GEBEDSBRIEF
Nijkerk, juni 2015 - 4e jaargang, nr. 8 "Wees stil voor het aangezicht van God, want heilig is de Heer" ZOMER “Let op de vijgenboom en op al de bomen. Zodra zij uitlopen weet gij uit uzelf, omdat gij het ziet, dat de zomer reeds nabij is. Zo moet ook gij wanneer gij dit ziet geschieden weten, dat het Koninkrijk Gods nabij is.” (Luc. 21: 29 t/m 31). De vijgenboom is een zomerbloeier, wanneer deze uitloopt weet je de zomer komt er aan. De tijd van hoop en verlangen naar, wordt de tijd van groei en bloei. De tijd van vrucht dragen, wordt de tijd van de Toekomst. "Wanneer weer de boom der vijgen; zacht gezien wordt in het hout, en de bladeren en twijgen, weer zijn groeikracht wordt aanschouwd; zo is dat voor ons een teken, zie: De zomer is nabij! En zo weten wij het zeker: Eens verschijnt Gods Heerschappij!” (Gedicht van Hans Mudde, neef van Jan Quintus; van hem is ook HK-lied 216) EENS KOMT DE GROTE ZOMER Gezang 288 LBK gaat over de grote Zomer die komen zal, waarin ons hart zich verblijdt. Het is al een heel oud lied en komt uit de Reformatietijd, een strenge en sombere tijd die ging over schuldgevoel en het lijden hier op aarde. Maar wonderlijk, dit lied is een vrolijk lied! De tekstdichter Johan Walter bewerkte dit lied vanuit een oorspronkelijk volksliedje over de zomertijd. En zo kwam het lied: “Eens komt de grote zomer” in de Psalmen- en Gezangenbundel, zodat het in de kerk kon worden gezongen. Johan Walter vertelde zelf dat Maarten Luther, met wie hij bevriend was, niet kon ophouden om dit lied te zingen. Toch duurde het nog enige tijd voordat dit lied in de kerken, in de liturgie werd gezongen. Misschien toch door de te optimistische tekst en vrolijke melodie. Het blijft bijzonder dat wij dit gezang zingen, dat in 1552 voor het eerst gepubliceerd werd. Zo maken wij al zingend contact met het verleden van de kerk. “Eens komt de grote zomer, waarin zich ’t hart verblijdt. God zal op aarde komen met groene eeuwigheid. De hemel en de aarde, wordt stralende en puur. God zal zich openbaren in heel Zijn creatuur.” (Gez. 288, vers 1). Dit lied gaat over de komst van Gods Koninkrijk. De hemel en de aarde wordt stralende en puur. God zal zich openbaren over heel Zijn Schepping! Het is een lied vol hoop en verlangen naar de voltooiing van de Schepping. “Dan zal het loflied schallen rondom de gouden troon, dan heffen wij daar allen met grote vreugde aan: lof zij en eer en sterkte, de Vader en de Zoon, de Geest om al zijn werken, zij lof van nu voortaan.” (Gez. 288, vers 8). Wat ik zo mooi vind in dit lied is dat het verlangen bezongen wordt: “ Eens…. Zal…. Dan…..” Wij mogen uitzien, verlangen en hopen op die mooie Toekomst! Daarvoor schieten onze woorden tekort. “Geen woord kan het bereiken, het is aan niets gelijk, met niets te vergelijken dat schone Koninkrijk. Als God zich openbaren, zal op de jongste dag, dan zullen wij ervaren, wat Hij met ons vermag.” (Gez. 288, vers 2). Wij weten door Gods Woord dat de Here God en de Here Jezus in de nieuwe hemel en op de nieuwe aarde centraal aanwezig zijn en dat alle verlosten daar het lied voor het Lam zullen zingen (Openb. 5: 9 t/m 14). “Dan breekt muziek van snaren aan alle kanten uit, een niet te evenaren, een goddelijk geluid. De engelen omringen met heiligen tesaam, de troon van God en zingen de glorie van het Lam." (Gez. 288, vers 6).
1
DE GROTE ZOMER Eens komt de grote zomer. Dan zal de zon voorgoed doorbreken door de grauwe wolken van menselijk verdriet, pijn en onmacht. Dan zal de grote dag aanbreken, dan zal het voorgoed licht zijn en nooit meer schemeren. Het Licht van goedheid, gerechtigheid, liefde en trouw zal schijnen en nooit meer doven! “Nooit meer nacht en nooit meer het verdriet. Eeuwig bij de Vader, Die ons het Leven biedt. Nooit meer nacht en nooit meer haat en pijn. Eeuwig bij de Vader, Die dan Zijn vree beslist. Nooit meer nacht en nooit meer zond’ en dood. Eeuwig bij de Vader, Zijn liefde is zo groot. Vader dank voor Uw Zoon, Die voor ons Zijn leven gaf. Nooit meer nacht en nooit meer zorg en pijn. Eeuwig bij de Vader. Voor eeuwig. Amen.” Eens zullen wij burgers van de hemel worden. Dan zullen wij voor altijd bij onze Vader zijn en Hem eindelijk in Zijn ogen kijken. Dan mag de rugzak af en mogen de versleten gelopen schoenen uit. Dan is onze aardse reis voorgoed voorbij. Dan zullen wij helemaal bevrijd worden van onze lasten en werkelijk vrij zijn, vervuld, gaaf en compleet. Dan zal ik mijn Heer ontmoeten en luisteren naar Zijn dierbare stem. Dan zal het voor eeuwig goed en geheeld zijn. “Als hier op aarde mijn werk is gedaan, en ik kom veilig aan ’s hemels kust aan, o, dan zal daarin mijn vreugde bestaan, dat ik heel dicht naast mijn Heiland mag gaan.” (Johan de Heer 319, vers 1) Eens zal het vrede zijn. Geen oorlog, geen misdaden, geen roddel, geen haat, geen bedorven voedsel, geen dode bloemen, geen dierenleed, geen rollators, geen rolstoelen, geen ziekenhuizen, infusen en thuiszorg. En ook de dood zal er niet meer zijn. Alleen maar leven in overvloed, geluk zonder einde, hemelse vrede, liefde, voldoening en pure blijdschap, goedheid in overvloed. “Geef vrede, Heer, geef vrede, de wereld wil slechts strijd. Al wordt het recht beleden, de sterkste wint het pleit. Het onrecht heerst op aarde, de leugen triomfeert, ontluistert elke waarde, o, red ons sterke Heer.” “Geef vrede, Heer, geef vrede, de aarde wacht zo lang, er wordt zoveel geleden, de mensen zijn zo bang, de toekomst is zo duister en ons geloof zo klein; o, Jezus Christus, luister en laat ons niet alleen.” “Geef vrede, Heer, geef vrede, Gij die de vrede zijt, die voor ons hebt geleden, gestreden onze strijd, opdat wij zouden leven, bevrijd van angst en pijn, de mensen blijdschap geven en vredestichters zijn.” “Geef vrede, Heer, geef vrede,bekeer ons felle hart. Deel ons Uw Liefde mede, die onze boosheid tart, die onze mond leert spreken en onze handen leidt. Maak ons een levend teken: Uw vrede wint de strijd!” (Gez. 285, LBK) Eens zal de Here God bij ons wonen. Dan zullen wij Zijn glorie zien. Wij zullen dan juichen, dansen, zingen en Hem aanbidden, want de Here God zal bij ons zijn. Dan zullen wij antwoord krijgen op al onze vragen, alle waarom’s. Dan pas zullen wij alles begrijpen, snappen, doorgronden en niet meer via vervormde spiegels onze situaties zien. “God is tegenwoordig, God is in ons midden, laat ons diep in ’t stof aanbidden. God is in ons midden, laat nu alles zwijgen, alles in ons voor Hem neigen. Wie de stem, heft tot Hem, sla de ogen neder, geve ’t hart Hem weder.” “God is tegenwoordig, die in ’t licht daarboven, dag en nacht de eng'len loven. Heilig, heilig, heilig, zingen Hem ter ere, al de hoge hemelsferen. Laat, o, Heer, U, ter eer, ons lied ook U prijzen, lof en dank bewijzen.” (Gez. 323: 1 en 2 LBK) Eens zal Gods Schepping Hem in volle glorie eren en zingen: “Glorie, glorie, glorie aan het Lam. Glorie, glorie, glorie aan het Lam. Want Hij is waardig te ontvangen onze eer, het Lam op Zijne troon. En onze stem verheffen wij tot Hem, het Lam op Zijne troon.” (Opw.lied 294 en Openb.5: 9 t/m 14)
2
De aandachtige lezer(es) heeft gedeelten uit Openbaring 21 herkend. Het gedeelte over de nieuwe hemel en de nieuwe aarde. En dit heeft mij weer geïnspireerd om stil te staan en te overdenken over “Eens komt de grote zomer.” Wat zijn wij rijk dat wij dit Toekomstperspectief hebben! Wat een vooruitzicht! Wat een zekerheid! Wat een grote genade!! ZOMER De zomer(vakantie) is voor velen een tijd van ontspanning, leuke dingen doen. De accu’s worden weer opgeladen. Even bijtanken. Niet iedereen is daartoe in staat, door ouderdom, ziekten, handicap of omdat het financieel niet haalbaar is. Maar God zij dank mogen wij allemaal van Zijn wondermooie Schepping genieten. Genieten van het zonlicht, de blauwe wolkenluchten, het gezang van de vogels en de dieren in de wei. De bomen en de bloemen. Er zijn zoveel bomen en bloemen, zoveel vogels en vlinders, zoveel weiden en bossen, zoveel wonderen om ons heen, die wachten om een mens van droefheid te genezen. Wat een bloem nodig heeft, is de kracht van de stengel om ze te dragen, om de bloem vast te houden in weer en wind en om ze te reiken naar de zon. Wat een bloem nodig heeft is de fijngevoeligheid van talloze worteltjes, die in het donker, ongezien als kleine vingertjes het dagelijkse voedsel zoeken. In elke bloem straalt Gods Schepping. In elke zingende vogel hoor ik Zijn liefde. In elke boom zie ik Zijn kracht. In heel Zijn Schepping ervaar ik Zijn grootheid en almacht. Wat is Gods Schepping mooi!! Na de vakantieperiode is het vakantiegevoel ook weer snel voorbij. Nog even de belevenissen vertellen, foto’s en video’s bekijken en dan gaat het gewone dagelijkse leven gewoon weer beginnen. En toch: hou de zomer vast! En zing het lied: “Eens komt de grote zomer, waarin zich ’t hart verblijdt. God zal op aarde komen.” WANNEER? Nu al twintig eeuwen wachten wij op een nieuwe hemel en die nieuwe aarde. Twintig maal honderd jaar. Tweeduizend jaar! Een enorme tijd? De apostel Petrus zegt daarover in: 2 Petrus 3: 8 t/m 13 “Doch dit ene mag u niet ontgaan, geliefden, dat één dag bij de Here is als duizend jaar en duizend jaar als één dag.” God heeft de tijd! In de hemel kun je eigenlijk niet van tijd spreken. Alle dingen hebben tijd, maar Gods liefde eeuwigheid! “Ook ons zal God verlossen, uit alle pijn en nood, van ’t woede van de boze, van ’t vrezen voor de dood, voor aarzelen en klagen, verdriet en bitterheid, van alles wat wij dragen, van ’t lijden van de tijd.” (Gez. 288, vers 4) “IK MAAK ALLE DINGEN NIEUW” En Hij, die op de troon gezeten is, zei: “Zie, Ik maak alle dingen nieuw.” (Openb. 21: 1 t/m 8). De apostel Johannes, hij heeft Gods stem gehoord, een luide stem uit de hemel. Er staat een troon in de hemel en van die troon klinkt die luide stem: “Zie, Ik maak alle dingen nieuw!” Alles nieuw: in het nieuw Jeruzalem, om daar voor eeuwig te wonen bij onze Heer en Heiland. Eeuwig bij de Vader. “Jeruzalem, mijn vaderstad, mijn moederhuis, wanneer zal ik u zien zoals ge zijt, de bruid van onze Heer.” “Daar is geen pijn en geen verdriet, geen afgunst en geen nijd, en angst en armoe zijn er niet, maar altijd vrolijkheid.” “Daar is geen zon, daar is geen maan, geen mist, geen duisternis, maar ’t licht komt van de troon vandaan, waar de Messias is.” “En zeker is geen ziekte daar, geen ongeluk, geen dood, geen boze duivel, geen gevaar en geen gebrek aan brood.” “God, geve mij Jeruzalem, dat ik eens op een dag, een pelgrim aan uw poorten ben, en dat ik binnen mag.” “Daar zijn de muren transparant, de deuren parelmoer, de sterke plaatsen diamant, zilver en goud de vloer.” “De huizen zijn er van ivoor, met vensters van kristal, o, mocht ik maar die deuren door, dan wist ik alles al.” “De heiligen staan in het licht en kijken honderd uit, van aangezicht tot aangezicht, met God en met Zijn Bruid.” 3
“Jeruzalem, die grote stad, mijn God, was ik er maar, op ’t vrolijk heilig huwelijk; een van de gasten daar.” “Want hier is alles zoet vermengd met gal en bitterheid, geluk wordt altijd weer gekrenkt, hoe nijpen schuld en spijt.” “Maar daar is leven, één en al verrukking en plezier, en duizend jaren zijn er als de dag van gisteren hier.” “De stroom des levens vloeit maar aan, de straten in en uit, waarlangs de hoge bomen staan, het groene levenskruid.” “En engelen zitten op een rij, als vogels in een boom, de vreugde gaat er nooit voorbij, het is als in een droom.” “Daar groeit het graan, daar rijpt de wijn voor iedereen te geef, als nectar en als ambrozijn, waarvan men eeuwig leeft.” “David is daar met harp en al, koormeester van de stad, Maria, denkend aan de stal, zingt het Magnificat.” “Simeon, heft zijn lofzang aan, Mirjam en Hanna zijn bij alle vrolijkheid vooraan, met trom en tamboerijn.” “Te Deum, zingt Ambrosius en alle vaders mee, Johannes en Gregorius zingen: Laudamus Te.” “En Luther zingt er als een zwaan, en Bach, de grote Bach, die mag de maat der eng'len slaan, de lieve lange dag.” “De negers met hun loftrompet, de Joden met hun ster, wie arm is, achterop gezet, de vromen van oudsher.” “Van alle kanten komen zij, de lange lanen door, het is een eindeloze rij, de kinderen gaan voor” “Jeruzalem, mijn Vaderhuis, mijn moederstad, wanneer zal ik u zien?” “ Wij zijn op reis naar u en naar de Heer!” Laten wij voor al het goede danken en voor elkaar bidden Eeuwige Vader, naar het nieuwe Jeruzalem verlangen wij. Laat Uw Rijk spoedig komen. Trouwe God en Vader, wij kijken naar Uw wederkomst uit en naar de nieuwe hemel en nieuwe aarde. Machtige God, laat die tijd spoedig komen. Laat het Lam Zijn intrede doen in deze gebroken wereld. Goede Herder, laat Uw verbondsvolk Israël, Uw kudde, rustig weiden in vrede in het door U Beloofde Land. Barmhartige God, bewaar ons, dat wij niet indutten en het wel geloven. Houdt U ons, door Uw Heilige Geest wakker. Zodat wij wakker zijn wanneer de Bruidegom komt. Here Jezus, wanneer U komt weten wij niet. Maar dat U komen zult dat geloven wij. Wij verlangen ernaar dat alles nieuw zal zijn. Geef ons de moed om tot die tijd wakker te blijven en trouw ons werk op deze aarde te doen, in liefde voor al wat is geschapen, Uw wondermooie Schepping. “De Heer verschijnt te middernacht! Nu is nog alles stil….Zalig, die toch geduldig wacht, en Hem begroeten wil.” Trouwe God en Vader, geef ons Uw Heilige Geest, zodat wij verlangen naar Uw Toekomst en intussen doen wat U van ons verlangt. DANKEN Danken, omdat de Here God voor ons zorgt in alle omstandigheden van ons leven. Danken, omdat wij gedragen worden op Gods vleugels. Danken, voor Gods wondermooie Schepping. Danken, voor de schitterende natuur die volop in bloei staat. Danken, voor het gezang van de vogels bij het aanbreken van de nieuwe dag. Danken, voor de grote rijkdom uit Gods Woord, teksten die ons bemoedigen, troosten, blij maken en hoop geven. Danken, voor Gods grote genade, voor de komst van Zijn Zoon, voor Zijn lijden en sterven voor onze zonden. Danken, voor Zijn opstanding uit de dood. De Here Jezus heeft de dood overwonnen. Jezus Hij leeft! Danken, dat wij straks voor eeuwig mogen leven bij Hem, in de nieuwe hemel en op de nieuwe aarde. Danken, voor Gods Heilige Geest die ons dagelijks helpt om te leven naar Gods wil. 4
Danken, voor Gods Heilige Geest die ons de woorden uit de Bijbel leert begrijpen en te verstaan. “Geest van hierboven, leer ons geloven, hopen, liefhebben door Uw kracht. Hemelse Vrede, deel U nu mede aan een wereld die U verwacht! Wij mogen zingen van grote dingen, als wij ontvangen al ons verlangen, met Christus opgestaan. Halleluja! Eeuwigheids-leven zal Hij ons geven, als wij herboren Hem toebehoren, die ons is voorgegaan. Halleluja.” Danken, voor het afgelopen zangseizoen, voor alle repetities en concerten. Danken, voor het publiek dat naar ons kwam luisteren. Danken, dat ons HOLLAND-KOOR al bijna 25 jaar bestaat! Danken, voor “de oude getrouwe koorleden.” Koorleden vanaf het eerste uur. Danken, voor onze dirigent Jan Quintus Zwart, door zijn bewogen en inspirerend dirigeren leren wij de liederen. Danken, voor het bestuur en het groot aantal vrijwilligers, met elkaar verzetten zij bergen werk. Danken, voor het groot aantal nieuwe koorleden dat zich aanmeldt in Hoogeveen, Voorthuizen en Goes. Danken, voor de koorleden die na een ziekteperiode of operatie weer mochten herstellen. Danken, voor het meeleven met elkaar door de koorleden: bij vreugde, verdriet, ziekte en rouw. Danken, voor de komende zomer. Een periode van rust waarin wij mogen genieten van Gods mooie Schepping. BIDDEN Bidden, voor ons HOLLAND-KOOR, dat in D.V. oktober a.s. 25 jaar bestaat. Een deel van het koor hoopt dan naar Israël te gaan om daar het jubileumconcert te gaan geven. Bidden, is vragen aan de Here God of Hij Zijn onmisbare Zegen over alle plannen en voorbereidingen daarvoor wil geven. Bidden, vragen of Gods Heilige Geest Jan Quintus en ons wil inspireren bij het instuderen van de liederen. Bidden, voor alle zieke koorleden en die herstellen na een operatie of behandeling. Bidden, voor die koorleden die op de uitslag wachten van onderzoeken. Wachten op een behandeling of operatie. Bidden, voor die koorleden die in stilte hun ziek zijn verwerken en niet in de Nieuwsbrief staan. Bidden, voor de koorleden die zorgen hebben, alleen zijn, verdriet hebben, met tegenslagen zitten. Bidden, voor de oudere koorleden die moeite hebben met het ouder worden, hun energie vermindert. Bidden, voor de koorleden die niet op vakantie kunnen gaan. Juist nu familie, vrienden en koorleden vakantie vieren voelen zij zich soms alleen als achterblijvers. Maar de Here God, Hij is bij hen, omgeeft hen van achteren en van voren en Hij legt Zijn hand op hen (Psalm 139). Bidden en zingen voor hen allemaal: “Vreugde of blijdschap, droefheid of smart, er is een God, Die hoort.” Bidden, voor onze dirigent Jan Quintus Zwart, het bestuur en alle vrijwilligers en voor elkaar als HOLLAND-KOOR bidders. Bidden, voor alle vakantiegangers wanneer zij onderweg zijn. Here God, wilt U hen beschermen in het verkeer? Bidden, voor Gods verbondsvolk Israël. Bidden voor de vrede van Jeruzalem. Bidden, voor de regering van Israël dat zij met wijsheid, inzicht en leiderschap in afhankelijkheid van de Eeuwige, het land mag besturen en regeren Bidden, voor onze predikanten, voorgangers, oudsten en evangelisten, dat zij zicht krijgen op Gods verbondsvolk Israël. Israël gaan zien als hun oudste broeder. De edele olijftak waarop wij christenen uit de heidenen zijn geënt. Bidden, dat de gemeenten, de kerken vanuit Gods Woord “de tekenen der tijden” gaan zien en begrijpen. Bidden, dat wij allemaal door God Heilige Geest iedere dag opnieuw worden geleid. Want het is Pinksteren geweest!
5
De duif legt het olijfblad aan Gods voet “De wereld krijgt een andere kleur: de kleur van zonlicht en van vuur. God opent wijd de hemeldeur en laat Zijn duif los in dit uur.” “De duif des Geestes vliegt omlaag, de vrede is in ons bereik. God geeft antwoord op de vraag: “Heer, komt in deze tijd Uw rijk?” “Uw vuur zet onze tong in vuur en vlam, en iedereen kan ons verstaan. De Geest, die uit de hemel kwam, is tot ons mensen ingegaan.” “Dan vliegt de duif weer naar omhoog, legt het olijfblad aan Gods voet. Gods stormwind maakt de wateren droog: God redt de wereld van de vloed!” Van harte wens ik jullie allemaal een goede zomerperiode. De zomerstop van ons HOLLAND-KOOR, even geen repetities en concerten. Maar wij blijven wel bidden voor elkaar! Ik bid jullie gezegende en stille gebedstijden toe (de vrijdag). Elke dag een stukje lezen en bidden uit de Gebedsbrief is natuurlijk helemaal goed. Gewoon doen! Heel veel dank voor jullie reacties, mailtjes, brieven, mooie kaarten, telefoontjes en gesprekken. Jullie bemoedigen mij daarmee. Graag wil ik voor jullie een luisterend oor, een klankbord zijn. Willen jullie dat ook voor elkaar zijn? Samen in de Naam van Jezus. Wanneer jullie nog onderwerpen, gedachten, een gedicht, of iets willen delen, mail, bel of schrijf mij dan graag vóór D.V. 8 augustus 2015. Gebedsbrief 5e jaargang, nr. 1 verschijnt D.V. 29 augustus 2015. Met een hartelijke groet. In Christus verbonden. Shalom. Aad. Aad Zoetemeijer-Manintveld Willem Barentszstraat 91 3902 DJ Veenendaal tel nr: 0318-555691 e-mail:
[email protected]
6