1 Een ingeklapte long Pneumothorax Albert Schweitzer ziekenhuis afdeling Longziekten december 2011 pavo 04922 Inleiding U bent in het ziekenhuis opgen...
Albert Schweitzer ziekenhuis afdeling Longziekten december 2011 pavo 0492
Inleiding U bent in het ziekenhuis opgenomen met een ingeklapte long. Dit wordt een pneumothorax genoemd. In deze folder willen we u uitleggen hoe deze aandoening behandeld wordt. Een pneumothorax In de borstholte liggen de longen. Deze worden omgeven door twee vliezen. Tussen de longvliezen bevindt zich een kleine ruimte, de pleuraholte, die luchtdicht is afgesloten en een dun laagje vocht bevat. Er wordt gesproken van een pneumothorax wanneer lucht in de pleuraholte terechtkomt. U merkt dit doordat u pijn hebt bij het ademhalen en minder goed kunt ademen.
De behandeling Een pneumothorax kan spontaan ontstaan of na een ongeval. Dit herstelt niet vanzelf. Om de lucht tussen de longvliezen te verwijderen is het noodzakelijk dat er een thoraxdrain (plastic slangetje) tussen de longvliezen wordt ingebracht. Via de drain en een zuigsysteem kan de lucht verwijderd worden. (zie afbeelding) De thoraxdrain wordt met een hechting aan de huid vastgemaakt. Het zuigsysteem hangt naast het bed aan de kant waar de drain niet is ingebracht. Hierdoor blijft de drain goed op zijn plaats zitten. De drain blijft enkele dagen zitten. De longarts spreekt af wanneer er een röntgenfoto van uw longen gemaakt wordt om te beoordelen of er nog lucht tussen de longvliezen aanwezig is. Zodra alle lucht tussen de longvliezen weggezogen is en de long niet meer lekt, wordt de drain verwijderd.
1 van 4
De thoraxdrain De thoraxdrain zuigt lucht tussen het borstvlies en het longvlies weg.
De long sluit weer goed aan aan het longvlies
Als de luchtlekkage niet stopt, is een operatie noodzakelijk. Hierbij maakt de chirurg het longvlies dat aan de borstholte zit ruw. Daardoor kan de long na de operatie met de borstwand vergroeien, zodat er geen kans meer is op luchtlekkage. De operatie vindt onder algehele anesthesie (narcose) plaats. Deze operatie staat beschreven in de folder ‘chirurgische thoracoscopie’ die op de verpleegafdeling verkrijgbaar is.
Dagelijkse zorg U kunt uw lichaam bewegen zoals u gewend bent. Let u er alleen wel op dat de thoraxdrain niet afgeknikt raakt. U mag naast uw bed zitten en staan. Daarbij moet u ervoor zorgen dat er niet aan de thoraxdrain getrokken wordt. De insteekopening mag niet nat worden. Dit betekent dat u niet kunt douchen.
2 van 4
Omdat u door de thoraxdrain minder kunt bewegen, is er een verhoogde kans op trombose. Om de kans op trombose te verminderen krijgt u injecties met een bloedverdunnend medicijn. Uw arm en schouders kunnen pijnlijk zijn. Als u pijn hebt, kunt u om een pijnstiller vragen. De insteekplaats van de drain is afgedekt met een gaasje. Soms kan het wondje een beetje bloeden. De verpleegkundige controleert het gaasje regelmatig. Verder controleert de verpleegkundige regelmatig het zuigsysteem. Als u plotseling benauwd wordt of ineens ernstige pijnklachten hebt, waarschuwt u de verpleegkundige. Omdat u door de thoraxdrain minder kunt bewegen, is er een verhoogde kans op trombose. Om de kans op trombose te verminderen, krijgt u injecties met een bloedverdunnend medicijn.
Het verwijderen van de thoraxdrain Als er geen luchtlekkage meer is, verwijdert de arts de drain. De insteekopening wordt afgedekt met een steriel verband. Dit verband moet 24 uur blijven zitten en mag niet nat worden. Dit betekent dat u niet kunt douchen. Na 24 uur mag u het verband vervangen door een pleister. U mag dan ook weer douchen.
Naar huis Meestal kunt u een dag na verwijdering van de drain naar huis. Bij ontslag uit het ziekenhuis krijgt u een afspraak mee voor controle op de polikliniek Longziekten.
3 van 4
We raden u aan om inspannende bezigheden zoals fietsen en sporten in een rustig tempo op te bouwen. U kunt met uw bedrijfsarts afspraken maken over werkhervatting. De eerste zes weken na uw ziekenhuisopname mag u geen vliegreizen maken. Ook mag u gedurende deze periode niet duiken. Na deze zes weken dient u te overleggen met uw eigen longarts of u weer mag vliegen en/of duiken. Als u na ontslag uit het ziekenhuis lichamelijke klachten krijgt bijvoorbeeld pijn bij het ademhalen of plotselinge benauwdheid, raden we u aan om contact op te nemen met uw huisarts of met de longarts. De arts kan beoordelen of de klachten het gevolg zijn van de behandeling of een andere oorzaak hebben.
Tot slot Als u na het lezen van deze folder nog vragen heeft, kunt u deze tijdens de opname stellen aan de verpleegkundige of longarts. Als u na ontslag uit het ziekenhuis nog vragen heeft dan kunt u tijdens kantooruren bellen met de polikliniek Longziekten waar u onder behandeling bent.