Een zachte landing voor vso-leerlingen in het regulier onderwijs
samenwerkingsverband Passend Onderwijs Parkstad VO
deeluitwerking ondersteuningsplan 2014-2018
passende onderwijs voorzieningen
1
passend onderwijs
samenwerkingsverband Passend Onderwijs Parkstad VO
2
Terugdringing VSO-deelnamepercentage Bij de overstap van het vso naar het vo gaat het om drie categorieën leerlingen. 1. Leerlingen die een tussenstap van een jaar nodig hebben in een bovenschoolse tussenvoorziening. 2. Leerlingen die naar verwachting binnen enkele maanden in het reguliere onderwijs (nagenoeg) volledig kunnen meedoen maar waar stapsgewijze met één of twee vakken tegelijk de participatie aan het reguliere onderwijs opgeschaald wordt. Doel is om na het eerste trimester het overgrote deel van de vakken regulier te volgen. 3. Leerlingen, die na voorbereiding op het vso, en een proefweek in mei of juni, direct na de zomervakantie instappen in het regulier onderwijs. De eerste twee categorieën maken gebruik van “lange” bovenschoolse tussenvoorziening (BTVlang en maatwerkplaatsen). Daarnaast is er nog categorie leerlingen die schakelproblemen in het reguliere onderwijs ondervinden: leerlingen waarbij interventies in pm1 t/m pm3 niet voldoende zijn geweest en opnieuw op het (goede) spoor gebracht moeten worden en waarbij voorkomen moet worden dat ze (onnodig) in het VSO terecht komen. Deze categorie maakt gebruik van een BTV-kort. De eerste twee categorieën maken gebruik van “lange” bovenschoolse tussenvoorziening (BTVlang en maatwerkplaatsen). De laatste categorie maakt gebruik van een BTV-kort. In alle gevallen is een goed functionerend ondersteuningsteam in de school nodig met daarin de ambulante begeleiders uit het vso (ondersteuners speciale onderwijsbehoeften). Zowel in de BTV als in de reguliere school is de ondersteuner speciale onderwijsbehoeften het draaipunt van de ondersteuning: •
De leerling kan steeds op hem/haar terugvallen bij aanpassingsproblemen en om tips en aanwijzingen te krijgen hoe bij (te) ontstane strubbelingen in school deze het hoofd te bieden.
•
De ondersteuner speciale onderwijsbehoeften verzorgt orthopedagogische werkplekscholing aan docenten, zodat strubbelingen, die in de praktijk van alle dag kunnen voorkomen, steeds minder zullen voorkomen.
•
De ondersteuner speciale onderwijsbehoeften monitort (kijkt wat goed of fout gaat en/of beter kan), het adequaat doorlopen van de pm-structuren bij leerling die in pm2 en pm3 terecht komen. Dit laat onverlet dat het niet de verantwoordelijkheid is van de ondersteuner speciale onderwijsbehoeften om de kwaliteit van de pm-structuur te bewaken, noch daarvoor verantwoordelijk te zijn. Aan de teamleider en naar het samenwerkingsverband rapporteert de ondersteuner speciale onderwijsbehoeften zijn feitelijk waarnemingen met betrekking tot de kwaliteit van de pm-structuur.
Functioneren ondersteuningsteam 1. Teamleiders en zorgcoördinatoren zijn verantwoordelijk voor het goed functioneren van de ondersteuningsstructuur op de school/locatie. 2. De mentor is, hoe ingewikkeld een casus ook is of worden kan, steeds de spil van de begeleiding 3. Teamleiders en mentoren bewaken het zorgvuldig afwikkelen van pm1 en pm2. De belangrijkste middelen hierbij zijn signaleren en (eenvoudig en simpel) interveniëren. Teamleiders bewaken zorgvuldig dat iedere mentor zowel zijn/haar verantwoordelijkheid neemt alsook de grenzen bewaakt en dat de verantwoordelijkheid voor actie tijdig (niet te vroeg, niet te laat)
samenwerkingsverband Passend Onderwijs Parkstad VO
3
wordt overgedragen. 4. De mentor blijft de eerst verantwoordelijke voor het wedervaren van de leerling en de communicatie met ouder en leerling. 5. De mentor wordt door anderen die interventies plegen ten behoeve van een leerling steeds op de hoogte gehouden van de vorderingen. Alle acties en stappen worden meteen en summier geregistreerd in Magister / SOM / EduArte. 6. De zorgcoördinator is eerst verantwoordelijke en regisseur voor de afwikkeling in pm3. 7. De ondersteuner speciale onderwijsbehoeften is de eerst verantwoordelijke voor leerlingen die recent afkomstig zijn uit het vso en zorgt ervoor dat niet alleen de ouders/verzorgers waar nodig direct geïnformeerd worden (contact op de schooldag van incident / opmerkelijk gebeurtenis) maar ook de mentor. 8. De ondersteuner speciale onderwijsbehoeften is – in overleg met teamleider en ZoCo – verantwoordelijk voor het opschalen naar het “specialisten team” van het VSO, zowel wat betreft intervisie over casussen, korte begeleiding van vastgelopen leerlingen, advisering naar het ondersteuningsteam als algemene voorlichting naar teams / groepen docenten.
Bovenschoolse Tussen Voorziening Voor deelname aan een Bovenschoolse Tussen Voorziening is een toelatingsverklaring van de PCL nodig. De toelatingsprocedure is dan ook (strak) geprotocolleerd (zie bijlage). In principe is de BTV maatwerk, immers elke leerling is anders. Niettemin kennen we twee patronen: Time out-BTV: in een periode van maximaal 12 weken volgen leerlingen lessen in tenminste de kernvakken Nederlands, Engels, wiskunde en rekenen, het programma wordt verzorgd door de school van herkomst. Daarnaast volgen ze andere vakken, wordt er onderzoek gedaan en vindt er intensieve begeleiding plaats. BTV-lang: in een periode van een jaar worden leerlingen die de overstap naar het regulier nog niet kunnen maken er op voorbereid om die stap, met een tussenstap in de BTV-lang te maken, in een meer gestructureerde setting, met aangepaste groepsgrootte en orthodidactische aanpak. Een variant op deze vorm van BTV is de maatwerkplaats waarin leerlingen hun “thuis”-basis hebben in de gestructureerde BTV-setting maar ook (en in toenemende mate) lessen volgen in een (fysiek) dichtbije reguliere school. Maatwerkplaatsen Op meerdere locaties worden ín een reguliere VO school of op armlengte ernaast worden maatwerkplaatsen ingericht. Er wordt voorzien in een sterk pedagogische klimaat en er wordt handelingsgericht gewerkt met dagelijkes ondersteuning van een groepsleerkracht uit het VSO. De klassen zijn voor vo-begrippen klein: 15 tot 20 leerlingen. De leerling staat ingeschreven in een VO-school. De overstap naar een klas met een reguliere groepsgrootte is vervolgens klein. Leerlingen volgen in toenemende mate lesuren in een reguliere klas. De groepsdocent is op afroep beschikbaar bij onduidelijkheden / conflicten of waar preventief handelen nodig is. Reguliere docenten krijgen 'good practices' aangereikt en zien hoe problemen/conflicten worden opgepakt. De groepsdocent bewaakt het pedagogische klimaat en zorgt voor maatwerkoplossingen. De groepsdocent kan ook algemeen ondersteunende taken uitvoeren als hij niet betrokken is bij de klas, bijvoorbeeld als ondersteuner speciale onderwijsbehoeften van andere (reguliere) leerlingen. Een goed functionerende maatwerkplaats in een school kan als trajectvoorziening gebruikt worden voor leerlingen die even niet in een reguliere klas kunnen functioneren, bijvoorbeeld (reintegrerende) langdurig zieke leerlingen of leerlingen die preventief begeleid worden om af- of uitstroom te voorkomen (voorheen PAB - preventieve ambulante begeleiding).
samenwerkingsverband Passend Onderwijs Parkstad VO
4
MAATWERKPLAATS PASSEND VOORTGEZET ONDERWIJS PARKSTAD
Uitgangspunten voor BTV en maatwerkplaatsen
De hieronder beschreven voorwaarden zijn bedoeld om leerlingen via een maatwerkaanpak binnen enkele weken tot een jaar gereed te maken voor volledige deelname aan het regulier onderwijs. Er zijn twee doelen: 1. het is een voorbeeldvoorziening voor maatwerkleren en een duidelijk (ortho)pedagogisch klimaat dat het regulier onderwijs moet inspireren daar binnen de eigen context belangrijke stappen te zetten om maatwerkleren en een verbeterd pedagogisch klimaat te scheppen. 2. Leerlingen wordt een veilig en gestructureerde landing in het voortgezet onderwijs geboden met stageperiodes en hoog functioneren in de kernvakken plus1, naar een realistische overstap op het einde van de (BTV)periode.
De leerling staat centraal • • • • • • • • • • •
IOP (sterkte-zwakteanalyse: m.b.v. sterke punten werken aan de ontwikkelpunten) Werken aan motivatie en bemoediging geven Met elke leerling wordt handelingsgericht gewerkt binnen het kader van zijn/haar OPP Laagdrempelig, frequent handelingsgericht contact leerling en ouder(s) Crisisinterventies (b.v. les stilleggen om te bespreken) Werken in kleine teams, waardoor minder handen voor de klas Handelingsadviezen aan ouders Aanbieden van leerstrategieën aan leerlingen Presentiebenadering (het kind ‘zien’, aandacht voor de mens achter de leerling) Snelle signalering en snelle actie op sociaal-emotioneel welbevinden van de leerling waarbij adaptief gereageerd wordt op de vraag van de leerling Voor sommige leerlingen “beschermde pauzeplek”
Didactische structuur • • • • • •
Activerende directe-instructie Individuele, aangepaste leerroute indien nodig Verschillend lesmateriaal gericht op zowel didactiek als sociaal-emotionele ontwikkeling Gebruik van regelkaarten Allerlei ondersteuningsmaterialen vanuit verschillende methoden die ondersteuning bieden bij dit aandachtspunt Werken met planners
Structuur binnen de school en de klas • • • • • •
Geen lesuitval Elke dag start met mentorgroep Mentor of begeleider speciale onderwijsbehoeften vangt leerling op indien nodig (tijdens lessen) Eenduidig pedagogisch klimaat afgestemd op de doelgroep Voorspelbaarheid naar leerlingen toe Basishouding OP en OOP
•
Duidelijke regels en afspraken
1
De kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde
samenwerkingsverband Passend Onderwijs Parkstad VO
5
Ondersteuning binnen de school • • • • • • •
Ondersteuningsteam, met daarin: zorgcoördinator, orthopedagoog BAPD en/of psycholoog BAPD Frequente leerlingbespreking Snelle acties op verzuim / incident (bellen/sms-en in zelfde dagdeel van incident) Heterogene groepen, zowel o.b.v. problematiek als o.b.v. niveau (b-k-gt-h) Helft van de leerkrachten heeft (of verwerft voor 2018) Master SEN (dyslexiespecialist, taalspecialist, rekenspecialist, gedragsspecialist, autismespecialist, opleiding speciaal onderwijs) Specialisten Aangepaste groepsgrootte
Extra faciliteiten • • • • •
WiFi-verbinding in school Smartboard Deelbare lokalen Ruime klaslokalen of leerwerkplekken waar leerlingen zelfstandig of in kleine groepjes kunnen werken Gespreksruimten
tijdpad 13 maart Start inventarisatie overstappers 18 maart beschrijving van aanpak voor teams, ondersteuners speciale onderwijs behoeften en monitoring 19 maart Presentatie voor ZoCo’s van overleg met ad hoc werkgroep 23 maart Commentaar en aanvullingen door ad hoc werkgroep (versie 2) 25 maart Voorlichting en bespreking notitie met ab-ers Zonnewijzer / Buitenhof 1 april Bespreking notitie en consequenties in bestuur Deze bespreking heeft geleid tot de volgende aanpassingen (versie def): 1. BTV's zijn per definitie beperkt in tijd: van enkele weken tot één jaar; 2. Maatwerkplaatsen zijn de beste manier om de orthopedagogische kwaliteit van het reguliere onderwijs te verhogen, onder meer door inbreng vanuit het vso; 3. De maatwerkplaatsen volgen zoveel mogelijk de structuur van het reguliere onderwijs. 4. De maatwerkplaatsen fungeren ook als vliegwiel in de school voor onderwijsontwikkelingen zoals gepersonaliseerd of maatwerkleren. 5. De doelstellingen zowel pedagogisch/didactisch als te behalen aantallen moeten helder geformuleerd worden zodat er (half)jaarlijks geevalueerd - en waar nodig bijgesteld - kan worden.
10 april finetuning notitie met ab-ers en ZoCo’s: “dit is van ons”-gevoel creëren. 17 april Bespreking notitie in beleidsraad 22 april Start uitrol in regiegroep-plus
samenwerkingsverband Passend Onderwijs Parkstad VO
6
Ondersteuningsstructuur en protocol toelating BTV Deze toelichting is bedoeld om taken en verantwoordelijkheden van leerkrachten, mentoren, teamleiders, zorgcoördinatoren, ondersteuners speciale onderwijsbehoeften (ab-ers) en BTV binnen het schema ondersteuningsstructuur te verduidelijken. In het schema zijn tien momenten te onderscheiden waarin de ondersteuningsaanpak verandert.
1. PM1 Er vindt een inventarisatiegesprek plaats op initiatief van de mentor. Indien er problemen bij verschillende docenten zichtbaar zijn worden in deze fase twee interventies in de aanpak c.q. in het klassenmanagement ondernomen om de leerling te helpen zijn/haar gedrag te verbeteren. De aanpak is vooral gericht op een verandering in de aanpak van de leerling. Er worden afspraken gemaakt met betrekking tot de na te streven doelen, de methodiek (wijze waarop/weg waarlangs) en de tijd waarin dit gedaan wordt. Deze worden geëvalueerd op product (hebben we de doelen wel/niet/gedeeltelijk gehaald) als op proces (waardoor hebben we de doelen wel/niet/gedeeltelijk gehaald). Pm1 is de eerste ondersteuningssignalering. De ouders worden hierover geïnformeerd. De “ondersteuner speciale onderwijsbehoeften” kan in pm1 collegiaal en informeel geconsulteerd worden (bijvoorbeeld een gesprek in de personeelskamer). Indien de evaluatie reden geeft om op te schalen wordt hierin een hulpvraag geformuleerd voor pm2.
2. PM2 De evaluatie met hulpvraag vanuit pm1 wordt door de mentor neergelegd bij de teamleider. Deze bespreekt op zijn/haar initiatief pm1 in een overleg met de mentor en (een aantal) docenten die lessen verzorgen aan de leerling. In dit overleg wordt op basis van intersubjectieve besluitvorming bekeken wat er verder gedaan kan worden om het gedrag van de leerling positief te sturen d.m.v. een gezamenlijke aanpak. Naast het systeem dient er aandacht te zijn voor kenmerken van de leerling die gedrag (kunnen) beïnvloeden, zowel belemmerende als beschermende factoren. Ook hier is het van belang om duidelijk te documenteren (doelen, methodiek en tijd) en te evalueren op product- en procesniveau. De “ondersteuner speciale onderwijsbehoeften” wordt – waar mogelijk en nodig – in pm2 om advies gevraagd. De evaluatie wordt gedeeld met ouders, zorgcoördinator en “ondersteuner speciale onderwijsbehoeften”. Indien de evaluatie reden geeft om op te schalen wordt hierin een hulpvraag geformuleerd voor pm3.
3. PM3 De zorgcoördinator bespreekt de ingebrachte hulpvraag vanuit pm2 met de “ondersteuner speciale onderwijsbehoeften” en stelt een ontwikkelingsperspectief op voor de leerling (in geval van een LWOO-leerling is er al een OPP) en een individueel handelingsplan. Op basis hiervan wordt gericht besproken, met de leerling en eventueel andere betrokkenen, aan welk gedrag specifiek gewerkt zal gaan worden, op welke manier (methodiek) en hoe lang.
4. Aanvraag BTV Indien de evaluatie van pm3 aanleiding geeft tot een plaatsing in een bovenschoolse tussenvoorziening, maakt het ondersteuningsteam van de VO-school een advies waarin concrete vragen geformuleerd worden naar de BTV. De aanvraag wordt verstuurd naar de PCL van het samenwerkingsverband.
5. Toewijzing Op basis van de inhoud van het dossier en de vraag van de VO-school maakt de PCL een beoordeling van de zwaarte van de ondersteuningsvraag en wijst deze toe op basis van de onderwijs-
samenwerkingsverband Passend Onderwijs Parkstad VO
7
behoefte. In het geval van er een tlv voor een BTV afgegeven wordt, zal ook worden aangegeven naar welke BTV de leerling zal gaan.
6. Intake-/Startgesprek Bij het startgesprek zijn een of meerdere personen van het ondersteuningsteam van (de school van) de BTV betrokken. Uitgenodigd worden: de zorgcoördinator, de “ondersteuner speciale onderwijsbehoeften” van de school van herkomst, de ouders/verzorgers van de leerling, de leerling zelf en eventueel betrokken hulpverleners (1G1P). In het gesprek wordt een plan van aanpak gemaakt waarin duidelijk omschreven wordt welke doelen worden nagestreefd, welke methodieken worden gehanteerd, binnen welke tijdspanne de drie fasen van de BTV (onderzoeks-/verander- en reintegratiefase) worden doorlopen, wie welke functie heeft in dit plan, welke materialen, personen en andere faciliteiten nodig zijn. Leidend is het ontwikkelingsperspectief (OPP) van de
primaire leer- en ontwikkelingsproblemen
orthodidactische aanpak
persoonlijkheidsproblemen
orthopedagosche aanpak gedragsmatige en/of motivationele problemen
leerling. In het gesprek worden concrete afspraken gemaakt over hoe deze doelen geevalueerd zullen worden en wanneer. Er worden ook concrete afspraken gemaakt voor de datum en tijd van het evaluatiegesprek (7) en het uitstroomgesprek (8). In deze eerste fase zijn de doelen vooral onderzoeksdoelen die moeten leiden tot meer inzicht in de problematiek en de leerling (weer) in een zo normaal mogelijke doen te brengen (reset).
7. Het evaluatiegesprek In dit gesprek, waaraan dezelfde mensen deelnemen als bij het intakegesprek, is het van belang om duidelijk te maken of de doelen (gedeeltelijk) behaald zijn (productevaluatie) en waarom de doelen al dan niet (gedeeltelijk) behaald zijn (procesevaluatie). Door deze manier van werken kunnen aanpakken verworpen worden (dit werkt niet bij deze leerling), kunnen zwakke punten uit het plan bijgesteld worden, maar kunnen ook wel werkende onderdelen gehandhaafd en mogelijk
samenwerkingsverband Passend Onderwijs Parkstad VO
8
uitgebreid worden. Op basis van deze evaluatie wordt het plan van aanpak bijgesteld en worden doelen met het oog op gedragsverandering gesteld. Tevens worden afspraken gemaakt over de uitstroom (wanneer, hoe en wie welke rol heeft?).
8. Het uitstroomgesprek In dit gesprek, waaraan dezelfde mensen deelnemen als aan het evaluatiegesprek, wordt concreet ingestoken op de invulling van de ondersteuningsbehoefte van de leerling door de VO-school, de hulpverleners en de ouders/verzorgers. Wat zijn we te weten gekomen uit de onderzoeks- en behandelfase, wat lijkt te werken en wat niet, in welke mate is de leerling gedragsmatig gegroeid en wat heeft deze nog nodig om succesvol te kunnen functioneren binnen het VO. Ouders/verzorgers en hulpverleners kunnen hier ook een ondersteunde rol hebben, niet alleen door hun houding, maar ook door concrete acties te ondernemen als onderdeel van het
onderzoeks- & resetfase
verander- & boostfase
reïntegratiefase
onderzoeks- & resetfase
onderzoeks- & resetfase
verander- & boostfase
reïntegratiefase
verander- & boostfase
reïntegratiefase
twaalf weken gezamenlijke plan. Indien, op basis van het advies, een andere VO-school gezocht moet worden gebeurt dit door de zorgcoördinator van de school van herkomst.
9 & 10. Terug op school Eenmaal terug op de VO-school zal het O-team (zorgcoördinator en “ondersteuner speciale onderwijsbehoeften”) aangevuld met teamleider, mentor, evt. hulpverleners en ouders/verzorgers het plan, geschetst in het uitstroomgesprek, uitvoeren en waar nodig bijstellen. De leerling wordt begeleid door het in het schoolsysteem/de aanpak in de klas aandacht te hebben voor de leerlingkenmerken. Door te coachen op beschermende kind-kenmerken (positive behaviour) kunnen belemmerende kindkenmerken (deels) worden omgebogen of uitgedoofd.
samenwerkingsverband Passend Onderwijs Parkstad VO
9
Schematische weergave voorzieningen BTV-lang tussenstap: 1 jaar aparte locatie
vso
BTV-maatwerkplaats stapsgewijze locatie in locatie
Time-out BTV tussenstap: 12 weken tijdens tussenstap aparte locatie daarna terug naar school van herkomst
op langere termijn
maatwerkplaats BTV tussenstap: enkele dagen of enkele weken locatie in locatie samenwerkingsverband Passend Onderwijs Parkstad VO
10
BTV's & maatwerkplaatsen
samenwerkingsverband Passend Onderwijs Parkstad VO
11
Stichting samenwerkingsverband VO Passend Onderwijs Parkstad 31.06 Postbus 5 6440 AA Brunssum
[email protected]
samenwerkingsverband Passend Onderwijs Parkstad VO
12