Heaven’s way
Eerste druk, 2014 © 2014 Nadine van de Sande Portretfoto: Zoey Dercks Coverfoto: Dominika Valchářová isbn: nur:
9789048433629 340
Uitgever: Free Musketeers, Zoetermeer www.freemusketeers.nl
Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur en uitgever geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor de directe of indirecte gevolgen hiervan. Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever worden openbaar gemaakt of verveelvoudigd, waaronder begrepen het reproduceren door middel van druk, offset, fotokopie of microfilm of in enige digitale, elektronische, optische of andere vorm of (en dit geldt zonodig in aanvulling op het auteursrecht) het reproduceren (I) ten behoeve van een onderneming, organisatie of instelling of (II) voor eigen oefening, studie of gebruik welk(e) niet strikt privé van aard is.
Nadine van de Sande
Je wordt niet zomaar een engel, maar als je dat eenmaal bent, zal je dat altijd blijven. Uit alle liefde voor Arjan Burgers en “Mark Green”. Tilburg, 13 juli 2011
Hoofdstuk 1 Hoe gaat het hier?
Als Luuk aankomt op het zonnige plein, is hij uitgeput. Het gewicht van zijn zware trekkersrugzak snijdt in zijn schouders. Zijn wereldreis is na drie jaar afgelopen. Hij kijkt even rustig het plein rond, en bedenkt wat er allemaal is gebeurd, sinds hij zijn reis begon. Hij heeft ontzettende dorst en gaat een café binnen. Hij grinnikt als hij ziet hoe het heet: “Heaven’s way”. Zodra hij binnenkomt, wordt hij vrolijk door iedereen begroet. Het café is nogal vol. Nergens is nog een leeg tafeltje te vinden. Hij zal bij iemand aan moeten schuiven. Luuk vindt dat niet erg, want hij is op een plek waar de mensen dat alleen maar gezellig vinden. Ze zijn hartelijk naar iedereen die ze tegenkomen, bekende of niet. Dus kijkt Luuk om zich heen om te zien waar nog plaats is. Een vrouw van ongeveer vijfenzestig zwaait vrolijk naar hem. ‘Goeie middag jongen!’ zegt de vrouw opgewekt. ‘Gaat het met die rugzak?’ ‘Ja hoor, geen probleem.’ Luuk doet de rugzak af en ploft neer op de stoel. ‘Ik ben Heather,’ zegt de vrouw. ‘Ik ben Luuk, leuk je te ontmoeten.’ ‘Lust je wat te drinken Luuk?’ ‘Lekker, dank je. Ik lust wel een biertje.’ Heather lacht even en bekijkt Luuk nog eens goed. ‘Oké…’ zegt ze langzaam. ‘Dan is één ding overduidelijk; je bent geen Amerikaan.’ Luuk glimlacht. ‘Engelsman dan? O nee, je lijkt me ook geen achttien... Wacht eens, in Nederland mag je toch drinken als je zestien bent?’ ‘Ja.’ ‘Dus je bent waarschijnlijk een Nederlander.’ ‘Klopt.’ 7
‘Ben je zestien?’ ‘Nee joh, ik ben vijftien!’ zegt Luuk met een knipoog. ‘Oké...’ Heather weifelt even. ‘Dus ik moet een vijftienjarige bier gaan geven.’ ‘Dat moet niet, maar ik zou het wel tof vinden.’ Luuk grijnst ondeugend. Zijn ogen twinkelen vrolijk. ‘Nou vooruit dan, van één biertje ga je niet dood.’ ‘Al zou ik er duizend drinken...’ Dan proesten Heather en Luuk het uit. ‘Dat ben ik toch al!’ schatert Luuk. Als Luuk uitgelachen is, vraagt Heather ‘Zo, aan je rugzak te zien ben je op wereldreis geweest.. Weet je al wat je voor werk wil gaan doen?’ Luuk kijkt haar verbaasd aan. ‘Werken? Hoezo? Dit is de hemel, je mag hier toch uitrusten in een soort paradijs?’ ‘O ja, dat is waar, je bent vijftien. Oké, ik zal het even uitleggen. Als je in je dertigste levensjaar of jonger sterft, krijg je de kans om bijvoorbeeld een wereldreis te maken. Om nog iets te doen wat ieder jong mens in zijn leven gedaan zou moeten hebben. Om je daar optimaal van te laten genieten, krijg je nog niet veel mee van het “echte leven”in de hemel. Kijk maar naar jezelf, je wist niet dat je moet gaan werken. Maar goed, dat moet dus, als je klaar bent met je grote onderneming.’ ‘Om geld te verdienen?’ ‘Heb jij tijdens je wereldreis iemand moeten betalen?’ ‘Uh, eigenlijk niet, nee.’ ‘Dat werken is bedoeld om zielenervaring op te doen. Zodra je die voldoende hebt opgedaan, mag je naar de grote bieb.’ ‘Ik hou niet echt van lezen,’ zegt Luuk teleurgesteld. Hij vindt dit verhaal nogal een anticlimax. Hij had zich iets heel anders voorgesteld van de hemel toen hij nog leefde. ‘Het is ook geen bieb voor leesboeken, maar voor levensverhalen. In de boeken die daar staan, zijn levensverhalen opgeschreven. Je leent een boek dat je aanspreekt. Het verhaal van dat boek moet je gaan leven. Als je doodgaat, dan “lever je dat boek in”. Het boek wordt dan vernietigd omdat twee exact dezelfde levens niet bestaan. Het is 8
bijvoorbeeld onmogelijk op exact dezelfde tijd en plaats geboren te worden in hetzelfde gezin. Daarna begint alles weer van voor af aan. Totdat je genoeg geleerd hebt, dan mag je naar het paradijs.’ Luuk weet niet hoe hij kijken moet. ‘Dus als ik het goed begrijp, draait het grootste deel van het bestaan van een menselijke ziel om een boek lenen, het daarna weer in te leveren, en vervolgens te gaan werken om het lezen van een ander boek te verdienen?!’ ‘Simpel gezegd wel ja,’ zegt Heather. Ze moet lachen om Luuks verbazing. ‘Jezus,wat humorloos!’ Luuk is even uit het veld geslagen, maar beseft dan wat hij gezegd heeft. ‘Bestaat hij nu eigenlijk of niet? Jezus? Dat moet iedereen hier toch zeker weten.’ Heather denkt even na. ‘Ik zal God als voorbeeld nemen,dat is makkelijker uit te leggen. Geloof je in een god, een godheid, iets heiligs of iets dergelijks?’ Luuk snapt niet waar Heather heen wil, maar denkt toch even serieus na. ‘Ja.. Ik geloof wel in een god.’ ‘Oké, en hoe denk je dat die heet?’ ‘Pff, weet ik veel. Ik heb altijd geleerd dat Hij God heet, dus dat zal dan wel.’ Luuk is verward, omdat hij niet weet wat hij hoort te zeggen of te vinden en ook omdat hij niet weet waar dit allemaal heen gaat. Heather ziet dat. ‘Je klinkt niet zo zeker,’ merkt ze op. ‘Ja, klopt. Dit klinkt misschien stom, maar ik vind god gewoon zo’n rotwoord. Alsof God de baas is van ’s werelds grootste en bestlopende bedrijf en iedereen loopt te commanderen en alles beter weet. “Ik ben de grote baas hier, en jullie doen wat ik zeg. Zelf hebben jullie niks te willen.” Zo voelt dat voor mij. Terwijl ik God zie als iemand die wel veel dingen bestuurt, maar toch ook goed is naar de mensen toe en mensen ook de ruimte geeft voor eigen keuzes en gebeurtenissen.’ Op dat moment komt de serveerster aanlopen. Ze geeft Luuk zijn biertje en Heather een glas fris. Luuk lacht even vriendelijk naar de serveerster en zij lacht terug. ‘Dus die god heet volgens jou dus niet God. Wat vind je dan beter passen?’ 9
‘Goh, daar heb ik eigenlijk nooit zo over nagedacht. Meer iets als een hele goede leraar. Iemand die je wel dingen kan leren en kan begeleiden, maar die uiteindelijk toch zegt dat je zelf je proefwerk moet maken. Dan zou je het proefwerk kunnen zien als je leven leiden. Ik had toen ik nog leefde een leraar die daar een mooi voorbeeld van is. Hij heet Dennis.’ ‘Nou, dan noem je God toch Dennis?’ Luuk kijkt Heather aan alsof ze gek is geworden. ‘Maar dat slaat toch nergens op?’ ‘Maar dat mensen van verschillende religies elkaar hebben uitgemoord, alleen omdat ze het oneens waren over de naam van God, dat is wel logisch? Het maakt echt helemaal niks uit Luuk. Ik heb ooit een kindje ontmoet dat god “Koekje” noemde, omdat hij dol was op koekjes en het woord zo leuk vond klinken. Niemand stoorde zich eraan. Ook al ben je atheïst, dan is dat helemaal geen probleem, zolang je maar iets moois van je leven probeert te maken.’ Heather kijkt grinnikend naar Luuk, die dit op een rijtje probeert te zetten. Tenslotte zegt hij: ‘Als ik met zo’n relaxte instelling in de hemel mag werken, dan zal het straks nog tegenvallen om met pensioen te moeten gaan.’ ‘Fijn dat je het ziet zitten, want je zal hard aan het werk moeten. Wat was je daarnet aan het flirten met de serveerster?’ vraagt Heather nieuwsgierig. ‘Ik flirtte helemaal niet met de serveerster, ik zou niet durven!’ ‘Omdat je beneden nog een vriendin hebt?’ Luuk knikt. Heather schrikt als ze ziet dat Luuk ineens heel erg verdrietig kijkt. Zijn ogen worden zelfs waterig. ‘Hoe heet ze?’ vraagt ze voorzichtig. ‘Elske.’ Er valt een pijnlijke stilte voordat Luuk weer zacht verder praat. ‘Ik mis haar zo. Waarom moest ik ook op zo’n manier sterven? Heather... Kun je op de een of andere manier met mensen op aarde werken?’ ‘Dat kan zeker. Vind je het goed als we dat een andere keer bespreken? Ik moet nu gaan.’ 10
‘Is goed hoor,’ zegt Luuk afwezig, terwijl hij grijnzend naar zijn bierglas staart, dat inmiddels leeg is. ‘Wat lach je?’ ‘Ik zat me af te vragen of het hier in theorie mogelijk is om je in coma te zuipen.’ Heather schatert van het lachen. ‘Wat een lolbroek ben jij, Elske gaat nog wat beleven met jou, jongen!’ Daarop nemen ze afscheid en verlaat Heather het café.
11