds opmerkte ontlenen zijn beschrijvingen hun belang aan het feit dat de schrijver een tijdgenoot was van de gebeurtenissen die hij beschrijft en deze dus uit
TVE 3-102
de eerste hand weergeef t ,waarbij nog komt dat hij de tails vermeldt die men in geen enkel geschiedeniswerk zal vinden. ,,,,,, Na hetgeen ik hier uit "Het Ontroerde Nederlandt" heb aangehaald volgt nog een uitvoerig overzicht van Franse zijde van de gebeurtenissen die zich tijdens het beleg binnen de vesting hebben afgespeeld. Gouverneur du Pas vertelt hierin waarom hij besloot de vesting^ over te geven op een ogenblik dat verdere verdediging nog zeer goed mogelijk was, in de steek gelaten als hij zich voelde door de Hertog van Luxemburg. Dit feit is oorzaak geweest van zijn veroordeling, na een proces,tot levenslang. Tot een goed begrip van de beschrijving van de belege ringen van Naarden merk ik nog op dat de vestingwer ken in 1672 en 1Ê73 nog niet de omvang hadden van die van nu. Voor een goed overzicht van de diverse stadia waarin de vestingwerken van Naarden in de^loop der eeuwen verkeerd hebben zou ik willen verwijzen naar: "De Historie van de Vesting Naarden", door Dr.A.J.C. de Vrankrijker (Uitg.van Dishoeck,Bussum,1965) een boekje dat bij het Vestingmuseum verkrijgbaar is. R.W.C.van Boetzelaer. Zicht rond Gooi en Sticht. | Onder deze titel wordt van 1 septembertot en met 20 september in het Singermuseum te Laren een tentoon stelling van de 17de en l 8de eeuwse topografische tekeningen uit het bezit van H.M.de Koningin gehouden. Van 1 tot en met 27 oktober zal deze tentoonstelling eveneens in het Rijksarchief te Utrecht te bezichtigen zijn. ., .. De 100 tekeningen die deel uitmaken van een collectie van een 3000 tekeningen van ridderhofsteden, buiten huizen, steden en dorpen, voornamelijk in de huidige provincie Utrecht, zijn voor het merendeel nog nimmer geëxposeerd. Deze verzameling, die deel uitmaakt van de collectie van Gerard Munnicke van Cleeff (l796-l860), genees heer en lid van de gemeenteraad en provinciale staten van Utrecht, werd in 1870 aangekocht door Prins HenTVE 3-103
drik (de Zeevaarder), broer van Koning Willem III. Ondanks alle naspeuringen is tot op heden niet ach terhaald hoe Munnicks van Cleeff deze verzameling verwierf. Aangezien zij alleen l?de en l8de eeuwse tekeningen bevat en geen 19de eeuwse, mogen we aan nemen, dat het hier ging om een reeds bestaande, oudere collectie. Tijdens de oorlog werd de collectie buiten medeweten van de Duitsers overgebracht naar het Rijksbureau voor Kunsthistorische documentatie te Den Haag Het is te hopen, dat door deze tentoonstelling deze uiterst belangrijke collectie, waarin de beste 17de en l8de eeuwse kunstenaars vertegenwoordigd zijn, een ruimere belangstelling zal krijgen. B.G.J.Elias. Historisch jeugdboek over het Gooi In de Wereldreeks, een serie historische jeugdromans van de uitgeverij A .J .G .Strengholt, verscheen een de zer dagen een boek van de Bussumse schrijfster Joan Bruineman: ’’Schimmen in het Muiderslot". ^ De schrijfster, die onder de historisch geïnteres seerden bekend is door haar over Bussum handelend "Dorp met de groene Spieghel", heeft hiermee opnieuw een verhaal doen verschijnen, dat zich in onze regio af speelt: een aantal jaren terug schreef zij reeds een meisjesboek, dat zich in Naarden en Bussum af speelde . Het boek "Schimmen op het Muiderslot" heeft het aan trekkelijke, dat zowel de Gouden, 17de eeuw, als onze moderne 2oste eeuw op een zeer realistische wijze door de lezer beleefd wordt dank zij de grote vondst: Coenraed Burg en zijn vrouw Christina Hellemans Hoofd stappen uit het zich op het Muiderslot be vindend schilderij, waarmee zij - in onze tijd terecht gekomen - kunnen verhalen uit hun belevenissen op het slot in hun tijd. Voorwaar een wonderlijke menge ling van het heden met het verleden ! Het boek, dat leuk geïllustreerd is door Jan P.Koenraads, is van harte aan te bevelen aan ieder kind dat van lezen houdt, maar vooral aan diegene, die op TVE 3-10^
e e n a a n t r e k k e l i j k e wijze i e t s t e w e t e n w i l komen u i t het verleden. D© j e u g d u i t h e t Gooi k a n n a t u u r l i j k h e l e m a a l Zrijn h a r t ophalen ! N iet a l le e n i s h e t v e rh a a l zeer b o e i end en v o e r e n de u i t s t a p j e s v a n C o e n r a e d en C h r i s t i n a la n g s d iv e r s e bekende p l a a t s e n i n deze s t r e e k , maar b o v e n d ie n g e e f t h e t boek een s c h a t aan h i s t o r i s c h e g e g e v e n s o v e r de r e g i o . Zowel h e t M u i d e r s l o t m e t de d a a r b i j h o r e n d e M u i d e r k r i n g a l s de G o o i s e s t a d en d o r p e n w o r d e n h i s t o r i s c h j u i s t b e l i c h t . Op d e z e k a n i e d e r G o o i e r s k i n d op e e n p r e t t i g e m a n i e r k e n n i s maken m e t de h i s t o r i e v a n de s t r e e k w a a r h e t woont J De p r i j s v a n h e t b o e k b e d r a a g t ƒ 2 0 . tj • 0 •
hT i
^
T
vT
r su m
- i 8 ?^ - 1 9 7 ^
H et a a n s t a a n d e j a a r z a l v o o r H i l v e r s u m i n d u b b e l o p z i c h t e e n j a a r v an h e r d e n k i n g w o r d e n . Op k m a a r t z a l h e t d a a n 5 5 0 j a a r g e l e d e n z i j n , d a t de b u u r t s c h a p v an d i e naam e e n d o r p me t een e i g e n b u r g e r l i j k b e s t u u r en e i g e n ( l a g e r e ) r e c h t s p r a a k w e r d . T e v e n s z a l h e t d an 100 j a a r g e l e d e n z i j n , d a t de s p o o r l i j n A m s t e r d a m - A m e r s f o o r t g e r e e d kwam, w a a r d o o r a a n s l u i t i n g v e r k r e g e n werd a a n h e t —to e n m o d e r n e — v e r k e e r s w e t . Twee b e l a n g r i j k e k e e r p u n t e n i n zijn o n t w i k k e l i n g . O v e r i g e n s n i e t de e n i g e . En n i e t a l l e e n o o r z a a k v a n n i e u w e , m a a r t e v e n s b e v e s t i g i n g v a n a l i n de g a n g zijnde o n t w i k k e l i n g e n . I k moge d i t h i e r w a t n a d e r to elich ten . _ . T c t i n de v e e r t i e n d e eeuw s c h i j n t H i l v e r s u m e e n k i e x n e , arme en a c h t e r a f g e l e g e n n e d e r z e t t i n g op d e G o o i s e h e i d e g e w e e s t t e Z3jn. H et l a g , i n v e r g e l i j k i n g met de a n d e r e n e d e r z e t t i n g e n , v e r d e r v a n N a a r d e n , d a t i n d i e eeuw t o t s t a d v e r h e v e n en d a a r m e d e h e t c e n t r a l e p u n t v o o r d e s t r e e k g e w o r d e n w a s j m a a r o ok op g r o t e a f s t a n d va n de gemene w e i d e n , d i e v o o r zijn l a n d b o u w b e d r i j f o n m i s b a a r w a r e n . I n d i e z e l f d e eeuw i s e c h t e r t e N a a r d e n d e we verij v a n w o l l e n l a k e n s t o t o n t w i k k e l i n g g ek om en . Al s p o e d i g h e e f t men d a a r v e r s c h i l l e n TVE 3 -1 0 5
de eenvoudige bewerkingen,zoals het spinnen van de ruwe wol,in de omliggende plaatsjes uitbesteed. Nu kan men uit verschillende aanwijzigingen opmaken,dat de Hilversummers zich op groter schaal op dit loon werk hebben toegelegd dan elders. Toen dan in de loop van de vijftiende eeuw deze Naardense industrie tijden van grote bloei gekend heeft,kon Hilversum daarvan het meest profiteren. Het is in de loop van deze eeuw uitgegroeid tot het rjjkste en —op Huizen na— grootste dorp van het Gooi. kgeds in l^+ló was de hier staande kapel tot parochiekerk verheven,wat een zekere zelf standigheid op kerkelijk gebied meebracht. Nog vóór het midden van de eeuw stond hier een korenmolen,; sindsdien waren de Hilversummers niet langer genood zaakt hun graan te Naarden te laten malen. Dit wat het gebeurde in en om 1^24 betreft. Door de aansluiting aan het spoorwegnet in 107^+ werd Hilv ersum,zoals dat toen heette,''uit zijn isolement verlost". Iets dergelijks was echter circa twee en een kart eeuw eerder al eveneens gebeurd en met min stens even ingrijpende gevolgen. Omstreeks 1650 was namelijk de Gooise vaart tussen 's Graveland en Hil versum gereed gekomen tot de toenmalige grens tussen beide plaatsen,dicht bij de -nog aanwezigeStenenbrug. In dat jaar heeft een ondernemende Hilversummer een geregelde beurtvaartdienst op Amsterdam geopend Daarmede had Hilversum zijn aansluiting aan het bin nenlandse waterwegennet gekregen,dat voor het verkeer -zowel met personen als goederen- toen veel belangrijker was dan het wegennet te land. Trouwens Hilver sum zou tot in de negentiende eeuw te land alleen langs zandweg bereikbaar blijven. Deze verbinding te water heeft het mogelijk gemaakt,dat zich hier een eigen weefindustrie heeft ontwikkeld,die vrij spoedig zo'n vlucht kon nemen,dat mettertijd de bevolking tot meer dan het drievoudige toenam. Dit laatste mede doordat de goede verdiensten hier aanleiding gaven tot vestiging van een stroom van personen van elders. (wordt vervolgd) P.W,de Lange. TVE 3-106
Redactie-secr .: Drs B.G.J.Elias, Elpermeer 20A -A'dam J.V.M.Out, Raadhuislasin 87 - Eemnes Dagelijks bestuur v.d. Stichting "Tussen Vecht en Eem'1 Voorzitter: O.L.van der Aa, Amsterdam Secretaris: Dr W.R.Wybrands Marcussen Rooseveltlaan 191 A ’dam - tel.O2O-AA 6A58 Kl.Sierksma - D.G. Krijn en Penningm. : L.F.Steinhauzer, Postbus 60 Laren. Bankrekening (ten name v .d .Stichting) AMRO Bank Hilversum postgironummer van de bank 32750 Minimumbijdrage voor begunstigers ƒ 20.- per jaar ---------------------------------- - (incl.periodiek)