Informaebrochure voor samenwerkingsverbanden en scholen Een diploma VMBO-t, HAVO of VWO in het regulier VO: óók haalbaar voor begaafde leerlingen met extra ondersteuningsbehoe"e! Ausme is een stoornis met veel gezichten. Mensen met ausme hebben kwalitaeve tekortkomingen op het gebied van sociale interace, verbale en non-verbale communicae en verbeeldend vermogen (rigide denken en handelen). Dit hee" (onder meer) gevolgen voor het onderwijs, ook voor begaafde leerlingen met een ausmespectrumstoornis (ASS). Tot 2005 waren er slechts enkele scholen voor voortgezet speciaal onderwijs (VSO) waar deze leerlingen terecht konden voor HAVO of VWO, maar meestal kenden die wachtlijsten. Toen in het zuiden van het land veel ASSleerlingen thuis kwamen te zi-en, werd in de regio ace ondernomen. Ook Onderwijsconsulenten+ (OC+) werd ingeschakeld. Tussen 2006 en 2009 werden in vier steden in Noord-Brabant OC+-projecten opgezet om kinderen met een ausmespectrumstoornis diplomagericht onderwijs te kunnen bieden op VMBO-t-, HAVO- en VWO-niveau. Zie ook werkwijzer 1 van OC+ op www.onderwijsconsulenten.nl: De totstandkoming van onderwijs- en zorgarrangementen op maat in het regulier voortgezet onderwijs voor leerlingen met een ausmespectrumstoornis (ASS). De scholen1 die meededen aan de projecten hebben inmiddels bewezen dat ASS-leerlingen die voldoen aan de toela+ngscriteria (toereikend IQ en een duidelijk VMBO-t/HAVO/VWO-advies) succesvol diplomagericht onderwijs kunnen volgen. En: de aanpak blijkt ook heel goed bruikbaar voor andere leerlingen met extra ondersteuningsbehoee! Wat maakt dat het deze scholen wel lukt? Dat is begin 2013 geëvalueerd, met als doel daaruit handreikingen te formuleren voor andere samenwerkingsverbanden (SWV'en) en scholen, die immers vanaf 2014 in het kader van Passend onderwijs verplicht zijn om alle leerlingen, ook zij die extra ondersteuning nodig hebben, een passende onderwijsplek te bieden. Deze brochure beoogt die handreikingen te bieden.2 1
2
Met dank aan de scholen die bereid waren hun ervaringen te delen; niet alleen de vier scholen van de OC+-projecten, maar ook een ental scholen die persoonlijk of telefonisch geïnterviewd zijn. Zie ook het uitgebreide evaluaeverslag met voorbeelddocumenten op www.onderwijsconsulenten.nl. In het verslag worden de vier betreffende scholen gedetailleerd besproken. Deze verkorte versie gee" een overzicht van de ervaringen in algemene zin.
Drie modellen voor de opvang van leerlingen met ASS In de regio zuid werden in 2005 drie opvangmodellen gedefinieerd:
Model 1 - regulier VO voor leerlingen met een milde vorm van ASS Voorziening in de reguliere VO-scholen voor leerlingen met een lichte vorm van beperkingen, door versterking van de zorglijn in die scholen. Dit werd het model 'nog steeds samen naar school' genoemd. De reguliere scholen die ASS-leerlingen met succes naar een diploma begeleiden, benadrukken dat het gaat om lichte vormen van ASS; voor leerlingen met zwaardere ASS-kenmerken zijn speciale voorzieningen nodig die deze scholen niet (kunnen) bieden. De Onderwijsinspec+e adviseert scholen (uit model 1) om zich te bezinnen op toela+ngscriteria, om te voorkomen dat deelname aan het regulier onderwijs uitdraait op een teleurstelling en dat de leerling de school voor+jdig moet verlaten. De inspec+e raadt scholen dan ook aan posi+eve toela+ngscriteria te formuleren voor het succesvol kunnen afronden van de opleiding, zoals voldoende IQ en het kunnen func+oneren in groepsverband. Nog niet alle scholen hebben dergelijke criteria; vaak wordt per leerling beslist over toela+ng.
Model 2 - regulier VO met speciale klassen voor ASS-leerlingen Opvang en begeleiding in speciale klassen van reguliere VO-scholen voor leerlingen met zwaardere problemaek en voor leerlingen die beter in kleinere groepen (13 leerlingen) funconeren. De extra benodigde middelen komen uit de leerlinggebonden financiering (LGF). Er zijn leerlingen met ASS voor wie de overgang van het PO naar het VO te groot is. Deze leerlingen hebben behoe"e aan kleine groepen met speciale begeleiding. Een aantal reguliere VO-scholen in Zuid-Nederland biedt deze voorziening aan, waarbij leerlingen na twee of drie jaar onderwijs in een speciale klas doorschakelen naar reguliere klassen, óf in de speciale klas blijven en daar uiteindelijk eindexamen doen. Er wordt in de ASS-klassen veel aandacht gegeven aan de persoonlijke ontwikkeling van de leerlingen. De begeleiding is erop gericht de leerlingen in twee of drie jaar toe te leiden naar het funconeren in een gewone klas van het VO. Belangrijke voordelen zijn dat zij dan uit meer profielen kunnen kiezen en dat zij worden voorbereid op een leven in een maatschappij die niet vanzelfsprekend rekening houdt met hun beperkingen.
De leerlingen stromen door naar VO-scholen in de omgeving van hun woonplaats. Voorwaarde is dat de scholen beschikken over voorzieningen, kennis en ervaring om deze leerlingen goed op te vangen en te begeleiden. Als doorschakeling naar een reguliere VO-school niet mogelijk is, blijven de ASS-leerlingen in de speciale klassen, of stromen zij door naar een VSO met HAVO. De knelpunten waar de VO-scholen tegenaan lopen zijn divers, maar twee aspecten worden vaak genoemd: de financiering en het leerlingenvervoer. Enkele scholen moeten afwachten of zij onder Passend onderwijs, ook voor leerlingen van buiten de regio, voldoende budget van het SWV krijgen om de voorziening in stand te houden. Of zij daarbij de kleinschaligheid kunnen handhaven is de vraag. Ook het leerlingenvervoer kan een probleem vormen voor de leerlingen uit de doelgroep: niet zelden beperkt een gemeente het schoolvervoer tot leerlingen van het speciaal onderwijs. Wie naar een reguliere school gaat valt dan buiten de vergoedingen.
Model 3 - VSO voor ASS-leerlingen met een grote(re) zorgbehoe"e Opvang van leerlingen in scholen voor speciaal voortgezet onderwijs. Het onderwijsaanbod voor diplomagericht HAVO-onderwijs in Zuid-Nederland is lang beperkt gebleven tot drie VSO-scholen: SG Mariëndael, SG Kristallis en de Berkenschutse. Wachtlijsten waren het gevolg. Inmiddels is het aantal scholen voor voortgezet speciaal onderwijs met een volledige HAVO uitgebreid met OdyZee in Goes, De Zwengel in Vught, De Keyzer in Goirle en de Buitenschool in Heerlen. Er zijn ook VSO-scholen met alleen in de onderbouw een aanbod op HAVO-niveau. Deze scholen voelen zich gedwongen zich tot de onderbouw te beperken vanwege het geringe aantal leerlingen, of omdat zij door de financieringsnormen niet alle profielen kunnen aanbieden en moeilijk kunnen beschikken over gekwalificeerde vakdocenten voor de bovenbouw. Enkele VSO-scholen werken daarom nauw samen met een naburige VO-school of zoeken een dergelijke samenwerking. De leerlingen die VMBO-t-/HAVO/VWOonderwijs volgen op VSO’s doen als regel staatsexamens.
Adviezen en aandachtspunten voor het regulier VO Hieronder staat een verzameling van ps en adviezen van de geëvalueerde scholen met voorzieningen volgens model 1 of 2 (regulier voortgezet onderwijs). Belangrijke algemene voorwaarden / succesfactoren • een goede basis op school: rust, regelmaat, geen of weinig lesuitval en een duidelijke lesstructuur; • een beperkt aantal ASS-leerlingen per klas (2, maximaal 3 bij model 1; maximaal 13 bij model 2); • zo mogelijk een opvangklas waar leerlingen 's morgens en/of 's middags even worden opgevangen om de dag te bespreken (model 1). Het lokaal wordt bij voorkeur ook gebruikt als me-outvoorziening en als lunchlokaal; • een goed pedagogisch klimaat; • een goed zorgsysteem dat gedragen wordt door de docenten, en voldoende jd voor de zorgcoördinatoren; • dubbele deskundigheid van de leraren (vakinhoudelijk en kennis van ausme); • duidelijk voorbereidingstraject voor het eindexamen.
Aanbevelingen rond leerlingen (ouders) en docenten • 'Je kunt niet duidelijk genoeg zijn'. Vertel zowel ouders als leerlingen wat je kunt en wat niet, hoe je het gaat doen, wat je verwacht etc. Een goede communicae met ouders is esseneel. • Organiseer vóór het nieuwe schooljaar een aparte kennismakingsmiddag voor zorgleerlingen. Vertel over de gang van zaken op school en de veranderingen ten opzichte van de basisschool. Meld ook praksche zaken zoals het gebruik van kluisjes, de weg in de school en de taak van de conciërges. NB: De kluisjes van de ASS-leerlingen staan bij voorkeur in een rusge hoek, waar leerlingen net iets meer ruimte hebben en minder in het gedrang hun boeken kunnen pakken. • Geef iedere LGF-leerling een coach, liefst de eigen mentor, en eventueel een buddy (klasgenoot).
• Licht klasgenoten voor over wat ASS inhoudt. • Vooral aandacht in de ASS-klassen voor de persoonlijke ontwikkeling van de leerlingen. • In het dagelijkse onderwijs structurele aandacht voor plannen en structureren en training sociale vaardigheden (met gebruik van programma’s en technieken als video-interacetraining met leerlingen). • Stel samen een handelingsplan op waarin wordt afgesproken waaraan de leerling wil werken. Evalueer periodiek (wekelijks) de afspraken met de leerling. • Volg leerlingen nadat ze zijn vertrokken om te horen wat goed gaat en wat minder goed, om hier weer van te leren. • Zorg voor voortdurende deskundigheidsbevordering door docenten bij te scholen over ausme en maak gebruik van coaching en video-interacetraining. Aanbevelingen en aandachtspunten algemeen • Informeer toeleverende basisscholen goed, zodat zij bekend zijn met de speciale voorzieningen in hun regio en zij ouders goed kunnen adviseren. • Zorg voor een warme overdracht van gegevens van basisschool naar VO-school (of bij tussenjdse instroom vanuit de VOschool). • Sla bruggen tussen VO-scholen en voorzieningen om experse uit te wisselen. Goede contacten en samenwerking met voorzieningen (VSO of regulier) die onderwijs verzorgen voor een gelijksoorge doelgroep zijn belangrijk. Stem methoden met elkaar af en gebruik elkaars experse. • Scholen moeten kennis hebben van regionale hulpverleningsinstellingen die de school, ouders en/of leerlingen van dienst kunnen zijn. • Opleidingen van docenten moeten veel meer aandacht besteden aan aspecten als het leren omgaan met zorgleerlingen, het maken van ontwikkelingsplannen en het communiceren met leerlingen en ouders. • Meer aandacht van samenwerkingsverbanden en gemeenten voor regeling van het leerlingenvervoer is nodig.
De vier scholen van de OC+-projecten Pleinschool Helder in Eindhoven is een reguliere VO-school voor HAVO/VWO voor ASSleerlingen met een clusterindicae. De school telt ruim 110 leerlingen. Een belangrijke doelstelling is de leerlingen na drie klassen te laten doorstromen naar de vierde klas van een reguliere VO-school. Dit lukt voor 50% van de leerlingen. De andere 50% blij" op Pleinschool Helder of stroomt door naar een ROC of VMBO-t (als HAVO toch te hoog gegrepen blijkt). Leerlingen die doorstromen naar de vierde klas van een reguliere school blijken het goed te doen. In schooljaar 2012/2013 zijn alle leerlingen van HAVO en VWO geslaagd! In Tilburg is de Frater van Gemertschool de reguliere school waar ook ruim 100 ASSleerlingen met een VMBO-TL/HAVO-advies onderwijs volgen. Ouders melden aan op basis van eigen iniaef of op advies van de huidige school van hun kind. Er vindt eventueel afstemming plaats met de basisschool, andere reguliere VO-scholen en VSO De Keyzer, om tot een juiste aNakening en plaatsing te komen. De Frater hee" een goede samenwerking met VSO-school De Keyzer, waar ook HAVO/ VWO wordt aangeboden. Er is onderling overleg met ouders en leerlingen over de meest wenselijke school voor leerlingen met een clusterindicae. In de Frater van Gemertschool hee" het Theresialyceum een nevenvesging (met diplomalicene), zodat de HAVO-leerlingen schoolexamen kunnen doen. In de afgelopen vijf jaren zijn alle kandidaten geslaagd. In de regio Oss hee" het OPDC Den Bongerd van het samenwerkingsverband Oss, Uden en Veghel een voorziening voor ASS-leerlingen met een HAVO/VWO-advies die vanwege hun beperkingen baat hebben bij een kleinschaliger voorziening. Het aantal leerlingen is 24. De leerlingen blijven maximaal twee jaar op Den Bongerd en stromen dan door naar de derde klas van een van de VO-scholen. Voor 40% van de leerlingen lukt dit meestal. De andere leerlingen stromen door naar HAVO-voorzieningen van VSO’s. In de regio Den Bosch biedt De Zwengel HAVO/VWO-onderwijs aan leerlingen die een intensieve zorgbehoe"e hebben. Naast leerlingen met een aan ausme verwante stoornis zijn ook leerlingen met andere problemaeken welkom. De Zwengel biedt in leerjaar 1 en 2 HAVO/VWO-niveau aan; vanaf leerjaar 3 alleen HAVO-niveau. Elk schooljaar bekijkt De Zwengel wat het schooladvies van de leerlingen is. In schooljaar 2013/2014 start leerjaar HAVO 5 en worden voor het eerst examens afgenomen. De Zwengel hecht veel waarde aan een goede samenwerking met ouders en leerlingen.
Hulpmiddel voor ouders overzicht van scholen met diplomagericht onderwijs voor leerlingen met ASS Leerlingen met een ausmespectrumstoornis (ASS) die qua intelligeneniveau een diploma HAVO/VWO of VMBO-t zouden kunnen halen, lopen in het voortgezet onderwijs soms vast door het ontbreken van een passende zorgstructuur. Regelmag krijgt Bureau Onderwijsconsulenten(+) dan ook de vraag van ouders: 'Welke school in mijn omgeving biedt mijn kind met ASS de juiste voorwaarden om een diploma te halen?' In de zomer van 2012 hee" Onderwijsconsulenten+ geïnventariseerd welke VO- en VSO-scholen voorzieningen hebben voor diplomagericht onderwijs op HAVO/VWOniveau voor leerlingen met ASS. Op basis hiervan is een lijst samengesteld die dient als hulpmiddel voor ouders bij de keuze van een school voor hun kind. De lijst staat op www.onderwijsconsulenten.nl onder publicaes - brochures. -0-0-0-0-0-
Samenwerkingsverbanden en scholen: vraag het uitgebreide evaluaeverslag op met nog meer aanbevelingen en met voorbeelddocumenten, of kijk op onze website!
Gehoord in de evalua+egesprekken: 'Het speciaal onderwijs moet ontdaan worden van de 'afvalputjesfunce'! En wij bewijzen dat dat ook kan!' 'Onze docenten zijn allemaal erg posief over de aanpak.' 'Scholen hoeven geen koudwatervrees te hebben. Gewoon doen! Het opvangen valt juist mee.' 'Besteed vooral aandacht aan het doorschakelen, zodat de leerlingen zich beter kunnen voorbereiden op het funconeren in grote(re) groepen.' 'Wees duidelijk. Doe wat je zegt, en zeg wat je doet!' 'Vanuit financieel oogpunt is het moeilijk in het VSO eerstegraads docenten te krijgen omdat je docenten niet meer biedt dan een salaris LB. Een nog groter probleem is het vinden van docenten die met deze leerlingen kunnen en willen werken. Hierin speelt ook de beeldvorming een rol.' 'Te laat doen reguliere VO-scholen een beroep op de experse van het (voortgezet) speciaal onderwijs.'
Over de Onderwijsconsulenten(+) De Onderwijsconsulenten zijn in 2002 ingesteld door de minister van OCW. Zij zijn per 1 augustus 2009 organisatorisch ondergebracht bij de Schng Ondersteuning Scholen en Ouders (SOSO). Onderwijsconsulenten (OC) bemiddelen en adviseren bij individuele problemen over de toelang van geïndiceerde leerlingen ('zorgleerlingen') of over de besteding van het leerlinggebonden budget (LGF). Steeds vaker worden zij ook ingeschakeld om een oplossing te vinden voor niet-geïndiceerde, (langdurig) thuiszi-ende leerlingen. Er zijn, verspreid over het hele land, zo'n 38 onderwijsconsulenten. In het najaar van 2004 zijn de Onderwijsconsulenten+ (lees: onderwijsconsulenten-plus, ook OC+) in het leven geroepen, met als taak duurzame, passende en construceve onderwijsvoorzieningen voor groepen zorgleerlingen te helpen creëren. Dit doen de onderwijsconsulenten+ door professionals in onderwijs en zorg te ondersteunen en te faciliteren bij het opze-en van samenwerkingsprojecten. OC+-projecten zijn zoveel mogelijk overdraagbaar. Er zijn ca. 10 onderwijsconsulenten+, verdeeld over alle regio's in Nederland. Zij worden aangestuurd door de projectleider OC+. De SOSO vormt het bestuur van de organisae. De SOSO hee" zelf geen uitvoerende taak in de bemiddelings- en advieswerkzaamheden, maar houdt toezicht en ontwikkelt in samenwerking met de directeur van het bureau het beleid. De Schng Ondersteuning Scholen en Ouders (SOSO) is opgericht door: LOBO, NKO, Ouders & COO, Vereniging Openbaar Onderwijs, CG-Raad, Vereniging Balans, PlaUorm VG, en de sectororganisaes PO-Raad, VO-Raad, MBO-Raad en WEC-Raad. Het bureau van SOSO/Onderwijsconsulenten(+) in Den Haag vervult een spilfunce: een klein team van gemoveerde en deskundige medewerkers verzorgt de intake van de hulpaanvragen en de administraeve ondersteuning van de OC's. Ook is het bureau een vraagbaak voor alle betrokkenen bij leerlingen met een speciale onderwijs/zorgbehoe"e. Advies en bemiddeling door onderwijsconsulenten(+) is gras. SOSO/ONDERWIJSCONSULENTEN(+) Postbus 19521 2500 CM Den Haag Telefoon 070 - 312 28 87 www.onderwijsconsulenten.nl
[email protected] [email protected]