Eetstoornissen Studentenbrochure
01. Inleiding Beste student,
Van harte welkom tijdens je stage op onze dienst. In deze brochure vind je heel wat informatie over de afdeling Eetstoornissen. Voor meer algemene informatie verwijzen we je graag naar de website van het UZ Gent: www.uzgent.be. We kijken ernaar uit om de komende weken met jou samen te werken en wensen je veel succes!
02. Voorstelling dienst Architectonische voorstelling De dienst ‘Eetstoornissen’ bevindt zich in het gebouw K12F, op de gelijkvloerse verdieping. Onze afdeling bestaat uit 14 aangename patiëntenkamers, een ruime leefruimte en verschillende therapieruimtes.
Organisatorische voorstelling Wij werken in een multidisciplinair team. Momenteel zijn er psychiatrisch verpleegkundigen tewerkgesteld, met één hoofdverpleegkundige. Er is een constante weekbezetting van minstens 2 verpleegkundigen in vroegdienst, 2 in avonddienst, 1 in dagdienst en 1 in nachtdienst. Tijdens het weekend is er telkens 1 vroegdienstverpleegkundige, 1 in avonddienst en 1 in nachtdienst. Zij staan in voor veiligheid, bieden structuur, volgen praktische taken, programma, opnames en medicatie op en begeleiden bij eetmomenten. Ook de continuïteitsfunctie en het IB-schap (zie verder) zijn kerntaken van onze verpleegkundigen.
De sociaal verpleegkundige verzorgt de contacten met interne en externe diensten, de families en de diensten waarnaar wordt doorverwezen.
Psychologen werken op de poli en de hospitalisatieafdeling Eetstoornissen. Op de afdeling bestaat de taak van de psycholoog/psychotherapeut uit verschillende facetten:
patiëntgericht: de psycholoog zorgt voor de groeps- en individuele therapie die gebaseerd is op het cognitief gedragstherapeutisch kader binnen het biopsychosociaal model. Daarnaast gebruikt hij ook principes uit de dialectische gedragstherapie. omgevingsgericht: de psycholoog is ook verantwoordelijk voor de contacten met de omgeving (ouders, broers, zussen, partner). Om de drie weken wordt er een gezins- en/of partnergesprek aangeboden. Daarnaast zijn er ook elke maand praatgroepen voor alle betrokkenen. teamgericht: een van de psychologen van de afdeling maakt deel uit van het kernteam, samen met de hoofdverpleegkundige en de supervisor van de afdeling. Hierbinnen is de psycholoog vooral verantwoordelijk voor het therapeutisch beleid. Daarnaast verzorgt hij ook de intervisies.
Psychomotore therapeute PMT is een non-verbale behandelmethode, waarbij het bewegen en de lichamelijkheid als middel worden gebruikt om vooraf vooropgestelde doelstellingen na te streven. Er wordt m.a.w. aan de hand van bewegingssituaties, spelletjes, opdrachten en oefeningen stilgestaan bij wat de patiënt voelt, ervaart en denkt. De voornaamste thema’s die op de afdeling Eetstoornissen aan bod komen tijdens de psychomotorische groepssessies zijn lichaamsbeleving en –perceptie (opnieuw voeling leren krijgen met het lichaam, oordeelvrij observeren van lichamelijke sensaties, nagaan of de patiënt een realistische kijk heeft op zijn/haar lichaam); gezond omgaan met beweging en ontspanning; emotieregulatie (emoties leren voelen en toelaten, gezond leren uiten van emoties, non-verbale expressie van emoties); assertiviteit (oefenen met afstand-nabijheid, grenzen aangeven, ruimte innemen).
Beeldende therapeute Beeldende therapie is een ervaringsgerichte therapie, waarbij sprake is van een concreet therapieproces en eindresultaat. Kenmerkend is de inzet van beeldende middelen, zoals teken- en schildertechnieken, hout, klei, textiel, steen en metaal. De problemen van de patiënt worden door beeldend te werken ervaren en zichtbaar, bijgevolg helder en bespreekbaar en daarmee beter behandelbaar. Na het inzicht en de bespreking volgt meestal oefenen met ander gedrag. Het aanbod van beeldende therapie bevat een breed scala aan werkvormen, waarbij beeldend werken het uitgangspunt vormt, met als doel verandering, ontwikkeling, verwerking- en acceptatieprocessen te bewerkstelligen. De sessies vinden plaats in groep en de werkvormen zijn altijd voorbereid door de therapeut.
Een supervisor en 2 psychiaters in opleiding staan in voor de behandeling, medicamenteuze oppuntstelling en diagnostiek. Op de afdeling Eetstoornissen wordt de artsenrol ingevuld door een supervisor-psychiater enerzijds en artsspecialist(en) in opleiding anderzijds. De artsen zijn verantwoordelijk voor het medische beleid op de afdeling. Zo zijn zij onder andere verantwoordelijk voor de psychische en lichamelijke toestand van patiënten, het medicamenteus beleid, bijvoeding en sondevoeding en psycho-educatie op de afdeling. Patiënten worden elke week gezien door een arts om al die zaken samen te bespreken.
Daarnaast nemen artsen ook deel aan de teamvergadering, de personeelsvergadering, intervisie en supervisie. Na de teamvergadering is er wekelijks een kamertoer. Tijdens die ronde worden de besproken onderwerpen van de teamvergadering gecommuniceerd naar de patiënten. Bij minderjarige patiënten wordt op die momenten ook contact opgenomen met de ouders of de voogd van de patiënt. Het eerste gezinsgesprek van patiënten wordt zo vaak mogelijk met de psycholoog en de arts samen ingepland.
Secretaresse – logistiek ter ondersteuning van afdelingswerking en verpleegkundigen.
Daarnaast zijn er regelmatig studenten aanwezig in functie van hun stage: studenten geneeskunde, verpleegkunde, psychologie en sociaal verpleegkundigen.
03. Afdelingsgebonden informatie Medisch patiëntenprofiel Het Centrum voor Eetstoornissen biedt hulp aan mensen met eetstoornissen of aanverwante problematiek vanaf 15 jaar. De behandeling richt zich op de kern van de eetstoornis, die zich op sociaal en psychologisch vlak situeert.
Onze doelstellingen: tot een gezond eetpatroon komen de eetstoornis aanpakken het psychisch lijden verminderen het algemeen functioneren verbeteren
We streven naar veranderingen in gedachten en gedrag via stapsgewijze doelstellingen en concrete werkpunten.
Verpleegkundige zorg en observatie De verpleegkundige staat in voor veiligheid en structuur, opvolging van praktische taken, programma, opnames en ontslagen, medicatiebedeling en begeleiding bij eetmomenten. Ook de continuïteitsfunctie en het IB-schap (zie verder) zijn kerntaken van de verpleegkundige discipline.
De verpleegkundige staat in voor het therapeutisch klimaat en de structuur op de afdeling. Dit start bij het waken over het dag- en nachtritme van de patiënten, de structuur van de maaltijden en het scheppen van een veilig en stimulerend kader om te komen tot groei binnen de gecreëerde oefenkansen.
Toezicht houden over de afdelingsregels, waarbinnen respect voor elkaar en anderen van belang zijn om rechtstreeks te communiceren en eigen verantwoordelijkheden te kunnen opnemen.
Concreet door de inzet van onszelf als therapeutisch instrument en door rechtstreeks, directief, confronterend, open en eerlijk te communiceren vanuit een complementaire houding. Gelinkt aan het gedragstherapeutisch kader.
De medicatie wordt door de verpleegkundigen klaargezet en bedeeld.
Vaak zijn we het (eerste) aanspreekpunt voor de patiënt zelf, voor de bezoekers en de familie. Dit start van bij de opname via het opnamegesprek tot de rondleiding op de afdeling.
De verpleegkundigen staan ook in voor de continuïteitsfunctie op de afdeling. Dat betekent dat we een 24uurspermanentie voorzien.
Binnen de groepswerking vervullen we een taak als begeleider van sessies door de verpleegkundigen (bv. de doelstellingenvergadering, kooktherapie, VPK-sessie en weekendplanning).
Naast de groepswerking voorzien we voor elke patiënt een individuele begeleiding. De individueel begeleider (IB) bewaakt het verhaal van de patiënt en zorgt binnen het “hier en nu” voor ondersteuning bij de opvolging van verslag, aanbieden van gesprekken, samenwerking rond doelstellingen en persoonlijke werkpunten doorheen de opname. De verpleegkundige zorg die wij bieden zijn onder andere: gewichtscontrole, bloeddruk, glycemiebepaling, wondzorg en toediening van bij- en sondevoeding.
Dienstgebonden verpleegkundige aandachtspunten De basisvisie is gestoeld op cognitieve gedragstherapie en dialectische gedragstherapie binnen het biopsychosociaal kader. Op de afdeling staat een concrete, doel- en oplossingsgerichte houding centraal en proberen we een respectvol, veilig, ondersteunend en gestructureerd klimaat te creëren. We streven ernaar dat patiënten zelf verantwoordelijkheid nemen. Die verantwoordelijkheid wordt steeds verder uitgebreid. Een positieve motivatie is een voorwaarde om tot verandering te komen. Motivatie krijgt dan ook veel aandacht bij de start van de behandeling.
De behandeling bestaat uit een gefaseerd therapeutisch programma met algemene en individuele doelstellingen, zowel groepssessies als individuele gesprekken bij arts, psycholoog en individueel begeleider (IB). Wij verwachten van onze patiënten dat ze niet alleen de sessies volgen, maar ook aan de slag gaan met hun werkboek.
Wij werken met open groepen. Elke drie weken is er een fasebespreking waarbij we de persoonlijke evolutie bespreken. Er wordt hierbij ook inbreng van de patiënt, ouder(s) en/of partners verwacht aan de hand van een evaluatieformulier waarop ze eigen bevindingen en voorstellen kunnen formuleren. Na de teambespreking komt het behandelteam – onder leiding van de supervisor – langs op te kamer om feedback te geven over de beslissingen en om samen het behandelplan te overlopen. Hiervan krijgt de patiënt een schriftelijk verslag. Als de patiënt het voorgestelde beleid niet opvolgt, kan het behandelteam een verdere opname in vraag stellen.
Fase 0 Deze fase start op het moment dat de patiënt opgenomen wordt en eindigt de eerstvolgende maandag. De patiënt volgt tijdens deze eerste dagen geen programma. De focus ligt hier op rust en aanpassing aan de afdeling, kennismaking met het team en de medepatiënten. We verwachten de patiënt tijdens deze fase wel op de maaltijdmomenten.
Fase I Tijdens deze fase ligt de focus op diagnostiek en motivatie. We observeren het eetgedrag en proberen tot een probleemdefiniëring te komen. Dit betekent concreet dat we inzicht willen krijgen in het verstoord eetgedrag en de onderhoudende factoren. Sessies in deze fase zijn vooral gericht op exploratie, motivatie en realisatie van een gezond en gestructureerd eetpatroon. Afhankelijk van de diagnose, de motivatie, de veranderingen in het eetgedrag en het duidelijker worden van de problematiek, kan de patiënt op advies van het behandelteam overgaan naar een volgende fase. Het streefdoel is dat fase I maximaal 9 weken duurt.
Als verdere behandeling binnen het Centrum voor Eetstoornissen niet aangewezen blijkt, kan de patiënt verwezen worden naar een ambulant behandeltraject of een andere residentiële setting.
Bij patiënten met anorexia nervosa streven we naar een continue gewichtstoename. Wanneer er onvoldoende stijging is, wordt er gestart met bijvoeding. Wanneer dit onvoldoende resultaat oplevert, beslissen we om met bijvoeding of (in laatste instantie) sondevoeding te starten. Bij patiënten met boulimia nervosa streven we naar een gestructureerd en gevarieerd eetpatroon, afbouw van eetbuigedrag en compensatiegedrag.
Fase II In deze fase wordt er gestreefd naar een verdere bevordering van een gezond eetpatroon en gewicht. Er is een accentverschuiving
naar
de
onderliggende
problematiek
waarbij
de
patiënt
een
steeds
grotere
verantwoordelijkheid krijgt. We leggen meer nadruk op aanwezige psychopathologie en onderhoudende processen zoals perfectionisme, negatieve zelfwaardering en beperkt zelfvertrouwen, interpersoonlijke problemen, assertiviteit, negatief lichaamsbeeld en emotiehantering.
Fase III Tijdens deze fase staat de versteviging van de geboekte vooruitgang en verandering voorop. Daarnaast besteden we mee aandacht aan de overgang naar het leven buiten de afdeling.
04. Stage-informatie Dienstgebonden stage-informatie Op de afdeling wordt gewerkt met mentoren, die instaan voor de begeleiding, opvolging en evaluatie van studenten.
Wat wordt verwacht van de studenten Op onze afdeling mogen enkel derdejaarsstudenten stage lopen. Je zal werken in shiften: vroegdienst, dagdienst, laatdienst en evt. nachtdienst
Aangezien wij een afdeling zijn waar structuur en regels heel belangrijk zijn, verwachten wij van onze studenten hetzelfde. Hiermee bedoelen we dat studenten niet zomaar mogen afwijken van bestaande regels. Heb je vragen of zijn er onduidelijkheden, raadpleeg dan altijd iemand van de verpleegkundigen en/of kijk in de afdelingsbrochure. Onze afdeling bestaat uit een multidisciplinair team. Als student probeer je je zo snel mogelijk thuis te voelen bij de verschillende disciplines. Je mag/kan zeker vragen stellen aan artsen, therapeuten e.a. collega’s. Je hebt de infobrochure doorgenomen vooraleer je op stage komt.
Bij het begin van de stage leg je je doelstellingen spontaan voor aan de mentoren. De doelstellingen zijn geformuleerd in termijn en met de nodige actieplanning. Dit geeft de mentor de mogelijkheid om de doelstellingen te evalueren in tijd. Verder moet elke student over een medisch attest van de arbeidsgeneeskundige dienst beschikken. Dat attest toont aan dat je geschikt bent om aan een stage te beginnen. Je stelt jezelf regelmatig in vraag en bespreekt dit met je mentoren. Je staat open voor feedback. Je legt dagelijks je (reeds ingevulde) feedback voor aan de verpleegkundigen. We verwachten van jou dat je zelf feedback geeft; die wordt dan nagelezen en ondertekend door de verpleegkundige. Je neemt het initiatief. Je woont de overlegmomenten bij (6.45u – 8.30u – 14u – 21.30u). Je probeert (in)zicht te krijgen in/op de werking van de afdeling. Je integreert je in het volledige team, zowel bij formele als informele momenten. Je neemt zelf initiatieven en stelt zelf zaken voor. Dit kan bijdragen tot een duidelijke evolutie tijdens je stageperiode. Je neemt je verantwoordelijkheid op. Je communiceert en reflecteert. Je bewaakt de termen ‘afstand en nabijheid’ in de relatie student - patiënt en student - verpleegkundige.
Elke student kan de praktijk aan de theorie linken, je hebt kennis van de geldende procedures,... Je werkt acht uur per dag en neemt je overuren of verlof verspreid op na overleg met je mentoren. Bij ziekte verwittig je de afdeling vóór het uur dat je stage begint. Moeilijkheden tijdens de stage bespreek je met je mentoren of de hoofdverpleegkundige. Gsm-gebruik wordt enkel toegestaan tijdens pauzemomenten op de afdeling. Wij werken met het EPD. Je draagt aangepaste en verzorgde kledij, neemt de nodige hygiënische maatregelen.
Persoonlijk opzoekings- en studiewerk kan je in het vergaderlokaal doen (buiten de vergadermomenten), niet in de verpleegpost. Wees stipt en hen altijd oog voor orde en netheid; respecteer te allen tijde het beroepsgeheim! We nemen dit zeker op in het mentorschap. Je mag geen documenten van de afdeling mee naar huis nemen of verslagen (letterlijk of deels) overschrijven of kopiëren. Je stage-uren stem je zoveel mogelijk af op je mentoren, uitzonderingen zijn bespreekbaar.
Specifieke leerpunten van de afdeling Respect hebben voor de patiënten, ongeacht hun afkomst, eigenheid of problematiek. Wij verwachten van alle derdejaarsstudenten al een zekere voorkennis en inzicht over de verschillende eetstoornisproblematieken. Het reilen en zeilen van de afdeling zo snel mogelijk onder de knie krijgen, alsook de vele afdelingsregels. De stage-opdrachten kenbaar en bespreekbaar maken met je mentor. Bijwonen van verschillende therapieën en activiteiten (indien mogelijk) en zelf het initiatief durven nemen om zelf eens iets voor te bereiden. Mondelinge en schriftelijke rapportage. Op de hoogte zijn van de soorten medicatie die op onze afdeling gegeven worden. Compendiums zijn online beschikbaar. Controleren van de medicatie. Altijd aan de verpleegkundige vragen om dit te controleren. Uitdelen van medicatie in overleg met verpleegkundige. Op de hoogte zijn van specifieke verpleegtechnische handelingen zoals het prikken van bloed, infuustherapie, plaatsen van maagsondes en wondzorg. Openstaan voor feedback en zelfkritiek. Eigen bedenkingen en ervaringen bespreekbaar stellen, ook binnen de andere disciplines. Interactief zijn met de patiënten. Durf vragen stellen bij onduidelijkheden.
05. Contactgegevens Verpleegpost:
09 332 43 34